Whitepaper Faalkosten[1]

14
Whitepaper Faalkosten op basis van het BouwKennis Jaarrapport 2009/2010

description

Whitepaper Faalkosten op basis van het BouwKennis Jaarrapport 2009/2010

Transcript of Whitepaper Faalkosten[1]

Whitepaper Faalkostenop basis van het BouwKennis Jaarrapport 2009/2010

Introductie

Uit onderzoek speciaal voor het BouwKennis Jaarrapport Nederland 2009/2010 blijkt dat een aanzienlijk deel van de partijen

door de crisis last heeft van een teruglopend aantal orders. Het valt te verwachten dat bedrijven hun strategie aanpassen

aan deze ontwikkeling. De meeste ingrepen hebben vooralsnog betrekking op de out-of-pocket kosten. Dat is niet verwon-

derlijk, want met teruglopende inkomsten moet ook het kostenplaatje worden bijgesteld.

Uit het Jaarrapport Nederland blijkt dat het terugdringen van faalkosten de populairste maatregel is om de crisis te overleven.

Faalkosten zijn de extra uitgaven die ontstaan door vermijdbaar tekortschieten in het bouwproces. In onderzoek van USP

Marketing Consultancy uit 2008 werden de faalkosten in de bouw geschat op maar liefst 11,4% van de omzet. Zeker nu de

bouwsector in barre tijden verkeert, is er veel aangelegen om faalkosten te verminderen omdat dit direct bijdraagt aan de

winstgevendheid van een project.

Met deze whitepaper geven we u een beeld van de rol van faalkosten binnen de Nederlandse bouwkolom. Waar komen

ze vandaan en hoe kunnen ze bestreden worden? Hierbij komen enkele moderne bouwmethoden aan de orde, zoals het

bouwteam, design & build contracten en het werken met vaste partners.

Boudewijn Goedhart,

Directeur BouwKennis

Whitepaper Faalkostenpagina 2 |

Whitepaper Faalkostenpagina 3 |

Faalkosten

De moeilijkheid is dat faalkosten verscholen liggen in verschillende facetten van het bouwproces. Daarnaast wijzen

partijen elkaar aan als oorzaak. Toch zijn bouwbedrijven het over een aantal zaken eens. Door beter communiceren

en bewuster ontwerpen zal het bouwproces efficiënter verlopen en zullen de faalkosten afnemen. Mede hierdoor is er

steeds meer aandacht voor ketenintegratie en werken met vaste partners. Dit hoofdstuk gaat verder in op de bron van

faalkosten en verschillende methoden om faalkosten te verminderen. Ook het effect van de economische recessie op

de faalkosten komt aan bod.

Bron van faalkostenAan alle partijen in de bouwsector is in eerste instantie

gevraagd waar volgens hen de belangrijkste bron van

faalkosten ligt. De meningen hierover lopen per marktpar-

tij behoorlijk uiteen. Gemiddeld genomen ziet de sector

faalkosten het meest ontstaan in de uitvoeringsfase. Dit

wordt bijna eenderde van de bedrijven genoemd. De ont-

werpfase en de projectdefinitie volgen op enige afstand,

met respectievelijk 28% en 22% die deze fasen aanwijzen

als voornaamste bron van faalkosten.

De uitvoeringsfase wordt met 44% het vaakst door fabri-

kanten gezien als bron van faalkosten. Ook de uitvoerende

partijen zelf (installateurs, onderaannemers en klusbe-

drijven) zien vaak faalkosten ontstaan in dit deel van het

bouwproces. Dit heeft er waarschijnlijk mee te maken dat

dit de partijen zijn die uiteindelijk op de werkvloer tegen

de fouten aanlopen en deze moeten oplossen. Ook archi-

tecten (35%) en hoofdaannemers (34%) zien relatief vaak

faalkosten ontstaan in de uitvoeringsfase.

In het bouwproces kan nog veel gewonnen worden op het gebied van efficiëntie en kostenbesparing. Vooral faalkosten zijn een belangrijke schadepost. Faalkosten zijn de extra uitgaven die ontstaan door vermijd-baar tekortschieten in het bouwproces. In onderzoek van USP Marketing Consultancy uit 2008 werden de faalkosten in de bouw geschat op maar liefst 11,4% van de omzet. Zeker nu de bouwsector in barre tijden verkeert, zijn bouwfouten kosten op het sterfhuis en is er veel aan gelegen om faalkosten te verminderen.

