Ws Waalstand 2013 februari

17
relatiemagazine, februari 2013 JE MoET oUTPErForMEn Johan Krijgsman Waal DoorDrenkt met passie HET niEUwE bankiErEn draaiT niET MEEr oM gEld scHUiVEn Coert Beerman Rabobank Rotterdam waal in gEsPrEk MET diMiTri roEls Vlaamsch Broodhuys cocrEaTiE aVanT la lETTrE Pi de Bruijn De Architekten Cie 1 ws

Transcript of Ws Waalstand 2013 februari

Page 1: Ws Waalstand 2013 februari

r e l a t i e m a g a z i n e , f e b r u a r i 2 0 1 3

JE MoET oUTPErForMEnJohan Krijgsman

Waal

DoorDrenkt met passie

HET niEUwE bankiErEn draaiT niET MEEr oM gEld scHUiVEnCoert Beerman

Rabobank Rotterdam

waal in gEsPrEk MET diMiTri roElsVlaamsch Broodhuys

cocrEaTiE aVanT la lETTrEPi de Bruijn

De Architekten Cie

1ws

Page 2: Ws Waalstand 2013 februari

4

8

10

22

14

28

bOUwERsiN sPagaaT

Of misschien ligt het wel aan mij, dat ik

het idee heb dat het niet hard genoeg

gaat. Wat is nu eigenlijk de stand van

zaken? Die vraag lag op tafel toen we

deze editie - de eerste - van ons

vernieuwde relatiemagazine ‘WS’

bespraken. De antwoorden op die vraag

vindt u terug in de inhoud, uit heel

uiteenlopende monden. Conclusie:

iedereen ziet de noodzaak in van

verandering. We staan allemaal

enthousiast ons verhaal te doen in

koplopersgroepen voor ketenintegratie

en op netwerkbijeenkomsten. Maar

één voor één merken we elke dag de

spagaat waar we als bouwer in zitten. Je

wilt aan de ene kant waarde toevoegen

in de keten, zodat je je onderscheidend

vermogen in de markt duidelijk maakt en

partijen je weten te vinden. Aan de

andere kant is nog steeds de laagste

prijs de enige parameter die telt. Of het

gaat in een aanbesteding om de EMVI,

de Economisch Meest Voordelige

Inschrijving, waarin de echte prestatie-

indicatoren voor innoveren ontbreken.

Die aanpak werkt innovatie niet in

de hand.

Misschien willen we te veel ineens.

Procedures veranderen is niets

vergeleken bij een cultuur veranderen.

En daar staan we voor. Cultuur is ook

visie ontwikkelen, strategie opstellen en

implementeren. Goed of soms met een

kanttekening. Lees verder en vorm

uw eigen opinie!

Johan Krijgsman

Innovatieve bouwer

“De bouw moet anders”, wordt vaak geroepen.

Ik zeg dan altijd: “Nee, de bouw gáát al anders.”

Alleen gaat het niet altijd even hard.

cOlOFON

WS is een uitgave voor alle relaties van Waal.

TekstenJan Luyendijk

FotografieMichael van OostenKees StuipFrank KraftErno Wientjens

EindredactieJohan KrijgsmanJanneke Alblas

Concept en productieWubbe CC, Delft

WaalSchiedamsedijk 22Postbus 1653130 AD VlaardingenTel. 010 - 248 28 [email protected]

4 Alleen de entourage doet al watertanden Dimitri Roels

6 Cocreatie avant la lettre Pi de Bruijn

8 Het Nieuwe Bankieren draait niet meer om geld schuiven Coert Beerman

10 Je moet outperformen Johan Krijgsman

12 Marktpartijen weten het beste wat er leeft Hans Versluijs

13 Column: Na de crisis Hennes de Ridder

14 Klein is het nieuwe groot Phillip Smits

16 De zorg voor een andere manier van samenwerken Guus Verduijn

18 Nieuw aan de horizon: De Kameleon

19 Kan het beter goedkoper of efficienter? Henk Lammers

20 10 vragen aan Marjet Rutten

22 De nieuwe werkelijkheid is er gewoon Henk Homberg

24 Nieuw aan de horizon: De Furie

25 MaakiQ Daan van Norel, Ebert van der Wal en Joris Raaijmaakers

26 Het Nieuwe Calculeren Joris van der Velden

27 Nieuw aan de horizon: MFA Oudeland

28 Op herhaling bij de FD Gazellen

29 Nieuw aan de horizon: Centrumplan en Sint Jan de Doper

30 Een beter product voor Woonplus

31 Nieuw aan de horizon: De Duinpieper

31 Overlevingspakken voor KNRM

32 Waal.nl/nieuws

3ws

Page 3: Ws Waalstand 2013 februari

Het idee voor een nieuw

businessconcept ligt soms

op straat. Als kok Dimitri Roels

in Parijs zuurdesembrood

proeft, is hij verkocht.

Hij moet en zal het brood

ook in Nederland gaan

introduceren. Het is het begin

van een succesformule:

het Vlaamsch Broodhuys.

Het is een concept dat perfect past in de

hang naar authenticiteit van vandaag.

Maar beschuldig eigenaar Dimitri Roels er

niet van dat hij een slimme marketing-

jongen is die boven op de Zeitgeist zit.

“Achteraf is het een schot in de roos

gebleken. Je ziet het aan het aantal

ambachtelijke bakkerijen dat als

paddenstoelen uit de grond schiet. Het is

gewoon toeval dat we zijn begonnen in

een tijd waarin eco hoogtij ging vieren.

Je had eerst 9/11, toen kwam die crisis er

nog eens overheen. Daardoor is er hang

naar authenticiteit ontstaan. Wij faciliteren

dat gevoel met een oprecht verhaal.

Natuurlijk zijn we óók ondernemers en

willen we ook geld verdienen, maar niet

ten koste van alles.”

al de entourage doet watertanden. “Onze

inspiratie halen we uit cosmopolitische

steden als Londen en New York. Maar we

leveren ook aan de tophoreca. Dat zijn

toppers, die zijn zó met hun vak bezig dat

je daar vanzelf geïnspireerd van raakt.”

‘Beleving’ is het sleutelwoord voor de

toekomst. “Mensen weten dat we

excellent brood bakken en dat de

entourage goed is. Dan moet ook het

serviceniveau kloppen. Als mensen naar

buiten stappen, moeten ze zeggen:

leuke winkel, maar vooral wát een service,

dat zie je nergens meer. Daar ga je op

termijn de oorlog mee winnen.” Die

beleving mist hij bij andere ondernemers.

“Ik spreek regelmatig andere ondernemers

die vaak vele malen groter zijn. Dan kan ik

wel eens jaloers zijn op hun perfecte

organisatie. Maar zij missen altijd wat wij

hebben: een mooi product dat met

passie wordt gemaakt. Ons product is

ervan doordrenkt. Vraag jezelf regelmatig

af: waarom doen we het altijd zoals het

nu gaat? Ik heb het er wel eens over met

een bevriende aannemer. Dan verbaas ik

me er altijd over hoe inefficiënt de bouw

georganiseerd is en wat er verspild wordt.”

Verziekte brancheAuthentiek. Eerlijk. Puur. Het zijn woorden

die Dimitri Roels regelmatig gebruikt.

Zoals zuurdesembrood ook ‘eerlijk’ brood

is. Het gisten van het brood is een

natuurlijk proces, door de bacteriën en

schimmels in het deeg. Het levert een

compleet ander brood op dan het brood

dat de gemiddelde Nederlander eet.

Dimitri: “De Nederlandse broodbranche is

verziekt. Van de Nederlandse consumen-

ten eet 85, 90 procent hetzelfde brood.

