Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan...

54
| 1 Wonen Welzijn Zorg Visie op Juni 2016

Transcript of Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan...

Page 1: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 1

Wonen

Welzijn

Zorg

Visie op

Juni 2016

Page 2: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 2

Visie wonen welzijn zorg

dinsdag 14 juni 2016

Visie wonen welzijn zorg definitief concept

Page 3: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 3

Inhoud

1 Inleiding 6

2 Samenvatting 6

Bestuursopdracht 6

Doelgroepen 7

Gemeentelijk beleid 7

De opgave 7

Nieuwe initiatieven 8

Hoofdlijn van de visie 9

De bijdrage van strategische partners 9

3 Opgaven wonen, welzijn en zorg 10

3.1 Bevolkingsontwikkeling 10

3.2 Ontwikkelingen in de zorg 11

3.3 Woningvraag 12

3.4 Opgaven per doelgroep 13

Ouderen 13

Inwoners met psychiatrische problemen 14

Inwoners met een (licht) verstandelijke beperking 14

4 Samenhang met ander gemeentelijk beleid 16

4.1 Sociaal beleid 16

Rhedens Model 16

4.2 Ruimtelijk beleid 17

Kadernota Beheer Openbare Ruimte 17

Structuurvisies 17

Bestemmingsplannen 18

5 De visie op hoofdlijnen 19

5.1 Een passende woning 19

Zorg met verblijf 19

Verzorgd wonen 20

Page 4: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 4

Levensloopgeschikt 2 (woonkamer, keuken, toilet, hoofdslaapkamer en badkamer op één

verdieping) 20

Levensloopgeschikt 1 en rolstoelgeschikt 21

Beschermd wonen 21

Domotica 21

5.2 Voorzieningen in de woonomgeving 21

Dorpshuizen, Huizen van de Buurt 22

Medische voorzieningen en winkels 22

Culturele verschillen 23

5.3 Een passende woonomgeving 24

Kwaliteit openbare ruimte 24

Draagkracht van de wijk 24

Bestemmingsplannen 25

5.4 Maatschappelijke ondersteuning 25

Respijtzorg 26

Individuele begeleiding 26

Groepsbegeleiding 26

Doelgroepenvervoer 27

Hulp bij het huishouden 28

Hulpmiddelen 29

Woonvoorzieningen 29

6 Uitvoeringsagenda 30

Bijlage 1: Het Rhedens Model 32

Het Rhedens Model in de praktijk 34

Bijlage 2: woningbehoefte en huisvestingsopgave 36

Behoefte intramurale plaatsen 37

Behoefte aan verzorgd wonen 38

Behoefte levensloopgeschikt 2 39

Behoefte Levensloopgeschikt 1 39

Behoefte rolstoelgeschikte woningen 40

Huisvestingsopgave 40

Opgave intramurale plaatsen 41

Page 5: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 5

Opgave verzorgd wonen 42

Opgave levensloopgeschikt 2 42

Opgave levensloopgeschikt 1 en rolstoelgeschikte woningen 43

Opgave beschermd wonen 43

Bijlage 3: Definities 45

Bijlage 4: Workshop 12 mei 49

Colofon 53

Bestuurlijke begeleidingsgroep 53

Ambtelijke ondersteuning 53

Externe ondersteuning 53

Geconsulteerde partijen 53

Page 6: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 6

1 Inleiding

De wereld van wonen, zorg en welzijn is volop in beweging. Regelgeving en

financieringsstromen veranderen, maar ook maatschappelijk verandert er veel. De

voorkeuren van kwetsbare groepen van nu zijn niet meer hetzelfde als van de vorige

generatie. De arrangementen die in het verleden zijn ontwikkeld om kwetsbare inwoners te

ondersteunen, bieden daarom niet altijd een oplossing voor vraagstukken van de toekomst.

Voor zorg is minder geld beschikbaar doordat gemeenten een uitbreiding van taken hebben

gekregen met een vermindering van de bijbehorende budgetten. Partijen en inwoners

zoeken naar nieuwe manieren om aan te sluiten bij de tussentijds veranderende realiteit. De

belangen, zowel maatschappelijk als financieel, zijn groot.

De gemeente voert al jaren actief beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg. De

uitbreiding van het takenpakket als gevolg van de decentralisaties vraagt om een herijking

daarvan. Deze visie wil richting geven aan de gemeentelijke strategische keuzen rond

wonen, welzijn en zorg.

2 Samenvatting

De visie laat zich in het kort als volgt samenvatten:

Hoofdlijn van de visie Wonen Welzijn Zorg

1. Passende woningen

2. Voorzieningen in de woonomgeving

3. Passende woonomgeving

4. Maatschappelijke ondersteuning

Aan de hand van de bestuursopdracht zal deze hoofdlijn hieronder worden uitgewerkt.

Bestuursopdracht

De bestuursopdracht zoals deze op 6 oktober 2015 in de informatieraad aan de orde is

geweest vraagt een beknopt document te maken waarin:

1. de doelgroepen van WWZ-beleid goed beschreven zijn,

2. de uitgangspunten zijn beschreven van het gemeentelijk beleid,

3. een analyse is opgenomen van de opgaven op het gebied van wonen, welzijn en zorg

voor de periode 2015-2030,

4. de concrete kaders worden beschreven op grond waarvan de gemeente omgaat met

initiatieven van derden,

Page 7: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 7

5. de gemeentelijke inzet op het gebied van wonen, welzijn en zorg vanuit verschillende

beleidsterreinen (wonen, maatschappelijke ondersteuning, ruimtelijke ordening,

openbare ruimte) in samenhang wordt beschreven,

6. duidelijk wordt aangegeven welke bijdrage de gemeente vraagt van strategische

partners.

Doelgroepen

In paragraaf 3.4 worden de verschillende doelgroepen beschreven. We onderscheiden

ouderen, inwoners met psychiatrische problemen en inwoners met een (licht) verstandelijke

beperking.

Ouderen

Naar verwachting zullen ouderen langer zelfstandig willen blijven wonen en ook tot op latere

leeftijd relatief gezond zijn. Mensen zullen kiezen voor zorg aan huis en deels kiezen voor

verzorgd wonen. Naar verwachting zullen de zorgondernemers hier op in spelen, gefaciliteerd

door het gebruik van PGB’s en VPT’s. NB: Afkortingen en begrippen worden toegelicht in

bijlage 3.

Mensen met psychiatrische problemen

Het streven is er op gericht deze groep, waar mogelijk te laten doorstromen naar meer

zelfstandigheid. Een prettige woonomgeving voor zowel de doelgroep als omwonenden is

belangrijk. Een goede mix in het aanbod van beschermd wonen, groepsgewijs zelfstandig

wonen met begeleiding en kleine goedkope reguliere woningen is daarvoor nodig. Aanhaking

bij de woonomgeving is daarbij belangrijk.

Inwoners met een (licht) verstandelijke beperking

Ook voor deze groep is het beleid gericht op scheiden van wonen en zorg. Doorgaans is bij

deze groep sprake van beperkte middelen. Een goedkoop woningaanbod is voor deze groep,

met name voor de jongeren, cruciaal. Zorginstellingen en woningcorporaties maken hiertoe

afspraken.

Gemeentelijk beleid

Het gemeentelijk beleid komt in hoofdstuk 4 aan de orde. Het Rhedens Model (zie bijlage 1)

vormt de kapstok voor ons beleid. Uitgangspunt is dat inwoners gebruik maken van de eigen

kracht. Wanneer dat niet voldoende is, kan ook gebruik gemaakt worden van algemene

diensten, georganiseerd vrijwilligerswerk, gemeentelijke ondersteuning of professionele

inzet. De ene vorm van ondersteuning sluit de andere vorm niet uit. Soms is professionele

ondersteuning een voorwaarde om de mantelzorg of de vrijwillige ondersteuning goed te

kunnen volbrengen.

De opgave

Hoofdstuk 5 beschrijft de gemeentelijke opgave voor de komende jaren.

Page 8: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 8

Hoofdlijn is een passende woning, een passende woonomgeving, passende voorzieningen en

passende maatschappelijke ondersteuning.

Passende woning

Rheden beschikt op dit moment over een ook voor de komende jaren passend aantal

intramurale plaatsen. Het aantal plaatsen dat verloren gaat door extramuralisering wordt

gecompenseerd door de toenemende vergrijzing.

Belangrijkste aandachtspunt betreft het aantal levensloopgeschikte woningen. Naast de

beperkte nieuwbouwmogelijkheden zal woningaanpassing of stimuleren van verhuizen hier

aan de orde zijn. Ook betaalbaarheid is punt van aandacht. Ook domotica kan hierin een rol

spelen.

Voor bijzondere woonvormen voldoen de afspraken zoals deze op dit moment door

zorginstellingen met woningcorporaties worden gemaakt. Er is op dit moment geen

aanleiding hier specifieke inspanning op te richten. Wel is het aanbod aan goedkope

woningen ten behoeve van doorstroming van cliënten naar de reguliere woningmarkt

aandachtspunt.

Passende woonomgeving

In de woonomgeving zijn 3 dingen belangrijk:

o Kwalitatief goede openbare ruimte, waarin mensen met een beperking goed hun weg

kunnen vinden.

o Een sociale infrastructuur die om kan gaan met een toenemend aantal mensen met

een beperking in de wijk.

o Toekomstgerichte bestemmingsplannen, waarin nieuwe woonvormen en combinaties

van wonen en zorg mogelijk zijn.

Passende voorzieningen

Voor mensen met een beperking die zelfstandig wonen is het belangrijk dat voorzieningen

voor de dagelijkse boodschappen, medische voorzieningen en voorzieningen voor ontmoeten

en ontspannen en begeleiden zich in de nabijheid bevinden. De dorpshuizen en de huizen

van buurt zijn de punten van waaruit de gemeente de Wmo voorzieningen wil gaan

faciliteren.

Maatschappelijke ondersteuning

Vanuit het staande Wmo beleid biedt de gemeente naast een samenhangend aanbod van

algemene voorzieningen ook maatwerk aan in een aantal arrangementen aan. Onder andere

doelgroepenvervoer, leef- en woonvoorzieningen, individuele- en groepsbegeleiding en

huishoudelijke hulp maken hier deel van uit. Er is geen aanleiding om op basis van deze visie

af te wijken van het bestaande beleid hieromtrent.

Nieuwe initiatieven

In hoofdstuk 5 worden de criteria benoemd op basis waarvan de gemeente mee wil werken

aan nieuwe initiatieven voor intramuraal vastgoed en verzorgd wonen.

We werken in beginsel niet mee aan initiatieven voor de realisatie van nieuw intramuraal

vastgoed tenzij:

Page 9: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 9

o Er sprake is van een aantoonbare additionele vraag voor bijvoorbeeld specifieke

doelgroepen

o Aantoonbaar afstemming heeft plaatsgevonden met gevestigde instellingen en

zorgkantoor

o Aantoonbaar is dat er geen overaanbod aan zorg met verblijf gaat ontstaan

o Er geen extra druk op de woonomgeving ontstaat

o De locatie planologisch inpasbaar is.

Op kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en

zorg, mits sprake is van een aanvulling op het huidige aanbod.

Transformeren van zorgvastgoed naar zelfstandige woningen kan een goede ontwikkeling

zijn als leegstand wordt voorkomen en het aanbod aansluit bij de lokale vraag. Als criteria

hanteren we:

o De locatie ligt in de nabijheid van voorzieningen

o Het aantal plaatsen/woningen neemt niet toe

o Er geen extra druk op de woonomgeving ontstaat

o De locatie planologisch inpasbaar is

o Het plan aansluit bij de lokale vraag

Hoofdlijn van de visie

De hoofdlijn: een passende woning, een passende woonomgeving, passende voorzieningen

en passende maatschappelijke ondersteuning wordt beschreven in hoofdstuk 5. De diverse

beleidsterreinen komen hierbij in beeld.

De bijdrage van strategische partners

De bijdrage van strategische partners moet vooral gezocht worden in samenwerking en

integratie. Daar waar zorgpartijen mensen met een beperking in een woonbuurt

onderbrengen is het van belang dat er goed contact met de buurt is om te zorgen dat zowel

cliënt als de buurt goed kunnen functioneren. Afspraken rond woningaanbod tussen

woningaanbieders en zorgondernemers zijn belangrijk om het geformuleerde beleid vorm te

geven. Bij nieuwe initiatieven zal de gemeente samen met zorgpartijen moeten kijken of een

initiatief aansluit bij de marktsituatie. In en rond dorpshuizen en wijkcentra worden

voorzieningen rond ontmoeting en dagbesteding georganiseerd. Samenwerking tussen het

vrijwillige bestuur van een dorpshuis, onze professionele partners en vrijwilligers is daarbij

belangrijk. De gemeente heeft hier een coördinerende taak. In dit licht dient ook het

geschikte particuliere vastgoedaanbod in ogenschouw te worden genomen.

Bij dit alles is ook de samenwerking met bewoners in de wijk, vrijwilligers en mensen met

een beperking cruciaal. Alleen samen kunnen we onze maatschappij goed vormgeven.

Page 10: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 10

3 Opgaven wonen, welzijn en zorg

3.1 Bevolkingsontwikkeling

De Rhedense bevolking is relatief sterk vergrijsd. De vergrijzing zal in de toekomst nog fors

toenemen. Daarnaast zal de bevolking in Rheden niet meer groeien. Het aantal huishoudens

zal evenwel door gezinsverdunning licht toenemen. Onderstaande grafiek geeft de

bevolkingssamenstelling per huishouden naar leeftijd in 2015, 2025 en 2035.

We zien dat het aantal huishoudens tot 39 jaar ongeveer gelijk blijft, dat er een relatief forse

afname zal zijn van huishoudens tussen de 40 en de 55 en een kleine afname van de

huishoudens in de leeftijdscategorie 55-64. Het aantal huishoudens tussen de 65 en de 75

blijft ongeveer gelijk. Een relatief grote toename wordt verwacht in de leeftijdsgroep boven

de 75 jaar. Voor wonen welzijn zorg is dit relevant, want de groep boven de 75 is de groep

die ondersteuning nodig heeft vanuit haar netwerken. Over het algemeen kan men zich tot

ongeveer die leeftijd zelfstandig redden, daarna neemt de behoefte aan zorg toe. Tevens is

de afname van de huishoudens in de leeftijdscategorie 40-54 aandachtspunt, omdat dit de

groep is die een deel van de mantelzorg, voor bijvoorbeeld ouders op zich kan nemen.

Daarom is er op basis van deze gegevens een extra behoefte te verwachten aan

georganiseerde ondersteuning. Dit zijn de gele en groene cirkels uit het Rhedens model

(bijlage 1).

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

hh 15-24 hh 25-39 hh 40-54 hh 55-64 hh 65-74 hh75+

2015

2025

2035

Page 11: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 11

3.2 Ontwikkelingen in de zorg

In 2015 is de AWBZ vervangen door de Wlz. (Zie bijlage 3 voor een nadere toelichting op

gebruikte afkortingen en begrippen). Daarbij is een groot deel van de zorg die onder de

AWBZ viel overgeheveld naar de zorgverzekeraars en gedecentraliseerd naar gemeenten. De

nieuwe volksverzekering Wlz verzekert alleen nog langdurige zorg, grotendeels intramuraal.

Thuiszorg, begeleiding, dagbesteding en vervoer vallen niet meer onder de volksverzekering.

Ook beschermd wonen voor mensen met een psychiatrische aandoening is gedecentraliseerd

naar de gemeenten. Vooralsnog zijn de centrumgemeenten verantwoordelijk voor de

verdeling van de capaciteit over de regio en de inkoop van deze voorzieningen.

