YDQ 5RHNHO - van Steenbeek De... · (hq yrrujhvodfkw jhhiw lq]lfkw lq gh klvwrulh ydq khw...

496
Een voorgeslacht geeft inzicht in de historie van het nageslacht. Waar kom je vandaan? Wat zijn je wortels? We geven het weer als een boom, maar het zijn de wortels waaruit je bent opgegroeid! De Familie van Roekel Het nageslacht van Willem Dercksen Backer uit Bennekom Jaap van Steenbeek November 2016

Transcript of YDQ 5RHNHO - van Steenbeek De... · (hq yrrujhvodfkw jhhiw lq]lfkw lq gh klvwrulh ydq khw...

  • Een voorgeslacht geeft

    inzicht in de historie van

    het nageslacht. Waar kom je vandaan?

    Wat zijn je wortels?

    We geven het weer als een

    boom, maar het zijn de

    wortels waaruit je bent

    opgegroeid!

    De Familie

    van Roekel Het nageslacht van

    Willem Dercksen Backer

    uit Bennekom

    Jaap van Steenbeek November 2016

  • DE FAMILIE VAN ROEKEL Het nageslacht van Willem Dercksen Backer uit Bennekom

    Samensteller: Jaap van Steenbeek

    1e versie: November 2016

    Uitgave in eigen beheer via http://genealogie.van-steenbeek.eu

  • 1

    Inhoud Inleiding ..................................................................................................................................... 3

    Herkomst .................................................................................................................................... 5

    De naam Roekel ..................................................................................................................... 5

    Oude vermeldingen ................................................................................................................ 5

    De buurtschap Roekel ........................................................................................................ 5

    De naam Van Roekel in Arnhem (1353-1446) .................................................................. 6

    De naam Van Roekel in Wageningen (1714-1790) ........................................................... 6

    De genealogische herkomst .................................................................................................... 7

    Willem Dercksen Backer ................................................................................................... 7

    De 19e eeuw ................................................................................................................................ 8

    Aanneming familienamen in 1811/1812. ............................................................................... 8

    Invoering kadaster in 1832. .................................................................................................... 8

    Bestuurlijke ontwikkeling van Bennekom ........................................................................... 10

    Landverhuizing ......................................................................................................................... 11

    Van Roekels als landverhuizer ............................................................................................. 11

    De opper-landverhuizer ds. H.P. Scholte ............................................................................. 12

    De afkomst ....................................................................................................................... 12

    Huwelijken en predikant .................................................................................................. 13

    De Afscheiding ................................................................................................................. 13

    De eerste jaren na de Afscheiding .................................................................................... 14

    De emigratie ..................................................................................................................... 14

    Op weg naar de eindbestemming ..................................................................................... 15

    Pella .................................................................................................................................. 16

    Kerkelijk leven ................................................................................................................. 17

    Politiek leven .................................................................................................................... 18

    De laatste jaren ................................................................................................................. 18

    Pella, Marion, Iowa, USA .................................................................................................... 19

    Pella .................................................................................................................................. 19

    Marion County ................................................................................................................. 19

    Iowa .................................................................................................................................. 20

  • 2

    Nederlandse naamdragers. ....................................................................................................... 21

    Volkstelling van 31 mei 1947 .............................................................................................. 21

    Basisregistratie Personen (BRP) van 2007 ........................................................................... 22

    Nageslacht van Willem Dercksen Backer ................................................................................ 24

    Index (6441 personen) ........................................................................................................ 367

    Bronnen en verantwoording ................................................................................................... 489

    Tenslotte ................................................................................................................................. 491

    Afbeelding voorzijde en schutblad: ‘Roek-en-Bos’ (Bewerking van afbeeldingen van https://nl.wikipedia.org/wiki/Roek).

    Deze publicatie is gemaakt voor mijn site http://genealogie.van-steenbeek.eu.

    Eventueel kan ik – indien gewenst – de informatie toespitsen, uitbreiden en/of aanvullen met eigen informatie en gegevens van belanghebbenden binnen de familie Van Roekel.

    Andere wijzen van publicatie - zonder mijn schriftelijke instemming - sta ik niet toe.

  • 3

    Inleiding Toen ik bezig was met het voorgeslacht van mijn kinderen, ontdekte ik al gauw, dat al de grootouders van mijn kinderen in hun voorgeslacht de naam Van Roekel hadden. Mijn moeder zei vroeger nog wel eens dingen als ‘Dat zijn andere Van Roekels, die komen van het Pakhuus.’ of ‘Dat is geen familie, die is van De Rooie [een Van Roekel die rood haar had].’ In mijn onderzoek ontdekte ik echter, dat zij allen afstamde van één en dezelfde persoon: Willem Dercksen Backer. Deze stamvader is geboren rond 1645 en leefde in Bennekom. Hij droeg zelf niet de naam Van Roekel, maar één van zijn zonen wel en de kinderen van zijn andere zoon voerden ook de naam Van Roekel.

    Vervolgens stuitte ik op het boekwerk De Familie van Roekel 1.

    Ik ben in februari 2003 begonnen de informatie uit dit boek te digitaliseren. Een flinke klus, maar het was het begin van een leuke specialisatie binnen mijn hobby. Tijdens dat digitaliseren ontdekte ik echter dat er een aantal zaken niet klopte. Hoewel de heer E. de Jong als een autoriteit moet worden beschouwd voor wat betreft genealogisch onderzoek, besloot ik één en ander te matchen met de originele bronnen in DTB-boeken en de burgerlijke stand. Gaandeweg kwam ik er achter dat met zekerheid gesteld kan worden dat allen die de naam Van Roekel dragen, nakomelingen zijn van Willem Dercksen Backer en dientengevolge qua naamgeving verbonden moeten worden met het dorp

    1 Auteurs: E. de Jong, L. Overduijn, H.J. van Roekel en J. van Roekel. Uitgave van de “Stichting tot bevordering van historische en genealogische publicaties” (juni 1991).

  • 4

    Bennekom en dus niet met de buurtschap Roekel ten noorden van het dorp Ede. Al de in de burgerlijke stand van de 19e eeuw gevonden Van Roekels hadden namelijk een verbinding met deze stamvader.

    In deze publicatie wordt eerst iets verteld over de herkomst van de familie(naam) Van Roekel. Vervolgens worden enkele zaken die voorvielen in de 19e eeuw behandeld, waarvan nakomelingen van Willem Dercksen Backer de effecten merkten. De informatie over emigratie is vooral opgenomen omdat relatief veel leden van de familie Van Roekel zijn geëmigreerd naar de Verenigde Staten. Daarna volgt statistische informatie over de spreiding van de familie in Nederland. Vervolgens is in een overzicht een zevental generaties van het nageslacht van Willem Dercksen Backer in Nederland en vooral de Verenigde Staten opgenomen.

    Deze publicatie had ook de titel “De Familie van Roekel 2.0” kunnen krijgen. Ten eerste als onderscheid van het vorige boekwerk uit 1991. Nu we 25 jaar verder zijn en de techniek van digitaliseren en presenteren via internet steeds verder is verbeterd, is het ook mogelijk om de in dat boek gepresenteerde informatie te verbeteren en te corrigeren. Na 25 jaar werd dat wel eens tijd. Een andere gedachte bij deze titel was, om deze publicatie te combineren met de presentatie van het nageslacht op internet via persoonskaarten. Daarbij is het namelijk mogelijk om veel meer informatie en met name afbeeldingen op te nemen. Deze database is te vinden onder het tabblad “Van Roekel” op de site http://genealogie.van-steenbeek.eu. Daar kan tevens dit boekwerk in pdf-formaat worden gevonden en gedownload, wat het digitaal doorzoeken van de tekst mogelijk maakt.

  • 5

    Herkomst

    De naam Roekel

    De naam (van) Roekel is makkelijk te verklaren. Het eerste deel (Roek) verwijst naar de vogelsoort. Het tweede deel is een gecombineerde zegswijze van “loo”, wat een oudere naam is van “bos”. Door samenvoeging ontstaat de schrijfwijze Roekel wat dus eigenlijk “roekenbos” betekent. In verklaringen over de namen op de Veluwe wordt aangegeven dat er meerdere roekenbossen in Nederland zijn. Andere voorbeelden van namen van buurten en gebieden in de gemeente Ede met een vogelnaam zijn terug te vinden in de namen als

    Sijsselt (sijs), Vinkelt (vink) en Mossel (mees). NB: Voor de beschrijving van de Roek verwijs ik naar de betreffende pagina op Wikipedia (https://nl.wikipedia.org/wiki/Roek). Hier zijn ook de (bewerkte) foto’s van de roek en het roekenbos (hieronder) van overgenomen.

    Oude vermeldingen

    De buurtschap Roekel

    Een logische gedachtegang zou zijn om de naam Van Roekel te plaatsen in de gelijknamige buurtschap. Informatie over de hedendaagse buurtschap Roekel is te vinden op Wikipedia (https://nl.wikipedia.org/wiki/Roekel). In het (verre) verleden werd al over de buurtschap Roekel gepubliceerd. In Witkamps “Aardrijkskundig Woordenboek” uit 1877 lezen we over Roekel: “een gehucht – in de gemeente Ede – omringt door akkers en bosch, te midden van eene woeste streek”. Van deze gehuchtsnaam werden de namen Roekelse Bos en Roekelse Zand afgeleid. Samen met het naburige Sijsselt, het vroegere Vinckelt bij Kootwijk en de Mossel behoort Roekel tot de laatmiddeleeuwse bosnamen. Er zijn geen vroege overleveringen van de bosnaam Roekel2. Uit de gegevens van 1877 weten we dat het Roekelse Bos 15 hoeven bevatte. Deze vormden samen het bosmark. De erfmarkrichter van deze marke was de baron Van Heeckeren tot Wassenaer toe Twichel. Hij was heer van huize Kernhem. In 1328 werd een familienaam Van Roekel ingeschreven op de schattingslijst van de Veluwe. Als schattingsplichtige werd daar Johan van Rokel (Roekel) genoemd. Deze lijst gaf Johan als hoofdaangeslagene van een bezit weer. Johan staat daar tussen anderen die namen dragen die weer betrekking hebben op toponiemen, waarvan we de ligging allen in de onmiddellijke omgeving van de huidige buurtschap Roekel kunnen traceren. Dat zijn bijvoorbeeld: Mossel, Kreel, Willinkhuizen, Wekenen (Wekerom), Eschoten, Westerhuis e.d. Enkele kaarten uit de 17e eeuw vermelden Roekel ook. Bijvoorbeeld op een kaart van de bekende Nicolaas van Geelkercken uit 1635, die toen landmeter van het vorstendom Gelderland was.

    2 Een roek verblijft overigens niet graag in een echt bos, maar liever in een groep grote bomen met uitzicht over de omgeving. Dit zijn bosjes, die ik als Veluwnaar liever geen bos noem.

  • 6

    De naam Van Roekel in Arnhem (1353-1446)

    In (de omgeving van) Arnhem komen we de volgende inschrijvingen tegen met de naam Van Roekel: Op 24 november 1353 dragen Arnoldus van Rokel en zijn vrouw Bessela een rente over, gaande

    uit een huis in de stad Arnhem. Op 01 augustus 1409 draagt Goiswijn van Rokel met zijn vrouw een rente over. In 1414 wordt het erf van Woude van Rokel in Arnhem genoemd. In 1415 wordt Johan van Roekel genoemd inzake een rente. In 1424 wordt de weduwe van Johan van Roekel genoemd als moeder van Stijn van Roekell,

    gehuwd met Roloff de Groet. Op 18 maart 1427 dragen de weduwe Aleijt van Rokel (die - zoals gebruikelijk in die tijd – de

    naam van haar overleden man droeg) en haar zoon Henrick van Rokel een huis en hofstede in de Rijnstraat over. Er blijft wel een rente op het huis gevestigd (zie 1446). Aleijt zal de weduwe geweest zijn van de hiervoor genoemde Johan.

    In 1432 draagt Aleijt van Rokel 16 morgen land over aan het broederschap van St. Nicolaas te Arnhem.

