Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met...

136
Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid

Transcript of Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met...

Page 1: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteitenin de Strategie Nationale Veiligheid

Page 2: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

2 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Page 3: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 3

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteitenin de Strategie Nationale Veiligheid

Page 4: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

4 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Page 5: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 5

InhoudVoorwoord en leeswijzer 7

1 Algemene inleiding 8 De Strategie Nationale Veiligheid 9

2 Overzicht rollen en Processtappen 12 Rollen 13 Keuzeproces scenario’s 14 Scenario-ontwikkeling 15 De Nationale Risicobeoordeling 17 Capaciteitenanalyse en agendering 21 Besluitvorming en implementatie 22 Vertrouwelijkheid 22 Regionaal risicoprofiel 23

3 Verdieping 24 Stuurgroep en Interdepartementale Werkgroep Nationale Veiligheid 25 Analistennetwerk Nationale Veiligheid 26 Taakgroeplid Analistennetwerk Nationale Veiligheid 27 Algemeen Secretaris Analistennetwerk Nationale Veiligheid 28 Projectleider scenario 29 Werkgroepcoördinator Analistennetwerk Nationale Veiligheid 30 Expert bij het opstellen van de scenario´s 31 Expert bij de scenariobeoordeling 32 Voorzitter capaciteitenanalyse 33 Secretaris bij Capaciteitenanalyse 34 Expert bij de capaciteitenanalyse 35 Facilitator 36 Kopgroep NV 37 Tijdshorizon 38 Vitale producten en diensten bij het scoren 39 Eisen aan een scenario 41 Scenario-ontwikkeling en waarschijnlijkheid 43 Het toekennen van de impactscores 46 Impactcriterium 1.1 Aantasting van de integriteit van het grondgebied 48 Impactcriterium 1.2 Aantasting van de integriteit van de internationale positie van Nederland 50 Impactcriterium 2.1 Doden 52 Impactcriterium 2.2 Ernstig gewonden en chronisch zieken 53 Impactcriterium 2.3 Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire levensbehoeften) 54 Impactcriterium 3.1 Kosten en aantasting economie 55 Impactcriterium 4.1 Langdurige aantasting van het milieu en natuur (flora en fauna) 58 Impactcriterium 5.1 Verstoring van het dagelijks leven 64 Impactcriterium 5.2 Aantasting van de democratische rechtsstaat 65 Impactcriterium 5.3 Sociaal-psychologische impact en maatschappelijke onrust 67 Waarschijnlijkheidsbeoordeling voor niet-moedwillige scenario’s 71 Waarschijnlijkheidsbeoordeling voor moedwillige scenario’s 73 Waarschijnlijkheidsbeoordeling voor processcenario’s 75 Het begrip risico 76 Gevoeligheid 77 Risicodiagram 78

Page 6: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

6 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Hoe het risicodiagram te lezen en te gebruiken? 79 Processcenario’s 81 Stappen in de capaciteitenanalyse 88 Korte termijnverkenning 90

4 Formats en achtergrondinformatie 91 Geheimhoudingsverklaring 92 Format Scenariobeschrijving NRB 96 Het gebruik van expertmeningen 103 Kengetallen behorende bij criterium 3.1a 105 Toelichting bij criterium 3.1b 106 Voorbeelden schatting waarschijnlijkheidsklasse 111 Vertaling ingevulde tabellen criteria naar label 115 Invulformat samenstelling werkgroep capaciteitenanalyse 119 Protocol voor werkwijze capaciteitenanalyse 120 Capaciteitenlijst 121 Invulformat voor capaciteiten die direct uit scenario en scoring blijken 130 Invulformat uitwerking geprioriteerde capaciteiten 131 Eindrapportage capaciteitenanalyse en input voor tekst bevindingenrapportage 132

Page 7: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 7

Voorwoord en leeswijzer

Voor u ligt de herziene leidraad methode van de Strategie Nationale Veiligheid. Doel van de leidraad is vooral het bieden van een handleiding voor al diegenen die op welke wijze ook met de Strategie Nationale Veiligheid werken.

LeeswijzerDeze leidraad is in vier niveaus ingericht. Het eerste bevat een Algemene inleiding van de Strategie Nationale Veiligheid, bedoeld om een totaaloverzicht te geven. Het tweede bevat een overzicht van de verschillende rollen en een beschrijving van de afzonderlijke processtappen van de strategie. Het derde niveau bestaat uit verder uitge-werkte beschrijvingen, vooral relevant voor diegenen die zelf direct met die onderdelen van de strategie te maken hebben. Het vierde niveau bevat hulpmiddelen als formats en checklists en achtergrondinformatie.

De leidraad digitaal gebruikenWanneer u de leidraad digitaal gebruikt bevat het op allerlei plekken verwijzingen zodat u snel de informatie vindt waarnaar u op zoek bent. Klik op de link en u komt uit bij de gewenste informatie. Met de toetscombinatie alt + pijltje naar links kunt u terug naar de plek waar u vandaan kwam. Mocht u de leidraad op papier lezen dan kunt u het eenvoudigste via de individuele rolbeschrijving die het meeste op uw situatie van toepassing is een route zoeken door het document.

Ik ben een geïnteresseerde: wat moet ik lezen?Lees in ieder geval de algemene inleiding over de Strategie Nationale Veiligheid en laat u door de verwijzingen leiden.

Ik heb een rol in de strategie: wat moet ik lezen?Lees in ieder geval de algemene inleiding over de Strategie Nationale Veiligheid en het overzicht van de verschillende rollen. Ga vervolgens naar de uitgebreidere beschrijving van uw eigen rol. Daar vindt u verwijzingen naar de teksten die voor u relevant zijn.

De Strategie Nationale Veiligheid en het Regionaal risicoprofielIn navolging van de Rijksoverheid gebruiken ook de gemeenten en veiligheidsregio’s een vergelijkbare methodiek voor het inventariseren en analyseren van risico’s en het afwegen van benodigde capaciteiten. Deze methodiek is vastgelegd in de Handreiking Regionaal Risicoprofiel. Lees hier meer.

VerantwoordingDeze herziene leidraad is opgesteld door de methodiek-groep nationale veiligheid, bestaande uit:• Ir. Jasper van der Horst – Aon Global Risk Consulting• Dr. Erik Pruyt, Technische Universiteit Delft, Faculteit

Techniek, Bestuur en Management, Sectie Beleidsanalyse

• Drs. Diederik Wijnmalen – TNO, Behavioural and Societal Sciences / Thema Integrale Veiligheid

• Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst• Dr. Pieter van der Torn – Platform Regionaal

Risicoprofiel • Dr. Marcel Mennen – Rijksinstituut voor

Volksgezondheid en Milieu• Drs. Marco Haas – Ministerie van Veiligheid en Justitie• Ir. Marc Bökkerink – Ministerie van Veiligheid en Justitie

Najaar 2012

Niveau 1

Niveau 3

Niveau 4

Formatsetc.

