Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

16
Whitepaper Inhoud: 1 Inleiding 2 2 Top Tien Topics 3 - Financieel toezicht 3 - Verklaring Beleggingsbeginselen 6 - Het pensioenakkoord 6 - Risicomanagement 7 - Deskundigheid 8 - Governance 9 - Communicatie 9 - Uitvoeringskosten 10 3 Conclusie 12 4 Aanbevelingen 13 April 2012 (Euro)landen die op de rand van faillissement verkeren en banken die omvallen. Meer dan honderd Nederlandse pensioenfondsen die de benodigde dekkingsgraad niet halen. Pensioenfondsbestuurders die kennistoetsen en vergaande verantwoording moeten afleggen. Consolidatie die in de laatste tien jaar leidde tot een halvering van het aantal pensioenfondsen. De omgeving van pensioenfondsbestuurders is de afgelopen tijd drastisch veranderd. En hoewel Nederland internationaal gezien nog altijd een sterk en robuust pensioenstelsel heeft, zijn ook hier vaste waarden en zekerheden verdwenen. De kunst is om juist in deze onzekere tijden grip te houden op de situatie. Deze whitepaper behandelt de volgens Aon Hewitt belangrijkste thema’s waar pensioenfondsbestuurders op dit moment mee te maken hebben. Elk van deze onderwerpen heeft zijn eigen onzekerheden. Maar voor ieder thema zijn er ook mogelijkheden om ‘in control’ te blijven en regie te houden. Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

description

 

Transcript of Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

Page 1: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

Whitepaper

Inhoud:

1 Inleiding 2

2 Top Tien Topics 3

- Financieel toezicht 3

- Verklaring Beleggingsbeginselen 6

- Het pensioenakkoord 6

- Risicomanagement 7

- Deskundigheid 8

- Governance 9

- Communicatie 9

- Uitvoeringskosten 10

3 Conclusie 12

4 Aanbevelingen 13 April 2012

(Euro)landen die op de rand van faillissement verkeren en banken die omvallen. Meer dan honderd Nederlandse pensioenfondsen die de benodigde dekkingsgraad niet halen. Pensioenfondsbestuurders die kennistoetsen en vergaande verantwoording moeten afleggen. Consolidatie die in de laatste tien jaar leidde tot een halvering van het aantal pensioenfondsen.

De omgeving van pensioenfondsbestuurders is de afgelopen tijd drastisch veranderd. En hoewel Nederland internationaal gezien nog altijd een sterk en robuust pensioenstelsel heeft, zijn ook hier vaste waarden en zekerheden verdwenen.

De kunst is om juist in deze onzekere tijden grip te houden op de situatie. Deze whitepaper behandelt de volgens Aon Hewitt belangrijkste thema’s waar pensioenfondsbestuurders op dit moment mee te maken hebben. Elk van deze onderwerpen heeft zijn eigen onzekerheden. Maar voor ieder thema zijn er ook mogelijkheden om ‘in control’ te blijven en regie te houden.

Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

Page 2: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

2 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

1 Inleiding(Euro)landen die op het randje van een faillissement verkeren en banken die omvallen. Meer dan honderd

Nederlandse pensioenfondsen die de benodigde dekkingsgraad niet halen. Pensioenfondsbestuurders die

kennistoetsen en verregaande verantwoording moeten afleggen. Consolidatie die leidde tot een halvering

van het aantal pensioenfondsen in de laatste tien jaar.

De omgeving van pensioenfondsbestuurders is de afgelopen tijd drastisch veranderd. Nederland heeft

internationaal gezien nog altijd een sterk en robuust pensioenstelsel. Toch lijken, mede door de onzekerheid

in de wereld, ook hier vaste waarden te zijn verdwenen.

‘Zekerheid’ was juist decennialang een belangrijk kenmerk van het Nederlandse pensioenstelsel. Zekerheid

voor deelnemers, werkgevers en pensioenfondsbestuurders. Een stabiele groei van beleggingen, een

goed pensioenbedrag in het vooruitzicht, jaarlijks kunnen indexeren: veel van deze oude zekerheden,

die soms wel wetmatigheden leken, zijn er niet meer. Mede daardoor zijn tal van nieuwe ontwikkelingen,

regels en toetsingskaders gekomen.

Voor pensioenfondsbestuurders betekent het dat kort op de bal gespeeld moet worden. Door de actuele

ontwikkelingen goed te volgen, maar ook door pragmatisch een continue focus te hebben op visie en

beleid waarmee het pensioenfonds op de juiste koers gehouden kan worden. En dat in een tijd waarop

ook het functioneren van de pensioenfondsbestuurder zelf onder een vergrootglas ligt.

Alle elementen in ogenschouw nemend, zijn er volgens Aon Hewitt tien onderwerpen die u als pensioen-

fondsbestuurder de komende jaren hoog op de agenda dient te zetten. In willekeurige volgorde zijn dat:

Top Tien Topics

1 Evaluatie herstelplan

2 Financieel crisisplan

3 Continuïteitsanalyse

4 Verklaring Beleggingsbeginselen

5 Pensioenakkoord

6 Risicomanagement

7 Deskundigheid

8 Governance: bestuursmodellen

9 Communicatie

10 Uitvoeringskosten

De kunst is om juist in deze onzekere tijden ‘in control’ te blijven en regie te houden. Deze whitepaper

beschrijft de volgens Aon Hewitt belangrijkste thema’s waar pensioenfondsbestuurders mee te maken

hebben. Elk van deze onderwerpen heeft zijn eigen onzekerheden. Maar voor elk thema zijn er ook moge-

lijkheden om ‘in control’ te blijven en regie te houden.

