Wijdeveld neemt afscheid van Deltalinqs Veilig wonen en ... · Gevaarlijke Lading / oktober 2013 -...

4
Gevaarlijke Lading / oktober 2013 - 18 INTERVIEW Veilig wonen en werken in het havengebied Op 1 oktober jl. is redactielid Evert Wijdeveld, beleidsadviseur Milieu bij Deltalinqs, met pensioen gegaan. Ter gelegenheid van zijn afscheid hield Deltalinqs op 26 sep- tember een symposium. Aanleiding om Wijdeveld aan het woord te laten en het vroe- gere en het huidige Deltalinqs onder de loep te nemen. Tekst en fotografie: Robert Tieman en Louise Wagenaar 23 jaar geleden kwam Wijdeveld – redactielid van het eerste uur van Gevaarlijke Lading – in dienst bij Delta- linqs, de ondernemersvereniging voor haven en industrie, gelokaliseerd in de haven van Rotterdam. In die tijd is er veel veranderd. Wijdeveld: “In 1990 stapte ik van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam over naar de SVZ, de in 1907 opgerichte Scheepvaart Vereeniging Zuid. Ik werd daar beleidsmedewerker Arbozaken voor de Havenwerkgeversvereniging SVZ en beleidsmede- werker gevaarlijke stoffen en milieu voor de Havenon- dernemersvereniging SVZ. Dat was mij op het lijf geschreven, want ik ben middelbaar veiligheidskundige, was hoofd van de afdeling Gevaarlijke Stoffen bij het Havenbedrijf Rotterdam en was net afgestudeerd als milieujurist.” De SVZ had toen al regelmatig contact met de Stichting Europoort Botlek Belangen (SEBB) en dat zou rond de eeuwwisseling leiden tot het samengaan van deze twee in Deltalinqs. Dossiers Een aantal belangrijke gevaarlijkestoffendossiers uit Wijdevelds carrière zijn: de maatregelen die voortvloei- den uit de ongelukken in Sandoz en Seveso, de gevolgen van Volendam en Drachten, het opzetten van een Centraal Registratiepunt Gevaarlijke Stoffen (CRP), de AMvB opslag- en transportbedrijven, en het CRTD- en het HNS-verdrag (twee verdragen betreffende aanspra- kelijkheid bij vervoer gevaarlijke stoffen). “En natuurlijk alle dossiers die ook in CTGG-verband (Commissie Transport Gevaarlijke Goederen) ter sprake komen, zoals de regelgeving rond het transport van gevaarlijke stoffen, het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen, externe veiligheid en dergelijke. In het verdere verleden liggen de onderwerpen Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (RNVGS, de voorloper van het Basisnet) en de implementatie van de EU-richtlijn Veiligheidsadviseur, waar de CTGG nauw bij betrokken was en waarbij in Nederland het Exameninstituut Veiligheidsadviseur werd opgericht. Maar ook containergassingen, een beetje een vreemde eend in de bijt, wil ik hier noemen.” De laatste jaren ligt het zwaartepunt van de Deltalinqs- dossiers meer bij milieu, geluid en ruimtelijke ordening: het ervoor waken dat de omgeving niet te veel hinder heeft van de haven en de industrie. Het scheiden van de functies wonen en werken is daarbij van belang. Post-Sandoz Een paar ontwikkelingen passeren de revue. Tijdens het blussen van de brand in de fabrieken van Sandoz (Zwitserland, 1986) stroomde sterk verontreinigd bluswater de Rijn in, met alle gevolgen van dien. De Rijnoeverstaten spraken met elkaar af dat er maatrege- len genomen moesten worden om herhaling te voorkomen. In Nederland werden de CPR 15-richtlijnen voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen opge- steld. Daarin staan voorschriften voor product- en bluswateropvang en vloeistofdichte vloeren op overslagplaatsen voor gevaarlijke stoffen. Dit vergde echter miljoenen aan investeringen bij de havenbedrij- ven. Op de overslagplaats aan zeekades liggen kraan- banen, kabelgoten en spoorbanen immers ‘in de vloer’ en zouden die dan allemaal vloeistofdicht gemaakt Wijdeveld neemt afscheid van Deltalinqs

Transcript of Wijdeveld neemt afscheid van Deltalinqs Veilig wonen en ... · Gevaarlijke Lading / oktober 2013 -...