Algemene inleiding

Uitgewerkte beschrijvingen

Processtappen

Rolbeschrijving

Page 8: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

8 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

1Algemene inleiding

Page 9: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 9

De Strategie Nationale Veiligheid

Wat is de Strategie Nationale Veiligheid?De Strategie Nationale Veiligheid is het instrument voor risicomanagement van de Rijksoverheid, teneinde de vitale belangen van de Nederlandse samenleving beter te kunnen beschermen en zodoende te voorkomen dat de Nederlandse maatschappij ontwricht raakt als gevolg van een crisis. Met de Strategie Nationale Veiligheid legt het Rijk verschillende typen rampen en crises langs eenzelfde meetlat om ze met elkaar te kunnen vergelijken en daardoor beter onderbouwde beleidskeuzes mogelijk te maken. Ieder type crisis die tot maatschappelijke ont-wrichting (m.a.w. aantasting van de vitale belangen) kan leiden kan in de strategie worden uitgewerkt (all hazard-benadering). Daarbij wordt gekeken naar de waarschijn-lijkheid dat een bepaalde crisis zich zal voordoen en hoe groot de impact van de crisis is als deze zich in een periode van vijf jaar voordoet. Het doel van de Strategie Nationale Veiligheid is die capaciteiten te identificeren die versterkt of ontwikkeld dienen te worden om Nederland beter toegerust te maken op het omgaan met crises en daardoor een ongewenste mate van maatschappelijke ontwrichting te voorkomen. Door jaarlijks verschillende scenario’s te beoordelen op waarschijnlijkheid en impact krijgt de overheid steeds beter zicht op risico’s en kan ze gerichter bepalen waar prioriteiten gesteld moeten worden ten aanzien van de inzet van mensen en middelen.

Met de Strategie Nationale Veiligheid onderzoekt de Rijksoverheid integraal, systematisch en periodiek welke crises zich kunnen voordoen en welke impact deze kunnen hebben op de Nederlandse maatschappij. De integrale opzet en de dwarsverbanden die gelegd kunnen worden, stellen de overheid in staat mogelijke dreigingen met elkaar te vergelijken. Het kan hierbij gaan om moedwillige en niet-moedwillige dreigingen, om incidentscenario’s en om processcenario’s. Om deze dreigingen langs eenzelfde meetlat te kunnen leggen worden er realistische, drei-gingspecifieke scenario’s geschreven en volgens een uniforme methode gescoord. Daarnaast worden er aan de hand van de uitkomsten van de Strategie Nationale Veiligheid prioriteiten gesteld in het ontwikkelen en versterken van capaciteiten.

De Strategie Nationale Veiligheid beoogt nadrukkelijk niet een voorspellende waarde te hebben voor welke crises Nederland op zich af ziet komen. De NRB draait niet om de vraag wat de toekomst zal zijn, maar wel om de vraag wat er in de onzekere toekomst allemaal mogelijk zou kunnen zijn en welke capaciteiten daarvoor mogelijk nodig zouden zijn.

De Strategie is dus opgezet om gefundeerd capaciteiten te ontwikkelen en te versterken die Nederland weerbaarder maken tegen onzekere risico’s.

Op welke crises richt de Strategie Nationale Veiligheid zich?De Strategie Nationale Veiligheid richt zich op crises die kunnen leiden tot maatschappelijke ontwrichting. Een belangrijke focus ligt daarbij op de potentiële aantasting van de vitale belangen van de Nederlandse samenleving. De vijf vitale belangen zijn: territoriale veiligheid, fysieke veiligheid, economische veiligheid, ecologische veiligheid, en sociale en politieke stabiliteit.Aantasting van de vitale belangen zal in versterkte mate plaatsvinden ingeval door een crisis de vitale infrastruc-tuur geraakt wordt. Sectoren die tot de vitale infrastruc-tuur horen, zijn onder meer Elektriciteit, Gas, Drinkwater, Telecom/ICT, Financiën en Transport. (Langdurige) verstoring van deze sectoren kan leiden tot maatschappe-lijke, economische en/of politieke ontwrichting.

Hoe ziet de uitwerking van de Strategie Nationale Veiligheid er uit?Het kabinet zorgt voor de uitvoering van de Strategie Nationale Veiligheid. De minister van Veiligheid en Justitie is portefeuillehouder. De uitvoering gebeurt in samenwer-king met de andere ministeries, het Analistennetwerk Nationale Veiligheid, decentrale overheden, het bedrijfsle-ven, kennisinstituten en planbureaus.Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid wordt in de interdepartementale Stuurgroep Nationale Veiligheid beslist welke scenario’s worden uitgewerkt. Het Analistennetwerk Nationale Veiligheid, een samen-werkingsverband van kennisinstituten en wetenschappe-lijke instellingen, zorgt vervolgens voor het ontwikkelen van de scenario’s en beoordelen van de scenario’s. De uitkomsten van deze risicobeoordelingen worden opgenomen in de Nationale Risicobeoordeling

Page 10: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

10 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Op basis van de risicobeoordeling wordt een capaciteiten-analyse gedaan. In de capaciteitenanalyse wordt bekeken of Nederland beschikt over voldoende capaciteiten (mensen, materieel, kennis, vaardigheden, afspraken) om de dreiging het hoofd te bieden en welke capaciteiten versterkt zouden moeten worden. De capaciteitenanalyse wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het meest betrokken vakdepartement. Het ministerie van Veiligheid en Justitie ondersteunt het traject. Ten slotte wordt een rapportage opgesteld ten behoeve van de ministerraad, waarin voorstellen worden gedaan voor te versterken capaciteiten. De ministerraad beslist welke capaciteiten versterkt worden en stelt vast wie hiervoor verantwoordelijk is. De resultaten van de NRB en de capaciteitenanalyse worden jaarlijks in de Voortgangsbrief Nationale Veiligheid aan de Tweede Kamer gerapporteerd.

Welke functies bestaan er in de Strategie Nationale Veiligheid?De strategie kent verschillende rollen; die zijn hier te vinden.

