Whitepaper Modern Onderwijs

download Whitepaper Modern Onderwijs

of 5

Transcript of Whitepaper Modern Onderwijs

  • 8/20/2019 Whitepaper Modern Onderwijs

    1/10

    Technologie maakt gedifferentieerd, flexibel, modern onderwijsmogelijk, waardoor de liefde voor leren een hoofdrol kan krijgen

    Een optimistischekijk op de huidigeontwikkelingen in

    het onderwijs

    Ricohwhitepaper

    modernonderwijs

  • 8/20/2019 Whitepaper Modern Onderwijs

    2/10

    Inhoudsopgave

    Inleiding

     

    Inleiding 3

    1 Pleidooi voor ander onderwijs: prikkel de nieuwsgierigheid van het kind 5

    2 De spelregels voor verandering van het onderwijs 7

    3 De hoekpunten van het onderwijs uitgelicht 9

    3.1 De organisatie 9

    3.2 De leraar 10

    3.3 Het systeem 12

    Epiloog 14

     

    Het borrelt in het Nederlandse onderwijs, het bruist en het knelt. Ontwikkelingen volgen elkaar

    in razendsnel tempo op. Een greep uit de gebeurtenissen rond de start van d it schooljaar:

    De challenge ´Onze nieuwe School´ in Amsterdam waarbij iedereen mee kon denken over een

    nieuw, ander, beter schoolconcept, leverde maar liefst 124 heel verschillende plannen op. Een

    paar van deze gedroomde scholen zullen echt opgericht worden.

    Onderzoek onder leraren en schoolleiders over ‘een jaar passend onderwijs’ wees uit dat

    vrijwel alle ondervraagden de achterliggende gedachte steunen (‘Alle kinderen gaan – als het

    kan – naar het regulier onderwijs’). Maar de praktijk blijkt weerbarstig. Leraren voelen zich

    klem zitten: Hun werkdruk is gestegen; klassen zijn te groot en verschillen tussen kinderen in

    één klas zijn groter geworden. Leraren voelen zich niet goed genoeg opgeleid en hebben niet

    genoeg tijd om alle kinderen de extra ondersteuning te bieden die ze nodig hebben.

    In alle media bepleiten gedreven onderwijsmensen verandering, omdat ze telkens tegen de

    grenzen van het systeem aanlopen. Het vaste lesrooster met versnippering van lesuren voorelk vak, de starre indeling van lokalen en de verplichte toetsen belemmeren het verlangen van

    docenten om langer bij bepaalde thema’s stil te staan of ergens dieper op in te gaan. Leraren

    voelen te weinig vrijheid om hun lessen vorm te geven, leerlingen krijgen te weinig kansen om

    vanuit hun eigen belangstelling zelf te kiezen wat ze nog meer willen leren.

    • Zo presenteerde een groep leraren het manifest #Leraar2032. Hierin bepleiten z dat

    leraren niet alleen uitvoerders van het curriculum zouden moeten zijn, maar ook

    actieve vormgevers ervan; in dialoog met elkaar binnen school en met de

    schoolomgeving

    • Docenten René Kneyber en Jelmer Evers brachten (als hoofdauteurs) zowel een

  • 8/20/2019 Whitepaper Modern Onderwijs

    3/10

    Nederlandstalig vervolg als een internationale versie uit van het veelgeprezen boek Het

     Alternatief , respectievelijk Het Alternatief 2 en Flip the system. In deze boeken breken zij een

    lans voor het achter ons laten van de huidige instrumentele benadering en de afrekencultuur

    binnen het onderws. Z pleiten voor een verandering die van onderop begint met leraren die

    zelf de regie nemen over het onderwijs en zelf aan het roer gaan staan.

    De brede maatschappelijke dialoog onder de noemer ‘Onderwijs2032’, over onderwijs dat

    kinderen optimaal voorbereidt op toekomstige uitdagingen, mondde uit in een voorstel voor

    een advies aan het Kabinet door Platform Onderws2032 (onder leiding van Paul Schnabel):

    Onderwijs moet leerlingen begeleiden in hun ontwikkeling tot zelfstandige volwassenen die

    behalve vaardig, ook waardig en aardig zijn, voor zichzelf en voor hun omgeving.

    Het Platform pleit voor samenhangend onderws waarin leerlingen een solide

    gemeenschappelijke basis krijgen, die ze op grond van hun persoonlijke capaciteiten en

    interesses verdiepen en verbreden. Het onderwijs van de toekomst heeft als kenmerken:

    prikkelen van creativiteit en nieuwsgierigheid; leerlingen leren omgaan met vrijheid en

    verantwoordelijkheid; hen leren de kansen van de digitale wereld te benutten; maatwerk

    bieden.

    Het Platform is van mening dat leraren een stevige rol moeten spelen b het uitwerken van de

    voorgestelde visie. Leraren zullen in samenwerking met hun schoolleiding meer zelf de regie

    over de onderwijsinhoud krijgen en daar met hun team vorm aan geven.