In de volgende hoofdstukken geven we duiding aan deze thema’s, trekken we conclusies en doen we

aanbevelingen. Met als centrale vraag: Hoe houdt u grip op de situatie? De whitepaper wordt afgesloten

met een conclusie en enkele aanbevelingen.

Page 3: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

3 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

2 Top Tien Topics

Topic 1, 2 en 3 - Financieel toezichtEr worden door toezichthouders zoals De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten

(AFM) tal van beleidsmaatregelen gehanteerd en steeds meer nieuwe regels ingevoerd. De laatste jaren

neemt het aantal verder toe. Pensioenfondsen moeten zich hieraan conformeren. Dat geeft extra werk.

Het geeft ook goede richtlijnen waar pensioenfondsen hun voordeel mee kunnen doen. Ze vormen immers

de aanleiding om nog eens goed het beleid tegen het licht te houden, risico’s in kaart te brengen en

scenario’s te beschouwen.

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste onderwerpen aangestipt die betrekking hebben op het financieel

toezicht, te weten:

1 Evaluatie herstelplan

2 Financieel crisisplan

3 Continuïteitsanalyse

Vervolgens trekken we hier conclusies uit en geven we met enkele aanbevelingen weer hoe pensioen-

fondsbestuurders hiermee om kunnen gaan.

Evaluatie herstelplanIn 2009 hebben veel pensioenfondsen die niet aan de benodigde dekkingsgraden voldeden, een korte-

en/of lange termijn herstelplan ingediend bij DNB. Gedurende de uitvoering van dit herstelplan is het

fonds verplicht om jaarlijks bij DNB een evaluatie van dit herstelplan in te dienen. Daarnaast is het belang-

rijk dat het bestuur in 2012 en 2013 de ontwikkeling van de dekkingsgraad blijft monitoren.

De evaluatie over 2011 is recent ingediend. Indien uit deze evaluatie blijkt dat op basis van het huidige

beleid het fonds uiterlijk 2013 niet uit de situatie van dekkingstekort is, dan moet het fonds aanvullende

maatregelen nemen. In veel situaties zal dit een korting van de aanspraken betekenen. Ook andere maat-

regelen zijn mogelijk, zoals het verhogen van de premies.

Financieel crisisplanAlle pensioenfondsen moeten vóór 1 mei 2012 een financieel crisisplan opstellen. Met een financieel crisis-

plan zijn besturen voorbereid op crisissituaties en zijn belanghebbenden vooraf geïnformeerd over de

consequenties van maatregelen. Het financieel crisisplan heeft betrekking op pensioenfondsen in eigen

beheer en herverzekerde pensioenfondsen met een kapitaalcontract. Pensioenfondsen met een garantie-

contract of pensioenfondsen die in liquidatie verkeren, vallen hier buiten.

ContinuïteitsanalyseVeel pensioenfondsen hebben in 2009 in het kader van het herstelplan een continuïteitsanalyse uitgevoerd.

De Pensioenwet schrijft voor dat pensioenfondsen eens in de drie jaar deze studie moeten uitvoeren. Een

continuïteitsanalyse laat de effecten zien van het huidige beleid van het pensioenfonds op langere termijn.

Het kan de aanleiding vormen om dit breder aan te vliegen en beleidswijzigingen en scenario’s te toetsen

op knelpunten.

Page 4: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

4 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

Conclusie en visieHet aantal pensioenfondsen dat een herstelplan heeft moeten indienen, is historisch hoog. DNB heeft bewezen

coulant te zijn door de hersteltermijnen op te rekken van drie naar vijf jaar. Dit heeft pensioenfondsbestuurders

de kans gegeven om met de bijzondere marktomstandigheden die in 2009 heersten, om te gaan.

De bijzondere omstandigheden waarvan rond 2009 sprake was, hebben nog steeds geen plaats gemaakt

voor een stabielere markt. In tegendeel: de kredietcrisis is uitgemond in een bankencrisis en zelfs een

landencrisis. Dit maakt dat pensioenfondsen nog altijd te maken hebben met grote uitdagingen en veel

onzekerheden, zeker ten aanzien van de economische situatie.

De invoering van de beleidsregel van DNB om een financieel crisisplan op te stellen, is een antwoord op

de verslechtering van de dekkingsgraden van pensioenfondsen. Het moet pensioenfondsen dwingen zich

beter voor te bereiden op situaties zoals deze zich tijdens de kredietcrisis manifesteerden. Net als bij de

verplichting tot het maken van herstelplannen, dwingt het opstellen van een financieel crisisplan pensioen-

fondsbestuurders goed na te denken over dit onderwerp. Ook in dit geval kan de maatregel van DNB als

basishandleiding worden gezien, maar belet dit het pensioenfonds niet om zelf nog verbeteringen aan te

brengen en deze te bespreken met DNB voor een prudent beleid.

Door bepaalde scenario’s op voorhand uit te werken, kunnen pensioenfondsen zich beter wapenen tegen

uitzonderlijke situaties die de afgelopen jaren niet meer zo uitzonderlijk bleken. Het vergroot de slagvaar-

digheid en zorgt ervoor dat pensioenfondsen beter zijn voorbereid op deze situaties. Deelnemers krijgen

vooraf beter inzicht in mogelijke gevolgen van een financiële crisissituatie.

Het hebben van een financieel crisisplan is te allen tijde aan te bevelen. De laatste jaren hebben wel uitge-

wezen dat het ontbreken ervan in sommige gevallen hebben geleid tot veel kopzorgen voor pensioen-

fondsbestuurders. Nu het hebben van een financieel crisisplan een verplichting is, neemt dit voor een

belangrijk deel deze onzekerheden weg. Hetzelfde geldt voor een continuïteitsanalyse: de verplichting heeft

als voordeel dat het de aanleiding kan zijn om het huidige beleid nog eens goed tegen de toekomstige

verplichtingen aan te houden, knelpunten te toetsen en de effecten van beleidsaanpassingen te meten.

