Workshopverslag

2
Samenwerking binnen het sociaal domein in Wageningen. Marloes van Rossum en Maarten van Grevenstein In Wageningen liep dit jaar een pilot ‘Proeftuin samenwerking binnen het sociaal domein in Wageningen’. In de workshop ‘Samenwerking binnen het sociaal domein in Wageningen’ delen Marloes van Rossum en Maarten van Grevenstein (Karakter) de ervaringen die zijn opgedaan binnen dit pilotproject. Kernboodschappen De start van een goede samenwerking tussen verschillende hulpverleners begint niet bij het vastleggen van regels en protocollen over die samenwerking. Voor dit aan bod kan komen is het nodig om de verschillende hulpverleners met elkaar kennis te laten maken. Tijdens kennismakingsbijeenkomsten wordt behandeld welke hulpverlener of instantie wat voor soort hulp biedt, wat de doelstellingen van de verschillende instellingen zijn en hoe men elkaar kan vinden en benaderen. Door te overleggen over de rollen die verschillende hulpverleners hebben en innemen kunnen afspraken worden gemaakt over hoe de samenwerking kan worden verbeterd. Uit de eerste bijeenkomsten blijkt dat de belangrijkste thema's waar hulpverleners over willen praten zijn wie de regie over de behandeling voert, hoe om te gaan met privacy en hoe hulpverleners elkaar kunnen vinden. Praktische adviezen Organiseer diner-bijeenkomsten waar hulpverleners tijdens en na het eten met elkaar in gesprek kunnen over het verbeteren van de samenwerking. Bij Karakter in Wageningen bleek dat op deze bijeenkomsten veel geïnteresseerden afkwamen ondanks drukke agenda's. Karakter heeft tijdens een van de bijeenkomsten gebruik gemaakt van de eigen systeemtherapeuten om verhoudingen en behoeften bij de hulpverleners in kaart te brengen. Deze aanpak bleek erg goed te werken, met de opgedane kennis konden nieuwe afspraken worden gemaakt.

Transcript of Workshopverslag

Page 1: Workshopverslag

Samenwerking binnen het sociaal domein in Wageningen.

Marloes van Rossum en Maarten van Grevenstein

In Wageningen liep dit jaar een pilot ‘Proeftuin samenwerking binnen het sociaal

domein in Wageningen’. In de workshop ‘Samenwerking binnen het sociaal domein in

Wageningen’ delen Marloes van Rossum en Maarten van Grevenstein (Karakter) de

ervaringen die zijn opgedaan binnen dit pilotproject.

Kernboodschappen

De start van een goede samenwerking tussen verschillende hulpverleners begint niet bij het

vastleggen van regels en protocollen over die samenwerking. Voor dit aan bod kan komen is

het nodig om de verschillende hulpverleners met elkaar kennis te laten maken. Tijdens

kennismakingsbijeenkomsten wordt behandeld welke hulpverlener of instantie wat voor

soort hulp biedt, wat de doelstellingen van de verschillende instellingen zijn en hoe men

elkaar kan vinden en benaderen. Door te overleggen over de rollen die verschillende

hulpverleners hebben en innemen kunnen afspraken worden gemaakt over hoe de

samenwerking kan worden verbeterd.

Uit de eerste bijeenkomsten blijkt dat de belangrijkste thema's waar hulpverleners over

willen praten zijn wie de regie over de behandeling voert, hoe om te gaan met privacy en

hoe hulpverleners elkaar kunnen vinden.

Praktische adviezen

Organiseer diner-bijeenkomsten waar hulpverleners tijdens en na het eten met elkaar in

gesprek kunnen over het verbeteren van de samenwerking. Bij Karakter in Wageningen bleek

dat op deze bijeenkomsten veel geïnteresseerden afkwamen ondanks drukke agenda's.

Karakter heeft tijdens een van de bijeenkomsten gebruik gemaakt van de eigen

systeemtherapeuten om verhoudingen en behoeften bij de hulpverleners in kaart te

brengen. Deze aanpak bleek erg goed te werken, met de opgedane kennis konden nieuwe

afspraken worden gemaakt.

Page 2: Workshopverslag

Uitwisseling met deelnemers

Een huisarts uit Rotterdam merkte in haar regio op dat er tussen verschillende hulpverleners

veel langs elkaar heen werd gewerkt. Met hulp van de gemeente Rotterdam is zij afgelopen

september een maandelijks overleg gestart om de samenwerking te starten. De eerste

resultaten zijn volgens haar veel belovend, deelnemers reageren positief en er vindt meer

samenwerking plaats.

Een waarnemend huisarts geeft aan dat de samenwerking tussen huisartsen en wijkteams

per regio zeer verschillend is. Zij merkt dat ze daardoor vaak naar de 2e lijn verwijst omdat

duidelijke richtlijnen ontbreken.

Een kinderpsychiater uit de regio Rijnmond zegt dat het lastig samenwerken is met

verschillende partijen. Doordat veel psychologen in wijkteams werkzaam zijn, zijn zij nog

maar weinig op een vaste locatie aanwezig waardoor het moeilijk is continuïteit te bieden.

De mening van deze psychiater wordt onderkent door de workshopleiders van Karakter. Ook

zij merken dat de consultatie slechter wordt wanneer specialisten niet in huis zijn. Een gz-

psycholoog uit Katwijk noemt als tegenhanger dat de zorg in de wijk door de aanwezigheid

van psychologen in de wijkteams verbetert, hierdoor zijn er ook minder psychologen op een

vaste locatie nodig. De kinderpsychiater noemt ten slotte nog dat veel instellingen niet het

achterste van hun tong laten zien, ze geven niet al hun knelpunten aan uit angst hierop

afgerekend te worden.