WNF-boek Levende planeet

31
DE AARDE IN AL HAAR ELEMENTEN LEVENDE PLANEET

description

WNF-fotoboek Levende Planeet - impressie van het boek Levende Planeet van het Wereld Natuur Fonds

Transcript of WNF-boek Levende planeet

Page 1: WNF-boek Levende planeet

de aarde in a l haar e l ementen

levende planeet

Page 2: WNF-boek Levende planeet
Page 3: WNF-boek Levende planeet

v o o r w o o r dF r a n s L a n t i n g

De Griekse natuurfilosofen waren gefasci-neerd door de vier elementen waaruit de kosmos zou zijn opgebouwd: aarde, lucht, water en vuur. Dezelfde elementen spelen een centrale rol in vele scheppingsmythen in tal van culturen. Het vuur reinigt en houdt ons warm, water is een bron van leven en lest onze dorst, de aarde draagt de vruchten waarop ons hele bestaan is gebouwd, en zonder het beschermende membraan van onze atmosfeer, de lucht, is er geen leven. De eerste natuurvorsers van onze bescha-ving waren er bovendien al van doordron-gen, dat alles met alles samenhangt. De vier oerelementen doordringen alle levende en niet-levende materie op aarde.

In de loop van mijn carrière als fotograaf ben ik mij steeds bewuster geworden van het feit dat alles onlosmakelijk met elkaar verbonden is. Ik begon destijds met het fo-tograferen van dieren. Zodra ik meer te we-ten kwam over hun manier van leven, begon ik ook meer oog te krijgen voor hun leefge-bieden en ging ik dieren zien als ambassa-deurs voor de ecosystemen. Langzamer-hand groeide mijn besef dat dieren en hun leefgebieden allemaal onderdeel zijn van een ingenieus systeem en dat alles en ie-dereen met elkaar verbonden is.

Mijn carrièreverloop als natuurfotograaf is goed te vergelijken met de ontwikkeling van het Wereld Natuur Fonds. Het WNF richtte zich in het begin ook alleen op wilde dieren als olifanten en tijgers. Meer en meer kwam het grotere plaatje in beeld: de aarde. Het WNF en ik hebben veel gemeen. Ik ben dan ook een trotse ambassadeur van deze we-reldwijde natuurbeschermingsorganisatie. Maar ik ben zeker niet de enige die zich her-kent in de WNF-slogan: ‘Geef de Aarde door.’ Het WNF beschikt over een gepassioneerde

achterban. Samen maken we ons sterk voor de bescherming van al het moois dat de aarde te bieden heeft.

Bij vele WNF-ers blijkt de passie voor natuur ook uit de prachtige foto’s die zij maken. Regelmatig krijgt het WNF natuurfoto’s on-der ogen die adembenemend mooi zijn, ma-teloos intrigeren en dagenlang op het net-vlies staan gebrand. Deze foto’s zijn niet alleen afkomstig van professionele fotogra-fen zoals ik. Steeds vaker zijn dit shots van gepassioneerde natuurliefhebbers met een oog voor natuurfotografie. Daarom besloot het WNF dit keer een fotoboek samen te stellen met foto’s van donateurs, friends op social media en andere aanhangers.

Er zitten schitterende foto’s bij. Sommige zijn genomen in de eigen achtertuin, waar ik zelf ook ooit begonnen ben. Andere foto’s zijn gemaakt op exotische locaties of in woeste wildernissen. Alle foto’s zijn inge-deeld naar de vier elementen vuur, aarde, water en lucht. Deze elementen zijn ook te-rug te vinden in mijn foto’s voor LIFE, waar-van u er een aantal zult zien in dit boek. Maar het boek is vooral tot stand gekomen dankzij alle prachtige foto’s die massaal zijn inge-stuurd door mensen die het WNF een warm hart toedragen. Ik vind het een eer om daar onderdeel van uit te mogen maken!

Ik hoop dat dit boek veel mensen inspireert om de soms machtige maar ook zo kwets-bare natuur te blijven beschermen, dat vele mensen geraakt worden door de prachtige foto’s en dat iedereen er zijn of haar liefde voor de natuur in herkent. Samen geven we de aarde door!

