Willem Jochems

13
De laatste werkdag van Willem Jochems mirjam bosgraaf carel helder henk wildschut [ fotografie ]

description

De laatste werkdag van Willem Jochems, voor Torpedo 2007.

Transcript of Willem Jochems

Page 1: Willem Jochems

50 sanneke van hassel

De traptreden zijn kubistisch, ik tast met mijn voeten, mijn handen glijden langs de wanden. Ik strompel door de duistere straat. Ik hang tussen mijn vriend en Minke in, tussen mijn be-nen hangt een hoofd. De autostoel gaat plat. Ik lig voorin. Ter-wijl we over de verkeersdrempels gaan, puf ik persweeën weg.

Ik ben voorbereid op een procedure met formulieren die ik moet invullen. Nee, vanaf nu is het net een actiefilm. In een rol-stoel race ik door verlaten gangen. In de operatiekamer gaan de lichten aan, de allerfelste zijn op mij gericht. De gynaecolo-ge, dokter Van Rumpt, is jong. Ze heeft er zin in. Ik krijg een in-jectie waardoor de weeën toenemen. Het golfslagbad. De men-sen om mij heen roepen. Ik ben een sportwedstrijd.

« Kom op ! » « Je kan het ! » Als het maar ophoudt. Iemand roept dat ze het hoofd al ziet.

Kan me niks schelen. « Als je nog een keer doet wat je net deed, dan zet ik een knip

en haal ik hem eruit, » roept Van Rumpt.Als een snottebel glipt het eruit. « Het is een jongen ! » « Pak hem, pak het hoofdje. » Ik trek een aapje tussen mijn benen door. Hij heeft pikzwart

haar en ogen die een beetje dichtzitten, maar toch heel aan-dachtig kijken. Hij snuffelt aan de tepel.

« Hoe heet hij? » vraagt Van Rumpt. Als ik zijn naam zeg, kijkt mijn vriend verbaasd.

Ik moet de placenta baren, ik moet gehecht. « Trek je T-shirt uit, » roep ik naar mijn vriend die het mannetje tegen zich aan-drukt. De gynaecologe joelt dat ze het gewicht goed geraden heeft.

Rond middernacht is iedereen gebeld. Ik moet in het zieken-huis blijven. De nacht spookt van de co-assistenten, artsen in opleiding, verpleegkundigen die me temperaturen, willen dat ik plas, voed.

Ik neem hem bij me in bed, mijn zoon. Boven de tuin van mu-seum Boymans komt om zes uur de zon op.

De laatste werkdag van

Willem Jochems

mirjam bosgraaf

carel helder

henk wildschut [ fotografie ]

Page 2: Willem Jochems

53De laatste werkdag van Willem Jochems

« Houdoe. » Het licht boven de aspergevelden komt roze op ; pas na de Total gaat de gordel om. Willem Jochems (60) zuigt op een hoestbonbon. A 16, A 59, A 27, A 2, A10, afslag S 116 Volen-dam, linksaf naar Amsterdam-Noord. Om vijf uur ’s morgens is er al een lange kolonne vrachtwagens onderweg: ‹ Om de prijs blijf je lachen ›, ‹ Snacks die je deelt ›.

Zijn opa was ijzervlechter, zijn vader was ijzervlechter, zijn beide broers waren ijzervlechters en ook Willem is ijzervlech-ter, vandaag voor het laatst. Morgen, 3 mei 2007, is hij met pre-pensioen.

Vlechtwerk wordt per kilo aangenomen; 43 jaar heeft hij vanuit het Brabantse Sint-Willebrord het land doorkruist en eigenhandig elke dag drie ton ijzeren staven gevlochten, waar-over het beton voor tientallen tunnels en viaducten en twee kluizen van De Nederlandsche Bank werd gestort. Daarnaast hield hij als meewerkend voorman zijn collega’s aan het werk. Eerst Nederlanders, daarna Spanjaarden, Italianen, Joegosla-ven, Turken, Portugezen, Polen, Bulgaren, Hongaren, andere Oost-Europeanen, in groepjes van meestal tien tot twintig.

Zijn laatste klus is ook de moeilijkste, vanwege de haast waarmee hij moet worden uitgevoerd en de grote hoeveelheid staal die per kubieke meter wordt verwerkt. De afgelopen drie jaar heeft hij de wapening voor de tunnel onder het IJ en het Amsterdamse Centraal Station aangebracht, voor de Noord-Zuidlijn.