    Pleidooi voor ander onderws: prikkel denieuwsgierigheid van het kind

    Op onderwsconferenties worden de lmpjes van onderwsgoeroe sir Ken Robinson nog steeds vaak

    getoond. Die hebben als strekking: ‘De tijden zijn veranderd, maar het onderwijs veranderde niet mee.

    Scholen zijn leerfabrieken, waar in feite op precies dezelfde wijze wordt lesgegeven als 100 jaar geleden

    en waar creativiteit de kop wordt ingedrukt’.

    Hij gaat daarbij wel erg kort door de bocht en doet onrecht aan al die scholen en leraren die zich een

    slag in de rondte werken om hun leerlingen zo goed mogelijk les te geven. Maar toch… zijn ook de

    meeste leraren en schoolbestuurders het met Robinson eens dat onderws exi beler, gedifferentieerder,

    persoonlijker, creatiever en moderner kan – en moet.

    Robbert Dkgraaf verwoordde dit zo in een lmpje b de start van de di aloog over #onderws2032:

    ‘Onderwijs bereidt kinderen voor op de toekomst. Het probleem is, die toekomst is ver weg en onzeker,

    en wordt door henzelf vormgegeven. Het is of je in één keer de iPhone25 moet ontwerpen. Daarom

    is het belangrijk dat we niet alleen de goede antwoorden geven, maar ook kinderen leren om de

    goede vragen te stellen en zelf het pad naar kennis af te lopen. Gelukkig is ieder kind een natuurlijke

    onderzoeker en borrelt van nieuwsgierigheid; die leerknop staat allang aan. Wij, ouders en docenten,

    moeten alleen met onze vingers v an de uitknop afblijven.’

    Biedt moderne apparatuur soelaas?

    Vaak wordt gesteld dat moderne technologie gedifferentieerd, flexibel, modern onderwijs kan faciliteren,

    mits didactisch oordeelkundig en goed gedoseerd ingezet.

    De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) bracht half september een

    onderzoeksrapport uit dat deze stelling lijkt te ondergraven. ‘De inzet van ICT doet onderwijs geen goed’,

    zo kopten veel media over dit onderzoek. Het rapport zelf is echter genuanceerder en onderscheidt

    drie groepen scholen: scholen waar nauwelijks iets met ICT wordt gedaan, scholen die matig gebruik

    maken van ICT en scholen die overmatig ICT gebruiken. De media richtten zich vooral op de eerste en

    de derde groep scholen, en dan blijkt dat onderwijs achteruit gaat als je te veel ICT gebruikt. Maar in de

    middengroep is wel vooruitgang merkbaar. De winst van het gebruik van technologie in het onderwijs

    zit in het goed gericht en gedoseerd inzetten ervan. De media maakten er een discussie van over ‘vóór

    of tegen technologie in het onderwijs’; maar die discussie moet op een dieper niveau gevoerd worden.

    Die moet gaan over wanneer, waar en voor wie je ICT kunt inzetten om tot het best mogelijke onderwijs

    voor elk kind te komen. En elk kind is verschillend, dus die inzet van technologie zal ook steeds perleerling verschillend moeten zijn.

    Wat betekent dit voor scholen, voor leraren?

    Het is wel duidelijk dat je er niet bent met het volhangen van het schoolgebouw met digiborden of

    interactieve schermen, het aanschaffen van kistenvol met tablets, het verstrekken van een laptop aan

    alle leerlingen, of met de afspraak dat iedereen zijn eigen apparaat meebrengt naar de les. Dan begint

    het pas; want hoe gebruik je als leraar die mooie spullen om je repertoire aan lesvormen uit te breiden,

    waardoor lessen aantrekkelijker worden en beter aansluiten bij de behoefte van de leerlingen? En hoe

    ontwijk je de valkuil dat nieuwe hulpmiddelen alleen worden gebruikt om de bestaande lesinhoud in een

    mooi nieuw technologisch jasje te steken?

    Technologie biedt veel mogelijkheden om andere werkvormen in te zetten in de les. Bij het ontwerpen

    1Hoofdstuk

    Ricoh whitepaper modern onderws 5

  • 8/20/2019 Whitepaper Modern Onderwijs

    4/10

    6  Ricoh whitepaper modern onderwijs   Ricoh whitepaper modern onderwijs 7

    De verandering van het onderwijs

    Het speelveld

    Als je onderwijs wilt veranderen met de inzet van moderne technologie, wat kom je daarbij dan

    tegen? Hoe ziet het ‘speelveld’ eruit?

    Er zijn drie belangrijke partijen aan te geven, hier voor de overzichtelijkheid in een driehoek geplaatst:

    1) De schoolorganisatie,

    2) De persoon van de leraar en

    3) Het onderwijssysteem.

    De leerling staat hier middenin.

    2Hoofdstuk

    van hun lessen moeten leraren niet alleen nadenken over lesdoel en werkvorm, maar ook over de manier

    waarop ICT die lessen anders, interessanter, leuker, indringender kan maken. Leraren moeten er dan wel

    de tijd voor krijgen om daarover na te denken, anders blijft het wellicht bij een filmpje vertonen op het

    interactieve bord.

