WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie...

24
Professor Carel Goslings Terug in OLVG Kindersedatie Pijn en angst horen er niet bij Wetenschaps- commissie Nieuw duo aan het roer wetenschapsblad OLVG jaargang 12 | no. 1 | maart 2019 Verpleegkunde De opkomst van antibiotica Een bijzondere geschiedenis met hoogte- en dieptepunten WETENSCHAP @ OLVG

Transcript of WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie...

Page 1: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Professor Carel GoslingsTerug in OLVG

KindersedatiePijn en angst horen er niet bij

Wetenschaps-commissieNieuw duo aan het roer

wetenschapsblad OLVG jaargang 12 | no. 1 | maart 2019

Verpleegkunde

De opkomst van antibioticaEen bijzondere geschiedenis met hoogte- en dieptepunten

WETENSCHAP@OLVG

Page 2: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

In deze editie

In november won ANIOS Kindergeneeskunde Hannah Hoeben de eerste prijs tijdens de jaarlijkse OLVG-CATwalk. Met haar CAT (critically appraised topic) zocht ze uit of de toediening van corticosteroïden het ontstaan van nierschade na een acute pyelonefritis kan voorkomen.

14Critically appraised topic

In 1928 vond Alexander Fleming in een bacteriecultuur een penseelschimmelinfectie die de bacteriegroei onderdrukte. Hij noemde deze stof penicilline. Het was een toevallige ont-dekking die het begin vormde van een bijzondere geschiede-nis.

4 De opkomst van antibiotica

Cover: Professor Waksman, Randolph Major en Alexander Fleming

(Special Collections and University Archives, Rutgers University Libraries)

Fotovraag

Een patiënt wordt in OLVG opgenomen vanwege buik-pijn, misselijkheid en braken. De klachten bestaan al zes jaar, maar zijn de laatste dagen in ernstige mate toegenomen. Bij eerder poliklinisch onderzoek waren afwijkingen zichtbaar aan de galwegen en lever. Daar-om is een ‘spyglass ERCP’ verricht; een geavanceerd kijkonderzoek van de galwegen en de pancreas. Dit organisme werd aangetroffen. Wat is het? Dit is de platworm fasciola hepatica ofwel leverbot. Deze parasiet leeft in de lever en galgangen van herkauwers. De volwassen leverbot, die circa drie centimeter lang is, legt eitjes in de lever die met de gal in de ontlasting terechtko-men. De trilhaarlarven die uit de eitjes komen, evolueren tot staartlarven. Daarvoor is een tussengastheer nodig: de poelslak. De staartlarven plakken aan waterplanten of gras vast, dat vervolgens door herkauwers wordt opgegeten. Besmetting van de mens kan gebeuren door het eten van watergroenten (voornamelijk waterkers) of het kauwen op grassprieten. De ziektesymptomen bij de mens zijn: koorts, buikpijn, gewichtsverlies, een vergrote lever, geelzucht en bloedarmoede. De diagnose is lastig te stellen, aangezien de eitjes moeilijk te detecteren zijn in de ontlasting. De behandeling bestaat uit het antiwormenmiddel triclaben-dazole.

WETENSCHAP@OLVG •  2

Page 3: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Redactioneel

Kwaliteit loont2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association, impactfactor 47,7) laat zien dat we echt kunnen meedraaien in de top. Di-verse (inter)nationale media pakten het nieuws snel op en ook op Twitter ging het los. Op pagina 8 vertelt AIOS orthopedie Victor van de Graaf over de resultaten van zijn onderzoek, die de be-vindingen van eerdere studies bevestigen. Deze toonaangevende publicatie was dus niet zozeer het resultaat van een revolutionaire bevinding, maar van de kwaliteit waarmee de studie is op-gezet en uitgevoerd. Een hele geruststelling in een tijd waarin veel te doen is over de (beperkte) reproduceerbaarheid van veel wetenschappe-lijke studies. Gelukkig zien we ook in deze editie van Wetenschap@OLVG een duidelijke focus op kwaliteit. De winnares van de CATwalk weet als geen ander hoe belangrijk het is om wetenschappelijke lite-ratuur op kwaliteit te beoordelen. En vier promo-vendi vertellen over hun proefschrift, waarmee zij bijdragen aan de kwaliteit van onderzoek en zorg. Professor Goslings beschrijft mooie plannen voor wetenschappelijk onderzoek van hoge kwa-liteit, in samenwerking met Amsterdam UMC. Ook de kwaliteit van pijnbestrijding bij kinderen en lichamelijke fitheid van volwassenen komen aan bod. En daarnaast zijn er praktische tips. Want hoe zorg je voor hoge kwaliteit van onderzoeks-gegevens? Welke statistiek software gebruik je om die te analyseren?Kwaliteit komt meestal niet vanzelf. Ook de op-komst van antibiotica – een uitvinding van hoge kwaliteit – ging niet zonder horten of stoten. Ge-lukkig hebben Carl Siegert en Diederik Kempen goede ideeën om fondsen voor wetenschap te werven en efficiënt gebruik te maken van data die binnen de standaardzorg geregistreerd wor-den. Daarnaast willen zij ook de samenwerking tussen wetenschappers in OLVG verder facilite-ren en stimuleren. Dus dat biedt mooie kansen voor de komende jaren!

Nienke Willigenburg, coördinator onderzoeksbureau Orthopedie

En verder6 Wetenschapscommissie: nieuw duo aan het roer 8 JAMA-publicatie voor AIOS Orthopedie Victor van

de Graaf8 Onderzoeker Orthopedie Marieke van Wier wint

prijs op internationaal congres9 Kwartet onderzoekers: vier promovendi 16 Interview: Professor Carel Goslings terug in OLVG17 In het kort: Managen van onderzoeksdata18 Epidemiologica: R versus SPSS19 Column Maarten Moen20 Negen projecten krijgen subsidie Stichting

Wetenschappelijk Onderzoek OLVG23 Korte berichten24 Infographic: Wetenschappelijke publicaties 2018

Dat pijn erbij hoort, gaat er bij kinderarts Șűkrű Genco niet in. Hij introduceerde lachgas in OLVG om pijn en angst te voorkomen bij kinderen die een kleine ingreep ondergaan. De resultaten zijn opzienbarend. Inmiddels timmert hij met collega’s van binnenen buiten OLVG aan de weg om pijnbestrijding bijkinderen beter op de kaart te krijgen.

22Kwaliteit en wetenschap

WETENSCHAP@OLVG •  3

Page 4: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Bijna 100 jaar geleden werd het eerste antibioticum bij toeval ontdekt. Het was het begin van een bijzondere geschiedenis met hoogte- maar ook dieptepunten.

Muriel van Schilfgaarde, onderzoeker/moleculair bioloog HKCL

Het was Alexander Fleming die in 1928 in een bacteriecultuur een penseel-schimmelinfectie vond die de bacte-riegroei onderdrukte. Hij was niet op zoek naar antibiotica maar herkende een mislukte proef wel als een be-langrijke ontdekking. Fleming noemde deze stof penicilline.

Onderzoek Fleming, naar eigen zeggen een bac-terioloog in een laboratorium zonder chemici, kon zelf geen grote hoeveel-heden penicilline produceren. De stof was namelijk instabiel en moeilijk te isoleren. Wel experimenteerde hij met penicilline en ontdekte zo dat het de groei remde van meerdere soorten bacteriën, terwijl het niet toxisch was voor menselijke witte bloedcellen. Dit in tegenstelling tot de tot dan toe be-kende antiseptische stoffen. Pas tien jaar later toonde een groep in Oxford, onder leiding van Howard Florey en Ernst Chain, belangstelling in de ont-dekking. Hun lukte het om penicilline in een stabiele vorm te isoleren. Nu kon de helende werking ervan bij infecties in mens en dier worden gedemon-streerd. Omdat in Engeland de Tweede Wereldoorlog was uitgebroken, nam Florey zijn uitvinding mee naar Ame-rika om het daar op grote schaal te produceren. Rond 1944 lukte het in Amerika en Engeland om synthetische penicilline te maken en kon het groot-schalig in gebruik worden genomen. In 1945 kregen Fleming, Florey en Chain de Nobelprijs voor de Geneeskunde.

en werd gebruikt bij de bestrijding van infecties bij gewonde soldaten. De re-sultaten waren spectaculair. Dit zorgde voor een versnelde opmars van anti-biotica in de zorg. Penicilline was een wondermiddel bij wondinfecties, syfilis, gonorroe, meningitis en longontsteking. Het werd na de oorlog wereldwijd toe-gepast. Daarbij kon het ook preventief worden ingezet, bijvoorbeeld voor een operatie of een bevalling. Er werden

Historie

De sleutelfiguren in de ontwikkeling van penicilline bij de uitreiking van de Nobelprijs voor

Geneeskunde, 1945. Van links naar rechts: Alexander Fleming (1881-1955), Ernst B. Chain

(1906-1979) en Howard W. Florey (1898-1968). Foto: Alexander Fleming Laboratory Museum,

Imperial College Healthcare NHS Trust. Fotograaf: (onbekend). © Alexander Fleming Labora-

tory Museum, Imperial College Healthcare NHS Trust.