De Strategie Nationale Veiligheid in schematische weergave

Wat bedreigt Nederland en hoe erg is dat?

Bepalenthema’s

Scenario-ontwikkeling

Risico-beoordeling

DreigingsbeeldenNederland en korte en lange termijn analyses

Nationale Risico-Beoordeling(scenario’s en risico- beoordelingen)

Wat moeten we kunnen en wat hebben we daarvoor nodig?

Capaciteiten-analyse

Bevindingen-rapportage

Implementatie

Opvolgingbeleid

Besluit kabinetBrief Tweede Kamer

Stappen:

Producten:

Rollen:

Bijv:AnalistennetwerkDepartementenVeiligheidsregio’s

Analistennetwerk Capaciteitenanalysewerkgroep

KopgroepIWNV

IWNVSNVMR

IWNVSNV

IWNVSNV

Page 11: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 11

Page 12: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

12 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

2Overzicht rollen en Processtappen

Page 13: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 13

Rollen

De Strategie Nationale Veiligheid is een werkwijze waarin beleidsmakers, wetenschappers en mensen uit de praktijk samenwerken om de Nederlandse samenleving weerbaarder te maken. Binnen deze methodiek bestaan verschillende rollen. De verschillende partijen komen op verschillende plaatsen in het proces voor, zie de figuur hieronder. In de tabel vindt u de verschillende rollen met hun functie en taken.

Functie Wie Taak

Opdrachtgever Ministerraad Beslissing te versterken capaciteiten

Stuurgroep Nationale Veiligheid (SNV) Hoogambtelijk overleg, neemt beleids-matige beslissingen

Interdepartementale Werkgroep Nationale Veiligheid (IWNV)

Voorportaal SNV

Analistennetwerk Nationale Veiligheid (ANV)

Algemeen Secretaris ANV Aandragen thema’s voor nieuwe cyclusSchrijven en beoordelen van scenario’s: opleveren nationale risicobeoordelingTaakgroep lid

Expert schrijven scenario

Expert bij beoordeling scenario

Projectleider scenario

Werkgroepcoördinator

Facilitator Advisering over (methodisch) verantwoorde uitvoering van het schrijven van het scenario en het uitvoeren van de risicobeoordeling

Werkgroep capaciteitenana-lyse

Voorzitter capaciteitenanalyse Secretaris capaciteitenanalyse Expert capaciteitenanalyse

Uitvoeren capaciteitenanalyse

Facilitator Advisering over (methodisch) verantwoorde uitvoering van de capaciteitenanalyse

Kopgroep IWNV Leden Interdepartementale werkgroep nationale veiligheid

Agendering capaciteitenSchrijven bevindingenrapportage

Implementeren capaciteit(en) Meest betrokken departement of organisatie Implementatie te versterken capaciteit

Methodiekwerkgroep Nationale Risico-beoordeling

Methodologisch experts NRB Ontwikkelen en onderhouden van de methodiek van de Strategie Nationale Veiligheid

9

Rollen De Strategie Nationale Veiligheid is een werkwijze waarin beleidsmakers, wetenschappers en mensen uit de praktijk samenwerken om de Nederlandse samenleving weerbaarder te maken. Binnen deze methodiek bestaan verschillende rollen. De verschillende partijen komen op verschillende plaatsen in het proces voor, zie de figuur hier. In de tabel vindt u de verschillende rollen met hun functie en taken. Functie Wie Taak Opdrachtgever Ministerraad Beslissing te versterken capaciteiten

Stuurgroep Nationale Veiligheid (SNV)

Hoogambtelijk overleg, neemt beleidsmatige beslissingen

Interdepartementale Werkgroep Nationale Veiligheid (IWNV)

Voorportaal SNV

Analistennetwerk Nationale Veiligheid (ANV)

Algemeen Secretaris ANV Aandragen thema’s voor nieuwe cyclus Schrijven en beoordelen van scenario’s: opleveren nationale risicobeoordeling

Taakgroep lid Expert schrijven scenario Expert bij beoordeling scenario Projectleider scenario Werkgroepcoördinator Facilitator Advisering over (methodisch)

verantwoorde uitvoering van het schrijven van het scenario en het uitvoeren van de risicobeoordeling

Werkgroep capaciteitenanalyse

Voorzitter capaciteitenanalyse Secretaris capaciteitenanalyse Expert capaciteitenanalyse

Uitvoeren capaciteitenanalyse

Facilitator Advisering over (methodisch) verantwoorde uitvoering van de capaciteitenanalyse

Kopgroep IWNV Leden Interdepartementale werkgroep nationale veiligheid

Agendering capaciteiten Schrijven bevindingenrapportage

Implementeren capaciteit(en)

Meest betrokken departement of organisatie

Implementatie te versterken capaciteit

Methodiekwerkgroep Nationale Risicobeoordeling

Methodologisch experts NRB Ontwikkelen en onderhouden van de methodiek van de Strategie Nationale Veiligheid

Risico- beoordeling

Capaciteiten-analyse

Bepalen thema’s

Opvolging beleid

Scenario-ontwikkeling

IWNV

SNV

Kopgroep

IWNV

Analistennetwerk

IWNV

SNV

Capaciteitenanalyse

werkgroep

IWNV

SNV

MR Rollen:

Bijv:

Analistennetwerk Departementen

Veiligheidsregio’s

Stappen:

Page 14: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

14 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

10

Keuzeproces scenario’s In iedere cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid wordt een aantal scenario’s ontwikkeld en geanalyseerd. De keuze van uit te werken thema’s voor deze scenario’s wordt gemaakt door de Stuurgroep Nationale Veiligheid.

Er zijn verschillende manieren waarop thema’s voor een scenario kunnen worden aangedragen: • Leden van de Stuurgroep kunnen voorstellen doen • De Stuurgroep vraagt het Analistennetwerk Nationale Veiligheid om een onderbouwd voorstel

van uit te werken thema’s, bijvoorbeeld in de vorm van een groslijst met een aantal prioriteiten. Het Analistennetwerk is bij uitstek geschikt om de inzichten uit de wetenschap en de kennisinstituten bij elkaar te brengen.

• Veiligheidsregio’s kunnen via het platform regionaal risicoprofiel thema’s aandragen die van nationaal belang zijn.

