WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in...

17
Emotie, trots en enthousiasme. Dat zijn de gevoelens die ons overspoelden op een lenteochtend in 2011, toen Rébecca Dautremer en Philippe Lechermeier ons hun project kwamen voorstellen: het vertellen en illustreren van een Bijbel, als culturele overdracht en zonder enige religieuze boodschap. Een Bijbel voor de “oprechte mens” op zoek naar verhalen en herkenningstekens, vervuld met een verlangen de tekst die aan de grondslag ligt van onze beschaving te begrijpen, maar ook nieuwsgierig naar een nieuwe artistieke visie. Een Bijbel om zich te verdiepen in het hart van onze cultuur, onze geschiedenis, onze kunstgeschiedenis. Een Bijbel, zowel een literaire als een artistieke herschepping, waarvan elk verhaal en elk beeld een emotie oproept. Een Bijbel die iedere lezer zal ontdekken in zijn intieme vrijheid van geloof of twijfel; zonder geloofsboodschap, maar voor iedereen leesbaar, atheïsten of aanhangers van eender welke geloofsovertuiging, met absoluut respect voor elke overtuiging. Een Bijbel zoals een geïllustreerde roman, zo dicht mogelijk bij de bron, een zoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de opmaak als in de verwezenlijking van een zeer verzorgde uitgave. Een Bijbel waarvan we blij zijn u hier enkele gekozen fragmenten te laten ontdekken. Met emotie, trots en enthousiasme. De uitgevers WOORD VAN DE UITGEVERS

Transcript of WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in...

Page 1: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute

Emotie, trots en enthousiasme.

Dat zijn de gevoelens die ons overspoelden op een lenteochtend in 2011, toen

Rébecca Dautremer en Philippe Lechermeier ons hun project kwamen voorstellen:

het vertellen en illustreren van een Bijbel, als culturele overdracht en zonder enige

religieuze boodschap.

Een Bijbel voor de “oprechte mens” op zoek naar verhalen en herkenningstekens,

vervuld met een verlangen de tekst die aan de grondslag ligt van onze beschaving te

begrijpen, maar ook nieuwsgierig naar een nieuwe artistieke visie.

Een Bijbel om zich te verdiepen in het hart van onze cultuur, onze geschiedenis, onze

kunstgeschiedenis.

Een Bijbel, zowel een literaire als een artistieke herschepping, waarvan elk verhaal

en elk beeld een emotie oproept.

Een Bijbel die iedere lezer zal ontdekken in zijn intieme vrijheid van geloof of twijfel;

zonder geloofsboodschap, maar voor iedereen leesbaar, atheïsten of aanhangers van

eender welke geloofsovertuiging, met absoluut respect voor elke overtuiging.

Een Bijbel zoals een geïllustreerde roman, zo dicht mogelijk bij de bron, een

zoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de

opmaak als in de verwezenlijking van een zeer verzorgde uitgave.

Een Bijbel waarvan we blij zijn u hier enkele gekozen fragmenten te laten ontdekken.

Met emotie, trots en enthousiasme.

De uitgevers

WOORD VAN DE UITGEVERS

Page 2: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute

Hebt u keuzes gemaakt? Welke waren uw keuzes en waarom?

Mijn keuzes waren voor alles literaire keuzes, voortkomend uit

narratieve beperkingen. Ik heb de plaats toegekend aan gevech­

ten, aan oorlogsscènes, veelvoorkomend in het oude testament en

vaak repetitief, gereduceerd. Vervolgens heb ik gewaakt over het

evenwicht tussen de verschillende boeken waaruit de Bijbel be­

staat. Ik heb bijvoorbeeld het boek van de verbanning uitgevonden

waarin ik het merendeel van de teksten geschreven in Babylonië

heb verzameld.

Achteraf gezien besef ik dat ik onbewust te werk ben gegaan zoals

mijn grootmoeder, waarvan ik de honger naar geschiedenis en ver­

beelding heb geërfd. En net zoals haar heb ik de vrijheid genomen

om de verhalen opnieuw uit te vinden, er de kracht en schoonheid

van te accentueren met als enige limiet de kern ervan niet te ver­

loochenen.

Ik heb ook de intrige rond bepaalde personages verkleind: in de

evangelies heerst er vaak verwarring over Maria Magdalena, Ma­

ria van Bethanië en de zondares voorgesteld bij Lucas. Verwarring

die lange tijd wijdverspreid was bij een groot aantal gelovigen in

de kerk zelf. Ik heb dus geprofiteerd van dit misverstand om de

drie vrouwen te doen samensmelten tot één vrouw, hetgeen aan de

tekst een grotere samenhang geeft.

U hanteert zeer diverse narratieve procedés, waar-om?

In het Oude Testament wilde ik spelen met de heterogeniteit van de

teksten. Zoals ik eerder al heb uitgelegd, is de invloed van de Bijbel

heel uiteenlopend: met de kwaliteiten van het schrijven en de origi­

nele compositie mengen zich hellenistische invloeden, Egyptische,

Babylonische en Mesopotamische mythologieën.

In die geest heb ik dat eerste deel geschreven op de manier van

een stijloefening waarin ik de veelheid van origines heb vervangen

door een veelheid aan vormen. Van de ene tekst op de andere, gaat

men dus van een sprookje tot een chanson de geste, van poëzie

naar theater, van verhaal naar dialoog. Dat wat ik heb willen re­

construeren, is de indruk van overvloedigheid die ik ondervond bij

het openen van de Bijbel.

Voor het Nieuwe Testament heb ik in de omgekeerde richting ge­

werkt met de bekommernis om de verschillende evangelies te ver­

zamelen in een vloeiend en coherent verhaal teneinde de poëzie en

originaliteit te laten uitkomen.

Wat zou u willen dat het boek opwekt bij uw lezers?