De opkomst van antibiotica

Wondermiddel De eerste patiënt die met penicil-line behandeld werd in 1941 herstelde voorspoedig, maar na drie dagen was de penicilline op. Er werden pogingen gedaan om de penicilline uit de urine van de patiënt terug te winnen, maar dat lukte onvoldoende en uiteindelijk stierf de patiënt toch aan de infectie. Onder druk van de Tweede Wereldoor-log kwam penicilline snel beschikbaar

WETENSCHAP@OLVG •  4

Page 5: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

steeds nieuwe antibiotica (uit)gevon-den die steeds meer bacteriesoorten konden doden. Zelfs tuberculose werd behandelbaar. In 1958 werden de eerste ziekenhuisinfecties met penicillineresis-tente Staphylococcus aureus beschre-ven. De ziekenhuizen waren volgens de onderzoekers een broeinest van penicil-lineresistente bacteriën geworden. Het antwoord op de resistenties was relatief eenvoudig. Er werden nieuwe antibioti-ca ingezet, in dit geval meticilline. Maar al in 1961 werd meticillineresistente Staphylococcus aureus beschreven: MRSA. Desondanks was er midden ja-ren 60 euforie. Wat de medische wereld betrof waren bacteriële infecties versla-gen.

Superbugs Vanaf de jaren 90 werden MRSA-stam-men gevonden die voor bijna alle be-kende antibiotica resistent waren. Mul-tiresistente MRSA dus, echte superbugs. Omdat resistenties een logisch gevolg zijn van antibioticagebruik, is antibioti-cagebruik in Nederlandse ziekenhuizen aan banden gelegd. Maar vergeleken met andere Europese landen zijn wij grootverbruiker van antibiotica in de veeteelt. Antibiotica werden hier onder andere gebruikt als groeimiddel, totdat dit in 2006 verboden werd in de Eu-ropese Unie. Dat ook hier resistenties zouden optreden, was waarschijnlijk wel bekend. Maar dat deze resistente bacteriën uiteindelijk in de ziekenhuizen problemen zouden geven, werd on-derschat. De resistenties verspreidden zich razendsnel, onder andere van dier naar mens. Er kwam een heel nieuwe categorie resistente bacteriën vanuit de veeteelt het ziekenhuis binnen, ESBL genoemd. Deze bacteriën zijn resis-tent geworden door de productie van Extended Spectrum Bèta Lactamases; een verzamelnaam voor een groep en-zymen. Momenteel kan in Nederlandse ziekenhuizen 30% van de patiënten die contact hebben gehad met levend vee drager zijn van (multiresistente) MRSA en 5% van de bevolking draagt ESBL-bevattende darmbacteriën.

Alternatieven En als antibiotica niet meer werken, wat

doen we dan? Een zeer recente studie becijferde dat er jaarlijks in Europa 33.000 doden vallen door antibiotica-resistentie1. Er wordt hard gezocht naar alternatieven. In het AMC werden an-tibacteriële stoffen geïdentificeerd in honing. Dat honing van nature stoffen bevat die bacteriën bestrijden, was in de Romeinse tijd al bekend. Romeinse legerartsen behandelden steekwonden met honing om deze schoon te houden en genezing te bevorderen. Ook was er het afgelopen jaar veel belangstelling voor een kliniek in Georgië die bacte-riofagen gebruiken in de bestrijding van infecties. Bacteriofagen (letterlijk bacterie-eters) zijn virussen die heel specifiek bacteriën infecteren en do-den. Ze zijn begin 20e eeuw ongeveer tegelijkertijd ontdekt in Groot-Brittannië en Frankrijk. Al in 1923 werd in Georgië onderzoek gedaan naar faag-therapie, maar dit werd gestaakt na de ontdek-king van antibiotica. Vanwege de tijd die nodig is om een geschikte faag te identificeren en te kweken, zijn ze min-der geschikt voor de behandeling van acute infecties. Ook zijn de veiligheids-

risico’s voor het gebruik nog niet goed in te schatten. Honing en faagtherapie lijken beide vooral veelbelovend bij huidinfecties. Wellicht ligt het antwoord in de tien jaar dat Flemings uitvinding aanvankelijk bleef liggen. Zijn tijdgenoten (en hijzelf) hadden meer vertrouwen in vaccinatie en infectiepreventie dan in behandeling met de giftige antiseptische middelen. In de toekomst kunnen verbeterde tech-nieken voor hygiëne, isolatie en vac-cinatie worden ingezet om infecties te bestrijden.

1. Cassini A, Högberg LD, e.a. Burden of AMR Collab-

orativeGroup. Attributable deaths and disability-

adjusted life-years caused by infections with

antibiotic-resistant bacteria in the EU and the

European Economic Area in 2015: a population-

level modelling analysis. Lancet Infect Dis. 2019

Jan;19(1):56-66

Ter inspiratie:

Penicillin: The Robert Campbell Oration, Alexander

Fleming, Ulster Med J. 1944 Nov

Everdingen JJE van, Feenstra G, Dankert J. Als

Vanco valt - De falende verdediging van genees-

middelen tegen micro-organismen. 1996

WETENSCHAP@OLVG •  5

Page 6: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Wetenschapscommissie

Sinds begin september heeft de wetenschapscommissie een nieuwe voorzitter én vicevoorzitter: internist-nefroloog Carl Siegert en orthopedisch chirurg Diederik Kempen. We spraken met hen over hun plannen en ambities voor de wetenschap in OLVG.

Judith Vocking

dan is een groot ziekenhuis als OLVG bij uitstek de plek om antwoorden te vinden.’ Kempen: ‘Value-based Healthcare (VBHC) is hier een mooi voorbeeld van. VBHC is voor OLVG en collega-Santeon-ziekenhuizen een speerpunt

en er is geld en ondersteuning voor beschikbaar. Daarmee hebben we een belangrijk middel in handen. Als je bij-voorbeeld naar de orthopedie kijkt, dan zie je dat steeds meer behandelingen in zelfstandige behandelklinieken plaats-vinden. Met VBHC kunnen we op een

Nieuw duo aan het roertice, maar dat ze in detail alles weten, kunnen we niet verwachten. Ze hebben mensen nodig die hun adviseren en faciliteren. Die rol heeft het Leerhuis. In de commissie werken we nauw samen met het hoofd wetenschap van het Leerhuis, Diana van Rooijen. Met z’n drieën trekken we de kar. Ik ben iedere keer weer blij verrast over alles wat er binnen het Leerhuis al staat qua struc-tuur. Er werken enthousiaste, kundige mensen. Die mensen en die structuur moeten we als commissie bij de weten-schappers brengen. Als dat lukt, ont-staat er een vliegwieleffect.’

En hoe moeten we de wetenschappelijke kansen zien door de schaalvergroting na de fusie? Siegert: ‘De wetenschap zit van oudsher in de academie, maar zij behandelen maar een kleine selectie van patiënten. De meeste patiënten in Amsterdam komen naar OLVG en wij weten ook wat relevante klinische vragen zijn. Als het gaat over de waarde voor patiënten,

Wat was jullie persoonlijke motivatie om het voorzitter- en vicevoorzitterschap op je te nemen? Kempen: ‘In OLVG doet eigenlijk iedereen onderzoek vanuit passie en enthousi-asme. Maar met de strakker wordende wet- en regelgeving wordt onderzoek doen moeilijker en lopen mensen tegen drempels aan. Ik wil me de komende ja-ren inzetten om het binnen de wettelijke kaders voor onderzoekers in OLVG zo makkelijk mogelijk te maken.’ Siegert: ‘De fusie heeft een enorme schaalvergroting teweeggebracht. Er zijn een dynamiek en slagkracht ontstaan om alles nog mooier en beter te doen. Als OLVG doen we dit al heel goed op het gebied van patiëntenzorg en opleiding, maar die meerwaarde moeten we ook op wetenschappelijk gebied gaan verzil-veren. Dat is mijn voornaamste drijfveer.’

De wet- en regelgeving wordt dus strakker. Wat kunnen jullie hierin betekenen? Siegert: ‘Onze onderzoekers moeten kennis hebben van Good Clinical Prac-

: de wetenschaps-commissie is een ontmoetingsplek voor alle wetenschappers in OLVG om ideeën uit te wisselen, elkaar te helpen en inspireren

Carl Siegert

WETENSCHAP@OLVG •  6

Page 7: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

wetenschappelijk onderbouwde manier de patiëntenzorg verbeteren. Zo laten we als ziekenhuis zien dat we een be-langrijke meerwaarde hebben.’

Wat zien jullie als de voornaamste rol van de wetenschapscommissie? Siegert: ‘De wetenschapscommissie is een ontmoetingsplek voor alle weten-schappers in OLVG om ideeën uit te wisselen, elkaar te helpen en inspireren. En dan heb ik het over dokters, ver-pleegkundigen én paramedici. Weten-schap doe je met z’n allen. Door als we-tenschapscommissie iedereen samen te brengen, kunnen we de wetenschap op een hoger plan brengen en in de nerven van de organisatie krijgen.’ Kempen: ‘Bij de Orthopedie pakken we de wetenschap al multidisciplinair aan. We hebben artsen, verpleegkundigen en fysiotherapeuten die onderzoek doen en bij elk onderzoek wordt ieder-een betrokken. Daar zouden we in de commissie een keer iets over kunnen vertellen om zo anderen te inspireren. ’ Siegert: ‘Je hoeft het niet allemaal zelf te verzinnen als je ingebed bent in een

groep van gelijken. Dat is naar mijn idee de basis om hoogstaand wetenschap-pelijk onderzoek te kunnen doen.’