    In 1433 is broeder Gosen van Roekel een regulier (= ordelid) te Arnhem. Op 13 januari 1446 erkent Stijne van Rokel dat een rente gaande uit haar huis gelost (=betaalt)

    is. Deze Van Rokels/Roekels in Arnhem zullen ongetwijfeld de nakomelingen zijn van de al in de veertiende eeuw genoemde Johan van Roekel. Aannemelijk is, dat er geen mannelijke naamdragers van deze familie meer zijn.

    De naam Van Roekel in Wageningen (1714-1790)

    Van een veel jongere datum zijn de oudst bekende gegevens van de Wageningse Van Roekels (ook wel Van Roekelt genoemd).

    Op 22 januari 1714 dragen de curatoren over de boedel van Jan van Roekelt, zijn broers Steven van Roekelt en Hendrick Kemp, samen met de al genoemde Jan, land gelegen te Wageningen over. Ook verkopen zij een huis gelegen aan de Hoogstraat. (NB: De vrouw van Jan zal waarschijnlijk overleden zijn, zodat de broer/broers mogelijk voogd is/zijn over de kinderen van Jan.)

    Op dezelfde datum verkoopt Jan land aan de Buijsesteegh en aan de Dijkgraaf. Dit land lag buiten de stadswallen. Ook verkoopt Jan land aan Steven. Als belendend perceel wordt hierbij een perceel van een broer Hendrik genoemd.

    Op 09 juli 1711 verkopen Hendrick van Roekelt en zijn vrouw Elisabeth van Brummenkt een stuk tabaksland.

    Op 02 juli 1712 verkoopt Jan weer land in Wageningen. Op 17 september 1728 blijkt Jan te zijn overleden. Zijn – tweede? – vrouw Catrijn Schraet

    verkoopt dan een akker aan de Buijsesteeg. Op 24 juli 1722 blijkt Steven een pachtschuld te hebben van 162 gulden en 10 stuivers. Op 17 november 1789 trouwt Catharina van Roekel in Wageningen met Peter Woutersen van

    Beek (52 jaar oud en geboren omstreeks 1737 in Oosterbeek). Dit gegeven is aangetroffen in Veluwse Geslachten 1989 nr. 2 pagina 74. Van Catharina is nog geen aansluiting gevonden naar mogelijke ouders.

  • 7

    Interessant zijn verder nog de volgende gegevens: Uit het bakkersgilde van Wageningen blijkt dat in 1727 en 1740 Hendrik van Roekelt lid van het bakkersgilde is. In 1742, 1761, 1781 en 1789 is (zijn zoon?) Willem van Roekelt lid van hetzelfde gilde. Het is aannemelijk dat deze Wageningse takken en de Bennekomse stamvader van de Van Roekels een relatie hadden. Enerzijds natuurlijk vanwege de naam, maar zeker het hebben van hetzelfde beroep is voor die tijd een signaal. Hiervan is echter geen enkel bewijs gevonden. Van de hier genoemde Wageningse takken zijn in de 19e eeuw geen Van Roekels of Van Roekelts meer gevonden.

    De genealogische herkomst

    Nu zijn we uiteindelijk bij de behandeling van de oorsprong van de Van Roekels die thans nog in leven zijn. Helaas is hiervan - theoretische benaderingen van anderen ten spijt - geen enkel bewijs van een verbinding tussen de oudste stamvader en de hiervoor genoemde oude vermeldingen. Natuurlijk waren er ook voorouders vóór de oudste gevonden stamvaders van dit geslacht. En misschien is er wel een verbinding geweest, maar hiervan is geen enkel bewijs gevonden. Hooguit wat hypothesen. Zo is er naast de stamvader Willem Dercksen Backer ook een Wouter Dercksen Backer gevonden. Mogelijk was dit een broer van Willem, maar wederom ‘geen bewijs’. Of er verbanden zijn met het buurtschap of hiervoor genoemde Van Roekels is niet vastgesteld en houden we dus buiten beschouwing. Heraldische feiten of het voeren van een wapen is bij de aantoonbare afstamming niet aangetroffen. In het boek De Familie Van Roekel uit 1991 worden wel twee wapens genoemd, maar enig historisch aantoonbaar bewijs van echtheid is niet aangetroffen. Ook gezien de beroepen lijkt het niet aannemelijk dat hier een verbinding is met deze familie en dat zij een wapen voerden. De eerste keer dat in Bennekom een aldus genoemde Van Roekel wordt aangetroffen is bij het huwelijk van Gerrit (de zoon van Willem Dercksen). Op zich nog redelijk bijzonder, omdat in deze omgeving vooral gewerkt werd met zogenoemde patroniemen. Feitelijk zal deze Gerrit daarom regelmatig Gerrit Willems genoemd zijn en zijn kinderen Gerrits. Tot zover de herkomst van de familie(naam) Van Roekel.

    Willem Dercksen Backer

    Willem Dercksen Backer is zeer waarschijnlijk identiek aan Willem Deckers, die samen met zijn vrouw Jantjen Geurtsen een huis met een hof en bouwland kocht (zoals zij dat al in gebruik hadden). Dit land was gelegen onder Wageningen, met een stuk land, groot 1 en een half schepel gezaais, nabij de Bennekomseweg in Wageningen (huidige Grindweg). Dit gebeurde op 8 april 1695. Misschien dat op of bij dat land een groep bomen stond en dat daar een Roekenkolonie zat? Misschien is er dan helemaal

    geen verband met de overige personen die de naam Van Roekel voerden. We weten feitelijk alleen dat Gerrit van Roekel (Gerrit van het Roekenbos) op 29 maart 1705 met die naam ingeschreven werd in het trouwboek van Bennekom. Ergo bij Willem Dercksen Backer houdt alle bewezen afkomst op en daar houd ik het voorlopig bij. We starten bij deze Willem, omdat kinderen van zijn zoon Jacob ook vermeld werden met de naam Van Roekel.

  • 8

    De 19e eeuw

    Aanneming familienamen in 1811/1812.

    Opvallend is, dat de familie Van Roekel die naam al gebruikte in de 18e eeuw. Het aannemen van familienamen werd pas aan het begin van de 19e eeuw verplicht. Daarvoor was het in de omgeving van Bennekom veel gebruikelijker om patroniemen te gebruiken. Dat wilde zeggen dat de ‘achternaam’ bestond uit een verwijzing naar de voornaam van de vader. Als dat niet was doorgevoerd zou mijn vader bijvoorbeeld Frans Geurtsen genoemd zijn en ondergetekende Jaap Fransen. Omdat de naam Van Roekel al gebruikt werd, hebben ook lang niet alle nakomelingen van Willem Dercksen Backer gehoor gegeven aan de oproep om hun familienaam netjes te laten registreren. Enkelen daarentegen lieten wel expliciet de naam Van Roekel registreren. In Bennekom waren dat Bart Willemsen (107) en zijn zonen Barend Barten (108) en Willem Barten (109), de broers Willem Gerritsen (124) en Gerrit Gerritsen (125), de broers Jan (156), Derk (157) en Willem Derksen (158) en Jacob Gerritsen (186). Aan de nummering van de akten (tussen haakjes opgenomen bij de namen) zien we, dat directe familie waarschijnlijk samen ten behoeve van deze registratie voor de maire van Bennekom verschenen. In Ede treffen we slechts twee registraties aan: Wouter Derksen (66) en Jan Jansen (65). De eerstgenoemde was een oudere broer van de daarvoor genoemden Jan, Derk en Willem Derksen die in Bennekom de naam hebben aangenomen. Hij kwam van oorsprong dus wel van Bennekom, maar was rond 1788 naar Ede getrokken. De laatstgenoemde (Jan Jansen uit Wekerom) was geen nakomeling van Willem Dercksen. Hij kwam wel uit de buurt van de buurtschap Roekel. Opvallend is echter, dat hij net voor Wouter Dercksen zijn naam liet registreren. Van deze Jan Jansen van Roekel zijn al snel geen mannelijke nakomelingen meer. De enige zoon (Rutger) heeft nog wel een zoon gehad, maar dat kind overleed toen hij 7 jaar was. Dankzij de invoering van de burgerlijke stand zijn vanaf 1812 de gegevens van de Van Roekels goed te volgen. De inschrijvingen werden aanzienlijk zorgvuldiger. Daar waar in de trouwboeken volstaan werd met de namen van het betrokken echtpaar werden al snel in de huwelijksakten ook de leeftijd, het beroep en de namen van ouders vermeld. Ook de plaatsen van herkomst zijn in de akten terug te vinden. Bij het ontstaan van de gemeenten, bleef Bennekom aan het begin van de 19e eeuw als een zelfstandige gemeente voortgaan. Hieraan is op 1 januari 1818 een einde gekomen en werd Bennekom bij de gemeente Ede gevoegd.

    Invoering kadaster in 1832.

    Een tweede zorgvuldige registratie betrof de bezittingen aan onroerende goederen. Aan het begin van de 19e eeuw werd namelijk ook het kadaster doorgevoerd. Dat was niet alleen handig voor de vastlegging van eigendom, maar afgeleid daarvan kon ook belasting worden geheven. Voor genealogen is het een waardevolle aanvulling om te kunnen zien waar mensen woonden en bijvoorbeeld hoeveel land men in bezit had. Eerder moest dat gezocht

    worden in losse notariële stukken. Ook van Bennekom is een kadastrale atlas bekend. Daarin zijn een aantal Van Roekels terug te vinden. Dit waren er 9. De één had weinig grond terwijl de ander meer bezat. Zo had Gerrit Jacobsz (1799-1862) “slechts” 19,1 are als landbouwer in eigendom. De grootste

  • 9

    landeigenaar was Derk Derkzn van Roekel die bijna 100 keer meer grond had (18,9 hectare). Op de hiervoor opgenomen afbeelding zijn zijn eigendommen ingekleurd op de kadastrale kaart van sectie B ‘De Kraats’ van Bennekom. Ondanks dat er in 1832 geen sprake meer was van een burgerlijke gemeente Bennekom is overigens nog steeds sprake van een kadastrale gemeente Bennekom. (De opbouw van de registratie was namelijk al veel eerder begonnen).

    Het dorp Bennekom in de 19e eeuw Het dorp Bennekom ligt op de grens van een bosrijke omgeving aan de oostzijde en een landelijke omgeving op de westelijke helling van de Veluwse Heuvelrug. Ten noorden ligt het dorp Ede en ten zuiden de stad Wageningen, die beiden van invloed zijn op de latere ontwikkeling van deze plaats. De naam Bennekom was van oorsprong Beringchem. De eerste keer dat deze naam opduikt in geschreven tekst is in 1288. Al eerder is er in de omgeving sprake van bewoning geweest. Getuigen daarvan zijn de grafheuvels op de Hullenberg en de Celtic-fields nabij de Dikkenbergweg. Het kasteel Hoekelum dateert in oorsprong uit de 14e eeuw. De Hervormde Kerk heeft een vroeg-gotische toren uit het begin van dezelfde 14e eeuw. In stukken uit 1360 is sprake van de “Ecclesia de Berninchem”. De eerst bekende aanpassing van deze kerk dateert uit 1542, wanneer de kerk te klein wordt gevonden en er twee zijbeuken worden aangebouwd. In 1857 is de kerk nogmaals fors (en eerlijk gezegd bruut) verbouwd. Het betrof en enorme uitbreiding aan ruimte, maar niet aan schoonheid. Hierin kwam de sobere levensstijl van de Veluwnaar naar boven, die (generaliserend) wars is van overmatige versiering en dikdoenerij. Bijvoorbeeld: Pas op 30 juni 1878 werd het Leichel orgel in de Oude Kerk van Bennekom plechtig ingewijd. Bennekom is met name – in kerkelijk opzicht – ook bekend (berucht) vanwege de situaties rond de doleantie. Meer dan de helft van de leden volgden dominee E. Eisma naar de Gereformeerde Kerk. De scheuring ging dwars door families en alles heen. Deze splitsing hield de gemeente zo bezig, dat op 19 juni 1887 de “sterke arm” was ingeroepen om de orde in de kerk en het dorp te handhaven. Inmiddels was in 1882 de tramlijn tussen Ede en Wageningen tot stand gekomen. Zo werd Bennekom vanuit het station Ede-Wageningen en de stad Wageningen goed bereikbaar. De tramrails zijn allang weg, maar de sporen van het tracé zijn nog steeds zichtbaar door de brede ruimte aan de oostkant van de huidige Edeseweg. Door de verbinding met het treinstation van Ede is waarschijnlijk hierdoor Bennekom ook meer en meer als vakantieoord bekend geworden. Aan het begin van de 19e eeuw heeft Bennekom ongeveer 800 inwoners. In 1814 is dat haast het dubbele, maar dat komt door de inkwartiering van Russen en Kozakken als “bevrijders” van de Franse overheersing. Aan het einde van de 19e eeuw komen er meer en meer vermogende toeristen naar Bennekom, waarvan een aantal het wonen in Bennekom zo fraai vindt, dat men zich na hun pensionering in Bennekom vestigt. Eén daarvan is bijvoorbeeld Heinrich Witte. Hij was eerder beheerder van de hortus botanicus in Leiden. Hij beschreef in een aantal boekjes de schoonheid van “zijn” dorp. Daar waar hij eerst het dorp gezien had met een “groot aantal onbemiddelden”, wordt door Heinrich in 1899 geschreven: “Tal van villa’s, door rustig levende, van elders hierheen getrokken, bewoond, vervroolijken den groten weg en nog weer anderen zijn in aanbouw of geprojecteerd, zodat het aantal gegoede bewoners zeer is toegenomen.” Of Heinrich Witte de soberheid voor armoede heeft aangezien mag niet worden uitgesloten. Ook zal het oorspronkelijke deel van de bevolking zijn mening niet altijd gedeeld hebben. Aan de andere kant heeft deze wijziging voor hen en Bennekom als dorp vergaande gevolgen gehad. In het dorp zelf woonden relatief steeds minder oorspronkelijke Bennekommers. Bijvoorbeeld de hogere officieren uit het garnizoen van Ede verkiezen het wonen in Bennekom boven dat van Ede. Dit gaf weer een heel eigen werkgelegenheid aan het dorp (bouwvakker, (detail-)handelaar, dienstbode, tuinman). Bennekom heeft daarmee aan het einde van de 19e eeuw 2.228 inwoners, waarvan er 1.472 in het dorp zelf wonen.