Page 1: Wijdeveld neemt afscheid van Deltalinqs Veilig wonen en ... · Gevaarlijke Lading / oktober 2013 - 18 INTERVIEW Veilig wonen en werken in het havengebied Op 1 oktober jl. is redactielid

Gevaarlijke Lading / oktober 2013 - 18

INTERVIEW

Veilig wonen en werken in het havengebied

Op 1 oktober jl. is redactielid Evert Wijdeveld, beleidsadviseur Milieu bij Deltalinqs, met pensioen gegaan. Ter gelegenheid van zijn afscheid hield Deltalinqs op 26 sep-tember een symposium. Aanleiding om Wijdeveld aan het woord te laten en het vroe-gere en het huidige Deltalinqs onder de loep te nemen.

Tekst en fotografie: Robert Tieman en Louise Wagenaar

23 jaar geleden kwam Wijdeveld – redactielid van het eerste uur van Gevaarlijke Lading – in dienst bij Delta-linqs, de ondernemersvereniging voor haven en industrie, gelokaliseerd in de haven van Rotterdam. In die tijd is er veel veranderd. Wijdeveld: “In 1990 stapte ik van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam over naar de SVZ, de in 1907 opgerichte Scheepvaart Vereeniging Zuid. Ik werd daar beleidsmedewerker Arbozaken voor de Havenwerkgeversvereniging SVZ en beleidsmede-werker gevaarlijke stoffen en milieu voor de Havenon-dernemersvereniging SVZ. Dat was mij op het lijf geschreven, want ik ben middelbaar veiligheidskundige, was hoofd van de afdeling Gevaarlijke Stoffen bij het Havenbedrijf Rotterdam en was net afgestudeerd als milieujurist.” De SVZ had toen al regelmatig contact met de Stichting Europoort Botlek Belangen (SEBB) en dat zou rond de eeuwwisseling leiden tot het samengaan van deze twee in Deltalinqs.

DossiersEen aantal belangrijke gevaarlijkestoffendossiers uit Wijdevelds carrière zijn: de maatregelen die voortvloei-den uit de ongelukken in Sandoz en Seveso, de gevolgen van Volendam en Drachten, het opzetten van een Centraal Registratiepunt Gevaarlijke Stoffen (CRP), de AMvB opslag- en transportbedrijven, en het CRTD- en het HNS-verdrag (twee verdragen betreffende aanspra-kelijkheid bij vervoer gevaarlijke stoffen). “En natuurlijk alle dossiers die ook in CTGG-verband (Commissie Transport Gevaarlijke Goederen) ter sprake komen, zoals de regelgeving rond het transport van gevaarlijke

stoffen, het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen, externe veiligheid en dergelijke. In het verdere verleden liggen de onderwerpen Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (RNVGS, de voorloper van het Basisnet) en de implementatie van de EU-richtlijn Veiligheidsadviseur, waar de CTGG nauw bij betrokken was en waarbij in Nederland het Exameninstituut Veiligheidsadviseur werd opgericht. Maar ook containergassingen, een beetje een vreemde eend in de bijt, wil ik hier noemen.” De laatste jaren ligt het zwaartepunt van de Deltalinqs-dossiers meer bij milieu, geluid en ruimtelijke ordening: het ervoor waken dat de omgeving niet te veel hinder heeft van de haven en de industrie. Het scheiden van de functies wonen en werken is daarbij van belang.

Post-SandozEen paar ontwikkelingen passeren de revue. Tijdens het blussen van de brand in de fabrieken van Sandoz (Zwitserland, 1986) stroomde sterk verontreinigd bluswater de Rijn in, met alle gevolgen van dien. De Rijnoeverstaten spraken met elkaar af dat er maatrege-len genomen moesten worden om herhaling te voorkomen. In Nederland werden de CPR 15-richtlijnen voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen opge-steld. Daarin staan voorschriften voor product- en bluswateropvang en vloeistofdichte vloeren op overslagplaatsen voor gevaarlijke stoffen. Dit vergde echter miljoenen aan investeringen bij de havenbedrij-ven. Op de overslagplaats aan zeekades liggen kraan-banen, kabelgoten en spoorbanen immers ‘in de vloer’ en zouden die dan allemaal vloeistofdicht gemaakt

Wijdeveld neemt afscheid van Deltalinqs

Page 2: Wijdeveld neemt afscheid van Deltalinqs Veilig wonen en ... · Gevaarlijke Lading / oktober 2013 - 18 INTERVIEW Veilig wonen en werken in het havengebied Op 1 oktober jl. is redactielid

