Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

47

Transcript of Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Page 1: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.
Page 2: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Page 3: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Daarin woonde een oude heks helemaal alleen.

Page 4: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

In het midden lag een grote dauwdruppel, zo groot als de mooiste parel.

Page 5: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Toen vond hij de bloem in de vroege ochtend.

Page 6: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Overdag veranderde ze zich in een kat of een uil, maar 's avonds werd ze weer een mens.

Page 7: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Het heldere zonlicht scheen tussen de boomstammen door in het donkere groen van het bos.

Page 8: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Maar ze kon niet bij hem in de buurt komen.

Page 9: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Hij hoorde wak zeggen

Page 10: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Joringel werd heel blij, raakte de deur aan met de bloem en de deur sprong open.

Page 11: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Dit duurde totdat de heks hem met een spreuk verloste.

Page 12: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Zij gumde pak uit

Page 13: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

" Gegroet Zachiël.

Page 14: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Hij streepte bak weg

Page 15: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Hij riep, hij huilde, hij jammerde, maar het was allemaal voor niets.

Page 16: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Om eens rustig samen te kunnen praten, gingen ze in het bos wandelen.

Page 17: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Daar hoedde hij lange tijd de schapen.

Page 18: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Daarna begon de zon krachtig te stralen, en hierop trok de reiziger onmiddellijk zijn mantel uit.

Page 19: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

" Oh, wat moet er van mij worden? "

Page 20: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Er waren vele honderden nachtegalen, hoe moest hij nou Jorinde terugvinden?

Page 21: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Wanneer er echter een onschuldig meisje te dicht bij haar kasteel kwam, veranderde de heks haar in een vogel en

sloot haar op in een kooitje.

Page 22: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Die dieren slachtte, kookte en braadde ze dan.

Page 23: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

De tortelduif zong klagelijk in de oude beuk.

Page 24: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Hij hoorde vak zeggen

Page 25: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Op een keer droomde hij 's nachts dat hij een bloedrode bloem vond met in het midden een prachtige grote parel.

Page 26: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Daarna veranderde hij ook alle andere vogels weer in meisjes en ging met zijn Jorinde naar huis.

Page 27: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

De noordenwind moest dus wel bekennen dat de zon van hun beiden de sterkste was.

Page 28: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Maar ze zei dat hij Jorinde nooit meer terug zou krijgen en ging weg.

Page 29: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

De noordenwind begon toen uit alle macht te blazen, maar hoe harder ie blies, deste dichter trok de reiziger zijn

mantel om zich heen;

Page 30: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Ze schold, tierde en spuwde gif en gal naar hem.

Page 31: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Ook droomde hij dat hij daardoor zijn Jorinde teruggekregen had.

Page 32: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Ze wisten niet meer hoe ze thuis moesten komen.

Page 33: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

" Pas op ", zei Joringel, " dat je niet te dicht bij het kasteel komt ".

Page 34: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Nu was er eens een meisje dat Jorinde heette.

Page 35: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

De nachtegaal was weg.

Page 36: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Ze had grote rode ogen en een kromme neus die met de punt tot aan haar kin kwam.

Page 37: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Daar was de heks bezig de vogels in hun zevenduizend kooien te voeren.

Page 38: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Mijn vogeltje met het rode ringetje Zingt lijden, lijden, lijden :

Page 39: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Nu was de zon ondergegaan.

Page 40: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Ze zouden over een paar dagen gaan trouwen en ze hadden veel plezier met elkaar.

Page 41: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Het zingt voor het duifje, zingt voor zijn dood, Zingt lijden, lij, tuwiet, tuwiet, tuwiet.

Page 42: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Joringel klaagde ook.

Page 43: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Dat kooitje bracht ze dan naar een zaal van haar kasteel.

Page 44: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Er was eens een oud kasteel midden in een diep en donker bos.

Page 45: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Ze had wel zevenduizend kooien met zulke bijzondere vogels in haar kasteel.

Page 46: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Toen was Joringel verlost.

Page 47: Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.

Toen ze Joringel zag werd ze kwaad, heel erg kwaad.