  • 10

    Bestuurlijke ontwikkeling van Bennekom

    Al voor de 19e eeuw werd Bennekom bestuurd door de ‘buurten’. Vooral over de Bennekomse Meent is veel te doen geweest rond grensconflicten met de gemeente Wageningen. Eén en ander is uitgebreid beschreven in “Het buurtboek van Bennekom”3. Voor degenen die de geschiedenis van Bennekom willen begrijpen en is dit een zeer lezenswaardig boekwerk. In dit boek verteld de in 2016 overleden Gert van Roekel over de bestuurlijke betrokkenheid van de Van Roekels in de buurten. De buurten bleven in 1812 - ondanks de invoering van de gemeenten - bestaan. De gemeenten bemoeiden zich toen vooral met de tot de latere secretarie behorende gemeentetaken. De bestuursvorm ‘buurt’ had tot doel om de gemeenschappelijke eigendommen (wegen, heide en land) zo te beheren, dat daaruit de meest mogelijke voordelen voortkwamen. Dus meer het latere Openbare Werken. Niet alleen de zogenoemde geërfden moesten dat voordeel behalen, maar de buurt was er voor al de ingezetenen van Bennekom. De geërfden waren degenen die stemrecht en daardoor zeggenschap hadden. Dit

    waren niet democratisch gekozen lieden, maar degenen die konden aantonen eigenaar te zijn van tenminste 1/7 bunder of 14 roeden ongebouwde grond. Als dagelijks bestuur had deze bestuursvorm een voorzitter in de persoon van een buurtrichter (meestal van hogere afkomst of op een hoge post gezeten) en een aantal buurtmeesters (2 per buurt). Deze posities kunnen het best vergeleken worden met respectievelijk die van burgemeester en wethouders, maar in de 19e eeuw vooral gericht op het openbaar eigendom. De bezoldiging was mager. Het waren vooral functies die met eer en aanzien werden beloond en dus naast een gewone functie-invulling plaats vond. Aan het einde van de 19e eeuw (1889) is aan deze bestuursvorm een einde gekomen op last van de koning Willem III. Dit was door hem in de wet op de Markegronden bepaald. In de 19e eeuw heeft er bijna altijd een Van Roekel één van de genoemde functies bekleed. Zo was Willem Dercksen Backer in het einde van de 17e eeuw buurtmeester van de Bovenbuurt (periode 1685-1688). Degene die als buurtrichter van beide buurten betrokken was bij de opheffing en overdracht aan de burgerlijke gemeente was Brand Geurtzn van Roekel (1841-1894) wiens vader voor hem van 1845-1884 buurtmeester van de Benedenbuurt was. Deze Geurt Jacobs van Roekel wordt ook genoemd op het herinneringsbord rond de “herbouwcommissie” van de kerk. De vader van Geurt en dus de grootvader van Brand Geurtzn (Jacob Backer van Roekel) was buurtmeester van de Benedenbuurt van 1800 tot 1845.

    3 Auteur G. van Roekel (*1927-†2016), Uitgeverij Mes uit Capelle aan de IJssel in 1998, ISBN 90 76061 16 5

  • 11

    Landverhuizing Een apart hoofdstuk in de 19e eeuw was de landverhuizing die plaats ging vond tussen West-Europa en de Verenigde Staten. Ondanks de aanwezigheid van de buurten leverde de arme grond van Bennekom niet voor iedereen voldoende voordeel op. Ook werd men mobieler. Door de ontwikkelingen in de scheepvaart waren verre tochten bereikbaar geworden. Men kon op reis naar ver gelegen landen. Met name door de ernstige aardappelziekte (1845) werd niet alleen Nederland, maar heel Europa getroffen door een groeiende armoede. Vooral een land als Ierland kreeg het zwaar te verduren. Het nieuws van Ierland werd ook in Nederland gehoord en men wist wellicht zeker dat het hier ook zo erg zou toeslaan. Ook in kerkelijk opzicht waren het roerige tijden. Het was o.a. de tijd van de Afscheiding. Juist de prominenten daarin stichten een vereniging om de landverhuizing zoveel mogelijk te bevorderen. Van grote invloed waren dominee Scholte en dominee van Raalte, die beiden ook zelf naar Amerika emigreerden. Vele volgelingen zijn met of na hen naar Amerika gegaan om daar de landbouw te beproeven.

    Van Roekels als landverhuizer

    Alleen al in het jaar 1892 vertrokken er 133 gezinnen uit de gemeente Ede naar Amerika. Van de familie Van Roekel zijn de nodige emigraties bekend. Zij waren vooral gericht op de groep van dominee Scholten, waar in de volgende paragraaf nader op wordt ingegaan. We zien daarbij overigens dat er uit één bepaald gezin een relatief groot aantal kinderen als pionier vertrokken. Barend van Roekel (zoon van Bart) had negen kinderen gekregen. De jongste was zeer jong overleden en zoon Bart was in 1842 ongehuwd gestorven. Van de overige zeven vertrokken er vijf. De twee achtergebleven dochters waren bij de emigratie van de overige vijf al getrouwd en hadden inmiddels kinderen.

    Naam Uit het gezin van Geboorte- datum Jaar van vertrek Overleden in

    Wilem Barend Bartszn. 20-11-1830 1857 Pella Rut Barend Bartszn. 25-02-1829 1858 Pella Hendrik Barend Bartszn. 14-02-1835 1858 Pella Jan Harmsen Barend Bartszn. 02-07-1818 1861 Hospers Geertuida e/v G. Bennink Barend Bartszn. 11-01-1824 1869 Pella ? Rijkje e/v C. Hulstein Willem Jacobszn. 04-01-1833 1871 Pella Lubbert Hendrik Janszn. 06-09-1836 ca 1875 Pella ? Geurt Geurt Jacobszn. 09-11-1843 1892 Sioux Center Cornelis Gerrit Jacobszn. 22-02-1840 1892 Sioux Center Eduard Willem Jacobszn. 19-04-1847 1892 Sioux Center Jantje e/v D. Bennink Willem Wouterszn. 14-04-1875 Pella ? Gijsbertje e/v J.M. van Wijk Gerrit Jan Geurtszn. ca 1887 1913 Perkins Catharina Anna e/v E.J. van Egdom Johannes Jacobszn 17-08-1895 1920 Jacob Johannes Jacobszn 18-11-1896 1920 Sioux Center Willem Johannes Jacobszn 23-02-1902 1920 Doon Jan Jan Willemszn. 24-08-1885 >1911 Goldsboro Er wordt zeker niet uitgesloten, dat er meer Van Roekels emigreerden. Aan de ene kant zijn er in de database echtparen uit het midden van de 19e eeuw waarvan geen nakomelingen meer in hun huwelijk gevonden zijn, terwijl van deze ook (nog) geen overlijdensdata bekend zijn. Dit zijn mogelijk ook geëmigreerden. Aan de andere kant zijn er VanRoekels in Amerika gevonden, waarvan (nog) geen aansluiting met Willem Dercksen is gevonden. Ook in het vervolg van de 20e eeuw zijn er Van Roekels naar Amerika of andere bestemmingen vertrokken. Ook Canada raakte in trek.

  • 12

    Van het nageslacht van degenen naar Amerika vertrokken zijn is relatief veel bekend. De familienaam wordt daar nagenoeg altijd weergegeven met een hoofdletter in het voorvoegsel of aan elkaar geschreven als VanRoekel of Vanroekel. Veel gegevens van de momenteel in Amerika levende takken zijn te vinden op de site van Gijs van Roekel uit Maarn. Hij is namelijk doende om een volledige parenteel op het internet te krijgen. Vanwege de privacy-normen kies ik daar niet voor. In de in deze publicatie opgenomen parenteel is dus lang niet alle beschikbare informatie opgenomen4. In de bakermat Bennekom maakten een aantal mensen zich ernstig zorgen over het vertrek van velen. Vooral een Brummelkamp was weliswaar niet tegen de landverhuizing, maar wilde wel dat het vertrek niet nodig zou zijn. Of deze Brummelkamp familie was van de bekende vriend van Scholte is (nog) niet bekend. Wel is bekend dat de Bennekomse Brummelkamp als geërfde bekend stond als een vrome man, die behoorlijk strikt in de leer was. Wat dat betreft zou hij rustig tot de groep van de Afscheiding behoord kunnen hebben. Dit brengt ons weer terug bij de inspirator voor de landverhuizing. Ds. H.P. Scholte.

    De opper-landverhuizer ds. H.P. Scholte

    Iemand die een belangrijke rol gespeeld heeft in de emigratie en het leven in de Verenigde Staten van (onder andere) de familie Van Roekel is dominee H.P. Scholte geweest. Door de levensgeschiedenis van Ds. H.P. Scholte weer te geven hoop ik informatie over de emigratie en de plaats Pella te schetsen. Deze emigratie heeft velen met de Amerikaanse naam VanRoekel een nieuwe oorsprong gegeven.

    De afkomst

    Hendrik Peter was de op 25 september 1805 te Amsterdam geboren zoon van de welgestelde Jan Hendrik Scholte en Johanna Dorothea Roelofsz, die aan de Lauriergracht te Amsterdam woonden. Zijn vader was ouderling bij de Hersteld Luthersche Gemeente, waar Hendrik Peter op 6 oktober 1805 gedoopt is. Dit was een rechtzinnige Nederlandse afscheiding van de Evangelisch-Lutherse Kerk. De familie was een onderdeel van een kolonie van Duitse suikerraffinadeurs. Deze hadden zich jaren daarvoor in Amsterdam gevestigd. De grootvader van Hendrik raffineerde suiker (uit suikerriet). Zijn vader had zich echter toegelegd op de verpakking in dozen of kisten. Als jonge man werkte hij enerzijds als leerjongen in de fabriek van zijn vader, terwijl hij anderzijds kunst studeerde. In die tijd stierven kort op elkaar een aantal mensen in zijn naaste omgeving. Zijn vader stierf op 11 oktober 1821 en zijn grootvader aan vaderszijde op 6 november 1822. (Zijn grootmoeder van vaderszijde was al begraven op 17 november 1804.) Vervolgens stierf zijn moeder op 21 maart 1827 en in datzelfde jaar

    overleed ook zijn broer. Op 3 december 1828 overleed zijn grootvader van moederszijde. Zo bleef Hendrik alleen met zijn grootmoeder van moederszijde achter. Wel in zekere rijkdom. Hij werd immers

    4 Ik heb wel de nodige gegevens in mijn eigen database. Hier vindt u nog niet de helft van de in de hoofddatabase opgenomen dragers van de naam Van Roekel. Neem gerust contact op voor gerichte informatie die betrekking heeft op uw eigen voorgeslacht of kijk op https://roekelg.home.xs4all.nl/genealogie/ginl.html.