Frans LantingFotograaf en WNF-ambassadeur

Page 4: WNF-boek Levende planeet
Page 5: WNF-boek Levende planeet

Vuur vormde het startschot van de aarde. Onze planeet begon 4,5 miljard jaar geleden als een vurige, kokendhete bal vloeibaar ge-steente en gas, die afkoelde en aan de bui-tenkant stolde tot een korst. Het binnenste van de aarde is nog steeds gloeiend heet en vloeibaar. Op verschillende plekken komt die hitte naar buiten, als een vulkaan uitbarst of geiser heet water spuwt, alsof de aarde ons wil laten weten waar we vandaan komen.

Zon, vuur en hitte hadden een grote hand in de opbouw van de aarde en spelen een be-langrijke rol in de natuur die op aarde is ont-staan. Het Andesgebergte in Zuid-Amerika bijvoorbeeld heeft een vulkanische oor-sprong. Met sneeuw en ijs bedekte toppen van ruim 5000 meter verhullen dat sommige van die vulkanen nog steeds actief zijn en hun hitte plotseling kunnen uitbraken. Ook de Grote Riftvallei in Afrika is het resultaat van vulkanische activiteit en een beweeglijke aardkorst. De vallei doorsnijdt bijna het hele Afrikaanse continent. Het is in feite een im-mense brede verzakking in de bodem, met diepe meren en een aantal zeer actieve vuur-spuwende bergen, zoals de Nyamuragira in het Virunga Nationaal Park in Congo. In het warme tropisch regenwoud op de hellingen van het Virungagebergte leven berggorilla’s en talloze andere dieren, zoals vogels die soms helemaal uit Siberië komen vliegen om er te overwinteren.

Vuur verwoest bossen, toendra’s en savan-nes en neemt onderweg het leven van alles en iedereen die niet snel genoeg weg kan ko-men. Hitte verschroeit land, verdroogt rivie-ren en verdorst mensen en dieren. Maar vuur vernieuwt ook, geeft licht en lucht en jong leven een kans. Er zijn planten die niet zon-der vuur kunnen. Een aantal eucalyptus-soorten in Australië bijvoorbeeld heeft vuur nodig om zich te kunnen vermenigvuldigen. Vuur splijt de harde zaaddozen open, waar-

door het zaad kan kiemen. Zonder de regel-matige branden in de Australische bush zouden deze bomen allang verdwenen zijn. Vuurhaarden die door blikseminslag ont-staan zijn een natuurlijk fenomeen. Ze rui-men het dode hout en dorre gras op en ge-ven jonge aanwas een kans. Hoefdieren, zoals zebra’s en gnoes op de savannes van Afrika, vallen gretig aan op jonge scheuten die na een brand weer uitlopen. Impala’s volgen de brand letterlijk op de voet. Op vlaktes die nog geen twintig dagen geleden verbrand waren, verzamelen zich acht keer zoveel impala’s als in nabijgelegen niet-ver-brande savanne: de jonge scheuten bevat-ten namelijk veel meer voedzame eiwitten en mineralen dan volwassen bomen en struiken. Vuur is een onlosmakelijk deel van de natuurlijke cyclus van leven en dood.

En de mens? Die gebruikt de hitte van vuur om zijn voedsel te bereiden en zich te ver-warmen, metalen te smelten en zich voort te bewegen. De kracht van een innerlijk vuur geeft kleur en warmte aan het leven. Een mens kan vol vuur praten over een hobby, een vlammend betoog houden over het onrecht op de wereld, een vurig verlan-gen voelen voor een ander mens voor wie hij het vuur uit zijn sloffen wil lopen. Vuur is passie. Vuur is licht.De schoonheid van de natuur is een onuit-puttelijke bron om dat vlammetje daarbin-nen op te porren en ons te inspireren, ook ons bij het WNF. De vonk in het oog van de leeuw, de herfstkleuren die een bos in vuur en vlam lijken te zetten. Het licht van de laatste zon dat een bergtop doet gloeien als houtskool, het morgenrood dat de he-mel doet uitslaan als een brand. Ook de door de zon gebakken aarde met die dode boom kan van een dramatische schoon-heid zijn. De pracht van de natuur ver-warmt ons en geeft energie, maakt ons blij en houdt ons gaande.

v u u r

Page 6: WNF-boek Levende planeet
Page 7: WNF-boek Levende planeet

Ducia pro doluptas quam fugitaspera

pratempero volor autecab ipsuntis earit

atquos et quo tem dersper.

