You have got e news?

16
4 Documentalisten onmisbaar bij parlementaire enquêtes 8 Peter ontmoet Fred 10 de Stelling 12 Geografische Informatie Systemen You've got e-news? VPOD Nieuws is aan haar 9de jaargang bezig. En lijkt aardig op weg naar de tiener- jaren en een vroege volwassenheid. Wie het vorige nummer nog eens goed bekijkt, moet toegeven dat er in die 9 jaren iets moois gegroeid is. Het was een lastige bevalling en de eerste jaren was VPOD Nieuws een kwakkelende peuter. Maar werkendeweg kreeg de redactie steeds meer grip op het productieproces. Steeds vaker werd een goed verenigingsblad gemaakt, professio- neel, gevarieerd en leesbaar; dat daarmee een steeds belangrijkere plek in het VPOD- leven kreeg. Hoe sneu is het dan om te moe- ten constateren dat het zo niet veel langer kan voortbestaan? Destijds, in 1994, lag er een redelijk simpel maar gedegen business plan. Een blad van 12 pagina's was te betalen uit de inkomsten van vier advertentiepagina's, aangevuld met een bescheiden bijdrage uit de verenigingskas. In 2003 is dat niet veel anders, behalve dat er al enkele jaren veel te wei- nig advertenties verkocht worden. Voel nog maar eens goed, het blad dat je nu in handen hebt, heeft ca. 4,5 gekost. Aan druk, papier, opmaak, enveloppe, porto. Helaas, van die 4,5 wordt nog geen 2 gedekt door adverten- tie-inkomsten. Om een financieel gezonde krant te maken, moet ruim 50% van de inkomsten uit betaalde advertenties komen. VPOD Nieuws wilde voor 90% dekking uit adver- tenties, de rest kwam dan van het contributiegeld. Dat business plan blijkt niet meer te werken. De oplossing ligt voor de hand, het gedrukte blad omvor- men naar een digitaal magazine, zodat je goedkoper kunt werken. Een commissie van de VPOD is druk doende de toekomst van VPOD Nieuws op dat spoor te krijgen. Er zijn tal van voorbeelden van elektronische nieuwsbrieven Peter Jonkman ontmoet Fred Nijo pagina 8 te vinden, dus zo'n digitale facelift moet best kunnen luk- ken. Veel lastiger is het om draagvlak te bouwen. Succes is niet te garanderen. Tenzij er voldoende gemotiveerde leden zijn om stukjes te schrijven, distributielijsten te actualiseren, een website te vullen, banners te verkopen. Het bestuur van de VPOD zal een stevige en gemotiveerde redactie moeten neerzetten om website en e-zine tot een succes te maken. Daar schuilt het verschil tussen succes en falen, wacht er weer een moeilijke bevalling? Hoe het ook zij, VPOD Nieuws is straks geschiedenis, Lang Leve VPOD E- news. En die krantel1? Die zullen denken: "Hadden wij het maar zo makkelijk." Wil Roestenburg

description

VPOD Nieuws gaat na negen jaar verder als ezine.

Transcript of You have got e news?

4Documentalisten

onmisbaar bijparlementaire enquêtes

8Peter

ontmoet

Fred

10de Stelling

12Geografische

Informatie Systemen

You've got e-news?

VPOD Nieuws is aan haar 9de jaargangbezig. En lijkt aardig op weg naar de tiener­jaren en een vroege volwassenheid. Wie hetvorige nummer nog eens goed bekijkt, moettoegeven dat er in die 9 jaren iets moois

gegroeid is. Het was een lastige bevalling ende eerste jaren was VPOD Nieuws eenkwakkelende peuter. Maar werkendewegkreeg de redactie steeds meer grip op hetproductieproces. Steeds vaker werd eengoed verenigingsblad gemaakt, professio­

neel, gevarieerd en leesbaar; dat daarmeeeen steeds belangrijkere plek in het VPOD­leven kreeg. Hoe sneu is het dan om te moe­

ten constateren dat het zo niet veel langerkan voortbestaan?

Destijds, in 1994, lag er een redelijk simpel maar gedegen

business plan. Een blad van 12 pagina's was te betalen uit de

inkomsten van vier advertentiepagina's, aangevuld met een

bescheiden bijdrage uit de verenigingskas. In 2003 is dat

niet veel anders, behalve dat er al enkele jaren veel te wei­

nig advertenties verkocht worden. Voel nog maar eens

goed, het blad dat je nu in handen hebt, heeft ca. € 4,5

gekost. Aan druk, papier, opmaak, enveloppe, porto. Helaas,

van die € 4,5 wordt nog geen € 2 gedekt door adverten­

tie-inkomsten. Om een financieel gezonde krant te maken,

moet ruim 50% van de inkomsten uit betaalde advertenties

komen. VPOD Nieuws wilde voor 90% dekking uit adver­

tenties, de rest kwam dan van het contributiegeld. Dat

business plan blijkt niet meer te werken.

De oplossing ligt voor de hand, het gedrukte blad omvor­

men naar een digitaal magazine, zodat je goedkoper kunt

werken. Een commissie van de VPOD is druk doende de

toekomst van VPOD Nieuws op dat spoor te krijgen. Er

zijn tal van voorbeelden van elektronische nieuwsbrieven

Peter Jonkman ontmoet Fred Nijo pagina 8

te vinden, dus zo'n digitale facelift moet best kunnen luk­

ken.

Veel lastiger is het om draagvlak te bouwen. Succes is niet

te garanderen. Tenzij er voldoende gemotiveerde leden zijn

om stukjes te schrijven, distributielijsten te actualiseren,

een website te vullen, banners te verkopen. Het bestuur

van de VPOD zal een stevige en gemotiveerde redactie

moeten neerzetten om website en e-zine tot een succes te

maken. Daar schuilt het verschil tussen succes en falen,

wacht er weer een moeilijke bevalling? Hoe het ook zij,

VPOD Nieuws is straks geschiedenis, Lang Leve VPOD E­

news. En die krantel1? Die zullen denken: "Hadden wij het

maar zo makkelijk." Wil Roestenburg

Jalema is al meer dan vijftig jaar gespecialiseerdin opbergen en terugvinden van informatie. Metefficiënte, tijd- en ruimtebesparende archief­systemen voor fysieke (papieren) documentenén met innovafieve oplossingen voor het beherenen beheersen van elektronische informatie.

De vier Jalema pijlers voor effectiefinformatiebeheer

• Oplossingen voor het fysieke archiefTijd- en ruimte besparende laterale archief­systemen, mappen, kleurcodering en handigeaccessoires.

• Oplossingen voor het elektronisch archiefJIM (Jalema Information Manager)-softwarevoor inzicht en overzicht van alle informatie(in- en extern, fysiek en digitaal) binnen uworganisatie.

• Hoogwaardig extern archief beheerJ-F-M (Jalema File Management): zwaar bevei­ligd pand voor beheer van grote aantallen dos­siers. Supersnelle Scanning-on-Demand facili­teiten.

• Informalion ConsultancyJalema's Informatie Adviseurs staan tot uwbeschikking voor een vrijblijvende inventarisatieen oplossingen op maat.

Bel, schrijf, fax of mail voor onze brochures ofom een vrijblijvende afspraak te maken met onzeInformatie Adviseurs. Uwordt er wijzer van.

NMSNational Multiple Services BV

Microfilm en randapparatuurOp het gebied van Microfilm was het vaak moeilijk omeen goed adres te vinden waar je terecht kon voor een

- compleet servicepakket. Service, van verkoop tot verhuur,voor onderhoud en snelle goede oplossingen vanstoringen en mankementen. De levering van toebehorenen randapparatuur, de deskundige problemsolver hele­

maal thuis in uw vak. V90r al deze items en een uitgebreide extra service vooralle andere kantoormachines, toners en benodigdheden, is er maar een ding omte onthouden.... CNMS Canon servicedealer en leverancier anOfl

Wateringweg 52 - 2031 El Haarlem Postbus 6124 - 2001 He HaarlemTel. 023 - 532 62 28 - fax. 023 - 542 72 37

WWW.NMS.NLe-mail: [email protected]

JInternationaL issues'op de SLA conferentie

Naar goed gebruik verzorgt de News

Division (DNWS), onderdeel van de Special

Libraries Association, een eigen programma

tijdens de jaarlijkse conferentie. Zo ook dit

jaar in NewYork. Woensdag II juni stond de

conferentie grotendeels in het teken van

'international issues'. En dus kreeg ik van

DNWS - chair-elect Linda Henderson de

vraag of ik als voorzitter van het IRe

(International Relations Committee) wilde

optreden als moderator voor de sessie

Global Issues. Gelukkig vond ik twee kom­

panen in de personen van Laura Soto-Barra

en onze eigen Daan Boom, die toch al aan­

wezig was voor een workshop over kennis­

management.