  • 13

    op jonge leeftijd eigenaar van het huis en de zaak van zijn vader. Hij verkocht daarop de zaak om verder te gaan studeren. In 1827 is hij gestart met zijn opleiding aan de voorganger (Atheneum Illustre) van de huidige Universiteit van Amsterdam. Nadat hij de zaak van zijn vader verkocht had, ging hij in 1829 theologie, filosofie en politicologie studeren in Leiden. De keuze voor Leiden was een gevolg van zijn overgang naar en belijdenis in de Nederlands Hervormde Kerk in 1827 of 1828. Hij woonde ondertussen de bijbellezingen bij die Da Costa elke zondagavond aan huis hield. Als academievriend van Brummelkamp werd hij met deze te Leiden een bezoeker van de oefeningen van Le Féburé. Door Twent van Rozenburg – die in Zwitserland onder de invloed van de “Momiers” tot bekering gekomen was en lid van de vrije gemeente te Genève was geworden – had Scholte kennis gekregen aan en sympathie voor het denkbeeld van vrije kerken.

    Huwelijken en predikant

    Een maand na de afronding van zijn opleiding in Leiden, trouwde Hendrik als kandidaat bij de Hervormde Gemeente van Heusden, maar was volgens de huwelijksakte “beroepen predikant”. Het huwelijk vond plaats op 20 december 1832 te Amsterdam. De grootmoeder van moederszijde van Hendrik - Johanna Bank - gaf bij notariële akte toestemming tot dit huwelijk. De bruid - Sara Maria Brandt - was een dochter van een op 6 november 1832 overleden rijke Amsterdamse suikerraffinadeur. Deze vader was dus kort voor dit huwelijk overleden. Scholte werd predikant in Genderen en Doeveren en begon met alle beslistheid de Gereformeerde leer te verkondigen. Onbeschrijfelijk was de toeloop bij zijn prediking. Uit heel het Land van Heusden stroomden de scharen samen naar deze jonge predikant, die men roemde als “een wonder van God”. In de kerk van Doeveren werd al snel een gaanderij bijgebouwd. Met lede ogen zagen de hogere kerkbesturen dat aan. Uit zijn Leidse tijd was hun al bekend wat een “aller gevaarlijkst mens” deze predikant was. Nu bleek dit maar al te goed. De vier Avondmaalsvragen, die door de Synode voorgeschreven waren, liet hij bij de voorbereidingspreek stelselmatig weg. En de “Evangelische gezangen”, waarvan hij aanvankelijk nog schaars gebruik had gemaakt, gaf hij weldra helemaal niet meer op. Ook getuigde Scholte steeds vrijer en openlijker tegen de afwijking van de waarheid en wees hij steeds ernstiger en aangrijpender op de oordelen van God. Deze waren in zijn visie en prediking al zichtbaar in oorlogen en pestilentiën. Nu eens schilderde hij zijn toehoorders zware vervolgingen voor ogen, dan weer sprak hij hun moed in met de belofte dat de Heere zijn volk niet verlaten zou.

    De Afscheiding

    Toen de Nederlandse regering greep trachtte te krijgen op het kerkelijk leven van de Nederlandse Hervormde Kerk ontstond hiertegen een protestbeweging die een rechtzinnig karakter had. Scholte speelde een belangrijke rol in het ontstaan van de Acte van afscheiding die het begin vormde van de Afscheiding van 1834. De afgescheidenen werden daarom wel Scholtianen genoemd, hoewel de aanduiding Cocksianen, naar Hendrik de Cock, de geschorste predikant van Ulrum, gebruikelijker was. Daaraan voorafgaande had De Cock hem zijn brochure toegezonden, waarna een levendige correspondentie was ontstaan. Na de schorsing van De Cock zond Scholte hem een brief, waarin hij zijn ontzetting uitsprak over dat feit en zijn geschorste broeder verzekerde de volgende zondag de gemeente van Doeveren met deze “nieuwe aanslag op het koninkrijk der hemelen” bekend te zullen maken. In oktober 1834 ging Scholte naar Ulrum om zijn afgezette ambtsbroeder te bezoeken. Daar preekte hij, zonder het door de wet geëiste verlof van de consulent, in een weekbeurt in de kerk. Zondags, toen hem de toegang tot de kerk geweigerd was, preekte Scholte op een stuk land achter de pastorie. Dit had als gevolg, dat op 29 oktober 1834 het bestuur van de classis Heusden, op

  • 14

    aanschrijven van hogerhand, hem zonder voorafgaande waarschuwing schorste in zijn bediening met behoud van traktement. Scholte had aan De Cock gezien, waar dit schorsen op uit zou lopen en volgde diens voorbeeld. Met nagenoeg zijn gehele gemeente tekende hij al op 1 november daaropvolgend een acte van Afscheiding, waarin zij verklaarden niet langer te willen leven onder een bestuur, dat menselijke bepalingen boven Gods Woord stelde. Het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Brabant ontzette hem op 10 december 1834 uit zijn ambt als predikant. Op verzoek van de Synode greep ook de burgerlijke regering hardhandig in tegen “onwettige godsdienstoefeningen”. Nu verbood de overheid het de afgescheidenen om bijeenkomsten te houden waarbij meer dan 20 mensen aanwezig waren. Dit leidde tot grote spanningen. Hendrik Scholte werd herhaaldelijk bedreigd en in 1835 werden er zelfs militairen naar Almkerk gestuurd om godsdienstoefeningen van de afgescheidenen aldaar te verhinderen. Daar bleef het veelal niet bij. Ook volgde er vernederingen van afgescheidenen, inkwartiering van soldaten in hun huizen, tot gevangenzetting van De Cock en Scholte toe. De beweging won echter terrein en kreeg medestanders in de predikanten A. Brummelkamp te Hattem, G.F. Gezelle Meerburg te Almkerk, S. van Velzen te Drogedam en de kandidaat A.C. van Raalte. Een harde strijd ontstond tussen de ijveraars voor het gereformeerde beginsel en de heersende liberalen, die straf te werk gingen om rust en orde te handhaven. In sommige plaatsen leidde dit tot tumulten. Mr. A.M.C. van Hall en mr. G. Groen van Prinsterer verdedigden de afgescheidenen tegen de overheidsmaatregelen. Van Hall ging tot hen over.

    De eerste jaren na de Afscheiding

    In 1835 vestigde het gezin van Scholte zich te Gorinchem, maar bleef in zijn gemeente preken en zag daar velen van de Gorkummers bij zich in de kerk. In 1837 volgde hij de roeping van de afgescheiden gemeente te Utrecht op. Vanuit de bisschopstad oefende hij grote invloed uit in Amsterdam en het zuidelijke gedeelte van ons land. Hij was voorzitter van de Synode van 1836 en scriba van de Synode in 1837. Onder zijn leiding liet de gemeente van Utrecht zich in 1838 erkennen als nieuwe gemeente met afstand van haar wettige naam. In de tweede helft van 1838 was Scholte begonnen met de uitgave van “De Reformatie”. Overigens was Scholte de eerste predikant die bereid was om afstand te doen van de naam "gereformeerd" en kreeg in 1839 overheidserkenning voor zijn "Christelijk Afgescheiden Gemeente". Dit kwam hem op veel kritiek te staan van de andere afgescheidenen. In tegenstelling tot een groot deel van de afgescheidenen streefde Scholte namelijk niet zozeer naar herstel van de oude gereformeerde kerk met de Dordtse kerkorde, maar naar een van de staat onafhankelijke zuivere kerk. Zijn aandeel in de zogenoemde “Amsterdamse twist” eindigde met zijn schorsing in 1840. Desondanks besloot uiteindelijk het grootste deel van de afgescheidenen om ook de "vrijheid" aan te vragen, wat leidde tot de vorming van de Christelijke Afgescheiden Gemeenten, die één van de kernen vormde van de later ontstane Gereformeerde Kerken in Nederland. Degenen die tegen het aanvragen van de "vrijheid" waren vormden de zogenaamde kruisgemeenten.

    De emigratie

    De jaren 1840 en vervolgens waren een periode van stagnatie en malaise, welke verergerd werd door een economische crisis en sinds de aardappelziekte van 1845 door hongeroproeren die met militair geweld werden onderdrukt. Politiek verkeerde het land in een impasse door de houding van de koning, die elke wezenlijke herziening van de Grondwet tegenhield. Al bloeide er enkele jaren een radicale oppositiepers met soms sociale inslag, bij de massa van de bevolking ontbrak echte elk politiek bewustzijn. Er bestond hierdoor geen revolutionaire situatie, maar de vrees voor een revolutie heeft in die tijd in de regering van Nederland wel een beslissende rol gespeeld. De aardappelziekte was in de eerste helft van de 19e eeuw begonnen in het stamland Mexico. In juli en augustus bereikte deze

  • 15

    schimmel Europa, waar een maand later de aardappeloogst in Ierland werd verwoest. Doordat de aardappel (ook) voor de Ieren volksvoedsel was, ontstond er hongersnood, waardoor ca 1 miljoen Ieren tijdens de winter omkwamen. Overigens was de emigratie van 1,2 miljoen Ieren naar onder meer de VS het gevolg van deze hongersnood. De nationale malaise en vooral de aardappelziekte werd ook in Nederland gezien als een aanleiding over het denken aan emigratie. De gedachte was in Nederland ook sterk, dat als er mensen vertrokken naar een andere omgeving, het aanwezige voedsel over minder mensen verdeeld hoefde te worden. Aan de andere kant waren er ook, die probeerden de uittocht zoveel mogelijk te voorkomen. In de buurtgeschiedenis van Bennekom5 lezen we over een voorstel uit 1849 van de heren Prins, Drost, Tieleman en Brummelkamp “tot verkoop van twee stukken heide om deze te kunnen ontginnen tot weide en bouwland om de mensen werk te verschaffen zodat het aanstaande winter niet weer aan werk zal ontbreken. Dit met doel om landverhuizing te voorkomen, of nodeloos te maken.”

    Inmiddels was Scholte vanwege zijn standpunten in het isolement geraakt, waardoor ook hij besloot te emigreren. Zij vrouw Saria Maria Brandt was op 38-jarige leeftijd op 23 januari 1844 te Utrecht overleden6. Hendrik hertrouwde op 13 juni 1845 in Utrecht met de 25-jarige Maria Hendrika (Mareah) Krantz. Zij was de in Maastricht geboren dochter van Johannes Justus Krantz en Maria Theodora Christoffels. Het huwelijk kwam voort uit de belangstelling van haar moeder voor de preken van dominee Scholte. In 1846 stichtte ds. Scholte – als voorstander van emigratie – de “Christelijke Vereniging tot bevordering van landverhuizing”. Nadat een plan om naar Nederlands-Indië te gaan op niets was uitgelopen, besloot Scholte naar de Verenigde Staten te gaan. Op 23 augustus 1846 werd hun zoon Hendrik Peter geboren. Kort na de geboorte vandeze zoon vernam Mareah – nota bene van een bediende – dat zij naar Amerika zouden vertrekken. Toen ook nog de pasgeboren zoon op 13 september 1846 stierf, werd Mareah ernstig ziek van de depressie waaraan zij leed. Het geplande vertrek voor oktober moest worden uitgesteld. Uiteindelijk vertrok de familie Scholte in 1847 met een grote groep medestanders. Zelf ging de familie Scholte per stoomschip Calidonia (andere bronnen noemen de Sarah Sand), terwijl zijn 850 volgelingen met vier veel tragere zeilschepen genoegen moesten nemen. In plaats van 13 dagen per stoomschip waren zij 60 dagen onderweg. Begin mei 1847 arriveerde de familie Scholte in Boston.