Dit boek is niet een boek zoals alle anderen. Voor velen is het HET

boek. Ik veronderstel dat de aantrekking van het boek enorm kan

variëren, afhankelijk van de band die je hebt met de Bijbel,. Die

band is dan weer afhankelijk van je opvoeding, cultuur, leeftijd…

De lezer die de Bijbel niet of slechts weinig kent en die zich voor al­

les laat leiden door de zin om de verhalen te ontdekken die bewon­

derde schilderijen in vele musea, de glasramen uit vele kathedralen

hebben geïnspireerd, zal erg verschillen van de lezer die er reeds

goed vertrouwd mee is. Die laatste zal veel gevoeliger zijn voor de

manier waarop ik het Bijbelse verhaal vernieuwd heb. Zoals een

muzikant heb ik vaak gebruik gemaakt van het contrapunt met als

doel dat wanneer je het Nieuwe Testament herleest, de lezer het

gevoel heeft dat hij voor de eerste keer een geschiedenis leest die

hij nochtans al kent.

Ondanks de verschillende benaderingswijzen verbonden aan op­

voeding en cultuur, voorbij de geloofsovertuigingen, hoop ik dat de

lezer zich hecht aan mijn personages. Ik wilde de bijbelse persona­

ges meer menselijk voorstellen, meer sensueel, met als doel hun re­

putatie te vernieuwen. De engel, bijvoorbeeld. Vrijgemaakt van zijn

barokke gekunsteldheid, wordt hij een subliem figuur die een van de

oudste menselijke dromen realiseert, namelijk die van het vliegen.

Wat is uw favoriete passage en waarom?

Ik houd enorm van de passage waarin de engel – die in mijn tekst

een mensvogel wordt – zich begeeft naar de wijzen. Met veel preci­

sie, alsof ik die ervaring heb gekend, heb ik zijn vlucht proberen te

beschrijven, hoe hij de wereld van bovenaf ziet, de ervaringen die

hij ondervindt, de geuren die hij ruikt.

Ik hou ook enorm van personages als Esau, Kaïn, Samson en Saul,

die een tragisch lot hebben in de trant van de mythologie. En de

vrouwen met een sterk karakter zoals Jezebel, Salomé en Judith.

Dan is er ook Joseph, waarvan de geschiedenis vol van spanning

en terugstuitingen zit en Daniel, waarvan ik de verschillende hel­

dendaden vertel – wanneer hij in de leeuwenkuil zit, wanneer hij

Suzanne redt van de wellustige ouderlingen – gebruikmakend van

gerijmel geïnspireerd door de fabels uit de middeleeuwen.

Om te eindigen, heb ik een bepaald zwak voor Jan die in mijn boek

tegelijkertijd de compagnon van Jezus is, maar ook een literaire

dubbelganger, een incarnatie van de schrijver die zich onophou­

delijk vragen stelt over de zin van zijn roeping: waarom schrijven?

Hoe is het project ontstaan? Wat was het aanvanke-lijke idee?

Het is een project dat reeds lange tijd aan het bloeien was. Toen

mijn dochters nog klein waren, las ik hen veel verhaaltjes voor.

Geïllustreerde albums, sprookjes, maar ook novelles en mytholo­

gische verhalen. En zoals ik me mijn grootmoeder herinner, die me

scènes uit de Bijbel vertelde, las ik hen ook fragmenten voor.

Nochtans, op enkele zeldzame uitzonderingen na, was ik vaak te­

leurgesteld. De teksten geleken in niets op de herinneringen die ik

ervan had bewaard. Ik vond noch het ritme, noch de poëzie, noch

de fantasie van de verhalen van mijn grootmoeder terug. Ik had

begrepen dat ze, als geweldige vertelster, improviseerde op basis

van de oorspronkelijke tekst en dat de versie van de Bijbel die ze

aan mij vertelde een volledig persoonlijke versie was die verschilde

naargelang haar talent, humeur en herinneringen.

Vandaar uit, een beetje zoals je kookt om de smaken van een ge­

recht terug te vinden dat je als kind graag at, heb ik geprobeerd

de verhalen die ik me herinner en die de eersten waren die mijn

verbeelding hebben gevoed, te reconstrueren.

De Bijbel is een heilige tekst, een religieuze tekst; had u geen schrik om aan zo een emblematische en suggestieve tekst te beginnen?

Helemaal niet. Zoals ik heb uitgelegd is de tekst voor mij een be­

kende tekst omdat, zoals bij de meeste anderen van mijn gene­

ratie, ik een religieuze opvoeding heb genoten. En zelfs al heb ik

me daar later van verwijderd, ik heb de Bijbel steeds beschouwd

als een tekst die essentieel is voor het merendeel van ons. Voor

iedereen, gelovig of niet, is de tekst een fundament waarop onze

beschaving berust. Daarom is het belangrijk de verhalen en mythes

uit de Bijbel te kennen. De kennis ervan is een van de sleutels tot

het begrijpen van onze maatschappij. Hoe kun je kunst, literatuur,

architectuur begrijpen zonder die achtergrond?

Op geen enkel moment stelde ik me vragen over de legitimiteit.

Voor mij is de tekst gemeengoed. De invloedsfeer overstijgt voor

een groot deel het religieuze domein. De impact op onze taal, onze

psychologie, onze esthetiek en onze moraal, is nog steeds zeer

diepgaand.

Hoe ging u te werk om een geschiedenis waarvan al verschillende versies en interpretaties bestaan te herschrijven?

In feite is de veelvoudigheid van de versies gelieerd aan de ge­

schiedenis van de tekst. We zouden eigenlijk in het meervoud over

de Bijbel moeten praten omdat het gaat om een samenvoeging

van vele verschillende geschriften. Het woord Bijbel is trouwens

afkomstig van een Griekse uitdrukking die “de boeken” betekent.

Daarbij voegen zich de variaties gelieerd aan de canon opgelegd

door de Kerk en de toevoegingen en schrappingen van de apocriefe

teksten in functie van theologische keuzes van verschillende reli­

gieuze groepen.

Ten slotte brengen de verschillende vertalingen nog een hoeveel­

heid aan variaties mee. Net als alle excerpten en vaak zoetelijke

vereenvoudigingen bedoeld voor kinderen.

Wat me vooral aantrok, was de enorme voorraad aan verhalen

waaruit de Bijbel gevormd is. Daar, een beetje op de manier van

schilders als Brueghel, Caravaggio en nog anderen, heb ik me de

verschillende verhalen eigen gemaakt met de paradoxale wil om

van een universele tekst een tekst te maken die ontegensprekelijk

de mijne zou zijn.