    Technologie kan ook helpen bij het differentiëren. Eigenlijk zou je voor elk kind een individueel leerprofiel

    willen opstellen, zodat iedereen op eigen niveau, in eigen tempo en naar eigen belangstelling aan

    het werk kan. Dat is moeilijk te organiseren, maar toepassing van technologie helpt hierbij. Groepen

    leerlingen kunnen zelfstandig aan het werk gezet worden op hun eigen niveau; wie vooruitloopt op de

    rest, krgt een speciale uitdagende opdracht en wie ziek geweest is, kan wat stof inhalen. Zodat de leraar

    zelf z’n aandacht bewust kan verspreiden, interactie kan stimuleren en diepgang kan aanbrengen.

    1

    2 3

    De drie partijen, de drie hoekpunten staan in verbinding met elkaar: Als op een punt van de driehoek

    een besluit genomen wordt om iets op een andere manier aan te pakken, heeft dat ook impact op

    de andere twee. En op al deze drie niveaus in het onderwijs kan technologie een ondersteunende rol

    spelen om uitdagingen het hoofd te kunnen bieden.

    1) De organisatie

    Dit is het strategische, beleidsmatige niveau van het College van Bestuur of de directie van

    een school. Hier wordt de schoolvisie ontwikkeld, hier vallen beslissingen over verbouwingen

    en over aanschaf van apparatuur. Hier wordt nagedacht over vraagstukken als ‘Hoe blijf ik

    aantrekkelijk als school?’ en ‘Wat betekenen bepaalde beslissingen over aanschaf van materi-

    aal en veranderingen in aanpak binnen ons onderwijs voor de roosteraar, de administratie, de

    ICT-afdeling?’. Maar ook over ‘Hoe kunnen we binnen de regels die de Overheid ons oplegt,

    toch voldoende ruimte pakken om onderwijs vorm te geven op onze eigen manier?’. En over

    kwesties als ‘Kunnen we de leraar niet centraler stellen, meer vertrouwen geven en minder

    regelen vanuit de schoolorganisatie?’ en ‘Hoe kunnen we stimuleren dat onze mensen al hun

    kennis en kwaliteiten met elkaar verbinden, meer leren van elkaar en meer durven delen?’.

    ICT kan op dit niveau helpen om ideeën makkelijker met elkaar te delen en zo plannen en

    beslissingen op elkaar af te stemmen.

    2) De leraar

    De leraar stelt zich op als overdrager van kennis of als coach bij zelfstandig leren. Om ander,

    moderner, afwisselender en gedifferentieerder onderwijs te kunnen geven en leerlingen beter

    te kunnen begeleiden, zal de leraar routines moeten doorbreken, z’n repertoire van manieren

    van lesgeven uitbreiden en vaardigheden aanleren om technologie gericht en goed gedoseerd

    in te zetten. Bij het voorbereiden van de lessen zal de leraar nadenken over de stimulerende

    invloed van ICT op interactie, groepsdynamica en samenwerking tussen de leerlingen. Welke

    onderdelen van de les zijn geschikt voor zelfstudie; en waar kan gebruik van een interactief

    bord of lestafel het beoogde groepswerk stimuleren?

    leerling

  • 8/20/2019 Whitepaper Modern Onderwijs

    5/10

    8  Ricoh whitepaper modern onderwijs   Ricoh whitepaper modern onderwijs 9

    3) Het systeem

    Hoe geven we onderwijs op een moderne wijze vorm, terwijl we ook de normen en eindtermen in

    het oog houden? Hebben we nog wel het juiste onderwijssysteem voor deze tijd? Moeten we het

    nog steeds vooral hebben van (klassikale) instructie in groepen van gelijke leeftijd? Of zetten we

    ook andere leervormen in en gaan we uit van lesinhoud die leerlingen aanspreekt en stimuleren we

    21e eeuwse vaardigheden, zelfsturend gedrag en eigen verantwoordelijkheid met behulp van

    technologie? Kennis en expertise van buiten kan de school ingehaald worden door bvoorbeeld

    gebruik te maken van videoconferencing. Zo kunnen experts van over de hele wereld gastcolleges

    verzorgen of kunnen native speakers lessen verzorgen in moderne talen waar een school geen

    vakleerkracht voor kan aannemen.

    Zoals al geconstateerd werd: Beslissingen op een van de drie hoekpunten hebben impact op de andere.

    Die samenhang moet steeds in het oog gehouden worden, anders gaat ieder z’n eigen weg. Om synergie

    tussen die drie niveaus te versterken, zal ieders onderwijsvisie en manier van handelen op elkaar

    aangesloten moeten worden, en de structuur en de verschillende rollen op elkaar afgestemd.

    Een voorbeeld:Als je onderwijs anders wilt inrichten dan de vertrouwde klassikale vorm waarin de docent de

    voornaamste leerstofoverbrenger is (systeem), heb je niet veel aan een gebouw met alleen grote

    vaste klaslokalen (organisatie). Als onderwijs gedifferentieerder is, persoonlijker en ook meer

    gericht op samenwerken, zoek je ook naar diversiteit in werk- en leerplekken. Dat houdt dan wel

    in dat niet elke docent meer z’n eigen lokaal heeft (leraar). En misschien worden lesroosters wel

    overbodig (organisatie).