Figuur 15.1 Voornaamste bron van faalkosten in de

projectdefinitie, het ontwerp of de uitvoering (in %)

Bron: BouwKennis, juni 2009

0 20 40 60 80 100

Fabrikant

Installateur

Onderaannemer

Klusbedrijf

Architect

Hoofdaannemer B&U

Woningcorporatie

Aannemer GWW

Overheid

Ontwikkelaar

Advies en bouwman.

UitvoeringOntwerpProjectdefinitie

Geen van drieënWeet niet/geen mening

Whitepaper Faalkostenpagina 4 |

Volgens vier op de tien hoofdaannemers en aannemers GWW gaat er het meest mis in de ontwerpfase. Ook ontwikke-

laars ervaren met 39% dat er veel faalkosten voortkomen uit een gebrekkig ontwerp. Op zich ligt deze uitkomst voor de

hand, aangezien deze partijen vaak werken met een ontwerp dat door een ander is opgesteld. Zodra ze er mee aan de

slag gaan komen onvolkomenheden aan het licht. Het is voor deze partijen dan ook logisch om de fouten aan het ontwerp

toe te schrijven. Als makers van het ontwerp zien veruit de minste architecten (11%) in deze fase van het bouwproces

faalkosten ontstaan.

De architecten zeggen op hun beurt dat de meeste bouwfouten ontstaan in de projectdefinitie. Ook van advies en bouw-

managementbureaus en de overheid ziet ruim eenderde de projectdefinitie als voornaamste bron van faalkosten. Net

als de architecten steken ook de aannemers de hand hierbij niet in eigen boezem. Zowel hoofdaannemers (13%) als

onderaannemers zien (12%) zien weinig fouten ontstaan in de projectdefinitie.

Het algemene beeld dat van faalkosten ontstaat, is dat ze door het hele bouwproces voorkomen. Bovendien wijzen de

belangrijkste coördinerende partijen, te weten architecten en hoofdaannemers, naar elkaar als ze moeten aangeven

waar de belangrijkste bron van faalkosten ligt. Hieruit blijkt dat er nog steeds heel veel mis gaat bij de overdracht van de

verschillende fasen en de communicatie tussen de bouwpartijen. Bedrijven die hebben aangegeven dat de belangrijkste

bron van faalkosten niet ligt in één van de drie hoofdfasen van het bouwproces, wijten de bouwfouten dan ook vooral aan

gebrekkige communicatie. Daarnaast wordt de complexiteit van de projecten en een gebrek aan tijd en geld regelmatig

genoemd als voornaamste bron van faalkosten.

Faalkosten verminderenDe bron van faalkosten bepalen is één ding, belangrijker is echter ze te verminderen. Aan alle partijen binnen de bouw-

sector is daarom gevraagd welke drie methoden het beste gehanteerd kunnen worden om de faalkosten te beperken.

Gemiddeld zegt bijna de helft van de bedrijven in de bouwkolom dat er in de ontwerpfase meer aandacht moet zijn voor

de uitvoerbaarheid. Hiermee is dit veruit de populairste manier is om faalkosten te verminderen. Opvallend is dat ook veel

architecten (36%) vinden dat er in het ontwerp meer rekening moet worden gehouden met de uitvoerbaarheid.

Whitepaper Faalkostenpagina 5 |

Naast de uitvoerbaarheid van ontwerpen denkt gemiddeld bijna drie op de tien bedrijven dat verbetering van de com-

municatie zal leiden tot een vermindering van de faalkosten. Vooral de uitvoerende partijen (onderaannemers, klusbe-

drijven, aannemers GWW en hoofdaannemers B&U) zien communicatie als een belangrijke oplossing. Met name de

ontwikkelende partijen zoals woningcorporaties en ontwikkelaars zien heil in meer samenwerking vroeger in het proces,

al tijdens het opstellen van het Programma Van Eisen (PVE). Het is niet verwonderlijk dat installateurs veruit het meeste

waarde hechten aan een betere afstemming tussen bouwkunde en installatietechniek. Maar liefst 59% van de instal-

lateurs ziet dit als dé manier om faalkosten in de bouw te verminderen.