De toegang tot intramurale zorg is flink beperkt. Alleen met zeer zware fysieke of psychische

problemen is opname in een intramurale instelling nog een optie. Het klassieke

verzorgingshuis verdwijnt. Het aantal klinische GGZ-plaatsen (in een psychiatrische

instelling) wordt met een derde teruggebracht. Mensen met een licht verstandelijke

beperking of beperkte psychiatrische problemen komen niet meer in aanmerking voor

beschermd wonen of een intramuraal woonzorgarrangement. Zelfstandig wonen is de norm,

ook als er sprake is van gebreken of problemen. Het is aan gemeenten om te zorgen voor de

randvoorwaarden om dit mogelijk te maken.

In de met zorgpartijen gevoerde gesprekken komt naar voren dat professionele zorgpartijen

de lijn hebben ingezet naar bredere aanwezigheid in de wijk en het leveren van ambulante

zorgproducten. Partijen werken aan een grotere differentiatie van woonvormen en daarop

afgestemde zorgpakketten.

De partijen in de ouderenzorg verwachten dat vraag en aanbod aan intramurale zorg op

langere termijn ongeveer in evenwicht blijft. Op korte termijn ontstaat een overschot aan

intramurale plaatsen als gevolg van de extramuralisering. In de afgelopen periode zijn al de

nodige plekken getransformeerd naar zelfstandig wonen. Deze ontwikkeling zal zich naar

verwachting nog verder doorzetten. Sommige partijen zetten in op mengen van verzorgd

wonen en intramuraal wonen. Zo ontstaat een complex waarin zowel zelfstandig als minder

zelfstandig functionerende ouderen samen kunnen leven. Binnen een dergelijk concept is het

eventueel ook mogelijk andere doelgroepen te huisvesten. Andere partijen zetten volledig in

op Wlz-geïndiceerde cliënten. Complexen worden dan ingericht op het optimaliseren van de

zwaardere zorg.

Page 12: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 12

3.3 Woningvraag

Hoewel ouderen langer gezond zijn en langer zelfredzaam blijven, neemt ook het aantal

kwetsbare ouderen getalsmatig toe. Dit is mede het gevolg van het feit dat er simpelweg

steeds meer ouderen zijn en dat de levensverwachting van ouderen steeds hoger wordt.

Kwetsbaarheid komt in principe in twee soorten voor: we spreken over de kwetsbaarheid die

voortkomt uit het feit dat het lichaam ouder wordt en fragieler (“fragility”) en de

kwetsbaarheid die voorkomt uit het feite dat een steeds grotere groep mensen meer en meer

de aansluiting mist met een steeds complexer wordende maatschappij (“vulnerability”).

Beide soorten van kwetsbaarheid kunnen afzonderlijk of gecombineerd voorkomen. Een

voorbeeld van het laatste betreft de senioren die aan geheugenproblematiek of dementie

lijden.

Schellekens Advies/Atrivé heeft in opdracht van de gemeente onderzocht hoeveel inwoners

fysieke beperkingen ondervinden, hoe dit aantal inwoners zich in de toekomst zal

ontwikkelen en dit zou moeten worden vertaald in de verschillende plaatsen. Daartoe maakt

Schellekens Advies/Atrivé1 gebruik van een zelf ontwikkeld model; de Geriscoop 2.0. Dit

onderzoek, getiteld ”Langer Thuis in Rheden 2014” wordt verder aangeduid als LTiR.

Het onderzoek LTiR constateert een behoorlijk tekort aan levensloopgeschikte woningen

waarbij de primaire vertrekken zonder traplopen te bereiken zijn en gaat ervan uit dat dit

tekort in de toekomst nog sterk zal toenemen. Hier moet echter de kanttekening bij worden

geplaatst dat onder ouderen een duidelijk afnemende verhuisgeneigdheid zichtbaar is. Dit

wordt mede veroorzaakt doordat de huidige generatie ouderen kritischer is over een nieuwe

woning. Omdat zij graag oud willen worden in hun gezinswoning dempt dit de vraag naar

´geschikte´ woningen.

Buiten het tekort aan levensloopgeschikte woningen blijkt geen sprake van substantiële

tekorten/overschotten voor andere doelgroepen. Als gevolg van de doorstroming van

doelgroepen naar de reguliere woningmarkt neemt de vraag naar betaalbare woningen toe.

Dit vormt een aandachtspunt.

1 Het eerste rapport “Langer thuis in Rheden 2010” is in opdracht van de gemeente gemaakt door Laagland Advies. Dit Adviesbureau is opgegaan in enerzijds Schellekens Advies en anderzijds Atrivé. Beide maken, in de gezamelijke opdracht, gebruik van het door Laagland ontwikkelde model.

Page 13: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 13

3.4 Opgaven per doelgroep

Ouderen

De doelgroep “ouderen” verandert. Ouderen blijven langer gezond en willen zelfstandig

blijven wonen zo lang als dat gaat. Ze zijn zelfredzamer en assertiever geworden. Het

percentage zelfstandig wonende ouderen van 85 jaar en ouder was in 1996 nog slechts 63%.

In 2012 was dat al 78%. De afgelopen jaren is dat percentage opnieuw gestegen (onder

andere door de extramuralisering). De leeftijd waarop ouderen worden opgenomen in een

verpleeghuis neemt gestaag toe en ligt nu ruim boven de 80 jaar. De verblijfsduur van

ouderen in verpleeghuizen neemt snel af. Ook verbeterde mogelijkheden voor thuiszorg

maken het mensen mogelijk langer thuis te blijven wonen.

Beleid en wet- en regelgeving sluiten aan bij bovengenoemde trend. De lichtere zorgvraag

wordt alleen nog extramuraal gefaciliteerd. Ook het zorgkantoor stimuleert het scheiden van

wonen en zorg door een deel van het Wlz-budget ´cliëntvolgend´ in te zetten. Ouderen

kunnen ervoor kiezen Wlz-zorg thuis te ontvangen (in de vorm van een PGB of een VPT).

Voor de meeste ouderen leveren deze ontwikkelingen geen onoverkomelijke problemen op.

Uit onderzoek naar de randvoorwaarden waaronder ouderen die voorheen een lage ZZP-

indicatie kregen zelfstandig kunnen blijven wonen, blijkt vooral de aanwezigheid van een

mantelzorger een belangrijke randvoorwaarde te zijn (RIGO 2014). Indien er geen

mantelzorger aanwezig is, neemt de behoefte aan zorg en ondersteuning snel toe. Vooral

alarmopvolging, hulpmiddelen en een (actief of passief) aanspreekpunt wordt dan

belangrijker.

Een deel van de kwetsbare ouderen kiest voor ´verzorgd wonen´. Onder verzorgd wonen

worden bijvoorbeeld aanleunwoningen en woonzorgcomplexen verstaan. In de basis gaat het

om zelfstandige woonruimten gekoppeld aan zorgvoorzieningen, waar zorg op afroep

beschikbaar is. Ook voor dit type woning geldt dat de instroom op steeds latere leeftijd

plaatsvindt. Gemiddeld genomen is men 75 als men voor een voor senioren gelabelde

woning kiest en 85 als men verhuist naar verzorgd-wonen. De extramuralisering leidt naar

verwachting tot extra vraag naar verzorgd wonen. Deels kan deze vraag worden opgevangen

door transformatie van overtollig zorgvastgoed, dat wil zeggen, leegkomende

verzorgingshuisplaatsen als gevolg van de extramuralisering. Wel vraagt de kwaliteit van dit

aanbod om aandacht, evenals de aanwezigheid van voorzieningen rond ontspannen en

ontmoeten.

In 2021 worden de eerste ´babyboomers´ 75 jaar. Deze generatie heeft andere waarden en

voorkeuren dan de vorige generatie ouderen. De wens om zelfstandig te blijven wonen, zal

onder deze groep ouderen naar verwachting nog sterker zijn dan onder de huidige groep

Page 14: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 14

ouderen. Bovendien heeft deze generatie gemiddeld meer geld te besteden. Zij hebben vaker

pensioen opgebouwd naast hun AOW. Zij zullen kritischer zijn op de kwaliteit van hun

woning en woonomgeving. Ook als zij zijn aangewezen op zorg en ondersteuning. We

verwachten dat (zorg)ondernemers op deze trend zullen inspelen. Het gebruik van PGB en

VPT biedt hen daarvoor faciliteiten.

Inwoners met psychiatrische problemen

Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor het bieden van beschermd wonen aan

personen met een psychische aandoening. Hiervoor bestaat aanleiding als een persoon

vanwege een psychische problematiek er niet in slaagt om zelfstandig te wonen zonder de

directe nabijheid van begeleiding en ondersteuning, of zelfs 24-uurs toezicht.

Landelijk is in de jaren voor 2015 sprake geweest van een stijgende trend waar het gaat om

de vraag naar beschermd wonen. Maatschappelijke veranderingen (zoals digitalisering,

individualisering, de makkelijke beschikbaarheid van genotsmiddelen) zijn grotendeels

verantwoordelijk voor deze stijgende vraag. Na de decentralisatie neemt het budget voor

beschermd wonen dat is overgeheveld aan de gemeenten niet meer toe. De groei van aantal

plaatsen beschermd wonen lijkt daarmee teneinde te zijn gekomen. Dat betekent dat

doorstroming van cliënten nog belangrijker wordt dan het al was. Instellingen voor

beschermd wonen zien de laatste tijd de zorgzwaarte van hun cliënten toenemen.

Doorstroming naar zelfstandig wonen wordt daardoor bemoeilijkt. De regie rond de plaatsing

van cliënten wordt door de centrumgemeente gevoerd.

De ontwikkelingen in de GGZ hebben tot gevolg dat meer mensen met een psychiatrische

aandoening zelfstandig blijven wonen. Een deel van hen doet een beroep op ondersteuning

uit de Wmo (individuele begeleiding). Ook de druk op de woonomgeving die kan ontstaan als

gevolg van de ambulantisering in de GGZ vraagt om aandacht van de gemeente. Zowel

mensen met een psychiatrische aandoening als omwonenden moeten hierbij worden

verzekerd van een prettige en veilige woon- en leefsituatie. Een mix in het aanbod van

beschermd wonen, groepsgewijs zelfstandig wonen met begeleiding en geschikte (dat wil

zeggen kleinere goedkope woningen) reguliere woningen is nodig. Uit de met professionals

gevoerde gesprekken blijkt er geen acuut probleem op dit punt. Wel wordt aandacht

gevraagd voor de betaalbaarheid van zelfstandige woningen voor deze doelgroep en het

hebben van een passend aanbod om doorstroming naar een reguliere woning mogelijk te

maken.

Inwoners met een (licht) verstandelijke beperking

Ook de doelgroep inwoners met een (licht) verstandelijke beperking merkt de gevolgen van

het overheidsbeleid. Ook voor deze groep zijn de lage ZZP-indicaties vervallen en streeft het

zorgkantoor naar scheiden van wonen en zorg. Doorgaans hebben deze mensen beperkte

Page 15: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 15

financiële middelen. Jongeren en jong volwassenen vormen hierbij een extra aandachtspunt

omdat zij niet of slechts beperkt in aanmerking komen voor een uitkering en huurtoeslag. Zij

zijn aangewezen op zeer goedkoop woningaanbod in de vorm van studio´s of kleine

appartementen. De gemeente is op grond van de Wmo verantwoordelijk voor de individuele-

en groepsbegeleiding (dagbesteding) van deze doelgroep.

Voor zwaardere cliënten die hun zorg op basis van de Wlz ontvangen, richten

zorginstellingen zich meer dan vroeger op het afschalen van de zorg. Dit betekent het

creëren van woonsituaties met begeleiding, waarbij cliënten elkaar ondersteunen. Een

toenemende vraag naar geclusterde woonruimte kan hiervan het gevolg zijn. Concreet

manifesteert zich dit overigens op dit moment nog niet. Uit de gevoerde gesprekken komt

geen concrete additionele vraag naar voren.

Page 16: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 16

4 Samenhang met ander

gemeentelijk beleid

De gemeente heeft extra taken gekregen op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Het is

van belang het gemeentelijk beleid op verschillende aanpalende beleidsterreinen goed op

elkaar af te stemmen. In verschillende beleidsdocumenten/notities heeft de gemeente

beleidsuitgangspunten benoemd die een kader vormen voor de visie op wonen, welzijn en

zorg.

4.1 Sociaal beleid

Op het gebied van het sociaal beleid zijn beleidsuitgangspunten vastgelegd in de volgende

beleidskaders:

- Sociale visie Rheden: van zelfredzaamheid naar samenredzaamheid 2013

- Meerjaren beleidskader Wmo 2013-2016 'Kantelen is een werkwoord' en het

Addendum 2015 -2016

- Geactualiseerd Transformatieplan Sociaal Domein Rheden 2015-2016 'De sociale

visie vertaald; een herijking'

- Beleidskader Jeugdhulp 2015-2016 'Anders willen, anders doen'

- Meerjarenbeleidsplan re-integratie 2014-2017

De rode lijn uit bovengenoemde beleidskaders is dat de wensen en de mogelijkheden van de

inwoners leidend zijn in het gemeentelijk beleid. Mensen zijn verantwoordelijk voor hun

eigen leven en de wijze waarop zij dat organiseren. De gemeente organiseert als de overheid

die het dichtst bij de mensen staat de ondersteuning aan inwoners die het niet op eigen

kracht redden. Dit wordt vormgegeven met het Rhedens Model.

Rhedens Model

In het Rhedens Model staan de inwoner en zijn leefwereld centraal. Daar waar hulp nodig is,

wordt deze zo dicht mogelijk bij de bewoner gezocht. Eerst wordt gezocht in de informele

omgeving (familie, buren, vrienden). Aanvullend wordt gekeken of vrijwilligers de benodigde

ondersteuning kunnen bieden. Daarna komt de gemeente (Wmo) om de hoek kijken en tot

slot wordt professionele ondersteuning gezocht. Voor de gemeente zit de grootste uitdaging

in het zorgen dat deze verschillende 'ondersteuningsschillen' op elkaar aansluiten en dat de

weg die inwoners afleggen door de verschillende ondersteuningschillen soepel verloopt.

Page 17: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 17

Er is een grote groep mensen die zich goed weet te redden, buiten het gezichtsveld van de

gemeente en de georganiseerde zorg. Zij hebben voldoende netwerk en hoeven geen beroep

te doen op de algemene voorzieningen en maatwerk voorzieningen. Dat geldt voor ca. 80%

van de inwoners. De hulp, ondersteuning en de zorg waar de gemeente verantwoordelijk

voor is, richt zich vooral op de overige 20%. Deze ondersteuning wordt volgens het

zogenaamde Het Rhedens model vormgegeven (zie voor een toelichting op het Rhedens

Model bijlage 1).

4.2 Ruimtelijk beleid

Op het gebied van wonen welzijn zorg zijn de volgende beleidsdocumenten binnen het

Ruimtelijk Domein relevant:

- Kadernota Beheer Openbare Ruimte 2013-2016

- Mijn dorp van morgen: structuurvisies per dorp

- Actualisatie bestemmingsplannen

- Woonvisie 2014-2020: wonen met toekomst 2.0.

Centraal in de ruimtelijke kaders staat dat de gemeente veel ruimte geeft aan participatie

van belanghebbenden. Bewoners kunnen hun wensen uiten en veelal meedenken over

oplossingen. Waar mogelijk worden deze vertaald in concrete acties. Hier ligt een kans om

vanuit het perspectief van wonen, welzijn en zorg invloed uit te oefenen op de openbare

ruimte. Via buurtplannen, meldingen openbare ruimte, participatie bij ruimtelijke projecten

en bij het opstellen van de structuurvisies.