    Op weg naar de eindbestemming

    Te Albany (New York) werden zij met open armen ontvangen door ds. I.N. Wijckhof en de zijnen die genegenheid voelden voor de Nederlandse geloofsgenoten van wie ze gehoord hadden door middel van een brief van ds. A.C. van Raalte en A. Brummelkamp vanuit Arnhem gericht “Aan de Geloovigen in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika”. Ds. Wijckhoff diende de tweede Gereformeerde kerk van Albany van 1836 tot 1866. Hij was het die Scholte geïntroduceerd had bij één van de leden van de Wetgevende Vergadering van den Staat New York, die hem herkende toen hij het Capitool te Albany bezocht. Deze dwong hem min of meer om onder de leden plaats te nemen. Dit was heel anders dan de behandeling die hem in Nederland was aangedaan. Scholte deed meer dan alleen maar bezoeken afleggen. Hij wist dat de voorhoede van het leger der emigranten dat hem als voorzitter van de Christelijke Vereniging tot bevordering van Landverhuizing, naar Noord-Amerika zou volgen, al in New-Orleans was aangekomen op 19 november 1846. Dit was twee dagen nadat Van Raalte te New York aan land was gegaan. Die voorhoede stond onder leiding van Hendrik Barendregt, die met de zijnen

    5 Auteur G. van Roekel (*1927-†2016), Uitgeverij Mes uit Capelle aan de IJssel in 1998, ISBN 90 76061 16 5 6 Uit dit huwelijk zijn ten minste 3 dochters geboren, waarvan er één op een leeftijd van twee maanden overleden is. De overige twee waren Sara Maria (geb. 06-06-1839 te Utrecht) en Sara Johanna Susanna (geb. 03-06-1842). Voor zover bekend, zijn zij bij hun vader gebleven.

  • 16

    optrok naar de stad St. Louis, waar het hoofdleger van omstreeks 800 personen zich zou aansluiten bij zijn groep van 30 landverhuizers. In Washington en New York deed Scholte allerlei onderzoek naar de meest geschikte plaats in de Verenigde Staten om er zich met de zijnen te vestigen. De keuze viel op Iowa in het hartje van de Verenigde Staten. Scholte meende dat die plek beter was dan Michigan (de woonplaats van Van Raalte). Dit omdat zijns inziens daar, in de woudstreken, gebrek zou zijn aan geschikte bouwgrond, terwijl ook de nabijheid van Indianen en de verre afstanden van door blanken bewoonde plaatsen hem niet gunstig leek. Ook vreesde hij dat Michigan geen gezonde plaats zou zijn voor Nederlanders. Gewend aan het open veld, zouden de prairies van Iowa, zuidelijker gelegen en direct gereed voor melkvee of ploeg en eg, zijn volk veel beter passen dan het meer noordelijke en woudrijke Michigan.

    Eind mei en begin juni 1847 arriveerden de bovengenoemde 800 landverhuizers die in vier zeilschepen te Baltimore arriveerden. Onder Scholte’s leiding toog men naar de afgesproken verzamelplaats in St Louis. Van daar trokken Scholte en drie commissieleden als “verspieders” naar Marion County in Iowa, waar 18.000 “acres” gouvernementsland werd aangekocht tegen $ 1,25 per acre. Dit was een vruchtbare streek waar men zich eind augustus/begin september vestigde. De karavaan Nederlanders maakte waarschijnlijk wel een vreemde indruk op de Amerikaans bevolking die hen zag doortrekken.

    Pella

    Tenslotte werd de stad Pella uitgemeten. Deze plaats was genoemd naar één van de steden van de Decapolis, gelegen aan de oostzijde van de Jordaanvallei, ca 12 kilometer ten zuidoosten van Bet Sjean. De stad wordt al genoemd in de Egyptische vervloekingsteksten uit de 9e eeuw voor Christus. In de Bijbel komt de naam niet voor, maar wel schrijft Flavius Josephus over Pella (nu in Jordanië) in de Grieks-Romeinse periode. Volgens Eusebius vluchtten veel christenen voor de dreigende vervolgingen naar Pella. Het nieuwe Pella werd door de kolonist Scholte ook als een toevluchtsoord gezien.

    Jarenlang stond Pella bekend als de “Strooien Stad” omdat de aanvankelijk primitieve woningen (half in de grond gegraven en verder van zoden muren voorzien) bedekt waren met lang gras. Dat gras werd bij de rivieren en lage plaatsen overvloedig gevonden. Zo werden de hutten naar voorbeeld van de Nederlandse plaggenhutten gedekt.

    Eerst was het een vreselijke worsteling om aan de gang te komen. Men legde zich vooral toe op de landbouw. Daarbij verleende de inhoud van de kist met “gouden Willempjes” die uit Nederland was meegenomen grote diensten. Deze gemeenschappelijke geldvoorraad werd aanhoudend bewaakt als eigendom van de Vereniging. Deze kist is in Pella nog steeds te zien. Ook het geld van de achterhoede van het emigrantenleger en vooral ook het goud van de “California-trekkers” die langs Pella naar het pas ontdekte Eldorado aan de kust van de Stille Oceaan togen leverde de nodige bijdrage aan de ontwikkeling van Pella.

    Scholte was nadrukkelijk de alles overziende leider en strijder in het doormaken van deze worsteling. Hij trad op als herenboer, eigenaar van zaagmolens/steengroeven/kalkovens, als landagent, notaris, advocaat, makelaar in onroerend goed, bankier, handelaar, redacteur, postmeester, schoolopziener en politiek leider. Hiermee had hij gelijk alle touwtjes in handen. De alzijdigheid van zijn talenten en zijn tijdelijke middelen (alsook de volle kracht van zijn leeftijd) stelden hem in staat om allerlei moeilijkheden te trotseren. Onder die moeilijkheden waren niet de lichtste tegenslagen. Evenals Van Raalte ervoer Scholte van de zijde van medekolonisten tegenwerking, verdachtmaking en directe beschuldiging.

  • 17

    Kerkelijk leven

    Door deze bezigheden en moeiten leed het geestelijk leven (en daarmee de geestelijke invloed op zijn volgelingen) soms geweldig. Toch bleef hij elke zondagmiddag preken als leraar van de “Christelijke Kerk van Pella”. Deze kerk werd op 13 november 1848 al geïncorporeerd, onder de wetten van de staat Iowa, “gevestigd op het gehele en onverdeelde Woord van God, geopenbaard in de Schriften van het Oude en Nieuwe Testament. Overeenkomstig deze Heilige Schrift erkennen zij de leerstellige belijdenis van de rechtzinnige protestantse kerken als de ware standaard van geloof, en zij is bereid Christelijke gemeenschap te houden met elke gemeente, die hetzelfde geloof belijdt in God den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest.”

    Hoewel bereid deze “gemeenschap” uit te oefenen, sloot Scholte, daartoe meermalen verzocht, zich niet aan bij de Gereformeerde Kerk in Amerika (zoals Van Raalte overigens wel deed). De Christelijk Gereformeerde Kerk in Noord Amerika (in 1857 tot formatie gekomen), noemde hij zelfs “de ondeugendste wijk in het moderne Babylon”. Trouwens meende Scholte dat de protestantse kerken van zijn dagen (ook die in de Verenigde Staten) helemaal geen “Sion Gods” waren. Het waren in zijn ogen, zoals in het boek Openbaringen te vinden, “wijken aangebouwd aan Babylon”, waarvan hij Rome het middelpunt en oudste gedeelte noemde. De ware gemeente Gods was in zijn ogen gelijk aan de vrouw van Openbaring 12, die voor de draak in de woestijn gevlucht was.

    Wat de leer aangaat; hoewel Scholte weinig op had met de Heidelbergse Catechismus en er nooit uit preekte, is hij toch willens en wetens afgeweken van de belijdenis van de Gereformeerde kerken. Alleen ten opzichte van chiliastische gevoelens7, vooral tegen het einde van zijn leven, was een merkbare afbuiging van de aloude Gereformeerde lijnen. In kerkregering echter werd hij meer en meer onafhankelijk, overeenkomstig zijn karakter. Hij was nadrukkelijk “den Einspänner”.

    Ondanks zijn gave als predikant was hij niet in staat eenheid te bewaren in zijn eigen “Christelijke Kerk van Pella”. Al vroeg na de vestiging te Pella hadden enkele kolonisten de grondslag gelegd voor een “Gereformeerde Kerk”. Toen er in 1856 een grote scheuring ontstond in de gemeente van Scholte (een geschil over het bouwterrein voor de kerk), lukte het Van Raalte om het afgescheurde gedeelte te verenigen met de al vroege (in 1854), uitgetredenen, tot de “Protestant Reformed Dutch Church” te Pella, de “Eerste Gemeente” die vruchtbare moeder werd van de verscheidene andere kerken in en rondom het huidige Pella. Scholte predikte eerst voor het hem getrouwe gedeelte in een schuur. Later bouwde hij op eigen kosten een kerkgebouw waar boven het portaal met grote letters stond: “In Deo Spes Nostra et Refugium” (In God is onze hoop en toevlucht). Dit was de lijfspreuk van Scholte. De in dit gebouw samenkomende gemeente floreerde echter niet. Al een jaar na de dood van Scholte werd zij ontbonden. Zijn kerkelijke idealen zijn dus in rook opgegaan.

    7 Chiliasme (v.Gr. Chilias=duizendtal) of millenaris is de aanduiding van de verwachting van het in Openbaring 20 beschreven Duizendjarig Rijk. Reeds in de vroege kerk keerde men zich meer en meer tegen deze chiliastische gedachte. Onder andere vanwege de hantering ervan in de beweging van het montanisme en ook door het verzet van de Griekse geest tegen dergelijke concrete Joodse voorspellingen. Bestrijders van het chiliasme waren o.a. de gnostici en Orgines. Deze laatste gaf aan het visioen van Openbaring 20 een geestelijke, allegorische verklaring. Voor Aurelius Augustinus zijn de kerk en het Duizendjarig Rijk identiek; de ‘eerste opstanding’ duidt op de bekering, de geestelijke overgang uit de dood tot het leven. Deze uitleg van Augustinus is tot op heden bepalend geweest voor de meeste christelijke theologen.

  • 18

    Politiek leven

    Wat Scholte vooral schaadde in zijn geestelijke invloed was zijn toewijding aan het politieke leven en streven. Gedurende het midden van 19e eeuw was er in de Verenigde Staten een burgeroorlog over de slavernij. De slavernij werd voorgestaan door de Democraten, en tegengestaan door de Republikeinen. Scholte mengde zich in deze strijd. Eerst als kampioen der Democraten, door redevoeringen (o.a. in Michigan in 1856) en vooral door middel van zijn in 1855 opgerichte Pella Gazette. Dit was een weekblad dat bijna uitsluitend in het Engels door hem werd uitgegeven. Hij meende dat de door de Republikeinen voorgestelde vrijmaking van de slaven de Unie in duigen zou uiteenvallen. Later werd hij plotseling zelf Republikein en als zodanig was hij gedelegeerde op de Nationale Conventie van 1860. Deze conventie stelde Lincoln tot kandidaat voor het presidentschap. Trouwens, heel het optreden van Scholte in de politiek werd veroordeeld door veel kolonisten in Michigan en Iowa. Langzamerhand verloor Scholte zijn ijver voor de politiek, die in Amerika, net als elders, ook een ‘vuile kant’ heeft. Hij zette zich meer en meer toe op geestelijke nevenactiviteiten.

    De laatste jaren

    Van september 1866 tot aan zijn dood was hij redacteur van het maandblad “De Toekomst”. Hij vulde dit blad met degelijke schriftstudie, waarin uitkwam wat Scholte in mei 1866 schreef aan ds. J.H. Budding: “De waarheid van de personele en zichtbare wederkomst van Christus is mij meer en meer dierbaar geworden en bemoedigd mij onder alle beproeving en teleurstelling.” Hij achtte dit het “oordeel zijner vroegere medestrijders in Nederland” over hem te zijn. Hij drukt dit uit in deze veelzeggende woorden: “Wat mijn stand in betrekking tot de dingen van Gods koninkrijk betreft; ik heb dat zo duidelijk mogelijk uitgedrukt in het naschrift van de nieuwe uitgave der Officiële stukken betreffende de Afscheiding8. Ik heb wel gemerkt dat dit Naschrift niet zeer in den smaak der Afgescheidene predikanten in Nederland geweest is, en ik twijfel niet of zij zouden mij in hun preekstoelen verbieden, wanneer ik ooit in Nederland terugkwam”.