Dat komt allemaal bij drie, vier grote

fabrieken vandaan. Daar is het niet de

bakker meer die de smaak van het brood

bepaalt, maar de retailer. Brood is er een

volumeproduct geworden. Als je dat nu

eens vergelijkt met landen als Frankrijk en

België: daar koopt 60, 75 procent van de

consumenten nog gewoon bij de warme

bakker. Daar hoort brood nog echt in de

cultuur thuis. Als er in brood ooit een keer

een voedselschandaal komt, dan gaat de

consument misschien weer naar de

specialisten toe.”

Of naar één van de vestigingen van het

Vlaamsch Broodhuys. Op 24 plaatsen in

de Randstad is het brood te koop. Alleen

authentiekeerlijkpuur

Dimitri RoelsVlaamsch Broodhuys

@VlaamschBrood

4 ws 5ws

Page 4: Ws Waalstand 2013 februari

Nee, met een rondje door een willekeu-

rige nieuwbouwwijk doe je Pi de Bruijn

geen plezier. De inmiddels 70-jarige

architect (“je bent een creatieveling en

dat houdt nooit op”) beziet de

architectuur van de laatste decennia

met gemengde gevoelens. De omslag

in de bouw naar een meer vraaggerichte

aanpak omarmt hij enthousiast.

“De laatste twintig jaar is er enorm veel

gebouwd, maar wel met de focus op

efficiency”, constateert hij. “Ook als

architecten hebben we veel kwaliteit

laten liggen. We moeten weer dichter bij

elkaar komen als bouwpartners, en daar

schaar ik de architecten nadrukkelijk ook

bij. In de ogen van velen zijn wij ver van

het eigenlijke vak af komen te staan. Veel

architecten zijn veredelde ontwerp-

studio’s. Handige jongens met een

computer, die met één druk op de knop

een ander geveltje genereren. Dat is

architectuur van de lopende band. Vaak

beperkte, cynische architectuur, waar

soms een hoop geld mee verdiend is.”

Zelf heeft Pi de Bruijn meer de dialoog met

gebruikers gezocht. De wijk Roombeek in

Enschede, herbouwd na de vuurwerkramp

van 2000, was een schoolvoorbeeld van

cocreatie avant la lettre. Pi de Bruijn:

“Roombeek staat voor afwisseling, het is

geen eenheidsworst. Dat maakt het heel

bijzonder, iedereen valt ervoor. Maar de

traditionele gemeenten en ontwikkelaars

durven deze benadering vaak niet aan.

Ze kiezen liever voor de bestaande aanpak,

want daar zit hun verdienmodel: dènken ze!”

Veel grote projecten sieren zijn cv, als

architect of als supervisor. De Zuidas,

de ArenA Boulevard, de Beurstraverse,

de nieuwbouw van de Tweede Kamer.

Zijn bureau, de Architekten Cie., is flink op

weg in de omslag naar vernieuwing.

“Je moet mensen er wel eens van

overtuigen dat je geen oppervlakkige

vormpjesmaker bent, maar dat je breder

georiënteerd bent. Maar niet altijd

hebben opdrachtgevers daar behoefte

aan. Nog te vaak zijn gebouwen voor hen

uitsluitend financiële producten.”

De AchtSamen met Waal realiseert De Bruijn

in Amsterdam De Acht, een

appartementengebouw in opdracht van

de Maarsen Groep. “Waal is heel

vernieuwend. Voor de grote balkons

kwamen ze bijvoorbeeld met het

idee van verzonken consoles die

worden opgenomen in de balkonplaat.

Ook pasten zij een afzinkkelder toe:

dat was in deze afmetingen nog niet

eerder gebeurd. Heel spectaculair.

In het verleden maakten wij het ontwerp

en bouwde de aannemer het.

Ik zie de nieuwe samenwerking als

een proces met veel meer integratie.

En de toekomst? “Het toverwoord is:

ontwikkelen met een kleinere korrel,

veel meer vraaggestuurd. De gebouwen

worden veel meer maatkostuums.

Dat gaat leiden tot tevreden klanten

en een afwisselend straatbeeld. Het is

een type vastgoed dat in de toekomst

ook zijn waarde zal blijven behouden.”

Zie ook de visie van Monique Maarsen van Maarsen Groep op WaalTV

Bekijk de film over de afzinkkelder van het project De Acht op WaalTV

Pi de BruijnDe Architekten Cie

@architektencie

6 ws 7ws

Page 5: Ws Waalstand 2013 februari

Zie ook Rabobank Portret Coert Beerman

Aan de borreltafel zijn de schuldigen voor de huizencrisis snel

gevonden: de banken. Die verstrekken geen enkele hypotheek

meer. Zo is het toch, directievoorzitter Coert Beerman van

Rabobank Rotterdam? “Mensen reageren inderdaad vaak in de

trant van: is het loket van de bank dicht? Nee integendeel, het

loket is nog steeds open, maar als Rabobank hebben wij te maken

met normen en regels die strenger zijn geworden. En ook wij

hebben met het economisch tij te maken. Die factoren maken het

evident dat wij niet meer één op één hypotheken verstrekken.”

Tegelijkertijd constateert hij dat het aantal aanvragen ook sterk

is gedaald. Coert Beerman: “Hoeveel trek heeft de markt nog om

te kopen? Je kunt het niet allemaal op het bord van de bank

schuiven dat er minder hypotheken worden verstrekt. Er is veel

te lang onduidelijkheid geweest over de hypotheekrenteaftrek en

de overdrachtsbelasting. Dan is de consument niet bereid tot

investeren.” Rabobank Rotterdam is nog een positieve uitschieter,

rekent hij voor. Ons marktaandeel in de regio is gegroeid van

25 naar rond de 35 procent. “Dat betekent dat ons loket vaker

opengaat dan de loketten van andere banken.”

Dubbele petAls bankier heeft hij een dubbele pet op. Enerzijds is hij gebonden

aan de normen en regelgeving, anderzijds is de bank van groot

belang voor de regionale economie. “Een hypotheek is het begin

van een lange keten. Die hypotheek leidt tot vervolgtransacties bij

makelaars, notarissen, schilders, loodgieters, woninginrichters,

noem maar op. Ik ben daarom voor het stimuleren van de

onderkant van de markt. De groep van de eerste starters moeten

wij zo veel mogelijk faciliteren. Als zij weer gaan kopen, komt

ook de rest van de keten op gang. Die doorstroming is

essentieel. Want de markt zit pas echt vast bij de tweede en

derde woningen.”

Andere financieringsvormen Banken zouden zich ook moeten gaan oriënteren op andere

financieringsvormen, oppert hij. “Het nieuwe bankieren zal in de

toekomst niet altijd meer draaien om het schuiven van geld.

Er zal op een meer creatieve wijze moeten worden omgegaan

met een financieringsaanvraag. Er is bijvoorbeeld heel veel

spaargeld in de markt. Kunnen wij spaarders niet interesseren

voor crowd funding, met andere woorden: om te beleggen in

hypotheken?” De pijn zit vooral in het hier en nu. “Tot en met

2016 is er een tekort van 127.000 woningen. Er is bovendien een

scheve woningvoorraad. Laten wij vooral vraaggestuurd te werk

gaan. Er komen meer eenpersoonshuishoudens, mensen stellen

andere eisen. Een appartement zonder balkon verkoopt niet.

Onlangs was er ophef over de zogenoemde halalwoning in

Amsterdam. Nou en? Als de markt daar om vraagt, dan dienen wij

daar naar te luisteren. Dat is een tijdlang niet gebeurd. Het idee

leefde in de markt: wij hebben een stuk grond, wij gaan bouwen

en de kopers komen vanzelf. Dat is voorbij.”