Aanbevelingen Naast de wettelijke verplichting de herstelplannen eens per jaar te evalueren, is het raadzaam hier continu

de vinger aan de pols te houden. Dit kan door de dekkingsgraden nauwlettend in de gaten te houden,

maar ook door met regelmaat de genomen beslissingen te monitoren. Onderdeel van de beleidsregel van

DNB rondom het financieel crisisplan, is dat pensioenfondsen verplicht worden het up-to-date te houden.

Ook dit zorgt ervoor dat pensioenfondsbestuurders meer ‘in control’ blijven. Het is raadzaam doorlopend

inzicht te hebben in de crisisplannen voor de belangrijkste risico’s. Een goed middel om dat te doen, is

door de basisprincipes van risicomanagement toe te passen.

Bedenk bij elk onderwerp:

1) Wat het risico precies is. (Identificeer het risico)

2) Hoe groot dit risico is. (Bedenk wat de impact is)

3) Hoe het risico beheersbaar kan worden. (Neem maatregelen)

4) Hoe het risico na de beheersmaatregelen eruit ziet. (Monitor het risico, toets of de genomen

maatregelen voldoende zijn)

Page 5: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

5 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

Denk na over de risico’s die echt belangrijk zijn en hou het simpel. Als u de materie niet begrijpt, neem dan

ook geen maatregelen maar doe dat pas als u de basisprincipes ook zelf begrijpt en kunt uitleggen. Daar-

naast is het goed om bepaalde scenario’s op voorhand uit te werken en te kijken naar mogelijke stappen

die genomen kunnen worden in specifieke gevallen. Om zeker te weten of het bestuur de regie in handen

heeft, zouden pensioenfondsbestuurders zichzelf doorlopend de vraag moeten stellen of ze antwoord

hebben op de belangrijkste risicovragen, zoals:

• Waar liggen op dit moment de belangrijkste beleggingsrisico’s voor het fonds?

• Wat zijn, buiten mijn beleggingsrisico, andere risico’s waar ik aan blootgesteld ben?

• Hoe zijn de vooruitzichten met betrekking tot de verplichtingen?

• Hoe is de governance geregeld, en voldoet dit?

• Wanneer is er voor het laatst een integrale risicoscan gedaan op de kans en impact van risico’s?

Topic 6 gaat nader in op risicomanagement.

Wees niet bang een eigen koers te varen als het gaat om de invulling van het herstelplan of financieel

crisisplan. Uiteraard moeten de plannen binnen de kaders van DNB vallen, maar kijk vooral naar de beste

mogelijkheden voor het pensioenfonds. Beschouw de kaders als leidraad en gebruik dit als basis voor het

plan. Mocht uw plan, in positieve zin, afwijken van de lijn van DNB, ga dan in overleg met DNB over de

mogelijkheden.

Ook als het gaat om de continuïteitsanalyse, is het belangrijk niet alleen naar de richtlijnen van DNB te

kijken, maar ook te bekijken wat realistisch is. Voor de continuïteitsanalyse moet het bestuur op basis van

huidige en toekomstige cijfers weten welke kant het pensioenfonds opgaat. Test dit aan de realiteit.

Hou tenslotte de verschillende rekenrentes in gedachten. Sinds eind 2011 moeten pensioenfondsen hun

dekkingsgraad baseren op een gemiddelde marktrente over de voorafgaande drie maanden, in plaats van

de dagelijks wisselende rentekoersen. De kans bestaat dat er in de toekomst weer wordt teruggegrepen

op de dagelijkse wisselkoersen, of een andere vorm van rekenrente. Door de ontwikkeling van de dek-

kingsgraad vanuit verschillende rekenrentes te monitoren, is de kans om verrast te worden kleiner.

Identificeren

(wat zijn de risico’s en doelstellingen?)

?Kwantificeren

(hoe groot zijn de risico’s?)

Implementeren

(hoe risico’s behouden, beperken, verwijderen?)

Herwaarderen van risico’s,

monitoren en reviewen

(dashboard)

De Aon Hewitt Risicocyclus

Page 6: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

6 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

Topic 4 - Verklaring BeleggingsbeginselenIn dit hoofdstuk wordt ingegaan op de Verklaring Beleggingsbeginselen. Na een korte uiteenzetting volgt

een conclusie en enkele aanbevelingen voor pensioenfondsbestuurders.

In de Europese Pensioenrichtlijn, in de Pensioenwet en het Financieel Toetsingskader (FTK) staat dat

ieder pensioenfonds een ‘Verklaring Beleggingsbeginselen’ moet hebben. Ook de commissie Frijns en de

Pensioenfederatie hebben gewezen op het belang van het vaststellen van een strategisch risicokader.

Bovendien stelt DNB in brieven gerichte vragen aan pensioenfondsen over de gemaakte keuzes met

betrekking tot het risicoprofiel van het beleggingsbeleid. Het verwijzen naar de vermogensbeheerder

of adviseur is niet voldoende omdat het bestuur ook bij verregaande uitbesteding juridische en morele

eindverantwoordelijkheid draagt.

Conclusie en visieMiddels de Verklaring Beleggingsbeginselen moet het bestuur van een pensioenfonds kunnen aantonen

dat het op verantwoorde manier omgaat met de pensioengelden van de belanghebbenden. Dat kan

alleen als het bestuur ook goed weet hoe de beleggingsbeginselen zijn vormgegeven. Dit dwingt pensioen-

fondsen goed na te denken over het te voeren beleid.