Verder zijn er twee typen analyses waarvan de uitkomsten meegenomen kunnen worden. Acuut gevoelde risico’s kunnen aanleiding zijn voor een globale analyse. De uitkomst van zo’n korte termijnanalyse kan leiden tot een voorstel om een thema in de vorm van een scenario uit te werken in de werkwijze van de Strategie Nationale Veiligheid. Ook een analyse van dreigingen op de langere termijn, bijvoorbeeld in lange termijn verkenningen, kunnen aanleiding zijn tot een voorstel om een thema in de vorm van een scenario uit te werken. Bij de voorstellen van uit te werken thema’s kan het gaan om nieuwe scenario’s, om scenario’s die een variant zijn van eerder ontwikkelde scenario’s (waardoor bij die uitwerking ook samenhang moet worden gewaarborgd met de eerder ontwikkelde scenario’s) en om scenario’s die eerder zijn ontwikkeld en geactualiseerd moeten worden. Het Analistennetwerk NV beoordeelt of actualisering van een scenario gewenst is en neemt in dat geval het scenario(thema) op in het voorstel aan de Stuurgroep NV. Wanneer de Stuurgroep NV een keuze heeft gemaakt voor de uit te werken thema’s kan het Analistennetwerk in overleg met vertegenwoordigers van de meest betrokken departementen komen tot afbakening van ieder thema. Vragen die daarbij aan de orde kunnen komen, zijn: • In welk tijdvenster van 5 jaar moet het scenario spelen? • Wat is de mate van ernst die het scenario moet beschrijven? Een ernstige (en daarmee minder

waarschijnlijke) variant, een waarschijnlijke (en daarmee minder ernstige) variant of een tussenvariant?

• Waar moet het scenario geografisch gepositioneerd worden, of moet het locatie-onafhankelijk? • Welke gebeurtenissen moeten in ieder geval in het scenario worden opgenomen en welke niet? De volgende stap is de daadwerkelijke scenario-ontwikkeling door het Analistennetwerk.

Dreigingsbeelden Nederland en

korte en lange termijn

analyses

Nationale Risico- Beoordeling

(scenario’s en risico-

beoordelingen)

Bevindingen-rapportage

Risico- beoordeling

Capaciteiten-analyse

Bepalen thema’s

Opvolging beleid

Scenario-ontwikkeling

Besluit kabinet Brief Tweede

Kamer

Stappen:

Producten:

Keuzeproces scenario’s

In iedere cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid wordt een aantal scenario’s ontwikkeld en geanalyseerd. De keuze van uit te werken thema’s voor deze scenario’s wordt gemaakt door de Stuurgroep Nationale Veiligheid. Er zijn verschillende manieren waarop thema’s voor een scenario kunnen worden aangedragen:• Leden van de Stuurgroep kunnen voorstellen doen• De Stuurgroep vraagt het Analistennetwerk Nationale

Veiligheid om een onderbouwd voorstel van uit te werken thema’s, bijvoorbeeld in de vorm van een groslijst met een aantal prioriteiten. Het Analistennetwerk is bij uitstek geschikt om de inzichten uit de wetenschap en de kennisinstituten bij elkaar te brengen.

• Veiligheidsregio’s kunnen via het platform regionaal risicoprofiel thema’s aandragen die van nationaal belang zijn.

Verder zijn er twee typen analyses waarvan de uitkomsten meegenomen kunnen worden. Acuut gevoelde risico’s kunnen aanleiding zijn voor een globale analyse. De uitkomst van zo’n korte termijnanalyse kan leiden tot een voorstel om een thema in de vorm van een scenario uit te werken in de werkwijze van de Strategie Nationale Veiligheid. Ook een analyse van dreigingen op de langere termijn, bijvoorbeeld in lange termijn verkenningen, kunnen aanleiding zijn tot een voorstel om een thema in de vorm van een scenario uit te werken.

Bij de voorstellen van uit te werken thema’s kan het gaan om nieuwe scenario’s, om scenario’s die een variant zijn van eerder ontwikkelde scenario’s (waardoor bij die uitwerking ook samenhang moet worden gewaarborgd met de eerder ontwikkelde scenario’s) en om scenario’s die eerder zijn ontwikkeld en geactualiseerd moeten worden. Het Analistennetwerk NV beoordeelt of actualise-ring van een scenario gewenst is en neemt in dat geval het scenario(thema) op in het voorstel aan de Stuurgroep NV.

Wanneer de Stuurgroep NV een keuze heeft gemaakt voor de uit te werken thema’s kan het Analistennetwerk in overleg met vertegenwoordigers van de meest betrokken departementen komen tot afbakening van ieder thema. Vragen die daarbij aan de orde kunnen komen, zijn: • In welk tijdvenster van 5 jaar moet het scenario spelen? • Wat is de mate van ernst die het scenario moet

beschrijven? Een ernstige (en daarmee minder waar-schijnlijke) variant, een waarschijnlijke (en daarmee minder ernstige) variant of een tussenvariant?

• Waar moet het scenario geografisch gepositioneerd worden, of moet het locatie-onafhankelijk?

• Welke gebeurtenissen moeten in ieder geval in het scenario worden opgenomen en welke niet?

De volgende stap is de daadwerkelijke scenario-ontwikke-ling door het Analistennetwerk.

Page 15: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 15

Scenario-ontwikkeling

De Strategie National Veiligheid is gebaseerd op het werken met scenario’s. Er zijn verschillende manieren waarop gebruik kan worden emaakt van een scenario. Hieronder wordt uitgelegd wat in de strategie wordt verstaan onder het begrip scenario.Daarna wordt ingegaan op het proces dat kan worden doorlopen om tot een scenario te komen. Ten slotte wordt beschreven aan welke randvoorwaarden en eisen deze scenario’s moeten voldoen.Het eerste deel van de Strategie Nationale Veiligheid is de uitwerking van scenario’s die voor een tijdshorizon van vijf jaar (middellange termijn) een dreiging voor de nationale veiligheid zouden kunnen zijn. Een scenario biedt een manier om te communiceren over en een (gezamenlijk) beeld te krijgen van risico’s en factoren die van belang zijn bij beslissingen van nu. In het geval van de Strategie Nationale Veiligheid betreft het politieke beslissingen rond aanvullende investeringen in de verschillende fasen van de veiligheidsketen1 bij verschillende thema’s.Een scenario is in de context van de Strategie Nationale Veiligheid een beschrijving van:• het incident of (sluipend) proces, dat wil zeggen (de aard

en omvang van) één of meer met elkaar verband houdende gebeurtenissen die consequenties hebben voor de nationale veiligheid en dus op nationaal niveau impact hebben;

• de aanloop tot het incident of (sluipend) proces, bestaande uit de (achterliggende) oorzaak, en de “trigger” die het incident feitelijk doet ontstaan of het sluipende proces aan het licht brengt;

• de context van de gebeurtenissen, met een aanduiding van algemene omstandigheden en de mate van kwetsbaarheid en weerstand van mens, object en

1 De veiligheidsketen bestaat uit pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg.

maatschappij, voor zover relevant voor het beschreven incident of proces;• de gevolgen van het incident of (sluipend) proces, met

aanduiding van aard en omvang en met een globale beschrijving van de respons en de beheersmaatregelen, en in geval van processen, de reeds genomen of tijdens de scenario-gebeurtenissen te verrichten (beleids-)interventies;

• in het bijzonder, de effecten van het incident of (sluipend) proces op de vitale belangen van de Nederlandse samenleving.