19 - oktober 2013 / Gevaarlijke Lading

moeten worden. Daarom werd in 1990 een Stuurgroep haven- en expeditiebedrijven ingesteld, die zich boog over de problematiek van de implementatie van de ‘post-Sandoz-maatregelen’ in de zeehavens. “In die stuurgroep werd met de nodige pragmatiek met de maatregelen omgegaan en er ontstond – mede op mijn initiatief – een CPR 15-X voor de havenbedrijven. Die bedrijven moesten daardoor gemiddeld twee miljoen gulden investeren in extra maatregelen, in plaats van de vijf miljoen die ze hadden moeten investeren als de CPR 15-2-richtlijn onverkort toegepast was. Ik had per bedrijf dus zo’n drie miljoen gulden bespaard door dit maat-werk. Maar toch was ik de boosdoener, die ervoor had gezorgd dat ze die investeringen moesten doen!”, aldus Wijdeveld. Inmiddels is de CPR 15-X opgenomen in de PGS 15, een proces waarbij Wijdeveld ook een rol heeft gespeeld.

Centraal RegistratiepuntIn 1996 woedde een brand bij het Rotterdamse opslag-bedrijf CMI. Naar aanleiding daarvan werd door de inbreng van Wijdeveld een project opgestart, waarin werd onderzocht of er een centraal punt ingericht kon worden waar alle gegevens van aanwezige gevaarlijke stoffen bij Rotterdamse bedrijven opgeslagen worden. Dit heeft geleid tot het Centraal Registratiepunt Journaals Gevaarlijke Stoffen. Het vervolg van dit project is dat de brandweer nu mobiele dataterminals op de voertuigen heeft, waarmee actuele gegevens over de opgeslagen stoffen bij bedrijven opgehaald kunnen worden, inclusief de locatie waar ze precies liggen.

ContainergassingenBij containergassingen ging het in de jaren tachtig en negentig over de toepassing van methylbromide voor quarantainedoeleinden. De aan te houden afstand hierbij – honderd meter aan alle zijden van de te gassen container(s) – nam nogal wat kostbare ruimte in op de haventerreinen. Die veiligheidsafstand kon later worden teruggebracht voor het ‘zonder stilstand passeren’ van ondergasstaande containers. Later kwam er meer aandacht voor de verborgen gevaren van gassen in containers. Omdat de risico’s hiervan alleen in Nederland en Duitsland ontdekt leken te zijn, wilde Wijdeveld aan de hand van Rotterdamse voorbeelden dit probleem wereldkundig maken. Hij schreef voor de ICHCA International een international safety panel briefing pamphlet, getiteld Unseen dangers in freight containers, waardoor dit onderwerp mondiaal meer bekendheid kreeg. Inmiddels zijn de risico’s van het openen van langeretijdgeslotencontainers alom bekend. Inmiddels is Deltalinqs uitgegroeid tot een organisatie met 700 leden uit veertien sectoren, waarin zo’n 90.000

mensen werkzaam zijn. De missie van Deltalinqs is: “Het proactief behartigen van de gezamenlijke belangen van de aangesloten bedrijven en verenigingen.” Deltalinqs is als lokale belangenbehartiger ook lid van de Commissie Transport Gevaarlijke Goederen. “De belangenorganisa-tie van de haven van Rotterdam kan daar natuurlijk niet bij wegblijven”, aldus Wijdeveld.

PrioriteitenVoor de jaren 2013-2015 staat een aantal prioriteiten op de Deltalinqs-agenda. Zo is recentelijk de Havenvisie 2030 gepubliceerd, met bijbehorende uitvoeringsagen-da. In die uitvoeringsagenda spelen het bedrijfsleven, de gemeente, het Havenbedrijf Rotterdam en de overheid samen een grote rol. In de Havenvisie staat onder andere beschreven hoe het Rotterdamse haven- en industrie-complex in 2030 koploper zal zijn op het gebied van efficiency en duurzaamheid. Zo zijn er in de deelsecties scheepvaart alsmede milieu, veiligheid en leefomgeving diverse aandachtspunten geformuleerd, zoals een plan van aanpak voor het verkleinen van de veiligheidsrisico’s voor grote groepen omwonenden bij ruimtelijke planvorming en de ontwikkeling van een interactief milieu-informatiesysteem.Een van de hoofdthema’s binnen Deltalinqs is veiligheid. Op welke manier heeft Wijdeveld hieraan bijgedragen? “Veiligheid is een breed begrip. Er kunnen ook allerlei andere woorden aan toegevoegd worden. Ik verkies dan ook om te spreken van integrale veiligheid, zoals ik ooit binnen de CTGG voorzitter was van de groep Integrale