Ontmoeting met Philippe Lechermeier (auteur)

Philippe Lechermeier is geboren in Straatsburg. Na zijn opleiding let-terkunde en geschiedenis, richtte hij zich al snel op de literatuur. Hij is auteur van vele albums en ver-halenbundels. Zijn schrijverswerk is gekenmerkt door poëzie, humor, inventiviteit en een vermogen om de literaire codes en vormen om te draaien. Met Het grote boek van vergeten prinsessen en Graines de Cabanes, herinterpreteert hij de encyclopedie, met Het geheime dagboek van Klein Duimpje, het

persoonlijke dagboek en met Lettres à plumes et à poils, de briefschrijfkunst. Zijn werk met vele verwikkelingen biedt vaak vele niveaus voor lezingen hetgeen ervoor zorgt dat zijn boeken zowel geliefd zijn bij kinderen als bij volwassenen.

Zijn uitgaven zijn beloond met vele prijzen en vertaald in meer dan twintig landen. Hij heeft samengewerkt met vele illustratoren. Voor Een Bijbel werkt hij voor de derde keer samen met Rébecca Dautremer.

© N

aohiro N

inom

iya

Page 3: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute

Waarom bijvoorbeeld geen “echte” kruisiging hermaken? Onlangs

had ik de gelegenheid om in Colmar de Kruisiging van Grünewald

te bezichtigen, weerzinwekkend met zijn steenpuisten, een hinder­

lijke, aangenomen lichamelijke waarheid. Dat heeft me geholpen te

begrijpen dat ik mijn visie op de dingen mag geven zonder gefor­

ceerd naar een idee te zoeken waaraan anderen nog niet hebben

gedacht. Je mag geen schrik hebben om simpelweg Jezus aan het

kruis te tekenen. Er is geen absolute verplichting om te vernieuwen.

Ten alle kosten originaliteit nastreven, dat is in mijn ogen geen erg

geschikt doel. Ik voelde me steeds vrijer ten opzichte van de onder­

werpen om ze te behandelen zoals ik ze me voorstel.

Wat zijn uw keuzes geweest?

Voor alles is deze Bijbel voor mij een bundel van menselijke ver­

halen. Overigens denk ik dat dat ook hetgeen is waar Lechermeier

vooral de nadruk op heeft gelegd.

In zijn Nieuw Testament benadrukt Lechermeier bijvoorbeeld de

“sensualiteit” van de personages: het feit dat ze van vlees, zinnelijk­

heid en bloed zijn. Omdat het ook dat is dat ik interessant vind, heb

ik een beeld gemaakt dat in die richting gaat. De tekst zegt me niet

wat ik moet doen, maar geeft me een impuls. Wanneer Jezus op het

water wandelt, roept de tekst indrukken op, zijn jubelstemming, en

daardoor stelde ik me een scène voor waarin ik ook het pure fysieke

plezier, dat het wandelen op water is, probeer uit te drukken. Maar

dan op mijn manier. Wanneer hij in de woestijn is, heb ik grondig

de nadruk gelegd op de fysieke realiteit van zijn omgeving. Ik heb

Jezus getekend uitgestrekt tussen twee oncomfortabele rotsachtige

bergtoppen, terwijl zijn lichaam probeert te rusten. De lezer moet

het contact van zijn ribben tegen de stenen voelen, van zijn kaak

tegen het zand, zijn lijden. Ik denk dat mijn beeld zo de echo van

het verhaal van Philippe Lechermeier vormt.

Bepaalde onderwerpen zijn minder inspirerend dan anderen, dat

ga ik niet verstoppen. De gevechten bijvoorbeeld, zijn moeilijker,

minder persoonlijk ook. Aan de andere kant, wanneer de verha­

len dichter bij de mensen staan, wanneer er liefde is, jaloezie, nijd,

wraak… wel, dat interesseert me. Hoe dichter het bij de mens staat,

hoe meer ik me betrokken voel. De macht en de politieke intriges

inspireren me bijvoorbeeld minder dan in te beelden welk gezicht

de tiran zal maken wanneer hij de geboorte van Christus verneemt.

Zoeken naar de representatie van zijn fysieke reactie, dat geeft me

ideeën. Het is een beetje zoals in het theater, men voert taferelen

op, fragmenten van verhalen, dus men interesseert zich in ac­

teurs… in mensen.

Hoe gaat u te werk?

Natuurlijk zoek ik in eerste instantie scènes, “taferelen” eigenlijk, in

de theatrale zin. Dat wat generisch is, emblematisch voor een vol­

ledig verhaal, dat is de basis. Vervolgens hou ik veel van portretten.

Ze fascineren me. Ik hou van het idee personages te tonen onafhan­

kelijk van de manier waarop ze handelen, want dat wordt al verteld

in het verhaal. Wat me interesseert, is het tonen van de persoon: het

is deze en geen andere, het is hij die heeft gedaan wat is beschre­

ven. Zo heb ik bijvoorbeeld gekozen het portret te tekenen van de

overspelige vrouw zonder haar in de situatie te zetten. Maar zelfs

bij een portret vertellen het standpunt en de omkadering de dingen.

Dat personage, ik er de rug van getekend. Je ziet haar nek, die haar

kwetsbaarheid vertelt. Je staat dicht bij haar. En je stelt jezelf vra­

gen: is ze verlegen, voelt ze schaamte, angst? Wie is ze eigenlijk?

In al mijn boeken houd ik ervan te werken zoals een fotografe, een

gezichtspunt te kiezen, mijn beeld op te bouwen zoals een foto. En

hier ben ik overgegaan tot het maken van momentopnames (bij­

voorbeeld de kindertijd van Jezus, die ik behandeld heb als een aan­

eenschakeling van clichés).