Naastgelegen figuur toont de samen-hang van de genoemde ingrediënten van een scenario.

Het is mogelijk om niet één enkel incident te nemen als uitgangspunt voor een scenario, maar een proces dat al jaren onder de oppervlakte sluimert. Een voorbeeld van een processcenario zijn de gebeurtenissen rondom asbest in de jaren ’70, ’80 en ’90 van de twintigste eeuw. Hierbij is niet één incident aan te wijzen waarin de dreiging zichtbaar wordt. Wel is het zo dat in een serie gebeurtenis-sen het sluimerende proces zichtbaar wordt, bijvoorbeeld door een verhoging van het aantal ziekenhuisopnames als gevolg van het proces. Voor een verdere uitleg zie de pagina Processcenario’s.

11

Scenario-ontwikkeling De Strategie Nationale Veiligheid is gebaseerd op het werken met scenario’s. Er zijn verschillende manieren waarop gebruik kan worden gemaakt van een scenario. Hieronder wordt uitgelegd wat in de strategie wordt verstaan onder het begrip scenario. Daarna wordt ingegaan op het proces dat kan worden doorlopen om tot een scenario te komen. Ten slotte wordt beschreven aan welke randvoorwaarden en eisen deze scenario’s moeten voldoen.

Het eerste deel van de Strategie Nationale Veiligheid is de uitwerking van scenario’s die voor een tijdshorizon van vijf jaar (middellange termijn) een dreiging voor de nationale veiligheid zouden kunnen zijn. Een scenario biedt een manier om te communiceren over en een (gezamenlijk) beeld te krijgen van risico’s en factoren die van belang zijn bij beslissingen van nu. In het geval van de Strategie Nationale Veiligheid betreft het politieke beslissingen rond aanvullende investeringen in de verschillende fasen van de veiligheidsketen1 bij verschillende thema’s. Een scenario is in de context van de Strategie Nationale Veiligheid een beschrijving van: - het incident of (sluipend) proces, dat wil zeggen (de aard en

omvang van) één of meer met elkaar verband houdende gebeurtenissen die consequenties hebben voor de nationale veiligheid en dus op nationaal niveau impact hebben;

- de aanloop tot het incident of (sluipend) proces, bestaande uit de (achterliggende) oorzaak, en de “trigger” die het incident feitelijk doet ontstaan of het sluipende proces aan het licht brengt;

- de context van de gebeurtenissen, met een aanduiding van algemene omstandigheden en de mate van kwetsbaarheid en weerstand van mens, object en maatschappij, voor zover relevant voor het beschreven incident of proces;

- de gevolgen van het incident of (sluipend) proces, met aanduiding van aard en omvang en met een globale beschrijving van de respons en de beheersmaatregelen, en in geval van processen, de reeds genomen of tijdens de scenario-gebeurtenissen te verrichten (beleids-)interventies;

- in het bijzonder, de effecten van het incident of (sluipend) proces op de vitale belangen van de Nederlandse samenleving.

Naastgelegen figuur toont de samenhang van de genoemde ingrediënten van een scenario. 1 De veiligheidsketen bestaat uit pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg.  

Dreigingsbeelden Nederland en

korte en lange termijn

analyses

Nationale Risico- Beoordeling

(scenario’s en risico-

beoordelingen)

Bevindingen-rapportage

Risico- beoordeling

Capaciteiten-analyse

Bepalen thema’s

Opvolging beleid

Scenario-ontwikkeling

Besluit kabinet Brief Tweede

Kamer

Stappen:

Producten:

11

Scenario-ontwikkeling De Strategie Nationale Veiligheid is gebaseerd op het werken met scenario’s. Er zijn verschillende manieren waarop gebruik kan worden gemaakt van een scenario. Hieronder wordt uitgelegd wat in de strategie wordt verstaan onder het begrip scenario. Daarna wordt ingegaan op het proces dat kan worden doorlopen om tot een scenario te komen. Ten slotte wordt beschreven aan welke randvoorwaarden en eisen deze scenario’s moeten voldoen.

Het eerste deel van de Strategie Nationale Veiligheid is de uitwerking van scenario’s die voor een tijdshorizon van vijf jaar (middellange termijn) een dreiging voor de nationale veiligheid zouden kunnen zijn. Een scenario biedt een manier om te communiceren over en een (gezamenlijk) beeld te krijgen van risico’s en factoren die van belang zijn bij beslissingen van nu. In het geval van de Strategie Nationale Veiligheid betreft het politieke beslissingen rond aanvullende investeringen in de verschillende fasen van de veiligheidsketen1 bij verschillende thema’s. Een scenario is in de context van de Strategie Nationale Veiligheid een beschrijving van: - het incident of (sluipend) proces, dat wil zeggen (de aard en

omvang van) één of meer met elkaar verband houdende gebeurtenissen die consequenties hebben voor de nationale veiligheid en dus op nationaal niveau impact hebben;

- de aanloop tot het incident of (sluipend) proces, bestaande uit de (achterliggende) oorzaak, en de “trigger” die het incident feitelijk doet ontstaan of het sluipende proces aan het licht brengt;

- de context van de gebeurtenissen, met een aanduiding van algemene omstandigheden en de mate van kwetsbaarheid en weerstand van mens, object en maatschappij, voor zover relevant voor het beschreven incident of proces;

- de gevolgen van het incident of (sluipend) proces, met aanduiding van aard en omvang en met een globale beschrijving van de respons en de beheersmaatregelen, en in geval van processen, de reeds genomen of tijdens de scenario-gebeurtenissen te verrichten (beleids-)interventies;

- in het bijzonder, de effecten van het incident of (sluipend) proces op de vitale belangen van de Nederlandse samenleving.

Naastgelegen figuur toont de samenhang van de genoemde ingrediënten van een scenario. 1 De veiligheidsketen bestaat uit pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg.  

