What works?

41
Christophe Busch Wat werkt en wat niet bij het reduceren van recidive * RNR-model * Effectieve interventies * RISc - Zelzate What works?

Transcript of What works?

Page 1: What works?

Christophe Busch

Wat werkt en wat niet bij het reduceren van recidive

* RNR-model * Effectieve interventies * RISc - Zelzate

What works?

Page 2: What works?

Christophe Busch

What works?

Page 3: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Risicoprincipe (Risc)

Behoefteprincipe (Need)

Responsiviteitsprincipe (Responsivity)

Integriteitsprincipe (Integrity)

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Page 4: What works?

What works?

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Risicoprincipe (Risc)De kans dat een persoon zich inlaat met criminele gedragingen

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

Responsiviteitsprincipe (Responsivity) De persoonlijke sterktes en/of specifieke individuele factoren die de effectiviteit van de behandeling kunnen beïnvloeden

Integriteitsprincipe (Integrity) Het behandelprogramma implementeren zoals het bedoeld werd

Page 5: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Risicoprincipe (Risc)De kans dat een persoon zich inlaat met criminele gedragingen

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

Responsiviteitsprincipe (Responsivity) De persoonlijke sterktes en/of specifieke individuele factoren die de effectiviteit van de behandeling kunnen beïnvloeden

Integriteitsprincipe (Integrity) het behandelprogramma implementeren zoals het bedoeld werd

Who?

What?

How?

How well?

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Page 6: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Risicoprincipe (Risc)De kans dat een persoon zich inlaat met criminele gedragingen

Who?

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Page 7: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Risicoprincipe (Risc)De kans dat een persoon zich inlaat met criminele gedragingen

Who?

De intensiteit van de interventies moet afgestemd zijn op het recidiverisico van de patiënt

Geef voorrang aan toezicht en behandeling van hoog risicopatiënten

Hogere risicopatiënten behoeven meer intensieve interventies

Lagere risicopatiënten behoeven minder intensieve interventies

“If it ain’t broke, don’t fix it”

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Page 8: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Risicoprincipe (Risc)De kans dat een persoon zich inlaat met criminele gedragingen

Who?

Low Risk Offender – has more favorable pro-social thinking and behavior than other risk levels.

Divert to voluntary programming, work units, early release / parole.

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Page 9: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

What?

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

“People involved in the justice system have many needs deserving treatment,

but not all of these needs are associated with criminal behavior.”

(Andrews & Bonta, 2006)

Page 10: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

Bepaal de criminogene behoeften en stem de behandeling en interventies af op deze behoeften

Criminogene behoeften/noden?

Dynamische of veranderbare risicofactoren die bijdragen tot de kans dat iemand een misdrijf zal plegen

Veranderingen in deze behoeften/risicofactoren zijn verbonden aan veranderingen in recidivekans

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

What?

Page 11: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

1/ Geschiedenis van antisociaal gedrag2/ Antisociale persoonlijkheidsstijl3/ Antisociale attitude/cognities4/ Antisociale peers/netwerken

5/ Problematische familie & relaties6/ Problemen op werk, school / opleiding7/ Problematische vrije tijd / ontspanning8/ Middelenmisbruik

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Criminogene behoeften => “the central eight”

BIG

FO

UR

MO

DER

AT

E FO

UR

What?

Page 12: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

1/ Geschiedenis van antisociaal gedrag

“Vroege en aanhoudende betrokkenheid bij een aantal en een verscheidenheid van antisociale handelingen in een verscheidenheid

van instellingen.”

Dynamische behoefte: ontwikkel niet-criminele gedragsalternatieven in risicovolle situaties

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Criminogene behoeften => the central eight

What?

Page 13: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

2/ Antisociale persoonlijkheidsstijl

“Avontuurlijk plezier zoeken (kick), zwakke zelfbeheersing, rusteloos agressief”

Dynamische behoefte: ontwikkel probleemoplossende vaardigheden, zelfbeheersing, woedebeheersing en copingvaardigheden

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Criminogene behoeften => the central eight

What?