Kadernota Beheer Openbare Ruimte

In de Kadernota Beheer Openbare Ruimte kiest de gemeente voor een lage kwaliteit voor

beheer en onderhoud van de wegen. Groen, riolering en onderhoud worden op een

basiskwaliteit gehouden. Lage kwaliteit van de wegen betekent dat de gemeente accepteert

dat sprake kan zijn van oneffenheden in de weg en plasvorming. De lage kwaliteit van de

verhardingen is een aandachtspunt voor met name slecht ter been zijnde en/of visueel

gehandicapte inwoners.

Structuurvisies

In de structuurvisies is een evenwichtige verdeling van voorzieningen per dorp, passend bij

de specifieke behoeften, één van de zaken die vanuit wonen, welzijn en zorg nader ingevuld

(kunnen) worden. Ook streeft de gemeente een passende toekomstbestendige

woningvoorraad na. Omdat de mogelijkheden voor nieuwbouw beperkt zijn, zullen

Page 18: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 18

aanpassingen aan bestaande woningen, het toestaan van passende woonvormen en

herstructureren van verouderde wijken de sleutels moeten zijn om tot een

toekomstbestendige woningvoorraad te komen. In de structuurvisie is aandacht voor

toegankelijkheid van de openbare ruimte voor onze bewoners. Binnen het Sociale Domein is

aandacht voor een integrale visie omtrent plaats en rol van dorpshuizen. In 2017 verschijnt

hierover een gemeentelijk kader.

Bestemmingsplannen

Op dit moment loopt er een actualiseringsronde voor de gemeentelijke bestemmingsplannen.

Vanuit wonen, welzijn en zorg is het van belang dat passende bestemmingen worden

aangewezen en dat definities van de diverse (zelfstandige en niet zelfstandige) woonvormen

aansluiten bij de praktijk.

Page 19: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 19

5 De visie op hoofdlijnen

De in het vorige hoofdstuk beschreven beleidskaders vormen het vertrekpunt voor de visie

op wonen en zorg. De visie is opgesteld op hoofdlijnen. In een uitvoeringsagenda werken we

de visie uit naar concrete activiteiten.

Hoofdlijn van de visie Wonen Welzijn Zorg

Passende woningen

Voorzieningen in de woonomgeving

Passende woonomgeving

Maatschappelijke ondersteuning

De hoofdlijn van de visie is dat het gemeentelijk beleid ertoe bijdraagt dat mensen zo lang

mogelijk zelfstandig kunnen wonen, waarbij ondersteuning zoveel mogelijk plaatsvindt vanuit

netwerken die dicht bij de mensen staan. Wie daarbij ondersteuning nodig heeft, kan zich

melden bij de gemeente. In gesprek met inwoners komen we tot een passend arrangement

waarbij naast steun uit het eigen netwerk of de eigen omgeving ook gebruik gemaakt kan

worden van algemene diensten, georganiseerd vrijwilligerswerk, gemeentelijke

maatwerkondersteuning of andere professionele inzet.

Voor het wonen en de woonomgeving heeft dit uitgangspunt consequenties:

- Woningen moeten geschikt zijn voor de doelgroep. Wie in een reguliere woning niet uit

de voeten kan, moet kunnen kiezen voor een beter passende woning.

- Voorzieningen in de woonomgeving. Voor wie niet (goed) mobiel is, zijn voorzieningen

in de eigen woonomgeving essentieel.

- De woonomgeving moet passend zijn. Dat wil zeggen dat ook mensen met een

beperking zich veilig en comfortabel moeten kunnen verplaatsen.

- De sociale infrastructuur in de wijk moet op orde zijn. Mensen kennen elkaar en zijn

bereid elkaar bij te staan als dat nodig is.

In de volgende paragrafen werken we deze vier punten verder uit.

5.1 Een passende woning

Zorg met verblijf

De vraag naar zorg met verblijf neemt op dit moment af onder invloed van rijksbeleid. Op

langere termijn is het aanbod passend. We willen het huidige aanbod daarom zo veel

Page 20: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 20

mogelijk behouden. We werken in beginsel niet mee aan initiatieven voor de realisatie van

nieuw intramuraal vastgoed tenzij:

o Er sprake is van een aantoonbare additionele vraag voor bijvoorbeeld specifieke

doelgroep

o Aantoonbaar afstemming heeft plaatsgevonden met gevestigde instellingen en

zorgkantoor

o Aantoonbaar is dat er geen overaanbod aan zorg met verblijf gaat ontstaan

o Er geen extra druk op de woonomgeving ontstaat

o De locatie planologisch inpasbaar is.

Verzorgd wonen

Bij verzorgd wonen is er sprake van zelfstandig wonen met een zorgsteunpunt in de directe

nabijheid. Omdat het om “gewoon wonen” gaat, zijn ook de principes van de woonvisie

2014-2020 van toepassing. In de woonvisie 2014-2020 wordt door de beperkte

huishoudensgroei nadruk gelegd op aanpassing van de bestaande voorraad om zo te

voorzien in de woonbehoefte van een ouder wordende bevolking. Alleen indien er echt

sprake is van een inhoudelijke toevoeging op het huidige aanbod werken we op kleine schaal

mee aan nieuwe concepten. Toename van de diversiteit aan extramurale woonmilieus voor

ouderen met een zorgvraag juichen we toe. Het aanbod moet zich echter wel richten op de

lokale vraag. We zijn terughoudend met initiatieven die zich richten op een bovenlokale

vraag, mede omdat de kosten voor ondersteuning van bewoners (deels) voor rekening komt

van de gemeente.

Het transformeren van zorgvastgoed naar zelfstandige woningen, kan een goede

ontwikkeling zijn als hiermee leegstand wordt voorkomen en het aanbod aansluit bij de

lokale vraag. Wel hanteren we hiervoor een aantal criteria:

o De locatie ligt in de nabijheid van voorzieningen

o Het aantal plaatsen/woningen neemt niet toe

o Er geen extra druk op de woonomgeving ontstaat

o De locatie planologisch inpasbaar is

o Het plan aansluit bij de lokale vraag

Levensloopgeschikt 2 (woonkamer, keuken, toilet, hoofdslaapkamer en

badkamer op één verdieping)

We zien in de analyse van LaaglandAdvies/Atrivé een tekort van enkele honderden woningen

in de categorie ´levensloopgeschikt 2´. Gezien de beperkte huishoudensgroei zoeken we ook

hier de oplossing primair in de aanpassing van de bestaande woningvoorraad. De

geschiktheid van de particuliere woningvoorraad is een verantwoordelijkheid van

woningeigenaren zelf. Met het project Mijn Huis Mijn Toekomst stimuleren we ouderen om

zich tijdig voor te bereiden op het wonen met fysieke gebreken. Over de geschiktheid van de

Page 21: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 21

huurwoningvoorraad maken we prestatieafspraken met de woningcorporaties. Nieuwbouw in

de nabijheid van voorzieningen zal levensloopgeschikt moeten zijn.

Levensloopgeschikt 1 en rolstoelgeschikt

In deze woningcategorie is het aanbod toereikend. Er zijn geen specifieke inspanning nodig.

Beschermd wonen

Ook ten aanzien van beschermd wonen zijn geen specifieke inspanningen nodig. Wel vraagt

de beschikbaarheid van betaalbaar aanbod voor de uitstroom van beschermd wonen naar

een zelfstandige woning om aandacht, evenals de begeleiding en ondersteuning van

zelfstandig wonende inwoners met een psychiatrische aandoening of een licht verstandelijke

beperking. Woningcorporaties en zorginstellingen hebben onderling afspraken gemaakt over

toewijzing van woningen aan de doelgroep ten behoeve van doorstroming. In overleg

moeten zorginstellingen corporaties en gemeente samen kijken welke optimalisering

mogelijk is om de juiste woning op een geschikte plek voor de doelgroep beschikbaar te

krijgen als deze doorstroomt.

Domotica

Langer thuis blijven wonen en ambulante zorg worden steeds meer ondersteund door

domotica. In huis helpen bijvoorbeeld geautomatiseerde systemen rond bediening van licht,

gordijnen en alarmering om langer thuis te kunnen blijven wonen. Daarnaast ontstaan

vormen van beeldscherm zorg, waardoor zorg op afstand mogelijk wordt. Deze

ontwikkelingen maken ambulante zorg makkelijker en helpen mensen langer zelfstandig te

functioneren. Binnen het project Mijn Huis Mijn Toekomst zijn ook domoticaonderdelen ofwel

Thuistechnologie opgenomen.

5.2 Voorzieningen in de woonomgeving

Voor mensen met beperkingen die zelfstandig wonen, is het van belang winkels voor de

dagelijkse boodschappen en de huisarts in de nabijheid te hebben. De gemeente is vanuit de

Wmo verantwoordelijk voor ontspannen en ontmoeten (meedoen dus), begeleiding en

dagbesteding. Ook is het belangrijk dat deze voorzieningen in de nabije omgeving aanwezig

zijn. Dorpshuizen, wijkcentra en huizen van de buurt zijn de primaire plekken waar de

gemeente invulling gaat geven aan het faciliteren van voorzieningen in het kader van de

Wmo.

Page 22: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 22

Dorpshuizen, Huizen van de Buurt

Als optimale afstand voor deze voorzieningen wordt vaak 500 meter aangehouden. Dit is de

afstand die men doorgaans, eventueel met behulp van stok of rollator goed af kan leggen. In

2006 is een beleid rond woonservicezones geformuleerd, waarbij de in de gemeente

aanwezige verzorgingshuizen als basis werden genomen. Door het beleid rond

extramuralisering wonen er steeds minder relatief zelfstandig wonende ouderen in de

verzorgingshuizen. Deze plekken worden daardoor minder geschikt voor ontmoeting,

ontspanning en dagbesteding. Naarmate meer mensen zelfstandig blijven wonen of kiezen

voor een vorm van verzorgd wonen, zullen de voorzieningen voor ontmoeten, ontspannen en

dagbesteding zich ook meer op de woonomgeving richten. Meer en meer zien we dat deze

functies overgenomen worden door de dorpshuizen. Betaalde beheerders zijn aanwezig in

onze eigen accommodaties, in accommodaties die worden gehuurd van derden is men

afhankelijk van vrijwillige inzet. In de dorpshuizen is geen professionele ondersteuning

aanwezig, de activiteiten die er plaats vinden worden mogelijk gemaakt door een vrijwillig

bestuur. Soms wordt op deze locaties ook dagbesteding aangeboden. De gemeente ziet het

als haar taak om initiatieven en doelgroepen op elkaar af te stemmen. Dit betekent dat we

actief samenwerken met partners zoals bij voorbeeld in Rheden met Siza of in Velp met De

Poort en met Innoforte ten aanzien van het Huis van de Buurt. Hiermee geven we op een

nieuwe manier vorm aan de gedachte van woonservicezones. Relevant is hierbij het totale

aanbod aan geschikte locaties in ogenschouw te nemen, om zodoende vraag en aanbod goed

op elkaar af te kunnen stemmen.

Medische voorzieningen en winkels

Voor veel andere voorzieningen (winkels, maar ook huisartsen) heeft schaalvergroting

plaatsgevonden. De winkel en ook de huisarts op de hoek is veelal verdwenen. De

supermarkt en het gezondheidscentrum vormen tegenwoordig de basis voor de

voorzieningen. Er vind veelal een concentratie plaats van deze voorzieningen in de centra

van de grotere kernen. Enerzijds wordt een groter beroep gedaan op mobiliteit van de

mensen met een beperking. Anderzijds komen er steeds meer bezorgfaciliteiten in relatie

met internetgebruik. De gemeente heeft geen mogelijkheden om schaalvergroting tegen te

gaan. Wel kiezen we er bewust voor nieuw woningaanbod gericht op ouderen en

zorgdoelgroepen zoveel mogelijk te concentreren op locaties nabij voorzieningen. Ouderen

die wonen op grotere afstand van voorzieningen, kunnen desgewenst ondersteuning krijgen

bij het leren werken met internet om boodschappen, medicijnen en andere goederen online

te bestellen. Daarnaast is het van belang dat er voor deze groep vervoer beschikbaar is.

Voor een groot deel van de mensen met psychiatrische problematiek is mobiliteit/nabijheid

van voorzieningen overigens minder een probleem.

Onderstaande kaart geeft de dorpshuizen per kern met een cirkel van 500 m. Het is zaak om

acties op het gebied van wonen, welzijn en zorg, zowel als het gaat om aanpassingen van de

Page 23: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 23

woningvoorraad als waar het gaat om voorzieningen te concentreren binnen deze gebieden.

Hoewel een groot deel van de gemeente op dit moment gedekt wordt door de dorpshuizen

zijn er enkele gebieden waar geen dorpshuis binnen loopafstand aanwezig is. Bezien moet

worden of hierop actie nodig is. In 2017 verschijnt een integrale visie rond de dorpshuizen,

waarin dit aspect ook een plek krijgt.

Culturele verschillen

Mensen zitten verschillend in elkaar. De behoefte aan zorg en de geneigdheid om gebruik te

maken van de aanwezige infrastructuur verschilt. Dit wordt zowel individueel bepaald als

door de (etnische) groep waartoe men behoort. Verschillende culturen gaan op een

verschillende manier met ondersteuning en zorg om en vragen daarom een verschillende

aanpak. Sommige groepen zijn sneller in beeld bij een wijkteam dan anderen en in andere

gevallen is de huisartsenpraktijk de aangewezen plek om problematiek in het vizier te

krijgen.

Een goed samenspel tussen zorg, hulp en samenlevingsopbouw binnen een sociaal

gebiedsteam helpt de bewoners met het vinden van een goed evenwicht tussen

ondersteuning binnen het eigen netwerk, het vrijwilligersnetwerk en het professionele

netwerk, waardoor de mogelijkheden om lang zelfstandig te kunnen blijven zijn te

optimaliseren. Hierbij moet rekening gehouden worden met individuele leefstijlen en

culturele verschillen.

Page 24: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 24

5.3 Een passende woonomgeving

Kwaliteit openbare ruimte

Voor mensen met fysieke beperkingen is het van belang dat zij de openbare ruimte veilig

kunnen gebruiken. Een trottoir zonder obstakels met een vlakke ondergrond en een goed

geplaatste geleiding voor slechtzienden is belangrijk. Ook de aanwezigheid van rustplekken

(bankjes) op strategische plekken is van belang. Zowel voor routes van en naar de

supermarkt en dorpshuis als aangename plekken om te verblijven (parkjes) zijn belangrijk

om mensen zich thuis te laten voelen en te kunnen blijven functioneren als het wat minder

gaat. Voor mensen met een geestelijke beperking of geheugenproblemen is herkenbaarheid

en in sommige gevallen een omgeving met weinig prikkels van belang.

Binnen het gemeentelijke beheer en onderhoud kunnen accenten gelegd worden om

specifieke routes geschikter te maken voor mensen met een beperking. Dit vraagt om een

verfijning van het huidige beleid voor de openbare ruimte. Ook realiseren we

parkeervoorzieningen voor zorgverleners als daaraan in verband met de aanwezigheid van

een concentratie van cliënten behoefte bestaat.

Draagkracht van de wijk

Het aantal zelfstandig wonenden met een beperking gaat toenemen als gevolg van de

extramuralisering. Er zijn rond 2030 circa 1.700 woningen extra die bewoond worden door

iemand met een beperking. Deze mensen leggen een extra druk op de buurtnetwerken en op

de voorzieningen zoals deze aangeboden worden. Bewaakt moet worden dat de sociale

infrastructuur van een gebied dit aankan. Bijvoorbeeld cliëntkwartiermakers van

zorginstellingen kunnen hierin een rol vervullen. Ondersteuning van mantelzorgers is hierbij

belangrijk, alsook het waken over het aanbod van activiteiten in dorpshuizen. Als teveel

mensen met een beperking gebruik gaan maken van een dorpshuis kunnen activiteiten voor

mensen zonder een beperking in het gedrang komen of kan sprake zijn van stigmatisering

van een voorziening waardoor bepaalde groepen hier geen gebruik meer van willen maken.