Figuur 15.2 Manieren om faalkosten binnen de bouw te verminderen, top 3 (in %)

Aannemer Architect Advies en Fabrikant Onderaan- Hoofdaan- Instal- Klus- Ontwik- Overheid Woning-

GWW bouwman. nemer nemer B&U lateur bedrijf kelaar corporatie

Aandacht uitvoerbaarheid

in ontwerpfase 54 36 46 38 49 62 41 51 55 59 50

Verbetering communicatie 36 25 20 28 41 31 26 36 25 21 25

Al tijdens Programma Van

Eisen (PVE) samenwerken 20 30 30 26 10 29 27 10 32 28 37

Meer afstemming bouw-

kunde en installatietechniek 4 23 28 20 14 16 59 15 20 12 23

Duidelijke contracten 22 14 12 10 17 16 9 22 14 21 20

Meer integraal ontwerpen 7 25 28 18 1 10 12 6 22 31 15

Minder versnippering

verantwoordelijkheden 18 22 19 16 11 13 8 9 15 26 10

Verbetering (gegevens-

uitwisseling) 27 19 15 6 15 16 15 13 12 9 10

Leveren kwaliteit aan eind-

gebruiker centraal stellen 8 15 11 28 14 6 15 12 13 18 13

Verbetering

Informatiestromen 13 21 11 18 12 16 18 12 18 10 3

Meer nakomen afspraken 12 8 6 0 23 16 13 28 12 6 10

Ervaringen gebruiken bij

volgende projecten 17 14 12 4 11 10 7 11 7 9 23

Kwaliteit personeel overige

partijen verhogen 5 12 6 18 7 6 5 6 7 4 7

Logistiek tijdens uitvoering

verbeteren 7 6 5 12 10 10 3 7 6 7 8

Zorgen dat de vergunningen

op tijd zijn 5 5 6 6 9 9 5 7 9 9 8

Kwaliteit eigen personeel

verhogen 12 2 6 6 11 9 9 10 6 6 2

De logistiek naar bouw-

plaats verbeteren 0 2 0 2 3 3 1 4 2 0 0

Anders 4 3 5 2 1 3 1 2 3 0 2

Weet niet/geen mening 7 6 8 14 12 3 6 12 3 6 10

Bron: BouwKennis, juni 2009

Whitepaper Faalkostenpagina 6 |

Prefab bouwenNaast eerder genoemde oplossingen kan ook het gebruik

van prefab bouwdelen bijdragen aan het verlagen van de

faalkosten. Bij prefabbouw worden veel elementen kant-

en-klaar aangeleverd. Doordat er minder technische aan-

passingen en veranderingen op de bouwplaats nodig zijn,

kan dit de kans op bouwfouten verkleinen. Gemiddeld vier

op de tien bouwmarktpartijen is het er (zeer) mee eens dat

prefabbouw faalkosten vermindert.

Hierbij is echter opvallend dat onderaannemers en klus-

bedrijven minder positief zijn. Van hen denkt circa een-

derde dat prefab faalkosten verminderd. Deze partijen,

die vooral actief zijn met afbouw, hebben waarschijnlijk

de ervaring dat er in de laatste fase van een bouwproces

toch veel maatwerk nodig is om alles op orde te krijgen.

Fabrikanten staan als leveranciers van prefab bouwmate-

rialen logischerwijs het meest positief tegenover het effect

van prefab op de faalkosten.

SamenwerkingZoals eerder gezegd komen bouwfouten in het hele bouwproces voor. Daarnaast kan een behoorlijk deel van de fouten

niet aan één specifieke fase van het project worden toegeschreven. Veel faalkosten ontstaan door gebrekkige samen-

werking tussen verschillende partijen in het bouwproces. Het kan zijn dat de communicatie tussen de samenwerkende

partijen niet goed verloopt of dat er überhaupt te weinig samenwerkingsverbanden zijn. Soms komt de samenwerking

ook pas te laat in het bouwproces tot stand. Om na te

gaan wat het effect is van een betere samenwerking op

de faalkosten, is de verschillende marktpartijen een aantal

stellingen voorgelegd met betrekking tot samenwerkings-

verbanden.

Ten eerste is de bedrijven in de bouwsector de volgende

stelling voorgelegd: ‘Door meer te werken met vaste

partners nemen de faalkosten af’. Samenwerking met

vaste partners heeft als voordeel dat de partijen elkaar en

elkaars manier van werken goed leren kennen, waardoor de

samenwerking soepeler zal verlopen. Daarnaast wordt een

vaste partner uiteraard alleen gekozen als eerdere erva-

ringen met deze partij goed zijn. Gemiddeld 72% van de

partijen in de bouwsector is het dan ook (zeer) met de stel-

ling eens. Vooral hoofdaannemers, installateurs en ontwik-

kelaars hechten veel waarde aan samenwerking met vaste

partners. Voor opdrachtgevers, zoals woningcorporaties en

de overheid is een vaste partner in het bouwproces duidelijk

minder belangrijk. Bovendien zijn overheden vaak verplicht

elk project opnieuw aan te besteden. Toch zegt ook van

deze partijen meer dan de helft dat faalkosten afnemen

door het werken met vaste partners.