Coert BeermanRabobank Rotterdam

@Raborotterdam

8 ws 9ws

Page 6: Ws Waalstand 2013 februari

Integrale verantwoordelijkheidMaar ketenintegratie kan ook succesvol zijn aan de vóórkant van

het traject. Johan Krijgsman: “Dan neem je als bouwer de

verantwoording voor onderaannemers, architecten, constructeurs

en bouwfysici. Die gaan in de maakketen onder regie van de

aannemer opereren. Nu wil de opdrachtgever dat nog allemaal

bij zich houden, maar het stimuleert niet de innovatie in de sector.

In de toekomst zal een opdrachtgever de integrale verantwoorde-

lijkheid kwijt willen, maar ook alle risico’s zoals de ontwerprisico’s.

Het komt nu al voor dat wij een polis afsluiten voor de ontwerp-

verantwoording in geval van constructieve of bouwfysische

fouten in het ontwerp. Maar in het huidige model klopt dat niet.

Als je verantwoordelijkheid toeneemt en je risico’s stijgen, moet

je daarvoor worden beloond.”

Twee groentekramenIn de laatste jaren heeft Waal afscheid genomen van een groot

aantal toeleveranciers. “Onvermijdelijk om innovatie ruim baan

te geven”, zegt Krijgsman. “Anders kun je niet projectoverstijgend

werken en je werkplannen steeds beter maken. Dat betekent

voor een opdrachtgever niet dat hij altijd maar met diezelfde

bouwpartner moet werken. Hij kan heel goed met meerdere

ketens samenwerken. Op elke markt staan ook twee groente-

kramen naast elkaar. Dat houdt de markt mooi in evenwicht.

Als de insteek maar niet de laagste prijs is, want dan krijg je weer

die vechtcultuur. Die waardecreatie krijg je pas als je kennis en

kunde van alle partners samenvoegt. Als je daarin slaagt, kun

je duurzame continuïteit bieden. Daar heb je misschien wel

vijf stappen voor nodig. Als ik eerlijk ben, hebben we pas de

eerste stap gezet.”

Afzetrisico bottleneckDe ontwikkelende bouwer van de toekomst moet misschien

nog wel een stapje verder gaan. Waarom zou die bouwer

ook niet een rol gaan spelen in het verkooptraject? Johan

Krijgsman sluit het niet uit. “Het afzetrisico is nu nog de grootste

bottleneck om te gaan bouwen. We kunnen dat risico voor

een initiatiefnemer verkleinen. Ik ben ervan overtuigd dat

een goede woning op de juiste plek altijd wordt verkocht.

Dat zien we nu ook bij een project in Leidschendam, dat we

zonder makelaar en zonder reclamebureau ‘branden’.

We laden de locatie, we ontsluiten het proces via internet,

we zijn bezig met het werven van ambassadeurs. Zo hebben

we een groep mensen gemobiliseerd die we meenemen

in klantenpanels. Zij hebben invloed op het plan. Het resultaat

is dat we nu al tweehonderd inschrijvingen hebben voor

zeventig woningen.”

Andere competentiesWie de bouw wil veranderen, moet vooral de cultuur veranderen.

Onderdeel van een nieuwe aanpak is daarom een instroom van

nieuwe medewerkers. “We nemen tegenwoordig andere mensen

aan. Soms mensen die helemaal niets met bouwen hebben, maar

wel iets kunnen toevoegen. Dan gaat het niet over een andere

mindset: dat zit wel goed bij onze mensen. Het gaat om heel

andere competenties. De lat ligt heel hoog. Voor onze mensen,

voor ons als organisatie. Je moet outperformen. De crisis is een

mooie versneller van onze drijfveer om doorbraken in de

bouwsector te realiseren.

Vooruit, nog maar zo’n relativering, halverwege de koffie in zijn

werkkamer in Vlaardingen. “Van een grijze muis zijn we een iets

sneller muisje geworden. Maar we zijn nog steeds een muis.”

Die uitspraken maken duidelijk dat de 40-jarige directeur van

Waal niet op zijn lauweren rust, ondanks alle lof die hij krijgt

toegezwaaid. “We hebben een aantal stapjes gezet. Maar de

grote resultaten liggen nog voor ons. Het woord ‘ketenintegratie’

wordt te pas en te onpas gebruikt. Ik zie het als een hype van

bouwers en corporaties. Ketenintegratie vind ik een misplaatst

woord. Het gaat niet om anders samenwerken, maar om het

toevoegen van meer waarde.”

Echte ketenintegratie gaat daarom verder, doceert hij.

“Waar ik in geloof, is achterwaartse ketenintegratie met

maakpartners. Dat is ook het idee van maakiQ. Van alle

materialen kopen we zeventig procent in. We willen naar een

structuur toe waarin open source innovation kan gedijen.

Waar het om gaat, is dat een hoofdaannemer met zijn hele

keten innoveert en de beste propositie nastreeft. Zodat je niet

elke keer het wiel hoeft uit te vinden als je iets inkoopt. Anders

samenwerken met een klant noem ik nog geen ketenintegratie.

De echte ketenintegratie zit aan de achterkant: waarde

toevoegen aan de zeventig procent die je als bouwer inkoopt.”

Voor iemand die van zichzelf zegt gauw verveeld te zijn (“Ik ben liever met

vernieuwing bezig dan dat ik regulier werk doe”) zijn het leuke tijden in de bouw.

Stap voor stap gaat Johan Krijgsman met Waal verder op de weg van verandering.

Relativerend: “We hebben pas de eerste stap gezet.”

Johan KrijgsmanWaal

@JDKrijgsman

Met project De Wielslag bouwt Waal mee aan de vernieuwing van Rotterdam Zuid.

de cr isis als versneller

10 ws 11ws

Page 7: Ws Waalstand 2013 februari

cOlUMN

Na dE cRisisDe bouwsector komt nu snel tot een totale stilstand. Na een

wat ongelukkig regeerakkoord wachten alle ‘bouw’partijen met

ingehouden adem tot het overgaat. Wachten is sowieso niet

verstandig, omdat het altijd langer lijkt dan het werkelijk duurt.

Maar wachten op iets dat definitief voorbij is (groei, groei en

nog eens groei) of de huizenprijzen zo’n 25% gedaald zijn, is dom.

We kunnen daarom beter de stagnatie aangrijpen om de

bouwsector te hervormen. Weg uit de idiotie dat opdrachtgevers

definiëren wat ze willen hebben, waardoor aannemers in een

dodelijke prijscompetitie zitten en gedwongen worden om

ambachtelijk eenmalige, unieke bouwwerken te maken.

Het aardige is dat juist de bouw iets kan bewerkstelligen waar

Nederland op wacht: een stimulering van de economie die

tegelijkertijd een bezuiniging is. Dat is dat (semi)publieke

opdrachtgevers in de bouw ophouden te specificeren wat ze

willen hebben. De directe publieke besparing is zo’n 10% op de

totale bouwomzet. De stimulering is dat aannemers eindelijk met

zelf ontwikkelde bouwwerken kunnen komen en die industrieel

gaan produceren. Daardoor krijg je een competitie, die maakt

dat ze investeren in bouwwerken die twee keer beter, de helft

goedkoper en twee keer sneller te leveren zijn. Dat komt door

leercurven en repetitie-effecten. Indien deze bouwwerken ook

nog eens parametrisch van klein naar groot - dus van wc, via

keuken, badkamer, installaties, vloeren, plafond, wanden naar dak

en fundering - zowel digitaal als in het echt worden doorontwikkeld

in plaats van de huidige van groot naar klein benadering, dan

kunnen deze producten in elke omgeving worden geleverd.