Natuurlijk heb ik technische uitdagingen. Elk boek is een gelegen­

heid om vooruit te gaan, nieuwe kleuren, harmonieën en belichting

te ontdekken. Ik had zin in zeer zeer levendige kleuren, haast fluo,

en dat is niet iets wat me vaak spontaan overkomt. Ik heb gepro­

beerd mijn gewoontes omver te werpen. Ik geloof nochtans dat het

de tekening is die telt, het licht. Dus ik zoek ik er echt naar me ook

in het tekenen te verbeteren. Over het algemeen ben ik zeer kritisch

over wat ik reeds heb gemaakt, en soms ben ik teleurgesteld, maar

ik heb steeds de hoop dat het volgende beeld geniaal zal zijn! Het is

mijn motivatie, eindeloos…

Wat zou u willen dat het boek opwekt bij de lezers?

Ik geef toe dat, uiteindelijk, wanneer ik een boek maak, ik weinig

aan de lezer denk… ik ben nogal egoïstisch. Ik probeer mezelf te

verwonderen, het is waar. In dit boek stond het idee om de verha­

len, die zoveel invloed hebben gehad, over te brengen me aan. Ik

zou het spijtig vinden moest men daar geen aandacht voor hebben.

Ergens van op de hoogte zijn, en zo wat meer ruimdenkendheid

creëren misschien, loont altijd de moeite. En de verhalen verdienen

het, vindt u niet?

Hoe is dit project in je handen gekomen?

Het is grappig want ik heb er altijd van gedroomd de Bijbel te illus­

treren. Sinds mijn kindertijd ken ik alle verhalen. Voor mij zijn ze

een bron van ongelofelijke beelden. De Bijbel was voor mij als een

sprookjesboek. En de sprookjes riepen vanzelfsprekend beelden

op. Dus, toen Philippe Lechermeier met me kwam praten over het

project, want het is wel degelijk hij die het initiatief heeft genomen,

sprong ik er als vanzelfsprekend bovenop. Zijn voorstel lag perfect

in het verlengde van wat ik graag wilde doen.

De Bijbel is een heilige tekst, een religieuze tekst. Had u soms geen schrik om die onder handen te nemen?

Ja, natuurlijk. Ik heb een klassieke religieuze opvoeding gekregen

en zelfs nu ik er vandaag wat afstand van genomen heb, blijft het

een gevoelig onderwerp. Het is niet eenvoudig om aan zo’n illustra­

tieopdracht te beginnen. Ik ben me erg bewust van het sacrale van

het onderwerp. Mag je Jezus tekenen? Mag je God tekenen? Mag ik

de schepping te illustreren? De Kruisiging? Intimiderende vragen.

Daarnaast wilde ik zeker geen parodie weergeven, maar zo dicht

mogelijk bij de verhalen blijven, terwijl ik tegelijkertijd mijn totale

vrijheid wil bewaren. Me niets verbieden, maar ook niet spotten.

Het eigenaardige van de Bijbel is dat je je verplicht voelt je keuzes,

je positie en, uiteindelijk, je geloof te rechtvaardigen. Maar dat mag

niet het onderwerp zijn. Dus, ja, aanvankelijk was ik geïntimideerd.

In feite ben ik begonnen door er wat omheen te draaien. Dat is een

beetje zo voor alle boeken die ik illustreerde, maar nog meer in dit

geval. Er voltrekt zich een aanpassingsproces, dat zich maar traag

in gang zet. En dan, op een dag, kies ik ervoor me in het werk te

storten, omdat er geen andere oplossing is. Dus heb ik al mijn vra­

gen losgelaten.

Hoe dan ook, wanneer ik een boek maak, geloof ik er oprecht in. Ik

heb de episodes die door Lechermeier zijn herverteld absoluut niet

in vraag gesteld, net zomin ik het bestaan van Doornroosje in vraag

stel, als ik haar teken of me afvraag of Klein Duimpje wel degelijk

drie duimen groot is en de laarzen van de Reus wel stappen van

zeven mijl zetten.

Op een gegeven moment moet je je twijfels en aarzelingen achter je

laten en resoluut de kant van de personages kiezen. Dat is waartoe

ik mezelf heb verplicht.

Hoe maak je je de betekenis van de Bijbel eigen, gezien iconografische verwijzingen overvloedig aanwezig zijn?

Het is net hetzelfde als wanneer je een andere klassieker aanpakt.

Ik heb ook een Alice in Wonderland geïllustreerd. Anderen hebben

zich er ook aan gewaagd voor mij. Die blik van anderen kan zeer

verlammend zijn. Je hebt de neiging je in te houden, te geloven dat

je niets nieuws brengt. Op een gegeven moment moet je dat achter

je laten. In het begin heb ik me wel verplicht om zeker en vast geen

scènes te illustreren die bij deze of gene reeds bestaan. En daarna,

beetje bij beetje, stond ik me toe om te denken “en waarom niet?”.

Ontmoeting met rébecca dautremer (illustrator)

Rébecca Dautremer is geboren in Gap. Ze volgde les aan de École Nationale Supérieure des Arts Décoratifs de Paris (ENSAD), waar haar docenten snel haar talent op merkten en haar stimuleerden om zich op illustratie te richten. In 1996 bracht ze haar eerste album uit, La Chèvre aux loups, in de loop der jaren gevolgd door talloze successen, waaronder Alice in Wonderland (2010) of Het grote boek van vergeten prinsessen (2004, uitgebracht

in 20 talen, meer dan 550.000 exemplaren zijn verkocht). Haar stijl is uniek en gevoed door een ware passie voor fotografie. De illustraties van Dautremer herken je aan de zeer originele gezichtspunten en een verbluffen-de beheersing van waterverf en, sinds kort, van potlood. Het succes en de kwaliteit van haar uitgaven strekken zich uit over de hele wereld. Niet enkel kinderen, maar zeker ook volwassenen zijn fan. Dautremer ex po seert geregeld in Frankrijk en de Verenigde Sta ten. Ze werd ook opgemerkt door de reclamewe-reld en leverde onder meer werk voor Kenzo en Cartier. In 2009 verscheen haar eerste langspeelfilm, Kerity ou la maison des contes, waarbij ze ook de artistieke leiding voor haar rekening nam. Ze werkt aan een tweede langspeelfilm. Een Bijbel is haar derde samenwerking met Philippe Lechermeier.