Peter Mollema (Havenbedrijf Rotterdam) overhan-digt Evert Wijdeveld het ‘sleepanker’

Page 3: Wijdeveld neemt afscheid van Deltalinqs Veilig wonen en ... · Gevaarlijke Lading / oktober 2013 - 18 INTERVIEW Veilig wonen en werken in het havengebied Op 1 oktober jl. is redactielid

Gevaarlijke Lading / oktober 2013 - 20

Veiligheid en Risico Beheersing (IVRB). Ik bedoel hiermee tevens dat veiligheid niet los gezien kan worden van milieu en ook niet van beveiliging. Al die zaken grijpen in op elkaar. Wetende dat honderd procent veiligheid niet bestaat, moeten we stellen dat veiligheid het accepteren van een aanvaardbaar risico is. In een samenleving zoals in Nederland loopt de mate van acceptatie nogal uiteen. De omgeving legt de lat steeds hoger en is minder bereid van buiten komend risico te aanvaarden, maar tegelijkertijd worden er wel steeds meer risicosporten als duiken en bergbeklimmen bedreven. Dat doet men echter vrijwillig en dat is het verschil!”

Deltalinqs ‘University’De Deltalinqs ‘University’ is het ondersteunende veiligheidsprogramma voor de leden. Recentelijk hebben incidenten plaatsgevonden die de beleving van veiligheid negatief hebben beïnvloed en het vertrouwen van de overheid hebben geschaad. De overheden en politici wijzen het bedrijfsleven op de eigen verantwoor-delijkheid voor de veiligheid van hun bedrijf en het borgen van een solide veiligheidscultuur binnen het haven- en industriecomplex. De noodzaak tot verdere samenspraak en samenwerking op dit gebied is duidelijk geworden en een grote groep bedrijven neemt inmid-dels deel aan meerdere activiteiten van de Deltalinqs ‘University’. Vaste programmaonderdelen van de Deltalinqs ‘University’ zijn de tien permanente activiteiten die aansluiten op de pijlers uit het programma Veiligheid Voorop. Daarbij ligt speciale focus op Leiderschap, Cultuur en Communicatie. Daarnaast zal er ook aandacht geschonken worden aan workshops over de zeventien veiligheidsmanagementprocedures uit het Deltalinqs Veiligheidsbeheerssysteem. Voor de periode 2014-2015 staat ook het Project Taalverschillen en Veiligheid gepland, voortvloeiend uit een onderzoek dat in samenwerking

met TNO is uitgevoerd naar de invloed van taalverschil-len en cultuur op veiligheid. Wijdeveld vertelt dat de Deltalinqs ‘University’ dit jaar ook wordt opengesteld voor niet industriële bedrijven, zoals bedrijven uit de logistieke sector, waar de op- en overslagbedrijven in havens onder vallen: “Door kennis te delen weten veel mensen meer!”

E-NoseIn het Rotterdamse havengebied wordt met veel (gevaarlijke) stoffen gewerkt. Soms kunnen zich daarbij incidenten voordoen die aanleiding zijn voor hinder en een potentieel onveilige situatie voor de omgeving. Het Rijnmondgebied is een dichtbevolkt gebied en industri-ele activiteiten vinden relatief dicht bij de woonbebou-wing plaats. Het is daarom van groot belang incidentele emissies vroegtijdig te kunnen signaleren en monitoren. Dit om overlast zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken. Daarom werken Deltalinqs, Havenbedrijf Rotterdam en overheid samen aan het project e-Nose. De electronic nose is een instrument dat deel uitmaakt van een geurmeetnetwerk, waarmee online informatie verschaft wordt over de aanwezigheid en verspreiding van stoffen. Dit systeem kan onder andere leiden tot snellere en gerichte (ont)alarmering en effectievere monitoring bij incidenten. Het is de ambitie om in 2013 een geurmeetnetwerk van 77 digitale ‘neuzen’ operatio-neel te hebben. In het verlengde hiervan zal er ook een traject geconti-nueerd worden met stakeholders in de petrochemische keten om het ontgassen van bepaalde producten door binnenvaarttankers te gaan verbieden. Dit verbod is gepland voor de middellange termijn en betreft de wateren in de dichtbevolkte regio Rijnmond en wellicht ook daarbuiten. In ons omringende landen zijn derge-lijke verboden al van kracht. Het detecteren en volgen van varende schepen die ontgassen is echter arbeids-intensief. De e-Nose-technologie kan tevens een

Haven van Rotterdam met bedrijfssegmenten (bron: Port of Rotterdam)