We spreken dan van hoogwaardig - industrieel gemaakt - maatwerk

van superieure kwaliteit en architectuur. Weg met de saaiheid,

gelijkvormigheid, faalkosten en overlast. De nieuwe bouw onder-

nemers hebben een gestandaardiseerde bouwdoos waarmee

ze elk denkbaar bouwwerk kunnen maken maar ook makkelijk

kunnen aanpassen. Hiermee kunnen ze lekker aan de slag in de

gigantische markt van herstructurering, renovatie en transformatie.

Maar ook in de GWW ligt er een enorme markt met tunneltjes,

rotondes, viaducten, geluidsschermen, rioleringen en wegen.

Er zijn helaas enkele woningbouwcorporaties die weer de totaal

andere kant uitgaan. Onder het mom van ketenintegratie gaan

zij ”samenwerken” met een paar aannemers om te renoveren.

Niks competitie. Lekker alles met geitenwollen sokken samen doen

en vooraf 2,5% winst en 6% AK op de omzet afspreken. Als deze

aannemers niet iets met elkaar afspreken, zijn ze zo dom dat ik ze

nog niet eens op een werk zou willen hebben. In ieder geval gaan

deze jongens en meisjes het in de nieuwe wereld niet meer redden.

Em. Prof. dr. ir. Hennes de Ridder

@Hennesderidder

Hans Versluijs Gemeente Vlaardingen

@hversluijs

De veranderingen in de bouw raken ook

de gemeenten. Hun positie als regisseur

van projecten staat onder druk. Hoe gaan

gemeenten met die uitdaging om?

De gemeente Vlaardingen deed ervaring

op met een project dat op de traditionele

wijze, met een Europese aanbesteding,

niet van de grond kwam. Wethouder

Hans Versluijs besloot daarom het roer

om te gooien. “Toen de aanbesteding

voor het Buizengat-Oost niet tot een

voor ons acceptabel resultaat leidde,

hebben we een aantal partijen gevraagd

hun gedachten te laten gaan over het

plan. We moeten meer de dialoog gaan

voeren, maar dan wel binnen de regels

van de aanbestedingsprocedure.

De partijen waren verder helemaal vrij

het plan in te vullen naar hun eigen

inzichten. Voor ons is dat wel een

moment geweest dat wij hebben

geleerd dat we niet meer in de positie

zijn om heel strakke randvoorwaarden

en veel eisen neer te leggen.”

SamenwerkingDe procedure is nog niet afgerond,

maar de resultaten zijn veelbelovend.

“Wij merken dat we door frisse en

nieuwe ideeën geïnspireerd raken om

het op een geheel andere manier aan te

pakken. Ik geloof in samenwerking.

Het was de starre regelgeving die ons

aanvankelijk in die voorzichtige rol

heeft geduwd. Nu weten we dat we ook

creatiever in onze aanpak kunnen zijn

als gemeente.” Ook het gefaseerd

aanpakken van projecten past in de

huidige marktomstandigheden,

concludeert hij. “Je moet ervoor zorgen

dat je genoeg ruimte overhoudt om

een plan in een later stadium helemaal

in te vullen. En dat moet je aan de

marktpartijen overlaten. Want het is

toch wel duidelijk dat zij het beste

weten wat er in de markt leeft.”

Marktpartijen betrekken bij bestemmingsplanHet eerder betrekken van marktpartijen

bij het opstellen van bestemmings-

plannen is een andere oplossing.

Wethouder Versluijs: “Met kleine post-

zegellocaties doe je dat uiteraard niet,

wel met grote plannen. Als wij bezig zijn

met een nieuw plan, dan richten we de

planprocedure zo in dat er eigen inbreng

mogelijk is voor partijen. Dus je houdt

je plannen zo functioneel en zo globaal

mogelijk. Dat heeft natuurlijk ook zijn

grenzen, je wilt niet dat je ontwikkelin-

gen faciliteert waar je later niet gelukkig

mee bent. Maar het komt er wel op neer

dat je de partij waar je mee in zee gaat

daadwerkelijk bij het plan betrekt.

Aangezien je bij het opstellen van een

bestemmingsplan tegenwoordig ook

de uitvoerbaarheid moet aantonen,

heeft het grote voordelen om markt-

partijen erbij te betrekken: zij voeren

de plannen uit.” iets bewerkstelligen waar

nederland op wacht12 ws 13ws

Page 8: Ws Waalstand 2013 februari

“Begin 2008 dachten sommige partijen in de bouw dat we

failliet zouden gaan. Nu is het: jullie hebben de afgelopen jaren

wel visie getoond! Zo betrekkelijk is het allemaal.” Phillip Smits

stond vijf jaar terug aan de basis van de nieuwe Blauwhoed

Groep. Onder zijn leiding ging de ontwikkelaar om, maar niet

zonder slag of stoot. “Om de omslag te maken, zijn we ons heel

sterk gaan afvragen: wat is nu onze toegevoegde waarde, wat

is ons DNA? Wat ik zag, was dat we de maximale toegevoegde

waarde aan de voorkant van het ontwikkelproces moesten

zoeken: concepting, marketing en verkoop, dus beleving.

Voor taken aan de achterkant van het ontwikkelproces konden

we beter aansluiten door aannemers vroeger in het proces te

betrekken om hun expertise maximaal uit te nutten. Hier is het

nieuwe Businessmodel voor Blauwhoed uitgekomen. Daarbij is

begin 2008 de consument, de klant, nog meer op nummer 1

komen te staan en niet langer de architect, de stedenbouw-

kundige of gemeenten.”

KopersstakingBegin 2008 begon hij als COO aan het karwei bij Blauwhoed,

begin 2010 werd hij CEO. In die rollen keek Phillip Smits kritisch

naar projecten, organisatie en kostenstructuur. “Al snel was de

conclusie dat een deel van de projecten niet meer aan het

nieuwe perspectief voldeed. Deze projecten hebben we voor

de bouwvak van 2008 verkocht, niet wetende dat Leeman

Brothers in oktober 2008 zou vallen.” Vervolgens kon hij gaan

reorganiseren. Het personeelsbestand kromp fors: van 110 naar

uiteindelijk 35 medewerkers om flexibel te blijven. “Uiteindelijk

zijn er nog maar tien medewerkers van voor de crisis werkzaam

bij Blauwhoed. De cultuuromslag kon niet groter zijn.”

Inspiratie uit andere branchesOok initieerde hij het concept voor Blauwhoed Studio, dat alle

bestaande afdelingen verving. “We hebben hierdoor het bedrijf

kunnen ontmanagen om het ondernemende karakter van

de mensen beter tot uitdrukking te laten komen. ‘Klein is het

nieuwe groot’ is mijn credo. We werken graag samen met groot

en gaan partnerships aan met klein.”

Zijn inspiratie haalt Phillip Smits uit andere branches. “Ik ben lid

van een aantal netwerken, waarvan een aantal buiten de

branche. Daar hoor ik de meest inspirerende verhalen. Het is

niet dat je het allemaal zo kunt kopiëren naar je eigen bedrijf,

maar je kunt wel ideeën opdoen die je weer verder helpen.

Ik ben bijvoorbeeld bij Google geweest om te kijken hoe zij

georganiseerd zijn en welke strategieën ze hanteren. Heel

inspirerend allemaal. In de bouwbranche ben ik dat de laatste

jaren veel minder tegengekomen. “

Wat is onZe toeGeVoeGDe WaarDe

Phillip SmitsBlauwhoed B.V.