Cijfers zijn hier op dit moment niet over te geven, maar monitoren hiervan door de

professionals in de wijk is aan te bevelen.

Criteria zijn nodig om invulling te kunnen geven aan de draagkracht van een wijk om

bijzondere doelgroepen op te kunnen nemen. Deze criteria kunnen worden gebruikt om

nieuwe plannen te toetsen, afspraken met samenwerkingspartners te maken en afweging in

het kader van ruimtelijke plannen te kunnen maken. Draagkracht van de wijk is een

belangrijke risicofactor voor het welslagen van plannen. Bij nieuwe initiatieven zal hiermee

rekening worden gehouden.

Page 25: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 25

Een aandachtspunt wordt ook gevormd door de ontwikkeling dat mensen met psychiatrische

problemen zelfstandig (moeten) blijven wonen. Omdat deze mensen doorgaans in het lagere

huursegment terecht komen, bestaat het risico dat de druk door bijvoorbeeld verwarde

bewoners met name in de relatief kwetsbare buurten met lage huren toeneemt. Hierop is

geen directe invloed uit te oefenen. Wel is het zaak via de sociale infrastructuur in de wijk op

basis van het Rhedens Model de vinger aan de pols te houden.

Criteria rond draagvlak in de buurt zijn:

o Voldoende voorzieningen in de nabijheid

o Aantal mensen met een beperking in een buurt

o Beschikbaarheid professionele ondersteuning

o Bereikbaarheid professionals voor de buurt

Bestemmingsplannen

Mensen langer thuis laten wonen met zorg conform het Rhedens Model vraagt aandacht in

bestemmingsplannen. In bestemmingsplannen wordt het juridisch kader van de ruimtelijke

ordening vastgelegd door bestemming, gebruik en bouwmogelijkheden vast te leggen.

Juridisch moet een onderscheid gemaakt worden tussen de bestemming Wonen en

bestemming Maatschappelijk. Belangrijk voor dit onderscheid is of al dan niet structureel

medische en therapeutisch handelingen worden verricht. Bij de thans lopende

actualisatieronde van de bestemmingsplannen worden de nieuwe bestemmingen en

bouwmogelijkheden rond wonen en zorg vastgelegd. Ruime bestemmingen, waarbij

mogelijkheden voor alternatieve woonvormen en bijvoorbeeld mantelzorgwoningen ontstaan,

zijn hierbij relevant. Doel van bestemmingsplannen is om maatschappelijke ontwikkelingen

zo goed mogelijk ruimtelijk mogelijk te maken. Een goed evenwicht tussen ruimtelijke

mogelijkheden en juridische zekerheid voor de omgeving is hierbij cruciaal

In de bestemmingsplannen wordt een nadere invulling gegeven aan de begrippen bijzondere

woonvorm en zorgwoning (vallend onder de bestemming Wonen) en instellingswonen en

begeleid wonen (vallend onder de bestemming Maatschappelijk-2). Op terreinen van de

verzorgingshuizen worden zorgwoningen toegelaten als die aan omschreven voorwaarden

voldoen.

5.4 Maatschappelijke ondersteuning

Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de

ondersteuning aan burgers die zelf onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat tot

participatie. Zelfstandig wonen is hier een onderdeel van. Kwetsbare inwoners moeten (en

Page 26: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 26

willen) steeds langer thuis blijven wonen. Het doel van de ondersteuning is inwoners te

ondersteunen opdat zij zo lang mogelijk zelfstandig in zijn of haar eigen leefomgeving kan

blijven wonen. Uitgangspunt is dat inwoners gebruik maken van de eigen kracht. Wanneer

dat niet voldoende is, kan ook gebruik gemaakt worden van algemene diensten,

georganiseerd vrijwilligerswerk, gemeentelijke ondersteuning of professionele inzet. De ene

vorm van ondersteuning sluit de andere vorm niet uit. Soms is professionele ondersteuning

een voorwaarde om de mantelzorg of de vrijwillige ondersteuning goed te kunnen

volbrengen.

Hieronder een beknopte (niet volledige) weergave van mogelijke vormen van professionele

maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wmo.

Respijtzorg

De gemeente heeft nog nadrukkelijker dan voorheen de verantwoordelijkheid mantelzorgers

te ondersteunen.

Mantelzorgers en zorgvrijwilligers vervullen een belangrijke rol in de zorg van ouderen,

chronisch zieken, gehandicapten, dementerenden en andere hulpbehoevenden. Het gaat

hierbij vaak om langdurige zorg die onbetaald is. Respijtzorg biedt mantelzorgers de

mogelijkheid hun zorgtaken tijdelijk aan een ander over te dragen.

Daardoor kunnen zij de zorg beter volhouden. Respijtzorg kent vele vormen en kent zowel

informele als formele vormen. Te denken aan het mantelzorgcafé in onze kernen, Bezoek en

oppasservice (BOS), opvang buitenshuis (kortdurend verblijf) of dagbesteding. Het kan van

structurele aard zijn, of incidenteel bijvoorbeeld voor een vakantie.

Uitgangspunt bij het respijtbeleid in de gemeente Rheden, is dat het dichtbij de burger en

diens sociale netwerk plaatsvindt en dat het is ingebed in bestaande vormen van

mantelzorgondersteuning.

Individuele begeleiding

Individuele begeleiding wordt vooral geboden aan mensen met een (licht) verstandelijke

beperking en mensen met een psychiatrische stoornis. Het gaat bijvoorbeeld om coaching bij

algemene dagelijkse verrichtingen en het indelen van de dag. Door de toename van het

aantal zelfstandig wonende mensen met een verstandelijke beperking of een psychiatrische

stoornis en het groeiend aantal zelfstandig wonende ouderen met beginnende dementie zal

de vraag naar individuele begeleiding naar verwachting toenemen. Dit is een onherroepelijk

gevolg van het streven mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen en leven.

Groepsbegeleiding

Onder groepsbegeleiding vallen bijvoorbeeld dagbesteding voor mensen met een

verstandelijke beperking en dagopvang voor ouderen. Voor welke vorm een cliënt in

aanmerking komt, wordt in het gesprek met de inwoner bepaald.

Page 27: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 27

Uitgangspunt van de gemeente is dat de (formele) dagbesteding zoveel mogelijk in de wijk

plaatsvindt. Dit kan zijn in een formele setting, dat wil zeggen de klassieke vorm in

groepsverband in een daarvoor bestemde accommodatie van een instelling in die wijk.

Door groepsbegeleiding zoveel mogelijk in de wijk plaats te laten vinden, maakt het mensen

mogelijk op eigen gelegenheid, dan wel met behulp van het eigen netwerk gebruik te maken

van voorzieningen. Aandacht voor de kwaliteit van het aanbod, met name daar waar sprake

is van aanbod voor specifieke doelgroepen kan het gewenst maken om voorzieningen te

bundelen, zodat specialistische begeleiding gewaarborgd is.

De inzet van verenigingen kan een belangrijke aanvulling zijn op bestaande netwerken. Zo

kunnen sportverenigingen gestimuleerd worden om arrangementen voor bijvoorbeeld

ouderen of dementerenden aan te bieden. De gemeente kan daarvoor benodigde scholing

aanbieden en de accommodatie rolstoel toe- en doorgankelijk maken. Voor dementerenden

kan dit betekenen dat oude netwerken weer aangehaald worden, wat positief bijdraagt aan

het welzijn van dementerenden.

Daarnaast wordt in het kader van samenredzaamheid onderzocht wat er nodig is om in

dorpen en wijken laagdrempelige, levendige, informele ontmoetingsplekken voor alle

inwoners, dus ook de kwetsbare inwoners, te creëren. Door het langer thuisblijven wonen

van kwetsbare inwoners speelt dit vraagstuk des te meer. De huidige dorpshuizen en

wijkcentra kunnen hier een invulling aan geven.

Hierbij is er extra aandacht voor de continuïteit, omdat voor een kwetsbare inwoner de

continuïteit van zijn of haar dagbesteding van groot belang is. Als een burgerinitiatief in onze

dorpshuizen en wijkcentra een onderdeel vormt van de dagbesteding van deze kwetsbare

inwoner, en hiermee als een algemene voorziening wordt bestempeld, dan is het belangrijk

dat een dorpshuis op een goede, continue basis kan terugvallen. Draagkracht en draaglast

moeten juist bij initiatieven die door inwoners worden gedragen in evenwicht zijn.

Professionele ondersteuning op maat helpt hierbij.

Met name de groep ouderen neemt in omvang toe (als gevolg van de vergrijzing). Dat leidt

tot stijging van de vraag naar groepsbegeleiding.

Doelgroepenvervoer

Om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen laten functioneren is belangrijk dat zij

gebruik kunnen maken van voorzieningen. Doelgroepenvervoer is nodig om te zorgen dat

mensen mobiel blijven en gebruik kunnen maken van dagbesteding en begeleiding.

Zaak is dit vervoer zo efficiënt mogelijk in te vullen. De gemeente hanteert daarin de

volgende aanpak, waarbij langs 5 lijnen gekeken wordt of er verbeteringen mogelijk zijn:

Page 28: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 28

1. Kunnen verschillende vormen van vervoer zoals leerlingen vervoer, regiotaxi en

vrijwilligersvervoer (plusbus) gebundeld worden met de vervoersvraag vanuit de

Wmo.

2. Is aansluiting van het openbaar vervoer op het doelgroepenvervoer mogelijk.

3. Is bundelen van voorzieningen mogelijk.

4. Verscherpen van criteria voor toegang tot vervoersvoorzieningen.

5. Versterken vrijwilligersvervoer.

Het volgen van deze lijnen houdt het vervoer betaalbaar en vergroot zo de mogelijkheden

om een Wmo voorziening te gebruiken.

Hulp bij het huishouden

Huishoudelijke hulp in het kader van de Wmo is gericht op inwoners die vanwege een ziekte,

beperking of ouderdom hun huishouden niet (helemaal) zelf kunnen doen. Huishoudelijke

hulp kent in de gemeente Rheden 2 vormen, namelijk de algemene voorziening HHT en de

maatwerkvoorziening Dagelijkse ondersteuning.

Huishoudelijke Hulp met Toeslag (HHT)

Als de inwoner het huishouden niet helemaal zelfstandig kan doen, maakt men mogelijk

aanspraak op de algemene voorziening huishoudelijke hulp met toeslag. Het gaat daarbij om

de volgende huishoudelijke taken:

Schoonmaakwerkzaamheden, Wassen/verzorging van kleding, Maaltijden bereiden

Boodschappen doen, Klein huishoudelijk onderhoud.

De regeling HHT is bestemd voor inwoners die geen aanspraak (meer) maken op een Wmo-

maatwerkvoorziening ondersteuning, zoals overbelaste gezinnen, inwoners die tijdelijke

(transfer)zorg nodig hebben in verband met ziekte of een ongeval, zelfstandig wonende

ouderen, die zo lang mogelijk zelfstandig willen blijven wonen en mantelzorgers.

Dagelijkse ondersteuning (DO)

Gaat de hulpvraag verder dan huishoudelijke hulp, bijvoorbeeld omdat ook ondersteuning

nodig is in de vorm van begeleiding of persoonlijke verzorging, dan kan men in aanmerking

komen voor de maatwerkvoorziening Dagelijkse Ondersteuning.

Dagelijkse ondersteuning bestaat uit activiteiten die zijn gericht op het bereiken van de

volgende resultaten bij een cliënt, voor zover nodig om deze cliënt te ondersteunen:

(a) de cliënt kan wonen in een schoon huis;

(b) de cliënt kan dagelijks beschikken over voedsel;

(c) de cliënt kan beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

(d) de cliënt kan de dagelijkse gebruikelijke zorg (niet zijnde opvoeding) voor de kinderen

bieden;

Page 29: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 29

(e) de cliënt kan maximaal zelfstandig functioneren waarbij opname in een instelling dus niet

nodig is en verwaarlozing voorkomen wordt;

(f) de cliënt wordt gestimuleerd en begeleid in de maatschappelijke participatie en sociale

contacten van;

(g) de cliënt wordt begeleid en ondersteund bij (administratieve) handelingen.

De voorziening dagelijkse ondersteuning is bedoeld voor cliënten die kampen met

psychosociale problematiek en voor ouderen met afnemende regiemogelijkheden en een hulp

bij het huishoudenbehoefte.

Hulpmiddelen

Er zijn tal van hulpmiddelen die kunnen helpen in het dagelijks leven. Sommige moeten

cliënten zelf betalen, andere vallen onder de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo).

Ook voor hulpmiddelen geldt dat de gemeente ervan uitgaat dat inwoners zo lang mogelijk

zelf de regie over hun leven voeren op het gebied van zelfstandig wonen en verplaatsen in

en om het huis. Daar waar mensen dit zelf onvoldoende kunnen regelen, kunnen ze mogelijk

in aanmerking voor een maatwerkvoorziening in de categorie hulpmiddelen Wmo , zoals een

rolstoel of een scootmobiel.

Woonvoorzieningen

Voor mensen met toenemende beperkingen en geen verhuismogelijkheden biedt de

gemeente maatwerk in woningaanpassingen aan indien de noodzaak daartoe na onderzoek

ter plaatse kan worden aangetoond. Denk hierbij aan douche en toiletaanpassingen, een

traplift, keukenaanpassingen en aanpassingen in de toegang tot de woning. Soms wordt een

woning geheel verbouwd ten behoeve van een gehandicapte bewoner. Het project Mijn huis

mijn toekomst probeert mensen te motiveren dit soort aanpassingen in de woning al te laten

doen voor ze echt nodig zijn.

Page 30: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 30

6 Uitvoeringsagenda

Tijdens het opstellen van visie Wonen Welzijn Zorg zijn vele gesprekken gevoerd met vele

partijen. Ook tijdens de constructieve workshop op 12 mei 2016 (bijlage 4) , waarin partijen

samen over de problematiek hebben gesproken en nagedacht, zijn veel zaken die een nadere

uitwerking vragen aan de orde geweest. Uiteindelijk kunnen de meeste vragen gevat worden

in de 6 onderwerpen die hieronder als uitvoeringsagenda worden gepresenteerd.

Uitwerking gemeentelijke regierol

Tijdens de workshop op 12 mei kwam naar voren dat partijen van de gemeente verwachten

dat zij een trekkende en regisserende rol pakt. Zowel op het gebied van

verdelingsvraagstukken rond zorgvastgoed als op het gebied van het bij elkaar brengen van

mensen verwachten partijen dat de gemeente het voortouw neemt.

Ook werd tijdens de workshop helder dat veel goed gaat, maar dat daar waar zaken niet

optimaal lopen het cruciaal is dat partijen elkaar weten te vinden en tot een snelle

(creatieve) maatwerkoplossing kunnen komen.

Als deze visie is vastgesteld zal de gemeente met een procesvoorstel komen om de

onderlinge vraagstukken op een passende manier onder de gezamenlijke aandacht te

krijgen.

Analyse doorstroom cliënten

Tijdens de workshop kwam naar voren dat er groepen zijn voor wie doorstromen vanuit

beschermd/begeleid wonen naar een reguliere situatie moeilijk is. Enerzijds financieel: op

jezelf wonen is duurder en onzekerder dan in een beschermde situatie. Maar ook in

maatschappelijke zin: een onzekere situatie met risico’s dat de omgeving misbruik (in brede

zin) maakt van de situatie. De instroom in de beschermde situatie komt vooral vanuit de

klinisch psychische zijde of na een crisissituatie. Het zou kunnen zijn dat er pas in een (te)

laat stadium actie wordt ondernomen. De signalerende rol van de gemeente is hierbij

aandachtspunt.

