Wie ziet je?

68
Welkom Voorganger dhr van Dijke organist dhr de Harder Thema: “wie ziet je?”

Transcript of Wie ziet je?

Page 1: Wie ziet je?

Welkom

Voorganger dhr van Dijkeorganist dhr de Harder

Thema: “wie ziet je?”

Page 2: Wie ziet je?

VDD G 109 – 1, 6

Hoor een heilig koor van engelen

Page 3: Wie ziet je?

Hoor een heilig koor (LvdK 109) t. Chr. Wordsworth; v. W. Barnard; m. c. 1700

Page 4: Wie ziet je?

Hoor een heilig koor (LvdK 109) t. Chr. Wordsworth; v. W. Barnard; m. c. 1700

Page 5: Wie ziet je?

Hoor een heilig koor (LvdK 109) t. Chr. Wordsworth; v. W. Barnard; m. c. 1700

Page 6: Wie ziet je?

Hoor een heilig koor (LvdK 109) t. Chr. Wordsworth; v. W. Barnard; m. c. 1700

Page 7: Wie ziet je?

Welkom

Voorganger dhr van Dijkeorganist dhr de Harder

Thema: “wie ziet je?”

Page 8: Wie ziet je?

G 434

Lof zij de Heer

Page 9: Wie ziet je?

Lof zij de Heer (LvdK 434) v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. J.A. Freylinghausen

Page 10: Wie ziet je?

Lof zij de Heer (LvdK 434) v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. J.A. Freylinghausen

Page 11: Wie ziet je?

Lof zij de Heer (LvdK 434) v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. J.A. Freylinghausen

Page 12: Wie ziet je?

Lof zij de Heer (LvdK 434) v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. J.A. Freylinghausen

Page 13: Wie ziet je?

Lof zij de Heer (LvdK 434) v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. J.A. Freylinghausen

Page 14: Wie ziet je?

Lof zij de Heer (LvdK 434) v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. J.A. Freylinghausen

Page 15: Wie ziet je?

Lof zij de Heer (LvdK 434) v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. J.A. Freylinghausen

Page 16: Wie ziet je?

Lof zij de Heer (LvdK 434) v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. J.A. Freylinghausen

Page 17: Wie ziet je?

Lof zij de Heer (LvdK 434) v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. J.A. Freylinghausen

Page 18: Wie ziet je?

Lof zij de Heer (LvdK 434) v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. J.A. Freylinghausen

Page 19: Wie ziet je?

Stil gebed

Votum en groet

Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Page 20: Wie ziet je?

Verootmodiging,

daarna ELB 203 – 1, 2, 3, 4

Genade zo oneindig groot

Page 21: Wie ziet je?

Genade, zo oneindig groot (EL 203) v. E.Zuiderveld-Nieman, m. J.Newton

Page 22: Wie ziet je?

Genade, zo oneindig groot (EL 203) v. E.Zuiderveld-Nieman, m. J.Newton

Page 23: Wie ziet je?

Genade, zo oneindig groot (EL 203) v. E.Zuiderveld-Nieman, m. J.Newton

Page 24: Wie ziet je?

Genade, zo oneindig groot (EL 203) v. E.Zuiderveld-Nieman, m. J.Newton

Page 25: Wie ziet je?

Boodschap van genade en liefde,

daarna gebed.

Page 26: Wie ziet je?

Lied met de kinderen: God die alles maakte

Page 27: Wie ziet je?

God die alles maakte (EL 433) t. S.B. Rhodes; m. H. von Müller

Page 28: Wie ziet je?

God die alles maakte (EL 433) t. S.B. Rhodes; m. H. von Müller

Page 29: Wie ziet je?

God die alles maakte (EL 433) t. S.B. Rhodes; m. H. von Müller

Page 30: Wie ziet je?

Wij gaan, tot straks!

Page 31: Wie ziet je?

Lezen:

Johannes 1 : 44 t/m 52 (NBV)

Page 32: Wie ziet je?

44 Filippus kwam uit Betsaïda, uit dezelfde stad

als Andreas en Petrus. 45 Hij kwam Natanaël tegen en zei tegen hem: ‘We hebben de

man gevonden over wie Mozes in de wet geschreven

heeft en over wie ook de profeten spreken: Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazaret!’

Page 33: Wie ziet je?

46 ‘Uit Nazaret?’ zei Natanaël. ‘Kan daar iets

goeds vandaan komen?’ ‘Ga zelf maar kijken,’ zei Filippus. 47 Jezus zag

Natanaël aankomen en zei: ‘Dat is nu een echte Israëliet,

een mens zonder bedrog.’ 48 ‘Waar kent u mij

van?’ vroeg Natanaël.

Page 34: Wie ziet je?

Jezus antwoordde: ‘Ik had je al gezien voordat Filippus

je riep, toen je onder de vijgenboom zat.’49 ‘Rabbi, u bent de Zoon van God, u bent

de koning van Israël!’ zei Natanaël. 50 Jezus vroeg:

‘Geloof je omdat ik tegen je zei dat ik je onder de

vijgenboom zag zitten?

Page 35: Wie ziet je?

Je zult nog grotere dingen zien.’ 51 ‘Waarachtig, ik

verzeker jullie,’ voegde hij eraan toe, ‘jullie zullen de hemel geopend zien, en de

engelen van God zien omhooggaan en neerdalen

naar de Mensenzoon.’