Beleggen brengt risico’s met zich mee. Het is dus belangrijk dat het risicoprofiel van de beleggingsporte-

feuille aansluit bij het risicoprofiel van de belegger.

AanbevelingenEen verantwoord beleggingsproces begint bij het opstellen van een verklaring beleggingsbeginselen

waarin het bestuur het beleggingsbeleid documenteert en motiveert. Een goede verklaring beleggings-

beginselen heeft aandacht voor de beleggingsdoelen, investment beliefs, risicotolerantie, strategische

asset allocatie en een dashboard van key performance indicators. Zorg dat deze elementen erin zitten.

Voordat u gaat koken, maakt u een boodschappenbriefje en denkt u na welke ingrediënten u nodig heeft en

welke ingrediënten u lekker vindt. Zo is het ook met beleggingsbeginselen: weet wat u doet en wees u bewust

van waar dit toe leidt. Stap niet zondermeer in ingewikkelde producten en constructies, maar zorg eerst dat u

deze begrijpt, bijvoorbeeld door verder door te vragen bij uw vermogensbeheerder of te sparren met anderen.

Topic 5 - Het pensioenakkoordIn juni 2011 is er een pensioenakkoord gesloten tussen het kabinet en sociale partners. Dit akkoord bevat

afspraken over onder andere de inrichting van een nieuwe pensioenstelsel. Op dit moment wordt onder

meer gewerkt aan de aanpassing van de Pensioenwet en dan met name het Financieel Toetsingskader

(FTK). De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verwacht in mei 2012 de hoofdlijnen van het

nieuwe pensioenakkoord te presenteren.

Conclusie en visieOp dit moment is nog altijd niet duidelijk wat de concrete uitwerking wordt van het pensioenakkoord. Dat

de pensioengerechtigde leeftijd omhoog gaat, is vrijwel zeker. Maar per wanneer en met welke leeftijd, is

nog altijd onderwerp van politiek gesprek. Dit maakt dit onderwerp voor onder andere werkgevers en

pensioenfondsbestuurders nog altijd onzeker. Ongeacht de precieze invulling blijft de basisfunctie van

een pensioenfonds echter staan. Net als de verplichtingen die de toezichthouders opleggen, is het pensioen-

akkoord een goede aanleiding om diverse beleidsmaatregelen nog eens goed te beschouwen.

Page 7: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

7 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

AanbevelingenHoewel de pensioenleeftijd en de exacte inhoud van het pensioenakkoord nog niet bekend zijn, zijn de

contouren duidelijk. Pensioenfondsbesturen, werkgevers en sociale partners hoeven daarom in de tussen-

tijd niet stil te zitten. Pensioenfondsen kunnen nu alvast het initiatief naar zich toetrekken. Het gaat namelijk

ook om de bewustwording dat er veranderingen binnen het pensioenstelsel gaan optreden, waar risico’s

en mate van zekerheden mogelijk een andere visie en strategie met zich meebrengen. Anticipeer hierop,

bijvoorbeeld door de meest waarschijnlijke scenario’s uit te werken en hier beleid op te ontwikkelen. Of door

alvast in gesprek te gaan met de sociale partners over de premieruimte of het ambitieniveau van de rege-

ling. De volatiele markt en de huidige grote mate van onzekerheid, kunnen een overweging vormen om

goed te kijken naar de ambitie van het pensioenfonds en te heroverwegen of een nominale dan wel een

reële regeling het best past. Ook dat onderwerp kan met de sociale partners en belanghebbenden worden

besproken als onderdeel van de gesprekken over de toepassing van het pensioenakkoord.

Bedenk nu alvast wat de jaarlijkse impact op het pensioenfonds is en bereidt u daarop voor. Geef alvast

invulling aan de contouren die reeds bekend zijn en bedenk hoe de situatie eruit ziet bij elk van de

verschillende maatregelen. Bekijk waar de knelpunten liggen en speel daarop in.

Topic 6 - RisicomanagementHet bestuur van een pensioenfonds moet een actueel en volledig beeld hebben van alle relevante risico’s

en zorgen voor gepaste beheersmaatregelen. Hierbij gaat het om zowel financiële als niet-financiële risico’s.

Nieuwe beleidsregels en verplichtingen, maar ook de onzekere omstandigheden bewijzen eens te meer

het belang van een goed risicomanagementbeleid. Cruciale vervolgstap is het beleid in te bedden in de

organisatie.

Conclusie en visieMet de huidige methoden en technieken zijn pensioenfondsen in staat inzicht te krijgen in hun (dagelijkse)

risicopositie. Ook kunnen ze dagelijks hun dekkingsgraad in kaart brengen. Naast inzicht in de huidige

stand van zaken, is het minstens zo belangrijk ervoor te zorgen dat risicomanagement is geborgd in de

organisatie. Het is van belang risicomanagement tastbaar maken en de grootste risico’s te beheersen. Hier-

mee kunnen pensioenfondsbestuurders meer regie naar zich toe trekken en zorgen dat ze klaar zijn voor

mogelijke risico’s; risicomanagement kan worden gezien als het ‘overkoepelende’ controlemiddel.

Risicomanagement dient nadrukkelijk op de agenda van pensioenfondsen te staan. Gezien de bestaande

onzekerheden en het toegenomen toezicht dient hier meer dan gemiddelde aandacht aan besteed te worden.

AanbevelingenKen de belangrijkste risico’s, weet welke maatregelen er nodig zijn om deze te beheersen en toets deze

doorlopend. Weet bijvoorbeeld in welke categorieën belegd is en met welke achterliggende redenen.