Na vaststelling van deze visie neemt de gemeente het initiatief tot een overleg met relevante

partijen om te kijken of de betreffende doelgroepen voldoende in beeld zijn en tijdig de

goede maatregelen worden genomen om zowel in- als uitstroom te faciliteren.

Effecten Mijn Huis Mijn Toekomst

Mijn Huis Mijn Toekomst is het stimuleringsproject voor tijdige woningaanpassing. Mensen

krijgen een bijdrage van de gemeente als zij besluiten tot maatregelen om de woningen aan

te passen. In veel gevallen blijkt dit project te werken. In 2016 hebben we ook

energiebesparende maatregelen toegevoegd aan het project. Wel zijn tijdens de voor het

opstellen van deze visie gevoerde gesprekken en in de workshop signalen afgegeven dat met

Page 31: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 31

name voor mensen met lagere inkomens in de sociale huur extra inspanningen van de

gemeente wenselijk zijn.

De gemeente nodigt dit najaar Vivare en de huurdersvereniging uit om samen Mijn Huis Mijn

Toekomst te kijken en eventuele verbeteringsvoorstellen te formuleren.

De intramurale en extramurale opgave

In paragraaf 5.1 wordt de woonopgave besproken. Criteria zijn opgesteld om te beoordelen

of nieuwe initiatieven bijdragen aan het creëren van een passende woningvoorraad. Door het

optreden van extramuralisering van verzorgingsplaatsen en het omzetten daarvan naar

verzorgd wonen kan sprake zijn van een overschot aan verzorgd wonen terwijl ook behoefte

is aan moderne verzorgingsplaatsen voor ouderen als gevolg van de vergrijzing. Kwaliteit en

kwantiteit kunnen hier niet altijd optimaal worden bediend. Partijen moeten hierover in

gesprek gaan en ook op zoek gaan naar vernieuwende zorgarrangementen, die kwalitatief

en budgettair aansluiten bij de toekomstige situatie.

De gemeente gaat in gesprek met de relevante partijen om te komen tot inhoudelijke

afspraken over aard en omvang van de optimale woningvoorraad voor zorgbehoevenden

eventueel gekoppeld aan inhoudelijke arrangementen (verzorgd wonen 2.0).

Accommodaties

In paragraaf 5.2 komen de in de wijk benodigde voorzieningen aan de orde. De gemeente

streeft ernaar op loopafstand een dorpshuis te hebben die de basis vormt voor de

gemeentelijke taken rond ontspannen en ontmoeten en dagbesteding en begeleiding

(meedoen makkelijk maken). In bestaande intramurale voorzieningen zijn ook vaak

gemeenschappelijke ruimten aanwezig. Het optimaliseren van het gebruik van de

accommodaties in relatie tot de beschikbaarheid moet nader worden onderzocht. Dit

onderzoek moet breder zijn dan de dorpshuizen sec. In de in 2017 op te stellen visie op de

dorpshuizen zal dit aspect worden meegenomen.

Openbare ruimte

Voor een passende woonomgeving zijn investeringen in de openbare ruimte gewenst, in de

vorm van verblijfsruimte, herkenbare plekken, rollator- en rolstoelvriendelijke bestrating.

Uitgewerkt moet worden hoe dit binnen het beheer van de openbare ruimte haar beslag

moet krijgen.

In 2017 worden voorstellen hiervoor voorbereid.

Page 32: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 32

Bijlage 1: Het Rhedens Model

In de Sociale Visie wordt dit model als volgt omschreven:

We hebben in 2008 al geconcludeerd dat kijken vanuit de burger de belangrijkste basis is2,

een conclusie die we hebben vormgegeven in ons Rhedens Model. De kracht van dit model

zit in de eenvoud, het gaat om het vinden van de weg. Wie kent dat spelletje niet waarmee

je moet proberen het kogeltje via het labyrint naar het midden te krijgen of vice versa?

Ondersteuning en begeleiding door familie en vrienden

Vrijwillige ondersteuning in persoonlijke en buurtnetwerken

Georganiseerde vrijwillige ondersteuning en begeleiding

Gemeente

Professionele ondersteuning en begeleiding

Er duiken sindsdien steeds meer cirkelmodellen op die de burger in het midden zetten. Dat

zijn echter merendeels uienmodellen met gesloten schillen die we kunnen afpellen. Het

vernieuwende van ons Rhedense model is dat we daarin helder laten zien dat de zoektocht

van een burger om de juiste ondersteuning te vinden vaak een hele moeizame is, de

poortjes zijn niet op elkaar aangesloten. De ringen zo te draaien dat de poorten op elkaar

aansluiten is de uitdaging voor de komende tijd.

De cirkels van het Rhedens Model

2 Bevestigd in het rapport van de WRR “Vertrouwen in burgers”, op 22 mei 2012 aangeboden aan de

regering.

Page 33: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 33

Het Rhedens Model is de onderlegger voor ondersteuning aan en begeleiding van mensen in

een kwetsbare positie. Het Model bestaat uit vier cirkels, waarbij het hart wordt gevormd

door de eerste cirkel. De ene vorm van ondersteuning sluit de ander echter niet uit, soms is

professionele ondersteuning een voorwaarde om de mantelzorg dan wel vrijwillige

ondersteuning goed te volbrengen. Op deze manier kan de volgende opsomming worden

gelezen:

1. Het uitgangspunt vormt de eigen potentie en kracht van onze inwoners èn de

mogelijkheden en kracht van hun netwerk van familie en vrienden. Mensen zijn

primair zelf verantwoordelijk voor hun eigen leven. Als zij daarbij hulp nodig hebben,

doen zij normaal gesproken een beroep op hun meest nabije netwerk: familie en

vrienden.

2. Als mensen een ondersteunings- of begeleidingsbehoefte hebben, waarin zijzelf en

hun nabije netwerk niet kunnen voorzien, komt de volgende ring in beeld: de

vrijwillige ondersteuning of begeleiding vanuit kennissen of vanuit de buurt. Hierbij

komen bijvoorbeeld de buren in actie, de kerk of de sportvereniging.

3. Mensen kunnen daarnaast ook een beroep doen op de georganiseerde vrijwillige

ondersteuning. Hier komen de vrijwilligers in beeld die een specifieke dienst leveren;

ze hoeven de betreffende persoon niet persoonlijk te kennen. Denk bijvoorbeeld aan

de vrijwilligers die een klusje opknappen of de vrijwilligers die mantelzorgers tijdelijk

ontlasten.

4. Tot slot: als vrijwilligers en mantelzorgers niet of moeilijk kunnen voorzien in de

noodzakelijke ondersteuning, kunnen mensen een beroep doen op professionele

ondersteuning of begeleiding. Dan komen de beroepskrachten van de thuiszorg in

actie, de begeleiders van de GGZ of de consulenten van een re-integratiebedrijf.

Het is hiermee niet gezegd dat het één noodzakelijk voorafgaat aan het ander. Het kan

ook zo zijn dat de inzet van professionele hulp noodzakelijk is om het de mensen

makkelijk te maken om bijvoorbeeld te mantelzorgen of vrijwillig een handje te helpen.

De gemeente heeft hierin een regisserende rol, dat wil zeggen op de verbindingen tussen

de verschillende ondersteuningsvormen en initiatieven.

De centrale ambitie van de gemeente Rheden is om ervoor te zorgen dat de binnenste cirkels

rondom mensen zo sterk mogelijk zijn, opdat het beroep op de buitenste cirkels zo klein

mogelijk is. Daarnaast is het de ambitie van de gemeente Rheden dat de naastgelegen

cirkels naadloos op elkaar aansluiten. Het bevorderen van sociale netwerken in de wijk en

het ondersteunen van mantelzorg zijn gemeentelijke aandachtspunten om de binnenste

cirkels te versterken. Komt men terecht in de professionele circuits dan streeft de gemeente

ernaar mensen zoveel mogelijk via algemene voorzieningen te ondersteunen en als dat niet

mogelijk is, is maatwerk aan de orde.

Page 34: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 34

Het Rhedens Model in de praktijk

Het Rhedens model gezien vanuit de leefwereld van de inwoner.

Er is een grote groep mensen (80%) die zich goed weet te redden, buiten het

gezichtsveld van de gemeente en de georganiseerde (zorgvrijwilligers). Zij hebben

voldoende netwerken en hoeven geen beroep te doen op de algemene voorzieningen en

maatwerk voorzieningen. Men kan gebruik maken van het eigen netwerk en wat de

samenleving al zelf organiserend of via kerken, clubjes en andere gemeenschappen voor

elkaar brengt. Bijna zeven op de tien volwassen inwoners heeft minstens 1 keer per week

contact met de buren. 64% van de volwassenen geeft aan wel eens wat te doen voor de

buren. Bijna driekwart van de volwassenen is het oneens met de stelling ‘mensen in de buurt

kunnen slecht met elkaar opschieten’. In Rheden verricht twee op de vijf inwoners

vrijwilligerswerk, evenveel mannen als vrouwen. De leefwereld is er een van (toevallige)

ontmoetingen, een onzichtbaar netwerk van mensen, waarin bewoners uit zichzelf

verantwoordelijkheid nemen voor wat zij zien dat nodig is. Daar komen steeds meer en

aansprekende initiatieven uit voort. Mede dankzij de inzet van de buurtkrachtcoaches en

lokale websites zijn ook steeds meer van deze initiatieven zichtbaar en daarmee

toegankelijk. Zoals met wehelpen.nl een hulpmiddel waar inwoners elkaar te vinden.

De leefwereld van de inwoner wordt ondersteund door de systeemwereld.

De hulp, ondersteuning en de zorg waar de gemeente verantwoordelijk voor is richt

zich vooral op de overige 20%. Deze ondersteuning wordt volgens het zogenaamde Het

Rhedens model vormgegeven. Als het gaat om ondersteuning van individuen wil de Rheden

ervoor zorgen dat de cirkels rondom kwetsbare mensen zo sterk mogelijk zijn, opdat een

beroep op professionele ondersteuning zo klein mogelijke is. Dat is de ‘civil society’: de

samenleving waarin mensen zich om elkaar bekommeren en elkaar ondersteunen. De

gemeente wil deze civil society faciliteren. Dat begint met een stevige basis: sterke

verenigingen en vrijwilligersorganisaties en ruimte voor eigen initiatieven. De ambitie van de

gemeente is een goede basis te bieden aan professionele ondersteuning en informele zorg en

georganiseerd vrijwilligerswerk.

Dit betekent:

a. Een goede toegang waar de professionele zorg hun aanbod op elkaar afstemt, werkt aan

het verbeteren van de kwaliteit en waar professionals samenwerken en hun aanbod

afstemmen op de vraag van de inwoner. Het Sociaal Meldpunt (SMP) is de toegang naar

de professionele zorg en de maatwerkondersteuning voor mantelzorgers.

b. Een Informele zorgstructuur waar informele zorgorganisaties hun aanbod op elkaar

afstemmen en op de vraag van de inwoners, samen werken aan kwaliteitsverbetering en

aan scholing van hun vrijwilligers. Het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp (MVT) is de toegang

naar de algemene mantelzorgondersteuning en de informele hulp en ondersteuning.

Momenteel wordt bezien hoe de verschillende buren-voor-buren initiatieven volgens het

Rhedens model hieraan kunnen worden verbonden.

Page 35: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 35

c. MVT en SMP zijn de loketten waar de match gemaakt tussen vraag en aanbod, informeel

respectievelijk formeel. Samenwerking tussen MVT en SMP heeft de functie de informele

en formele zorg op elkaar af te stemmen. Vrijwilligers en beroepskrachten moeten elkaar

weten te vinden. Voorzieningen moeten op elkaar aansluiten. In de visie sluiten

ondersteuning door beroepskrachten, zorgvrijwilligers en door de gemeenschap elkaar

niet uit. De Sociale Vraagbaak en haar onderliggende diensten, zoals respijtwijzer en

wehelpen.nl maakt het aanbod zichtbaar en daarmee toegankelijker voor bewoners.

Page 36: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 36

Bijlage 2: woningbehoefte en

huisvestingsopgave

We constateerden al dat het aantal huishoudens waarvan de hoofdbewoner 75 jaar of ouder

is de komende jaren fors toeneemt. Hoewel ouderen langer gezond zijn en langer

zelfredzaam blijven, neemt ook het aantal kwetsbare ouderen getalsmatig toe. Dit is mede

het gevolg van het feit dat er simpelweg steeds meer ouderen zijn en dat de

levensverwachting van ouderen steeds hoger wordt. Kwetsbaarheid komt in principe in twee

soorten voor: we spreken over de kwetsbaarheid die voortkomt uit het feit dat het lichaam

ouder wordt en fragieler (“fragility”) en de kwetsbaarheid die voorkomt uit het feite dat een

steeds grotere groep mensen meer en meer de aansluiting mist met een steeds complexer

wordende maatschappij (“vulnerability”). Beide soorten van kwetsbaarheid kunnen

afzonderlijk of gecombineerd voorkomen. Een voorbeeld van het laatste betreft de senioren

die aan geheugenproblematiek of dementie lijden.

Schellekens Advies/Atrivé heeft in opdracht van de gemeente onderzocht hoeveel inwoners

fysieke beperkingen ondervinden, hoe dit aantal inwoners zich in de toekomst zal

ontwikkelen en dit zou moeten worden vertaald in de verschillende plaatsen. Daartoe maakt

Schellekens Advies/Atrivé 3gebruik van een zelf ontwikkeld model; de Geriscoop 2.0. Dit

onderzoek, getiteld ”Langer Thuis in Rheden 2014” wordt verder aangeduid als LTiR.

Het onderzoek LTiR constateert een behoorlijk tekort aan levensloopgeschikte woningen

waarbij de primaire vertrekken zonder traplopen te bereiken zijn en gaat ervan uit dat dit

tekort in de toekomst nog sterk zal toenemen. Hier moet echter de kanttekening bij worden

geplaatst dat onder ouderen een duidelijk afnemende verhuisgeneigdheid zichtbaar is. Dit

wordt mede veroorzaakt doordat de huidige generatie ouderen kritischer is over een nieuwe

woning. Omdat zij graag oud willen worden in hun gezinswoning dempt dit de vraag naar

“geschikte” woningen.

Hieronder wordt een vraagraming per huisvestingscategorie gegeven. Deze is raming is

gebaseerd op het onderzoek LTiR.

3 Het eerste rapport “Langer thuis in Rheden 2010” is in opdracht van de gemeente gemaakt door Laagland Advies. Dit Adviesbureau is opgegaan in enerzijds Schellekens Advies en anderzijds Atrivé. Beide maken, in de gezamelijke opdracht, gebruik van het door Laagland ontwikkelde model.

Page 37: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 37

Behoefte intramurale plaatsen

Voor een plaats in een intramurale voorziening is een indicatie nodig van het CIZ. Het hoeft

bij intramurale voorzieningen niet om grote instellingen te gaan, er kan ook sprake zijn van

instellingen met ca. 30 plaatsen. Voor de behoeftebepaling aan intramurale plaatsen hebben

we ook een provinciale prognose tot onze beschikking. Voor beide ramingen geldt dat er

sprake is van een afname van het aantal intramurale plaatsen tot 2020 als gevolg van de

beperktere toegang intramurale zorg. Daarna zal het aantal intramurale plaatsen weer

stijgen. Bij de prognose van LTiR overstijgt het te verwachten aantal intramurale plaatsen in

2030 het huidig aantal niet. Bij de provinciale prognose is dit wel het geval en overstijgt het

toekomstige aantal het huidige aantal behoorlijk. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat LTiR

uitgaat van een verdergaande extramuralisering. Daarnaast gaat LTiR uit van de vraag naar

intramurale plaatsen en de provincie geeft in een prognose de ontwikkeling van het aantal

plaatsen. Voor deze visie gaan we uit van de vraagraming van LTiR , waarbij we moeten

aantekenen dat wanneer de extramuralisering van de hogere ZZP’s op zich laat wachten, we

de vraagraming moeten bijstellen en meer moeten gaan aansluiten bij de prognose van de

provincie Gelderland.