Het ijzer, in bossen gelabeld, arriveert op een roestige hoop met een reusachtige vrachtwagen. Met behulp van een tweedi-mensionale tekening, een ingewikkeld macramépatroon, be-

Page 3: Willem Jochems

54 55Titel bijdrage

Willem « Hier roken we een sigaretje tot het tijd is om te vertrekken. »

Maria « Ik ben mee d’r uitgegaan, hee, altijd, 41 jaar lang om zijn brood op te smeren. De ene keer snijworst, de andere hagelslag of knipvet met suiker. »

Willem « Vijf minuten voordat de wekker afliep, was ik wakker. »

Maria « En koffie zetten, tas inpakken. Daarna aten we samen een boterham. »

Willem « Praten deden we nooit, nee. »Maria « Dan ben je nog niet goed wakker. »Willem « Het klinkt gek, maar ik ben niet één keer met

tegenzin naar mijn werk gegaan. »

paalt Willem hoe het er in drie dimensies uit moet zien en in welke volgorde de staven moeten worden aangebracht. « Wat hij kan, kunnen nog hooguit veertig andere Nederlanders, » zegt Siem, de uitvoerder. Volgens Siem heeft Willem over-wicht, overzicht en inzicht. « IJzervlechten is een soort Tetris. Als er iets verkeerd zit, moet de hele handel er weer uit. »

Dat was in mei. In september bekijken Willem en zijn vrouw Maria de foto’s van zijn laatste werkdag.

Page 4: Willem Jochems

56 naam auteur 57

In de tas :

schoon overhemdmapje papierwerktrommel met broodkan koffiefles kouwe theesinaasappelbanaanslaatje

Page 5: Willem Jochems

58 59Titel bijdrage

Willem is geboren aan de andere kant van het dorp, dat toen nog Etten-Leur heette. Veertig jaar terug kochten ze van Maria’s grootvader voor 20.000 gulden in de Margrietstraat een stukje land, waarop Willem zijn eigen, vrijstaande huis bouwde. Fa-milieleden en bevriende bouwvakkers uit het dorp hielpen mee; zo zijn veel straten in Sint-Willebrord gebouwd. « Kom daar nu nog maar eens om, » zegt Willem.

De eerste jaren, ‹ toen ze op nul begonnen en niets hadden ›, vond hij het moeilijkst. « We zijn ook moeten trouwen, met 21 hadden we al twee kinderen. Dan probeer je iedere dag 24 uur te werken. » Als hij thuiskwam, moest er ’s avonds alweer ergens geklust worden. Tot 1991 werkte hij niet alleen elke za-terdag, maar ook vaak op zon- en feestdagen, ‹ allemaal voor het gezin ›. Het huis is inmiddels ‹ vrij › en onberispelijk. Hij heeft zelf de bestrating en de voortuin bedacht en aangelegd, op z’n Willebrords, waar de huizen omringd zijn door kleine museum tuinen, met strakgetrimde buxusboompjes en stenen ganzen.

Page 6: Willem Jochems

60 61Titel bijdrage

Alleen de laatste dagen van zijn loopbaan reed Willem mee, met Aad. Daarvoor heeft hij altijd zelf gereden. « Poort open, auto naar buiten, poort dicht, en voor ik het erf afdraaide, zag ik het licht al uitgaan. »

Maria: « Dan dacht ik: moeven en deur op slot. Tot een uur of acht ging ik er weer in. »

Willem: « Soms hadden we het onderweg over huiselijke za-ken, soms over de hobby, maar veelvuldig over het werk toch wel: we moeten dit vandaag klaar krijgen, dan kunnen we mor-gen dat. En ’s maandags over de voetbal. »

Aan vier à vijf uur slaap had hij genoeg. « Dat is het vreemde van het verhaal: als ik langer slaap, kan ik niets meer. Dan moe-ten ze niks aan me vragen. Dan ben ik een heel ander mens. »

Toen hij reed, vertrok hij om vijf minuten voor vijf. Als hij een kwartier later weg zou gaan, was hij door de files drie kwar-tier later dan anders op zijn werk gekomen. Ze gingen met z’n drieën, tot in juni 2006 een van Willems collega’s stierf aan een tumor in zijn luchtwegen. Willem vertelt dat hij het er maan-den slecht mee heeft gehad. « Je realiseert je dat je met je ka-meraad meer tijd doorbracht dan met je eigen vrouw. Als je te-rug om vijf uur uitstapt, ben je twaalf uur samen. En ze moet ’s avonds ook nog strijken en wassen en dat soort dingen. »