Maar onderken ook de risico’s binnen het bestuur: als een belangrijke portefeuille slechts bij één bestuurs-

lid is ondergebracht en deze persoon is er bijna nooit, of als het bestuur deskundigheid mist op een

belangrijk onderwerp, zijn dat potentiele risico’s. Hierin is tevens het verband met een juiste governance

duidelijk te onderkennen.

Ook voor risicomanagement geldt: hou het simpel. Zet de belangrijkste risico’s op een A4-tje en bespreek

deze wekelijks met het voltallige bestuur. Elk afzonderlijk bestuurslid zou antwoord moeten kunnen geven

op vragen als: wat gebeurt er momenteel op de markten, hoe staat het fonds er voor, welke risico’s zijn er

Page 8: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

8 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

en welke maatregelen kunnen genomen worden om deze beheersbaar te maken? Door bij elk overleg de

belangrijkste risico’s na te lopen, is al veel te winnen.

Topic 7 - Deskundigheid Het op peil houden van de deskundigheid van bestuursleden van pensioenfondsen blijft een continu proces.

Enerzijds is het van belang de deskundigheid van de individuele bestuursleden op een goed niveau te

houden. Tegelijkertijd is het van belang de competenties van het bestuur als geheel goed in ogenschouw

te nemen. Sinds 2011 zijn er gewijzigde beleidsregels van DNB en AFM van kracht. Als reactie en uitwerking

hierop heeft de Pensioenfederatie de ‘Aanbevelingen deskundig en competent pensioenfondsbestuur’

opgesteld. Deze aanbevelingen hebben uitbreiding van het deskundigheidsplan tot gevolg. Daarnaast

moet het pensioenfondsbestuur voor alle bestuursfuncties profielen opstellen waarin de gewenste compe-

tenties voor bestuursleden zijn opgenomen.

Conclusie en visieEr wordt steeds meer deskundigheid verlangd van pensioenfondsbestuurders. Dit valt samen met het feit

dat de omgevingsfactoren steeds meer hierom vragen. Het pensioenvraagstuk is in de loop der jaren steeds

complexer geworden; de onzekere omstandigheden vergen veel van de deskundigheid van het bestuur.

Niet voor niets heeft er de afgelopen jaren een consolidatie onder pensioenfondsen plaatsgevonden. Door

intensievere samenwerking en door schaalvergroting hebben pensioenfondsen meer expertise in huis gehaald.

AanbevelingenHet is goed om externe expertise binnen te halen. Zorg er wel voor dat het bestuur deze kennis ook daad-

werkelijk structureel tot zich kan nemen en de regie heeft. Maak gebruik van experts door met ze te

sparren. Zorg dat u tegenwicht kunt geven.

Maak gebruik van de specialistische kennis binnen het bestuur, maar zorg te allen tijde dat men elkaar

begrijpt. Weet wat uw collega bestuurder precies aan het doen is. Dat is de enige manier om elkaar goede

feedback te geven. Het voorkomt ook dat het bestuur zich teveel laat leiden door één bestuurslid. Door

onderling kennis te delen, kan het bestuur met elkaar in discussie treden, waarna er een gezamenlijk

standpunt kan worden ingenomen. Zorg ervoor dat de groep aan elkaar gewaagd is, voorkom dat slechts

enkelen teveel overwicht hebben.

Zie daarnaast het eigen functioneren onder ogen en organiseer goed toezicht. Door in gesprek te gaan

met andere pensioenfondsen, kan van elkaar worden geleerd; doe aan kennisuitwisseling. Ook het volgen

van opleidingen en bezoeken van seminars behoort tot de aanbevelingen.

Kijk ook naar de samenstelling van het bestuur. Vaak is dit een homogene groep. Vanuit verschillende

oogpunten, waaronder risicomanagement perspectief, kan meer diversiteit tot nieuwe inzichten en betere

besluitvorming leiden en tunnelvisie voorkomen.

Page 9: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

9 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

Topic 8 - GovernanceHet kabinet wil de besturen van pensioenfondsen versterken. Het kabinet past hiervoor de huidige regels

voor bestuur en medezeggenschap bij pensioenfondsen aan. In de toekomst kunnen pensioenfondsen uit

twee bestuursmodellen kiezen. Het eerste model is een aanpassing van de bestaande bestuursvorm waarin

werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden zijn vertegenwoordigd. Daar kunnen ook externe

deskundigen aan worden toegevoegd. Het tweede model is nieuw en houdt in dat een pensioenbestuur

volledig bestaat uit externe beroepsbestuurders. Dit bestuur wordt gecontroleerd door een belangheb-

bendenorgaan, bestaande uit werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden.

Ook bevat het wetsvoorstel de verplichting voor pensioenfondsen om in het jaarverslag te rapporteren hoe

er in het beleggingsbeleid rekening wordt gehouden met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale ver-

houdingen. Dit jaar wordt het definitieve wetsvoorstel gepubliceerd. Een pensioenfonds moet zich derhalve

in 2012 oriënteren over de gewenste inrichting van het bestuursmodel.

Conclusie en visieHet versterken van de besturen van pensioenfondsen is nodig vanwege de steeds complexere omgeving

waarin pensioenfondsen hun werk moeten doen. Dit vraagt om meer deskundigheid in besturen en een

grotere betrokkenheid van premiebetalers en gepensioneerden. Daarnaast wil het kabinet met deze maat-

regel de bureaucratie terugdringen.

AanbevelingenOngeacht het model dat wordt gekozen, moet de basis goed zijn. Net als bij het pensioenfondsbestuur, is

het van belang te voorkomen dat slechts enkelen het voor het zeggen krijgen.