@Phillipsmits

Bekijk de visie van Phillip Smits op WaalTV

14 ws 15ws

Page 9: Ws Waalstand 2013 februari

Guus Verduijn Woonzorg Nederland

@WoonzorgNL

Lees het artikel ‘Tweede’ start bouw Sola Gratia

Gebouwen met waslijsten vol oplever-

punten. Opleveringen met legionella-

besmetting. Ellenlange procedures. Voor

directeur Guus Verduijn van Woonzorg

Nederland is de maat vol. Is het niet het

veranderende zorglandschap in Nederland

dat vraagt om anticiperen, dan toch zeker

de traditionele rolverdeling in de bouw.

Via ketenintegratie wil Woonzorg

Nederland - dat wonen en zorgdiensten

aanbiedt voor senioren - afscheid nemen

van het foutenfestival uit het verleden.

“Dat begint al bij het programma van eisen

waarin je lukraak maar aannames doet.

Vervolgens huren we een architect in,

die er meestal ook niet bedreven in is om

klantwensen in te vullen, maar wordt

ingehuurd voor zijn kunstenaarschap.

Dan heb je met een bouwer te maken die

in het bouwproces zijn eigen gang gaat.

Alles was leidend, behalve de klant. Iedereen

opereert vanuit zijn eigen perspectief,

maar er is niemand die over het grote

geheel gaat. Op een andere manier willen

we naar een hogere kwaliteit en lagere

kosten. Het is toch te gek dat de bouw

rekent met tien, vijftien procent faalkosten?”

Samenwerken is ook écht samenwerken,

maakt hij duidelijk aan de hand van een

recent project. “In het begin van het

traject hebben we fors geïnvesteerd in

de samenwerking. Het verantwoordelijke

team bij ons en bij de aannemer hebben

we een dag lang stage laten lopen in

de keuken van een verzorgingshuis.

De verantwoordelijke man daar dacht dat

ze een taakstraf hadden. Die heeft ze

echt het snot voor de neus laten werken.

Dan kweek je wel een band!”

Transparant procesToch staat niet iedereen juichend langs

de lijn, weet hij. “Je ontmoet heel veel

scepsis, hoe lager je komt. Ook bij

onderaannemers, bijvoorbeeld de

installateurs. Voor onze projecten is dat

de helft van het gebouw. Uiteindelijk

hebben we de scepsis kunnen overwinnen.”

Woonzorg Nederland maakt ook

dankbaar gebruik van BIM. “Een revolutie

in de aannemerij wat betreft de manier

van werken. Je bent gewend altijd je

kaarten op de borst te houden. Je weet

nooit wat je nog tegenkomt gaandeweg

het proces. Maar dat kan dus niet meer

met BIM. Het is een heel transparant

proces, je creëert een open relatie met

elkaar. Met een functioneel goed

gebouw, met minder fouten en tegen

lagere kosten als resultaat.”

De maat is vol

16 ws 17ws

Page 10: Ws Waalstand 2013 februari

Je kunt nog zo’n innovatieve bouwer zijn: zonder partners met

dezelfde mentaliteit houdt het op. Daarom zijn Lammers Beton

en Waal blij met hun wederzijdse relatie. De betonelementen-

leverancier uit Weert is in alles de tegenpool van een traditionele

betonfabriek. “Bij een betonfabriek denkt iedereen aan herrie en

stof”, lacht naamgever en oprichter Henk Lammers. “Dat stadium

zijn we al lang voorbij. Wist je dat we hier maar twee mensen

hebben die daadwerkelijk beton storten? Het maken van een mal

is soms wel honderd uur werk, het echte storten een half uurtje.”

Vijftig man telt het bedrijf. Die werken zes dagen per week, om

alle orders te kunnen verwerken. Maar het succes heeft Henk

Lammers niet minder kritisch gemaakt. “Een aannemer wordt een

organisatiebureau, die het hele proces regisseert. Wij moeten hem

ondersteunen. Kan het beter, goedkoper of efficiënter? Dat vraagt

een goede relatie met elkaar.” En die heeft Lammers Beton met

Waal. “Een heel open relatie”, kenschetst hij. “We zijn bezig met

een plan waarvoor we al drie maanden aan het tekenen zijn,

zonder dat we er prijstechnisch uit zijn. Al die tijd ben je bezig

met de vraag: hoe kan het slimmer? Soms wordt metselwerk zelfs

vervangen door in de fabriek vervaardigd prefab metselwerk.”

Lammers Beton is gewend kritisch mee te kijken of ontwerpen

constructief en in vorm goed zijn. “Meedenken kan grote

voordelen bieden. In de fabriek bijvoorbeeld, doordat je minder

maluren en minder storturen nodig hebt. Ook kijken we of het

verantwoord kan worden gemonteerd. Dat levert een beter

product op tegen een lagere prijs. Waal is bereid naar ons te

luisteren. We gaan er samen vanaf het begin naar kijken, soms al

in de fase vóór de aanbesteding.”

LeanpartnersNatuurlijk heb je wel eens verschillen van mening. Dan merk je

dat we in feite te weinig van elkaars business af weten. Zij komen

te weinig bij ons in de fabriek, wij te weinig bij hen op de bouw.

Maar als leanpartners krijg je de kans wel. Wij snappen waarom ze

bij de montage bepaalde details willen hebben. Zij snappen dat

we voor elementen een bepaalde maatvoering hanteren omdat

we het anders niet omkist krijgen.”

Henk LammersLammers Beton

Plaats: Amsterdam

Opdrachtgever: De Key

Architect: NL Architects

18 ws 19ws

Page 11: Ws Waalstand 2013 februari

Marjet RuttenVernieuwer voor de bouw-, installatie- en vastgoedsector

@MarjetRutten

Ze is - in volstrekt willekeurige volgorde -

schrijfster van boeken, marketingadviseur,

spreker, aanjager van veranderingen

en nog veel meer. Marjet Rutten heeft

vooral een opvallende visie over de bouw.

Hoog tijd voor dé 10 vragen.

1. Hoe komt een keurig meisje als jij in een mannenwereld als de bouw terecht?

“Ha! Dat was nu net de reden dat ik hier

wilde werken. Vrouwen zijn meer op het

proces en de communicatie gericht.

Ik wilde werken in een mannensector die

meer doel- en doengericht is.”

2. Beseft ‘de sector’ dat het voorbij vijf voor twaalf is?

“Ik heb me erover verbaasd hoe snel

duurzaamheid door de sector is opgepikt.

Als je dat vergelijkt met de manier

waarop de bouw de omslag maakt naar

klantgericht werken: dat duurt veel

langer. Iedereen weet dat het nooit meer

zoals vroeger wordt. Maar bedrijven

worstelen ermee, ja.”

3. Gaan we die omslag voor elkaar krijgen met de huidige generatie?

“Ik denk ook dat de omslag in de bouw

een heel ander type mensen vraagt, naast

de bestaande inhoudelijke specialisten.

Een goede balans van verschillende

typen mensen met verschillende

achtergronden maakt bedrijven aantoon-

baar succesvoller. Het is goed om in je

organisatie een vertegenwoordiging te

hebben van de mensen die tot je

doelgroep behoren.”

4. Meer vrouwen in de bouw, bijvoorbeeld?

“Als het om wonen gaat, heeft de vrouw

vaak een belangrijke stem.

Een kleine kamer als walk-inkast kan net

datgene zijn waardoor een vrouw verliefd

wordt op een pand, zoals domotica dat

voor een man kan zijn. Op die emotie

inspringen wordt steeds belangrijker.”