Page 14: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

3/ Antisociale attitude/cognities => neutraliseringstechnieken

“Attitudes, waarden, overtuigingen en rationalisaties welke crimineel gedrag ondersteunen; cognitief emotionele condities van woede, wrok, en trots; criminele versus hernieuwde identiteit, criminele

versus anti-criminele identiteit.”

Dynamische behoefte: Verminder antisociale cognities, herken risicovolle manieren van denken en voelen, ontwikkel alternatieve en minder risicovolle manieren van denken en voelen, maak een hernieuwde en/of anti-criminele identiteit eigen.

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Criminogene behoeften => the central eight

What?

Page 15: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

4/ Antisociale peers/netwerken

“Nauwe contacten met criminele anderen en relatieve isolatie met niet-criminele anderen; directe sociale steun voor criminaliteit.”

Dynamische behoefte: reduceer de connecties met criminele anderen, bouw een sociaal vangnet van niet-criminele anderen.

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Criminogene behoeften => the central eight

What?

Page 16: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

5/ Problematische familie & relaties

“Twee belangrijke elementen zijn enerzijds de opvoeding en/of de zorg en anderzijds de controle en/of het toezicht.”

Dynamische behoefte: reduceer conflict, bouw positieve relaties uit en verbeter het toezicht en supervisie.

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Criminogene behoeften => the central eight

What?

Page 17: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

6/ Problemen op werk, school / opleiding

“Lage niveaus van prestaties en voldoening op school en/of werk.”

Dynamische behoefte: verhoog prestatie, voldoening en beloning.

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Criminogene behoeften => the central eight

What?

Page 18: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

7/ Problematische vrije tijd / ontspanning

“Lage niveaus van betrokkenheid en bevrediging bij niet-criminele vrijetijdsbesteding.”

Dynamische behoefte: verhoog betrokkenheid, voldoening en beloning.

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Criminogene behoeften => the central eight

What?

Page 19: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

8/ Middelenmisbruik

“Misbruik van alcohol en/of drugs.”

Dynamische behoefte: reduceer middelenmisbruik, reduceer de persoonlijke en interpersoonlijke ondersteuning van middelen georiënteerd gedrag, verhoog alternatieven voor drugmisbruik

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Criminogene behoeften => the central eight

What?

Page 20: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

1/ Geschiedenis van antisociaal gedrag2/ Antisociale persoonlijkheidsstijl3/ Antisociale attitude/cognities4/ Antisociale peers/netwerken

5/ Problematische familie & relaties6/ Problemen op werk, school / opleiding7/ Problematische vrije tijd / ontspanning8/ Middelenmisbruik

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Criminogene behoeften <=> niet-criminogene behoeften

- Gevoel van eigenwaarde- (psychische) angst- Gebrek aan ouderschaps- vaardigheden- Medische noden- Victimisatie kwesties- Leerstoornissen- ...

niet-criminogene factoren zijn wel van belang om mee te nemen in de behandeling => kunnen mogelijks een barrière zijn voor een effectieve participatie

What?

Page 21: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Responsiviteitsprincipe (Responsivity) De persoonlijke sterktes en/of specifieke individuele factoren die de effectiviteit van de behandeling kunnen beïnvloeden

How?

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Page 22: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Responsiviteitsprincipe (Responsivity) De persoonlijke sterktes en/of specifieke individuele factoren die de effectiviteit van de behandeling kunnen beïnvloeden

How?

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Responsiviteit

forensische interventies

criminogene behoeften recidive gevaar

sterktes, motivatie, voorkeur, leerstijl, leeftijd, geslacht, cultuur, ...

mode, stijl, beïnvloedingsstrategieën, behandelpraktijken

Page 23: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Integriteitsprincipe (Integrity) Het behandelprogramma implementeren zoals het bedoeld werd

How well?

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Page 24: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Integriteitsprincipe (Integrity) Het behandelprogramma implementeren zoals het bedoeld werd

How well?