Figuur 1: vraag aantal intramurale plaatsen gemeente Rheden

De donkere lijn in bovenstaande figuur laat de vraagraming zien en daaruit blijkt dat deze tot

2020 zal dalen. De lichtgroene lijn geeft het huidig aantal intramurale plaatsen weer dat

fictief is doorgetrokken naar het jaar 2030. Het huidig aantal intramurale plaatsen ligt op iets

meer dan 1100 plaatsen. De vraag in 2020 zal slechts 60 plaatsen onder het huidig aantal

intramurale woningen liggen. Daarna zal de vraag stijgen en in 2030 zal de vraag weer

liggen op het huidig niveau.

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

2013 2015 2020 2025 2030

Aan

tal p

laat

sen

Vraag aantal intramurale plaatsen Rheden

Page 38: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 38

Behoefte aan verzorgd wonen

Verzorgd wonen onderscheid zich van een “gewone” levensloopgeschikte woning door de

aanwezigheid van zorg op afroep en de permanente aanwezigheid van intensieve

begeleiding. Voorbeelden van deze plaatsen zijn aanleunwoningen. Als gevolg van de

extramuralisering van de lichte intramurale zorg, zal de druk op deze woonvorm toenemen.

Kwetsbare ouderen die voorheen in aanmerking zouden komen voor intramuraal verblijf

zullen nu deels kiezen voor deze woonvorm. LTiR geeft een raming van het aantal

huishoudens dat naar verwachting een beroep zal doen op wonen met zorg op afroep, als

gevolg van de extramuralisering. Ook de extra vraag naar wonen met zorg op afroep als

gevolg van de vergrijzing is hierin meegenomen.

Tabel 1: behoefteontwikkeling wonen met zorg op afroep

2013 2015 2020 2025 2030

Zelfstandig wonen 20 80 130 140 150

Onderzoeksmethode “Langer Thuis in Rheden 2014”

Voor de raming van de toekomstige behoefte wordt een indeling gehanteerd die gebaseerd is op

enerzijds de maat van beperkingen van het SCP (geen, licht, matig en sterk beperkt) en

anderzijds op het gebruik van hulpmiddelen (wandelstok, rollator en rolstoel). De landelijke

kengetallen over de omvang van deze groepen zijn gebaseerd op uitkomsten uit het onderzoek

WoON-55+. In deze module van het landelijke WoON onderzoek zijn respondenten van 55 jaar

en ouder onder andere ondervraagd over hun beperkingen en gebruik van hulpmiddelen. Dit

levert een indeling op in de volgende categorieën:

Iedereen die permanent afhankelijk is van een rolstoel

Iedereen met matige/zware beperkingen die afhankelijk is van een rollator

Iedereen met lichte/matige beperkingen die afhankelijk is van een wandelstok

Geen hulpmiddel of lichte beperking.

Wanneer de uitkomsten van het onderzoek WoON-55+ worden losgelaten op de verwachte

huishoudensontwikkeling in de gemeente Rheden dan kan hiermee de toekomstige omvang van

de bovenstaande categorieën worden bepaald.

LTiR hanteert de volgende categorieën:

Intramuraal

Levensloopgeschikt 2 + wonen met zorg op afroep

Levensloopgeschikt 1 + potentieel geschikte koopwoningen

Rolstoelgeschikt

Vervolgens heeft er confrontatie tussen vraag en aanbod plaatsgevonden. Daarbij wordt met

name aan de categorie levensloopgeschikt 2 (woningen waarbij de primaire vertrekken zonder

traplopen te bereiken zijn) een groot tekort geconstateerd.

Page 39: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 39

Verzorgd wonen 0 40 150 160 170

Extra vraag extramuralisering 20 120 280 300 320

Behoefte levensloopgeschikt 2

Dit betreft zelfstandige woningen die bewoners met loophulpmiddelen goed moeten kunnen

gebruiken. De belangrijkste eis daarbij is dat alle primaire ruimten (woonkamer, kamer,

toilet, hoofdslaapkamer en badkamer) op één bouwlaag dienen te liggen. Daarnaast worden

er eisen gesteld aan onder andere afmetingen van deurposten en vrije ruimten achter

deuren. Onderstaande tabel geeft de behoefte aan levensloopgeschikt 2 weer. Dit is inclusief

de hierboven genoemde behoefte aan wonen met zorg op afroep.

Tabel 2: behoefteontwikkeling levensloopgeschikt 2

Aanbod Vraag Match

2014 2030 2014 2030

Levensloopgeschikt 2 785 1.820 2.670 -1.035 -1.885

Hierbij moet dus de kanttekening worden geplaatst dat het de vraag is in hoeverre ouderen

hun behoefte aan een geschikte woning daadwerkelijk gaan omzetten in een verhuizing naar

een geschikte woning, indien ervan wordt uitgegaan dat het aanbod geen probleem was. De

mate waarin de vraag naar dit type woningen zich werkelijk manifesteert, is sterk afhankelijk

van de kwaliteit van het gebodene. Ouderen die verhuizen zijn kritische consumenten.

Woningen die niet dicht bij centrumvoorzieningen liggen, te klein zijn en/of te duur, zullen

moeilijk afzetbaar zijn. Op grond van het LTiR kunnen we constateren dat er een grote

potentiele vraag is naar speciaal op senioren gericht woningaanbod en dat deze potentiele

vraag de komende jaren alleen maar groter zal worden. Het onderzoek maakt bij deze

vraag-aanbod confrontatie nog een onderscheid tussen huur en koop, waarbij de huursector

nauwkeuriger in beeld te brengen was. LTiR constateert dat er in principe voldoende

huurwoningen in de categorie levensloopgeschikt 2 beschikbaar zijn. Probleem is echter dat

deze lang niet altijd voldoen aan de wensen van de doelgroep en lang niet altijd bewoond

worden door bewoners die aangewezen zijn op loophulpmiddelen. Tot slot is er nog een

kanttekening te plaatsen bij het beperkte aanbod aan levensloopgeschikt 2; hierin zijn alleen

huurwoningen van de woningcorporaties meegenomen en enkele koopappartementen.

Wellicht dat er ook grondgebonden woningen in de categorie levensloopgeschikt 2 vallen. Dit

zal wellicht iets afdoen aan het tekort, maar niet het gehele tekort doen oplossen.

Behoefte Levensloopgeschikt 1

In tegenstelling tot bij de categorie levensloopgeschikt 2, hoeven bij deze categorie niet alle

primaire ruimten op één bouwlaag te liggen. Wel dienen ten minste de woonkamer, keuken

en het toilet op dezelfde bouwlaag te liggen. Ook de slaapkamers en badkamer liggen op

dezelfde bouwlaag. Als de primaire ruimten op meer dan één bouwlaag liggen moet de

Page 40: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 40

mogelijkheid bestaan om een traplift aan te brengen. Om het aanbod aan levensloopgeschikt

1 in beeld te brengen is ook de koopsector betrokken. Door middel van de “doorzonscan”

kon er een inschatting gemaakt worden van de (potentiële) geschiktheid van de bestaande

koopwoningvoorraad.

Tabel 3: behoefteontwikkeling levensloopgeschikt 1

Aanbod Vraag Match

2014 2030 2014 2030

Levensloopgeschikt 1 5.717 2.530 3.240 3.187 2.477

Op basis van bovenstaande tabel is te concluderen dat er voldoende woningen zijn voor

mensen met een hele lichte beperking.

Behoefte rolstoelgeschikte woningen

Rolstoelgeschikte woningen betreffen woningen in de categorie levensloopgeschikt 2 met een

aantal extra eisen. Deze extra eisen hebben met name betrekking op de mogelijkheden de

afmetingen van de primaire ruimten en gangen en het ontbreken van drempels. De behoefte

aan dit type woningen is relatief gering.

Tabel 4: behoefteontwikkeling rolstoelgeschikt

Aanbod Vraag Match

2014 2030 2014 2030

Rolstoelgeschikt 224 200 260 24 -36

Te zien is dat het aanbod van rolstoelgeschikte woningen op dit moment in balans is met de

vraag. In de toekomst is er bij het handhaven van het huidige aantal rolstoelgeschikte

woningen sprake van een klein tekort.

Huisvestingsopgave

Hierboven is de behoefte aan de verschillende categorieën in beeld gebracht. Om

verschillende redenen is het lastig om precies aan te sluiten bij de gepresenteerde

behoeftebepaling. Zo is de gemeente voor het grootste deel afhankelijk van eigenaar

bewoners en andere partijen als het gaat om het realiseren van deze opgave. Daarnaast zijn

er ruimtelijke belemmeringen; er worden bijvoorbeeld eisen gesteld aan de locatie van

wonen met zorg op afroep. Er moet juist een geschikte bouwlocatie vrij komen om te

voldoen aan de behoefte. Tot slot is er onder invloed van veranderende wetgeving bij de

behoefte aan intramurale plaatsen eerst een daling van de behoefte en vervolgens weer een

stijging. Ook het inkoopbeleid van het zorgkantoor is bepalend voor de match tussen vraag

en aanbod. In deze paragraaf vertalen we de bovenstaande behoefteraming naar een

realistische opgave.

Page 41: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 41

Opgave intramurale plaatsen

De afname van het aantal intramurale plaatsen hangt samen met de toename van het

verzorgd wonen. In figuur 1 is te zien dat het aanbod vlak voor 2020 de vraag gaat

overstijgen. In het onderzoek van Atrivé is ook gekeken naar de intramurale plaatsen die

“omklapbaar” zijn naar zelfstandige woningen. Uit Figuur 1 blijkt echter ook, dat bij

ongewijzigd beleid, de leegstand naar verwachting beperkt en voor een kortere periode zal

zijn. Als de aanbieders van zorgvastgoed op grote schaal intramurale plaatsen zullen

omklappen bestaat het risico dat er op termijn weer tekorten aan intramurale plaatsen zullen

ontstaan. Bovendien heeft het omklappen gevolgen voor de reguliere

woningbouwprogrammering. Er worden namelijk zelfstandige woningen toegevoegd. Samen

met de regiogemeenten maken we afspraken om overcapaciteit te voorkomen.

We hebben aan de andere kant ook te maken met kleinschalige initiatieven die zich richten

op de doelgroep die veel zorg nodig heeft en een indicatie van het CIZ heeft. Wij kunnen ons

voorstellen dat deze initiatieven onderscheidend zijn ten opzichte van het huidige aanbod

aan intramurale plaatsen. Het onbeperkt toelaten van kleinschalige initiatieven die zich

richten op een zwaardere doelgroep zal een extra risico vormen voor de bestaande

intramurale instellingen. Wij willen echter wel de mogelijkheid open laten om ruimte te

bieden aan een beperkt aantal initiatieven dat echt iets toevoegt aan de bestaande kwaliteit

van intramurale plaatsen. Kleinschalige initiatieven die vraag bedienen van specifieke

leefstijl- of inkomensgroepen kunnen een waardevolle aanvulling zijn op het bestaande

aanbod. Daartoe voeren wij naar analogie van reguliere woningbouw een “nee, tenzij” beleid

op deze initiatieven.

Criteria

De volgende criteria geven richting aan al dan niet meewerken aan nieuwe intramurale

plaatsen:

Indien sprake is van een vervanging van bestaand intramuraal vastgoed wordt in

principe meegewerkt mits:

o Locatie nabij voorzieningen is gelegen

o Aantal plaatsen ongeveer gelijk blijft

o Er geen extra druk op de woonomgeving ontstaat

o De locatie planologisch inpasbaar is

Indien sprake is van een uitbreiding van het aantal intramurale plaatsen wordt in

principe niet meegewerkt tenzij:

o Sprake is van een aantoonbare additionele vraag voor bijvoorbeeld specifieke

doelgroep

o Aantoonbaar afstemming heeft plaatsgevonden met gevestigde instellingen

o Aantoonbaar is dat er geen overaanbod gaat ontstaan

o Er geen extra druk op de woonomgeving ontstaat

Page 42: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 42

o De locatie planologisch inpasbaar is

Opgave verzorgd wonen

In tabel 1 is te zien dat er vooral tussen 2015 en 2020 als gevolg van extramuralisering een

behoorlijke vraag zal ontstaan naar verzorgd wonen. Deze vraag is deels op te vangen door

bestaande intramurale capaciteit om te klappen. Het is echter wel zaak dat er bij het

omklappen van intramurale capaciteit sprake is van het realiseren van kwaliteit. Het zou

immers niet goed zijn als er goede plannen voor zelfstandige woningen met zorg op afroep

niet door zouden gaan vanwege het gevaar van overcapaciteit. Bij het omklappen van

intramurale plaatsen zijn daarom de uitgangspunten van de woonvisie van toepassing. We

hanteren hierbij in ieder geval als eisen dat de locatie op loopafstand ligt van een wijk- of

dorpscentrum, de appartementen minimaal twee kamers hebben met eigen sanitair en

kookgelegenheid en de continuiteit van de zorg en ondersteuning aan bewoners is

gegarandeerd. Gezien de beperkte vraagafname naar intramuraal (tot 60 plaatsen onder het

huidige aantal) en de behoorlijke vraag naar verzorgd wonen (150 woningen tot 2020) zal

het waarschijnlijk nodig zijn om initiatieven toe te laten die in dit segment voorzien. Er staan

momenteel woningbouwplannen op de planningslijst woningbouw die hierin zouden kunnen

voorzien.

Opgave levensloopgeschikt 2

Hoewel geconstateerd is dat er in de huursector (net) genoeg woningen zijn om aan de

geconstateerde behoefte te voldoen, is in de woonvisie 2014-2020 ingezet op een toename

van het aantal levensloopgeschikte woningen. Wij gaan er namelijk vanuit dat het niet

mogelijk is om de vraag precies op het aanbod te laten aansluiten. De gemeente Rheden wil

het aanbod aan levensloopgeschikte woningen in de huursector gelijke tred laten houden

met de toename van het aantal mensen met mobiliteitsbeperkingen. Deze vraag is alleszins

redelijk want hiermee vraagt de gemeente Rheden dus niet van de woningcorporaties om het

door Atrivé geconstateerde bestaande tekort op te lossen. 30 % van het woningbezit is

eigendom van een van de woningcorporaties. Het oplopend tekort aan levensloopgeschikt 2,

van 2014 tot 2030, is becijferd op 850 woningen (zie tabel 2). Inzet van de gemeente is om

in de huursector, voor 2030, 250 woningen levensloopgeschikt categorie 2 te maken. Dit is

mogelijk in de bestaande voorraad of door nieuwbouw. De gemeente overweegt om de

woningcorporaties bij aanpassingen in de bestaande voorraad financieel tegemoet te komen,

naar analogie met Mijn Huis Mijn Toekomst voor particulieren.

De overige 600 aan te passen woningen in de koopsector zullen met name in het kader van

het stimuleringsprogramma “Mijn huis, mijn toekomst” door eigenaar bewoners zelf

aangepakt moeten worden. Het onderzoek LTiR toont aan dat er behoorlijk wat potentieel

geschikte woningen zijn die naar levensloopgeschikt 2 zouden kunnen worden

“gepromoveerd”. Een belangrijke eis van deze categorie is dat alle primaire vertrekken

Page 43: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 43

zonder traplopen te bereiken zijn. Bij de meeste grondgebonden woningen is dit echter niet

te realiseren zonder een behoorlijk ingrijpende verbouwing of plaatsing van een traplift.

