Zaalhockeyregels Midden Nederland

Jongste Jeugd (8-tallen)

I. Algemene bepalingen

Competitie

E8-tallen spelen wedstrijden in ‘competitieverband’. Deze vinden plaats in

sporthallen.

De verantwoordelijkheid voor een goede organisatie berust bij de organiserende

vereniging in de sporthal.

Wedstrijdduur

Voor E8 geldt: 1x 30 minuten. De tijd mag tijdens de wedstrijd niet worden

stilgezet.

Speelveld

Als speelveld gelden de belijningen van de sporthalvloer. Hierbij verschilt het veld

voor de Jongste Jeugd niet van dat van elftallen. Zowel bij 6- als bij 8-tallen wordt

dan ook gebruik gemaakt van de cirkel.

Teams

In totaal bestaat een team uit ten hoogste 12 spelers. Per team mogen nooit meer

dan 6 spelers tegelijk op het speelveld zijn, waarvan maximaal 5 veldspelers en 1

keeper. De wisselspelers mogen op elk moment worden gewisseld, behalve bij een

strafcorner. Eerst komt de speler het veld uit, daarna gaat de wisselspeler erin.

Elk team dient begeleid te worden door een teambegeleider van minimal 18 jaar, die

gedurende het verblijf van het team in de accommodatie de verantwoordelijkheid

draagt voor het gedrag van de spelers.

Spelbegeleiding

Alle wedstrijden van de Jongste Jeugd worden begeleid door twee spelbegeleiders.

Vanwege de rol van de spelbegeleider adviseert de KNHB om oudersi in te zetten

als spelbegeleiders bij de Jongste Jeugd. De spelbegeleiders zijn afkomstig van

zowel de uit- als de thuisvereniging (in lijn met de (spel)regels op het veld).

Tijdens E8 wedstrijden geldt dat de spelbegeleiders na 15 minuten van helft

wisselen.

De spelbegeleiders hebben kennis van de spelregels in de zaal, maar hoeven niet

verplicht een scheidsrechterskaart te hebben. De spelbegeleiders leiden het spel

onder de spelvoorwaarden plezier, veiligheid en leerzaamheid. Dat wil zeggen dat

de spelbegeleider:

- zorgt voor spelplezier tijdens de wedstrijd voor beide teams.

- zorgt voor een veilig verloop van de wedstrijd. Hij/zij onderbreekt het spel

zo min mogelijk; alleen in verband met de veiligheid en hoofdregels.

Gevaarlijk spel wordt direct afgefloten.

- uitleg geeft aan beide partijen bij bepaalde spelsituaties. >> Ter

verduidelijking van de rol van spelbegeleider (en teambegeleider) is een

filmpje spel- en teambegeleiding gemaakt. Dit is gericht op veldhockey,

maar bevat nuttige tips over het begeleiden van de Jongste Jeugd die ook

in de zaal van toepassing zijn. Uitslagen Na de wedstrijd vullen de

teambegeleiders en spelbegeleiders het digitaal wedstrijdformulier (DWF)

volledig in, waaronder de uitslag van de wedstrijd.

Spelersuitrusting

De spelers dragen het tenue van de vereniging. Als het tenue van beide teams op

elkaar lijkt en er in het veld verwarring te verwachten is, moeten de spelers van

het bezoekende team hun tenue aanpassen. Daarnaast is het ook in de zaal

verplicht om een bitjeii te dragen. Het spelen met zaalhockeystick is verplicht.

Voor de veiligheid kunnen spelers beter geen kettinkjes, oorbellen, ringen, horloges

of armbanden om hebben. Het is verboden om schoenen met afgevende zolen te

dragen. Uitrusting die beschadigingen aan de vloer kan veroorzaken zijn verboden.

Als er aanvullende voorschriften van de wedstrijdleiding en/of

accommodatiebeheer zijn, is iedereen verplicht deze op te volgen..

Keepersuitrusting Keepers zijn verplicht om te spelen met legguards, klompen en

een helm. Om goed op te vallen draagt de keeper (over de body protector) een

ander kleur shirt dan teamgenoten en de tegenpartij. Het is verboden om schoenen

met afgevende zolen te dragen. Voor de keepers uitrusting geldt tevens dat deze

uitsluitend voorzien mogen zijn van kunststofgespen. Metalen gespen of gespen die

zijn afgeplakt zijn ten strengste verboden. Legguards moeten voldoen aan de

zaalhockeyvoorschriften. Het is niet verplicht om hoezen te dragen. Als er

aanvullende voorschriften van de wedstrijdleiding en/of accommodatiebeheer zijn,

is iedereen verplicht deze op te volgen.