    De hoekpunten van het onderwijs uitgelicht

    3.1 De organisatie

     Visie ontwikkelen

    De visie op goed onderwijs zal leidend zijn in alle discussies op organisatieniveau. Vanuit die visie (‘Waar

    willen we heen, hoe willen we dat ons onderwijs er over drie of vijf jaar uitziet?’) kan gezamenlijk een

    groeipad ontwikkeld worden voor de school:

    • Hoe zorgen we dat ons onderwijs past bij onze onderwijsvisie, bij elke individuele leerling, bij de

    capaciteiten van onze leraren?

    • Hoe organiseren we dat ons onderwijs wint aan flexibiliteit, samenwerking en persoonlijke

    invulling?

    • Wat is er voor verandering nodig op het gebied van het gebouw, van (les)materialen en

    hulpmiddelen, van scholing en coaching van personeel?

    • Welke goede initiatieven zijn er al en hoe kunnen we de krachten bundelen en ontwikkelingen

    verbinden, zodat ze elkaar kunnen versterken?

    Ruimtes vormgeven

    Wellicht overweegt een school het onderwijs anders te organiseren en bijvoorbeeld af te stappen van

    de routine dat lessen gegeven worden door één leraar aan één klas tegelijk. Om in plaats daarvan een

    groepje leraren met verschillende vaardigheden in samenwerking de lessen te laten verzorgen; waarbij de

    één bijvoorbeeld heel goed instructie kan geven en de ander kan goed ontdekken hoe kinderen leren en

    daarop inspelen. Vanuit die samenwerking kunnen leerlingen misschien wel beter gestimuleerd worden

    in hun ontwikkeling.

    Dan moet tegelijkertijd worden nagedacht over de inrichting van ruimtes: Wat wil je bereiken? Instructie?

    Gefocust leren? Samenwerken in kleine groepjes? De indeling en de inrichting van een ruimte kan die

    nieuwe manier van werken ondersteunen, en zelfs uitlokken.

     

    Een voorbeeld:

    De TU Delft heeft op de faculteit Industrieel Ontwerpen een project ‘Next generation classroom’.

    Hierin wordt onderzocht hoe technologie zodanig flexibel ingezet worden dat docenten als het

    ware vanzelf worden uitgedaagd tot betere interactie-op-maat, die aansluit bij de belevingswereld

    van studenten.

    Er wordt op de TU Delft bijvoorbeeld onderzocht wat er gebeurt als je in een lokaal drie

    interactieve schermen plaatst, in plaats van één. Eén scherm of digibord lokt uit om dat te

    gebruiken als een veredeld krijtbord of whi teboard en dus bijna als vanzelf om standaard

    klassikale instructie te geven. Plaats je drie van die schermen, dan wordt een docent als het

    ware ‘gedwongen’ om na te denken over hoe die technologie zo effectief mogelijk te gebruiken

    afgestemd op lesinhoud, leerdoelen en de samenstelli ng van de groep studenten.

    Balans vinden

    De technologiediscussie op organisatieniveau moet niet louter gaan over de aanschaf van laptops of

    3Hoofdstuk

    De verschillende hoekpunten hebben in het veranderingsproces van onderwijs hun eigen

    specifieke aandachtspunten en invalshoeken. In dit hoofdstuk zoomen we hier uitgebrei-

    der op in, zonder de samenhang uit het oog te verliezen.

  • 8/20/2019 Whitepaper Modern Onderwijs

    6/10

    Ricoh whitepaper modern onderwijs 1110  Ricoh whitepaper modern onderwijs

    iPads, maar over ‘Hoe ziet de optimale balans eruit tussen techniek, context en doceren van de lesstof?

    Hoe vinden we die balans? Hoe kunnen we technologie inzetten om verschillende leersituaties te creëren

    die aansluiten bij – en rekening houden met – het onderwerp, de opdracht en de achtergrond van de

    studenten? Dat is voor iedere situatie, voor elke onderwijsinstelling verschillend. Vanuit deze discussie kan

    dan passende technologie uitgekozen worden.

    Routine doorbreken

    Als de onderwijsorganisatie een visie ontwikkeld heeft waarin bijvoorbeeld gedifferentieerd onderwijs

    een speerpunt is, betekent dat nogal wat voor de leraar. Die leraar moet anders gaan lesgeven en het

    klassenmanagement anders vormgeven, vaste patronen en routines zullen doorbroken moeten worden.

    Dat is niet eenvoudig, dat vergt een heel leerproces waarin gewoontes stukje bij beetje veranderen. Het

    is geen lineair leerproces, het gaat met vallen en opstaan, en weer vallen en weer opstaan.

    De schoolorganisatie kan het doorbreken van de routine ondersteunen door training en coaching. En

    door te zorgen voor een veilige omgeving waarin leraren dingen durven uitproberen en durven praten

    over wat goed ging en wat niet. In zo’n veilige en stimulerende omgeving kunnen leraren samen gaan

    experimenteren, leren van elkaar, elkaar helpen, kennis delen en ideeën uitwisselen.