Fotograaf: Xxx

Een leeuw met een volle

maag in de vroege ochtend,

Okavango-delta, Botswana.

Fotograaf: Frans Lanting

v u u r 11

Page 8: WNF-boek Levende planeet
Page 9: WNF-boek Levende planeet

Toen het vuur week, verscheen er aarde. In het verre begin van onze planeet was dat zwarte, afgekoelde lava vol plooien, scheu-ren, ribbels en bobbels. De oceanen ont-stonden en daarin algen en bacteriën, het eerste leven op aarde. In de verkruimelen-de lava op het droge kiemden sporen van primitieve varens en mossen die met het licht van de zon en de kooldioxide in de lucht hun eigen voedsel begonnen te ma-ken. En ze gaven zuurstof terug. Hun ver-teerde resten leverden humus op, een voe-dingsbodem voor hogere plantensoorten die zich vermeerderen met zaad. En voor nog complexere plantensoorten met een steel en een wortelstelsel, een houtige stam en blaadjes.

Aarde heeft van nature de neiging om zich te bedekken. Een braakliggend veldje raakt binnen de kortste keren overgroeid door brandnetels en opslag van boompjes. Zelfs een kale berg kan na verloop van tijd on-der mos en groen verborgen gaan. Er zijn plekken op aarde waar niet veel wil groei-en, omdat het er te heet en te droog is of te koud. Maar bijna overal is leven dat aan de omringende omstandigheden is aange-past en waar wij met verwondering naar kijken. Om te kunnen overleven in de woestijn hebben kokerbomen in Namibië bijvoorbeeld dikke bladeren met een was-laagje en een verdikte stam met gele bast om verdamping te beperken en de zon be-ter te reflecteren. De flamingo’s in de pe-kelmeren van Bonaire krijgen hun mooie rode verenpak door het eten van de bacte-riën, algen en kleine schaaldiertjes in het zoute water, en koudbloedige hagedissen hebben het prima naar hun zin op warme rotsen.

Bossen beslaan een derde van al het land op aarde. Bossen zijn de bakermat van le-ven op land, tachtig procent van alle plan-

ten en dieren die op land leven komt er voor. De naaldwouden in het hoge noorden strekken zich uit over duizenden kilome-ters. In Rusland ligt het grootste bosgebied op aarde, waar bruine beren rondstruinen en een waardevolle soort ginseng groeit. Op vruchtbare gronden in de gematigde re-genzones van Californië bereiken bomen in de Sequoia- en Sequoiadendronfamilies hun meest extreme afmetingen, met de hoogste en de dikste boom ter wereld. En in de tropische gordel van oerwouden la-ten bossen hun allergrootste diversiteit zien: meer dan duizend soorten bomen op één vierkante kilometer. Iedere boomsoort heeft weer zijn eigen bewoners, van schim-mels die in symbiose met wortels in de grond leven tot insecten die voor bestui-ving zorgen. En daar tussendoor leven al die dieren die wij zo karakteristiek vinden voor het regenwoud: orang-oetans, chim-pansees, gorilla’s, bosolifanten, Javaanse neushoorns, paradijsvogels, boomkikkers, slangen. Het oerwoud barst van het leven.

Bossen zijn de longen van onze aarde. Ze produceren niet alleen zuurstof, maar ze nemen ook de CO2 op die wij in steeds gro-tere hoeveelheden uitstoten en waardoor ons klimaat opwarmt. Met hun wortels houden bomen water vast en vormen daardoor een enorm reservoir voor droge tijden. Wij halen medicijnen uit planten van het oerwoud, timmerhout uit naald-bossen en noten en fruit om te eten. Ge-bruik van bossen kán, zolang dat niet ten koste gaat van de biodiversiteit of van de mensen die er wonen. Daarom wil het We-reld Natuur Fonds de meest bijzondere bossen veilig stellen als volledig be-schermde of goed beheerde gebieden. Voor nu en voor toekomstige generaties.De aarde geeft ons alles, bouwt op en breekt af, in een eeuwige zichzelf herhalen-de cyclus waarin niets verloren gaat.

a a r d e

Page 10: WNF-boek Levende planeet
Page 11: WNF-boek Levende planeet

a a r d e 39

Rennend jong woestijnolifantje, Huab River,

Torra Conservancy, Damaraland, Namibië.