II. Spelregels

Voor de Jongste Jeugd gelden de regels zoals deze staan beschreven in het

spelreglement zaalhockey met een aantal uitzonderingen. Hierbij een overzicht van

de belangrijkste regels:

Het spelen van de bal

Spelers:

Het spelen van de bal mag alleen met de platte kant van de stick. In de zaal is het

alleen toegestaan om te pushen. Een (schuif)slag (waaronder de flats), flick en

scoop zijn dus niet toegestaan. Een schuifslag ontstaat wanneer spelers de

stickbeweging van meer dan 50 centimeter van de bal inzetten.

In de zaal mag de bal nooit hoog gespeeld worden. Ook de bal over de stick van de

tegenstander liften mag niet. Als de bal bij een pass van de grond komt dan is dat

tot balhoogte geen overtreding, tenzij een tegenstander er last van heeft. Als een

speler die in de vrije ruimte staat een bal stopt en deze daarbij opstuit, is dat

alleen een overtreding wanneer de tegenstander er nadeel van ondervindt.

Veldspelers mogen de bal nooit liggend spelen. (Meer dan 3 steunpunten op de

grond).

Keepers:

- In de cirkel mag de keeper de bal stoppen met het lichaam, met de voeten

spelen en de bal met de hand over de grond wegslaan. Een bal in de lucht

mag tegengehouden worden; naar de bal slaan mag niet.NB. Bij het

tegenhouden van de bal is de keeper in beweging en kan zijn hand/arm dus

nog bewegen. Dit is geen overtreding. Wanneer naar de bal geslagen wordt,

is dat fout en moet dit worden afgefloten.

- De keeper mag de bal liggend spelen in de cirkel, wanneer zowel de bal als

hij in de cirkel zijn. Vanwege de veiligheid is bepaald dat de keeper zich dan

echt volledig in de cirkel moet bevinden.

- De keeper mag de bal buiten zijn cirkel uitsluitend met zijn stick spelen.

Doelpunt

Een doelpunt wordt gescoord wanneer de bal over de doellijn wordt gespeeld. Het

is alleen een doelpunt als de bal binnen de cirkel door een aanvaller is gespeeld en

daarna niet meer buiten de cirkel is gekomen. Als een aanvaller van binnen de cirkel

de bal richting doel speelt en deze gaat via een voet of stick van een verdediger in

het doel, is er ook een doelpunt gemaakt. Bij een push op goal mag de bal wel

omhoog tot maximal plank hoogte. (OOk als er geen plank in het doel is.) In geen

geval mag sprake zijn van gevaarlijk spel! Als een push op goal laag was en via de

verdediging omhoog gaat wordt deze afgefloten voor gevaarlijk spel en volgt ere en

strafcorner (E8) of vrijeslag buiten de cirkel ( E6).

Afstandsregel

Bij een spelhervatting moet de tegenstander minimaal 3 meter afstand van de bal

nemen. In het geval van een vrije push voor het aanvallende team op de speelhelft

waar dat team aanvalt, moeten beide partijen minimaal 3 meter afstand van de bal

nemen. Selfpass Een vrije push, uitpush en inpush mogen met een selfpass worden

genomen.

Vrije push

Als een speler een overtreding maakt, krijgt het andere team een vrije push. Bij

een vrije push gelden de volgende regels:

- de bal moet genomen worden op de plaats van de overtreding;

- de bal moet stilliggen;

- de bal mag niet omhoog worden gespeeld.

Bij een vrije push voor het aanvallende team op de speelhelft waar dat team

aanvalt, moet de bal voordat deze de cirkel in gespeeld mag worden:

- 3 meter hebben gerold, of

- geraakt zijn door een tegenstander

De regel dat contact van de bal met de balk de voorwaarde van drie meter rollen

opheft, is vervallen met ingang van seizoen 2016-2017.

Uitpush

Het is een uitpush als de bal over de achterlijn gaat via de aanvallende partij. De

bal wordt door de verdedigende partij genomen, recht tegenover het punt waar de

bal over de achterlijn is gegaan en niet verder dan kop cirkel. Lange corner (nieuw

vanaf 2016-2017) Als de bal (niet opzettelijk) over de achterlijn gaat via de

verdedigende partij, is het een lange corner. De bal wordt door de aanvallende

partij op de middenlijn genomen, recht tegenover het punt waar de bal over de

achterlijn is gegaan.