     Vasthoudendheid

    Om de oude routine te kunnen doorbreken en onderwijs echt op een andere manier vorm te geven is een

    bepaalde vasthoudendheid nodig. Veranderingen moeten de tijd krijgen om te kunnen uitkristalliseren

    en wortelschieten. Het is belangrijk om te blijven doorpraten over wat goed gaat en bestendigd moet

    worden, en over wat nog beter kan. Voor doorgaande verandering en verbetering is de kracht van

    herhaling erg belangrijk, de cirkelgang van proberen, reflecteren, bijstellen en opnieuw proberen.

    Dat is nog een hele uitdaging voor organisaties, waar meestal meer tijd en energie gestopt wordt in het

    ontwikkelen van nieuwe dingen en het uitdenken van de volgende transitie dan in het optimaliseren van

    bestaande zaken en het in de gaten houden van de rode draad.

    Het is dan ook aan te raden om van de verandering een doorgaand en zich steeds herhalend proces te

    maken. Dit kan door de reflectie op hoe het gaat telkens als agendapunt op te nemen, in vergaderingen,

    een-op-een gesprekken, of in een onli ne community.

    3.2 De leraar

    Op zoek naar andere werkvormen

    Stel dat de onderwijsvisie van een schoolorganisatie is om beter, leuker, persoonlijker en moderner

    onderwijs te verzorgen voor leerlingen (voor zover mogelijk binnen het onderwijssysteem en de

    regelgeving). Dan moeten leraren op zoek naar andere werkvormen die instructie-overstijgend zijn en

    naar hoe beter gedifferentieerd kan worden in het leerstofaanbod. Veel leraren willen al langer graag

    gedifferentieerder lesgeven, maar voelen zich belemmerd door het systeem of de organisatie. Ook hier is

    het van belang om de krachten te bundelen.

    Technologie kan een ondersteunende rol hebben. Met de inzet van technologie kan onderwijs levendiger

    vormgegeven worden. En door de lesstof te digitaliseren, kunnen leerlingen zelfstandig aan het werk

    op hun eigen tempo en niveau en naar eigen interesse, terwijl de leraar zo de handen vrij krijgt voor

    begeleiding en verdieping.

     Veranderen is lastig

    Deze andere manier van lesgeven vergt een verander- en leerproces. Elke leraar moet zelf uitvinden

    hoe dat voor hemzelf uitpakt en hoe zo’n andere manier van werken past bij zijn persoonlijke visie op

    onderwijs. Hoe langer iemand al leraar is, hoe meer hij gewend is om het op een bepaalde manier te

    doen en hoe lastiger – of zelfs enger – het is als om het opeens anders te gaan doen. Ineens is iemand

    dan weer een ‘beginner’ in plaats van ervaren docent.

    Het helpt daarb om te kunnen leren van elkaar in een leergroep met collega’s. Je gaat je pas realiseren

    dat het anders kan, als je het een collega anders ziet doen. Je kunt je bovendien door een ander

    laten helpen in plaats van altd zelf het wiel opnieuw uit te willen vinden. Je kunt ook (en dat is een

    noodzakelijke vaardigheid van de moderne tijd) voortborduren op w at een ander bedacht heeft, en zo je

    lesaanbod verfrissen, verrijken, aanvullen en verdiepen.

    Een voorbeeld van leren in een leergroep met collega’s:

    Training van docenten van het Willem van Oranje College in Waalwijk

    De directie van het Willem van Oranje College besloot in 2014 om voor alle klaslokalen digiborden

    aan te schaffen. Bovendien won de school in dat jaar de Learning Challenge van Ricoh, waardoor

    deze nu beschikt over een compleet ingericht interactief klaslokaal.

    Ricoh Learning Services verzorgt de training en coaching van docenten. Z leren niet alleen om met

    de aanwezige technologie te werken, maar ook om die technologie zo in te zetten dat de lessen er

    echt door verrijkt worden.

    De eerste workshop (voor alle docenten) gaat over de noodzaak tot verandering in het onderwijs,

    dat moderner, flexibeler en persoonlijker zou moeten worden.

    In het tweede deel van de opleiding staat centraal: het leren omgaan met de aangekochte

    technologie, de specifieke digiborden die in alle klassen hangen. Met het schoolmanagement is

    afgesproken dat elke docent een bepaald basisniveau moet hebben. Iedereen moet in elk geval het

    digibord kunnen gebruiken om hiermee de lessen attractiever en meer activerend te maken.

    Tussen docenten onderling is een enorme variatie in ervaring met ICT. Daarom heeft dit deel van

    de training een gepersonaliseerde aanpak. Wie die daar behoefte aan heeft, krijgt persoonlijk

    instructie in het omgaan met de nieuwe spullen.

    Verder krijgen de docenten een waaier aan zelfstandig (individueel of in een klein groepje) te

    selecteren en uit te voeren leeropdrachten, om te oefenen met het toepassen van de technologie.