Dreigingsbeelden Nederland en

korte en lange termijn

analyses

Nationale Risico- Beoordeling

(scenario’s en risico-

beoordelingen)

Bevindingen-rapportage

Risico- beoordeling

Capaciteiten-analyse

Bepalen thema’s

Opvolging beleid

Scenario-ontwikkeling

Besluit kabinet Brief Tweede

Kamer

Stappen:

Producten:

Page 16: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

16 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Hoe te komen tot een scenario?Na de beslissing van de Stuurgroep Nationale Veiligheid over de themakeuzes overlegt het Analistennetwerk Nationale Veiligheid met de desbetreffende meest betrokken vakdepartementen over de afbakening van de scenario’s, zodat de scenario’s de juiste informatie op kunnen leveren voor de capaciteitenanalyse.

Voor het ontwikkelen van een scenario is de inbreng nodig door experts vanuit verschillende vakgebieden. Dit wordt uiteraard bepaald door de aard van het scenario en de keuze voor de aanleiding, de context, het verloop en de gevolgen van het scenario..

Het Analistennetwerk Nationale Veiligheid is verantwoor-delijk voor het ontwikkelen van de scenario’s. Hierbij wordt in een multidisciplinaire werkgroep gewerkt. In deze schrijfwerkgroep hebben in ieder geval vertegenwoordi-gers van kennisinstituten en de wetenschap zitting die aangesloten zijn bij het Analistennetwerk NV, maar ook vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven, departemen-ten en andere overheidsorganisaties kunnen deelnemen.

De (projectleider van de) schrijfwerkgroep draagt er zorg voor dat het ontwikkelde scenario voldoende aankno-pingspunten biedt om in de volgende stap de risicobeoor-deling te kunnen uitvoeren. Het is dan ook aan te bevelen om de 10 impactcriteria en de eisen aan waarschijnlijkheid bij het uitwerken van het scenario in het achterhoofd te houden. Het daarvoor ontwikkelde format helpt daarbij. Het scenario moet daarnaast voldoende concreet zijn om in de capaciteitenanalyse te kunnen beoordelen welke capaciteiten hiervoor nodig zijn, welke al beschikbaar zijn en of er capaciteiten zijn die versterkt dienen te worden.

De inbreng van experts kan worden gewaarborgd door deze experts in de schrijfgroep op te nemen. Een mogelijk-heid is ook om eenmalig – of op een beperkt aantal goed gekozen momenten – de inbreng van experts te vragen. Hier wordt dieper ingegaan op de wijze waarop de inbreng van experts kan worden georganiseerd. Om op een eenduidige manier de impact en waarschijnlijkheid van de scenario’s te kunnen scoren in de risicobeoordeling moeten de scenario’s op een vergelijkbare manier zijn geschreven. De eisen aan een scenario zijn hier te vinden.

Uiteindelijk stelt de Stuurgroep NV de definitieve scena-rio’s vast waarmee gewerkt gaat worden in de capacitei-tenanalyse. Het kan voorkomen dat (een deel van) een scenario niet voor publicatie geschikt is. In dat geval beslist de Stuurgroep NV in welke vorm het scenario gepubliceerd kan worden, onder het uitgangspunt ‘open als het kan, vertrouwelijk als het moet’.

Na het opstellen van het scenario volgt de risicobeoordeling.

Page 17: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 17

De Nationale Risicobeoordeling

Nadat de scenario’s zijn uitgewerkt worden ze door het Analistennetwerk Nationale Veiligheid gescoord op hun waarschijnlijkheid en impact in de nationale risicobeoor-deling (NRB). De scenario’s worden hiermee onderling vergelijkbaar en kunnen alle in hetzelfde risicodiagram worden gepositioneerd. Hieronder wordt, na een korte introductie van de risicobeoordeling en de plaats in de totale werkwijze, ingegaan op de methode en het gebruikte risicobegrip. Na een beschrijving van het eindproduct worden de stappen beschreven van de Nationale Risicobeoordeling.

Definitie en positie In de risicobeoordeling worden de dreigingen die in de scenario’s zijn uitgewerkt, langs één meetlat gelegd op basis van een vooraf overeengekomen model. Scenario’s worden daartoe beoordeeld op alle onderscheiden impacttypen en op waarschijnlijkheid. Op deze manier worden de risico’s voor de nationale veiligheid vergelijkbaar.

In de risicobeoordeling wordt gekeken naar de waarschijn-lijkheid dat een scenario zich in een tijdvenster van 5 jaar voordoet (de komende 5 jaar of een ander tijdsvenster van 5 jaar) en naar de impact van de gebeurtenissen in het scenario op de vijf vitale belangen. De impact heeft een materiële component (bijvoorbeeld materiële schade, aantal slachtoffers) en een immateriële component (bijvoorbeeld de publieke verontwaardiging of schade aan het imago van Nederland in het buitenland). Bij de risicobeoordeling wordt de belevingsfactor dus nadrukke-lijk meegewogen.

En alhoewel verdichtingsscenario’s beoordeeld worden op waarschijnlijkheid en impact, betekent dat niet dat de scenario’s klassieke risicoscenario’s zijn. In de woorden van van Asselt (2013): “Hoewel de bedreigingen in klassieke risicotermen (kans en effect) worden ‘beoor-deeld’, is de NRB een vernieuwende manier om na te denken over onzekere toekomsten. Het is geen inventari-satie van risico’s die zich in het verleden al voldoende hebben gemanifesteerd om met behulp van statistiek te kunnen worden ingeschat. Integendeel. Op een (inmiddels flink) aantal veiligheidsthema’s worden scenario’s ontwikkeld waarin denkbare, doch ongewenste, toekom-sten worden doordacht, die vervolgens beoordeeld worden door experts. Die scenario-verzameling wordt gebruikt om risico’s te vergelijken en te prioriteren. Dat is bedoeld als input voor een brede en nuchtere afweging.” Zodat uiteindelijk, op basis van een nuchtere afweging, besloten kan worden welke capaciteiten moeten worden versterkt om deze mogelijke risico’s voldoende te kunnen beheersen.

De risicobeoordeling is vervolgens de basis voor een analyse van beschikbare capaciteiten en voor een advies aan het kabinet over te versterken capaciteiten en geeft dus richting aan de besluitvorming over de extra inzet van capaciteiten (in aard en omvang) die aangrijpen op de in de scenario’s geanalyseerde dreigingen.