Wanneer de keuze valt op de bestaande bestuursvorm waarin werkgevers, werknemers en pensioenge-

rechtigden zijn vertegenwoordigd, is het aan te raden de samenstelling zoveel mogelijk een dwarsdoor-

snede te laten zijn van de deelnemers. Door ook vrouwen en jongere deelnemers te betrekken, kunnen de

belangen van alle deelnemers beter worden meegewogen in de besluitvorming. Dit voorkomt niet alleen

tunnelvisie, maar kan ook leiden voor meer draagvlak voor impopulaire maatregelen.

Topic 9 - CommunicatieHet onderwerp pensioen heeft nog nooit zoveel aandacht bij deelnemers en in de media gehad als

momenteel het geval is. Een goede en gestructureerde wijze van communicatie over pensioenen is dus

van groot belang, zeker gezien het groot aantal wijzigingen dat ons nog te wachten staat. Maatregelen

van toezichthouders (denk aan de invoering van het Uniform Pensioen Overzicht) versterken het belang

om veel aandacht te besteden aan de communicatie. DNB en AFM leggen veel nadruk op goede commu-

nicatie en stellen hier steeds vaker richtlijnen en regels over op.

Ondanks de vele andere onderwerpen die nu en in de toekomst spelen, is het van belang het communicatie-

plan en de communicatieactiviteiten voor 2012 en 2013 niet uit het oog te verliezen en waar nodig aan te

passen aan de huidige omstandigheden.

Conclusie en visiePensioenfondsen hebben altijd de verplichting gehad goed over pensioenen te communiceren. De laatste

jaren wordt daar door de toezichthouders strikter op toegezien. Zo verlangt de AFM tijdige en begrijpelijke

communicatie over pensioenhoogtes en eventuele maatregelen.

Page 10: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

10 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

Met name door deelnemers werd pensioencommunicatie in het verleden vaak voor kennisgeving aange-

nomen. Omdat het onderwerp momenteel zoveel aandacht krijgt, is het van belang om extra aandacht te

geven aan de communicatie over het onderwerp. Transparantie kan verrassingen voorkomen en zorgen

dat er draagvlak is voor mogelijke maatregelen. Heldere communicatie is essentieel om dit draagvlak te

creëren.

AanbevelingenNu het onderwerp ‘pensioenen’ de aandacht heeft, biedt dit kansen voor pensioenfondsbestuurders het

beleid en mogelijke maatregelen onder het voetlicht te brengen. Door te communiceren op een manier

die voor alle belanghebbenden begrijpelijk is, kan draagvlak worden gecreëerd. Het verschaffen van

inzicht aan belangrijke stakeholders, waaronder de deelnemers, kan meer begrip creëren en daarmee de

positie van het pensioenfondsbestuur verstevigen. Voorwaarde is wel dat er daadwerkelijk duidelijkheid

wordt gegeven op een manier die voor een grote groep te begrijpen valt. Dit kunt u toetsen door bijvoor-

beeld vooraf een communicatieboodschap aan een representatieve groep deelnemers voor te leggen en

te vragen of zij het begrijpen.

Maak gebruik van moderne communicatiemiddelen. Sommige pensioenfondsen kiezen er bijvoorbeeld

voor om dagelijks hun dekkingsgraad online beschikbaar te maken voor deelnemers.

Topic 10 - UitvoeringskostenIn november 2011 heeft de Pensioenfederatie haar ‘Aanbevelingen uitvoeringskosten’ gepubliceerd. De

uitvoeringskosten moeten volledig bekend zijn binnen het pensioenfonds en beschikbaar zijn voor deel-

nemers. De Pensioenfederatie doet aanbevelingen voor de wijze waarop deze kosten gecommuniceerd

kunnen worden en hoe de communicatie kan worden uitgesplitst naar de verschillende groepen stakeholders.

De federatie ziet daarbij het boekjaar 2011 als startjaar. Voor de aanbevelingen geldt: comply or explain,

wat er op neerkomt dat als een pensioenfonds niet aan de aanbevelingen voldoet, het fonds daar een

goede verklaring voor moet geven.

Conclusie en visie Met de consolidatie en samenwerking onder pensioenfondsen en de daarmee gepaard gaande schaalver-

groting, zijn er de afgelopen jaren veel efficiencyslagen gemaakt. Het beperken van de uitvoeringskosten

heeft daarmee al enige tijd de aandacht van pensioenfondsbestuurders. Nu veel pensioenfondsen in zwaar

weer verkeren, worden de uitvoeringskosten nog meer tegen het licht gehouden. De verplichting deze

kosten te communiceren, kan meer duidelijkheid en daarmee meer begrip creëren onder bijvoorbeeld de

deelnemers. Voorwaarde is wel, dat deze uitvoeringskosten goed te verantwoorden zijn.

Aanbevelingen De implementatie van de aanbevelingen van de Pensioenfederatie kan een goed moment zijn om, naast

het verschaffen van het benodigde inzicht, te kijken naar de hoogte van de uitvoeringskosten en de moge-

lijkheden om kosten te reduceren.

Denk hierbij met name aan vermogensbeheerkosten, die ongeveer twee derde van de totale kosten vormen.

Kijk naar de doorlopende afspraken die zijn gemaakt en vergelijk dit met de markt. Veel afspraken zijn

gemaakt op basis van de vaste jaarlijkse vergoeding die zijn vastgesteld op een bepaald moment in het

verleden en zijn geldig voor de contractsperiode. Door toegenomen concurrentie, in combinatie met

almaar veranderende marktomstandigheden, kunnen deze vaste kosten mogelijk omlaag, wat direct

Page 11: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

11 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

impact heeft op de rendementen. Door kennis te hebben van de beleggingsproducten die het fonds

heeft, te weten hoe deze beleggingen het doen op de markt en de gemaakte afspraken met vermogens-

beheerders te kennen, kan met hen het gesprek worden aangegaan over hun vergoedingen.