Wat zijn jullie doelen voor, zeg, de komende drie jaar? Siegert: ‘Allereerst is het belangrijk om te zeggen dat er de afgelopen jaren al ontzettend veel is gedaan waar we op kunnen voortbouwen. En er zijn mooie initiatieven waar we niets aan gaan veranderen, zoals de wetenschapsdag, de wetenschapsprijzen en de weten-schapsplatforms. Wat ik hoop, is dat er over drie jaar een levendige, grote com-missie staat waar alle vakgroepen en alle disciplines in vertegenwoordigd zijn en waar mensen graag naartoe komen. Dat we van elkaar weten waar we mee bezig zijn en dat we van elkaar leren.’ Kempen: ‘Daarnaast willen we een slag maken op het gebied van ICT. We willen onder andere kijken hoe we met EPIC data beter en vooral ook makkelijker kunnen borgen. In dat opzicht kunnen we leren van het VBHC-traject, waar-voor data op een zeer discrete manier zijn opgeslagen.’ Siegert: ‘Ook is het ons streven een

fonds in het leven te roepen om geld ten behoeve van de wetenschap te genere-ren. We mogen ons als ziekenhuis best wat meer profileren als instituut dat je graag wilt steunen. Het idee is dat men-sen die ons financieel steunen er ook iets voor terugkrijgen.’ Kempen: ‘En dan hebben we het niet al-leen over patiënten en bezoekers, maar ook over het bedrijfsleven. Voor bedrij-ven aan de Zuidas zou het bijvoorbeeld heel interessant kunnen zijn om onder-zoek naar rugproblemen te supporten. Als we kunnen laten zien dat we de patiëntenzorg verbeteren door het doen van onderzoek, creëren we draagvlak voor al onze onderzoekers.’

Hoe gaan jullie de taken verdelen en hoe vullen jullie elkaar aan? Kempen: ‘We hebben geen duidelijk taakverdeling, we doen dit als team. Carl is wat ouder dan ik en heeft veel meer bestuurlijke ervaring. Ik loop als jonge onderzoeker nog regelmatig te-gen problemen op de werkvloer aan. Ik denk dat we elkaar wat dat betreft mooi aanvullen.’

Siegert: ‘Daarnaast zit de interesse voor ICT iets meer bij Diederik dan bij mij. Verder is Diederik een snijder en ik een beschouwer, dan vul je elkaar per definitie aan. Diederik heeft nu de tijd om mee te kijken en dan hoop ik dat hij over een paar jaar het stokje van mij overneemt.’

: ik wil me de komende jaren inzetten om het binnen de wettelijke kaders voor onderzoekers in OLVG zo makkelijk mogelijk te maken

Diederik Kempen

WETENSCHAP@OLVG •  7

Page 8: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

op MRI aangetoonde symptomatische meniscusscheur. Deelnemers aan het onderzoek werden twee jaar gevolgd, waarbij zij onder andere vragenlijsten invulden over hun kniefunctie. Na twee jaar zagen we een sterke verbetering

van kniefunctie, gelijk in beide groepen. Gedurende deze twee jaar werden 47 patiënten (29%) die voor de fysiothera-piegroep geloot hadden alsnog geope-reerd. Dit betekent dat een operatie in de meeste gevallen niet nodig is. Aange-zien een meniscusoperatie tot heel recent de meest uitgevoerde operatie in ons vakgebied was, en de resultaten overeenkomen met de bevindingen van enkele eerdere studies op dit gebied, verwachten we het aantal onnodig uit-gevoerde operaties verder terug te kun-nen dringen.’

Graaf VA van de, Noorduyn JCA, Butter IK, Willigen-

burg NW, Poolman RW e.a. Effect of early surgery

versus physical therapy on knee function among

patients with nonobstructive meniscal tears. JAMA,

2018;320(13):1328-1337.

JAMA-publicatie voor Victor van de Graaf

Orthopedie

In oktober 2018 verscheen in het gere-nommeerde tijdschrift Journal of the American Medical Association (JAMA) een studie van AIOS Orthopedie Victor van de Graaf. Hij leverde deze bijzonde-re prestatie samen met OLVG-collega’s onderzoeker en fysiotherapeut Julia Noorduyn, datamanager Ise Butter, on-derzoekscoördinator Nienke Willigen-burg en orthopedisch chirurg Rudolf Poolman.

Victor van de Graaf: ‘Tussen 2013 en 2015 hebben we in samenwerking met acht Nederlandse ziekenhuizen 321 patiënten geïncludeerd en gerando-miseerd naar een meniscusoperatie of een gestandaardiseerd fysiotherapie-protocol. De patiënten waren tussen de 45 en 70 jaar oud en hadden een

Marieke van Wier wint prijs op internationaal congresOp 29 september 2018 won Marieke van Wier, wetenschappelijk onderzoeker Or-thopedie, de prijs voor de beste presen-tatie op het congres van de European Hip Society. Haar onderzoek ging over de invloed van negatieve publiciteit over de resurfacing ‘metaal-op-metaal’ heupprothese op de bezorgdheid en zelf-gerapporteerde heupfunctie van OLVG-patiënten.

Marieke van Wier: ‘De resurfacing heup-prothese, ook wel de sportheup ge-noemd, was een tijd lang populair als alternatief voor de klassieke heupprothe-se. Maar in 2010 veranderde dit. Door het vrijkomen van metaalslijpsel ontstonden bij sommige patiënten zwellingen rond-om de prothese. In de media werd de sportheup omgedoopt tot “horrorheup”. Het leek ons interessant om uit te zoe-ken welke invloed de negatieve media-

aandacht had op patiëntervaringen en heupfunctie. 251 mensen die tussen 2004 en 2012 een resurfacing heupprothese in OLVG hadden gekregen, vulden in 2014 een aantal vragenlijsten in. Van de men-sen die kennis hadden van mogelijke complicaties wist 70% dat uit de krant, 50% wist het (ook) van TV en 39% (ook)

van internet. De media zijn dus een be-langrijke informatiebron. Uit onze analy-ses bleek vervolgens dat mensen die een negatief beeld hadden van mogelijke complicaties, zich meer zorgen maakten én slechter scoorden op de patient re-lated outcome measures (PROMs), zoals patiëntgerapporteerde heupfunctie.’

WETENSCHAP@OLVG •  8

Page 9: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Kwartet onderzoekers

Hoe is het om in OLVG te promoveren? Vier promovendi vertellen erover.

Judith Vocking

WETENSCHAP@OLVG •  9

Page 10: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Samenvatting studieVoor diabetespatiënten en patiënten op de In-tensive Care (IC) met een verstoorde bloedsui-kerspiegel is het belangrijk om de bloedglucose goed in de gaten te houden. Dit promotietraject had tot doel meer inzicht te krijgen in de regule-ring en het volgen van bloedglucosewaarden. We hebben gekeken naar de accuratesse van con-tinue glucosemonitoring (CGM)-systemen bij IC-patiënten. Daarnaast hebben we onderzocht of de waarde van een nieuwe marker (de hemoglobine glycerings-index (HGI)) gebruikt kan worden om de diabetesbehandeling beter af te stemmen op de individuele patiënt. De resultaten tonen aan dat de CGM veilig gebruikt kan worden bij IC-patiënten. Ze zijn veelbelovend qua werkzaamheid. Wel is het van belang dat de accuratesse en betrouwbaar-heid van CGM-systemen op de IC verbeteren. Ook is gebleken dat het raadzaam is sondevoeding met minder koolhydraten te gebruiken, omdat dit de insulinebehoefte verlaagt.

Kwartet onderzoekers

Sigrid van Steen, AIOS

Interne Geneeskunde

20 september 2018 verde-

digde Sigrid van Steen

haar proefschrift ‘On the

same track – glucose

monitoring and treat-

ment strategies in diabe-

tes and critical illness’.

Promotor:

prof. dr. J.H. de Vries

Copromotor: prof. dr.

P.H.J. van der Voort

Wat heeft je destijds doen besluiten te gaan promoveren? ‘Ik werkte in het Westfriesgasthuis en wilde graag internist worden. Maar zonder gepro-moveerd te zijn, is het eigenlijk onmogelijk een opleidingsplek te vinden. Mijn opleider was erg enthousiast over promoveren en toen werd ik ook nog benaderd om in het AMC én OLVG promotieonderzoek te doen. Het lot heeft het dus zo beslist. En ik heb er geen spijt van. Het was een bijzondere en leerzame periode, en het was fijn om een

aantal jaar mijn eigen agenda te kunnen beheren. Daarna kom je weer in het keurslijf van het ziekenhuis en slokt de kliniek je op.’

Wat vond je lastig aan promoveren? ‘Als zaalarts krijg je iedere dag kleine te-rugkoppelingen; een vriendelijke woord van een patiënt of een bedankje van een ver-pleegkundige. Die externe motivatie mis je in een promotietraject. Het is misschien een paar keer per jaar dat mensen een publica-tie van je lezen en er iets over zeggen, maar in de tussentijd moet je jezelf motiveren.’

Welke tip kun je mensen geven die graag willen promoveren? ‘Kijk zorgvuldig waar je je promotieonder-zoek gaat doen. Als je in een prettige groep komt en een enthousiaste promotor hebt, doe je je werk met plezier en kun je de vaart erin houden. Ik heb wat dat betreft veel ge-luk gehad.’

: het lot heeft het zo beslist

Monitoring bloedglucose bij IC-patiënten

Take-home messageContinue glucosemonitoring (CGM) is een veelbelovende en veilige methode om bloedglucosewaarden te reguleren. Wel is de verbetering van de huidige CGM-systemen aan te bevelen.

WETENSCHAP@OLVG •  10

Page 11: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Samenvatting studieDit proefschrift bestaat uit drie onderdelen: de peri-operatieve zorg, het risico op complicaties en een uit-gebreide discussie. Het eerste deel beschrijft dat het geven van een protonpompremmer een zes keer lager risico geeft op een naadulcus na Roux-en-Y gastric by-pass. Ook blijkt dat het preoperatief verrichten van een oesofagogastroduodenoscopie nauwelijks klinische consequenties heeft. Daarnaast is bewaking op de intensive care postoperatief niet nodig gebleken, on-danks dat patiënten met ernstig obstructief slaapap-noe postoperatief saturatiedalen kunnen hebben. Het tweede deel focust voornamelijk op risicofactoren voor en vroege symptomen van een complicatie na bariatri-sche chirurgie. Risicofactoren voor het ontwikkelen van een complicatie waren: mannelijk geslacht, COPD, anti-coagulantia, hypercholesterolemie, een psychiatrische voorgeschiedenis en revisiechirurgie van een eerdere bariatrische ingreep. In het laatste artikel en de discus-sie staan preventie van obesitas en de ‘obesogene’ omgeving waarin wij momenteel leven centraal.