Page 4: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute

7

of hoe alles begon

Hoe de aarde ontstond,

hoe de eerste mens op de wereld kwam

en hoe de eerste vrouw zijn gezellin werd.

Hoe die aarde bijna verwoest raakte,

maar toch werd gered.

En ten slotte, hoe God een land beloofde

aan Abraham en zijn nakomelingen.

GenesisDe

Page 5: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute
Page 6: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute

1918

hem te weinig om er zijn hele leven mee te vul­

len.

Daarom nam God weer kluiten aarde en kneed­

de ze tot allerlei soorten dieren. Hij maakte er

die vlogen of kropen of in het rond sprongen.

Hij maakte er die zongen of knorden, en andere

die veren hadden of vachten of schubben. Hij

maakte er honderden, duizenden, die graasden

of zwommen of holen in de aarde groeven.

Toen hij daarmee klaar was, gaf God Adam de

opdracht om namen voor die dieren te verzin­

nen.

In het begin was dat nog gemakkelijk en leuk.

Wat een hoorn droeg, noemde hij neushoorn,

wat voortdurend siste serpent en wat vaak

dronk zeboe. Wat huilde, noemde hij wolf en

wat bokkig liep te mokken gnoe. Hij bedacht

ook namen die hij plezant vond: penseelaapje,

nijlpaard, snip, navelzwijn. Toen zijn fantasie

was uitgeput, gaf hij dieren de eerste de beste

naam die hem te binnen schoot.

Toen Adam dit klusje had geklaard, merkte

God dat hij zich nog altijd evenveel verveelde,

als een kind dat zijn nieuwe speelgoed moe is.

Hoewel die dieren voor wat gezelschap zorg­

den, toch spraken ze niet Adams taal en hadden

ze zin in andere dingen.

Van ’s morgens tot ’s avonds liep Adam doel­

loos rond in de tuin van Eden. Hij liet zijn han­ Hij verveelde zich…

den over de boomstammen en gladde bladeren

glijden. Hij keek naar de schubben van de vis­

sen die in de rivieren schitterden. Hij ging in de

schaduw van het bos op het groene mos liggen.

Hij keek om zich heen en voelde zich oneindig

moedeloos en neerslachtig. Hij verveelde zich…

Toen God de aarde schiep, leek die nog op een

onmetelijke woestijn.

Geen sprietje gras kwam uit de grond piepen,

er groeide geen struik, niet één schriel boompje

verhief zich aan de horizon.

Er viel geen druppel water en waar je ook maar

keek, zag je alleen maar stof.

Op bepaalde plekken vloeide wel water, dat de

zeeën en rivieren vormde, maar de aarde, die

door niemand werd bewerkt, bleef hopeloos dor.

God nam een kluit aarde, maakte hem nat en

kneedde hem tot een beeldje.

Hij zette het op de grond, maar het landschap

leek nog altijd even verlaten als voorheen.

Hij nam het beeldje weer op en blies voorzichtig

in zijn neusgaten om het tot leven te wekken.

Heel langzaam kwam er beweging in het beeld­

je. Het rekte zich uit tot zijn gewrichten kraak­

ten en begon te bewegen en te springen, eerst

nogal houterig, maar na een tijdje sierlijk en

bevallig.

Op die manier kwam de eerste mens op de aar­

de.

Geboren uit stof en de adem van God.

En die mens heette Adam.

God zag Adam eenzaam in de woestenij rond­

dwalen en daarom liet hij een enorme tuin

groeien.

Waar er eerst niets was, zag Adam uit de aarde

bomen en struiken in allerlei soorten en maten

oprijzen.

Waar er eerst niets was, zag Adam uit de aarde

bloemen met allerlei kleuren en geuren opko­

men.

Die tuin kreeg de naam Eden en Adam was niet

meer gedwongen om in het stof te leven.

Nu kon hij over jong gras lopen en de streling

ervan onder zijn blote voeten voelen.

Hij kon in het fruit bijten dat aan de bomen

groeide en met volle teugen genieten van de

zoete smaak.

Hij kon de geur opsnuiven van de bloemen om

zich heen en zijn dorst lessen met het water van

de rivier die door de tuin stroomde.

In het midden van de tuin liet God ook twee

prachtige bomen met stevige stammen en ster­

ke takken groeien: de levensboom en de boom

van de kennis.

Toen Adam ze ontdekte, waarschuwde God

hem: ‘Van alle bomen mag je het fruit plukken

en er zoveel van eten als je maar wilt. Maar raak

nooit het fruit van de boom van de kennis aan!

Weet dat je je doodvonnis tekent als je ooit een

van zijn vruchten opeet.’

Een tijdje later merkte God dat Adam zich ver­

veelde. De schoonheid van de tuin was voor

Een man en een vrouw

[…]

Page 7: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute
Page 8: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute

2726

Adam wees naar de vrouw en God richtte zich

tot haar:

En ze reikte hem de vrucht aan.

Op zijn beurt nam Adam een hap.

Nadat ze de vrucht hadden opgegeten, bleven

ze daar zwijgend staan.

En toen sloeg de verbijstering toe.

Oog in oog, met de handen in elkaar gestren­

geld, zagen ze dat ze naakt waren.

Naakt van kop tot teen.

Nooit eerder hadden ze dat opgemerkt.

‘Oh!’ fluisterde ze verbaasd.

‘Ah!’ zei Adam, die niet meer wist waar te kijken.

Doodverlegen plukten ze vijgenbladeren om

hun naaktheid te bedekken.

Toen ze God hoorden naderen, verscholen ze

zich.

‘Adam!’ riep God met barse stem.

Maar Adam was te beschaamd over wat ze had­

den gedaan en bleef zich verschuilen.

‘Adam!’ riep God nog een keer.

Nu kwam Adam tevoorschijn. Verlegen, terwijl

hij zich nog achter bomen probeerde te verber­

gen.

‘Wat spook je daar uit? Waarom laat je je niet

zien?’

‘Omdat ik… euh… naakt ben.’

Met donderende stem riep God:

WIEHEEFT JOU DUIDELIJK GEMAAKT DAT JE

NAAKTBENT?