Laura hield een zinderend verhaal over het kranten bedrijf

Granasa in Ecuador, waar de nieuws researchers letterlijk

hun eigen bronnen moeten bouwen. Het bedrijf geeft twee

kranten uit, het kwalitatief hoogstaande Diario Expreso

(dat al vele jaren verlies draait) en het erg populaire en

winstenmakende Diario Extra. Extra trekt vele lezers met

gratis loterijen. voorpagina's vol schokkende foto's en

uiteraard veel sex. En het Internet is met 3% Spaanse con­

tent ook maar een beperkte bron. Ze moeten de gegevens

dan ook op een heel andere manier boven water krijgen

dan wij gewend zijn en vervullen meestentijds de rol van

feitenverzamelaars, waarmee zij een wezenlijke kwaliteits­

impuis voor de krant Expreso leveren. Dat doen ze in de

vorm van dagelijkse graphics en fact files, met in eigen

beheer ontwikkelde statistische databanken. Als een intern

persbureau dragen zij nieuws aan, monitoren alle radio- en

televisie-uitzendingen en verspreiden twee maal per dag

een interne elektronische nieuwsbrief. 'EI Mensajero'.

Daan Boom was gevraagd aan te geven wat kennismanage­

ment vermag, hoe een journalistieke omgeving daarvan kan

profiteren en hoe een global player als KPMG omgaat met

nieuwscontent. Een boeiend verhaal over de ontwikkeling

van de informatievoorziening binnen KPMG, waar de bibli­

otheek uitgroeide tot een wereldwijd intranet, KWORLD.

Dit bevat vele bronnen (ook heel veel mediacontent) en

toepassingen voor gebruikersgroepen op alle niveaus in het

bedrijf. De KPMG kennismanagers ontwikkelden een nieuw

governancemodel voor het beheer en gebruik van informa-

tie en welbeschouwd is KWORLD nu één grote "digitale

bibliotheek" geworden, die wereldwijd bereikbaar is. Een

heel wat luxere situatie dan in Ecuador de praktijk is.

Mijn bijdrage ging over een typisch Europees probleem.

namelijk "veeltaligheid". De meer dan twintig hoofdtalen

maken het zoeken in Europese bronnen er niet eenvoudi­

ger op.Twintig jaar geleden was het nog simpel. We

gebruikten vooral de eigen archieven in de eigen taal. Een

enkel buitenlands stukje kwam gewoon bij het desbe­

treffende onderwerp in hetzelfde mapje met dezelfde code

of dossiernaam . Met de komst van databanken als FT

Profile en later LexisNexis werd het Engelstalige aanbod

overweldigend. De beginjaren van Internet deden daar nog

een schep bovenop. Maar waar zo'n vijf jaar geleden het

totale digitale aanbod nog voor meer dan 80 procent

Engelstalig was, zie je nu een relatief snelle afname en vor­

men de vreemde talen een steeds groter aandeel; het

vreemdtalige informatieaanbod neemt in een hoog tempo

de leiding over.

Ik wierp vooral vragen op. ondersteund met wat cijfers.

Dagelijks komen er- 275.000 internetgebruikers bij, 80%

daarvan heeft nooit Engels geleerd. De online population is

voor bijna 65% niet-Engels (maart 2003), vijf jaar geleden

was dat slechts 43%.Volgens eMarketer is nu meer dan 32%

van het web niet-Engels. Met websites die morgen relevant

kunnen zijn, of het nu gaat om Tikrit of Bhopal of Bali.

Vooral in Azië (geen wonder natuurlijk) en Europa wordt

veel onderzoek gedaan naar multilingual indexing and

retrieval, maar ook in de VS is veel aandacht voor compu­

terlinguïstiek, vooral het Arabisch is hot. Het Delftse Irion

heeft op Internet een speeltje staan met newsalloverthe­

word.nl, een site die een zoekvraag in een semantisch net­

werk "vertaalt" naar diverse andere talen en antwoorden

levert uit diverse taalgebieden. En het erg Amerikaanse

Seybold wijdde in juni 2002 een rapport over Language

technology and informationmanagement.

Taal wordt, nee was en is een internationaal probleem. Nu

in cyberworld en een 24/7 economie oude problemen als

afstand en tijd geen rol meer spelen, is taal de grootste en

misschien wel laatste barrière. Met slimme indextechnie­

ken en retrievalsystemen en met het massieve onderzoek

naar adequate vertaalsoftware ligt daar een prima kans

voor onze professie. Nog even en de helft van Internet is

onbegrijpelijk, tenzij slimme tooitjes je helpen bij het zoe­

ken, want: "Fahrrad =fiets =bicyclette =bicycle = ?? ...."

Wil Roestenburg PCM I&D

VPOD 93/03

Documentalistenparlementaire

Parlementaire enquêtes lijken ineens heel normaal.Waar de Kamer dit controlemiddel vroeger zelden

gebruikte, zijn ze nu eerder gewoonte dan uitzondering. De enquêtes naar de Bouwnijverheid en

Srebrenica zijn nog maar net afgerond of er wordt alweer gestart met een nieuw onderzoek rond

Infrastructuurprojecten zoals bijvoorbeeld de Betuwelijn. De controlerende functie wordt belangrijker

voor de Kamer. Omdat een parlementaire enquête de waarheid boven tafel wil halen is gedegen

onderzoek zeer belangrijk. En waar onderzoek gedaan wordt is de hulp van een documentalist onmis­

baar. Omdat wij heel benieuwd waren naar de taak van een documentalist bij zo'n belangrijk onder­

zoek, gingen we langs bij de Tweede Kamer en spraken daar met drie documentalisten.

De afdeling documentatie van de

Tweede Kamer is in 200 I na een

reorganisatie ingrijpend veranderd.

De aparte afdelingen parlementaire

documentatie, bibliotheek en persdo­

cumentatie zijn omgevormd tot één

geheel. De nieuwe afdeling heet

Dienst Informatievoorziening (DIV)

en bestaat uit drie onderdelen:

Centraal Informatiepunt,

Documentatie en Research, en

Bedrijfsbeheer en Archief. In de nieu­

we opzet vormt het Centraal

Informatiepunt de frontoffice en de

afdeling Documentatie en Research

de backoffice. Deze laatste is ver­

deeld over vijf beleidsclusters waar­

onder Ruimtelijk Beleid en

Internationaal Beleid. Naast het mee­

draaien van baliediensten, beant­

woordt deze afdeling tweedelijns vra­

gen, selecteert en ontsluit het infor­

matiemateriaal in elektronische

bestanden en verzorgt het intranet­

pagina's. Er werken in totaal zo'n

zeventig mensen bij de DIY.

In het afgelopen jaar zijn er twee par-

lementaire enquêtes geweest:

Bouwnijverheid en Srebrenica.

Monique van Oostwaard werkt bij

Documentatie en Research en haar

specialiteit is Internationaal Beleid.

Ze was als documentalist betrokken

bij de enquête naar de Bijlmerramp

en werd mede daarom gevraagd voor

de enquête naar Srebrenica. Daarbij

werkt ze nauw samen met Michiel

Niemeijer, die gewoonlijk werkzaam

is bij het Centraallnformatiepunt .

Peter van Goch van Documentatie en

Research, werd met een collega toe­

gevoegd aan de enquête

Bouwnijverheid. Hij heeft de speciali­

satie Ruimtelijk Beleid en beiden

hebben al ruime ervaring opgedaan

bij het werk voor de Tijdelijke

Commissie Besluitvorming

Uitzendingen (TCBU), de voorloper

van de Srebrenica-enquête.

Als er tot een parlementaire enquête

wordt besloten wordt als eerste een

griffier benoemd. Deze is verant­

woordelijk voor de gang van zaken en

de administratie van de hele opera­

tie. De griffier formeert vervolgens

een staf. Die bestaat uit één of meer

onderzoekers, waaronder vakspecia­

listen. Het aantal onderzoekers kan

trouwens enorm verschillen. Zo lag

dit aantal bij de Bouwnijverheid fors

hoger dan bij de Srebrenica-enquête.