Figuur 15.3 Door meer in prefab te bouwen, nemen

faalkosten af (in %)

Bron: BouwKennis, juni 2009

0 20 40 60 80 100

Fabrikant

Woningcorporatie

Ontwikkelaar

Hoofdaannemer B&U

Advies en bouwman.

Architect

Installateur

Overheid

Klusbedrijf

Aannemer GWW

Onderaannemer

Zeer mee eensMee eensNeutraal

Mee oneensZeer mee oneensWeet niet/geen mening

Figuur 15.4 Door meer te werken met vaste partners

nemen faalkosten af (in %)

Bron: BouwKennis, juni 2009

0 20 40 60 80 100

Hoofdaannemer B&U

Installateur

Ontwikkelaar

Fabrikant

Aannemer GWW

Onderaannemer

Advies en bouwman.

Klusbedrijf

Architect

Overheid

Woningcorporatie

Zeer mee eensMee eensNeutraal

Mee oneensZeer mee oneensWeet niet/geen mening

Whitepaper Faalkostenpagina 7 |

Een bouwteam is een tijdelijke vorm van samenwerking

tussen opdrachtgever, architect en aannemer. De deelne-

mers uit het bouwteam maken een gezamenlijk ontwerp,

waarbij iedereen zijn eigen expertise inbrengt. Doordat er

binnen een bouwteam meer deskundigheid op verschil-

lende vakgebieden aanwezig is, kan een ontwerp gemaakt

worden dat beter aansluit op de praktijk. Logischerwijs

nemen ook de faalkosten hierdoor af. Het is overigens niet

vanzelfsprekend dat het bouwteam dat het ontwerp maakt

uiteindelijk ook het project mag uitvoeren.

Gemiddeld 73% van de bedrijven binnen de sector is

het (zeer) eens met de stelling dat faalkosten afnemen

door werken in een bouwteam. Van de partijen die in een

bouwteam vertegenwoordigd zijn, is de architect het minst

overtuigd van het effect hiervan op de faalkosten. Dit kan

komen doordat een taak die ze normaal alleen uitvoeren,

nu met twee extra partijen ingevuld moet worden, wat het

proces van ontwerpen ingewikkelder maakt. Toch staat

ruim tweederde van de architecten positief tegenover

werken in een bouwteam. Van ontwikkelaars en hoofdaan-

nemers denkt ruim acht op de tien dat een bouwteam een

positief effect heeft op de faalkosten.

Een samenwerkingsvorm die steeds meer voorkomt is het zogenaamde consortium, een vereniging van tijdelijke aard

die is opgericht door een aantal partijen om een bepaald project uit te voeren. Verschillende partijen binnen de bouw-

kolom bundelen hun krachten om zo tot een ontwerp en

optimale uitvoering te komen. Iedereen brengt hierbij

zijn eigen specialisme in. Er komt aan het begin van het

proces een samenspel tussen de architect die naar het

esthetisch aspect kijkt, de bouwkundige die kijkt wat er

bouwtechnisch mogelijk is en de installateur die kijkt naar

de functionaliteit en het gebruik. Een consortium is over

het algemeen een langduriger samenwerkingsvorm dan

een bouwteam.

Over de positieve invloed van een consortium op de faal-

kosten zijn de meningen behoorlijk verdeeld. Van de ver-

schillende partijen in de bouwkolom denkt gemiddeld 17%

dat de faalkosten afnemen door het werken in een consor-

tium. Eenzelfde percentage is het oneens met de stelling.

Gemiddeld 18% weet het niet of heeft geen mening, hieruit

blijkt dat een aanzienlijk deel van de bedrijven nog geen

ervaring heeft met het werken in consortia of deze niet als

zodanig bestempelt. Er zijn immers meerdere namen die

door elkaar gebruikt worden voor min of meer dezelfde

aanbestedingsvorm. Zo worden DBFM-contracten vaak

door een consortium uitgevoerd en wordt een bouwteam

als consortium gezien.