13

De Nationale Risicobeoordeling Nadat de scenario’s zijn uitgewerkt worden ze door het Analistennetwerk Nationale Veiligheid gescoord op hun waarschijnlijkheid en impact in de nationale risicobeoordeling (NRB). De scenario’s worden hiermee onderling vergelijkbaar en kunnen alle in hetzelfde risicodiagram worden gepositioneerd. Hieronder wordt, na een korte introductie van de risicobeoordeling en de plaats in de totale werkwijze, ingegaan op de methode en het gebruikte risicobegrip. Na een beschrijving van het eindproduct worden de stappen beschreven van de Nationale Risicobeoordeling.

Definitie en positie In de risicobeoordeling worden de dreigingen die in de scenario’s zijn uitgewerkt, langs één meetlat gelegd op basis van een vooraf overeengekomen model. Scenario’s worden daartoe beoordeeld op alle onderscheiden impacttypen en op waarschijnlijkheid. Op deze manier worden de risico’s voor de nationale veiligheid vergelijkbaar.

In de risicobeoordeling wordt gekeken naar de waarschijnlijkheid dat een scenario zich in een tijdvenster van 5 jaar voordoet (de komende 5 jaar of een ander tijdsvenster van 5 jaar) en naar de impact van de gebeurtenissen in het scenario op de vijf vitale belangen. De impact heeft een materiële component (bijvoorbeeld materiële schade, aantal slachtoffers) en een immateriële component (bijvoorbeeld de publieke verontwaardiging of schade aan het imago van Nederland in het buitenland). Bij de risicobeoordeling wordt de belevingsfactor dus nadrukkelijk meegewogen.

En alhoewel verdichtingsscenario’s beoordeeld worden op waarschijnlijkheid en impact, betekent dat niet dat de scenario’s klassieke risicoscenario’s zijn. In de woorden van van Asselt (2013): “Hoewel de bedreigingen in klassieke risicotermen (kans en effect) worden ‘beoordeeld’, is de NRB een vernieuwende manier om na te denken over onzekere toekomsten. Het is geen inventarisatie van risico’s die zich in het verleden al voldoende hebben gemanifesteerd om met behulp van statistiek te kunnen worden ingeschat. Integendeel. Op een (inmiddels flink) aantal veiligheidsthema’s worden scenario’s ontwikkeld waarin denkbare, doch ongewenste, toekomsten worden doordacht, die vervolgens beoordeeld worden door experts. Die scenario-verzameling wordt gebruikt om risico’s te vergelijken en te prioriteren. Dat is bedoeld als input voor een brede en nuchtere afweging.” Zodat uiteindelijk, op basis van een nuchtere afweging, besloten kan worden welke capaciteiten moeten worden versterkt om deze mogelijke risico’s voldoende te kunnen beheersen.

De risicobeoordeling is vervolgens de basis voor een analyse van beschikbare capaciteiten en voor een advies aan het kabinet over te versterken capaciteiten en geeft dus richting aan de

Dreigingsbeelden Nederland en

korte en lange termijn

analyses

Nationale Risico- Beoordeling

(scenario’s en risico-

beoordelingen)

Bevindingen-rapportage

Risico- beoordeling

Capaciteiten-analyse

Bepalen thema’s

Opvolging beleid

Scenario-ontwikkeling

Besluit kabinet Brief Tweede

Kamer

Stappen:

Producten:

Page 18: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

18 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Algemene kenmerken van de methodeDe methode veronderstelt dat bedreigingen van de nationale veiligheid in de vorm van scenario’s worden beschreven. In wezen is dit de basis voor de toepassing van de risicobeoordeling.Naast de oriëntatie op scenario’s bezit de methode nog de volgende eigenschappen:• alle typen bedreigingen van de nationale veiligheid

kunnen worden verwerkt en beoordeeld, waarbij op een aantal punten onderscheid wordt gemaakt tussen “natuurlijke” en door onbewust menselijk handelen veroorzaakte bedreigingen (“gevaren”, “hazards”, in de vorm van bijvoorbeeld overstroming of een ernstig ongeval in een chemische fabriek door technisch of menselijk falen) en door de mens beraamde, “boosaar-dige” bedreigingen (“threats”, bewust menselijk handelen in de vorm van bijvoorbeeld aanslagen);

• de methode van de nationale risicobeoordeling berust op een samenstel van een aantal beproefde weten-schappelijke methoden (zoals multi-criteria analyse, kansrekening, gevoeligheidsanalyse, scenario analyse), waarbij recht is gedaan aan een zo correct mogelijke behandeling van complexe materie en een zo groot mogelijke transparantie voor gebruikers van de methode;

• de gescoorde scenario’s zijn vanuit een multidisciplinair perspectief te rangschikken naar risico in risicodiagram(men), waarbij ruimte wordt gelaten aan een bestuurlijke afweging voor het stellen van (beleids-matige) prioriteiten.

• Voor de impact en voor de waarschijnlijkheid wordt een indeling in vijf klassen gehanteerd (klassen A t/m E):- Klasse A representeert een scenario met een zeer lage

impact respectievelijk een scenario dat als zeer onwaarschijnlijk wordt gekwalificeerd.

- Klasse E representeert een scenario met een catastro-fale impact respectievelijk een scenario dat als zeer waarschijnlijk wordt gekwalificeerd.

• Voor ieder scenario wordt een schatting gemaakt van de onzekerheid met betrekking tot het bepalen van de waarschijnlijkheid en impact. Het kan hierbij ook gaan om onzekerheid als gevolg van verschil van mening tussen experts onderling. Om deze reden dient de score voor de impact en voor de waarschijnlijkheid bepaald te worden voor: - de verwachte waarde (V): het is het meest waarschijn-

lijk dat dit de score is, maar het zou wellicht iets meer of minder kunnen zijn;

- de ondergrens (O): de score is vrijwel zeker gelijk aan of meer dan O;

- de bovengrens (B): de score is vrijwel zeker gelijk aan of minder dan B.

EindrapportageHet eindproduct van de Nationale Risicobeoordeling is een rapport van het Analistennetwerk Nationale Veiligheid waarin de volgende onderdelen, voorzien van onderbou-wing, zijn opgenomen:• de scenario’s;• een korte beschrijving van de manier waarop het

schrijven van de scenario’s en de risicobeoordeling is uitgevoerd en welke partijen daarbij betrokken zijn;

• de scores (d.w.z. de berekende impact- en waarschijn-lijkheidswaarden) van de gebruikte scenario’s in de risicobeoordeling, met een toelichting en onderbouwing;

• risicodiagram(men) waarin de scores van alle scenario’s langs een impact- en een waarschijnlijkheidsas zijn uitgezet;

• een of meerdere gevoeligheidsanalyse(s).De Stuurgroep Nationale Veiligheid keurt de eindrappor-tage goed en bepaalt in welke vorm deze gepubliceerd kan worden. Hierbij is het uitgangspunt: ‘open als het kan, vertrouwelijk als dat moet’.