Kwartet onderzoekers

Usha Coblijn, AIOS

Chirurgie

18 oktober 2018 verde-

digde Usha Coblijn

haar proefschrift

‘Optimizing peri-oper-

ative care in bariatric

surgery patients’.

Promotor:

prof. dr. H.J. Bonjer

Copromotoren: dr. B.A.

van Wagensveld en

dr. S.M. Lagarde

Waar kijk je met plezier op terug? ‘Toen ik met mijn promotietraject begon was er helemaal niets, maar ik mocht alles. Ik kreeg volledig de vrije hand. Ik begon met een case report over een bepaalde patiënt. Dat mondde uit in een systematic review en daarna twee onderzoeken in onze eigen populatie. Bijna alle artikelen zijn zo begon-nen. Op die manier kunnen werken, was echt fantastisch.’

Waren er ook dingen lastig?‘Dat er geen vastomlijnd traject was, met vol-doende tijd en financiële middelen. Dit kwam ook omdat ik als eerste vanuit de Heelkunde promoveerde op alleen OLVG-data. Verder is

zo’n promotietraject als geheel soms bloed, zweet en tranen. Het gaat niet altijd zoals je wilt en je wordt geregeld op jezelf terug-geworpen. Maar daar leer je wel veel van. De eerste versie van mijn case report was dra-matisch. Toen ik promoveerde kreeg ik van mijn copromotoren het boekje ‘I always get my sin’.’ Lachend: ‘Dat zegt genoeg en toch is het goed gekomen.’

Wat doe je nu?‘Ik ben bijna halverwege mijn opleiding tot chirurg. Of ik daarna verder wil in de baria-trie, weet ik nog niet. Qua onderzoek spreekt het me wel erg aan, omdat het zo’n jong spe-cialisme is. Want onderzoek wil ik absoluut blijven doen naast het klinische werk. Mijn ideale baan zou fifty-fifty zijn.’

: zo’n promotietraject is soms bloed, zweet en tranen

De optimale perioperatieve behandeling voor bariatrische patiënten

Take-home messageDoor alert te zijn op risicofactoren en perioperatief de juiste interventies toe te passen, is het mogelijk complicaties bij bariatrische chirurgie te voorkomen.

WETENSCHAP@OLVG •  11

Page 12: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Kwartet onderzoekers

Michel van den

Bekerom, orthopedisch

chirurg

15 januari 2019 verdedigde

Michel van den Bekerom

zijn proefschrift ‘Treatment

of acute ankle ligament

injury’.

Promotor:

prof. dr. C.N. van Dijk

Copromotoren:

dr. ir. L. Blankevoort en

prof. dr. G.M.M.J. Kerkhoffs

Je hebt al ruim 200 artikelen op je naam staan. Waarom nu pas promoveren? ‘Dit klinkt misschien raar, maar ik ben het vergeten. Toen ik halverwege 2011 mijn oplei-ding afrondde, had ik mijn promotieonder-zoek af op één studie na die nog gepubli-ceerd moest worden. Vervolgens ben ik aan het werk gegaan en heb me gespecialiseerd in de schouder en elleboog. Mijn promotie-onderzoek ging over enkelletsel, waardoor

de focus om te promoveren minder werd. Ik heb het weer opgepakt, omdat ik het toch zonde vond het niet af te ronden.’

Had je niet inmiddels zoveel liggen op schouder-/ellebooggebied dat je daarop kon promoveren? ‘Dat zou je inderdaad denken, maar bij veel van het onderzoek dat ik de laatste jaren heb gedaan, had ik de rol van supervisor. En om op onderzoek te kunnen promoveren, moet je toch echt wel de rol van eerste au-teur hebben gehad.’

Dat betekende dat je voor je promo-tie in het verleden moest duiken. ‘Dat voelde wel wat ongemakkelijk. Ik heb in december een week vrij genomen om me heel goed voor te bereiden op de promotie zelf. Gelukkig werd ik meteen weer enthousiast toen ik in de materie dook. En nu alles achter de rug is, ben ik trots op het boekje, maar eigenlijk ben ik nog trotser op mijn hele oeuvre.’

: ik ben trots op het boekje, maar eigenlijk nog trotser op mijn hele oeuvre

Evaluatie en behandeling van acuut enkelletsel

Take-home messageNiet alle behandelmethoden bij acuut ligamentletsel van de en-kel blijken even effectief. Om een ‘evidence based’ behandeling te kunnen inzetten, is het raadzaam de laatste wetenschappe-lijke inzichten te volgen.

Samenvatting onderzoekIn het eerste deel van het proefschrift werden ver-schillende behandelingen van het acute laterale enkelbandletsel onderzocht. Voor de acute behan-deling met NSAID’s – pijnstillers met een ontste-kingsremmende werking – werd bewijs gevonden. Geen sterk bewijs was er voor de behandeling met rust, ijs, compressie, elevatie en therapeutische ultrasound. Qua steun voor de enkel werd er geen verschil in effectiviteit aangetoond tussen de be-handeling met tape, semi-rigide of lace-upbrace. Het tweede gedeelte richtte zich op de evaluatie en chirurgische behandeling van het acute syn-desmose letsel, dat gepaard kan gaan met een enkelfractuur. De syndesmose is het gewricht tus-sen de tibia en de fibula met omringende stabili-serende ligamenten. Er werd onderzoek gedaan naar de indicatiestelling en de techniek voor het stabiliseren van de syndesmose. Er blijken meer-dere chirurgische technieken te zijn die leiden tot goede resultaten met relatief weinig complicaties.

WETENSCHAP@OLVG •  12

Page 13: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Samenvatting studieHet lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) wordt gekenmerkt door uitstralende pijn in één van de benen. Soms is er ook krachts- en/of ge-voelsverlies. Het LSRS treft jaarlijks 9 op de 1.000 volwassen Nederlanders. De meest gebruikelijke oorzaak is een rughernia. De eerste weken na ont-staan ligt de focus van de behandeling op goede pijnbestrijding. Met een operatie wordt bij voor-keur afgewacht. Er zijn twee opties voor pijnbe-strijding: pijnmedicatie en epidurale injecties met corticosteroïden. De STAR-trial onderzoekt welke strategie het beste is in de acute fase (<8 weken): enkel medicatie (‘eerste lijn’) versus medicatie én een epidurale injectie (‘tweede lijn’). Een positieve uitkomst zou een kanteling in het huidige beleid betekenen, namelijk van conservatief naar invasief (injecties). Er zijn 125 van de 200 patiënten geïn-cludeerd. Het onderzoek is een samenwerking van de afdelingen neurologie en anesthesiologie van OLVG en ZMC.

Kwartet onderzoekers

Bas ter Meulen,

neuroloog

Promotoren:

prof. dr. H.C. Weinstein en

prof. dr. R.W.J.G. Ostelo

Hoe ben je op het idee gekomen om dit onderzoek te doen? ‘Toen ik tien jaar geleden als neuroloog be-gon, kwam ik erachter dat wij heel veel pijn-patiënten zien. Ik heb toen besloten van pijn mijn aandachtsgebied te maken. Het viel me op dat de epidurale injecties met cortico-steroïden bij sommige herniapatiënten een spectaculair effect hadden en bij anderen niet. Om de toegevoegde waarde ervan goed in kaart te brengen, zijn we samen met de pijnpoli de STAR-trial gestart.’

In welke fase van je promotie zit je? ‘Ik zit er middenin. De afgelopen ander-half jaar zijn er voor een RCT 125 patiënten geïncludeerd in OLVG en Zaans Medisch Centrum en we hebben er nog 75 te gaan. Daarnaast ben ik een systematic review aan het afronden over het voorkomen van een ontsteking bij rughernia’s. We denken name-lijk dat een ontsteking onderdeel is van het ziekteproces. Het plan is om na afronding van de STAR-trial, de aanwezigheid van ont-stekingseiwitten (cytokines) bij rugherniapa-tiënten te onderzoeken in samenwerking met het Erasmus MC.’

Je doet het onderzoek naast je gewone werk. Hoe is dat? ‘Dat is zwaar. De spreekuren zijn overvol en het onderzoek moet tussen de bedrijven door. Daardoor moet ik veel improviseren. Daarnaast is er weinig budget. Dit betekent dat de studie in de lucht gehouden wordt door een trialverpleegkundige gedurende twee uur per week en mijzelf.’

: het onderzoek moet tussen de bedrijven door

Beste pijnbestrijding in acute fase rughernia

Take-home messageLage rughernia’s behandelen in de eerste of de tweede lijn? That’s the question.

WETENSCHAP@OLVG •  13

Page 14: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Critically appraised topic

Achtergrond Acute pyelonefritis, gedefinieerd als de aanwezigheid van een urinewegin-fectie met koorts, komt frequent voor bij kinderen. Ongeveer 5-15% van deze kinderen ontwikkelt nierschade ten gevolge van de ontsteking. Nierschade

Uit dierexperimenteel onderzoek is gebleken dat het toedienen van corticosteroïden aan ratten met een acute pyelonefritis het vóórkomen van nierschade vermindert2. Er is al ruime ervaring met het gebruik van corticosteroïden bij kinderen, zoals bij astma-exacerbaties. Echter, een acute pyelonefritis wordt volgens de huidige richtlijn nog uitsluitend met antibiotica behandeld. Het bekende ontstekingsremmende effect van corticosteroïden en de resultaten van de dierproeven leidden tot de vol-gende PICO:

Corticosteroïden bij kinderen met een acute pyelonefritis: een kidney-saver?

wordt hierbij gedefinieerd als de aan-wezigheid van littekenweefsel op een zogeheten DMSA-scan (dimercaptosuc-cinylzuur-scan) enkele maanden na de acute infectie. Deze schade kan leiden tot hypertensie of nierinsufficiëntie op latere leeftijd1.