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Verzekeren dat de behandeling ook gegeven wordt op de manier waarop ze bedoeld is (consistentie van behandelen)

Gekende problemen:

program-drift program-reversal Treatment non-compliance

Disciplinaire straffen tijdens en in het kader van een behandeling

Vrijheden inperken van een resocialisatiepatiënt door de ontsnapping van een andere patiënt

Gebruik van geweldsinstructie in een bgl.-situatie

Page 25: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Integriteitsprincipe (Integrity) Het behandelprogramma implementeren zoals het bedoeld werd

How well?

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

1. Respect voor de persoon2. Psychologisch theorie3. Welzijnsbenadering4. Criminaliteitspreventie5. Risico6. Behoefte7. Breedte/multimodaal8. Algemene responsiviteit9. specifieke responsiviteit10. sterktes11. Professioneel goeddunken12. Beoordeel sterktes en RNR factoren13. Geïntegreerde taxatie & interventie14. Dosering15. Kernelementen personeelspraktijk16. Community-based17. Managament

Overkoepelende beginselen

RNR

Gestructureerde beoordeling

Programma uitvoering Organisatorische bekommeringen

Page 26: What works?
Page 27: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteit

Risicoprincipe (Risc)De kans dat een persoon zich inlaat met criminele gedragingen

Behoefteprincipe (Need) De levensdomeinen waarop we onze interventies/toezicht moeten op focussen om de kans op toekomstig crimineel gedrag te reduceren

Responsiviteitsprincipe (Responsivity) De persoonlijke sterktes en/of specifieke individuele factoren die de effectiviteit van de behandeling kunnen beïnvloeden

Integriteitsprincipe (Integrity) Het behandelprogramma implementeren zoals het bedoeld werd

Who?

What

How?

How well?

RNR-model (Andrews & Bonta, 2010)

Page 28: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteitRNR => Effectieve interventies

Indien men niet behandeld of geen van de RNR-principes volgt is het effect (r) -.02 => stijging van recidivisme

gemiddelde effectgrootte (phi) door naleving van de beginselen van de risico's, behoeften en responsiviteit: residentieel en ambulant.

Niveau van naleving Residentieel Ambulant

Naleving van een beginsel .01 .03

Naleving van twee beginselen .12 .22

Volledige naleving .17 .35

Volledige naleving over de settingen heen: .28

Bron: Andrews en Bonta (2006); McNeill et al., (2012, p.32)

Page 29: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteitRNR => Effectieve interventies

zijn gebaseerd op wetenschap en theorie zijn leidend/gezaghebbend taxeren a.d.h. risico & behoefte assessment instrumenten focussen op misdaad gerichte gedragingen hanteren effectieve behandelmodellen variëren behandeling en interventies gebaseerd op risico’s,

behoeften en responsiviteit ontwrichten criminele netwerken hebben gekwalificeerde, ervaren en toegewijde stafleden voorzien nazorg evalueren wat ze doen zijn stabiel en hebben voldoende resources en ondersteuning ...

Kenmerken van effectieve zorgprogramma’s

Page 30: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteitRNR => Effectieve interventies

“echter de meeste programma’s zijn gebaseerd op traditie, gewoonte & imitatie in plaats van wetenschappelijke bewijsvoering of effectiviteit.”

Kenmerken van effectieve zorgprogramma’s

Page 31: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteitRNR => Effectieve interventies

Why some of us do it? Why don’t we all do it?

The Psychology of Criminal Conduct (PCC) Seeks an understanding of variation in the criminal behavior of individuals

Page 32: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteitRNR => Effectieve interventies

Why some of us do it? Why don’t we all do it?

The Personal, Interpersonal and Community-Reinforcement Theory (PIC-R)

“A truly interdisciplinary general personality and cognitive social learning theoretical perspective on human behaviour”

The Psychology of Criminal Conduct (PCC) Seeks an understanding of variation in the criminal behavior of individuals

Page 33: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteitRNR => Effectieve interventies

Menselijke gedrag wordt beïnvloed via diverse wegen

Persoonlijk-gemediëerde invloed Human agence, plan, intentie, actief, weloverwogen

Interpersoonlijk-gemediëerde invloed Andere personen hebben een directe invloed

Niet-gemediëerde of automatische invloed Onbewust, automatisch, gewoonte, schema’s, verhalend

The Psychology of Criminal Conduct (PCC) Seeks an understanding of variation in the criminal behavior of individuals

Page 34: What works?