Fotograaf: Frans Lanting

Pagina 36:Jong van een oostelijke laaglandgorilla,

Kahuzi Biega National Park,

Democratische Republiek Congo.

Fotograaf: Frans Lanting

Page 12: WNF-boek Levende planeet
Page 13: WNF-boek Levende planeet

a a r d e 53

Zo leuk, om je midden tussen de

struisvogels te begeven.

Fotograaf: Hillyne Martini

Page 14: WNF-boek Levende planeet

Nieuwsgierige Blue Vervetmonkey. Rond mijn

vakantieverblijf in natuurpark Welgevonden,

Zuid-Afrika, leefden groepen bavianen (schuw)

en Blue Vervetmonkeys. De Blue Vervetmonkeys

waren lekker brutaal en kwamen dicht bij onze

lodge, Sadibi. Bij onze tweede gamedrive van die

dag om 16.00 uur zaten de apen overal rond de

auto. Deze viel mij op omdat hij iets langer bleef

zitten. Mooi strijklicht van de zon, m’n 500mm-

telelens had ik al op mijn camera bevestigd: klik!!!

Fotograaf: Humberto Tan

a a r d e56

Page 15: WNF-boek Levende planeet

Drievingerige luiaard in Manuel Antonio

National Park, Costa Rica.

Fotograaf: Arne Roex

Page 16: WNF-boek Levende planeet
Page 17: WNF-boek Levende planeet

De aarde wordt ook wel de Blauwe Planeet genoemd. Dat is niet zo gek: vanuit de ruim-te zie je vooral blauwe oceanen en zeeën. Zo’n twee derde van het aardoppervlak is be-dekt met water. Zonder water zou er geen le-ven mogelijk zijn geweest op aarde. Over hoe die zeeën van water ooit op aarde terecht kwamen verschillen de meningen, maar de geleerden zijn het erover eens dat het leven op aarde begon in het water van de oer-oce-aan. Water is de bron van de natuur.

Oceanen produceren zeventig procent van de zuurstof die wij ademen, absorberen de warm-te van de zon en herverdelen die over de aarde. Onder de zeespiegel krioelt het van het leven; vooral koraalriffen zoals de Koraaldriehoek in Azië fungeren als schuilplaats en kraamkamer voor een enorme soortenrijkdom onder water. Met duizenden vissoorten, weekdieren, spon-zen, zeeschildpadden, zeezoogdieren en plan-ten zijn koraalriffen de ‘tropische regenwouden van de zee’. Miljoenen mensen zijn afhankelijk van de zee voor hun inkomen en voedsel. Ook trekken mensen naar de zee en de kust om te ontspannen, te zonnebaden en te genieten van de altijd wisselende kleuren en stemmingen van het water. Hoe enorm groot de oceanen ook zijn, ze zijn niet onuitputtelijk. Ze hebben onze aandacht en zorg nodig, omdat wij er af-hankelijk van zijn. De zee herbergt de prachtig-ste natuur maar is kwetsbaar, voor vervuiling, klimaatverandering en overbevissing.

Rivieren en meren ontstaan doordat ver-dampt zeewater boven land als sneeuw en re-gen neervalt. Het Tibetaans Plateau is de ge-boortegrond van de zeven grote rivieren van Azië, zoals de Indus en de Yangtze. In de bron-gebieden zijn het nog weerloos kronkelende stroompjes die uit de gletsjers sijpelen. De stroompjes verenigen zich tot grotere en vin-den elkaar in meren waar het wateroppervlak de diepblauwe lucht van Tibet weerspiegelt en waaromheen de sneeuwluipaarden hun prooi

vinden. Vanaf de hoogvlakte vinden de rivie-ren hun weg snelstromend verder naar bene-den, de steile dichtbeboste hellingen af, soms uiteengereten tot prachtige watervallen. Daar waar rivieren het vlakke land bereiken en langzamer gaan stromen slaat hun vrucht-bare lading neer. Door de eeuwen heen heb-ben zich overal ter wereld mensen op hun oe-vers gevestigd. Wetlands zijn onontbeerlijk voor miljoenen trekvogels die er opvetten tij-dens hun trek of er hun nesten bouwen. Vrij stromende rivieren, niet gehinderd door dam-men en andere obstakels, brengen mens en natuur vis, sedimenten en water.