Maria: « Ik kom m’n tijd wel door. Poetsen in huis, ritsen aan broeken zetten, pijpen korter maken voor andere mensen … »

Op donderdagavond gaat ze naar de bingo; Willem is al 43 jaar lid van de vogelvereniging, waarvan hij 36 jaar in het be-stuur zit. Daarnaast doet hij sociaal-cultureel werk in de avond-uren, in het buurthuis. Maria: « Daar heeft hij nog een konink-lijke onderscheiding voor gekregen. »

Het jeugdcarnaval hebben ze samen gedaan. Maria: « Wij leidden de groepen. Dat alles balde. »

Page 7: Willem Jochems

62 naam auteur 63

Willem « Dit is het kleedhok. Dit zijn mijn jas en mijn helm. »

De helm is verplicht; hij heeft wel ongelukken meegemaakt. Toen hij nog heel jong was, zag hij al een bouwkraan naar be-neden komen.

Willem « Zelf heb ik weinig gehad, alleen met laswerk pakte je weleens een staafje dat nog heet was. »

Maria « En lasogen. »Willem « Lasogen wel, ja. »Maria « Vooral als je ’ s avonds naar bed ging, moest ik natte

washandjes op je ogen leggen. »Willem « Soms lopen ze met vijf, zes man tegelijk te lassen.

Dan roept die en dan die en je kijkt even en je hebt ze al te pakken. Afgelopen winter heb ik met twee gekneusde ribben gewerkt. Dan nam ik ’s morgens twee pijnstillers en twee mee naar het werk. Maar in 1991 ben ik door het oog van de naald gekropen, toen heb ik longvliesontsteking gehad. Als ik een halve dag later was gekomen, was het amen en uit geweest, zei de dokter. »

Maria « Als-ie alles bij elkaar vier maanden ziektewet heeft gehad, is het veel. »

Page 8: Willem Jochems

64 65

Maria « Ik heb weleens eerder foto’s gezien, maar ik ben nog nooit op het werk geweest. Dat was te ver weg, hee. »

Willem « Ja, we zaten altijd ver weg. »

Willem « Als ik op het werk ben, denk ik puur aan het werk. Hebben we dat niet vergeten, hoe moeten we dat doen? Alleen als er wat met mijn kleinkinderen was niet. Dat is het enige. »

Maria « Had je weleens een snipperdag, waren ze blij als je weer terug was. Of ’s avonds belt z’n baas op. Hoe het moest. »

Page 9: Willem Jochems

66 67

De tekeningen had hij in zijn hoofd; die bekeek hij meestal thuis. Vaak als hij ’s avonds in bed lag, zag hij het vlechtpa-troon van het ijzer nog voor zich.

Willem « Hier zijn wij de … effe goed nadenken … »Maria « Aan het uitvissen hoe het moet. »Willem « Ik weet het al. Dit is een moment waarop je heel

goed moet nadenken wat je doet. Dat je niet het laatst gaat doen wat eigenlijk het eerst moet gebeuren. Soms moet je eerst van bovenaf beginnen en dan te-rugwerken. Hier zie je pennen uitsteken, U-vormige spelden, die horen er van boven ook in, die houden de verschillende lagen bij elkaar. Dat noemen ze dwarskrachtwapening. Als je er nu te veel ijzer in gaat werken, krijgen ze die haarspelden er niet meer onder. »

De tunneldelen zijn immens en klinken als kathedralen; er hangt een brandlucht van het lassen. Als het beton komt, moet de ijzervechter klaar zijn. Willem: « Soms waren we met dertig man bezig op een klein stukkie. Dan proef je de spanning. » Nu hij gepensioneerd is, is het die spanning die nog hij weleens mist. Zijn werk is in het beton verdwenen. « Drie weken gele-den reed ik door de Botlek-tunnel, waarvan ik tweederde heb gemaakt. Ik dacht: heb ik hier nou zoveel zweet gelaten? »

Volgende pagina’s ▷

Voor het laatst met Aad in het schafthok.