What works?

risico-behoefte-responsiviteit-integriteitRNR => Effectieve interventies

Chapter 4 • The PIC-R Perspective 137

been presented by Jessor and Jessor (1977), Akers (1973, 1985, 2001), and many others, but we think that personality is best brought into the general cognitive social psychology of crime.

The model recognizes that there are multiple routes to involvement in illegal conduct, but suggests that antisocial attitudes and criminal asso-ciates are particularly strong risk factors. The model does not assume, for example, that all young offenders are temperamentally restless or aggres-sive, or that all young offenders are weakly tied to home and school. The chances of illegal conduct increase dramatically as the number and variety of the more proximal set of predispositional factors increase.

Where do political economy, social structure, and culture fi t into this general personality and social psychology of crime? Because they are constants, they are distal background contextual conditions that cannot account for variation in individual conduct within particular social arrangements. Figure 4.3 shows the various classes of variables that may impact on individual behavior ordered from the broadest structural level down to the person in an immediate situation. Structure and culture have important roles to play in establishing the fundamental contingencies

Family of Origin: Temperament, Ability, Values, Conduct History

Delinquent AssociatesSocio-emotionalNormative

The Immediate Situation

Family-Child RelationsAffective QualityNormative (Supervision/Training)

Definitions of Situations;Balance Rewards/Costs Favorableto Delinquent Behavior

Neighborhood: Proportion of Active Criminals

Gender

Age

Attitudes, Values, Beliefs& Feelings Favorable to Delinquency

Conventional Ambition & Performance, including School Performance & Conduct

Temperament/Verbal Aptitude/Socialization/Self-Management AbilityEarly and Generalized Conduct Problems

Delinquent Behavior

Ethnicity

Figure 4.2A General Personality and Social Psychological Perspective on Criminal Conduct

General personality

Cognitive social learning

Page 35: What works?

What works?

population with which Roca works. These

MEASURE

PRACTICES

ENHANCE INTRINSIC MOTIVATION

SKILL TRAIN WITHDIRECTED PRACTICE

INCREASE POSITIVE REINFORCEMENT

ENGAGE ON-GOING SUPPORT IN COMM.

TARGET INTERVENTION

MEASUREMENT

FEEDBACKRISK/NEED: ASSESS

ACTUARIAL RISKRISK/NEED: ASSESS

ACTUARIAL RISK

RISc - Zelzategestructureerde assessment en interventie

Assessment is de motor tot effectieve zorgprogrammering

helpt je tegemoet te komen aan het risico-principe geeft aan wie heeft de meeste zorg/interventie nodig heeft helpt bij het verhinderen van iatrogene effecten

helpt je tegemoet te komen aan het behoefte-principe geeft aan welke criminogene noden we moeten aanpakken

helpt als leidraad in de besluitvoering helpt het reduceren van vooroordelen verbetert het plaatsen/muteren van patiënten helpt in het beter gebruik van middelen helpt te evalueren of het recidiverisico daalt kan leiden tot een grotere beveiliging van de maatschappij

Page 36: What works?

What works?

RISc - Zelzategestructureerde assessment en interventie

1ste generatie: klinisch (onderbuikgevoel)

2de generatie: actuarieel (normtabellen)

3de generatie: gestructureerd klinisch (HCR-20, HKT-30, ...)

4de generatie: risicomanagement (integratie risicotaxatie en behandelplanning - casemanagement)

De historiek van risicotaxatie instrumenten

Correctional Offender Management Profiling for Alternative Sanctions (COMPAS) Static Risk and Offender Needs Guide (STRONG) Ohio Risk Assessment System (ORAS) Level of Service / Risk, Need, Responsivity (LS/RNR) Level of Service / Case Management Inventory (LS/CMI) Youth Level of Service : Case Management Inventory (YLS/CMS)

Recidive Inschattings Schalen (RISc)

Page 37: What works?