Verder horen nog een secretaresse

en twee documentalisten tot de staf.

Bij de DIV wordt gekeken welke

documentalist de enquête wil gaan

doen en dan gaat het snel van start.

"Het is letterlijk zo, dat je 's ochtends

nog nietsvermoedend naar je werk

gaat en 's middags al volop in de

enquête zit en je al je andere werk

moet laten vallen", vertelt Monique.

"Van het een op het andere moment

is je oude situatie even helemaal

doorgesneden. Je gaat dan daadwer­

kelijk naar een andere ruimte waar je

met de rest van de staf en het onder­

zoeksteam de enquête voorbereid.

De eerste keer weet je niet zo goed

wat er van je verwacht wordt, maar

in de loop van de tijd bouw je exper­

tise op". Inmiddels is er door de

documentalisten een draaiboek

opgesteld naar aanleiding van eerde­

re enquête-ervaringen.

Het vooronderzoek

De eerste taken van de documenta­

list zijn het aanleggen van een kleine

collectie naslagwerken en het verza­

melen van alles wat al over het

betreffende onderwerp (in de media)

is verschenen.

Bij Srebrenica behoorde daar ook

een behoorlijk aantal boeken bij.

De volgende stap is het aanleggen

van biografische mappen van perso­

nen die waarschijnlijk verhoord gaan

worden. In zo'n map kunnen kamer­

stukken zitten, maar ook interviews

en andere artikelen. Het aantal map­

pen kan nogal oplopen. Zo zijn bij de

Bijlmer-enquête negentig getuigen

gehoord. De informatie komt uit

bronnen als het eigen elektronisch

onmisbaar bijenquêtes

systeem, Factlane, LexisNexis, inter­

net etc. Voor de Srebrenica-enquête

werden alle kamerstukken van 1991

tot 2002 geïnventariseerd. Dit was

voornamelijk een taak van Michiel:

"De stukken werden ontsloten door

middel van annotaties in Word en

vervolgens in jaarmappen gebun­

deld".

Er is een groot verschil tussen de

enquêtes wat het verzamelen van

materiaal betreft. De Srebrenica­

enquête bijvoorbeeld was voor een

groot gedeelte op het NIOD-rapport

gebaseerd. Tegen de tijd dat het rap­

port uitkwam was het onderwerp al

acht jaar in het nieuws geweest en

was er al zeer veel onderzoek ver­

richt naar het drama van Srebrenica.

Daardoor was er dus al heel wat

materiaal voorhanden dat meteen

vergaard kon worden. Bij de enquête

naar de Bouwnijverheid daarentegen

was er praktisch niets bekend. En bij

de TCBU moest het onderzoeksar­

chief helemaal worden opgebouwd,

waardoor er veel meer achter rele­

vante (primaire) documenten bij bij­

voorbeeld de betrokken ministeries

moest worden aangegaan. Peter:

"Daar hebben we in totaal wel 300

meter archief doorgeploegd".

De verhoren

Nadat er besloten is wie er mogelijk

verhoord zal worden door de

enquêtecommissie worden de per­

soonsdossiers van de desbetreffende

personen up-to-date gehouden. De

leden van de commissie die de open­

bare verhoren afnemen moeten

steeds worden voorzien van een

actueel aangevuld mapje. Zo was het

derhalve een taak van de documenta-

listen om de voorzitter en de vijf

commissieleden van de Srebrenica­

enquête een bijgewerkt mapje te

geven voordat het desbetreffende

verhoor begon. Monique: "Dit zorgde

voor veel hectiek, want iedereen

moest hetzelfde mapje met de goede

en accurate inhoud hebben. Bij wijze

van spreken moest het de avond

voor het verhoor thuis aan de voor­

deur bezorgd!".

Verder wordt er elke dag een reader

gemaakt met actueel nieuws uit

onder andere dag- en weekbladen en

van internet, bijvoorbeeld met com­

mentaren op het NIOD-rapport. En

zo verzorgden de documentalisten

tijdens het bouwnijverheid-onder­

zoek dagelijks de "Bouwbode" met

nieuwsberichten over de commissie.

Bij de RVD worden de relevante

radio- en televisieuitzendingen opge­

vraagd waarvan een audio-archief

wordt aangelegd. Het volgen van de

actualiteit is de belangrijkste taak van

de documentalisten tijdens de verho­

ren.

Het onderzoeksrapport

Als alle verhoren achter de rug zijn,

wordt het onderzoeksrapport

geschreven.

Als het concept-rapport klaar is,

begint voor de documentalisten een

volgende taak: zorgen dat de bron­

nenlijst bij het rapport gemaakt

wordt en compleet is. Ook verzorgen

zij een afkortingenlijst en voetnoten.

Als het rapport uiteindelijk naar de

uitgever SDU gaat, moet er nog een

correctie plaatsvinden. Ook daar

doen de documentalisten aan mee.

Zij zorgen ervoor dat er in het rap­

port een eenheid in stijl is. Verder

wordt er gelet op spellingsfouten en

punten en komma's. Dit alles gaat

onder een behoorlijke tijdsdruk en

voor de documentalisten is het een

hectische periode. "Als daarna de

commissie wordt ontbonden en de

stofwolken zijn neergedaald val je in

een behoorlijk gat", aldus Monique.

"De hele tijdsdruk is er af en er hoeft

alleen nog aan het archief gewerkt te

worden".

Debat

Als het rapport eenmaal is gedrukt

dan is het alleen nog wachten op het

debat. Dat liet bij de Srebrenica­

enquête echter behoorlijk lang op

zich wachten. Het werd in juni 2003

gehouden terwijl het onderzoek al in

- januari 2003 was afgerond. Voor de

documentalisten rest dan nog één

taak en dat is aan het archief werken.

Wat moet er bewaard blijven en wat

kan weggedaan worden? Sommige

stukken zijn vertrouwelijk: die gaan

naar de kluis. Het materiaal wordt in

dozen bewaard met lijsten van de

inhoud en vervolgens naar het archief

gebracht. Tijdens het debat is er één

archivaris stand-by om zonodig nog

materiaal naar boven halen. Bij de

enquête naar de Bouwnijverheid

lagen de spullen nog niet opgeslagen

tijdens het debat en vervulden de

documentalisten de taak om informa­

tie aan te dragen waar dat nodig was.

Om niet elke keer weer opnieuw het

wiel uit te moeten vinden, bewaren

de documentalisten nu een kist met

daarin handige zaken zoals oude

enquêterapporten, naslagwerken ete.

Een soort collectief geheugen. Klaar

voor de volgende enquête.

Ervaringen

Alle drie vonden ze het een verrij­

kende ervaring om aan een enquête

mee te werken. Michiel: "Het ver­

ruimt je blik door de hele andere

manier van werken. Ook is het leuke

dat je veel mensen in de organisatie

leert kennen. Eigenlijk zou het een

verplicht nummer moeten zijn voor

elke documentalist hier, omdat duide­

lijk wordt hoe de politiek en de

Kamer werken. Zo zie je beter waar­

voor je je werk eigenlijk doet".

Peter: "Je moet wel enige affiniteit

met het onderwerp hebben want je

bent daar toch zo'n acht maanden

mee bezig. Het duurde best even

voordat de wereld van de bouwnij­

verheid voor mij begon te leven".

"Het teamgevoel is bijzonder belang­

rijk", vult Monique aan. "Dit groeit

gaande de enquête. Er wordt van

iedereen verwacht dat ze zich flexi­

bel opstellen, dus als documentalist

moet je wel eens de telefoon opne­

men, koffie zetten of secretariële

werkzaamheden uitvoeren. Het is wel

belangrijk om meteen uit te dragen

dat je daar zit op grond van je eigen

expertise. Zo wordt er meteen dui­

delijkheid geschapen over wat je

doet. Zeker voor onderzoekers die

van buiten de Tweede Kamer kwa­

men was dat nodig. Die moesten aan­

vankelijk erg wennen aan het ver­

schijnsel documentalist, maar ervoe­

ren het later als erg handig".

De deelname van documentalisten

aan de enquêtes heeft als extra voor-

Van links naar rechts Peter van Goch,

Monique van Oostwaard en Michiel

Niemeijer

deel dat de taak van documentatie in

het algemeen belangrijker is gewor­

den. Monique: "Documentatie staat

duidelijk meer op de kaart binnen de

organisatie" .