8. Wat doen we met de architecten, die je in een van je boeken ‘een eigenzinnige beroeps-groep’ noemt?

“Architecten mogen van mij best eigenwijs

zijn, als het maar niet storend wordt. Een

architect moet inspireren. Die architect

moet veel meer beseffen voor wie hij het

doet. Dat wil niet zeggen dat hij alleen maar

jarendertig-architectuur moet ontwerpen,

omdat de consument dat toevallig mooi

vindt. Dat wil geen enkele architect, die

wil iets nieuws maken. Maar hij kan die

wens van de klant wel vertalen in goede

architectuur die vernieuwend is. En kom

bij mij niet aan met verhalen over de

kwaliteit van de gebouwde omgeving die

achteruit gaat als de consument het voor

het zeggen krijgt. Dan heb je het echt nog

niet begrepen en doe je zelf iets niet goed.”

9. Is er ruimte voor nieuwe spelers in de markt?

“Ik zie regelmatig nieuwe ideeën of

bedrijven voorbijkomen waarvan ik zeg:

wauw! Maar die slagen er soms niet in

een markt te vinden. Het is ook een

moeilijke markt. Bijna alle partijen acteren

vanuit onzekerheid. Dat is ook des bouws.

Je wilt toch de zekerheid: is die toeleve-

rancier er over twintig jaar ook nog?”

10. Wat is je indruk van Waal?“Ik vind het heel

gedurfd, de weg die zij zijn ingeslagen.

Waal zegt ook heel eerlijk: we zijn aan het

veranderen, maar wij weten ook niet wat

de uitkomst zal zijn. Maar we geloven wel in

de nieuwe aanpak. Ik denk niet dat er op dit

moment veel bouwers zijn die het beter

doen. Het is een dilemma voor de bouw: als

je verandert, ga je een onzekere toekomst

tegemoet. Maar als je niet verandert, heb je

weer geen bestaansrecht.”

5. Zie je voorbeelden van bedrijven die het goed doen?

“Kleinere spelers op de markt, familie-

bedrijven. Die zijn vaak al klantgericht uit

zichzelf, maar hebben weer heel andere

uitdagingen. Bijvoorbeeld om het

technisch en technologisch allemaal bij

te benen en te adapteren. Of omgaan

met vernieuwingen zoals BIM. Dat kunnen

grotere bedrijven weer sneller oppakken.”

6. En zijn er al projecten-nieuwe-stijl?

“Corporatie Portaal heeft

conceptaanbieders laten inschrijven

op een project van vijftig woningen,

niaNesto. Die moesten aan de slag met

een paar flinke uitdagingen.

Een maximumhuur, een energienotaloze

woning, een vast bedrag voor onderhoud.

Uiteindelijk gaan vijf partijen elk tien

woningen bouwen. Dat heeft elk van die

partijen een hoop geld gekost, maar als je

nieuwe dingen doet, moet je altijd leren.”

7. Stel, de crisis wááit een keer over. Gaat de bouw op de oude voet verder?

“Ik denk niet dat bedrijven op de oude

voet verder gaan. Vinex-locaties komen er

niet meer, van die projecten met grote

aantallen. Bouwers zullen veel meer met

elkaar in concurrentie moeten. Een paar

jaar terug dachten we dat een woning

140.000 euro moest kosten. Als je toen

had gezegd: we gaan naar een energie-

notaloze woning van 80.000 euro toe,

had niemand je geloofd. Die is er nu.

Straks blijkt het misschien wel voor

50.000 euro te kunnen. Als er maar één

partij is die het doet, volgt de rest vanzelf.”

20 ws 21ws

Page 12: Ws Waalstand 2013 februari

Henk Homberg ERA Contour B.V.

@HenkHomberg

Voor ERA Contour was het C-woord niet de reden om een

verandering in gang te zetten. De crisis was hooguit de bevestiging

dat het concern op de goede weg was, constateert Henk Homberg.

“Al voor de crisis zijn we gestart met cocreatie - het woord

bestond nog niet eens - en ketenintegratie, om de integrale

kosten van een project omlaag te krijgen. Daarom zijn we binnen

het bedrijf aan een veranderingsproces begonnen. Ketensamen-

werking veronderstelt dat je op een optimale manier samenwerkt

met externe partners. Dat kan in onze visie alleen maar als je die

samenwerking ook intern helemaal goed hebt geregeld. Dit jaar

hebben we een nieuw kantoor betrokken voor onze organisatie,

geheel ingericht op die samenwerking. Niemand heeft in het

kantoor een vaste plek. ERA Contour is ook niet langer

georganiseerd in afdelingen, we werken samen binnen

projecten. Zo hebben we stappen gezet om daadwerkelijk

te veranderen.”

Procedures veranderen is één. Maar is daarmee de ‘oude’ cultuur

ook overboord? De directievoorzitter gaat er eens goed voor

zitten. ”Wij hebben er een tijd aan moeten sleuren intern.

Continu de mensen overtuigen: de bouw moet anders.

Als straks de crisis voorbij is, is die nieuwe werkelijkheid

er gewoon. Daarom hebben we ingegrepen in onze eigen

organisatie. Neem inkoop. Je zag het traditionele gedrag om

vanuit een machtspositie te onderhandelen er nog steeds inzitten.

We hebben een tijdlang een supply chain manager ingehuurd,

iemand van buiten de branche. Die heeft zich bij ons mogen

verbazen over onze manier van werken!”

Klimaatneutrale wijkERA Contour werkt veel in opdracht van corporaties. Met een van

die corporaties, Eigen Haard, werkt de ontwikkelaar aan het

unieke project Co-Green. “We willen van Overtoomse Veld in

Amsterdam de eerste klimaatneutrale wijk maken. Dat mag niets

meer kosten dan een gewone woning. De meerkosten financieren

we door ketensamenwerking te zoeken. We gaan daar zelfs

nog verder in: door een gedeeld partnership af te spreken.

Iedere partij participeert in het resultaat, positief òf negatief.

Dit soort projecten wordt in corporatieland met argusogen

bekeken. Dankzij de crisis snapt iedereen ondertussen wel dat

de integrale kostprijs omlaag moet.”

Lean and meanERA Contour en Waal mogen dan op één lijn zitten: verschillen

zijn er ook, constateert hij. “Waal is beter in de productiestroom.

Die hebben ze heel goed georganiseerd, heel lean and mean.

Wij zijn daar ook mee bezig, maar Waal heeft een voorsprong.

Dat komt ook doordat wij echt aan de consumentenkant zitten,

de focus ligt bij ons op de klant. Als je met partijen goed samen-

werkt, valt daar nog heel veel winst te behalen. Je bent toch veel

dingen dubbel aan het doen. Je bent elkaar aan het controleren.

Als je dat er nou eens uit haalt, ben je een heel eind. Zo hebben

we bij een project nu een projectleider van een corporatie die

onze mensen aanstuurt. Dan bespaar je dus al op mankracht.”

BIM-regisseursEn waar Waal de expertise van BIM binnenboord houdt, kiest ERA

Contour voor samenwerking met uitwerkbureaus. Henk Homberg:

“We hebben geen modelleurs, maar werken samen met comakers.

Wel hebben we BIM-regisseurs in eigen huis. Die modelleren niet

zelf, maar controleren wel de resultaten en doen de clash control.

Zo houd je het proces toch in eigen hand.”

Onderscheidend blijvenVolgen de bedrijven elkaars verrichtingen?

“Waarom zou je geen kennis uitwisselen? Iedereen mag hier van

mij langskomen om te kijken hoe wij het doen. Je kunt elkaars

organisatie toch niet kopiëren. Ik weet hoe Waal is georganiseerd.