Page 10: Willem Jochems

68 naam auteur 69Titel bijdrage

Page 11: Willem Jochems

70 71

Willem, wiens beide broers zijn afgekeurd: « Ik mag van geluk spreken dat ik een heel goeie rug heb. Het is bukkend werk, de meeste vlechters krijgen rugklachten. We moesten elke week 150 ton ijzer wegtassen op veertig vierkante meter. Dat wordt met de kraan met bossen naar beneden gedraaid, maar je moet het toch met je handen op zijn plaats leggen. De zwaarste staaf weegt nog altijd tweehonderd kilo ; die pakten we dan met een man of vijf op. Het vlechten is hier ver uitgestorven; de jeugd van tegenwoordig gaat echt dit werk niet meer leren. We heb-ben d’r een hoop gehad, maar die blijven allemaal twee, drie dagen. Het zware sjouwen, dat je onder de ijzerroest zit — daar kunnen ze slecht tegen. »

Maria: « Die willen allemaal achter de computer. »Willem: « Op de mulo vonden ze me zeer geschikt om on-

derwijzer te worden; dat leek me vreselijk. Al mijn kamera-den werkten. Bovendien kwamen de meisjes om de hoek kij-ken — ook die naast me zit. »

Maria: « Dan is het leren afgelopen. »Toch heeft Willem zich op school Frans, Duits en Engels ei-

gen gemaakt: « Wat je leert, ben je nooit kwijt. » De afgelopen twintig jaar werkte hij vooral met buitenlanders, wat volgens hem niet iedereen gegeven is.

Willem: « Je moet iedereen in z’n waarde laten; iedereen is goed in wat-ie kan. Dat moet je proberen te bereiken in z’n per-soon. Het is vaak gebeurd dat ze uitgekafferd werden omdat ze de taal niet beheersten. Dat is waar je mee begint: je probeert het goed uit te leggen. » Toch raakte ook zijn geduld weleens op. « Maar dan waren het mensen die alleen kwamen voor de cen-ten en niet om te werken. » Zelf verdiende hij bij zijn afscheid 1500 euro schoon per maand.

Page 12: Willem Jochems

72 73

Maria « Dit is ook een mooie foto. »Willem « Goddomme nou. »

[—]

« Mijn laatste stappen op het dek. Ik realiseerde me dat wel, ja. Tenminste: eigenlijk wel, en eigenlijk niet. Het klinkt misschien gek, maar het is een mo-ment waarop ik denk: nu houdt de wereld op voor me. Ik heb een collega meegemaakt die met pensioen ging en stierf, en een die drie maanden voor z’n pen-sioen ging. Toen ik hier liep, dacht ik: Er zal mij nu toch niets overkomen? »

Het schiet niet op. « Dat is zeker een Engelsman, » zegt Willem over een automobilist die voor hem op de linkerbaan blijft. A 10, A2, A 27, A 59, A 16, afslag Sint-Willebrord, rechtsaf naar de Mar-grietstraat — 124,2 kilometer. Tegen half zes komt hij thuis.

Page 13: Willem Jochems

74 75

Willem heeft 150 kleurkanaries. Hij maakt ook het maandblad van de kleurkanarievereniging. Vier maanden na zijn pensio-nering is hij nog steeds om half vijf ’s morgens beneden; nu zet hij koffie voor Maria. Om half acht roept hij haar eruit.

Hij is blij dat hij af en toe nog een klusje mag doen. « Als mijn baas een beroep op me doet, ga ik. Dan kan ik een centje bijver-dienen. Maar het moeten is eraf. »

Maria: « Mijn ouders wonen hiernaast. Mijn vader moet vaak naar het ziekenhuis en ik heb nog een broer die gehandicapt is. Het is wel makkelijker voor ons dat Willem thuis is. »

Willem: « Dat is iets van vroeger, bij mij thuis. Het helpen van oude mensen gaat voor. »

Maria: « Als ik boodschappen moet doen, gaat hij mee. »En ze hebben samen tijd voor de kleinkinderen, een van

zeven, een van vijftien, en de tweeling van vijftien maanden, ‹ zo’n mooi koppeltje ›.

Willem: « Toen mijn eigen kinderen klein waren, moest ik de boterhammen verdienen. »

Deze reportage is tot stand gekomen met de hulp van directeur Bas Boere van Vlebo, het bedrijf waarbij Willem de laatste 23 jaar in dienst was.