Figuur 15.5 Door in een bouwteam te werken nemen faal-

kosten af (in %)

Bron: BouwKennis, juni 2009

0 20 40 60 80 100

Fabrikant

Ontwikkelaar

Hoofdaannemer B&U

Installateur

Advies en bouwman.

Overheid

Aannemer GWW

Woningcorporatie

Architect

Onderaannemer

Klusbedrijf

Zeer mee eensMee eensNeutraal

Mee oneensZeer mee oneensWeet niet/geen mening

Figuur 15.6 Door het werken in een consortium nemen de

faalkosten af (in %)

Bron: BouwKennis, juni 2009

0 20 40 60 80 100

Installateur

Ontwikkelaar

Fabrikant

Advies en bouwman.

Hoofdaannemer B&U

Overheid

Klusbedrijf

Architect

Aannemer GWW

Woningcorporatie

Onderaannemer

Zeer mee eensMee eensNeutraal

Mee oneensZeer mee oneensWeet niet/geen mening

Whitepaper Faalkostenpagina 8 |

Design & BuildEen andere manier om faalkosten te verminderen is ervoor

zorgen dat partijen langer betrokken blijven bij een project.

Als bedrijven langere tijd verantwoordelijk blijven, zullen

ze vaak kwalitatief beter, flexibeler, onderhoudsvriende-

lijker en/of hoogwaardiger werk afleveren. Een bedrijf

zit immers niet te wachten op hoge aanvullende kosten,

waardoor ze extra gemotiveerd zijn om zo goed mogelijk

aan de gestelde eisen te voldoen.

Een veelvoorkomende manier om verantwoordelijkhe-

den in het bouwproces beter te verdelen zijn Design &

Build (DB-)contracten. Bij DB-contracten formuleert de

opdrachtgever functionele eisen. De opdrachtnemer werkt

deze eisen uit tot een ontwerp. In het traditionele bouwpro-

ces staat de architect vaak nog aan de opdrachtgevende

kant. Het werken met DB-contracten heeft als voordeel

dat de uitvoerende partij hetzelfde is als de ontwerpende.

Hierdoor is er meer controle over de uitvoering en meer

vrijheid in het ontwerp. Gemiddeld 23% van de bedrij-

ven is het dan ook (zeer) eens met de stelling dat door

DB-contracten de faalkosten afnemen. Opvallend is dat

gemiddeld 18% van de bedrijven het niet weet of geen

mening heeft. Vooral uitvoerende partijen zoals onder-

aannemers en klusbedrijven lijken niet precies te weten wat een DB-contract inhoudt of wat de voordelen hiervan zijn.

Bedrijven die direct met DB-contracten te maken hebben, zijn over het algemeen enthousiaster. Van de ontwikkelaars

denkt 45% dat door DB-contracten de faalkosten afnemen en onder hoofdaannemers B&U is 37%.

DBFMO-contracten (Design Build Finance Maintain

Operate) is de termijn en de mate van verantwoordelijkheid

nog een stuk verder doorgevoerd dan bij DB-contracten.

Een DBFMO-contract is vergelijkbaar met een operational

lease contact van een auto. De eindgebruiker legt het

ontwerp, de realisatie, financiering, beheer en onderhoud

en vaak ook de facilitaire dienstverlening van een project

langdurig bij een externe partij of groep partijen. Hierbij

blijft de partij die het contract is aangegaan soms meer-

dere decennia verantwoordelijk voor het project. Voor

deze bedrijven is het essentieel om al bij het ontwerp

en de bouw rekening te houden met de levensduur en

gebruiksvriendelijkheid van het project, waardoor kwalita-

tief hoogwaardiger gebouwen worden opgeleverd.

Figuur 15.7 Door DB-contracten (Design & Build) nemen

faalkosten af (in %)

Bron: BouwKennis, juni 2009

0 20 40 60 80 100

Ontwikkelaar

Hoofdaannemer B&U

Advies en bouwman.

Aannemer GWW

Fabrikant

Overheid

Architect

Onderaannemer

Klusbedrijf

Installateur

Woningcorporatie

Zeer mee eensMee eensNeutraal

Mee oneensZeer mee oneensWeet niet/geen mening

Figuur 15.8 Door DBFMO-contracten (Design, Build, Finance,

Maintain & Operate) nemen faalkosten af (in %)

Bron: BouwKennis, juni 2009

0 20 40 60 80 100

Ontwikkelaar

Overheid

Fabrikant

Advies en bouwman.