Naast deze directe kosten, is het goed om frequent te kijken naar de indirecte kosten van vermogensbe-

heerders. Door te vragen naar de ‘inkoopprijs’ van bijvoorbeeld derivaten, kan kritischer worden gekeken

naar de kosten voor vermogensbeheer.

Ook voor wat betreft de administratiekosten, is het lonend periodiek in gesprek te gaan met het administratie-

kantoor. Vaak worden kostenverhogingen als automatisme doorgevoerd, waar dit door de omstandigheden

niet altijd zo vanzelfsprekend hoeft te zijn.

Door samen te gaan met een soortgelijk pensioenfonds, of door een vergaande samenwerking aan te gaan,

kunnen er besparingen worden gerealiseerd op administratiekosten. Voorwaarde is wel dat de gehanteerde

regelingen op elkaar aansluiten. In de meeste gevallen is het zo dat hoe simpeler de regeling is, hoe minder

administratieve lasten dit met zich meebrengt. Bijkomend voordeel is dat een eenvoudige regeling ook

beter te begrijpen is door de deelnemers.

Page 12: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

12 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

Hoofdstuk 3 ConclusieOf het nu gaat om marktomstandigheden, deelnemers of toezichthouders, zeker is dat het aantal externe

factoren dat het werk van een pensioenfondsbestuurder beïnvloedt de laatste jaren enorm is gestegen. De

onzekerheid van zowel het werk als de inhoud van het werk van een pensioenfondsbestuurder is daarmee

flink toegenomen. Pensioenfondsbestuurders hebben zich de afgelopen jaren van hun beste kant moeten

laten zien. Veel pensioenfondsbesturen hebben de regie weten te behouden en de juiste maatregelen

getroffen. Met de uitdagingen die hen nog te wachten staan, is het zaak om in control te blijven.

Door deze onzekere factoren als kans te zien, kunnen pensioenfondsbestuurders de regie verder naar zich

toe trekken. Dit kan door de omstandigheden aan te grijpen om het beleid nog eens goed tegen het licht

te houden en de strategie te evalueren. Hiermee laat het bestuur van een pensioenfonds zien dat het visie

en durf heeft en controle houdt op de situatie.

Het ontwikkelen en inbedden van een goed risicomanagementbeleid helpt pensioenfondsbestuurders

regie te houden. Risicomanagement stopt niet bij een risico-inventarisatie, het gaat erom doorlopend de

risico’s te beheersen en te toetsen of de juiste maatregelen zijn genomen. Hou het simpel door de belang-

rijkste risico’s wekelijks door te nemen met het bestuur. Elke pensioenfondsbestuurder zou namelijk de

belangrijkste risico’s en de maatregelen om deze te beheersen moeten kennen. De implementatie van

het pensioenakkoord nadert en is daarmee een belangrijke aanleiding om invulling te geven aan het risico-

managementbeleid.

Een belangrijk aspect om ‘in control’ te blijven en regie te houden, is om de materie te begrijpen. Stap pas

in een beleggingsportefeuille of -product als u deze begrijpt; neem pas een besluit als u de consequenties

kent; maak gebruik van externe kennis maar laat u niet leiden door externe adviseurs. Voor al deze zaken

geldt: pas als u het zelf kunt uitleggen, kunt u er een goed besluit over nemen.

Er wordt van pensioenfondsbesturen steeds meer kennis verlangd. Pensioenfondsbestuurders kunnen

deze kennis tot zich nemen door van elkaar te leren en in gesprek te gaan met mede bestuursleden, in

plaats van teveel te varen op de kennis van enkele bestuursleden op specialistische onderwerpen. Een

andere manier is externe uitwisseling van kennis, door met soortgelijke pensioenfondsen in gesprek te

gaan of te sparren met externe adviseurs. Doorlopend blijven leren is daarbij erg belangrijk.

Om het kennisniveau van het bestuur als geheel te waarborgen, is het belangrijk elkaar hierop te toetsen

en doorlopend elkaar op de hoogte te houden, al is het maar op hoofdlijnen. Daarnaast speelt ook de

samenstelling van het bestuur een rol. Meer diversiteit kan leiden tot betere inzichten en voorkomt een

tunnelvisie.

Nu de markten erg volatiel zijn en er minder wordt verdiend op de beurs, is het goed om kritisch naar

de uitvoeringskosten te kijken. Door in gesprek te gaan met vermogensbeheerders, valt hier veel op te

besparen.

Page 13: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

13 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

Hoofdstuk 4 AanbevelingenAon Hewitt adviseert pensioenfondsbestuurders vooral kritisch naar zichzelf te kijken. Een goed bestuur

neemt initiatief, durft strategie en beleid aan te passen en weet tegenwicht te bieden aan externe adviseurs

en toezichthouders. Dat begint bij zelfkennis. Evalueer daarom doorlopend of de gekozen strategie de

juiste is, of het beleid moet worden aangepast, of de juiste mensen nog wel op de juiste plaats zitten en

of deze mensen de benodigde kennis en ervaring hebben. Loop niet weg voor verandering. De huidige

onzekere tijden vragen om flexibel beleid, aangepast op de situatie. Tegelijkertijd is het van belang de

lange termijn niet uit het oog te verliezen. Juist van een goed bestuur wordt verlangd dat ze verder kijken

dan de actuele situatie en mogelijke bedreigingen in ogenschouw te nemen. Goed risicomanagement

draagt hiertoe bij.