AI met al zouden ze de ervaringen

niet willen missen. Alleen Peter zou

zich op korte termijn even niet meer

willen aanbieden: "Je houdt tijdens de

enquête weinig tijd over voor een

privé-leven. Zelfs de vakantieperio­

des schieten erbij in of moeten col­

lectief worden afgesproken. de hele

staf is dan bijvoorbeeld twee weken

vrij".

Maar mocht er ooit weer een enquê­

te komen, dan is er in ieder geval een

vaste ruimte compleet met draaiboe­

ken en naslagwerken. Deze aparte

ruimte met faciliteiten wordt op dit

moment ingericht. Er zijn inmiddels

voldoende ervaren documentalisten

die de volgende commissie met ple­

zier op weg kan helpen'

Marian Ho/thuis

Simone Post

RMC Najaarsevenement 2003De manier waarop wij in organisaties en als klanten van

organisaties met documenten omgaan verandert.

Digitalisering van processen staat daarbij centraal. Dit heeft

grote gevolgen voor de mens als medewerker. De RMC zal

op 29 oktober in haar Najaarsevenement 2003 in Media

Plaza, Utrecht daarom de menselijke factor in de schijn­

werpers zetten.

Het onderwerp van het RMC Najaarsevenement 2003 is

'Records Management is People Management'; dit zal vanaf

zeer uiteenlopende invalshoeken worden belicht. Met

diverse sprekers zoals onder ander Peter Welling ,plaats­

vervangend Secretaris-Generaal van het ministerie van

VROM en professor Jeroen van den Hoven, leerstoel ethiek

en ICT aan de Erasmus Universiteit

Dit congres is bestemd voor leden van de vereniging RMC

en niet-leden, zowel gebruikers en beïnvloeders als beslis­

sers uit verschillende disciplines (P&O, I&A, DIV, lijnma­

nagement). U kunt zich via de website aanmelden voor het

congres. Leden van de Vereniging RMC mogen kosteloos

deelnemen aan dit evenement. Niet-leden betalen € 350,­

www.RMConventie.nl.

NVBOp 3 November organiseert de NVB zijn jaarcongres in de

Reehorst in Ede.

Het Thema zal zijn: Bridges over troubled waters: informa­

tieprofessionals in de branding.

Zitten we met onze professie een beetje in het nauw? Zo

te zien wel. En hoe komen we eruit, kunnen we overleven?

Ja zeker. Door verder gaande professionalisering, door ons­

zelf beter te verkopen en te positioneren, door ons onmis­baar te maken door het ontwikkelen en aanbieden vansteeds nieuwe innovatieve producten en diensten. Hoe en

wat dan precies? Wie het weet mag het zeggen. Wij, maar

ook de politiek.Veriangt de politiek dat de sector zelf over­

al oplossingen voor vindt? Of denkt ze mee, geeft ze steun.

De plenaire aftrap zal hopelijk waarschijnlijk worden door

Jeltje van Nieuwenhoven. We willen het "Haags Beleid"

horen spreken, immers, daar belijdt men met de mond dat

Nederland zich moet omvormen tot kenniseconomie, ter­

wijl het bezuinigingen regent, bibliotheken en informatie­

centra bij bosjes sneuvelen. Vervolgens zullen in ca 5 paral­

lelsessies vanuit de diverse NVB-sectoren de spotlights

gericht worden op een aantal hot items, die bedreigend dan

wel uitdagend of beide zijn.

Prijs (incl. deelname aan de gehele congresdag) voor NVB­

leden € 125, voor niet NVB-Ieden € 250 ; deelnemers

maximaal 30

Congrestarief

Leden van de NVB betalen € 30,-; niet-leden € 90,-.

Speciaal studententarief € 15,-

Aanmelden via http://www.nvb-online.nl/

VPOD 9 3/03

r

Peter ontmoet Fred

Het is een heerlijke nazomer. Op een ter­

rasje ontmoeten wij elkaar. Fred Njio en ik.Twee oude documentalisten in de aangena­me nazomer van hun werkzame leven. Wekennen elkaar al sinds ettelijke decennia enhebben een bijkans gelijke loopbaan gehad.Beide aan de universiteit geroken, beide viaeen werkstudentschap in de perswereld

gerold. Fred bij het Algemeen Handelsbladen ik bij Het Parool. Twee titels in hetmedialand dat toen nog 56 kranten teldemet 98 titels en 283 edities. In de jarenzestig ging Fred naar de NOS en ik naar de

Haagsche Courant. Automatisch gaan onzegedachten naar vroeger: Wat zijn de ver­schillen tussen vroeger en nu? Fred denkt

na:

"Wat mij opvalt is het gebrek aan exacte cijfers en aan een

kritisch geluid. Een voorbeeld: wanneer er over ontlezing

van kranten wordt gesproken dan worden geen exacte cij­

fers genoemd. Zoek je het na dan blijkt dat de groei van de

bevolking de afgelopen veertig jaar percentueel gelijk is aan

de groei van de totale oplage van de Nederlandse kranten

in diezelfde periode. Alleen rond 1990 waren het topjaren.

Kijk ook eens naar de berichtgeving rond het

Schipholbeleid. Kritiekloos worden persberichten overge­

nomen. Kamerverslagen worden niet of uiterst summier

weergegeven. Daardoor komt alleen de oppositie aan het

woord. Men heeft geen tijd meer voor goed onderbouwde

artikelen."

"Hoe was de situatie toen jij begon als persdocu­mentalist?""Toen ik begon zat de documentalist in een morsig kamer­

tje. Vaak ergens in het gebouw weggestopt.

Kopieerapparaten bestonden er nog niet. Noch faxen om

maar niet te spreken van computers. Een schaar, een pot glu­

ton, een stapel plakvellen en wat mappen, dat waren de

werktuigen van de documentalist die vaak tegen heug en

meug met het karwei opgezadeld was. Alleen de eigen krant

werd verwerkt. Op een enkele uitzondering na had het

merendeel van de documentalisten geen goede opleiding of

scholing. De moord op Kennedy, maakte duidelijk dat de

beschikking over een goede documentatie geen luxe maar

een bittere noodzaak was wilde men een concurrerend pro­

duct kunnen afleveren."

"Hoe is daar volgens jou daar verandering in geko­men?"

"Er kwam een nieuwe generatie. Mensen die plezier hadden

in documenteren en die enigszins wetenschappelijk

geschoold waren. Zij hadden daardoor interesse in de ach­

tergronden van het documentatievak. Zij begonnen studie­

boeken en buitenlandse vaktijdschriften te lezen en con­

gressen te bezoeken. Zij hadden de durf iets nieuws op te

zetten, om een nieuw vak te creëren. Het niveau van de

persdocumentalisten steeg. Pas midden jaren zeventig wer­

den de eerste bibliotheek- en documentatieacademies

gesticht. Tegen 1980 verschenen de eerste geschoolde

HBO-ers op de documentatie afdelingen. Het werd toen

normaal dat Duitse, Engelse en ook Franse kranten en tijd­

schriften werden verwerkt. In het kader van de verdieping

van het vak was het een vanzelfsprekende stap om een eigen

vereniging te stichten. Het doel was om collega's van ande­

re documentatieafdelingen bekend te maken met de achter­

gronden van het documenteren en onderlinge contacten

mogelijk te maken."

"Was het niet logisch dat van het begin af aanmediadocum'entalisten samen zouden gaan wer­ken?"

"Er werd gepoogd om tot een vorm van samenwerking van

de omroepdocumentaties te komen. Omdat velen toch op

hun eigen identiteit bleven staan, strandde het plan al in een

vroeg stadium. Het ANP kwam met een plan om één cen­

trale documentatie op te richten. Dit plan was omslachtig en

niet reëel. De techniek was nog niet zo ver. Het primitieve

plan heeft veel schade aangericht omdat bij sommige docu­

mentatieafdelingen plannen tot modernisering geblokkeerd

werden onder het voorwendsel dat het ANP ooit met een

centraal documentatiesysteem zou komen. Dit systeem zou

afzonderlijke documentatieafdelingen overbodig maken."

"Wat was het gevolg van beter geschoolde persdo­cumentalisten?""Verschillende afdelingen veranderden in informatiecentra

met dossiers over onderwerpen, personen en bedrijven en

een bibliotheek met naslagwerken, brochures, rapporten,

jaarverslagen en staatsstukken. Men was fier op zijn vak en

op zijn verzamelingen."