    Om te borgen dat het leerproces niet verwatert in de waan van de dag, is de afspraak dat

    elke opdracht een product oplevert, een tast baar ‘bewijs’ van de veroverde vaardigheden (een

    PowerPoint, een uitgewerkt lesidee, een lmpje). Dat product wordt geüpload naar het SharePoint-

    platform van de school. De bedoeling is dat docenten inhoudelijke feedback geven op elkaars

    producten, ‘als je dit zou aanpassen, wordt het nog beter’. Op zo’n manier peerfeedback geven

    verdiept het eigen leerproces. Bovendien ontstaat zo een ideeënbank waaruit collega’s kunnen

    putten en waardoor ze zich kunnen laten inspireren.

    Als basis hiervoor worden competentieniv eaus gedefinieerd waaraan de opdrachten worden

    gekoppeld. De docenten kunnen tot op zekere hoogte zelf beslissen hoe ver ze willen gaan met

    hun eigen scholing. Wie op school de expert wil worden op het gebied van het inzetten van deinteractieve projector, kan en zal veel dieper gaan dan iemand die het genoeg vindt om wat slides

    te laten zien, daar ter plekke in de klas aantekeningen op te maken en die dan op te slaan.

    In een volgende workshop krijgen de docenten nog wat voorbeelden van toepassingen van andere

    technologie te zien en gaan ze in groepjes aan het werk om ideeën te ontwikkelen voor hun

    eigen lessen, samenwerkend en lerend van elkaar. Door de groepjes te mixen wat betreft vak en

    het eigen handigheidsniveau met ICT, ontstaat een fijne stimulerende sfeer van elkaar op ideeën

    brengen en elkaars creativiteit stimuleren. Natuurlijk reiken we wat ideeën aan om hen op gang

    te helpen, maar docenten zijn zelf de experts op hun vakgebied. Dit soort vragen staan centraal:

    Wat wil ik in mijn les? Wat zijn de leerdoelen? Welke leerlingen heb ik straks voor me in de groep?

    Hoe kan ik mijn les het beste vormgeven? Welke technologische hulpmiddelen zijn daarbij in

    te zetten? Een mooi voorbeeld van creatief lesontwerp is de jonge wiskundedocent die allerlei

    speelse wiskundetoepassingen bedacht heeft voor de interactieve leertafel (een soort tablet op

  • 8/20/2019 Whitepaper Modern Onderwijs

    7/10

    12  Ricoh whitepaper modern onderwijs

    tafelformaat).

    Een dag in de week is iemand van Ricoh aanwezig op het Willem van Oranje College om

    docenten die moeite hebben met het gebruik van de technologie persoonlijk te begeleiden; en

    om docenten die nieuwe onderwijsideeën bedacht hebben, te helpen bij het realiseren daarvan.

    Docenten kunnen op die dag altd ‘binnenlopen b Jan’. Vragen stellen is zo erg laagdrempelig.

    3.3 Het systeem

    Fundamentele vragen

    Als een van de fundamentele problemen in ons onderwijssysteem wordt vaak genoemd dat kinderen al

    zo vroeg worden voorgesorteerd in een schoolsoort, aan het eind van groep 8, als ze 12 jaar zijn. In veel

    landen om ons heen is dat later, en niet voor niets. De ontwikkeling van jonge hersenen is dusdanig dat

    zulke jonge kinderen de verantwoordelijkheid nog niet aankunnen om te kiezen: Wat wil je leren? Wat

    maakt jou gelukkig? Wat is jouw wens voor de toekomst en welke vakken passen daarbij?Waarom laten we dan in Nederland k inderen nog steeds op 12-jarige leeftijd kiezen voor een bepaalde

    leerrichting, terwl ze gezien de hormonale ontwikkeling en hersenrping pas op 15-jarige leeftd in staat

    zijn die beslissing te nemen?

    En waarom ontwikkelen we eigenlijk geen echt doorlopende leerlijn van 4 tot 18 jaar?

    Gepersonaliseerd leren

    Als het systeem zou veranderen en die keuze uitgesteld zou worden, gaan kinderen dus langer samen

    naar dezelfde school. Dat heeft gevolgen voor de schoolorganisatie en vooral voor hoe het er in een

    klas aan toegaat. Op deze manier krijg je op de middelbare school in één klas nog grotere verschillen in

    tempo, niveau en interesse. D an moet er wel overgegaan worden tot gepersonaliseerd leren. Voor een

    leraar is het lastig om zo te differentiëren, technologie helpt om dat te ondersteunen.

    Scholen zouden het leeuwendeel van het onderwijsmateriaal dat ze gebruiken, kunnen digitaliseren. Stop

    alle feiten die kinderen moeten weten in een goed georganiseerd technologisch leerplatform. Dan kan

    elk kind met een eigen leerplan zelfstandig aan de slag om zich via de technologie de ‘standaard’-leerstof

    eigen te maken.

    Leraren krijgen hierdoor extra ruimte en tijd die ze kunnen besteden aan persoonlijke interactie met

    leerlingen voor begeleiden, stimuleren, inspireren, coachen, en om specifieke vragen te beantwoorden en

    vakmatig de diepte in te gaan met leerlingen die dat willen of aankunnen.