    Van zijn in 1857 genoemde plan om met zijn gezin het oude Vaderland eens te bezoeken, is niets terecht gekomen. In de zomer 1868 werd Scholte ziek. Tegen de avond van 25 augustus begon hij te klagen over pijn in de zij. Binnen een paar minuten was de vroeger zo sterke en rusteloos werkende man overleden. In zijn – nog steeds in Pella aanwezige – kapitale woning stierf Hendrik Scholte in de ouderdom van 62 jaar en 11 maanden. Nog kort voor zijn sterven zong hij uit volle borst: “Geloofd zij God met diepst ontzag” (Psalm 68:10). Zijn lijfspreuk (In God is onze hoop en toevlucht) bleef ook daar zijn getuigenis. Hij is bijgezet op de begraafplaats waar al de leden van de familie Scholte (met één uitzondering) “rusten tot den dag van des Heeren toekomst”.

    8 Een uitgave van 1863 te Kampen

  • 19

    Pella, Marion, Iowa, USA

    Pella

    Het huidige Pella bevat nog steeds alle kenmerken van de Nederlandse oorsprong. Een kenmerkende weergave vind u op de hiernaast opgenomen afbeelding van Molengracht Canal in Central Business District van Pella9. Molens, tulpen en klompen zijn in Pella soms nog gewoner als in Nederland zelf. Het stadje kent een groot aantal inwoners met Nederlandse voorouders, afstammelingen van de groep emigranten onder leiding van de predikant Hendrik Peter Scholte. Er is een Hollands openluchtmuseum gevestigd, compleet met een grote stellingmolen, de 'Vermeer Mill'. Er wordt Pella-Nederlands gesproken: een dialect gebaseerd op het Zuid-Gelders. In 2010 had het volgens de volkstelling

    10.352 inwoners verdeeld over 3.735 huishoudens en een oppervlakte van 22,61 km².

    Pella herbergt een aantal bezienswaardigheden. De belangrijkste is waarschijnlijk The Vermeer Mill. Deze molen is volledig operationeel en in de stijl van 1850 gebouwd. In deze 41 meter hoge molen wordt nog steeds graan tot bloem vermalen met alleen het gebruik van windkracht. Het is de grootste nog werkende windmolen van de Verenigde staten. Ook de afbeelding van deze molen is afkomstig van de Engelstalige versie van Wikipedia10. Op het jaarlijkse Tulip Time Festical wordt de Nederlandse afkomst van Pella gevierd. Op dit festival zijn onder andere tulpentuinen en Hollandse kostuums te zien. Eén en ander met Nederlandse voorstelling, demonstraties van hobbyisten, muziek en voedsel. Een specialiteit van Pella is dan de daar als Dutch letter genoemde banketletter, zoals we die hier in Nederland kennen als banketletter in de tijd van Sinterklaas11. Ook zijn er op dit festival dagelijks parades. Het 3-daagse festival wordt gehouden op de donderdag, vrijdag en zaterdag van het eerste weekend in mei. In 2010 is het wereldrecord klompendansen gebroken door 2.600 mensen die dit zes minuten lang gelijktijdig deden.

    Marion County

    Pella is onderdeel van Marion County. Marion is vernoemd naar Francis Marion, een brigade-generaal uit Zuid-Carolina in de Amerikaans burgeroorlog. Een county in de Verenigde Staten is een lokale overheid die een niveau lager is dan de staat (zeg maar provicie), maar een stap hoger dan een township (zeg maar gemeente). Marion County heeft een landoppervlakte van 1.480 km² en telt 33.309 inwoners (volkstelling 2010). De hoofdplaats is Knoxville. Daarnaast bestaat de de county uit de city’s (op volgorde van inwonertal) Pleasantville, Melcher-Dallas, Bussey, Harvey, Hamilton, Swan en Marysville (met slechts 66 inwoners).

    9 Bron: By Dmetz61753 - farshid asassi, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=9770687 10 By Ischa1at nl.wikipedia - Own work, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=8735140 11 De chocoladeletter is weer een specialiteit in de plaats Holland te Michigan.

  • 20

    Als gekeken wordt naar de bevolkingsontwikkeling van Pella ten opzichte van de totale county valt het op, dat Pella 150 jaar geleden nog geen 10% van de bevolking van Marion County betrof. Inmiddels is dat meer dan 30%. Pella is daarmee de grootste plaats van Marion County geworden. De hoofdplaats Knoxville had ter vergelijking in 2010 totaal 7.313 inwoners.

    Iowa

    Iowa is een staat van de Verenigde Staten. "Hawkeye State", zoals de bijnaam luidt heeft als hoofdstad Des Moines, dat grofweg in het midden van de staat ligt. Het gebied dat nu Iowa heet, werd oorspronkelijk bevolkt door Indianenstammen als de Ioway, ook wel Iowa genoemd. Daarna was de regio lang in handen van de Fransen als onderdeel van Louisiana (Nieuw-Frankrijk), vandaar Des Moines. Gedurende enige decennia aan het einde van de 18e eeuw bezat Spanje het gebied. Frankrijk verkocht het uiteindelijk in 1803 aan de Verenigde Staten. Op 28 december 1846 werd Iowa als 29ste staat een onderdeel van de Verenigde Staten. Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog maakte Iowa deel uit van de Unie. De staat Iowa heeft 3,1 miljoen inwoners en beslaat 145.743 km², waarvan 0.71 % water is. Iowa valt onder de Central tijdzone. Iowa grenst in het noorden aan de staat Minnesota, in het westen aan South Dakota en Nebraska, in het oosten aan Wisconsin en Illinois en in het zuiden aan Missouri. De belangrijkste rivieren zijn de Mississippi, die de gehele oostgrens definieert, en de erin uitkomende Des Moines. Ook de Missouri-rivier in het westen, die een groot gedeelte van de westgrens vormt, geldt als belangrijk. Iowa is vrij vlak. Het hoogste punt ligt op 509 m. Aan het hoofd van de uitvoerende macht van de staat staat een gouverneur, die direct gekozen wordt door de kiesgerechtigden in de staat. In 2011 was Terry Branstad van de Republikeinse Partij verkozen tot gouverneur van de staat Iowa. Hij bekleedde die functie ook al tussen 1983 en 1999. Recent (november 2016) is de republikein Terry E. Branstad verkozen tot gouveneur.De wetgevende macht bestaat uit het Huis van Afgevaardigden van Iowa (Iowa House of Representatives) met 100 leden en de Senaat van Iowa (Iowa Senate) met 50 leden. Iowa wordt bij de presidentsverkiezingen gezien als een “swing-state”.

    0

    10000

    20000

    30000

    40000

    1840 1860 1880 1900 1920 1940 1960 1980 2000 2020

    Inwoners Pella en totaal Marion County

    inwoners Pella inwoners Marion County

  • 21

    Nederlandse naamdragers. Hoewel er een aantal naamdragers naar de Verenigde Staten van Amerika verhuisden, zijn er natuurlijk vooral in Nederland nakomelingen van Willem Dercksen Bakker te vinden. Hierna volgt een statistisch overzicht van de aanwezigheid van deze naam in Nederland in 1947 en 2007.

    In de verwarring rond achternamen in 1811/1812 zijn er ook naamdragers geweest, waarvan de relatief eenvoudige naam Van Roekel toch nog verbasterd werd naar Van Roekelen, Van Roekelt of Van Roeking/Roekink. Zo heeft bijvoorbeeld de op 16 mei 1785 te Wageningen gedoopte zoon Willem van Jacobus van Roekel en Maaijke Hovestad de naam Van Roekelen gevoerd. Deze naam is nog tot 1940 (in de stad Utrecht) terug te vinden in openbare akten van de burgelijke stand. In 1947 waren er in de provincie Utrecht nog 8 naamdragers en in 2007 ook nog totaal 8 verdeeld over de gemeenten Utrecht, Nieuwegein en De Bilt. (Deze naamdragers zijn - hoewel nakomelingen van Willem Dercksen Backer - niet meegeteld in onderstaande statistische informatie.) Daarnaast zijn een aantal personen in de burgerlijke stand terecht gekomen met de naam van Boekel. Dit werd echter veelal later rechtgetrokken.

    In de gegevens van het voormalige Meertens Instituut werd onder andere bijgehouden hoeveel dragers van een bepaalde achternaam in de provincies of gemeenten van Nederland woonden. Zij hebben daarbij twee peilmomenten gehad.

    Volkstelling van 31 mei 1947

    Het eerste peilmoment betrof de volkstelling die is gehouden op 31 mei 1947. Deze zogenoemde 12e volkstelling geeft voor wat betreft de naam Van Roekel het volgende beeld over de provincies:

    Opgemerkt wordt, dat daarbij voor gehuwde vrouwen gold, dat zij meegeteld werden met hun meisjesnaam. Het betreft dus in alle gevallen personen die als Van Roekel werden geboren. Hierin is overduidelijk te zien, dat het merendeel van de dragers van deze naam toen woonden in de provincie

  • 22

    Gelderland. Er waren toen 485 Gelderse Van Roekels. Dit was ruim 63% van het totaal aantal van 768 naamdragers in Nederland. Dat Utrecht ook een hoog aantal heeft spreekt gezien de ligging van Bennekom en de oriëntatie op Veenendaal van een deel van de bevolking van Bennekom ook nog eenvoudig te verklaren. Opvallend is het hoge aantal naamdragers in de provincie Limburg. Dit heeft onder andere te maken met het gegeven dat een aantal Van Roekels naar Limburg trokken om in de mijnbouw te gaan werken. Een voorbeeld hiervan is Hendricus van Roekel (*1873 - †1923) die met zijn gezin naar Limburg trok, een tijdje in Duitsland (Alstaden in het Ruhrgebied) verbleef en weer terugkeerde om zich als mijnwerker in Hoensbroek te vestigen. De drie als CBR (Centraal Bevolkingsregister) getelde naamdragers hadden betrekking op Van Roekels zonder vaste woonplaats. Dit zijn voornamelijk scheepslieden (en wellicht woonwagenbewoners).

    Basisregistratie Personen (BRP) van 2007

    Het tweede peilmoment was het jaar 2007. Vanuit de Basisregistratie Personen is toen een databank gevuld met alle achternamen, waar gekeken werd naar de naamdragers per gemeente. Van de gemeenten waar 1 tot 4 naamdragers met de naam Van Roekel woonden, werd daarbij niet het aantal vermeld. Daardoor is het moeilijk om met exacte cijfers te werken, maar omdat het hier gaat om de laagste aantallen zijn de verschillen niet zo heel groot. Een nadere analyse leert dat er toen in Gelderland tussen de 876 en 921 Van Roekels woonden. Het gemiddelde is dan 898,5 dragers van de naam Van Roekel in Gelderland. Dat is ruim 57% van de in Nederland wonende 1.568 Van Roekels.

    We zien dus, dat de Van Roekels verder uitgewaaierd zijn over Nederland.

  • 23

    In Friesland woonde bijvoorbeeld in 1947 nog geen enkele Van Roekel. In 2007 werden zij inmiddels in 6 gemeenten aangetroffen, waar er minder dan 5 per gemeente woonachtig waren. Een gegeven wat wel één op één vergelijkbaar blijft zijn de inwoners van de grote steden. In Amsterdam woonde in 1947 34 Van Roekels. In 2007 waren dat er nog 21. In Den Haag woonde in 1947 22 Van Roekels. In 2007 waren dat er 14. In Rotterdam woonde in 1947 4 Van Roekels. In 2007 waren dat er 15. Over het geheel genomen er in 1947 7,8% in één van deze grote steden. In 2007 was dat percentage nog maar 3,2%. Met statistiek kun je van alles bewijzen. Bij deze: “Van Roekels zijn geen stadsmensen.”

  • 24

    Nageslacht van Willem Dercksen Backer In de hierna volgende informatie over het nageslacht van Willem Dercksen Backer heb ik als minimaal uitgangspunt genomen, dat elke akte in de burgerlijke stand werd gezocht waarin de naam Van Roekel voorkwam. Daarmee is van elke naamdrager de eigen geboorte-, huwelijks- en overlijdensakte gezocht, maar ook die van de kinderen van deze naamdrager. Zo komen de kinderen van de vrouwelijke Van Roekels - hoewel zij andere achternamen hebben - in dit overzicht, maar kan daarna de lijn worden gestopt. Omdat ik echter meer onderzoeken heb gedaan en in dit overzicht alle gevonden nakomelingen van een aantal lijnen het verdere nageslacht getoond. Vooral doordat in dezelfde database ook het voorgeslacht van mijn kinderen is verwerkt.