Kunnen corticosteroïden het ontstaan van nierschade na een acute pyelonefritis voorkomen?

Hannah Hoeben, ANIOS Kindergeneeskunde

Winnaar OLVG-CATwalk 2018

WETENSCHAP@OLVG •  14

Page 15: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

P kinderen met een acute pyelonefritis

I huidige standaard antibiotische therapie met corticosteroïden als adjuvans

C huidige standaard antibiotische (mono-)therapie

O nierschade op follow-up DMSA-scan

(P=patiënt, I=interventie, C=vergelijking en

O=uitkomst)

Oftewel, is er een effect van cortico-steroïden op de ontwikkeling van nier-schade bij kinderen met een acute pye-lonefritis?

Zoekstrategie en uitkomsten In november 2018 is op PubMed gezocht naar relevante studies met de volgende zoektermen:

“Pyelonephritis” AND “Corticosteroids” AND “Children”. De filters “Human” en “Abstract” zijn toegepast.

Dit leverde 117 resultaten op. Een verge-lijkbare zoekopdracht in de Cochrane Database gaf geen extra resultaten. Van de 117 resultaten waren drie artike-len relevant voor de onderzoeksvraag: één randomised controlled trial (RCT)3 en twee clinical reviews4,5. Beide clinical reviews refereerden in hun aanbeveling ten aanzien van het gebruik van corti-costeroïden ter preventie van nierscha-de enkel naar de reeds genoemde RCT en werden daarom buiten beschouwing

gelaten. De RCT is beschreven in de tabel.

Conclusie Op basis van de gevonden RCT is het aannemelijk dat het toevoegen van corticosteroïden aan de standaard an-tibiotische therapie het ontwikkelen van nierschade bij kinderen met een acute pyelonefritis kan voorkomen.

Niveau van aanbeveling: 1

Commentaar De benoemde RCT is uitgevoerd con-form de Cochrane-criteria voor RCTs en toont veelbelovende resultaten. Er is echter sprake van een kleine onder-zoekspopulatie, een korte follow-up en een mogelijke selectiebias veroorzaakt door het alleen includeren van kinderen met een verhoogd risico op het ontwik-kelen van nierschade.

Klinische relevantie Aangezien er tot nu toe slechts één (menselijke) studie is verricht over dit onderwerp, kan nog geen aanbeveling worden gedaan voor het aanpassen van de huidige richtlijn voor de behande-ling van acute pyelonefritis bij kinderen. Noemenswaardig is, dat in maart 2018 een (grote) Amerikaanse studie naar corticosteroïden bij pyelonefritis bij 505 kinderen de onderzoeksfase heeft af-gerond6. Mogelijk kan in de nabije toe-komst, mede op basis van de resultaten van deze studie, de richtlijn worden aan-gepast. Hierbij zal men kritisch moeten kijken naar hoe deze resultaten kunnen worden toegepast in de Nederlandse

Auteur &datum

Type studie

Level Patiënten-groep

Interventie Controle Uitkomstmaat Resultaten Studie zwakheden

Huang, 2011 Dubbelblinde

RCT

1b 84 kinderen

met acute

pyelonefritis

en verhoogd

risico op nier-

schade.

I : antibiotica

+ methyl-

prednisolon

1.6mg/kg/dag

in 4 doses

gedurende 3

dagen

II: antibiotica +

placebo

Littekenvorming op

DMSA-scan minstens

6 maanden na acute

infectie

Littekenvorm-

ing op follow-up

DMSA-scan:

I 33.3%; II 60.0%

(p<0.05).

Volume corticaal

defect in mL

(range): I 1.5 (0-

14.8); II 0 (0-4.5)

(p<0.01).

Kleine studiepopu-

latie, korte follow-up,

mogelijk selectiebias

aangezien enkel kin-

deren met verhoogd

risico geïncludeerd.

praktijk, aangezien risicogroepen in Nederland anders worden gedefinieerd dan in de bovengenoemde studies.

Referenties

1. Nederlandse Vereniging voor Kinderge-

neeskunde, Richtlijn: Urineweginfectie (UWI) bij

kinderen. 2010

2. Haraoka M et al., Suppression of renal scarring

by prednisolone combined with ciprofloxacin in

ascending pyelonephritis in rats. J Urol. 1994

3. Huang YY et al., Adjunctive Oral Methylpredniso-

lone in Pediatric Acute Pyelonephritis Alleviates

Renal Scarring. Pediatrics. 2011

4. Sakulchit T et al., Corticosteroids for renal scar

prevention in children with acute pyelonephritis.

Can Fam Physician. 2017

5. Kowalsky RH et al., Update on urinary tract infec-

tions in the emergency department. Curr Opin

Pediatr. 2013

6. Corticosteroids for children with febrile urinary

tract infections. http://clinicaltrials.gov/ct2/show/

NCT01391793

WETENSCHAP@OLVG •  15

Page 16: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Interview

‘Het is mooi om weer terug te zijn’Een jaar geleden verruilde traumachirurg professor Carel Goslings Amsterdam UMC voor OLVG. Hier vertelt hij over die beslissing en over zijn plannen op het gebied van de wetenschap in OLVG.

Judith Vocking

Waarom de overstap naar OLVG? ‘Ik was toe aan iets nieuws. Inclusief mijn studie en opleiding heb ik zo’n dertig jaar in het AMC (nu Amsterdam UMC - red) gewerkt, waarvan bijna 17 jaar als staflid. Ik heb het er heel goed gehad en veel kansen gekregen. Maar de laatste jaren was ik als hoofd van de Trauma Unit, het traumacentrum en als hoogleraar een groot deel van mijn tijd kwijt aan vergaderen en managen. Het opereren schoot erbij in, terwijl ik de patiëntenzorg juist zo leuk vind. Ik wilde dus weer wat meer focus op de kliniek hebben. OLVG is een fantastisch, topkli-nisch ziekenhuis. Ik heb een groot deel van mijn opleiding in OLVG, locatie West gedaan. Het is mooi om weer terug te zijn.’

En is die focus op de kliniek er nu ook meer? ‘Zeker! Het afgelopen jaar heb ik het drievoudige aan operaties gedaan van wat ik in het AMC deed. Wel voorname-lijk patiënten van een andere categorie. In het AMC opereerde ik vaak zwaar-gewonden met zeer complexe letsels.

In OLVG zijn het patiënten die meestal maar één of twee letsels hebben. Ook dat kunnen complexe letsels zijn met veel impact voor de betrokkenen, maar het gaat meestal niet om levensbedrei-gende situaties. Het geeft veel energie om weer de hele dag met patiënten bezig te zijn.’

Maar de wetenschap heb je niet vaarwel gezegd. Je bent in ieder geval de komende vijf jaar nog als hoogleraar verbonden aan Amsterdam UMC op het gebied van trauma-onderzoek. Hoe ga je dat invullen? ‘Ik begeleid op dit moment nog vijftien promovendi in Amsterdam UMC. Daar-naast wil ik ook graag het onderzoek in OLVG ondersteunen en stimuleren. Af-gelopen jaar zijn er twee arts-assisten-ten Chirurgie in OLVG gepromoveerd.

Zij waren in het AMC bij mij begonnen en doen momenteel in OLVG hun oplei-ding. Daarnaast is ANIOS Chirurgie Thijs Geerdink onlangs gestart met zijn pro-motieonderzoek. Hij is de eerste promo-vendus bij de Traumachirurgie in OLVG. Dat ik de overstap naar OLVG gemaakt heb, wil zeker niet zeggen dat ik het on-derzoek laat schieten. Het moet alleen wel in balans zijn met het klinische werk.’

Ik kan me voorstellen dat de combinatie van werkplekken ook kansen biedt? ‘Dat klopt. De samenwerking met col-lega’s in Amsterdam UMC is nog steeds heel goed. Als een van ons een nieuw onderzoeksidee heeft, is het makkelijk schakelen. Toen ik in het AMC werkte, leverde OLVG vaak al patiënten voor studies, maar nu ik in OLVG werk is die link nog sneller gelegd. We zijn hofleve-

WETENSCHAP@OLVG •  16

Page 17: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

In het kort

rancier voor diverse Amsterdam UMC-studies.’

Welke onderzoekslijnen heb je voor OLVG op het oog? ‘OLVG levert met het BovenIJ ziekenhuis – waar de chirurgen in OLVG een maat-schap mee vormen – een heel groot deel van de traumazorg in en rond Am-sterdam. We behandelen een heel grote groep patiënten met een enorme diver-siteit aan letsels. Dat biedt op weten-schappelijk gebied veel mogelijkheden. Thijs Geerdink zoekt bijvoorbeeld uit of we patiënten met bepaalde simpele let-sels, na het bezoek aan de SEH, niet of minder terug kunnen zien op de polikli-niek. Deze zogenaamde Virtual Fracture Clinic kan veel tijd en kosten besparen. Verder doet Dorien Valentijn onderzoek naar de behandeling van vingerfractu-ren. Dit doen we in samenwerking met het Maasstad Ziekenhuis. Ook gaan we,

samen met de geriaters en de ortho-peden, deelnemen aan een landelijk onderzoek naar het al dan niet opereren van kwetsbare ouderen met een gebro-ken heup. Voor de komende jaren heb-ben we dus al veel op de rol staan.’