    Bovendien komt er zo ruimte vrij om invulling te geven aan sociale vorming, aan omgaan met keuzes en

    dilemma’s die je tegenkomt als je opgroeit tot volwassene en je leven zelfstandig vorm gaat geven.

    Als leerlingen met een jaar of 14 of 15 de vakken kiezen die passen b wat ze zelf willen ontwikkelen,

    kiezen ze wellicht voor vakken die de school niet kan aanbieden. Via technologie (applicaties, tools

    zoals videoconferencing, internetgestuurde leerplatformen en een persoonlijke leeromgeving) kun je

    individuele leerlingen toegang verschaffen tot die specifieke leerwensen.

    Van leraren en leerinstituten wordt dan verwacht dat, ze hier een visie op ontwikkelen en dit faciliteren,

    dat ze investeren in leerplatformen die dit persoonlijke leren mogelijk maken.

    Technologie kan ook helpen om het leren van de basiskennis en de basisvaardigheden die elke leerling

    nodig heeft, aantrekkelijk te maken. Technologie ondersteunt vakoverstijgend of thematisch onderwijs.

    Ricoh whitepaper modern onderwijs 13

    Een voorbeeld:

    Laat leerlingen op een interactieve leertafel het reistraject van Amsterdam naar Groningen

    ontdekken. Zo leren ze aardrkskunde, kunnen ze uitrekenen hoeveel benzine nodig is voor dat

    traject, of welke treinstations je daarvoor moet passeren, wat er onderweg te zien is, de

    geschiedenis van de bouw van de afsluitdk, getdenstromingen, etcetera. Zo leren ze meerdere

    vakken tegelijk, in plaats van allemaal losse vakken.

    Dan krijgt het leren betekenis, wordt het leuk. Dat is wat kinderen willen.

    En eigenlijk moet je die trip daarna ook echt maken, bijvoorbeeld door een paar ouders met

    busjes te laten rijden. De kinderen kopen dan broodjes voor onderweg (rekenen, met geld omgaan,

    voedingsleer) en smeren die.

  • 8/20/2019 Whitepaper Modern Onderwijs

    8/10

    14  Ricoh whitepaper modern onderwijs

    Epiloog - Oproep aan de leraar Mooie vernieuwende onderwijsinitiatieven

    die zichtbaarheid verdienenEr gebeuren op dit moment veel waardevolle, vernieuwende dingen in onderwijsland.

    Een inspiratielijstje:

    Stichting leerKRACHT

    Stichting leerKRACHT werkt met scholen om een cultuur van ‘elke dag samen een beetje beter’ te creëren. Hierin werken leraren

    en schoolleiding intensief samen om het onderwijs op school naar eigen inzicht te verbeteren. Leraren leren van elkaar en

    innoveren samen het onderwijs door lesbezoek en feedbackgesprek, gezamenlijk lesontwerp, en gestructureerd kort overleg in

    kleine teams om leerlingdoelen en verbeteracties te bespreken.

    Sinds de start in 2012 doen ruim 350 scholen mee. Hier zn scholen uit po, vo, mbo en pabo’s en lerarenopleidingen b

    betrokken. Streefdoel is om in 2020 overbodig te zijn en de stichting te kunnen opheffen.

    www.stichting-leerkracht.nl

    Onderwijs2032

    In februari 2015 startte het Platform Onderws2032 een maatschappelke dialoog over wat leerlingen in het basisonderws en

    voortgezet onderwijs moeten leren om klaar te zijn voor de toekomst. Massaal hebben leerlingen, docenten, ouders, bestuurders,

    wetenschappers, maatschappelke organisaties en het bedrfsleven hun stem laten horen. Onder leiding van Paul Schnabel is op

    basis van al deze reacties een (voorstel tot) een advies geschreven.

    www.onsonderwijs2032.nl

    Onze nieuwe school

    Onze Nieuwe School is een zoektocht van de Gemeente Amsterdam naar schoolmakers die de verwachte leerlingengroei in

    Amsterdam kunnen opvangen. Iedereen met een idee of plan voor een nieuwe school, kon meedoen met deze ‘challenge’. Uit

    de 124 ingediende plannen zn er inmiddels 15 geselecteerd om verder uit te werken; uiteindelk zullen 3 of 4 scholen echt

    opgericht worden.

    www.onzenieuweschool.nl

    Nederland Kantelt

    Nederland Kantelt verbindt mensen in het samen bouwen aan een spannender, leuker, mooier en energieker Nederland. Een

    maatschappij waarin mensen gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor duurzame energie, gezond voedsel en mensgerichte zorg en

    onderwijs. Niet omdat het moet van de gemeente, de belastingdienst of de l eraar, maar omdat je zelf zo wil leven.

    www.nederlandkantelt.nl

    Operation Education

    Operation Education focust zich op veranderingen in het onderwijs, op het transformeren van onderwijssystemen. Tijden

    veranderen, en onze onderwijssystemen moeten zich hierbij aansluiten. Onderwijs moet leerlingen voorbereiden op de snel

    veranderende samenleving – en hen in staat stellen hun eigen toekomst vorm te geven, hun eigen waardevolle samenleving te

    ontwerpen.

    www.operation.education

    United4Education

    United4Education is een netwerk voor iedereen die het onderwijs wil vernieuwen. Met elkaar maakt U4E vernieuwingen in het

    onderwijs zichtbaar en vindbaar. U4E deelt en verbindt studenten, ouders en onderwijsprofessionals om zo een gezond en zeer

    divers ‘ecosysteem voor educatie’ te creëren.

    www.united4education.nl

    Wat we nodig hebben, zijn leraren die vertrouwen durven geven aan leerlingen dat ze zelf

    verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun leerproces.