    Achter de namen van Willem Dercksen Backer en een aantal van zijn nakomelingen ziet u tussen rechte haken een code staan. Deze code verwijst naar het nummer van plek waar deze persoon - eventueel voor de eerste keer - in de kwartierstaat van mijn eigen kinderen verschijnen. Zo zien we dat bijvoorbeeld bij een kleindochter van Willem Dercksen Backer. Nieske Gerrits van Roekel [267] was een voorouder van Frans van Steenbeek én van Jan Vlastuin (beide grootvader van mijn kinderen). Zij komt in de kwartierstaat van mijn kinderen voor op de plek 267, maar ook op de plek 883.

    Blauwe nummers achter de gegevens van kinderen van een persoon uit een bepaalde generatie verwijzen naar nadere informatie van dat kind in een volgende generatie. Deze nummers werken in dit pdf-bestand niet als hyperlink. Deze publicatie is niet bedoeld als een historische roman, maar als een doorzoekbaar document, waarin de nodige verhalen zijn verwerkt.

    Het overzicht begint natuurlijk bij de stamvader Willem Dercksen Backer en zijn vermoedelijke echtgenote Jantjen Geurtsen. Het eindigt met een alphabetische index.

    1 Willem Dercksen Backer [1068] is geboren omstreeks 1645. Notitie bij Willem: Willem Dercksen wordt ook wel Willem Backer genoemd. De naam van de echtgenote is niet geheel zeker. Waarschijnlijk is deze Willem identiek aan Willem Deckers, die met zijn vrouw Jantjen Geurtsen een huis, hof en bouwland, zoals zij die al gebruiken, kopen, gelegen onder Wageningen, met een stuk land, groot 1 en een half schepel gezaais, nabij de Bennekomseweg in Wageningen. (08-04-1695) In 1709 pacht hij een perceel van de Bennekomse Kerk. Hij wordt in het pachtregister zowel Willem Backer als Willem Dercksen genoemd. Hij blijft pachter tot 1721. In hetzelfde pachtregister staat hij ook borg voor zijn zoon Gerrit, die op zijn beurt weer borg staat voor zijn vader. Willem is de stamvader van alle thans nog levenden die de naam "Van Roekel" of “Van Roekelen” dragen. Ook van hen van wie de naam door emigratie is veranderd in "Vanroekel" of "VanRoekel". Dit laatste heeft vooral betrekking op personen die - al of niet gedwongen door de aardappelziekte - vanaf het midden van de 19e eeuw naar Amerika vertrokken. Zoon Gerrit wordt bij zijn huwelijk Gerrit Willemsen van Roekel genoemd. In het trouw- en doopboek van Bennekom is dat daarmee de eerste vermelding van die naam. De volgende vermelding is het overlijden van de vrouw van Jan van Roekel in Wageningen (NN van Wijck begraven in maart 1708). Of er een verband is tussen deze Jan en Willem Dercksen Backer (de vader van Gerrit) is onduidelijk. In Wageningen vinden we nog een niet aan Willem verbonden Van Roekel in de persoon Willemina als overleden partner van Roelof Staaring die op 07-07-1742 hertrouwd met Willemina van den Heuvel (weduwe van Johannes Snijders). Mogelijk was zij een dochter van de eerder genoemde Jan van Roekel. Verder vinden we in Ede op 10 mei 1749 het begraven van Jan Hendriksen van Roekel. Beroep: Bakker

    Functie: van 1685 tot 1690

    Buurtmeester (van de Bovenbuurt te Bennekom waar hij woonde)

    [bron: Buurtboek van Bennekom (G. van Roekel 1998 ISBN 9076061165)]

    Willem trouwde met [waarschijnlijk] Jantjen Geurtsen [1069]. Kinderen van Willem en Jantjen:

  • 25

    1 Gerrit Willems van Roekel [534]. Volgt 1.1. 2 Jacob Willemse van Roekel [640], geboren omstreeks 1675. Volgt 1.2. 1.1 Gerrit Willems van Roekel [534], zoon van Willem Dercksen Backer [1068] (zie 1) en Jantjen Geurtsen [1069]. Gerrit is overleden op zaterdag 22 januari 1757 in Bennekom. Hij is begraven op vrijdag 28 januari 1757 in Bennekom. Notitie bij Gerrit: Gerrit en zijn vrouw kopen een huis en hof met de halve sloot in het dorp Bennekom (’belandt oostwaerts de straat, westwaerts Geurt Buijs, zuidwaerts Cornelis van Oort en noordwaerts de armen van Bennekom’) [bron: ORA Veluwe, nr. 822, fol. 15 d.d. 14-05-1736]. Gerrit wordt evenals zijn vader genoemd als pachter van kerkelanden in Bennekom. Staat bij sterven genoemd als Gerrit Backer. Gerrit trouwde op zondag 29 maart 1705 in Bennekom met Anneken Willems [535]. Notitie bij het huwelijk van Gerrit en Anneken: Beiden woonden in Bennekom. Het kan zijn dat zij evenals haar schoonzuster uit de buurt van Voorst kwam. Zij zou dan een dochter kunnen zijn van Willem Derkx en Marrijtje die op 24 juli 1687 hun dochter Anneken laten dopen. Mede gezien de naam van de tweede dochter is dat niet uitgesloten, maar ook niet zeker. Anneken is overleden op zondag 27 maart 1746 in Bennekom. Zij is begraven op zaterdag 2 april 1746 in Bennekom. Kinderen van Gerrit en Anneken: 1 Nieske Gerrits van Roekel [267], gedoopt op zondag 15 mei 1707 in Bennekom. Volgt 1.1.1. 2 Marrijtjen Gerritsen Backer van Roekel [1.1.2]. Zij is gedoopt op zondag 5 augustus 1708 in Bennekom. 3 Willem Gerrits van Roekel [970], gedoopt op zondag 24 november 1709 in Bennekom. Volgt 1.1.3. 1.1.1 Nieske Gerrits van Roekel [267], dochter van Gerrit Willems van Roekel [534] (zie 1.1) en Anneken Willems [535]. Zij is gedoopt op zondag 15 mei 1707 in Bennekom. Nieske is overleden op zaterdag 14 mei 1763 in Bennekom, 55 jaar oud. Religie: vanaf 1731 Lidmaat [bron: Lidmatenregister Bennekom] Nieske trouwde, 25 jaar oud, op zondag 7 december 1732 in Renkum met Cornelis Janssen van den Born [266], nadat zij op zondag 16 november 1732 in Bennekom in ondertrouw zijn gegaan. Cornelis is geboren in Renkum, zoon van Jan Jacobsz van de Born [532] en Jenneken van Bleek [533]. Cornelis is overleden op vrijdag 4 mei 1792 in Bennekom. Cornelis trouwde later op maandag 9 juni 1766 in Renkum met Sophija (Sophia) van Binsbergen (1737-1811). Notitie bij Cornelis: Cornelis was waarschijnlijk timmerman. Uit de nalatenschap van Geurt Gerritsen en Evertje Willems ontvangt Cornelis van de Born 15 guldens en 15 stuivers voor drie doodskisten die hij heeft geleverd. Ook komt Cornelis regelmatig voor in de rechterlijke archieven van Veluwe als koper of verkoper van onroerend goed. Zo verkopen Cornelis en Sophia op 02-04-1771 een huis, met hof en schuur en een half molder land aan Willem van den Born en Maritje Everts voor 650 gulden. Het huis was gelegen even buiten het dorp aan de gemene weg. Beroep: Timmerman

    Kinderen van Nieske en Cornelis: 1 Jacobus Cornelissen (Jacob) van den Born, gedoopt op zondag 27 september 1733 in Bennekom. Volgt 1.1.1.1. 2 Anneke Cornelissen van den Born [133], gedoopt op zondag 7 november 1734 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2. 3 Jan Cornelissen van den Born [1.1.1.3]. Hij is gedoopt op maandag 26 december 1735 in Bennekom. 4 Gerrit Cornelissen van den Born, gedoopt op zondag 18 augustus 1737 in Bennekom. Volgt 1.1.1.4. 5 Willem Cornelissen van den Born, gedoopt op zondag 11 oktober 1739 in Bennekom. Volgt 1.1.1.5. 6 Jenneken Cornelissen van den Born, gedoopt op maandag 22 mei 1741 in Bennekom. Volgt 1.1.1.6. 7 Jantien Cornelissen van den Born [1.1.1.7]. Zij is gedoopt op vrijdag 14 februari 1744 in Bennekom. 8 Hendrik Cornelissen van den Born [1.1.1.8]. Hij is gedoopt op zondag 12 september 1745 in Bennekom. 9 Niessien Cornelissen (Niesje) van den Born, gedoopt op dinsdag 19 maart 1748 in Bennekom. Volgt 1.1.1.9. 10 Janna Cornelissen van den Born [1.1.1.10]. Hij is gedoopt op zondag 29 november 1750 in Bennekom.

  • 26

    11 [waarschijnlijk] Gaartien Cornelissen van den Born [1.1.1.11]. Zij is gedoopt na augustus 1751. Notitie bij Gaartien: Mogelijk is dit dezelfde als Geurtje (dochter van Cornelis en Sophija). 1.1.1.1 Jacobus Cornelissen (Jacob) van den Born, zoon van Cornelis Janssen van den Born [266] en Nieske Gerrits van Roekel [267] (zie 1.1.1). Hij is gedoopt op zondag 27 september 1733 in Bennekom. Jacob is overleden op maandag 23 februari 1795 in Renkum, 61 jaar oud. Jacob trouwde, 28 jaar oud, op zondag 5 september 1762 in Renkum met Margrita Stevens. Margrita is geboren in Arnhem, dochter van Steven. Margrita is overleden op woensdag 26 oktober 1808 in Renkum. Zij is begraven op zaterdag 29 oktober 1808 in Renkum. Getuige bij: 06-06-1773 doop Willemina Berends (geb. 1773) [tante vaderszijde]

    Kinderen van Jacob en Margrita: 1 Nieske van den Born, geboren omstreeks 1761 in Renkum. Volgt 1.1.1.1.1. 2 Johanna van den Born, geboren omstreeks 1772 in Renkum. Volgt 1.1.1.1.2. 3 Willemken van den Born [1.1.1.1.3]. Zij is gedoopt op donderdag 25 mei 1775 in Renkum. 4 Hendrina van den Born, gedoopt op dinsdag 6 mei 1777 in Renkum. Volgt 1.1.1.1.4. 1.1.1.1.1 Nieske van den Born is geboren omstreeks 1761 in Renkum, dochter van Jacobus Cornelissen (Jacob) van den Born (zie 1.1.1.1) en Margrita Stevens. Nieske is overleden op vrijdag 2 februari 1816 in Wageningen, ongeveer 55 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op zaterdag 3 februari 1816 [bron: overlijdensakte 7]. Beroep: Naaister

    Nieske trouwde met Ares Vonk. 1.1.1.1.2 Johanna van den Born is geboren omstreeks 1772 in Renkum, dochter van Jacobus Cornelissen (Jacob) van den Born (zie 1.1.1.1) en Margrita Stevens. Johanna is overleden op maandag 28 augustus 1837 in Doorwerth, ongeveer 65 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op dinsdag 29 augustus 1837 [bron: overlijdensakte 12]. Johanna trouwde met Arnoldus Jansen. Arnoldus is overleden vóór maandag 28 augustus 1837. 1.1.1.1.4 Hendrina van den Born, dochter van Jacobus Cornelissen (Jacob) van den Born (zie 1.1.1.1) en Margrita Stevens. Zij is gedoopt op dinsdag 6 mei 1777 in Renkum. Hendrina: (1) trouwde met Hermen van Herkhuizen. (2) trouwde, 34 jaar oud, op donderdag 21 november 1811 in Oosterbeek [bron: huwelijksakte 17] met Willem Janssen, 44 jaar oud. Willem is geboren op zondag 18 oktober 1767 in Voorthuizen, zoon van Jan Janssen en Derkje Jans. Beroep: Landbouwer