"Schoot dit niet zijn doel voorbij?""Te weinig werd de vraag gesteld wat de redactie precies

wilde. Bovendien veranderde het getij. Het oude type direc­

teur, de echte courantier met zijn vakkunde en liefde voor

het product, verdween. De leiding kwam vaak in handen van

managers. Zoals ook bij andere aan de beurs genoteerde

ondernemingen werd alleen naar het rendement van de

investeringen gekeken. De beurskoers werd belangrijker dan

de kwaliteit van het product. Wanneer een documentalist

trots vermeldde dat hij alle vragen kon oplossen, was stee­

vast het commentaar: "dan wordt er te veel bewaard en is

er dus teveel personeel".

"Hebben wij niet doelbewust meegewerkt aan de

opheffing van het door ons gecreëerde beroep door

de automatisering te stimuleren?"

"De allereerste vorm van automatisering was de toepassing

van microfilm om de omvang van de verzamelingen in de

hand te kunnen houden. Wij droomden van de mogelijkheid

om alle informatie die wij willen hebben, op iedere plaats in

de oorspronkelijke vorm te kunnen oproepen.

Jaren geleden voorspelde men op een Duits congres dat de

functie van documentalist zou worden gesplitst in die van

archivaris/bibliothecaris, dwz de functionaris die het materi­

aal geschikt maakt voor de opslag en die van researcher die

zoekt in bestanden die door anderen zijn opgeslagen. Zo

verdween de allround documentalist die een vraagbaak was

voor de redactie, die meedacht en die nieuwe onderwerpen

aandroeg. Met de documentatieafdelingen "nieuwe stijl" zijn

veelal de bibliotheken en de rapporten-, jaarverslagen-, kaar­

ten- en brochureverzamelingen verdwenen. Door het alge­

mene misverstand dat iedere leek alles van het internet kan

plukken, hebben de artikelen steeds minder inhoud kregen.

De huidig gepubliceerde Interviews bestaan meestal uit een

monoloog van de geïnterviewde. De interviewer heeft zich

nog maar zelden voorbereid met kritische vragen. De pop­

ularisering is afschuwelijk. De artikelen vervlakken. Het

besef dat een krant voor alles om zijn kwaliteit gelezen

wordt maar al te vaak vergeten. Onze grote vergissing was

om de automatisering primair te stellen. Automatisering kan

niet alles. Het is een hulpmiddel. Veel documentalisten heb­

ben hun eisen niet duidelijk geponeerd en zijn overruled

door ICT-ers."

"Wat is jouw visie over de toekomst van de persdo­

cumentatie?"

"Informatie moet gestructureerd worden wil het rendement

op leveren. De documentalist moet meer bij de voorberei­

dende werkzaamheden betrokken worden. Zelfstandig nieu­

we onderwerpen analyseren, het materiaal bewerken. Hij

moet lef hebben om iets zelf te doen. Lef en durf. En geen

zelfbeklag." "Bedankt Fred. Nog een koffie?" (P))

Van het bestuur...~ ~~~&

Seniorbijeenkomst 2003: Deze bijeenkomst voor eind­

verantwoordelijken en leidinggevenden staat dit najaar

gepland voor donderdag 27 november bij de

Avro/Kro/Ncrv. Als thema is gekozen "Toekomstvisie

met betrekking tot vak en vereniging". Nadere infor­

matie volgt zo spoedig mogelijk.

Algemene ledenvergadering 2004 & Peter Jonkman

Prijs 2004: Voor de Algemene Ledenvergadering van vol­

gend jaar, donderdag 13 mei 2004, staat de uitreiking van

de Peter Jonkman Prijs weer op het programma. Scripties,

afstudeeropdrachten, projecten ete. met als onderwerp ons

vak van pers- en omroepdocumentatie kunnen meedingen

naar deze prestigieuze prijs. Omtrent deze prijs volgt bin­

nenkort schriftelijk nog nadere informatie.

VPOD Nieuws: Het besluit is dan toch definitief! Gezien

de hoge kosten voor het viermaal jaarlijks uitbrengen van

ons prachtige vakblad VPOD Nieuws, heeft het bestuur

besloten dat er vanaf I januari 2004 geen VPOD Nieuws in

gedrukte vorm meer zal verschijnen. In het nieuwe jaar zuI­

len alle leden middels onze website www.vpod.nl en digita­

le nieuwsbrieven op de hoogte worden gehouden. Een pro­

jectgroep met leden uit bestuur, redactie en website is

momenteel druk doende om het e.e.a. in goede banen te

leiden.

Personalia

Met de verhuizing Van Het Parool op 12 juli verlieten

Tjerk Snoeren en GertJan Dikken hun baan bij PCM

Informatie & Documentatie en traden zij in dienst van Het

Parool.

Daan Boom vertrekt bij KPMG en start begin november

als Principal knowledge manager bij de Asian Development

Bank in Manilla. Opdracht is het kennismanagement binnen

en buiten deze ontwikkelingsbank vorm te geven. De ont­

wikkelingsbanken (Wereldbank e.a.) hebben een zeer ambi­

tieus meerjarenplan opgesteld waarin Kennismanagement

een belangrijke plaats heeft gekregen om de doelstellingen

(o.a. armoedebestrijding) te realiseren.

VPOD 9 3/03

s IIDe naamje afdeling is

That's what we do

De afdeling Archief & Documentatie (A&D) is binnen de

SBS-organisatie ondergebracht bij SBS Productions (v/h

Cameo Support), de eigen productiemaatschappij van SBS

Broadcasting (SBS 6, Net 5, V8/Yeronica).

De afdeling bestaat sinds 1996 en haar geschiedenis loopt

eigenlijk synchroon met het ontstaan van Hart van

Nederland en het SBS6 Nieuws

(nu: Stem van Nederland).

De naam A&D bestaat van meet af aan en dekt gewoon de

lading: that's what we do. Hoewel, voor Archief dien je te

lezen: beeldarchief.

Deze archiveringsfunctie is verreweg het belangrijkste. We

bewaren en ontsluiten veel ruw beeldmateriaal dat voor de

programma's die SBS Productions maakt wordt gedraaid

(o.a. de Stem van Nederland, Hart van Nederland en Show

van Nederland). Doel: hergebruik.

Een kijkje in de keuken:

Het ruwe cameramateriaal vormt de basis van ons beeld­

archief. Er wordt vaak langdurig gedraaid op locatie, terwijl

in een programma-item er maar een fractie wordt gebruikt.

Vaak doodzonde om de rest weg te gooien. Er zit heel vaak

materiaal tussen dat bij andere gelegenheden uitstekend

kan dienen om items mee "dicht te plakken".

Een voorbeeld: Groepen jongeren veroorzaken overlast op

het strand in Zandvoort. Voor een dergelijk programma­

item is het voldoende om snel de geijkte "quotes te halen"

bij de burgemeester, strandtenthouders en de politie­

woordvoerder en voor de rest gebruik te maken van

strandbeelden van Zandvoort die overvloedig aanwezig zijn

in het beeldarchief. Grote stappen, snel thuis. En de ver­

slaggever/cameraploeg kan dan die dag ook nog ergens

anders voor ingezet worden.

Activiteiten rondom het beeldarchief omvatten ca. 80 %

van het totale takenpakket van A&D, de overige 20%

Documentatiefunctie is daarmee niet onbelangrijk, maar

minder noodzakelijk voor het totale primaire proces.

Nieuwsprogramma's als Stem en Hart van NL hebben nu

eenmaal een andere insteek dan het NOS Journaal, RTL

Nieuws, NOVA en noem maar op. Er is minder research

noodzakelijk dan bij genoemde nieuwsrubrieken.

We hebben een beperkt, doch adequaat eigen elektronisch

knipselarchief.Voor alle andere documentaire vragen maakt

A&D gebruik van Lexis/Nexis en wat het internet ons te

bieden heeft.

Naslagwerken staan decentraal opgesteld op de diverse

redactievloeren of draaien centraal op het netwerk. A&D

doet wel het abonnementenbeheer hiervan. Ook voor de

kranten en tijdschriften.

Kortom: we zijn Archief & Documentatie en "doen" Archief

en Documentatie en kennen momenteel geen identiteits­

crisis waar de stelling -naar ik aanneem- toch op doelt.

De stelling gaat dan ook niet op binnen de SBS-organisatie.

Erik SteeghsHoofd Archief & DocumentatieSBS Productions

Het managers-mambo-jamboheeft duideLijk NIET zijn

vruchten afgeworpen

Net verhuist met Het 'nieuwe' Parool naar het oude Stork­

terrein en dan hangt er een redacteur van het VPOD­

Nieuws aan de lijn. Of ik een stukje kan schrijven over het

documentatiegevoel? Is de verhuizing aanleiding om de

'afdeling' anders te gaan noemen?