En weg was hij…

De dagen daarop probeerde ze die ontmoeting

uit haar hoofd te zetten, maar ’s nachts in haar

slaap spookte de vraag van de slang in haar

hoofd rond: ‘Weet je het? Weet je het? Weet je

het? Weet je het? Weet je het?’ Alsof de slang

in haar hoofd was gekropen en daar weer zat

te sissen.

Een tijdje later, toen ze er niet meer aan dacht,

kwam ze op een wandeling toch weer bij de

boom van de kennis terecht, zonder dat ze het

van plan was geweest. En alles begon opnieuw:

het gepieker over het weinige dat ze wist en

alles wat ze niet wist, de slang die zich weer

oprolde en siste: ‘Weet je het, weet je het, weet

je het?’

Op een dag, nadat de vraag haar een hele nacht

had gekweld, hield ze het niet meer uit. Hand in

hand trok ze Adam mee naar de boom van de

kennis en daar plukte ze een vrucht.

‘Ik wil weten’, zei ze.

En ze zette er stevig haar tanden in.

Adam herinnerde zich Gods verbod om van de

vruchten van deze boom te eten en wilde haar

tegenhouden, maar de vrouw had er al een hap

van genomen.

Even bleven ze zwijgen.

‘Lekker?’ vroeg Adam ten slotte.

‘Ja’, knikte ze.

De vrouw trok zich vaak terug in het midden

van de tuin van Eden, dat vond ze fijn. Dan

leunde ze tegen de machtige stam van de boom

van de kennis en somde voor zichzelf de weini­

ge dingen op die ze wist: de man die aan haar

zij leefde, heette Adam en hij leek veel op haar,

maar niet helemaal; ze wist dat ze hield van

de smaak van zwarte bessen, het licht tussen

de bladeren, de koelte van de schaduw en de

vlucht van vogels in de lucht.

Vlak daarna begon ze te denken – en dat kon

een hele tijd in beslag nemen – aan alles wat ze

niet wist: waarom de hemel blauw was, waarom

het water door haar grijpende vingers glipte,

waar de geur van de bloemen vandaan kwam,

waarom ze niet zoals Adam een naam had…

Als ze daar tegen de stam van de boom van de

kennis geleund stond, kwam de slang vaak sis­

send voorbijgekropen. Op een dag hoorde ze

hem sissend fluisteren: ‘Weet je het? Weet je

het? Weet je het?’

‘Nee, nee, nee’, antwoordde ze.

En daarna, terwijl hij zich rond de takken van

de boom van de kennis wikkelde en naar de

vruchten wees, siste de slang tussen zijn tanden

door: ‘Heb je al van deze vruchten geproefd?’

‘Nee’, antwoordde ze.

‘Dat…’ zei de slang, ‘zou je best doen, want dan

zul je weten.’

Over de sissende , of de smaak van verboden vruchten...

[…]

Page 9: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute

De even vreselijke historie

van en zijn broer

‘Deel alsjeblieft je maaltijd met mij’, zei Esau, aan het eind van zijn krachten.

Jakob liet hem een kom linzensoep brengen, maar toen zijn broer die wilde aannemen,

hield Jakob zijn arm tegen.

‘Je mag ervan eten zoveel als je maar wilt, maar sta me dan eerst in ruil je

eerstgeboorterecht af.’

Esau, die al dagen niets meer naar binnen had geslagen en op het punt stond flauw te

vallen, stond zonder protest zijn eerstgeboorterecht af en Jakob voedde en verzorgde

hem.

En zo verliepen een aantal jaren: Esau zwierf door de bossen en zat dieren achterna,

Jakob bewerkte zijn akker en hoedde zijn kudde.

Maar de tijd drukt zijn stempel op mensen. Isaak voelde dat hij ging sterven en ontbood

Esau: ‘Mijn tijd is gekomen, ik ga binnenkort sterven. Ik ben blind en weldra zal mijn

hart ophouden te slaan. Maar voordat ik heenga, wil ik je graag mijn zegen schenken.

En ook zou ik graag een laatste keer een stuk wildbraad van je eten. Ga op jacht en

vergast me op een feestmaal. Daarna zal ik je zegenen.’

Jakob kwam net voorbij de tent van zijn vader, hoorde hun gesprek en haastte zich

naar zijn moeder om haar in te lichten.

Zijn moeder waarschuwde hem: ‘Laat je niet doen, de zegen van je vader komt jou toe.

Je broer heeft toch zijn eerstgeboorterecht geruild voor een kom linzensoep?’

‘Mijn vader zal mij nooit het eerstgeboorterecht toekennen, daarvoor houdt hij te veel

van mijn broer’, antwoordde Jakob.

‘Laat mij maar begaan’, zei zijn moeder. ‘Breng me twee geitenlammeren uit je kudde,

meer heb ik niet nodig.’

Jakob gehoorzaamde en met het geitenvlees maakte Rebekka een heerlijke maaltijd

klaar. Hun vachten hing ze om Jakobs lichaam, zodat hij op zijn broer leek. ‘Ga nu, bied

je vader deze schotel aan en doe alsof je Esau bent.’

Toen Jakob bij Isaak aankwam, was deze verbaasd dat hij al terug was van de jacht.

59

Isaak en Rebekka hadden twee kinderen.

De oudste, Esau, had een vuurrode haardos en was van kop tot teen behaard, als

droeg hij een vacht.

De jongste, Jakob, was korenblond en zijn lichaam was zo glad als een rolsteen.

Esau zwierf graag zo goed als naakt over de steppen en door de wouden.

Met een boog in de hand bracht hij zijn dagen al jagend door.

Als hij na een lange periode van afwezigheid gebruind en vuil en overdekt met wondjes

terugkwam, gebeurde het weleens dat men hem voor een van die wilde dieren hield

die hij najoeg.

Jakob daarentegen leidde een rustig leventje in de buurt van de nederzetting waar zijn

ouders woonden. Hij was haast altijd bij zijn kudde en ging met niemand liever om dan

met zijn moeder Rebekka.