Het wit van de poolstreken is bevroren water – sneeuw en ijs. In de winter bevriezen de poolzeeën en ’s zomers smelten deze ge-deeltelijk weer. De korte zomer laat een ware explosie van leven zien. Het wemelt er dan van allerlei vogelsoorten en walvissen die uit alle windstreken komen om er te broeden en te foerageren, aangetrokken door de enorme voedselrijkdom van de poolzee. De poolge-bieden veranderen nu snel door de opwar-ming van het klimaat. In het noordpoolge-bied smelt het zee-ijs steeds eerder en verder weg, waardoor de ijsbeer zijn jachtgebied ziet slinken. Steeds vaker breken er giganti-sche ijsplaten van Antarctica af, wat de over-levingskansen van de pinguïnkuikens ver-mindert. De dieren op de polen zullen zich moeten aanpassen, maar of ze daar de tijd voor hebben? We hebben een wereld te win-nen door ervoor te zorgen dat die prachtige dieren de veranderingen bij kunnen houden. Door betere bescherming van die gebieden waar bijvoorbeeld ijsberen de beste kansen lijken te hebben, en het tot een minimum be-perken van economische activiteiten zoals visserij, scheepvaart en olie- en gaswinning.

Water is een bron van leven voor mens en natuur, en daarmee een fundament onder het werk van het Wereld Natuur Fonds.

w a t e r

Page 18: WNF-boek Levende planeet
Page 19: WNF-boek Levende planeet
Page 20: WNF-boek Levende planeet

w a t e r144

Bruine beer in Katmai

National Park, Alaska, USA.

Fotograaf: Edo-Jan Meijer

Pagina 145:Deze foto nam ik tijdens een vakantie in

Canada. Dit was de eerste reis waarbij ik wat

meer ben gaan fotograferen. Met een vrij

eenvoudig en klein cameraatje, dat nog wel.

De natuur in Canada is zo mooi en fotogeniek

dat ik er niet aan ontkwam om het allemaal

te willen vastleggen. Het meer op de foto is

Peyto Lake in de Rocky Mountains. De kleur is

helemaal echt en doet bijna pijn aan je ogen.

De kleur wordt veroorzaakt door rotspoeder

dat door smeltwater van de gletsjer wordt

meegenomen naar het meer. Ik had nog niet

eerder zo’n felgekleurd meer gezien.

Fotograaf: Sabine Bos

Page 21: WNF-boek Levende planeet
Page 22: WNF-boek Levende planeet

w a t e r158

Op een vroege augustusochtend was de

wereld nog bedekt met dauwdruppels. Deze

soldaatjes kropen langzaam langs een

grasspriet omhoog om de eerste zonnestralen

op te kunnen vangen, zodat de waterdruppels

waarmee zij bedekt waren konden verdampen.

De foto is genomen in Rotterdam, vlakbij

natuurgebied de Ackerdijkse Plassen.

Fotograaf: Susanne Kuijpers

Page 23: WNF-boek Levende planeet

w a t e r 159

Dauwdruppels ontstaan door het

samenspel van lucht en temperatuur.

Komt de temperatuur onder het zogenaamde

dauwpunt, dan ontstaat er dauw.

Fotograaf: Ivar Janssen

Page 24: WNF-boek Levende planeet

Rode flamingo’s in de vlucht,

Lake Nakuru National Park, Kenia.

Fotograaf: Frans Lanting

Page 25: WNF-boek Levende planeet

Lucht is ongrijpbaar en onzichtbaar. Wind is lucht die beweegt, opstijgt, opgewarmd door de zon. De lucht om ons heen verbindt ons met elkaar en maakt communicatie mogelijk. De lucht verspreidt geuren waar-mee dieren elkaar vinden, lucht is de dra-ger van geluid, dat van onze stem, zoe-mende insecten en het ruisen van de zee. Met zeilschepen voortgestuwd door de wind wisten we eeuwen geleden al verre oorden te bereiken en contact te leggen met vreemde volken. Wind speelt ook een rol bij de verspreiding van planten. Paardenbloempluisjes en de papierachtige zaden van de iep laten zich meenemen door de lucht, en ook het stuif-meel van het koren waar wij brood van bak-ken. De kokosnoot die meedrijft op de wind en de golven spoelt aan op verre kusten, waar hij wortel schiet. We ruiken en horen de lucht, maar ‘zien’ hem pas als water en bomen in beweging komen of als opstijgende lucht de vorm aanneemt van wolken. En wanneer in drei-gend zwarte luchten donderwolken botsen die bliksemschichten naar de aarde slinge-ren, zien we er een voorbode in van nade-rend natuurgeweld, storm, hagel, onweer.