Architect

Aannemer GWW

Hoofdaannemer B&U

Woningcorporatie

Installateur

Onderaannemer

Klusbedrijf

Zeer mee eensMee eensNeutraal

Mee oneensZeer mee oneensWeet niet/geen mening

Whitepaper Faalkostenpagina 9 |

Gemiddeld 24% van de bedrijven is het dan ook (zeer) eens met de stelling dat door DBFMO-contracten faalkosten

afnemen. Ook hier zijn vooral de bedrijven die regelmatig met dergelijke contracten te maken hebben (ontwikkelaars

en overheden) het meest positief met respectievelijk 40% en 34%. Uitvoerende partijen hebben beduidend minder te

maken met (de afspraken rond) dergelijke contracten, wat terug te zien is in het hoge percentage weet niet/geen mening.

Opvallend is dat onder aannemers GWW meer tegenstanders (25%) dan voorstanders (24%) te vinden zijn. Dit terwijl

ze in de vorm van PPS regelmatig met dergelijke contracten te maken hebben. Waarschijnlijk heeft dat te maken met de

lange voorbereidingstijd en de administratieve rompslomp die bij dergelijke projecten komt kijken.

ICT-oplossingenNaast verbeteringen in het proces, kunnen ook met innovatieve ict-oplossingen faalkosten verminderd worden. Nieuwe

geïntegreerde ict-oplossingen maken het bijvoorbeeld mogelijk dat verschillende partijen en fasen in het bouwproces

in dezelfde software worden ontworpen. Dit is efficiënter omdat de kans op doublures en fouten in het proces wordt

verkleind. Gemiddeld eenderde van de bedijven in de sector is het dan ook (zeer) eens met de stelling dat de toename

van ict-toepassingen in de bouwketen faalkosten verminderen. Fabrikanten zijn het meest uitgesproken, van hen is 50%

het met de stelling eens, maar ook hoofdaannemers en adviesbureaus staan positief tegenover ict-toepassingen in de

bouw.

3D ontwerpen is één van de nieuwe ict-toepassingen die de bouwsector sinds een aantal jaren tot z’n beschikking heeft.

Een 3D gebouwmodel geeft ruimtelijk inzicht en is daardoor veel sneller duidelijk dan een 2D tekening. De onderlinge

communicatie over een gebouwmodel wordt daarnaast verbeterd, omdat een 3D model maar op één manier te interpre-

teren is. Dit in tegenstelling tot 2D tekeningen die verkeerd ‘gelezen’ kunnen worden. Bovendien worden met 3D ontwer-

pen fouten voorkomen die in 2D niet zichtbaar zouden zijn, bijvoorbeeld bij aansluitingen van verschillende elementen.

Hierdoor worden in de uitvoering kosten bespaard.

Gemiddeld 35% van de bedrijven in de bouwsector denkt dat door het toepassen van 3D ontwerpen faalkosten afnemen.

Ook hier zijn fabrikanten, met 48%, het meest enthousiast. Opvallend is dat architecten over 3D ontwerpen positiever

zijn dan over de toename van ict-toepassingen in het algemeen, 39% tegen 32%. Ook hier is zichtbaar dat bedrijven die

minder in (de ontwerpfase van) het bouwproces actief zijn, zoals de overheid, klusbedrijf en onderaannemers minder

waarde hechten aan het effect van ict-toepassingen op de faalkosten.

Whitepaper Faalkostenpagina 10 |

Wie betaalt de faalkosten?Naast de bron van de faalkosten en de methoden om faalkosten te verminderen, is het natuurlijk ook van groot belang

wie er uiteindelijk voor de faalkosten opdraait. Gemiddeld denkt de bouwsector dat de hoofdaannemer B&U de faalkos-

ten veelal betaalt. Ruim eenderde van de bedrijven is deze mening toegedaan. Vooral hoofdaannemers zelf (76%) en

ontwikkelaars (67%) denken dat de hoofdaannemer opdraait voor de faalkosten.

Ook de opdrachtgever wordt met 29% regelmatig genoemd als partij die de faalkosten uiteindelijk moet bekostigen.

Vooral woningcorporaties zijn hiervan overtuigd, maar ook architecten en adviesbureaus denken dat vooral de opdracht-

gever uiteindelijk de rekening voor de faalkosten gepresenteerd krijgt. Circa één op de vijf bedrijven denkt dat de uitvoe-

rende onderaannemers of de eindgebruiker de faalkosten betalen. Ook hier is duidelijk zichtbaar dat de partijen denken

dat ze vooral zelf opdraaien voor de faalkosten. Zo denken vooral installateurs (50%) en onderaannemers (40%) dat de

uitvoerende partijen de faalkosten betalen en denkt de overheid (36%) vooral dat de eindgebruiker dit bekostigt.