Zijn er ook uitdagingen verbonden aan onderzoek doen in een ziekenhuis als OLVG? ‘Als traumachirurgen hebben we een drukke, klinische praktijk. Daardoor blijft er weinig tijd over voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Een goede onderzoeksstructuur is essentieel voor het includeren van patiënten, goede dataverzameling en het succesvol indienen van subsidieaanvragen. In dat kader zou het goed zijn als er ruimte komt om op de afdeling een researchverpleegkundige aan te nemen. Daarnaast zou het mooi zijn als we in OLVG meer

expertise krijgen op het gebied van kosteneffectiviteitsanalyses. Elke subsidieverstrekker wil tegenwoordig weten wat het effect van een eventuele behandeling is op de zorgkosten.’

Is het je ambitie om over vijf jaar je hoogleraarschap te verlengen? ‘Dat zou ik heel leuk vinden, maar het hangt van verschillende factoren af. Wat wil Amsterdam UMC, wat wil OLVG? Ik denk dat OLVG steeds meer betrok-ken wil zijn bij wetenschappelijk onder-zoek en ik draag daar graag aan bij.’

Ise Butter, adviseur wetenschappelijk onder-

zoek – datamanagement

Met veel onderzoeksdata en -docu-menten kan het voor onderzoekers een uitdaging zijn om het overzicht te houden. Bovendien is er wet- en regel-geving waar je aan moet voldoen. Data mogen in geen geval verloren gaan, beschadigd raken of bij onbevoegden belanden. Goede archivering maakt onderzoeksresultaten verifieerbaar en onderliggende data herbruikbaar voor toekomstig onderzoek. Slecht datama-

nagement is funest voor de integriteit van onderzoek en bovendien ligt er snel een datalek op de loer. Datamanage-ment is geen kattenpis, maar wat zijn de regels en hoe pas je deze toe in de praktijk?

Handleiding In iProva vind je een handleiding ‘Op-slag onderzoeksbestanden en datama-nagement’, waarin stapsgewijs staat beschreven hoe met onderzoeksdata om te gaan in OLVG. Voor het verza-melen van data gelden strenge eisen. Tot een patiënt herleidbare gegevens moeten bijvoorbeeld achter slot en grendel en mogen absoluut niet tus-sen onderzoeksdata staan. Castor EDC (Electronic Data Capture) stelt onder-zoekers in staat veilig onderzoeksdata te verzamelen en te beheren volgens de richtlijnen van Good Clinical Practice.

Voor onderzoeksdocumenten biedt het Wetenschapsbureau elk onderzoek een studiemap aan binnen de omgeving SharePoint Wetenschap waar alleen het studieteam toegang tot heeft. In deze map is voor (toekomstige) documenten en databases een plek gereserveerd. Na verzamelen en opslaan, zijn ruwe onderzoeksdata meestal niet direct bruikbaar voor analyse. Data dienen geschoond en bewerkt te worden. Om-dat onderzoek reproduceerbaar moet zijn, moeten alle bewerkingen van data worden vastgelegd. Daarom worden schoning en bewerking van data bij voorkeur gedaan middels een syntax in SPSS. Meer informatie over deze onder-werpen lees je terug in de handleiding en voor specifieke onderwerpen word je naar andere handige documenten doorgelinkt, zoals een handleiding SPSS, Castor EDC en OLVG SOPs.

Managen van onderzoeksdata in OLVG

: het geeft veel energie om weer de hele dag met patiënten bezig te zijn

WETENSCHAP@OLVG •  17

Page 18: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Epidemiologica

Voor het uitvoeren van statistische analyses kun je gebruikmaken van verschillende programma’s. We vergelijken twee pakketten die in OLVG beschikbaar zijn: SPSS en R. Welk pakket past het best bij jouw onderzoek?

Nicole van Veenendaal, arts-onderzoeker Neonatologie

Diana van Rooijen, hoofd wetenschap

Wat zijn SPSS en R?Statistical Package for the Social Sciences (SPSS) is in de jaren 60 in de sociale wetenschappen ontwikkeld. Het programma heeft een gebruiksvriendelijke interface. Alle analyses en bewerkingen van je data kun je aanklikken. Het is licentie-software, wat betekent dat er kosten zijn verbonden aan het gebruik. Het bestaat uit een basispakket en aanvullende pakketten die je erbij kunt kopen voor geavanceerde analyses. SPSS heeft een uitgebreide helpdesk, maar veranderingen kunnen niet snel worden doorgevoerd.

R is een ‘open source’ taal en omgeving voor het maken van statistische analyses en grafieken. Je kunt codes van anderen gebruiken of je eigen analysecode ma-ken. Ingewikkeldere analyses kun je toevoegen aan je code door ‘packages’ te downloaden vanaf een centrale database (http://[email protected]). Nieuwe sta-tistische ontwikkelingen zijn vanwege de open source structuur snel beschikbaar en te downloaden.

De basics van RR gebruiken is zoiets als codetaal schrijven. Het betekent dat je alles heel precies moet opschrijven en dat je ver-schillende commando’s moet kennen of opzoeken. Over het algemeen bestaat een commando van R uit twee delen: een object en een functie. Deze worden van elkaar gescheiden door ‘ <- ‘. Dit be-tekent zoiets als ‘wordt gemaakt door’. Op die manier krijg je de volgende vorm van commando’s waar je eindeloos mee kan variëren: Object <- functie Een object kan van alles zijn. Het kan enkelvoudig zijn, bijvoorbeeld alleen een cijfer. Maar het kan ook een heel ingewikkeld statistisch model met een verzameling van informatie zijn, waar je later verder mee zou willen rekenen. Als je als volgt een commando intoetst, krijg je direct het antwoord. Hieronder een heel simpel voorbeeld:

5 + 3 + 10 + 8 > 26## Wil je hiermee verder rekenen? Dan doe je er goed aan om het als volgt op te schrijven: func1<- 5 + 3 + 10 + 8func2<-func1/4func2> 6.5

R versus SPSS

De voor- en nadelen op een rijtje

SPSS R

Voordelen • Heel gebruiksvriendelijke interface

met uitgebreide online hulp en

documentatie

• Click & play optie

• In veel universiteiten gebruikt

• Code schrijven in syntax gemakkelijk

door de “paste” optie

• Officiële support (indien je een licentie

hebt)

• Grote gemeenschap die packages met

analyses maken

• Gratis

• Makkelijk om data met elkaar te

verbinden

• Early adopters voor nieuwe technieken

• Werkt op alle computersoftware

(windows, mac, linux)

Nadelen • Relatief duur

• Verschillende licenties nodig voor

verschillende functionaliteiten

• Aanpassingen aan nieuwe technieken

erg traag

• Traag bij het verwerken van grote

datasets

• Niet alle analyses zijn mogelijk

• Geen officiële support

• Geen gebruikersinterface (al is RStudio

een optie)

• Controleren van de packages op eigen

initiatief (betrouwbaarheid)

• Moeilijk om mee te beginnen

WETENSCHAP@OLVG •  18

Page 19: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Fitheid bij volwassenen holt achteruit Als je om je heen kijkt, bekruipt je wel eens het gevoel dat niet iederéén de marathon van Amsterdam fluitend uit zou kunnen lopen. Steeds vaker kom ik personen tegen met wat pondjes extra en betrap ik mensen die, zelfs na dat kleine trappetje op het werk, hijgend boven staan uit te puffen. Staat mijn fitheidsradar soms te scherp afge-steld? Of is het misschien echt zo dat we steeds minder in topshape zijn? Dat laatste zou niet best zijn. Verminderde fitheid is namelijk een nóg grotere risicofactor voor sui-kerziekte, hart- en vaatziekten en een herseninfarct dan roken, hoge bloeddruk, overgewicht en hoog cholesterol.

Vorige maand verscheen er een artikel in Sports Medi-cine, dat het verloop van fitheid bij volwassen tussen 1967 en 2016 beschreef. Alle wereldwijd beschikbare studies, die over het verloop van fitheid bij volwassenen gingen, werden gebundeld. Laten we positief beginnen. Ben je een middelbare Japanner en woon je in Japan? Maak je dan geen zorgen. Jouw conditie is nauwelijks afgenomen de laatste jaren. Maar voor alle niet-Japanse volwasse-nen geldt: bij jullie wel. Gemiddeld werden volwassenen tussen 1967 en 2016 8% minder fit. De mannen daalden met 10% harder dan de vrouwen (5%), en jongere volwas-senen verloren hun fitheid sneller. Omgerekend komt een dergelijke daling neer op een toename van 25% hart- en vaatziekten.

Oei. We kunnen mensen steeds beter oplappen en langer in leven houden, maar zou de kwaliteit van leven niet ach-teruitgaan door allerlei opgelopen ziekten, puur en alleen door het niet fit zijn? Ik denk van wel. We hoeven niet met z’n allen afgetrainde triatleten te worden. Het gaat om nét wat vaker de fiets pakken of een stuk lopen. Door fitter te worden, houd je voor jezelf ziekte en ellende makkelijker buiten de deur. Dus pak je fitheid bij de lurven. Tenminste, zolang je die nog hebt.

Maarten Moen, sportarts

Lamoureux NR, Fitzgerald JS e.a. Temporal trends in the cardiorespira-

tory fitness of 2,525,827 adults between 1967 and 2016: a systematic review.