Voor een deel vergelijkbaar, maar voor een deel ook verschillend.

Dat is alleen maar goed, zo blijf je onderscheidend in de

branche. Wij betrekken heel nadrukkelijk de klant erbij. In de

reputatiemonitor van Building Business staan we nummer 1

bij de ontwikkelaars. Het is de combinatie van klantfocus en

ketensamenwerking die ERA Contour typeert.”

Onder leiding van directievoorzitter Henk Homberg

kwam ontwikkelaar ERA Contour als eerste uit

de reputatiemonitor van Building Business.

Resultaat van een heldere, consequente filosofie.

“Wij zitten echt aan de consumentenkant,

de focus ligt bij ons op de klant.”

FoCUs op De kLant

22 ws 23ws

Page 13: Ws Waalstand 2013 februari

MaakiQZou het niet mooi zijn als de bouw sprekend leek op de

‘gewone wereld’ om ons heen? Waarin falen, verspilling en

lange doorlooptijden tot het verleden behoren en er veel meer

kwaliteit op maat wordt geleverd tegen een lagere integrale

kostprijs. Een branche waarin echt waarde wordt toegevoegd,

partijen duurzaam projectoverstijgend met elkaar samen-

werken en werken aan integrale innovatieve huisvestings-

oplossingen. Oplossingen die beproefd zijn, gezamenlijk

ontwikkeld en steeds worden doorgeïnnoveerd. Die industrieel

en modulair geproduceerd worden om vervolgens te worden

geassembleerd tot maatwerk om in te wonen, zorgen, leren,

werken, winkelen of recreëren. “MaakiQ staat voor deze manier

van industrieel produceren”, vertelt Ebert van der Wal.

“MaakiQ richt zich op standaardisatie, innovatie en continu

verbeteren. Het open source ontwikkelen van industrieel te

vervaardigen componenten waarmee we alle gebouwen

op maat kunnen configureren. Om dit te bereiken, hebben

we een keten van innovatieve producenten georganiseerd

die continu gedreven samenwerkt aan de beste op maat

huisvestingsoplossing. Een oplossing die uiteindelijk veel

meer waarde voor de klant genereert.”

“Het uitgangspunt is een basis te creëren voor repetitie

en het elke keer samen weer beter doen. Dan voegen we

echt kwaliteit toe!”, zegt Daan van Norel enthousiast.

De gebouwcomponenten zijn zo ontwikkeld dat we zeer

flexibel en snel kunnen inspelen op de vraag van de klant, met

een hoge kwaliteit tegen lage kosten. Omdat we niet elke keer

over 80% van de dingen die voor elk project hetzelfde zijn

hoeven na te denken. Zo creëren we industrieel maatwerk.”

“Ons eigen 3D-model fungeert als de dynamische bron van

kennis.”, vertelt Joris Raaijmaakers van het team dat al veel

grondgebonden woningen op deze wijze heeft geproduceerd.

Het virtuele gebouwmodel is een database waarin al onze

afspraken met betrekking tot de modules en de verwerking

hiervan is opgeslagen. Dit model voorziet onze hele keten van

klant tot leverancier van maatwerk informatie, zodat iedereen

zijn werk optimaal kan doen en steeds kan verbeteren.

“Met maakiQ hebben wij een methodiek in handen waarmee

we mensen stimuleren en inspireren om sámen steeds

beter te bouwen.”, aldus Van der Wal. “Vertrouwen hebben

in de kwaliteiten van vaste maakpartners. Wij durven een

integrale en multidisciplinaire aanpak te kiezen, waarbij we

over grenzen heen kijken. Afrekenen met de verspillende

vechtcultuur. Waal maakt die verbindingen in een open sfeer van

transparantie, gelijkwaardigheid en gezonde concurrentie.

Voor een gestroomlijnde keten die werkplezier en échte

meerwaarde toevoegt.”

Plaats: Maassluis

Opdrachtgever: Het Balkon C.V. (Bouwfonds/Maasdelta)

Architect: Theo Verburg Architecten

Daan van Norel

@DaanvanNorel

Ebert van der Wal

@EbertvanderWal

Joris Raaijmaakers

@JGRaaijmaakers

Bekijk maakiQ op De Polder van Nesselande op WaalTV

24 ws 25ws

Page 14: Ws Waalstand 2013 februari

NiEUw aaN dE HORizON MFa OUdElaNd

Plaats: Rotterdam

Opdrachtgever: Woonbron

Architect: Venhoeven CS Amsterdam

Villa Vonk wordt hét ontmoetingspunt in Oudeland‘Villa Vonk’, zo heet de pas geopende multifunctionele

accommodatie (MFA) in de Hoogvlietse wijk Oudeland.

De basisschoolleerlingen, de buitenschoolse opvang en de

peuters hebben als eersten hun intrek genomen in de nieuwe

lokalen. Binnenkort gonst het ook in de andere ruimten van

de activiteiten. Programmeur Wietske Abma helpt toekomstige

gebruikers op weg. Zij vindt Villa Vonk een heel toepasselijke

naam voor de MFA. “Het is een naam die vonkt. Dit mooie

moderne gebouw is hèt ontmoetingspunt voor jong en oud

in de wijk Oudeland.” Villa Vonk staat aan de Othelloweg,

pal naast het oude schoolgebouw van de Notenkraker.

Op deze school werkte Wietske Abma jaren als ‘schoolmate’.

Nu is ze programmeur voor Villa Vonk, een nieuwe functie.

“Heerlijk, dat pionieren. Ik houd ervan nieuwe dingen op te

zetten en kansen te creëren voor de gebruikers.”

Een impuls voor OudelandDe bouw van de MFA is een van de

pijlers van de herstructurering in de wijk

Oudeland in Hoogvliet. Villa Vonk geeft

een impuls aan de wijk en maakt de

buurt aantrekkelijk voor nieuwkomers.

Op 30 augustus 2012 is de Villa feestelijk

geopend. De deelgemeente Hoogvliet,

Dienst Jeugd Onderwijs en Samenleving

van de gemeente Rotterdam en

Plein nul10 huren ruimte in Villa Vonk.

Het gebouw is gerealiseerd door

Woonbron, in samenwerking met Waal.

‘K ostendeskundige’ is Joris van der Velden bij Waal. En nee,

kostendeskundige is geen nieuwe, modieuze term voor calculator.

Want, legt hij in één zin uit: “Het gaat er niet om waarvoor je iets

hebt ingekocht, maar om wat het uiteindelijk heeft gekost.” In de

starre bouw is dat geen nuance, maar een wéreld van verschil.

“In de traditionele calculatie vragen we offertes aan en zoeken we

de goedkoopste aanbieder uit. Ik doe het anders. Ik wil weten:

welke voorgaande projecten sluiten hierop aan en wat heeft het

toen gekost? Van de grondgebonden woningen is tachtig procent

hetzelfde. Twintig procent is variabel. Dan heb je het over een

gevel van baksteen in plaats van een met houten afwerking.

Maar een binnendeur is een binnendeur, spuitwerk is spuitwerk.

Waarom dan toch steeds weer offertes aanvragen? Om de prijs te

bepalen? We vragen nu alleen nog een offerte aan om onze prijs

te toetsen aan die van de markt. Een toeleverancier die dan

duurder aanbiedt, moet met een goede verklaring komen.

We moeten naar het stadium dat Waal zelf weet wat een bouw-

deel kost. Dat kan, gewoon door te meten wat iets op een ander

project heeft gekost.” Ook kan hij heel snel een voorlopige offerte

presenteren. “Een ochtendje werk en je kunt een opdrachtgever

bij benadering vertellen wat iets gaat kosten. Is dat interessant?