What works?

RISc - Zelzategestructureerde assessment en interventie

Recidive Inschattings Schalen (RISc)

1/ Delictgeschiedenis (niet meer veranderbaar)2/ Huidige delict en delictpatroon (niet meer veranderbaar)3/ Huisvesting en wonen (veranderbaar)4/ Opleiding, werk en leren (veranderbaar)5/ Inkomen en omgaan met geld (veranderbaar)6/ Relaties met partner, gezins- en familieleden (veranderbaar)7/ Relaties met vrienden en kenissen (veranderbaar)8/ Druggebruik (veranderbaar)9/ Alcoholgebruik (veranderbaar)10/ Geestelijke gezondheid (wel/niet veranderbaar)11/ Denkpatronen, gedrag en vaardigheden (veranderbaar)12/ Houding (veranderbaar)13/ ...............................................

Page 38: What works?

What works?

RISc - Zelzategestructureerde assessment en interventie

Recidive Inschattings Schalen - Zelzate

1/ Dossierinformatie verzamelen en lezen

2/ Interview patiënt- interview delictanalyse & motivationeel interview- zelfrapportage vragenlijst

3/ Informatie verwerken- profiel maken en toelichten- HCR-20 & psy testbatterij- besluiten tot verdiepingsdiagnostiek

Niveau 1Basisdiagnose(3 maanden)

4/ Verdiepingsdiagnose- extra instrument / vragenlijst- inzetten gedragsdeskundigen

5/ Conclusie verwerken

Niveau IIVerdiepingsdiagnose(3 maanden)

Niveau IIIIntegrale conclusie

6/ Integrale conclusie stellen - diagnosepunt

Niveau IVIndicatiestelling

7/ concept indicatie stellen

8/ Toesting indicatie (probleemanalyse & conclusie)

9/ Definitieve indicatie stelen => opmaak behandelplan

Page 39: What works?

What works?

RISc - Zelzategestructureerde assessment en interventie

Recidive Inschattings Schalen - Zelzate

Criminogene factor Aanwezig In ernstige mate aanwezig

Delictgerelateerd Ja/Nee Belang

Opleiding, werk en leren X Ja Gemiddeld

Inkomen en omgaan met geld X

JaGemiddeld

Denkpatronen, gedrag en vaardigheden X Ja Groot

Page 40: What works?

What works?

RISc - Zelzategestructureerde assessment en interventie

Recidive Inschattings Schalen - Zelzate

Criminogene factor Beoogd eindresultaat (behandeldoelen)

Relaties met vrienden en kennissen

- Patiënt heeft geen contact meer met ............- Patiënt heeft nieuwe niet-criminele kennissen / vrienden- Patiënt gaat niet in op criminele voorstellen van mensen in zijn omgeving

Denkpatronen, gedrag en vaardigheden

- Patiënt doet geen impulsieve, ondoordachte aankopen (meer)- Patiënt weet tijdig uit een situatie te stappen waardoor hij geen fysiek geweld meer gebruikt- patiënt (er)kent risicosignalen die gekoppeld zijn aan zijn exhibitionisme en bij dergelijke signalen neemt hij contact met (naam contactpersoon) om te voorkomen dat hij opnieuw zal gaan exhibitioneren

Houding

- Patiënt is zich bewust van negatieve consequenties van delictgedrag en wil geen delicten meer plegen- Patiënt aanvaardt hulp om op het rechte pad te blijven- patiënt neemt deel aan (gedragsinterventie) en rondt deze af

gedragsinterventie: ART, CoVa, Module budgetteren, module huisvesting & wonen, ...

Page 41: What works?

Christophe Busch

Wat werkt en wat niet bij het reduceren van recidive

* RNR-model * Effectieve interventies * RISc - Zelzate

What works?