    Leraren die een veilige omgeving creëren waarin leerlingen fouten durven en kunnen maken zonder

    negatieve consequenties, zodat ze zelfvertrouwen en moed ontwikkelen.

    Leraren die het leuk maken om te leren en de ‘leerstroom’ bij kinderen openen, zodat ze zich verheugen

    op de volgende les.

    Leraren die, verzekerd van hun eigen kunnen, ook hun zwakheden durven toegeven en elkaar om hulp

    en advies durven vragen; binnen de vaksectie, binnen de school of (via sociale media bijvoorbeeld) aan

    collega’s elders in het land.

    Leraren die het vanzelfsprekend vinden om elkaar te helpen om beter te worden, die ideeën en

    lesmaterialen delen met elkaar.

    Leraren die buiten de bestaande kaders en vakoverstijgend durven (en kunnen) denken en handelen.

    Leraren die input verzamelen van collega’s, ook van andere vakken, en van mensen uit de gemeenschap,

    maatschappelijke organisaties en bedrijven.Leraren die technologie, apps en digitaal materiaal durven inzetten bij hun lesdoelen en die openstaan

    om nieuwe dingen te proberen.

    Beste leraar, de tijd is er rijp voor om het heft in eigen hand te nemen, om op zoek te gaan naar ‘like-

    minded people’, om je te verenigen en k rachten te bundelen met anderen – binnen de bandbreedte die

     je hebt.

  • 8/20/2019 Whitepaper Modern Onderwijs

    9/10

    Love2learn

    Het allerbelangrijkste dat onderwijs kan en moet doen, is kinderen en

     jongeren liefde voor het leren te laten vasthouden en verder ontwikkelen.

    Helaas wordt die liefde voor het leren vaak – met alle goede bedoelingen –

     juist afgeremd door volwassenen.

    Dat begint al jong. Bijvoorbeeld als een dreumes speelt met een

    blokkenstoof. Krgt dat kind de vrheid en de ruimte om 100 keer te

    proberen het kubusblokje in het ronde gat te stoppen? Of neemt een

    volwassene het na 5 keer over en leidt dat handje naar het ‘goede’ gat?

    Doe je als volwassene, als leraar, vóór hoe het moet, geef je zelf het goede

    antwoord? Of laat je het kind zelf leren, geef je vertrouwen dat-ie dat kan?

    Moedig je het kind aan om iets steeds opnieuw te proberen – tot het zelf

    lukt? En stimuleer je zo plezier in leren?

    Dat is belangrijk in het leerproces.

    ‘Love to learn’  is het motto van Ricoh Learning Services.

  • 8/20/2019 Whitepaper Modern Onderwijs

    10/10

    Met dank aan:

    voor hun bijdrage. En Carla Desain voor het schrijven van deze whitepaper.

    Waarom Ricoh 

    Naast dat Ricoh leverancier is op het gebied van print- &

    documentoplossingen, helpen wij onderwijsinstellingen in

    binnen- en buitenland met onderwijsvernieuwing en ICT. Wij

    organiseren de transitie op basis van een gedeelde visie door het

    aanbieden van verandermanagement, programmamanagement

    en consultancy. Wij introduceren nieuwe leervormen om huidige

    lessen, methodes, leerlijnen en lesmateriaal te verrijken door

    het aanbieden van training en begeleiding voor docenten.

    Wij implementeren en beheren technologische en digitale

    oplossingen door gebruik te maken van een uitgebreid

    hardware-, software- en serviceportfolio.

    Alle merk- en/of productnamen zijn handelsmerken van hun bijbehorende eigenaren. Specificaties en uiterlijke vormgeving

    kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.

    Copyright © 2015 Ricoh Europe (Netherlands) B.V. Alle rechten voorbehouden. Deze E-book, de inhoud en/of layout ervan

    mag niet worden gewijzigd en/of aangepast, gedeeltelijk of geheel worden gekopieerd en/of opgenomen in andere werk-

    stukken zonder de voorafgaande schriftelke toestemming van Ricoh Europe (Netherlands) B.V.

    www.ricoh-europe.com

    Ricoh Europe (Netherlands) B.V

    Postbus 114, 1180 AC Amstelveen

    Tel: +31 20 5474 111

    E-mail: [email protected]

    Jeroen Spierings, Marketing and Business Development Director, Ricoh Learning Services.

    Lilianne Buckens, Manager Learning Consultancy & Training, Ricoh Learning Services

    Norbert van Halderen, Head of Ricoh Learning Services