Figuur 15.9 Door de toename van ict-toepassingen in de

bouwketen nemen faalkosten af (in %)

Bron: BouwKennis, juni 2009

0 20 40 60 80 100

Fabrikant

Advies en bouwman.

Architect

Ontwikkelaar

Hoofdaannemer B&U

Installateur

Aannemer GWW

Klusbedrijf

Woningcorporatie

Overheid

Onderaannemer

Zeer mee eensMee eensNeutraal

Mee oneensZeer mee oneensWeet niet/geen mening

Figuur 15.10 Door het toepassen van 3D ontwerpen

nemen faalkosten af (in %)

Bron: BouwKennis, juni 2009

0 20 40 60 80 100

Fabrikant

Advies en bouwman.

Architect

Ontwikkelaar

Hoofdaannemer B&U

Installateur

Aannemer GWW

Klusbedrijf

Woningcorporatie

Overheid

Onderaannemer

Zeer mee eensMee eensNeutraal

Mee oneensZeer mee oneensWeet niet/geen mening

Figuur 15.11 Wie betaalt de faalkosten? (in %)

Hoofdaannemer Opdrachtgever Uitvoerende onderaannemers Eindgebruiker Anders Weet niet/geen mening

Hoofdaannemer B&U 76 20 26 10 5 5

Ontwikkelaar 67 28 21 19 4 5

Aannemer GWW 43 22 31 20 14 7

Architect 37 40 21 18 6 17

Klusbedrijf 33 19 25 20 5 13

Woningcorporatie 30 61 5 13 4 16

Overheid 25 27 4 36 13 9

Advies en bouwman. 23 49 14 24 13 7

Onderaannemer 23 12 40 12 10 16

Fabrikant 21 23 19 33 6 15

Installateur 17 15 50 16 7 13

Bron: BouwKennis, juli 2008

Whitepaper Faalkostenpagina 11 |

Faalkosten en kredietcrisisDoor de kredietcrisis staat de bouwsector behoorlijk onder

druk. Er zijn minder projecten en de concurrentie neemt

toe. Bijna een kwart van de bedrijven in de bouwkolom

denkt dan ook dat door de kredietcrisis de faalkosten

(sterk) toenemen. Vooral fabrikanten zijn deze mening

toegedaan. Architecten en hoofd- en onderaannemers

denken dat de kredietcrisis minder invloed zal hebben

op de faalkosten. Van alle bedrijven in de bouwsector

denkt gemiddeld 17% dat faalkosten door de crisis juist

afnemen.

De bedrijven die aangeven dat door de kredietcrisis de

faalkosten toenemen, zeggen vooral dat dit komt doordat

de prijzen onder druk komen te staan. De focus verschuift

weer terug naar de laagste prijs in plaats van naar de

hoogste kwaliteit. Hierdoor komen veel projecten onder

grote (tijds)druk te staan en wordt er minder aandacht

besteed aan arbeidsintensieve trajecten zoals een goed

ontwerp en een degelijke voorbereiding.

Daarnaast geven de bedrijven die denken dat de faalkosten toenemen door de kredietcrisis vaak aan dat er grotere

risico’s worden genomen omdat de continuïteit van bouwbedrijven op het spel staat. Daardoor wordt er gekort op duurder

en meer ervaren personeel en wordt er meer in het personeelsbestand geschoven om zoveel mogelijk mensen aan het

werk te houden. Door onduidelijkheid over de financiering en winstgevendheid van projecten neemt ook het wantrou-

wen in de sector toe. Al met al staat de sector op verschillende fronten onder druk, waardoor de kans groot is dat de

faalkosten toenemen.

Figuur 15.12 Door de kredietcrisis nemen faalkosten…(in %)

Bron: BouwKennis, juni 2009

Fabrikant

Aannemer GWW

Overheid

Advies en bouwman.