Telkens als Esau terugkeerde van de jacht, legde hij zijn vangst voor de voeten van zijn

vader Isaak. Die bedankte hem daarvoor en beloofde hem zijn zegen: ‘Door mijn zegen

zullen jij en je afstammelingen voor altijd in overvloed leven’, zei hij, terwijl hij Esaus

armen liefdevol streelde.

En hij gaf de opdracht het wildbraad waarvoor zijn oudste zoon had gezorgd klaar te

maken.

Op een dag keerde Esau na een buitengewoon vermoeiende jachtpartij uitgeput en

met zijn armen en benen vol schrammen naar de nederzetting terug. Zijn vader was er

niet. Esau sleepte zich naar de tent van Jakob, die net zat te eten.

58

[…]

Page 10: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute
Page 11: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute

68

Jozef is Jakobs favoriete zoon,voor Jakob de parel aan zijn kroon.

Wij zullen nu, met koorzang en in drie bedrijven,de rampen die hij onderging beschrijven.

Personages

JOZEF, zoon van Jakob

NEFTALI, ASER, RUBEN, JUDA, ISSAKAR, GAD, DAN, ZABULON, SIMEON,

LEVI en BENJAMIN, broers van Jozef

FARAO, heerser over Egypte

POTIFAR, commandant van Farao’s lijfwacht

EZNA, vrouw van Potifar

EEN LUIPAARD, gezelschapsdier van Ezna

SLAVEN

LIJFWACHTEN

HET KOOR

De dromenvan

Jozef

[…]

Page 12: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute

99

Alles begon lang geleden. Werkelijk heel lang

geleden.

Weet je nog dat de Hebreeërs naar Egypte, naar

Jozef waren getrokken, op de vlucht voor de hon­

gersnood die hun streek teisterde? Ze hadden er

zich met al hun gezinnen gevestigd en vier eeu­

wen lang vermenigvuldigden ze zich daar.

Dat baarde Farao zorgen. Hij was bang dat ze

op zekere dag de Egyptenaren in aantal zouden

overtreffen. Bovendien vertrouwde hij hen niet,

hij vreesde dat ze in tijden van oorlog zouden

samenspannen met de vijand.

Toen begonnen de pesterijen en vernederingen.

Hij dwong de Hebreeërs op de velden te werken.

Hij droeg hen op een enorm paleis te bouwen.

Onder zweepslagen liet hij hen stenen versle­

pen, rotsblokken wegrollen, bergen verplaatsen.

Hij maakte hen tot slaven. Maar ondanks de

almaar moeilijker wordende levensomstandig­

heden bleven de Hebreeërs in aantal toenemen.

Farao piekerde lang over een oplossing. Op een

dag riep hij zijn raadgevers samen om zijn be­

slissing uiteen te zetten. Het was een afschuwe­

lijke beslissing. Gruwelijk. Bij koninklijke veror­

de ning bepaalde hij dat voortaan elke jongen

die nog in een Hebreeuws gezin geboren zou

worden, in de Nijl geworpen moest worden.

Geboortes, die in joodse families altijd een bron

van vreugde waren geweest, werden nu een

bron van verschrikkelijke angstgevoelens. Als er

een jongen ter wereld kwam, zorgde dat voor

Ooit gehoord van Mozes?

Weten jullie hoe hij het heeft klaargespeeld om de Hebreeërs terug te leiden naar het land dat God hun

had beloofd?

Ja?

Ik geef toe dat veel mensen dit verhaal al kennen.

Het is een oud verhaal.

Denken jullie dat een vlieg alleen maar goed is om door de lucht te zoeven? En dan maar ergens neer

te strijken? Jullie vragen je af of het de moeite loont naar me te luisteren en het risico te lopen jullie tijd

te verspillen. En of het niet beter is om me met een handbeweging te verjagen en zo een eind te maken

aan mijn gegons.

Jullie vergissen je. Ik ben misschien maar een vlieg van niets, maar wat ik jullie te vertellen heb, zal jullie

met verstomming slaan.

Sst!

Luister naar mijn vertelsels… Bzzz! Bzzz! Bzzz!

Het beloofde land of de vertelsels van de vlieg

van de vlieg

Op de Nijl

[…]

Page 13: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute

233232

De vogelman bukte zich om er een paar op te rapen en reikte ze Maria aan.

Ze stond daar nog altijd als verstard, niet in staat tot de geringste beweging.

Ze was een heel jong meisje, nauwelijks de kindertijd ontgroeid.

Ze woonde in Nazaret, het stadje in de buurt.

Haar familie had haar zopas met Jozef verloofd.

‘Wees niet bang’, zei de vogelman.

‘Ik ben gekomen om je iets heel belangrijks mee te delen.

Over enige tijd ga je je buik voelen zwellen.

En nog later zul je een kind baren.

Die boreling zul je de naam Jezus geven.

En luister nu goed: het kind dat je zult dragen, zal de zoon van God zijn. De zoon

van God op aarde.’

‘Maar hoe kan dat ?’ fluisterde Maria. ‘Tot vandaag ben ik nog nooit met een man

naar bed geweest.’

‘Je moet weten, Maria, dat voor God niets onmogelijk is. Vanaf vandaag heb je

niets meer te vrezen, want hij zal je onder zijn hoede nemen.’

En weer bekeek hij haar glimlachend. Hij drukte de witte bloemen in haar

handen. Toen nam hij met een snelle beweging een aanloop en sloeg zijn grote

vleugels uit. En hij vloog weg.

Toen hij nog maar een stipje in de hemel was, raapte Maria de laatste bloemen op.

Wat ze voelde, was niet te omschrijven.

Ze had verlamd van angst moeten zijn. Niet alleen door de verschijning van die

vogelman, maar ook door wat Jozef en haar familie ervan zouden denken. Vast en

zeker gingen ze haar verstoten nu ze het kind van iemand anders droeg.

Onbeweeglijk keek ze naar de vogelman, die in de wolken verdween.

Onbeweeglijk, met het boeket in haar handen, maar nu ook met een glimlach op

haar gezicht.

Ze was nog geen vijftien jaar.

Ze was nauwelijks haar kindertijd ontgroeid.

En in haar buik droeg ze het kind van God.

In de azuurblauwe lucht sloeg de vogelman zijn lange vleugels uit.