Stukgoed/Containers

Opslag Nat te Bulk

Droge Bulk

Dist ribut ie

Energie

Overige activiteitenAM\DM , 2012d095

Page 4: Wijdeveld neemt afscheid van Deltalinqs Veilig wonen en ... · Gevaarlijke Lading / oktober 2013 - 18 INTERVIEW Veilig wonen en werken in het havengebied Op 1 oktober jl. is redactielid

21 - oktober 2013 / Gevaarlijke Lading

bruikbaar instrument zijn voor de tracking en tracing van mobiele emissiebronnen zoals ontgassende schepen. Een netwerk van snuffelneuzen rondom de vaarwegen biedt de mogelijkheid om de pluim van een ontgassend schip dat voorbijvaart te registeren.

Port Safety Index Sinds 2012 meet de haven Rotterdam de nautische veiligheid met de Nautical Safety Index (NSI). Deze meet de significante nautische ongevallen en daadwerkelijke aanvaringen ten opzichte van de verkeersdichtheid (uitgedrukt in aantal scheepsbezoeken) in een bepaalde periode. Hierdoor ontstaat een beeld van het relatieve nautische veiligheidsniveau. Inmiddels is er een initiatief gestart om op korte termijn de zogeheten Port Safety Index op te zetten. Hierin worden data van verschillende inspectiediensten en bedrijven gebundeld om een graadmeter voor de veiligheidssituatie in de haven te creëren.

SymposiumInmiddels heeft op 26 september het afscheidssympo-sium ‘Ondernemen binnen de havencontour, meer ruimte dan u denkt’ plaatsgevonden. Verschillende sprekers belichtten vanuit hun eigen optiek het spanningsveld tussen woningbouw en industrie in het havengebied. Scheidend beleidsadviseur Wijdeveld maakte dit visueel door schetsen van verschillende bij de haven liggende gemeenten te tonen waaroverheen geluidscontouren liggen. Veiligheidscontouren moeten ervoor zorgen dat de persooonsgebonden risico’s niet tot de woonbebouwing gaan reiken. Uit handen van Peter Mollema van het Havenbedrijf Rotterdam ontving Wijdeveld een ‘sleepanker’, de onderscheiding die wordt toegekend aan mensen die zich lange tijd hebben ingespannen voor de ontwikkeling van het haven- en industriële complex van Rotterdam. En Deltalinqs-direc-teur Cees Jan Asselbergs maakte op de valreep bekend dat Wijdeveld niet helemáál stopt met werken: hij gaat zich volgend jaar inzetten voor de International Association of Ports and Harbours (IAPH). Ook Wijde-velds opvolger, Robert Tieman, werd voorgesteld. Hij zal zich gaan bezighouden met het domein milieu, met als aandachtspunten voor de komende jaren onder andere bovengenoemde prioriteiten. Tieman komt van het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart. Zijn er ook zaken die Wijdeveld in zijn 23-jarige carrière bij Deltalinqs niet heeft kunnen afronden? “De aanwij-zingen bedrijfsbrandweer bij ‘vervoergebonden inrichtingen’ (waar niets met de gevaarlijke stoffen wordt gedaan – die blijven immers in hun oorspronke-lijke verpakking) gaan nog steeds door”, ziet Wijdeveld, “maar het zou beter zijn een generieke oplossing voor

het hele havengebied uit te werken. Er is immers ook een Gezamenlijke Brandweer in de Rijnmond, samen-gesteld en gefinancierd door de overheid en een groot deel van de industrie in dit gebied. Deltalinqs’ voorgan-ger SEBB was daar de grondlegger van. Het is mij niet gelukt om partijen ervan te overtuigen hier een andere benadering voor te kiezen. Inmiddels wordt achter de schermen wel gewerkt aan een herziening van het aanwijzingsbeleid, dus wie weet.” Wijdeveld besloot zijn afscheidsrede met de Latijnse spreuk Nil volentibus arduum (‘Niets is moeilijk voor hen die willen’); het is duidelijk hoe Wijdeveld in het (werkzame) leven stond en staat!

Robert Tieman is beleidsadviseur Milieu bij Deltalinqs

Meer informatie f Havenvisie 2030: www.havenvisie2030.nl Deltalinqs ‘University’: www.deltalinqs.nl

f Pamflet Unseen dangers in freight containers: http://www.sam.gov.lv/images/modules/items/PDF/item_619_NL_Unseen_Dangers_in_Freight_Containers.pdf

gasfl esopslag.nl

Gemak dient de veiligste zaak