In de lucht heersen de vogels. Met hun in-genieus gebouwde vleugels zijn zij de enige levende wezens die op eigen kracht dit ele-ment naar hun hand weten te zetten en er zo nodig dagen achtereen in door kunnen brengen. De solitaire arend cirkelt schijn-baar moeiteloos omhoog op de warme lucht en zweeft majestueus op grote hoog-te. Gierzwaluwen kondigen luidkeels een nieuwe lente aan, met grote snelheid en precisie over de daken scherend. Elk jaar vliegen ganzen in slimme formaties dui-zenden kilometers naar het zuiden en weer terug, pal over ons land. Dat komt doordat het luchtruim boven Nederland op een ‘fly-way’ voor trekvogels ligt. Aangetrokken

door de overvloed aan voedsel in de Wad-denzee en de slikken in de zuidwestelijke delta, hebben trekvogels door de eeuwen heen Nederland verkozen tot een halte on-derweg. Een pleisterplaats om in de herfst op te vetten tijdens hun lange tocht naar warmere streken, en te pauzeren op de weg terug noordwaarts in het voorjaar. Het is daarom van internationaal belang om deze voedselrijke nattigheid te beschermen en de rol van ons land op deze vliegsnelweg te koesteren. Het Wereld Natuur Fonds wil daar vanuit zijn internationale perspectief graag aan bijdragen.

De onzichtbare lucht die ons omringt be-staat uit deeltjes. Eén daarvan is CO2 dat in toenemende hoeveelheden in de atmo-sfeer zit en een almaar dichter wordende deken rond de aarde legt. De aarde kan haar warmte daardoor minder goed kwijt en wordt geleidelijk warmer. Het klimaat verandert door alle gassen die wij zelf de lucht inblazen door onder andere gas, ko-len en olie te verbranden. Producten die de aarde in haar onvoorstelbaar lange histo-rie en kringloop ooit zelf heeft gevormd uit verteerde plantenresten. Planten die kool-dioxide uit de lucht opnamen en zuurstof afgaven, en daarmee leven mogelijk maak-ten. En nu door zelf verbrand te worden datzelfde leven op de proef stellen. De op-warmende lucht die onze planeet omgeeft heeft gevolgen voor de polen, de wind, de zeeën, het water, de aarde zoals wij die kennen. Terwijl die altijd bewegende lucht tegelijk een belangrijke bijdrage kan leve-ren aan de oplossing van het klimaatpro-bleem. De energie uit wind en de zon, de motor van alle processen op aarde, is im-mers onuitputtelijk. De samenhang van de elementen voedt en onderhoudt ons bestaan op deze wonder-schone aarde. De foto’s in dit boek getui-gen daarvan!

L u c h t

Page 26: WNF-boek Levende planeet
Page 27: WNF-boek Levende planeet
Page 28: WNF-boek Levende planeet
Page 29: WNF-boek Levende planeet

Pagina 194:Op deze foto zijn parende ijsvogels te zien. Ik

fotografeer ieder jaar ijsvogels. Ik zit dan in

een schuiltent langs een beek in de Achterhoek

de hele dag te wachten. Dit is soms saai,

maar mijn geduld werd ook hier weer beloond

(2e prijs WNF-Ranger Photo Award 2010).

Fotograaf: Jeroen van Wijk

Rustende papegaaiduiker

bij Látrabjarg, IJsland.

Fotograaf: Yvonne de Graaf

L u c h t 195

Page 30: WNF-boek Levende planeet

L u c h t214

Macro van een vlinder, waarbij zijn kleurenpracht

mooi uitkomt zo tussen het groen.

Fotograaf: Jonne Seijdel

Page 31: WNF-boek Levende planeet