Klusbedrijf

Woningcorporatie

Installateur

Ontwikkelaar

Onderaannemer

Hoofdaannemer B&U

Architect

sterk toe toe niet toe en niet af

af sterk af Weet niet/geen mening

0 20 40 60 80 100

Whitepaper Faalkostenpagina 12 |

Samenvatting

Faalkosten zijn de extra uitgaven die ontstaan door vermijdbaar tekortschieten in het bouwproces. Gemiddeld

genomen ziet de sector faalkosten het meest ontstaan in de uitvoeringsfase (figuur 15.1). Het algemene beeld is

echter dat faalkosten in het hele bouwproces voorkomen. Bovendien wijzen de coördinerende partijen naar elkaar

als ze moeten aangeven waar de belangrijkste bron van faalkosten ligt. Bijna de helft van de bedrijven denkt dat

er in de ontwerpfase meer aandacht moet zijn voor de uitvoerbaarheid. Hiermee is dit de populairste manier om

faalkosten te verminderen. Bijna drie op de tien bedrijven denkt dat verbetering van de communicatie zal leiden tot

een vermindering van de faalkosten (figuur 15.2).

Gemiddeld 72% van de partijen in de bouwsector is het dan ook (zeer) eens met de stelling dat samenwerking

met vaste partners faalkosten vermindert (figuur 15.4). Vooral een bouwteam is een populaire samenwerkingsvorm

(figuur 15.5). Een andere manier om faalkosten te verminderen, is te zorgen dat partijen langer betrokken blijven

bij een project. Bijna een kwart van de bedrijven denkt dan ook dat door DB- en DBFMO-contracten de faalkosten

afnemen (figuur 15.7 en 15.8). Ook met innovatieve ict-oplossingen en in het bijzonder 3D ontwerpen kunnen

volgens circa eenderde van de bedrijven faalkosten worden verminderd (figuur 15.9 en 15.10).

De bouwsector denkt dat de hoofdaannemer en de opdrachtgever meestal opdraaien voor de faalkosten, maar

ook hier is duidelijk zichtbaar dat de partijen denken dat ze zelf veel faalkosten moeten betalen. De kredietcrisis

heeft een negatieve invloed op de bouwfouten. Bijna een kwart van de bedrijven in de bouwkolom denkt dat door

de kredietcrisis de faalkosten (sterk) toenemen.

Whitepaper Faalkostenpagina 13 |

BouwKennis

Bouwen begint met BouwKennis. Want BouwKennis is dé marktinformatieleverancier voor de bouw-, vastgoed- en

installatiesector. BouwKennis volgt alle relevante bronnen uit de markt en doet zelf gericht marktonderzoek.

Het resultaat: informatie waarop u kunt bouwen. BouwKennis geeft u een objectief beeld van alle marktkenmerken,

trends en ontwikkelingen.

Veel bedrijven hebben behoefte aan betrouwbare marktinformatie. Het verzamelen en onderzoeken ervan kost veel

tijd en capaciteit. Daarom doet BouwKennis dit voor u. Zo beschikt u over relevante en actuele marktinformatie zonder

dat u zelf hoeft te investeren in eigen onderzoek. U hebt direct de bouwstenen om uw marketingstrategie te bepalen.

Een deel van de vragen uit de markt beantwoordt BouwKennis met informatie uit bestaande bronnen. Voor een

groot aantal vragen verricht BouwKennis eigen, doelgericht en onafhankelijk marktonderzoek. BouwKennis werkt

hierin nauw samen met USP Marketing Consultancy. Dat betekent unieke content. En omdat het gaat om multi client

onderzoek, wordt er altijd gezocht naar informatie die voor meerdere marktpartijen relevant is. Meer dan duizend

organisaties hebben het gemak en de unieke informatie van BouwKennis al ontdekt. Zij gebruiken de marktinformatie

als basis voor hun strategie en beleid. Omdat niet alle bedrijven dezelfde informatiebehoefte hebben, biedt

BouwKennis verschillende producten aan. Een deel van de marktinformatie krijgt u periodiek toegestuurd wanneer u

zich hierop abonneert. Andere marktinformatie is ook los te koop als onderzoeksrapport.

Whitepaper Faalkostenpagina 14 |

Colofon

Uitgever

BouwKennis BV

Max Euwelaan 51

3062 MA ROTTERDAM

T 010-2066996

E [email protected]

www.WoonKennis.nl

Redactie

Remco Tuns (hoofdredacteur)

Lieneke de Boer

Guido van Beek

Jesse van Wayenburg

Leo Kranenburg

Verkoop

Jacco Ridderhof

Frank Oberink

Maurice van Dijk

T 010-2066996

Inlichtingen

T 010-2066996

E [email protected]

Bestellingen

[email protected]

© Niets uit deze uitgave mag

zonder voorafgaande schriftelijke

toestemming van de uitgever

worden verveelvoudigd of

gedupliceerd.