Gewijzigde marktomstandigheden en nieuwe wet- en regelgeving vergen veel van pensioenfondsbestuurders.

Grijp de evaluaties, herstelplannen, voorwaarden en eisen aan om zelf tot nieuwe inzichten te komen.

Ga uit van eigen kracht en durf eigenwijs te zijn. Weinigen hebben zoveel kennis van het pensioenfonds als

het eigen bestuur. Door hier transparant en open over te discussiëren, maakt dit het pensioenstelsel alleen

maar sterker. Maak de problemen niet groter dan ze zijn en de oplossingen niet moeilijker dan nodig. Pas

een oplossing slechts toe wanneer u deze begrijpt en kan uitleggen. Bedenk wat u zou doen als het uw

geld was. Is aan alles gedacht? Wat is er nog meer nodig?

Door op deze manier met de ontstane onzekerheden om te gaan, kan het bestuur van een pensioenfonds

ervoor zorgen dat het de regie houdt op de situatie.

De belangrijkste risicovragen waar elke bestuurder antwoord op moet kunnen geven

• Waar liggen op dit moment de belangrijkste beleggingsrisico’s voor het fonds?

• Wat zijn, buiten mijn beleggingsrisico, andere risico’s waar ik aan blootgesteld ben?

• Hoe zijn de vooruitzichten met betrekking tot de verplichtingen?

• Hoe is de governance geregeld en voldoet dit?

• Wanneer is er voor het laatst een integrale risicoscan gedaan op de kans en impact van risico’s?

Acht tips voor pensioenfondsbestuurders

• Laat u niet zonder meer leiden door richtlijnen, maar kijk wat het beste aansluit bij uw situatie.

• Stap pas in een beleggingsproduct of constructie als u deze begrijpt.

• Zorg ervoor dat risicomanagement wordt ingebed in uw organisatie; stel uzelf bij elk besluit of

maatregel de belangrijkste risicovragen.

• Laat u niet leiden door externe experts. Benut hun expertise maar maak zelf beleid.

• Stel verschillende scenario’s op en toets deze.

• Leer van uw mede pensioenfondsbestuurders en praat hen bij over uw expertise. Ga pas met elkaar

in discussie als iedereen op de hoogte is van de basisprincipes.

• Evalueer periodiek uw kosten en ga het gesprek aan met uw vermogensbeheerder.

• Gebruik de verplichte toetsingsmomenten als aanleiding om uw beleid en scenario’s tegen

het licht te houden.

Page 14: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

14 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

Frank Driessen

Frank Driessen is Chief Actuary en Principal Client Consultant. Hij is verantwoor-

delijk voor de advisering en kwaliteit van de R&FM (Retirement & Financial

Management) dienstverlening naar klanten van Aon Hewitt in Nederland.

Frank heeft jaren ervaring op bestuurs- en directie-niveau bij bedrijfstak- en

ondernemingspensioen-fondsen en ondernemingen.

Raymond de Kuiper

Raymond de Kuiper leidt de Risk & Financial Management Consulting afdeling bij

Aon Hewitt. Daarvoor is hij bijna tien jaar werkzaam geweest in Londen bij zowel

JP Morgan als Morgan Stanley op het gebied van financieel risicomanagement

voor Nederlandse financiële instituten, waaronder pensioenfondsen en (levens)-

verzekeraars.

Silvia Groeneweg

Silvia Groeneweg is Senior Client Consultant bij Aon Hewitt. Vanuit deze rol is zij

verantwoordelijk voor de begeleiding en advisering van pensioenfondsen en

(multinationale) ondernemingen op het gebied van hun pensioenbeleid, onder-

handelingstrajecten met verzekeraars en pensioenuitvoerders.

Page 15: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

15 | Whitepaper: Tien topics voor de pensioenfondsbestuurder | April 2012

Contact Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:

Frank Driessen T 040 265 43 60

M 06 129 918 85

E [email protected]

Raymond de Kuiper T 020 430 53 15

M 06 147 343 92

E [email protected]

Silvia Groeneweg T 040 265 43 21

M 06 431 972 21

E [email protected]

www.aon.nl

Volg Aon Hewitt

www.slideshare.net/AonHewitt

www.twitter.com/AonHewittNL

Verrijk uw kennis www.aon.nl/aonhewittevenementen

Page 16: Whitepaper tien topics voor de pensioenfondsbestuurder

7394

-V3-

WP-

Pens

Over Aon HewittAon Hewitt is wereldwijd marktleider in oplossingen voor human-resourcesmanagement.

Het bedrijf adviseert organisaties bij het oplossen van complexe vraagstukken op het gebied

van arbeidsvoorwaarden, talent management en daarmee samenhangende financiële uitdagingen.

Aon Hewitt ontwerpt, implementeert, communiceert en beheert een breed scala aan

oplossingen op het gebied van menselijk kapitaal, pensioenen, beleggingsbeheer, zorg,

beloningen, verzekeringen en talentmanagement. Hiermee verhoogt Aon Hewitt het

rendement op het belangrijkste kapitaal van organisaties: hun medewerkers. Het bedrijf telt

wereldwijd meer dan 29.000 professionals in 90 landen.

Aon Hewitt is onderdeel van verzekeringsmakelaar en risicoadviseur Aon plc in Londen.

Het wereldwijde Aon-netwerk omvat circa 600 kantoren in meer dan 120 landen en heeft

ruim 61.000 medewerkers. Meer informatie: www.aonhewitt.com.

© 2012 Aon Hewitt

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd,

opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm

of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige

andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Aon Hewitt.