In de woonvisie 2014-2020 hebben we voor wat betreft de locatie van nieuwe

levensloopgeschikte woningen categorie 2 al aangegeven dat deze met name gerealiseerd

moeten worden in de wijken die de komende jaren sterk vergrijzen zoals Dieren Noord en

Rheden West. Zowel Velp Noord als Velp Zuid kennen al een behoorlijk groot aandeel

levensloopgeschikte woningen. Daarnaast is in de woonvisie aangegeven dat Velp een

centrumfunctie vervult voor de gemeente vanwege de aanwezigheid van voorzieningen en

dat dat aantrekkelijk is voor ouderen. We kunnen hieraan toevoegen dat als er zich

mogelijkheden voordoen om levensloopgeschikte woningen categorie 2 te realiseren in de

nabijheid van voorzieningen in de kleinere dorpen, we dit moeten ondersteunen. Door middel

van deze maatregelen kan ook in de koopsector een behoorlijk slag worden gemaakt om te

voldoen aan de vraagraming.

Opgave levensloopgeschikt 1 en rolstoelgeschikte woningen

Bij de vraagraming is al geconstateerd dat er geen acute noodzaak is om op deze beide

categorieën in te zetten. Mocht het in bepaalde plannen echter niet mogelijk zijn om

levensloopgeschikt categorie 2 te realiseren, dan kan het toch wenselijk zijn wel in te zetten

op levensloopgeschikt 1, omdat er lokaal behoefte bestaat aan een dergelijk type woning.

Met name in de koopsector zijn veel woningen potentieel geschikt maar nog niet geschikt

gemaakt voor mensen met een beperking. Met het project Mijn Huis Mijn Toekomst

stimuleert de gemeente mensen om na te denken over hun (toekomstige) woonsituatie. In

de campagne ‘Mijn huis, mijn toekomst’ wordt gepromoot om met veelal kleine aanpassingen

in bestaande woningen, zowel koop als huur, woningen geschikter te maken voor ouderen.

Door middel van een huisbezoek door een vrijwilliger en het invullen van een checklist wordt

inzicht gekregen in de geschiktheid van de woning en eventuele aanpassingen. Via een

stimuleringsregeling, waarbij de gemeente tot maximaal € 650,= bijdraagt in de

aanpassingskosten worden mensen gestimuleerd om hun woning voor hen geschikt te

(doen)maken. Naast concrete actie zet het project mensen aan om na te denken over hun

toekomstige woonsituatie en eventuele woningaanpassing. Met het project wordt bereikt dat

met relatief weinig middelen mensen langer in staat zijn om zelfstandig te blijven wonen. In

vervolg op de pilotprojecten in Dieren en Laag Soeren is het project over de gehele

gemeente uitgerold.

Opgave beschermd wonen

Beschermd wonen kent in de praktijk verschillende verschijningsvormen. Het kan gaan om

een groepswoning waarin een aantal mensen samenwonen, maar ook om individuele

woningen van een zorgaanbieder, dan wel gehuurd door een zorgaanbieder. Het komt ook

voor dat een zorgaanbieder een woning huurt voor een cliënt beschermd wonen en de

Page 44: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 44

woning na een afgesproken periode op naam van de cliënt wordt gezet

(´omklapcontracten´). Qua vormen van beschermd wonen zijn er in de gemeente Rheden

348 wooneenheden, verdeeld over 15 locaties. Dit is exclusief de plekken binnen de

intramurale ouderenzorg.

Ook binnen het beschermd wonen zal de extramuralisering zorgen voor een afname van het

benodigd aantal plaatsen. Uitstroom vanuit het beschermde wonen is landelijk bepaald op

30%. Dit is echter niet algemeen te vertalen naar specifieke locaties. Mogelijkheid tot

extramuraliseren is dermate persoonspecifiek en qua aantallen relatief beperkt, zodat geen

algemene uitspraken zijn te doen. Uit gesprekken met Rhedense professionals op dit vlak

ontstaat het beeld dat 30% (dwz extramuralisering van circa 100 plaatsen) niet

waarschijnlijk is. Enkele tientallen is realistischer. Gezien deze aantallen is dat oplosbaar

binnen de woningmarkt. Zorginstellingen en woningcorporaties hebben hierover onderling

afspraken gemaakt.

Inzet visie WWZ

Intramuraal:

- Huidige aanbod vasthouden, voorzichtig omgaan met omklappen van

zorgvastgoed, op langere termijn is huidige aanbod passend.

- Op kleine schaal meewerken aan nieuwe concepten, die een inhoudelijke

toevoeging op het huidige aanbod zijn.

Levensloopgeschikt 2 (gehele woning op één verdieping)

- Sprake van tekort van enige honderden woningen

- Speerpunt voor nieuwbouw en verbouw in de nabijheid van voorzieningen

- Aanbod stimuleren door Mijn Huis Mijn Toekomst (koop) en

prestatieafspraken met de woningcorporatie in de huursector

- Zorg op afroep/verzorgd wonen: omklappen zorgvastgoed/nieuwe

initiatieven toestaan mist sprake is van inhoudelijke toevoeging aan

bestaande vormen.

Levensloopgeschikt 1 en rolstoelgeschikt

- Geen specifieke inspanning nodig

Beschermd wonen

- Woningcorporaties en zorginstellingen hebben onderling afspraken gemaakt

over toewijzing van woningen aan de doelgroep

- Geen specifieke inspanning nodig

- Betaalbaarheid belangrijk aandachtspunt

Page 45: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 45

Bijlage 3: Definities

1 Zorg met verblijf V&V

Zorg met verblijf in een Wlz-

gefinancierde instelling voor

verzorging en verpleging

(intramuraal)

Doelgroep: zeer kwetsbare ouderen die vanwege zware psychogeriatrische of

zware somatische problemen niet meer zelfstandig kunnen wonen

Vraag: een beschutte (soms zelfs gesloten) woonomgeving waar 24 uur per dag

toezicht en begeleiding aanwezig is

2 Beschermd wonen GGZ

Kleinschalig zorg met verblijf

gefinancierd uit Wmo-budget (of

Wlz-gefinancierd) voor mensen met

een ernstige psychiatrische

aandoening (intramuraal)

Doelgroep: mensen met een psychiatrische stoornis die (tijdelijk) niet in staat zijn

zelfstandig te wonen

Vraag: een beschutte woonomgeving waar een deel van de dag intensieve

begeleiding aanwezig en op andere momenten begeleiding op afroep beschikbaar

is

3 Kortdurend verblijf

Logeer-, weekeind-, of

vakantieopvang voor thuiswonende

zorgcliënten

Doelgroep: mensen met een intensieve zorgvraag die zelfstandig wonen en (mede)

afhankelijk zijn van zorg en ondersteuning van een inwonende mantelzorger

Vraag: een plek om periodiek tijdelijk te verblijven onder begeleiding van

(professionele) zorg en ondersteuning zodat de mantelzorger wordt ontlast

4 Verzorgd wonen voor ouderen

Zelfstandig geclusterd wonen in een

complex met een zorgsteunpunt in

de directe nabijheid (extramuraal)

Doelgroep: zeer kwetsbare ouderen die vanwege psychogeriatrische, somatische

en of sociale problemen niet meer in een reguliere woning willen wonen

Vraag: een beschutte woonomgeving waar makkelijk sociaal contact kan worden

gemaakt en waar begeleiding op afroep (snel) aanwezig is

5 Geclusterd begeleid wonen voor

mensen met een verstandelijke

beperking

Wonen in een kleinschalig

wooncomplex met centrale

voorzieningen en Wlz-gefinancierde

zorg en begeleiding

Doelgroep: mensen met een verstandelijke beperking; zij ontvangen Wlz-zorg met

huisvesting of een VPT/MPT met een eigen huurcontract

Vraag: zelfstandige geclusterde woonruimte in een omgeving waar makkelijk

sociaal contact kan worden gemaakt en waar permanent begeleiding aanwezig is

6 Zelfstandig wonen bijzondere

doelgroepen

Reguliere huurwoningen die

worden toegewezen aan mensen

die een instelling, een pleeggezin of

een voorziening voor

maatschappelijke of

vrouwenopvang verlaten, mogelijk

met een huurcontract dat

gedurende een periode is

gekoppeld aan een

Doelgroep: mensen die een jeugdzorginstelling, een pleeggezin, een voorziening

voor maatschappelijke opvang, een voorziening voor vrouwenopvang of een

voorziening voor beschermd wonen verlaten die niet in aanmerking komen voor

zorg met verblijf

Vraag: reguliere huurwoningen met een lage huur (tot de kwaliteitskortingsgrens €

403 of de van toepassing zijnde aftoppingsgrens, respectievelijk € 577 voor

eenpersoonshuishoudens en € 618 voor meerpersoonshuishoudens)

Page 46: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 46

begeleidingscontract

7 Groepsbegeleiding

Activiteiten in groepsverband met

als doel het bieden van een zinvolle

dagbesteding gericht op het

voorkomen van sociale isolatie,

bieden van structuur, ontlasten van

mantelzorg, etc.

Doelgroep: mensen met een psychiatrische aandoening die wonen in een

voorziening voor beschermd wonen GGZ en zelfstandig wonende mensen met een

psychiatrische aandoening, verstandelijke beperking, psychogeriatrische klachten

of fysieke beperking

Vraag: een zinvolle dagbesteding en de mogelijkheid van het leggen van sociale

contacten voor de zorgvrager en het ontlasten van diens mantelzorger

8 Extramurale verpleging en

verzorging

Ambulante persoonlijke verzorging

of verpleging voorheen AWBZ-

gefinancierd, vanaf 2015 onderdeel

van de Zvw (thuiszorg)

Doelgroep: zelfstandig wonende mensen met fysieke beperkingen, somatische of

psychogeriatrische klachten, een verstandelijke beperking of een psychiatrische

aandoening

Vraag: hulp bij persoonlijke verzorging, het toedienen van medicijnen, het

behandelen van wonden, het aanleggen van infusen, etc.

9 Individuele begeleiding

Individuele begeleiding gericht op

het bevorderen van

zelfredzaamheid van een cliënt die

zonder begeleiding zou moeten

verblijven in een instelling of zou

verwaarlozen; hulp bij het op orde

krijgen van het huishouden en de

zorg voor kinderen

Doelgroep: zelfstandig wonende mensen met verstandelijke beperking, een

psychiatrische aandoening, psychogeriatrische klachten of een fysieke beperking

Vraag: hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen, het op orde krijgen van het

huishouden, het leren zorgen voor kinderen, het indelen van de dag, het

onderhouden van sociale contacten, administratie en/of het onderhouden van

contacten met professionele organisaties

10 Levensloopgeschikte woningen

Zelfstandige woningen die toe- en

doorgankelijk zijn met een rollator

of zelfstandige woningen die toe-

en doorgankelijk zijn met een

rolstoel.

Levensloopgeschikt 1: woningen

waarbij woonkamer, keuken, toilet,

hoofdslaapkamer en badkamer niet

op één verdieping hoeven te liggen,

maar bijvoorbeeld met een traplift

toegankelijk zijn.

Levensloopgeschikt 2: woningen

waarbij woonkamer, keuken, toilet,

hoofdslaapkamer en badkamer op

één verdieping liggen.

Doelgroep: ouderen die afhankelijk zijn van een rollator om zich in en om hun

woning te kunnen verplaatsen en mensen die (permanent) rolstoelafhankelijk zijn

Vraag: een woning waarin woon-, slaap-, badkamer en keuken zich op een

verdieping bevinden en die toe- en doorgankelijk is met een rollator en/of een

rolstoel

11 Woningaanpassingen

Aanpassingen aan woningen

Doelgroep: mensen die door hun fysieke beperkingen niet meer in staat zijn hun

(hele) woning te gebruiken

Page 47: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 47

bedoeld om het zelfstandig

functioneren te ondersteunen van

mensen met een (fysieke) beperking

Vraag: aanpassingen aan de woning waardoor de (hele) woning weer kan worden

gebruikt (toegankelijkheid, indeling, hulpmiddelen, aangepaste keuken, douche of

toilet)

12 Vervoer

bedoeld om mensen met een

beperking de gelegenheid te bieden

zich over grotere afstand te

verplaatsen (o.a. naar een locatie

voor dagbesteding)

Doelgroep: zelfstandig wonende mensen met een fysieke beperking, somatische

klachten of een verstandelijke beperking die als gevolg daarvan niet zelfstandig

kunnen reizen met eigen vervoersmiddelen of het openbaar vervoer

Vraag: vervoer naar en van locaties waar groepsbegeleiding wordt gebonden en/of

vervoer naar activiteiten, familie, vrienden zodat sociale contacten kunnen worden

onderhouden

OVERIGE DEFINITIES

Wlz Wet langdurige zorg, voorheen de AWBZ. Op basis van de Wlz wordt langdurige

zorg (met verblijf) vergoed aan ouderen in een verpleeghuis, mensen met een

verstandelijke beperking en mensen die langer dan drie jaar verblijven in een

psychiatrisch ziekenhuis of een psychiatrische afdeling van een algemeen

ziekenhuis. Op basis van een VPT of MPT kan Wlz-zorg ook buiten instellingen

worden geleverd aan zelfstandig wonende cliënten.

Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning. Regelt de verantwoordelijkheid van

gemeenten voor de ondersteuning van kwetsbare inwoners. Het gaat om ouderen,

mensen met een beperking of een psychiatrisch probleem, maar de doelgroep is

niet afgebakend. Gemeenten hebben een grote beleidsvrijheid. Onder de Wmo

vallen (in ieder geval) vervoer en vervoersmiddelen, woningaanpassing, hulp bij het

huishouden, begeleiding, kortdurend verblijf en beschermd wonen GGZ.

Zvw Zorgverzekeringwet. Stelt regels aan de samenstelling van het basispakket van

zorgverzekeringen. Sinds 2015 zijn persoonlijke verzorging en verpleging thuis en

het verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis of een psychiatrische afdeling van een

algemeen ziekenhuis voor de eerste drie jaar opgenomen in het basispakket.

VPT Volledig Pakket Thuis. Wordt geleverd aan mensen met een Wlz-indicatie die

zelfstandig wonen. Behalve huisvesting, medische basiszorg en behandeling wordt

alle zorg en ondersteuning (inclusief vervoer en huishoudelijke hulp) betaald uit de

Wlz en geleverd door een zorginstelling met een toelating voor het bieden van zorg

met verblijf.

PGB Persoons Gebonden Budget. Wordt verstrekt aan zorgvragers die zelf hun zorg en

ondersteuning willen (en kunnen) regelen. Zij bepalen zelf wie ze voor hun

ondersteuning inhuren. De kosten daarvan kunnen zij tot een van tevoren

vastgesteld maximum declareren.

V&V Verpleging en verzorging. Hoofdzakelijk, maar niet uitsluitend, ouderen die

intramuraal of extramuraal persoonlijke verzorging of verpleging krijgen. Dit

varieert van het aantrekken van steunkousen tot het aanbrengen van infusen.

GGZ Geestelijke Gezondheids Zorg. Zorg aan mensen met een psychiatrische

aandoening. Deze mensen krijgen ambulante ondersteuning, wonen in een

Page 48: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 48

voorziening voor beschermd wonen (vhn. ZZP GGZ C) of verblijven in een

psychiatrisch ziekenhuis of een psychiatrische afdeling van een algemeen

ziekenhuis (´klinische GGZ´; ZZP GGZ A en B).

HHT Huishoudelijke hulp met toeslag. Een algemene voorziening binnen de Wmo voor

huishoudelijke taken. Personen dier hiervoor in aanmerking komen krijgen een

kortingsvoucher, afhankelijk van het inkomen.

DO Dagelijkse ondersteuning. Een maatwerkvoorziening binnen de Wmo in gevallen

waarbij naast huishoudelijke hulp ook begeleiding of persoonlijke verzorging aan de

orde is.