Hij liet zich geruime tijd door de wind dragen terwijl hij cirkels beschreef.

Soms verdween hij in een wolk, dan werd hij een eindje verder weer zichtbaar,

haast onbeweeglijk in de onmetelijke ruimte, als in evenwicht.

Eindelijk vouwde hij zijn vleugels op zijn rug en dooknaar de aarde.

Bedwelmd door de snelheid en met afgesneden adem sloot hij zijn ogen.

De wind suisde over zijn huid en zijn glanzende verenkleed.

Als hij zijn oogleden opende, was alles wat zonet nog piepklein leek veel groter

geworden.

Toen remde hij bruusk af en in een geruis van pluimen landde hij.

Voor hem stond een jong meisje, door verbijstering verlamd. Ze had hem in de

lucht zien cirkelen, maar ze had gedacht dat het een van die vele roofvogels was

die boven de kudden vliegen in de hoop een afgedwaald lam te kunnen grijpen.

Toen was ze hem vergeten, druk bezig als ze was met het plukken van bloemen

langs de steenachtige weg.

Bloemen die ze nooit eerder had gezien.

Met lange, tere stengels.

Met witte kroonbladeren.

Van een paarlemoeren wit.

Tussen parel en traan in.

En nu stond ze tegenover die verschijning.

Hij stond daar roerloos, maar hij glimlachte.

De vogelman bekeek haar met zachte blik.

Goudkleurige lokken die glansden als zonnestralen vielen tot op zijn schouders.

Zijn bijna doorzichtige huid was bezaaid met witte donshaartjes en ging

langzaam over in lange, gespikkelde veren.

Van verbazing had het meisje haar boeket laten vallen.

De vers geplukte bloemen lagen op de stoffige weg.

De vogelman

Een Nieuw Testament

[…]

Page 14: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute
Page 15: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute

238

Buiten adem keek Maria naar Jozef, die de ezel in gereedheid bracht die hen op

hun reis zou vergezellen. Haar logge buik maakte haar onbeholpen, maar toch

probeerde ze zich zo goed en zo kwaad als het ging nuttig te maken. De bevalling

zou niet lang meer op zich laten wachten, het was nu al acht maanden geleden dat

de vogelman haar had ontmoet.

Onmiddellijk na zijn bezoek had ze Jozef opgezocht. Trillend, met gebogen hoofd,

had ze hem willen meedelen dat ze een kind droeg. En dat hij niet de vader was.

‘Jozef…’ was ze begonnen, maar hij had haar de zin niet laten afmaken.

Hij had een vinger op zijn lippen gelegd en gezegd: ‘Ssst… Ik weet het al. Hij is het

me ook komen meedelen.’

En wegens de stomme verbazing van Maria had hij er nog aan toegevoegd: ‘De

almachtige God. Zijn wil. Zijn zoon die jij in je draagt. Jezus, de naam die we hem

zullen geven…’

Zodra de wet en de traditie het toelieten, was hij met haar getrouwd. Sindsdien ge­

droeg hij zich tegenover haar alsof het kind dat ze verwachtte van hem was. Zonder

ooit het minste verwijt, zonder een greintje jaloezie.

De laatste maanden waren snel voorbijgegaan, druk bezig als ze waren met het

inhuizen van Maria in Jozefs woning en met de voorbereiding van de geboorte.

Dag na dag leerden ze elkaar beter kennen en raakten ze meer en meer met elkaar

vertrouwd.

Toen kwam het nieuws uit de lucht gevallen: om het aantal inwoners te tellen, had­

den de Romeinen, van wie de legers al een aantal jaren Palestina bezetten, besloten

een volkstelling te organiseren. Een verordening bepaalde dat elkeen zich naar de

plek moest begeven waar hij was geboren, om zich daar te laten registreren door

de overheid. Welnu, Jozef was in Betlehem geboren. Van Nazaret naar Betlehem

De reis

[…]

Page 16: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute
Page 17: WOORD VAN DE UITGEVERS - Davidsfondszoektocht naar voortreffelijkheid, zowel in de vertelling als in de beelden, zowel in de ... er de kracht en schoonheid ... Er is geen absolute

Een Oud Testament

De Genesis, of hoe alles begonHoe de aarde ontstond

Een man en een vrouw

Over de sissende slang, of de smaak van verboden vruchten…

De vreselijke historie van Kaïn en Abel

Wat de wereld overkwam en hoe Noach hem heeft gered

Babel

Verhalen over Abraham

De even vreselijke historie van Esau en zijn broer Jakob

Nog altijd Jakob. En Rachel.

De dromen van Jozef

Exodus, of de lange zwerftocht naar het beloofde landHet beloofde land of de vertelsels van de vlieg

Het Boek der Rechters, of de strijd tegen de onderdrukkersWat men weet over Jozua

Enkele verhalen die over Gideon de ronde doen

Er was eens een man die Jefta heette

Het geheim van Simson

Klaaglied uit de tijd der rechters

Het boek der KoningenKronieken van de koningen Samuël, Saul en David

Salomon de Luisterrijke of de wijze koning

Het Lied der liederen

Elia

De twaalf wonderen van Elisa

Het einde der Koningen

Het Boek van de BallingschapEster

Tobias en de verliefde demon

De feestkleren van Judit

De vier heldendaden van Daniël, Misaël, Azarja en Chananja

Jona en de reuzenvis

Job

Een Nieuw Testament De vogelmanDe reisDe sterDe tiranEen heel gewoon kindHij die de kronkelige paden weer rechtmaaktDe woestijnHet blauwe uurDe bruiloftDe mirakelsDe dansJohannes schrijftOp het waterDe vrouw die van een andere man houdtDe witte schimWoorden die weer opduikenIn een met olijfbomen omzoomde tuinDe schedelbergDe open deurOp weg

Een Bijbel, inhoud

Technischefichevandevolledigeuitgave:

Formaat 245×270 mm, ca. 392 p., hardcover, ronde rug, kleur op snee, kapitaalbandje en bladwijzer.Verkoopprijs: 49,95 €D/2014/0240/51 – ISBN : 978 90 5908 577 0