Nu is in deze economisch slechte tijden nog mooi dat je

een baan hebt dus wat dondert het hoe die afdeling nou

heet, denk ik in eerste instantie.

Ik graaf in mijn geheugen. Bij mijn eerste baan was ik

'archiefmedewerker'. Helemaal correct want het paste bij

het stoffige karakter van het bedrijf waar ik werkte.

Vervolgens werd ik als 'documentalist' aangenomen bij Het

Parool waar ik al snel tot 'databasemanager' werd gebom­

bardeerd. Toen kwam de zogenaamde synergie tussen de

verschillend PCM-titels en werd ik op de redactie van Het

Parool geplaatst op de 'satelliet-werkplek'. 'Redactie

Informatie Eenheid' was de naam van de afdeling waar ik

toen onder resideerde.

En nu 'run' ik, samen met mijn collega en chef Tjerk

Snoeren, sinds I augustus weer gewoon de afdeling 'docu-

[

Documentatie voorachterh aa Ld"

mentatie'. Hoewel 'afdeling' een groot woord is. Je moet er

toch van uit gaan dat je, vakantie en ziekte meegerekend,

toch zo'n drie maanden per jaar alleen zit.

En over een nieuwe naam voor de afdeling hebben we niet

eens nagedacht. En ik weet zeker dat de (hoofd)redactie

dat ook niet gedaan heeft. et managers-mambo-jambo

van de afgelopen jaren hee't duidelijk NIET zijn vruchten

afgeworpen.

Kennelijk vinden we het beiden ook niet belangrijk hoe we

genoemd worden. En er zijn nog elke dag mensen die naar

het 'archief' vragen. Voor hen is 'documentatie' al te

modern.

Belangrijker is dat je om je werk gewaardeerd wordt en

gelukkig is dat iedere dag het geval.

Gertjan Dikken

Documentalist

Het Parool

Verzonnen probLeem

'Het wordt al donker, mijn ogen zijn vermoeid en mijn duim

doet zeer', was een veelvoorkomende klacht van monniken

in de middeleeuwen, na een lange dag met een ganzenveer

teksten overschrijven. Zij waren de verre voorouders van

de hedendaagse documentalisten en eigenlijk zijn de klach­

ten niet eens zoveel veranderd: vierkanten ogen van te lang

naar een beeldscherm turen en RSI.

Hoe lang bestaan afdelingen documentatie? In ieder geval

zo lang als de schrijvende pers bestaat. Zolang er dag- en

weekbladen zijn geweest is er behoefte geweest om de

eigen producten te bewaren en te ordenen. En hadden

journalisten behoefte aan achtergrondinformatie over de

wereld en zijn randgebieden. Vooral dagbladen hadden

vroeger indrukwekkende afdelingen met knipsels over per­

sonen en onderwerpen. Tegenwoordig is dit allemaal per

computer bereikbaar.

Een documentalist bij de media verzamelt niet alleen, hij is

ook onderzoeker. Als een journalist over wat dan ook wil

schrijven zal er eerst bij de afdeling documentatie om ach­

tergrondinformatie gevraagd worden. Deze wordt niet

alleen gehaald uit het eigen archief, maar via de computer

ook elders. Vierkanten ogen krijg je ervan, en pijn in je

duim.

Maar is de naam 'afdeling documentatie' nu werkelijk ach­

terhaald door de computer zoals men beweert. Natuurlijk

kleeft aan deze benaming de geur van papier en dikke map­

pen onder het stof. Terwijl het echte werk toch vooral digi­

taal wordt gedaan. Maar het is kortzichtig om bij docu­

mentatie alleen maar te denken aan papier. Van Dale defi­

nieert documentatie als: 'het verschaffen van toe- of inlich­

tingen op grond van documenten of bewijsstukken'. Welke

vorm die documenten hebben doet er niet toe.

De term 'afdeling documentatie' vervangen is een verzon­

nen probleem, voortkomend uit de mentaliteit dat termen

sneller en interessanter moeten klinken. Sporen van die

geestesgesteldheid kan men zien op de site van het VPOD,

waar mensen zich 'informatie professional' noemen. Net

zoiets als een bedrijfsleider van een supermarkt die zich

'salesmanager' noemt. Het idee komt van mensen die den­

ken dat een documentalist een verstofte oudere man is die

gebogen van kast naar kast sloft. En omdat zij zich hierin

niet willen herkennen zoeken zij een andere benaming.

Ongetwijfeld willen zij de term 'afdeling documentatie'

opleuken, Engelstalig laten klinken. Want dat is pas interes­

sant.

Maar het is volstrekt overbodig. De term 'documentatie

afdeling' dekt precies de lading: A rose by any other name

is still a rose.

Mark van Dongen

Documentalist

De Groene Amsterdammer

Wil je nog op deze stelling reageren? Stuur dan een mailtje

naar: [email protected]

GIS-sen is weten ...

In augustus 1992 richt de orkaan Andrew in Zuid-Florida een

enorme schade aan. Bij de Miami Heraid wil men onderzoeken

hoe het kan dat zoveel huizen verwoest zijn, terwijl het gebied

de strengste bouweisen van het land kent. Journalist Steve Doig

verzamelt gegevens uit openbare databanken en zo'n 60.000 (!)

schaderapporten en voert ze in in een eigen database. Met zijn

team legt hij relaties tussen de baan van de orkaan en de aan­

gerichte schade. Deze gegevens projecteert hij op meteorologi­

sche en kadasterkaarten van het getroffen gebied, die in de

krant gepubliceerd worden. Uit nadere analyse van de kaarten

blijkt dat de windsnelheden geen directe relatie hebben met de

omvang van de schade, zoals voor de hand zou liggen. Het team

gaat op zoek naar een ander verband. Uiteindelijk 'matchen' ze

de omvang van de schade met het bouwjaar van de woningen.

Dat blijkt een gouden vondst. De kaart toont een heel duidelijk

patroon: recent gebouwde woningen zijn vaker ernstiger

beschadigd! AI snel weet Doig aan te tonen dat de bouwinspec­

tie onvoldoende toezicht heeft gehouden. Het team sleept in

1993 met dit sterke staaltje van computer assisted research en

reporting (CARR) de Pulitzer-prijs in de wacht.

Het was de eerste keer dat de jour­

nalistiek gebruik maakte van geogra­

fische informatie systemen (GIS). GIS

is software die het mogelijk maakt

om data met een geografische dimen­

sie. zoals postcodes of coördinaten.

uit databases of spreadsheets te

halen en ze af te beelden op een

kaart. Er wordt in dit verband wel

gesproken van 'nieuwscartografie',

het op een kaart afbeelden van

'nieuws' in plaats van het verwoor­

den ervan.

De journalistiek van de gedrukte

media, kranten en tijdschriften, had

voor de digitale revolutie weinig tot

niets te maken met de journalistieke

wereld van de televisie. De digitalise­

ring van informatie heeft ertoe geleid

dat de oude scheiding tussen de ver­

schillende media aan het verdwijnen

zijn. Op een website of cd-rom

komen beeld, geluid en tekst samen.

Deze multimediale benadering zorgt

ervoor dat de vraag naar beelden bij

teksten alsmaar groeit. Voor journa­

listen betekent het dat ze niet alleen

een bericht moeten kunnen schrij­

ven, maar daar ook een stukje video

bij moeten kunnen monteren of: een

kaartje maken. In deze tijd, waarin

mensen steeds meer visueel zijn

ingesteld geldt meer dan ooit: "The

medium is the message" (McLuhan).

Maar GIS is meer dan een techniek

om infographics te maken. De meer­

waarde van GIS is dat je het in kunt

zetten om gegevens te analyseren.

GIS-software biedt de mogelijkheid

om relatief eenvoudig allerlei verban­

den tussen gegevens te leggen en die

zichtbaar te maken op een digitale

kaart. Het voordeel hiervan is dat je

in een oogopslag patronen kunt ont­

dekken en verbanden kunt aantonen,

die met andere analysetechnieken in

spreadsheets en databases verborgen

blijven. 'GIS-sen is weten!'.