Page 36: Wie ziet je?

Opw 351

Jezus geeft een loflied in ons hart

Page 37: Wie ziet je?

Jezus geeft een loflied in ons hart (EL 214) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld, J. Visser

Page 38: Wie ziet je?

Jezus geeft een loflied in ons hart (EL 214) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld, J. Visser

Page 39: Wie ziet je?

Jezus geeft een loflied in ons hart (EL 214) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld, J. Visser

Page 40: Wie ziet je?

Jezus geeft een loflied in ons hart (EL 214) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld, J. Visser

Page 41: Wie ziet je?

Wie ziet je?

Page 42: Wie ziet je?
Page 43: Wie ziet je?

* Zag je, zie je

* Onder de vijgenboom

Page 44: Wie ziet je?

Micha 4: 4

Ieder zal zitten onder zijn wijnranken onder zijn vijgenboom, door niemand opgeschrikt, want de HEER van de hemelse machten heeft gesproken.

Page 45: Wie ziet je?

Zien

*45 Hij kwam Natanaël tegen en zei tegen hem: ‘We hebben de man

gevonden over wie Mozes in de wet geschreven heeft en over wie ook de profeten spreken: Jezus, de zoon van

Jozef, uit Nazaret!’

*46 ‘Uit Nazaret?’ zei Natanaël. ‘Kan daar iets goeds vandaan komen?’ ‘Ga

zelf maar kijken,’ zei Filippus.

Page 46: Wie ziet je?

*47 Jezus zag Natanaël aankomen en zei: ‘Zie, dat is nu een echte Israëliet,

een mens zonder bedrog.’

*48 ‘Waar kent u mij van?’ vroeg Natanaël. Jezus antwoordde: ‘Ik had je al gezien voordat Filippus je riep, toen

je onder de vijgenboom zat.’

*49 ‘Rabbi, u bent de Zoon van God, u bent de koning van Israël!’ zei

Natanaël.

Page 47: Wie ziet je?

*50 Jezus vroeg: ‘Geloof je omdat ik tegen je zei dat ik je onder de

vijgenboom zag zitten? Je zult nog grotere dingen zien.’

*51 ‘Waarachtig, ik verzeker jullie,’ voegde hij eraan toe, ‘jullie zullen de

hemel geopend zien, en de engelen van God zien omhooggaan en neerdalen

naar de Mensenzoon.’

Page 48: Wie ziet je?

Zien = van hart tot hart zien

Mattheus 14: 14

En toen Hij uit het schip ging, zag Hij een grote schare, en Hij werd met ontferming over hen bewogen en genas hun zieken.

Page 49: Wie ziet je?
Page 50: Wie ziet je?

P 139 – 1, 2, 7

Heer die mij ziet zoals ik ben

Page 51: Wie ziet je?

Psalm 139 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. L. Bourgeois 1551

Page 52: Wie ziet je?

Psalm 139 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. L. Bourgeois 1551

Page 53: Wie ziet je?

Psalm 139 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. L. Bourgeois 1551

Page 54: Wie ziet je?

Psalm 139 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. L. Bourgeois 1551

Page 55: Wie ziet je?

Psalm 139 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. L. Bourgeois 1551

Page 56: Wie ziet je?

Psalm 139 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. L. Bourgeois 1551

Page 57: Wie ziet je?

Danken en bidden.

Page 58: Wie ziet je?

collecte

1ste jeugdwerk

2de eigen gemeente

Page 59: Wie ziet je?

ELB 232 – 1, 2

Daar zijn geen grenzen aan Jezus macht.

Page 60: Wie ziet je?

Is hier een hart, door vrees benard,vermoeid door 's levens strijd?

Twijfel drukt u neer;gij struikelt telkens weer;

o, vat weer moed, want God is goeden steeds tot hulp bereid!Zo gij slechts kunt geloven,

ziet gij zijn heerlijkheid.

Page 61: Wie ziet je?

Refrein:Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht

voor elk die wond'ren van Hem verwacht.

Ja, wie Hem aanraakt ervaart zijn kracht.

Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht.

Page 62: Wie ziet je?

Gaat gij gebukt, door zorg gedrukt?Leg dan uw lasten neer!

Tob niet langer voort,vertrouw op 's Heren woord!

Hij hoort uw bee en schenkt u vreein liefde eind'loos teer.

Zo gij slechts kunt geloven,niets is onmooglijk meer!

Page 63: Wie ziet je?

Refrein:Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht

voor elk die wond'ren van Hem verwacht.

Ja, wie Hem aanraakt ervaart zijn kracht.

Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht.

Page 64: Wie ziet je?

Zegenbede

daarna opw 394

Genade en vrede zij u van de Vader

Page 65: Wie ziet je?

Genade en vrede zij u van de Vader;als u tot Hem nadert, dan nadert Hij u.

Genade en vrede zij u van de Vader;als u tot Hem nadert, dan nadert Hij u.

Page 66: Wie ziet je?

Genade en vrede zij u van de Vader;als u zich vernedert, rechtvaardigt Hij u.

Genade en vrede zij u van de Vader;als u zich vernedert, rechtvaardigt Hij u.

Page 67: Wie ziet je?

Genade en vrede zij u van de Vader;als u zich ontledigt, verzadigt Hij u.

Genade en vrede zij u van de Vader;als u zich ontledigt, verzadigt Hij u.

Page 68: Wie ziet je?