    1.1.1.2 Anneke Cornelissen van den Born [133], dochter van Cornelis Janssen van den Born [266] en Nieske Gerrits van Roekel [267] (zie 1.1.1). Zij is gedoopt op zondag 7 november 1734 in Bennekom. Anneke is overleden op zondag 29 maart 1807 in Bennekom, 72 jaar oud. Zij is begraven op donderdag 2 april 1807 in Bennekom. Beroep: Arbeidster

    Anneke trouwde, 25 jaar oud, op zondag 3 februari 1760 in Bennekom met Evert Geurtsen Rooseboom [132], 27 jaar oud, nadat zij op zaterdag 5 januari 1760 in Wageningen in ondertrouw zijn gegaan. Evert is een zoon van Geurt Gerritsen Rooseboom [264] en Cornelia Everts [265]. Hij is gedoopt op zondag 3 augustus 1732 in Bennekom. Evert is overleden op dinsdag 15 januari 1811 in Bennekom, 78 jaar oud. Hij is begraven op zaterdag 19 januari 1811 in Bennekom. Beroep: Daghuurder

    Kinderen van Anneke en Evert:

  • 27

    1 Cornelis Evertse Rozeboom, gedoopt op zondag 15 juni 1760 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.1. 2 Gerritje Evertse Rooseboom, gedoopt op zondag 7 februari 1762 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.2. 3 Cornelia Evertse Rooseboom, gedoopt op zondag 20 november 1763 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.3. 4 Geurt Evertse Roseboom [66], gedoopt op zondag 15 september 1765 in Wageningen. Volgt 1.1.1.2.4. 5 Niesje Evertse (Nieske) Roseboom, gedoopt op zondag 30 augustus 1767 in Wageningen. Volgt 1.1.1.2.5. 6 Hendrik Evertse Rooseboom [1.1.1.2.6]. Hij is gedoopt op zondag 23 april 1769 in Bennekom. 7 Grietje Evertse Roseboom, gedoopt op zondag 1 december 1771 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.7. 8 Hendrik Evertse Rooseboom [1.1.1.2.8], geboren op zaterdag 23 april 1774 in Bennekom. Hij is gedoopt op zondag 1 mei 1774 in Bennekom. 9 Jan Evertse Roseboom, geboren op maandag 18 december 1775 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.9. 10 Jacob Evertse Roseboom, geboren op donderdag 6 november 1777 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.10. 1.1.1.2.1 Cornelis Evertse Rozeboom, zoon van Evert Geurtsen Rooseboom [132] en Anneke Cornelissen van den Born [133] (zie 1.1.1.2). Hij is gedoopt op zondag 15 juni 1760 in Bennekom. Cornelis is overleden op zaterdag 27 juli 1850 om 10:00 in Bennekom, Ede, 90 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op maandag 29 juli 1850 [bron: overlijdensakte 99]. Bij de overlijdensaangifte van Cornelis waren de volgende getuigen aanwezig: Gerrit van de Brink (1798-1854) [zie 1.1.3.2.2.9] en Hendrik Janszoon van Roekel (1799-1877) [zie 1.2.6.5.5]. Cornelis: (1) trouwde, 28 jaar oud, op zondag 22 februari 1789 in Ede met Jantje Janssen, 35 jaar oud. Jantje is geboren in Lunteren, dochter van Jan Jacobsen en Maertje Jans. Zij is gedoopt op zondag 23 december 1753 in Lunteren. Jantje is overleden op vrijdag 20 mei 1796 in Bennekom, 42 jaar oud. Zij is begraven op zaterdag 21 mei 1796 in Bennekom. (2) trouwde met Elsje Geurtsen. Elsje is geboren in Didam, dochter van Geurt Evertze en Willemina Elveringk. Zij is gedoopt op zondag 21 februari 1751 in Didam. Bij de doop van Elsje was de volgende getuige aanwezig: Elske Janssen. Notitie bij de geboorte van Elsje: Doopgetuige Elske Janssen was de grootmoeder. Elsje is overleden op zondag 4 december 1825 om 15:00 in Bennekom, Ede, 74 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op maandag 5 december 1825 [bron: overlijdensakte 97]. Bij de overlijdensaangifte van Elsje waren de volgende getuigen aanwezig: Melis Lubbertsz van Hoeven (1758-1851) en Willem Derks van Roekel (1767-1841) [zie 1.2.6.9] [achterneef van moeder echtgenoot]. Kinderen van Cornelis en Jantje: 1 Maartje Rozeboom, geboren op zaterdag 2 januari 1790 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.1.1. 2 Jantje Rozenboom, geboren op zaterdag 12 november 1791 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.1.2. 1.1.1.2.1.1 Maartje Rozeboom is geboren op zaterdag 2 januari 1790 in Bennekom, dochter van Cornelis Evertse Rozeboom (zie 1.1.1.2.1) en Jantje Janssen. Maartje is overleden op zondag 26 december 1875 in Ede, 85 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op maandag 27 december 1875 [bron: overlijdensakte 279]. Beroep: Spinster

    Maartje trouwde, 25 jaar oud, op vrijdag 29 september 1815 in Bennekom [bron: huwelijksakte 3] met Philip Jacobsen (Fillippus) van den Brink, 39 jaar oud. Fillippus is een zoon van Jacob Arissen en Evertjen Jacobs. Hij is gedoopt op woensdag 18 september 1776 in Bennekom. Notitie bij Fillippus: Philip nam in Ede de naam aan van "Van den Brink" (akte 191). In veel akten wordt Philip ook wel Flips of Filippus genoemd. Beroepen: Dagloner

    Landbouwer

    Kinderen van Maartje en Fillippus: 1 Jantje van den Brink [1.1.1.2.1.1.1], geboren omstreeks 1816 in Bennekom. Jantje is overleden op zondag 25 januari 1829 in Bennekom, Ede, ongeveer 13 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op maandag 26 januari 1829 [bron: overlijdensakte 13].

  • 28

    2 Jacob van den Brink, geboren omstreeks 1817 in Ede. Volgt 1.1.1.2.1.1.2. 3 Cornelia van den Brink, geboren omstreeks 1820 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.1.1.3. 4 NN van den Brink [1.1.1.2.1.1.4], levenloos geboren zoon, geboren op zaterdag 16 juni 1821 in Bennekom, Ede. Van het overlijden is aangifte gedaan op zondag 17 juni 1821 [bron: overlijdensakte 72]. 5 Evertje van den Brink, geboren op vrijdag 2 mei 1823 in Bennekom, Ede. Volgt 1.1.1.2.1.1.5. 6 Elsje van den Brink, geboren omstreeks 1825 in Ede. Volgt 1.1.1.2.1.1.6. 7 Geurt van den Brink [1.1.1.2.1.1.7], geboren omstreeks 1827 in Bennekom. Geurt is overleden op zaterdag 11 juli 1840 in Bennekom, Ede, ongeveer 13 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op maandag 13 juli 1840 [bron: overlijdensakte 106]. 8 Jantje van den Brink, geboren omstreeks 1831 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.1.1.8. 9 Hendrik van den Brink, geboren omstreeks 1834 in Bennekom, Ede. Volgt 1.1.1.2.1.1.9. 1.1.1.2.1.1.2 Jacob van den Brink is geboren omstreeks 1817 in Ede, zoon van Philip Jacobsen (Fillippus) van den Brink en Maartje Rozeboom (zie 1.1.1.2.1.1). Jacob is overleden op donderdag 13 december 1900 in Arnhem, ongeveer 83 jaar oud. Beroep: Boerenknecht

    Jacob trouwde, ongeveer 26 jaar oud, op zaterdag 23 december 1843 in Ede [bron: huwelijksakte 56] met Gerritje van Silfhout, ongeveer 24 jaar oud. Zie 1.2.2.1.10.2 voor persoonsgegevens van Gerritje. 1.1.1.2.1.1.3 Cornelia van den Brink is geboren omstreeks 1820 in Bennekom, dochter van Philip Jacobsen (Fillippus) van den Brink en Maartje Rozeboom (zie 1.1.1.2.1.1). Cornelia is overleden op maandag 17 september 1906 in Ede, ongeveer 86 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op maandag 17 september 1906 [bron: overlijdensakte 191]. Beroepen: Landbouwster [bron: huwelijksakte dochter Hendrikje] Boerenmeid

    Cornelia trouwde, ongeveer 21 jaar oud, op zaterdag 15 mei 1841 in Ede [bron: huwelijksakte 22] met Gerrit van Holland, 24 jaar oud. Gerrit is geboren op vrijdag 7 februari 1817 in Bennekom, zoon van Derk Gerritse (Dirk) van Holland en Hendrikje Mannesse (Heintje) Geesing. Gerrit is overleden op woensdag 6 oktober 1858 in Bennekom, Ede, 41 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op donderdag 7 oktober 1858 [bron: overlijdensakte 182]. Beroepen: Arbeider

    Landbouwer

    Kinderen van Cornelia en Gerrit: 1 Hendrikje van Holland, geboren omstreeks 1843 in Ede. Hendrikje is overleden op dinsdag 24 november 1925 in Ede, ongeveer 82 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op woensdag 25 november 1925 [bron: overlijdensakte 266]. Beroepen: Boerenmeid

    Landbouwster (Was toen enige jaren weduwe) [bron: huwelijksakte zoon Arnoldus]Hendrikje trouwde, ongeveer 27 jaar oud, op zaterdag 5 maart 1870 in Ede [bron: huwelijksakte 11] met Leendert Jacobs, ongeveer 29 jaar oud. Leendert is geboren omstreeks 1841 in Bennekom, Ede, zoon van Arnoldus Jacobs en Neeltje van de Craats. Leendert is overleden op dinsdag 17 maart 1891 in Ede, ongeveer 50 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op dinsdag 17 maart 1891 [bron: overlijdensakte 85]. Beroepen: Arbeider

    Landbouwer

    2 Fijtje van Holland, geboren omstreeks 1844 in Ede. Fijtje trouwde, ongeveer 37 jaar oud, op donderdag 18 augustus 1881 in Rhenen [bron: huwelijksakte 25] met Jan van Holland, ongeveer 40 jaar oud. Jan is geboren omstreeks 1841 in Rhenen, zoon van Harmanus van Holland en Toontje van Roest. Jan is weduwnaar van Hermina Alink (±1844-vóór 1881), met wie hij trouwde op woensdag 12 juni 1867 in Rhenen [bron: huwelijksakte 23].

  • 29

    3 Derkje van Holland, geboren omstreeks 1848 in Bennekom, Ede. Derkje is overleden op donderdag 27 augustus 1896 in Ede, ongeveer 48 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op vrijdag 28 augustus 1896 [bron: overlijdensakte 182]. Beroep: Boerenmeid

    Derkje trouwde, ongeveer 22 jaar oud, op zaterdag 5 november 1870 in Ede [bron: huwelijksakte 54] met Rijk Vermeer, ongeveer 26 jaar oud. Rijk is geboren omstreeks 1844 in Ede, zoon van Arnoldus Vermeer en Jannetje Braafhart. Beroep: Boerenknecht

    4 Marinus van Holland, geboren omstreeks 1852 in Ede. Beroep: Arbeider

    Marinus trouwde, ongeveer 25 jaar oud, op zaterdag 12 mei 1877 in Valburg [bron: huwelijksakte 16] met Gerritje Verkuil, ongeveer 30 jaar oud. Gerritje is geboren omstreeks 1847 in Herveld, dochter van Hendrik Verkuil en Gerritje Hendrica Peters. 5 Geurtje van Holland, geboren omstreeks 1856 in Ede. Geurtje is overleden op maandag 5 mei 1924 in Ede, ongeveer 68 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op dinsdag 6 mei 1924 [bron: overlijdensakte 109]. Geurtje trouwde, ongeveer 35 jaar oud, op zaterdag 11 april 1891 in Ede [bron: huwelijksakte 25] met Evert van Bemmel, ongeveer 31 jaar oud. Zie 1.2.5.2.1.1.3,2 voor persoonsgegevens van Evert. 6 Derk van Holland, geboren omstreeks 1858 in Ede. Derk is overleden op donderdag 10 januari 1924 in Ede, ongeveer 66 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op donderdag 10 januari 1924 [bron: overlijdensakte 10]. Beroep: Arbeider

    Derk trouwde, o