Page 49: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 49

Bijlage 4: Workshop 12 mei

WWZ Discussiebijeenkomst

12 mei 2016, Zalencentrum Theothorne te Dieren

Aanwezige organisaties: Attent, Innoforte, Woonzorgnet, RIBW, Siza, Elver, VOA’s, Cosbo,

STOER, Vivare, Habion en gemeente Rheden

Inleiding

Wethouder Nicole Olland heet alle genodigden welkom en benadrukt dat het belangrijk is

voor de gemeente Rheden de samenwerking te zoeken met de verschillende organisaties. Na

het welkomstwoord geven vier organisaties een presentatie.

Attent betoogt dat dementie en eenzaamheid nog altijd veel voorkomend zijn bij ouderen.

Om deze verschijnselen te bestrijden is goede zorg en begeleiding van belang, maar ook een

goede omgeving. Zij zien op termijn een toename in de zwaardere zorgvraag en een afname

in de lichte intramurale zorg. Een nadeel van het langer thuis blijven wonen van ouderen is

de stijging van het aantal crisis opvangen. Dit wordt veroorzaakt doordat mensen te lang

thuis blijven wonen zonder zorg aan te vragen.

RIBW benoemt de lastige opgave om passende woningen te vinden voor cliënten die toe zijn

aan zelfstandig wonen. Uitstromers hebben meer kans op succes in de buurt van het huis

waar zij beschermd hebben gewoond.

Één van de VOA’s (vrijwillige ouderen adviseur) geeft een inkijk in de werkzaamheden. Zoals

het doen van de tuin, financiële administratie, zorg aanvraag of enkel het monitoren van de

gezondheid. De informatie waarover een VOA beschikt is van belang voor bijvoorbeeld een

zorgindicatie, ook hebben zij een signaleringsfunctie. Wanneer zij problemen voorzien

schakelen zij professionele partijen in. Als voa maken zij deel uit van het Huisbezoekproject

70-plus, het project Mijn Huis Mijn Toekomst, en project Mijn Huis Mijn Toekomst TT.

Alle genoemde projecten hebben als doel om de Rhedense senioren zolang mogelijk

zelfstandig te kunnen laten wonen. Bovendien hebben alle genoemde projecten een vorm

van preventie.

Vivare vraagt aandacht voor het toepassen van maatwerk om de doelgroepen goed te

kunnen faciliteren. Hiervoor moet ruimte zijn binnen de organisatie als ook binnen het

overheidsbeleid. Ook in de toekomst is het doel om leefbaarheidsproblemen vroegtijdig te

ondervangen. Samenwerking tussen partijen is cruciaal.

Vervolgens wordt in groepen de thema’s ouderen en begeleid wonen besproken. Hieronder

volgt de weerslag van wat ter tafel is gekomen.

Thema A: Ouderen

Voor ouderen met weinig financiële mogelijkheden is een goede woning vaak te duur, zij

ontvangen enkel een krap AOW. Maar het uitgangspunt zal de hulpvraag moeten zijn en niet

de woning (de stenen).

Op bepaalde plekken in de openbare ruimte is een hoger onderhoudsniveau gewenst. Dit zijn

gebieden waar veel ouderen zich verplaatsen. Onveilige verkeerssituatie, onverlichte plekken

en slecht begaanbare stoepen kunnen tot gevolg hebben dat ouderen geïsoleerd raken. De

gastheren van de gemeente kunnen een prominente rol spelen als het gaat om signalering

van onwenselijke situaties in de openbare ruimte.

Page 50: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 50

Ouderen kunnen elkaar ondersteunen. Het is belangrijk voor ouderen dat zij contact houden

met mensen om hen heen, dit kunnen ook buurtgenoten zijn. Hiermee wordt voorkomen dat

men eenzaam wordt. Vooral wanneer ouderen geen auto meer kunnen rijden en als ze

alleenstaand zijn komen zij in de problemen. Ouderen kunnen zelf benoemen hoe

eenzaamheid bestreden kan worden. Zij zullen gestimuleerd moeten worden om met elkaar

in gesprek te blijven en zich moeten realiseren dat zij zelf contacten moeten leggen en

onderhouden.

Op het gebied van “voorzieningen” gaat het vooral over het publiek versus particulier en de

producten/arrangementen die daaruit kunnen ontstaan voor een inwoner. De koffiecorner bij

de AH is een publieke voorziening waar je als gemeente niets aan doet, deze kan goed

gebruikt worden voor inwoners die daar een praatje of een contactmoment hebben. Een

“huis van de buurt” dat door een zorginstelling wordt geëxploiteerd is een ander uiterste.

Hier kan een gemeente een bijdrage aan leveren waarmee het een algemene voorziening in

de zin van de Wmo wordt. Voorzieningen als wijkaccommodaties en inloopgelegenheden die

door vrijwilligers worden gerund met steun van de gemeente zitten daar tussenin. Van de

gemeente wordt ook hier overzicht en regie gevraagd. Ouderen kunnen ook zelfstandig

kleinschalige ontmoetingsruimten opzetten. Bijvoorbeeld in de eigen woonkamer. Dit is dan

kleinschalig maar wel erg waardevol voor de ouderen.

Ouderen hebben recht op een bepaald aantal kilometers met de regiotaxi. Er is een grote

groep die geen gebruik maakt van de regiotaxi. Er zou een maatregel gevonden moeten

worden om taxipasjes in te trekken wanneer deze gedurende een lang periode niet gebruikt

worden.

Het werk dat vrijwilligers op dit moment doen is erg waardevol. Voor hen moeten de

omstandigheden werkbaar blijven. Niet alleen qua mantelzorg en advisering van ouderen zijn

de vrijwilligers belangrijk, maar ook als het gaat om signalering van problematiek. Wanneer

een oudere het nalaat professionele hulp in te schakelen kan de vrijwilliger dit doen. De

manier van indiceren voor WMO leidt tot knelpunten. Problemen worden in een

keukentafelgesprek niet gesignaleerd. In samenwerking met partner (of familielid) indiceren

is een beter idee, dit schept een breder beeld van de situatie.

Het project ‘mijn huis, mijn toekomst’ kan nog meer worden gepromoot. Mensen die voor

woningaanpassingen in aanmerking komen zien hier vaak niet de noodzaak van, of willen

deze niet zien. Wanneer hulpmiddelen dan opeens wel gewenst zijn is het te laat. Ouderen

moeten gewezen worden op de voordelen van woningaanpassingen. Voor ouderen die over

weinig financiële middelen beschikken of voor wie meer aanpassingen nodig zijn dan

gesubsidieerd kunnen worden zal speciale aandacht moeten komen. “Ondersteuning” kan

worden geleverd in het fysieke domein (met techniek, aanpassen openbare ruimte,

opplussen van woningen) of in het sociale domein (met vrijwilligersorganisaties,

professionele welzijnsorganisaties en professionele zorgorganisaties). Sleutelwoorden hier

zijn begrip en respect voor elkaar.

De gemeente is de enige niet-belanghebbende partij (en heeft met de meeste organisaties

een subsidie- dan wel inkooprelatie) en van haar wordt verwacht dat ze een slim interactief

platform/kennisnetwerk faciliteert.

Voor ouderen is het een moeilijke stap om te gaan verhuizen. Niet alleen omdat ze goed

wonen op de huidige plek maar ook omdat men er tegenop ziet. Daarom is het belangrijk dat

ouderen verhuizen wanneer dit voor hen lichamelijk en fysiek nog behapbaar is. De wensen

van ouderen van tegenwoordig zijn ook anders dan die van vroeger. In de komende jaren

zullen er naar alle waarschijnlijkheid ook initiatieven ontstaan van groepen ouderen die een

eigen woongroep willen creëren. In deze situaties zal een kader duidelijkheid moeten

Page 51: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 51

scheppen of deze initiatieven wenselijk zijn. Het biedt mogelijk wel een oplossing voor

leegkomend zorgvastgoed.

De gemeente dient het algemeen belang, van haar wordt overzicht en regie verwacht. De

gemeente heeft verschillende wettelijke petten op: vanuit de Wro (bestemmen en

handhaven) en vanuit de Wmo (inkoop extramurale begeleiding en ondersteuning). Het

voeren van regie op Wonen welzijn en zorg kan worden opgevat als een taak vanuit de Wmo.

Daarnaast maakt de gemeente uitvoeringsafspraken met de corporaties.

Thema B: Begeleid wonen

Bij het zelfstandig gaan wonen spelen volgens de ervaringsdeskundige twee problemen:

1. Het is moeilijk om geschikte en goedkope woonruimte te vinden, met de stapeling

van kosten en eigen bijdragen komen cliënten niet altijd rond. Daarnaast zou het

goed zijn een terugkeergarantie in te bouwen naar de intramurale setting omdat

mensen zich dan veiliger voelen om het avontuur aan te gaan.

2. Cliënten hebben het financieel heel goed in de intramurale setting en gaan er met

het zelfstandig wonen fors op achteruit, mensen zijn dus niet heel erg gemotiveerd

om de stap te maken. Ze zouden moeten worden beloond voor het zelfstandig gaan

wonen, aantrekkelijk maken.

In het algemeen gaat het vooral om een veilige en stabiele woonomgeving voor de groep die

mogelijk tussen “wal en schip” valt Mogelijk kan de gemeente meedenken/regie voeren op

bouw/contractvormen.

Voor cliënten die begeleid wonen is het van belang dat zij ruimte hebben om zich verder te

ontwikkelen. Hiervoor is een passende woning wanneer zij toe zijn aan een stap richting

individueel wonen een must. Het blijkt vaak nog lastig te zijn om een geschikte woning te

kunnen aanbieden aan een cliënt. Voor een cliënt zijn een aantal onderdelen van belang:

- In de eerste plaats moet een cliënt zelf ambiëren om een volgende stap te zetten

- Locatie, een cliënt kan zich ontwikkelen in een bepaald gebied waar men ook graag

zou willen blijven wonen, doordat er bijvoorbeeld een sociaal netwerk is opgebouwd.

Tevens kan het zijn dat een cliënt juist niet in een bepaald gebied terecht zal moeten

komen omdat de kans daar groter is dat men vervalt in oude gewoonten.

- De woning moet qua grootte geschikt zijn. Vaak is een woning met één slaapkamer

voldoende voor een cliënt.

- Betaalbaarheid. Per leeftijd is betaalbaarheid een issue. De ene cliënt krijgt meer

huurtoeslag dan de ander.

- De woonomgeving is belangrijk omdat de cliënt zich moet kunnen oriënteren in de

openbare ruimte. Denk hierbij ook aan speciaal aangelegde paden (stoeptegels met

ribbels).

Geconcludeerd kan worden dat maatwerk per cliënt noodzakelijk is. Zo kan de beste match

tussen woning en cliënt worden gezocht. Hiervoor is wel ver gevorderde samenwerking

tussen zorgverlener, woningcorporatie en ook de gemeente van belang.

De stap naar zelfstandig wonen kan voor cliënten een te grote stap zijn, dit betekent niet dat

zij niet in aanmerking hoeven te komen voor een stap in hun ontwikkeling. Een zogenaamde

‘tussenstap’ kan voor deze cliënten uitkomst bieden. Zij krijgen dan nog wel regelmatig

begeleiding aan huis. Bij elke woonvorm zal de zorgverlenende partij moeten evalueren of

het de juiste stap is geweest voor de cliënt.

Huurdersvaardigheden aanleren is belangrijk om een stap naar zelfstandighheid te kunnen

zetten.

Page 52: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 52

Woningen die nu mogelijk niet geschikt zijn voor cliënten, omdat ze te groot zijn kunnen

mogelijk worden opgesplitst. Hiermee worden er twee problemen opgelost; er komt nog een

woning beschikbaar voor iemand en de grootte van de woning is geschikter. Procedures

kunnen niet sneller worden doorlopen, deze liggen wettelijk vast. Wel kunnen organisaties,

waaronder de gemeente Rheden intern kortere lijnen houden om het proces zo efficiënt

mogelijk te doorlopen. Deze korte lijnen zijn niet alleen nodig binnen een organisatie maar

ook tussen organisaties. Door sneller de juiste persoon te kunnen benaderen kan de

samenwerking worden verbetert, hieraan heeft de bijeenkomst bijgedragen. Door vanuit één

van de betrokken organisaties één verantwoordelijke aan te wijzen voor een desbetreffende

case is er een aanspreekpunt bij wie iedereen terecht kan.

Bij RIBW wordt gewerkt met buurtcirkels, binnen een bepaalde afstand van elkaar zijn dan

cliënten woonachtig. Zo kunnen zij steun bij elkaar zoeken wanneer dit nodig is. Wanneer

een persoon zelfstandig gaat wonen kan het verstandig zijn om buurtgenoten hier vooraf van

op de hoogte te brengen, ook dit zal per cliënt verschillen. Maatwerk is vereist.

Bij een aantal zorgbehoevende groepen is herstel uitgesloten, denk bijvoorbeeld aan

verstandelijk gehandicapten. Voor deze groepen moet gewerkt worden aan blijvende

kwaliteit in de openbare ruimte.

Afsluiting

Tijdens de plenaire afsluiting wordt des te meer duidelijk dat partijen elkaar nodig hebben

om doelen te bereiken. Er is nu behoefte aan het zetten van concrete stappen om de

samenwerking onderling te concretiseren. De gemeente gaat de opmerkingen die zijn

gemaakt tijdens de discussies verwerken in de nota en zal komen met een

uitvoeringsagenda. Wethouder Olland bedankt iedereen voor de komst en nodigt iedereen uit

om verder te netwerken tijdens de afsluitende borrel.

Page 53: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 53

Colofon

Aan de totstandkoming van deze nota is meegewerkt door de volgende personen:

Bestuurlijke begeleidingsgroep

Wethouder Nicole Olland

Wethouder Tjebbe Vugts

Manager RSO Christa ter Braak

Manager SSO Marieke van Hooff

Marjolein Huijskes

Dick Eskes

Ambtelijke ondersteuning

Medewerkers gemeente Rheden uit het Ruimtelijke en het Sociale Domein.

Externe ondersteuning

Companen: Roeland Kreeft

Geconsulteerde partijen

Huisvesting:

Vivare: Bert Ploeg, Twan Rikken*, Miriam Regnerus

Habion: Gerrie Schoenmakers, Margrieta Haan*

Portaal: Johan Noppe, Carolien Philips

HVR: Wim Jongejan*, John Berends*

Zorginstellingen :

Elver: Wilma Elfrink*, Tonnie ter Heerdt*

Siza: Marijke Geverink*, Diana Rodenburg

RIBW: Anne-Marie Kranendonk*, Hillegonde van den Berg*

Woonzorgnet: Nelleke Vos*, Laurens de Goeij, Lotte de Boer*

Attent: Joke Siraa, Paul van Velp, Ilse de Jong, Daniel Ruyg*, Berend van der Ploeg*

Innoforte: Christel Welling, Frans Biemans*, Marie-José de Dreu*

Lindenhout: Terry Brouwer

Phoenix: Jan-Willem Zeuner*

Menzis zorgkantooor: Hans Plattel

Page 54: Wonen Welzijn Zorg - Inwoners - gemeente Rheden · PDF fileOp kleine schaal werken we mee aan nieuwe concepten op basis van scheiden van wonen en zorg, mits sprake is van een aanvulling

| 54

Welzijnsorganisaties :

Radar: Maaike van Cleef, Maud van Braam*, Teun Tielbeke*

Stoer: Hilda Boersma, Arthur Ohm*

MVT: Lidy Kelderman

Cosbo: Henk Otter*, Anne Bruger*

Vrijwillige ouderen adviseurs (VOA), valt onder STOER:

Corrie Boom, Henny Kemp, Simon Oud, Yvonne Versteege*, Hetty Baltus*, Willy

Reinten*

Op 12 mei 2016 is een workshop gehouden. Hieraan hebben de met een * gemarkeerde personen deelgenomen.