Hoe werkt dat nu, zo'n GIS-program-

ma! Een voorbeeld. Op de site van de

Staatscourant zijn (gratis) gegevens

beschikbaar over de burgemeesters

van alle gemeenten in Nederland: in

welke gemeente werken ze, is het

een man of een vrouwen van welke

politieke partij zijn ze. Deze data kun

je overbrengen naar je eigen

(Access-)database. Om een database

'leeg te zuigen' zijn overigens handige

'tools' op de markt. Deze Access­

database maak je vervolgens toegan­

kelijk binnen de aangekochte GIS­

software, voor een paar duizend euro

te verkrijgen bij de leveranciers

Mapinfo en Esri. Ook schaf je een

digitale kaart van Nederland aan,

waarop alle gemeenten zijn ingete­

kend. Dergelijke kaarten zijn te koop

bij de Topografische Dienst

Nederland. Binnen de GIS-software

bepaal je een sleutelveld (in dit geval

gemeente). op basis waarvan je de

data afkomstig van de Staatscourant

koppelt met de data van de digitale

kaart (in feite ook een database).

Vervolgens bepaal je het op de kaart

te tonen gegeven: de politieke partij.

Alle politieke partijen geef je een

eigen kleurtje. Met een druk op de

knop toont de GIS-software nu een

ingevulde kaart van Nederland en zie

je in een oogopslag hoe de verdeling

van de bu rgemeesterschappen is

over de verschillende partijen en

welke politieke "kleur" bepaalde

regio's hebben. Dit is natuurlijk aar­

dig om een keer in kaart te brengen.

maar het eigenlijke journalistieke

werk begint nu pas. Uit de kaart blijkt

bijvoorbeeld dat een bepaalde poli­

tieke partij maar een burgemeester

levert. De journalist zou nu contact

kunnen opnemen met deze burge­

meester voor een interview. Hij zou

ook verdere analyses kunnen doen:

hoe zit het met de man/vrouw verde­

ling over de verschillende partijen en

Verschuiving van het politieke londschop in een oogopslag.

regio s, welke burgemeesters zijn

gekozen en welke benoemd. Mogelijk

is er sprake van (onverwachte) ver­

banden die de moeite waard zijn om

nader onderzocht te worden.

Een andere toepassing is de rampen­

bestrijding. Voor lokale zenders

(tevens de rampenzenders) is het

essentieel om over precies dezelfde

gegevens te beschikken als de hulp­

verleningsdiensten, zodat ze de

bevolking adequaat kunnen informe­

ren. Dit is mogelijk als brandweer,

gemeente, politie en journalisten het­

zelfde GIS-systeem delen.

GIS-software werd al langer gebruikt

in de industrie en bij de overheid en

in mindere mate in het bedrijfsleven,

en in het laatste decennium is het

gebruik ervan in Amerikaanse 'news­

rooms' ook gemeengoed geworden.

In Europa komt het echter moeiza­

mer van de grond. Dit heeft ermee te

@ 2Q03 ESRI N&ó&(land BJ'. / Topogr.aIJ8ctwI DIE-nst. Emmên

~ --,~--~

maken dat de data, benodigd voor

GIS-analyses, hier veel moeilijker

toegankelijk zijn. In Amerika is over­

heidsinformatie veelal vrij toeganke­

lijk via de zogenaamde 'public

records'. Ook stelt de Amerikaanse

overheid de data van de tienjaarlijkse

volkstelling (censusdata) sinds 2000

gratis ter beschikking. In Nederland

is het vaak nog moeilijk om aan data

te komen. In de Verenigde Staten is

'crime mapping' bijvoorbeeld heel

gewoon: je brengt in kaart in welke

wijken wat voor soort delicten voor­

komen om zo de 'hotspots' te signa­

leren. Maar dergelijke data worden, al

zijn ze geanonimiseerd, niet door de

Nederlandse politie vrijgegeven.

De verwerving van geografische data

(de kaarten) levert overigens ook

problemen op. Door de privatisering

van overheidsdiensten vragen de

belangrijkste leveranciers van

geografische gegevens, het Kadaster

10 ..'ergeliJkbate patcenhg€l:o Ii.,,,.i·Q44UI·I§HJ.I"" gL_w~~_ ~~-=-

en de Topografische Dienst Neder­

land marktconforme prijzen voor

hun waar. Het gevolg is dat er ook

binnen de overheid vaak met verou­

derde geodata gewerkt wordt. Het

leidt ook tot dubbel werk, want in de

praktijk gaan instellingen die de data

niet kunnen verwerven, zelf aan de

slag om deze in te winnen en te ver­

werken. Voor het bedrijfsleven bete­

kent dit dat het veel geld en moeite

kost om aan recente gegevens te

komen: een gemiddelde kaart van

Nederland en wat basisdata kost zo'n

500 euro. Het beter beschikbaar

komen van dergelijke overheidsinfor­

matie is een voorwaarde om GIS op

grote schaal in Nederland te doen

slagen. Hoewel de overheid al jaren

aanstuurt op de invoering van 'het

digitale loket', laten de websites van

bijvoorbeeld gemeenten nog steeds

enorme verschillen zien. De meeste

bieden weinig bruikbare gegevens,

een paar uitgezonderd.

Ondanks deze belemmeringen, wordt

GIS sinds halverwege de jaren negen­

tig ook in Nederland bij verschillende

media toegepast. Dick van Eijk van

NRC Handelsblad was in Nederland

de eerste die grootschalig van de

GIS-techniek gebruik maakte voor

zijn journalistieke bijdragen over

buurten en wijken in Nederlandse

steden. Hij gebruikte databases met

gegevens over de inkomensverdeling

in 2049 buurten in Nederlandse ste­

den. Het achterhalen van dit materi­

aal was niet eenvoudig: het is bijvoor­

beeld niet zomaar te downloaden bij

het CBS. Hij toonde met zijn onder­

zoek aan dat de achterstandsbuurten

niet alleen in het westen lagen, zoals

iedereen toen dacht, maar dat in het

oosten van het land de achterstand

over het algemeen nog groter was. In

de krant is vervolgens een serie

. t ••

mooie artikelen over deze wijken

verschenen.

Alleen bij de NRC is GIS echt geïnte­

greerd in de dagelijkse nieuwspro­

ductie. Ook bij het Algemeen

Dagblad (misdaadatlas), het Dagblad

van het Noorden en Utrechts

Nieuwsblad wordt GIS gebruikt,

maar alleen door de infographics­

redactie - los van de schrijvende

redactie. Bij De Limburger hebben de

persdocumentalisten onlangs in een

in-company training van Forum voor

het eerst met GIS kennis kunnen

maken. Researcher Peter de Vreede:

"Wij draaien hier dagelijks mee op de

redactie en daar experimenteren we

op dit moment met de software.

Onze ervaring is dat het de interpre­

tatie van statistische informatie een

stuk makkelijker maakt. We hebben

overigens ook onlangs een eendags­

opleiding bij het Kadaster gevolgd."

Wat de omroepen betreft, hebben

NOVA en NOS Online vorig jaar

voor het eerst van GIS gebruik

gemaakt: de verkiezingsuitslagen van

mei 2002 werden op kaarten in beeld

gebracht. Op de website "Nederland

kiest" kon de politieke aardverschui­

ving via een kaart op gemeenteniveau

worden gevolgd. Sietske van

Weerden, redactiechef van NOS

Online is enthousiast. "Omdat nie­

mand nog met GIS kon werken is het

geheel uitbesteed aan een van de

leveranciers van GIS-software, ESRI.

Dit is goed bevallen." Deze samen­

werking was echter gebonden aan

een project. Liever zou ze zien dat

een GIS-systeem permanent tot hun

beschikking zou staan, bijvoorbeeld

op een omroepbrede researchredac­

tie. "De actualiteitenrubrieken van de

verschillende omroepen zouden de

kosten voor een GIS (en de benodig­

de specialisten) dan kunnen delen."

Ze zou zich goed kunnen voorstellen

dat persdocumentalisten aan zo'n

redactie toegevoegd worden en dat

deze zich verder in de techniek van

GIS verdiepen. Het NOS Journaal is

door ESRI ondersteund bij de 'cover­

age' van de oorlog in Iraq, de MKZ

crisis, het rapport Oosting en

Srebrenica. Voor Zembla hebben ze

de Mount Everest visualisatie ver­

zorgd.