Inpush

Gaat de bal zonder overtreding over de zijbalk dan moet er een inpush worden

genomen. Die vindt plaats binnen 1 meter van de zijbalk.Wanneer de bal dichtbij

de cirkelrand moet worden genomen, mag de bal niet direct de cirkel in gespeeld

worden. De bal moet eerst:

- 3 meter hebben gerold, of

- geraakt zijn door een tegenstander

De regel dat contact van de bal met de balk de voorwaarde van drie meter rollen

opheft, is vervallen met ingang van seizoen 2016-2017.

Bully

Een bully wordt genomen om het spel te hervatten wanneer de wedstrijd is

onderbroken wegens een blessure of enig andere reden, waarbij geen straf wordt

opgelegd. Wanneer een spelbegeleider het spel heeft stilgelegd om uitleg te geven

aan de spelers kan het dus hervat worden met een bully. De sticks moeten elkaar

bij een bully één keer raken, voordat de bal gespeeld wordt.

Blok

Het is de spelers van de verdedigende partij toegestaan om een blok te vormen. Dit

doe je door je stick plat op de grond te leggen en tevens je stickhand op de grond

te hebben. Het is de aanvallende partij niet toegestaan om binnen een afstand van

3 meter de bal in het blok te spelen. Indien er van buiten deze 3 meter in het blok

gespeelt wordt en er ontstaat een gevaarlijke situatie dan wordt er afgefloten

voor gevaarlijk spel.

De strafcorner

Bij een overtreding binnen de cirkel of bij het opzettelijk over de achterlijn spelen

van de bal door een verdediger volgt een strafcorner. Bij een strafcorner stellen

de spelers van het aanvallende team zich op buiten de cirkel. De keeper moet in het

doel, alle andere verdedigers staan met hun voeten en sticks achter de achterlijn

aan de andere kant van het doel t.o.v. waar de strafcorner wordt aangegeven. De

bal moet eerst buiten de cirkel worden gespeeld, voordat van binnen de cirkel een

doelpunt kan worden gemaakt.

Strafbal

Bij een opzettelijke overtreding binnen de cirkel volgt een strafbal. Bij een straf

stelt een speller zich van de aanvallende partij zich op bij het grote streepje in de

cirkel. De bal ligt op het streepje. De keeper neemt plaats op de doellijn in het

doel. Alle andere spelers stellen zich op bij de middenlijn. De spelbegeleider geeft

aan wanneer de strafbal genomen mag worden. De bal mag slechts gespeelt worden

middels een push.

De strafbal is over

- Indien de aanvaller een doelpunt maakt.

- De keeper de bal stopt.

- De bal naast het doel gaat.

Hierna ligt het spel stil.

Spelplezierbevorderende maatregelen

Hockey draait bij de Jongste Jeugd om drie kernwaarden; plezier, veiligheid en

leerzaamheid. Als tijdens een wedstrijd blijkt dat het niveauverschil tussen de

teams groot is, mogen spelplezierbevorderende maatregelen ingezet worden. Net

als op het veld heb je maatregelen voor de sterkere en zwakkere partij;

bijvoorbeeld strenger fluiten voor de sterkere partij en/of juist meer uitleg geven

aan de zwakkere partij. Het is belangrijk dat spel- en teambegeleiders dit

voorafgaand aan iedere wedstrijd met elkaar bespreken.

i De voorkeur om ouders in te zetten als spelbegeleiders komt voort uit het

natuurlijk overwicht dat ze hebben en het beter uitleg kunnen geven aan de

kinderen. Wanneer alsnog jongeren ingezet worden als spelbegeleider kan dit onder

de voorwaarden dat goede instructies gegeven worden over wat de rol van

spelbegeleider inhoudt en goede begeleiding verzorgd wordt door

volwassenen/ouders. Daarnaast hebben de 8-tallen hierbij de voorkeur boven (3-

en) 6-tallen.

Daarnaast is er vanuit pedagogisch oogpunt voor gekozen om één van de

spelbegeleiders afkomstig te laten zijn van de thuisvereniging en één van de

uitvereniging. Omdat deze spelbegeleider het team en de kinderen kent, zal hij/zij

beter in staat zijn om dit team te begeleiden en waar nodig individuele en

specifieke aandacht te geven.

ii spelers kunnen uitsluitend om medische redenen ontheffing aanvragen bij de

KNHB. Spelers dienen op verzoek van de spelbegeleiding de schriftelijke

ontheffing van de KNHB te tonen.