Dan duiken we er graag verder in voor de exacte prijs.”

Niet uitknijpenJoris van der Velden denkt dat er nog meer winst te behalen is

met een scherpere focus op kosten. “De volgende stap is dat we

met onze toeleveranciers gaan uitsplitsen wat de manuren en de

materiaalkosten zijn geweest. Hoe lang ben je nu bezig geweest

met monteren? En hoe lang op de fabriek om te fabriceren?

De kunst is dan dat je partners ervan moet overtuigen dat je ze

niet aan het uitknijpen bent. We willen sámen verder. Dat kan

alleen maar door lagere kosten dan de concurrent te hebben,

zonder concessies te doen aan de kwaliteit. Deze werkwijze levert

dus werk op voor Waal en haar partners. ”Ook die vernieuwing in

de bouw kost tijd”, realiseert hij zich. “We laten een begroting op

Stabu-indelingen helemaal los. Ik kijk: hoe wordt tijdens de inkoop

met de begroting gewerkt? Dat heeft niets met de Stabu-codering

te maken. Zoiets moet even landen: het is een hele omslag. Zeker

als het een ex-uitvoerdertje met een paar jaar ervaring is die dit

allemaal roept.”

Joris van der VeldenWaal

@de_Joris

26 ws 27ws

Page 15: Ws Waalstand 2013 februari

Een bouwbedrijf in de top 5 van snelstgroeiende ondernemingen

in Zuid-Holland. Dat mag in een tijd als deze gerust een unicum

heten. Daarom is Waal heel trots op de FD Gazelle Award 2012,

een initiatief van het Financieele Dagblad. Vorig jaar mochten

we zelfs de Gouden Gazelle mee naar huis nemen, uitgereikt

aan de snelste groeier in de categorie grote ondernemingen in

Zuid-Holland. Ook dit jaar kregen we lof toegezwaaid voor de

indrukwekkende expansie. Die resulteerde in 2011 in een groei

van 64 procent, van 70,1 miljoen euro naar 115,4 miljoen euro.

Onze top 5 notering in de Cobouw top 50 ranglijst best

renderende bouwbedrijf was een kroon op ons jaar.

Op donderdag 22 november werden de awards uitgereikt.

Leuk detail: dat gebeurde bij Waal in Vlaardingen. Circa 200

ondernemers kwamen op het event af, dat werd gepresenteerd

door Petra Grijzen en Martine Wolzak, bekend van o.a.

BNR Nieuwsradio. Alle aanwezigen waren, net als Waal, al

uitgeroepen tot FD Gazelle 2012.

Plaats: De Lier

Opdrachtgever: C1000 Vastgoed B.V.

Architect: Roeleveld-Sikkes Architects

NiEUw aaN dE HORizON cENTRUMPlaN

Plaats: Amsterdam

Opdrachtgever: Vereniging Far West

Architect: Architectenbureau Paul de Ruiter B.V.

Waal gastheer FD Gazelle Award 2012

28 ws 29ws

Page 16: Ws Waalstand 2013 februari

NiEUw aaN dE HORizON dE dUiNPiEPER

Sinds oktober 2012 wonen Bianca van Alfen en

Dennis van der Meer in De Duinpieper, een project van

zeventien eengezins-woningen in Hoek van Holland.

“Het zag er op papier al meteen heel aantrekkelijk uit.

Ook dat het een klein projectje in een bestaande wijk is,

vonden we plezierig. Bij die grote nieuwbouwwijken

duurt het meestal twintig jaar voordat de wijk echt

af is”, zegt Bianca. Vooral de gevels vallen op, met een

fraaie raamverdeling en een doorlopende kroonlijst

met verholen dakgoot. “Leuke mensen”, omschrijft

Bianca de bouwploeg. “Heel behulpzaam. Ze namen

altijd de tijd voor je. Even een ruimte inmeten was nooit

een probleem.” Daarom werd de oplevering ook niet met

angst en beven tegemoet gezien. “Bij ons was er heel

weinig aan de hand. Een raam dat wat moeilijk dicht

ging, dat soort dingen. Die heeft Waal super opgelost!”

‘Overleven’ is het credo in de bouw. Tijdelijk, want er zullen

zeker andere tijden komen. Op andere gebieden draait het

echter altijd om overleven. Letterlijk zelfs. Zoals bij de vrijwilligers

van de KNRM, die regelmatig moeten uitrukken om reddend

op te treden. De KNRM moet het doen zonder overheidssteun

en is daarom afhankelijk van vrijwilligers en van vrijwillige

bijdragen van particulieren en bedrijven. Daarom heeft Waal

ook dit jaar besloten niet te investeren in relatiegeschenken,

maar in een goed doel. Waal doneerde zeven overlevingspakken

inclusief instructielessen aan de bemanning van reddingsboot

George Dijkstra in Ter Heijde. Waal heeft haar relaties gevraagd

ook bij te dragen aan de actie. Op het moment van het ter

perse gaan van dit magazine is het totale bedrag van

deze actie € 15.000,-.

Een opvallende pilot voor Woonplus

in Schiedam: de woningcorporatie

koos voor de 29 grondgebonden

huurwoningen niet voor de traditionele

aanbesteding, maar voor een keten-

samenwerking met Waal. Senior

projectmanager vastgoed Eline Busser:

“Waal wilde bewijzen dat het met minder

geld mogelijk is een woning met meer

kwaliteit te bouwen. Dat is ook de

uitdaging voor corporaties de komende

jaren, want de investeringsruimte wordt

kleiner, maar de eisen van huurders

nemen toe.” Al in een vroeg stadium

dacht Waal mee over technische

oplossingen. Eline Busser: “Dan merk je

dat een bouwer heel praktisch denkt.

Waal elimineert alle kostprijsverhogende

zaken die de kwaliteit niet ten goede

komen.” Bijkomend voordeel was dat het

project in een recordtijd is gerealiseerd.

“Na het storten van de begane-grond-

vloeren heeft het twaalf weken geduurd.

Wij hebben nog nooit met zo’n snelle

doorlooptijd een project gebouwd.”

En ook foutloos? “Nagenoeg foutloos!

Wij zijn ervan overtuigd dat de manier

van werken van Waal leidt tot minder

faalkosten. Waal werkt met vaste

onderaannemers. En er valt nog meer

winst te behalen, door de lucht uit

het proces te laten lopen. Ik ben

ervan overtuigd dat ook corporaties

als wij toe moeten naar vaste bouw-

partners. Dat leidt uiteindelijk tot een

beter product.”

OvERlEviNgsPakkEN vOOR kNRM

V.l.n.r. Sjaak van der Tak (voorzitter plaatselijke commissie KNRM), André Muilwijk (penningmeester plaatselijke commissie KNRM), directie Waal.

30 ws 31ws

Page 17: Ws Waalstand 2013 februari

Reputatiemonitor bouwbedrijven Nederland: Waal met stip op nummer 10

Lezing keteninnovatie op Nyenrode Business Universiteit

Brede School Fiep Westendorp wint FSC keten award 2012

Meer bewustwording en betrokkenheid op bouwplaatsen van Waal door startwerkfilm

Spanning en slingers op De Grote Vaart

Scan de QR-code om het artikel te lezen

Vooraankondiging

Glorend aan de horizon dient zich aan: een inspirerende relatiemiddag in april. Vol boeiende sprekers over thema’s die ertoe doen. U leest er alles over in de uitnodiging die u binnenkort ontvangt.