"Het heeft een meerwaarde als de

techniek niet, zoals bij NOVA, strikt

gescheiden is van de inhoud", vindt

Peter Verwey, docent journalistiek bij

Forum. Ook de scheiding tussen de

schrijvende redactie enerzijds en de

infographicsredacteuren en vormge­

vers aan de andere kant, zoals bij veel

kranten van oudsher bestaat, vindt hij

niet gewenst. "Pas als de redacteur de

technische kennis heeft, weet hij alle

mogelijkheden van GIS goed te

benutten. Het maken van een een­

voudige kaart of grafiek zou tot het

gereedschap van elke redacteur moe­

ten behoren.".

Verwey: "Je kunt met GIS heel goed

in een team werken, waarin ieder zijn

eigen specialisme heeft." Hij ziet

daarbij ook een rol voor persdocu­

mentalisten weggelegd, zeker als het

gaat om langdurende onderzoekspro­

jecten of grote hoeveelheden data.

"De journalist is er in zo'n team voor

de analyse en de research naar aan­

leiding van de conclusies. De vormge­

ver is er om de kaart te editen.

Persdocumentalisten zouden de data

kunnen verzamelen en de analyse

voorbereiden. Naast kennis van de

GIS-software is een grondige kennis

van spreadsheets (Excel en/of SPSS)

en databases (Access) vereist. Ze zuI­

len zich hiervoor bij moeten scho­

len." De journalistieke vraag (bijvoor-

beeld wat is de top 10 van gevaarlij­

ke kruisingen in Utrecht), zou zowel

van de journalist als van de op de

redactie meedraaiende persdocu­

mentalist kunnen komen. GIS draagt

volgens Verwey bij aan 'pro-active

reporting', nieuws maken. Ook van

persdocumentalisten wordt steeds

vaker gevraagd om pro-actief te zijn,

onderwerpen aan te dragen en mee

te denken met de redactie.

Eigen onderzoek, achtergrond en

commentaar zijn de terreinen waar­

op de media kunnen concurreren en

zich profileren. GIS is daarbij een

interessant hulpmiddel. Ook is door

de digitale revolutie het aantal bron­

nen dat de journalistiek ter beschik­

king staat enorm vergroot: instellin­

gen, overheden en bedrijven maken

steeds meer informatie digitaal

beschikbaar. Om inzicht te krijgen in

de oeverloze hoeveelheid gegevens

die in verschillende databases online

te vinden zijn, is het handig om deze

gegevens op kaarten af te beelden.

Op veel documentatieafdelingen is

men zich aan het heroriënteren op

de taken van de persdocumentalist.

Nu door de digitalisering informatie

voor de eindgebruiker makkelijker

toegankelijker is geworden, moeten

zij hun toegevoegde waarde opnieuw

vormgeven. Documentalist Ruud

Jacobs, werkzaam bij de Gelderlander

en voorzitter van de VPOD: "Het

trainen en bijscholen van documenta­

listen in digitale researchtechnieken,

waaronder GIS, zou een belangrijke

stap zijn naar integratie van dit soort

technieken op de redactie. Niet voor

niets zoekt de VPOD naar samen­

werking met de VVOJ (Vereniging van

Onderzoeksjournalisten, red.)."

Omgaan met databases, gegevens

verzamelen en structureren en het

op maat aanbieden hiervan zijn van

oudsher de sterke punten waarop

persdocumentalisten zich profileren.

De toekomst zal het uiteraard moe­

ten uitwijzen, maar geografische

informatie systemen zou wel eens

een van de nieuwe terreinen kunnen

blijken te zijn waarop zij hun kennis

en kunde kunnen inzetten.

Margat Bacsa

Als bron voor dit artikel werd o.o.

gebruikt: Cahier Geogra(ische Informotie

Systemen (GIS) in de journalistieke

praktijk / Peter Verwey . - Utrecht: School

voor Journalistiek

VPOD - Nieuws

Kwartaalblad van de Vereniging van

Pers- en Omroep Documentalisten.

Redactiesecretariaat:Postbus 28000 1202 LA Hilversum

tel. 035-6715351 fax 035-6715421

[email protected]

Redactie:Margot Basca (secretariaat)

Wil Roestenburg (eindredactie)

Peter jonkman

jan van Liere

Simone Post

Marian Holthuis

Ronaid Hogenkamp

Lara de jong

Advertenties:jan van Liere 06 - 21665631

joost Brinks 0 I0 - 4067746

06 - 14751409

Meer weten?

www.forum.hvu.nl/

Forum geeft cursussen over GIS, speciaal voor het gebruik in een redac­

tionele omgeving. € 295,- Op verzoek worden ook in-company trainingen

verzorgd. Ook verzorgt Forum cursussen over het gebruik van spread­

sheets.

www.mapinfo.nl

Leverancier van mapping-software.

www.esri.nl

Leverancier van mapping-software. Esri Press geeft boeken uit op het

gebied van GIS, o.a. Mapping the News : Case Studies in GIS and Journalism

/ David Herzog . - Esri Press. ISBN 1-58948-072-4

Een atlas van de Nederlandse gemeenten : 2049 Buurten vergeleken. ­

Rotterdam: NRC, 1998 ISBN 9050189075

www.tdn.nl leverancier van kranten.

Voorbeelden van gratis GIS-bronnen op het net:

www.buurtmonitor.nl

www.atlas.amsterdam.nl

www.statline.nl

www.staatscourant.nl

www.gelderland.nl

www.census.gov

Vormgeving en opmaak:Gerard van der Krogt Utrecht

Druk: PlantijnCasparie Nieuwegein

Extern secretariaat:Voor inlichtingen over onder andere

aanmelding nieuwe leden, adreswijzi­

gingen, wijzigingen in en aanvragen

van het VPOD Handboek (€23,-):

joost Brinks, Elzenlaan 4, 2665 DE

Bleiswijk. tel.: 0 I0 - 406 77 46 (ma

tlm do), fax 0 I0 - 406 69 99

De inhoud van dit blad valt onder de

verantwoordelijkheid van de redac­

tie met uitzondering van artikelen

geschreven op persoonlijke titel.

ISSN 1383-2492

DoelstellingDe VPOD stelt zich ten doel een

hoogstaande beoefening van het

beroep van pers- en omroepdocu­

mentalist te bevorderen. jaarlijks

organiseert de VPOD gespreksbij­

eenkomsten en excursies waarbij

specifieke problemen en nieuwe ont­

wikkelingen in de pers- en omroep­

documentatie aan de orde komen.

VPOD 9 3/03

Verzameling Lenie Goudappelnaar het persmuseum

Lenie Goudappel die jarenlang documentaliste was bij het

Rotterdamsch Nieuwsblad en het ANP en het vorig jaar

stierf, was een verwoed verzamelaarster. Haar belangstel­

ling lag vooral bij de kranten, tijdschriften en pamfletten uit

de patriottentijd. Zij zocht gegevens bij elkaar over schrij­

vers en politici in de pers van die dagen.

Een dezer dagen zijn uit haar nalatenschap 160 18e eeuw­

se en 55 vroeg 1ge eeuwse kranten, tijdschriften en pamf­

letten en overgedragen aan het Persmuseum. Een van de

andere interessen van Lenie Goudappel was jeugdlitera­

tuur. Ruim 80 vroege losse jeugdbladen en jaargangen uit

haar bezit gingen ook over naar het museum.

Het Persmuseum bezit van iedere Nederlandse kranten- of

tijdschrifttitel een dossier. Het is in het belang voor de toe­

komstige onderzoekers dat deze dossiers goede informatie

bevatten. Het Persmuseum is dus erg dankbaar voor het

toesturen van bijzondere nummers zoals eerste en laatste

nummers, herdenkingsnummers en andere informatie over

kranten en tijdschriften. Ook oude redactie- en directiear­

chieven zijn welkom.

Or Angelie Sens, directeur van het Persmuseum en een van haar

medewerkers nemen verheugd de zending historisch materiaal uit de

nalatenschap van Lenie Goudappel in ontvangst.

-

gg€i iJh,~~~heh,e~r,1I' I ~' I~ ~ IOrganisatie en Informatie

Presentatie van informatie

Effectieve klantcommunicatie

Uw interne marketingwint aan kracht met een eigen website

op het Intranet of Internet.Voor het opzetten van een aantrekkelijke,

doeltreffende website, gaat u te radebij InfoManagement.Uw adviseur in de organisatievan informatie!

Bel voor meer informatie of surfnaarwww.infomanagement.nl

ijli~7n#~1Organisatie en Informatie

Postbus 201,4100 AE Culemborg

Tel 0345 515666, Fax 0345 514299E-mail: [email protected]://www.infomanagement.nl