Sports Med, Nov 2018

Column

R versus SPSSErvaring van een onderzoeker: Het begon allemaal met enige frustratie over de beperkte mogelijkheden van SPSS. Zo was ‘missing data’ een probleem in mijn studie, en kon ik niet im-puteren in de versie van SPSS die ik op dat moment had. Ik kocht het boek over R van Andy Field (Field, Miles, & Field, 2012) en was direct gegrepen. Wat een mogelijkheden had ik ineens om mijn modellen en figuren te maken. Wanneer ik vastliep in SPSS, kon het wel in R (Vries & Meys, 2015). Ook kon ik veel antwoorden voor statistische problemen vinden op diverse fora op internet, waar onderzoekers elkaar helpen. Wanneer je begint met het gebruiken van R, maak je een steile leercurve door wat erg motive-rend is!Ter illustratie geef ik een voorbeeld van de code waarin ik de missende waardes in mijn database imputeerde en waar ik mijn analyses vervolgens op deed (door middel van een regressieanalyse):

##laad je database in R DatabaseMissing<- read.csv(Desktop/file.csv) ##installeer en laad het pakket voor multipele imputaties Install.packages(“mice”) Library(“mice”) ##imputeer de database DatabaseGeimputeerd <-mice(DatabaseMissing, m=10 imputaties, i=100 iteraties) ##maak een logistisch model met de geïmputeerde database LogistischModel<-glm(y ~x, data=DatabaseGeimputeerd, family=binomial) ##kijk naar de uitkomsten van het model in de geïmputeerde database. Summary(LogstischModel)

Beide softwarepakketten kun je in OLVG aanvragen via de servicedesk van I&A. In 2019 vinden in OLVG verschillende cursussen plaats op het gebied van statistiek, voor R en SPSS. Op SharePoint wetenschap staan voorbeelden van SPSS-syntaxen en R-codes.

Aanbevolen literatuur/website

Comprehensive R Archive Network (CRAN); http://cran.r‐project.

org

Field, A., Miles, J., & Field, Z. (2012). Discovering Statistics Using R.

Statistics (Vol. 58). https://doi.org/10.1111/insr.12011_21

Ihaka, R. (1998). R : Past and Future History. Retrieved October

31, 2018, from https://cran.r-project.org/doc/html/interface98-

paper/paper.html

Vries, A. de, & Meys, J. (2015). R For Dummies, 2nd Edition (2nd

ed.). New Jersey: John Wiley & Sons, Inc.

WETENSCHAP@OLVG •  19

Page 20: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Voor het uitvoeren van onderzoek is vaak veel geld nodig, al is soms ook een klein bedrag toereikend om een goede studie op te zetten. De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek OLVG stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek dat in OLVG wordt geïnitieerd.

Diana van Rooijen, hoofd wetenschap

Judith Vocking

In 2018 is er één subsidieronde geor-ganiseerd, waarbij een bedrag van €200.000 werd verdeeld. Om een im-puls te geven aan onderzoek voor en door verpleegkundigen, werd de sub-sidieronde deze keer gekoppeld aan het thema ‘de verpleegkundige zorg’.

Stichting Wetenschappelijk Onderzoek OLVG

Financiële ondersteuning voor negen projecten

Aanvragen die aan het thema voldeden, kregen extra punten bij de beoorde-ling. Per project kon maximaal €50.000 worden aangevraagd. Een standaard aanmeldformulier werd gebruikt waarin onder andere motivatie en studieopzet moesten worden beschreven. In totaal zijn er 26 projectvoorstellen ingediend. Een beoordelingscommissie bestaande uit interne en externe be-

oordelaars hebben alle projecten be-oordeeld op wetenschappelijke waarde, methodologie, haalbaarheid en (klini-sche) relevantie. De voorstellen zijn eerst schriftelijk beoordeeld. Daarna werden ze door de commissieleden toegelicht in een plenaire vergadering en werd er blind gestemd. De hoogst genoteerde negen projecten zijn gehonoreerd. De talentvolle onderzoekers kregen hun subsidiebedrag tijdens een koffiemo-ment met de raad van bestuur cere-monieel overhandigd. Drie projecten worden hieronder toegelicht. Een aantal verpleegkundige projecten zal worden beschreven in de komende editie van Wetenschap@OLVG Verpleegkunde.

In 2019 vindt weer één grote subsidie-ronde plaats.

Vlnr: Paul Teunissen, Marissa van Ingen, Remco Grobben, Saskia Rijkenberg, Thijs Geerdink, Janneke Schuitenmaker, Margreet ter Meer,

Bram Thiel, Wieke Heideman, Mireille Stelwagen, Maurice vd Bosch, Berber Vlieg-Boerstra

WETENSCHAP@OLVG •  20

Page 21: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

De invloed van voeding op borstvoedingBerber Vlieg-Boerstra,

diëtist-onderzoeker

Subsidie: €23.975

‘Het subsidiegeld gebruiken we voor een verkennende studie naar de invloed van voeding op de samen-stelling van borstvoeding. Die beïn-vloeding lijkt logisch, maar er is nog nauwelijks onderzoek naar gedaan. We gaan kijken of er een verband is tussen de aanwezigheid van vezels, schimmels en bacteriën in de voeding van de moeder en de aanwezigheid van bacteriën, korteketenvetzuren en een bepaald type vezels (HMO’s) in de borstvoeding. Deze HMO’s werken preventief voor allergie, en mogelijk geldt dit ook voor de bacteriën in borstvoeding. Daarnaast nemen we bij moeder en kind de samenstelling van de darmflora en de bacteriën in het speeksel onder de loep. We ver-wachten dat die elkaar beïnvloeden. Deze studie bestaat grotendeels uit laboratoriumbepalingen. Een aantal daarvan is technisch moeilijk uit-voerbaar en heel duur. Daar zal dus een groot deel van de subsidie aan opgaan.’

Promotieonderzoek OLVG PIJN appBram Thiel, physician assistant en klinisch epidemioloog

Subsidie: €50.000

‘Het OLVG PIJN app-project is omge-schreven tot een promotietraject waar ik me de komende tweeënhalf jaar op ga richten. Promoveren is een fulltime baan als je het binnen een redelijke tijd wilt afronden, maar ik doe het naast mijn klinische werk. Om de vaart erin te houden, is het belangrijk dat ik af en toe uitgeroosterd word om bijvoorbeeld een artikel te schrijven of een project op te zetten. We gebruiken de subsidie om dat mogelijk te maken. Met de PIJN-app kunnen patiënten na een operatie zelf pijn meten en regis-

treren. Voor mijn promotie gaan we de 0-meting die we hebben gedaan, verge-lijken met metingen nu de app in gebruik wordt genomen. Daarnaast schrijf ik een verhaal over de ontwikkeling van de app. Ook breng ik in kaart wat de invloed van de app is op de pijnbeleving van de pa-tiënt, en wat de gebruikservaringen zijn van patiënten en verpleegkundigen.’

Validatie handzaam echoapparaat op de SEHPaul Teunissen en Remco Grobben, beiden AIOS Cardiologie

Subsidie: €13.520

‘Met het subsidiegeld gaan we onder-zoek doen naar het gebruik van de Pocket-Size Point-Of-Care UltraSound (PS-POCUS). Dit is een handzaam echo-apparaat dat je aan je mobiele telefoon of iPad koppelt. We willen onderzoeken of arts-assistenten op de SEH met dit apparaat de juiste diagnose kunnen stellen, zonder tussenkomst van de ra-dioloog. Daarvoor gaan we patiënten randomiseren die op de SEH binnen-komen met bijvoorbeeld verdenking hydronefrose, diep-veneuze trombose of galsteenlijden. De ene groep krijgt de gangbare diagnostiek: anamnese, lichamelijk onderzoek, lab en een echo

op de afdeling Radiologie. Bij de an-dere groep toetsen de arts-assistent de waarschijnlijkheidsdiagnose door een echo te verrichten met de PS-POCUS, terwijl gewacht wordt op de echo bij de Radiologie. De uitkomsten vergelijken we. Het geld gebruiken we om de ap-paraatjes te huren, arts-assistenten te trainen in echoën en de studieresulta-ten uit te werken tot een artikel.’

De andere zes projecten waarvoor subsidie is gekregen:• Telefonische nazorg voor patiënten

van 70 jaar en ouder met een wond, fractuur of contusie na ontslag van de Spoedeisende Hulp naar huis. Aanvragers: Janneke Schuitenmaker (verpleegkundig specialist SEH), Sas-kia Rijkenberg (researchcoördinator IC), Mariska Zwartsenburg (SEH-arts)• EmiSiNew - level 2 studie: een mixed

methods-onderzoek naar empo-werment van ouders van zieke pas-geborenen die level 2 neonatologi-

sche zorg nodig hebben. Aanvrager Mireille Stelwagen (verpleegkundig onderzoeker/klinisch verpleegkundig opleider Anna Paviljoen/Leerhuis).• Vergelijking hemostasetijd na ver-

wijdering hemodialysenaalden. Aanvrager: Margreet ter Meer (prak-tijkbegeleider dialyse en dialysever-pleegkundige)• Maagsondepositie door middel van

echografie. Aanvrager: Marissa van Ingen (IC-verpleegkundige en epide-

mioloog i.o.)• Actieonderzoek naar verpleegkun-

dige functiedifferentiatie door stimu-leren van evidence-based practice. Aanvrager: Wieke Heideman (epide-mioloog Leerhuis)• Repositie van fracturen en luxaties

geassisteerd door een mini-C-boog op de Spoedeisende Hulp - FLASH studie. Aanvrager: Thijs Geerdink (ANIOS Chirurgie)

: de invloed van voeding op de samenstelling van borstvoeding lijkt logisch, maar is nog nauwelijks onderzocht

: promoveren is een fulltimebaan als je het binnen een redelijke tijd wilt afronden

: kunnen arts-assistenten op de SEH de juiste diagnose stellen zonder tussenkomst van de radioloog?

WETENSCHAP@OLVG •  21

Page 22: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Pijn hoort er niet bij

in de behandelkamer dimt, omgevings-geluiden buitensluit en op een rustige toon praat waarbij je een kind in een verhaal meeneemt. Ook kan medische hypnose soms heel doeltreffend te zijn. Gaandeweg is het dus een totaalplaat-je geworden.’

Stichting KindersedatieSamen met kinderarts Piet Leroy van het Maastricht UMC+ richtte Genco in 2014 de Stichting Kindersedatie op om hun gedachtengoed sneller te kun-nen verspreiden. De stichting brengt professionals bij elkaar en ontwikkelt scholingsprogramma’s. Zo worden er nu ook lachgascursussen gegeven in OLVG. Als klap op de vuurpijl vond eind november 2018 de door de stich-ting georganiseerde First European Conference on Pediatric Procedural Sedation & Analgesia plaats. Sprekers van over de hele wereld deelden er hun wetenschappelijke kennis en inzichten met deelnemers uit twintig landen. Genco: ‘Er is al veel wetenschappelijk onderzoek gedaan op het gebied van pijn- en angstbestrijding. Zo weten we dat mensen met pijn, angst en stress sneller ziek worden en minder snel genezen. Daarnaast heeft onderzoek aangetoond dat het gebruik van lach-gas binnen deze context absoluut veilig is. En er is veel interessant onder-zoek gedaan naar andere methoden om kinderen gerust te stellen.’

Kinderschoenen Ook OLVG participeert in wetenschap-pelijk onderzoek. Verpleegkundig specialist Linda Schuiten verzamelt momenteel data voor een onderzoek naar sedatie van kinderen die een MRI ondergaan. Daarnaast gaat er gestart worden met het verzamelen van data in een internationaal netwerk. Veel ontwik-kelingen dus, maar voor achteroverleu-nen is het nog te vroeg. Genco: ‘In OLVG is angst- en pijnbestrijding bij kinderen een speerpunt, maar bijna overal staat het nog in de kinderschoenen. Er moet breed besef komen dat pijn en angst niet normaal zijn, dat het op korte en lange termijn consequenties heeft voor de gezondheid en dat er verschillende methoden zijn om het te voorkomen.’

Dat pijn erbij hoort, gaat er bij kinderarts Șűkrű Genco niet in. Hij introduceerde lachgas in OLVG om pijn en angst te voorkomen bij kinderen die een kleine ingreep ondergaan. De resultaten zijn opzienbarend. Inmiddels timmert hij met collega’s van binnen en buiten OLVG aan de weg om pijnbestrijding bij kinderen beter op de kaart te krijgen.

Judith Vocking

Al jaren werkte Genco in zijn eigen besnijdeniskliniek voor jongens, toen hij in een concept CBO (Centraal BegeleidingsOrgaan)-richtlijn las over lachgas. Hij verdiepte zich erin, besloot een lachgascursus te doen bij het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) – de enige plek waar dat destijds mogelijk was – en introduceerde de sedatiemethode in zijn kliniek. Hij zag wat het met de kin-deren en hun ouders deed en stelde voor de techniek ook in OLVG te ge-bruiken.

TotaalplaatjeHet had heel wat voeten in aarde, maar na anderhalf jaar was OLVG klaar voor de implementatie. Inmiddels wordt op de kinderafdeling en -polikliniek en de kinder-SEH zo nodig lachgas toege-diend. Genco: ‘Door de introductie van lachgas is er in ons ziekenhuis meer aandacht gekomen voor het onderwerp. Het heeft ertoe geleid dat we op basis van best practice ook andere interven-ties zijn gaan ontwikkelen om angst en pijn bij kinderen te voorkomen. Het helpt bijvoorbeeld als je het grote licht

Kwaliteit en wetenschap

WETENSCHAP@OLVG •  22

Page 23: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

Korte berichten Colofon

Wetenschap@OLVG is een onafhankelijke, wetenschappelijke uitgave van het OLVG-Leerhuis. Met deze uitgave wil OLVG wetenschappelijk onderzoek stimuleren en praktisch ondersteunen. De uitgave verschijnt twee keer per jaar en wordt verspreid in de eigen organisatie en onder Santeon- en STZ-ziekenhuizen in Nederland. Redactie C. den Haan, medisch informatiespecialist bibliotheek; A.D. Klaassen MSc, staffunctionaris Kwaliteit & Innovatie; dr. M. Moen, sportarts; dr. M.G. van Pampus, gynaecoloog; dr. D.E. van Rooijen, hoofd wetenschap; dr. M. van Schilfgaarde, onderzoeker HKCL; drs. N.R. van Veenendaal, arts-onderzoeker Neonatologie; drs. J.A.M. Vocking, communicatiemedewerker; dr. B.C. Vrouenraets, chirurg; dr. N.W. Willigenburg, researchcoördinator Orthopedie.

Redactie- en administratieadresOLVG WetenschapsbladPostbus 955001090 HM AmsterdamTelefoon: 020 599 40 17E-mail: [email protected]

Hoofdredactie: Diana van Rooijen Eindredactie: Judith Vocking, Manja HerrebrughBladcoördinatie: Judith VockingCartoon: Jaap Stiemer, www.jaapstiemer.nlVormgeving: Ruparo, www.ruparo.nlFoto’s en illustraties: Manja Herrebrugh, Jelmer ten Hoeve, Joep Maeijer - Audiovisuele Zaken OLVG, Ivo Sikkema – RuparoDruk: Drukkerij De Bij, www.debij.nlOplage: 1.250 stuks

OproepWil je ook onderzoeksresultaten publiceren? Heb je een interessant artikel dat je wilt delen? Of wil je reageren op het magazine? Wil je je aanmelden voor de Onderzoekers van OLVG (OvO), een club van wetenschappers die langdurig onderzoek doen in OLVG? Neem dan contact op via [email protected]

Jaargang 12 nummer 1, maart 2019

Agenda15 mei 2019: OLVG-wetenschapsdag Zomer 2019 (datum volgt via berichtgeving intranet): deadline subsidieaan-vragen bij Stichting Wetenschappelijk Onderzoek OLVG.

Gepromoveerd in 2018

Algemene chirurgieMarjolein Mulders / 18-05-2018Sandra Donkervoort / 13-06-2018

Bariatrie Usha Coblijn / 18-12-2018

Gynaecologie / VerloskundeJoost Vezel / 12-12-2018

Interne GeneeskundeCheyenne Tseng / 24-05-2018Robin Kraak / 7-12-2018Maxime Bronzwaer / 12-12-2018

Intensieve GeneeskundeSaskia Rijkenberg / 12-01-2018Sigrid van Steen / 20-09-2018Louise Urlings-Strop / 10-10-2018

RadiologieSanne Jansen / 29-11-2018

UrologieElies Fransen van de Putte / 13-12-2018

Deze lijst is samengesteld met de gegevens die bij ons bekend waren. Promoveer je in 2019? Laat het ons weten via [email protected].

WETENSCHAP@OLVG •  23

Page 24: WETENSCHAP @OLVGVerpleegkunde...2018 was een goed jaar voor de wetenschap in OLVG. Een publicatie van een zelf geïnitieerd onderzoek in de JAMA (Journal of the American Medical Association,

InfographicStatistieken

Wetenschappelijke publicatiesHet aantal Pubmed-publicaties van één of meer OLVG-medewerkers in 2014 en 2015, opgesplitst naar afdeling. De publica-ties van Maag- Darm- Leverziekten staan voor OLVG, locatie Oost apart vermeld en zijn voor OLVG, locatie West geteld bij de publicaties van Interne Geneeskunde. De categorie ‘overig’ omvat de publicaties van Teaching Hospital, Medisch Onderwijs, Verpleegkunde, Diëtetiek en Fysiotherapie.

Chirurgie

Anesthesiologie & Operatiekamers

Apotheek

Cardio-thoracale Chirurgie

Cardiologie

Dermatologie

Gynaecologie/Verloskunde

Hematologisch Klinisch Chemisch Laboratorium

Huisartsengeneeskunde

Intensieve Geneeskunde

Interne Geneeskunde

Keel- Neus- en Oorheelkunde

Kindergeneeskunde

Longgeneeskunde

Maag- Darm- Leverziekten

Medische Microbiologie

Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie

Neurologie / Klinische Neurofysiologie

Oogheelkunde

Orthopedie

Pathologie

Plastische Chirurgie

Psychiatrie en Medische Psychologie

Radiologie

Reumatologie

Spoedeisende Hulp

Sportgeneeskunde

Urologie

Overig

Afdeling Aantal publicaties

2014 (totaal uniek 457)2015 (totaal uniek 543)

73

5

40

9

12

25

21

13

12

15

9

17

5

10

6

10

13

11

11

4

23

60

0

0

31

48

7

0

85

4

45

4

28

17

32

21

10

17

9

36

64

1

2

5

2

22

14

12

2

8

4

13

45

54

9

4

20

een santeonziekenhuis

Wetenschappelijke publicaties in 2018

Het aantal Pubmed-publicaties van één of meer OLVG-medewerkers in 2018, opgesplitst naar afdeling. Het totaal aantal unieke publicaties bedroeg 456.

Dermatologie - 3

Huisartsenpraktijk Buitenhof - 8

Klinische Chemie - 4

Klinische Fysica - 1Kwaliteit - 1Leerhuis - 5Longgeneeskunde - 5

Medisch Onderwijs - 6

Neurochirurgie - 7

Oogheelkunde - 6

Pathologie - 6Plastische Chirurgie - 5

Radiologie - 7Reumatologie - 8Spoedeisende Hulp - 2Sportgeneeskunde - 7Urologie - 5

Chirurgie - 90

Cardiologie - 40

Gynaecologie / Verloskunde - 47

Intensieve Geneeskunde - 22

Interne Geneeskunde - 35

Keel-, Neus- en Oorheelkunde - 12Kindergeneeskunde - 16

Klinische Farmacie - 12

Maag-, Darm- en Leverziekten - 10

Medische Microbiologie - 11

Neurologie / Klinische Neurofysiologie - 29

Orthopedie - 61

Psychiatrie en Medische Psychologie - 22

Anesthesiologie - 6

Cardio-thoracale Chirurgie - 6

WETENSCHAP@OLVG •  24