Page 19: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 19

ImpactbepalingDe tien impactcriteria voor de Nationale Risico Beoordeling zijn afgeleid van de te beschermen vitale belangen van Nederland. Elk van de vijf vitale belangen (territoriale veiligheid, fysieke veiligheid, economische veiligheid, ecologische veiligheid, sociale en politieke stabiliteit) is vertaald naar één of meer impactcriteria. De gekozen tien impactcriteria worden samen representatief geacht voor alle aspecten die kunnen leiden tot maatschappelijke ontwrichting.

Vitaal belang Impactcriterium

1. territoriale veiligheid 1.1 aantasting van de integriteit van het grondgebied1.2 aantasting van de integriteit van de internationale positie van Nederland

2. fysieke veiligheid 2.1 doden2.2 ernstig gewonden en chronisch zieken2.3 lichamelijk lijden (gebrek aan primaire levensbehoeften)

3. economische veiligheid 3.1 kosten en aantasting van de economie

4. ecologische veiligheid 4.1 langdurige aantasting van het milieu en natuur (flora en fauna)

5. sociale en politieke stabiliteit 5.1 verstoring van het dagelijks leven5.2 aantasting van de democratische rechtsstaat5.3 sociaal-psychologische impact en maatschappelijke onrust

De volgende stappen leiden tot de impactscore van een scenario:• vaststellen welke impactcriteria in beginsel van

toepassing zijn;• nagaan of de informatie in de scenariobeschrijving

voldoende, volledig en begrijpelijk is voor het scoren van de impact op de verschillende impactcriteria;

• analyseren van het scenario voor elk van de impactcrite-ria en het scoren van de criteria;

• nagaan of er reden is om onzekerheid of verschil van mening te vertalen in een boven- en ondergrens;

• samenvoegen van de tien impactscores met een aggregatieprocedure tot een totale impactscore voor het betreffende scenario.

Waarschijnlijkheidsbeoordeling De waarschijnlijkheid wordt uitgedrukt als de waarschijn-lijkheid dat het scenario in de gekozen periode van vijf jaar zal plaatsvinden. Bij het bepalen van de waarschijnlijkheid van een scenario worden de volgende algemene uitgangs-punten gehanteerd.• Calamiteiten die de veiligheid op nationale schaal

bedreigen hebben meestal een lage waarschijnlijkheid van optreden of betreffen bedreigingen waar Nederland nog niet eerder mee geconfronteerd is. Dit vereist dat bij het bepalen van de waarschijnlijkheid een heldere en uniforme redeneerlijn gevolgd wordt, waarbij – naast oorzaak en gevolg- ook de context met betrekking tot de potentiële dreiging beschreven wordt. Daarbij is het van belang rekening te houden met de specifieke kenmerken van incidentscenario’s versus processcena-rio’s, en met niet-moedwillige scenario’s versus moedwillige scenario’s.

• Omdat we ons richten op ‘ontwrichtende’ incidenten zal voor een groot deel van de scenario’s betrouwbare casuïstiek ontbreken. Daarnaast geldt voornamelijk voor moedwillige scenario’s en processcenario’s dat deze zich maar zeer beperkt laten

• karakteriseren door ervaringen vanuit het verleden. Het gevolg is dat de bepaling van de waarschijnlijkheid voor de individuele scenario’s gebaseerd zal zijn op meerdere informatiebronnen:- historische gebeurtenissen, casuïstiek;- probabilistische model- en ontwerpberekeningen;- expertmeningen, trendanalyses en dreigingsanalyses.

• De waarschijnlijkheid wordt niet bepaald voor het specifiek beschreven scenario, maar voor een cluster van scenario’s binnen het thema met vergelijkbaar ernstige gevolgen als beschreven in het specifieke scenario2, een zogeheten verdichtingspunt van scenario’s.

2 Voorbeeld: De waarschijnlijkheid wordt niet bepaald voor ‘bekende persoon A wordt op locatie B vermoord door terroristische groep C met kenmerken D’ , maar voor ‘een bekende Nederlander wordt vermoord door een terroristische groep met kenmerken D of vergelijkbare kenmerken.’

Page 20: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

20 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Scoring van de impactcriteria

Territoriale veiligheid

Fysieke veiligheid

Economische veiligheid

Ecologische veiligheid

Sociale en politieke stabiliteit

5.3 Sociaal psychologische impact en maatschappelijke onrust

Gew

ogen

sam

envo

egin

g va

n de

indi

vidu

ele

impa

ctsc

ores

Totale impactscore van het scenario

Scenariobeschrijving

5.2 Aantasting democratische rechtstaat

5.1 Verstoring dagelijks leven

3.1 Kosten en aantasting economie

2.3 Lichamelijk lijden

2.2 Gewonden

2.1 Doden

1.2 Integriteit internationale positie

1.1 Integriteit grondgebied

4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu

Page 21: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 21

Capaciteitenanalyse en agendering

Definitie en positie van de capaciteitenanalyseDe capaciteitenanalyse volgt op de scenario-ontwikkeling en de scoring van de scenario’s in de nationale risico-beoordeling. Een capaciteit is het vermogen om iets te doen. Daar liggen taken achter en andere activiteiten in de sfeer van voorbereiding, preventie, bestrijding en herstel. Om die taken uit te voeren kan een vaardigheid nodig zijn of kennis, maar ook materieel als meetapparatuur, mensen om dingen te doen of wetgeving om gevaarlijke situaties te voorkomen. De capaciteitenanalyse is waar het in de strategie uiteindelijk om gaat: waar zitten de zwakke plekken in ons vermogen om risico’s te reduceren en wat kunnen we daar tegen doen? Om een risico te beperken zijn mogelijk extra capaciteiten nodig of moeten bestaande capaciteiten worden versterkt.

Algemene kenmerken van de methodeDe capaciteitenanalyse wordt per scenario (of set van samenhangende scenario’s) uitgevoerd door een werk-groep van experts voorgezeten door een voorzitter die wordt bijgestaan door een secretaris. In de capaciteiten-analyse wordt de volgende vraag gesteld: welke capacitei-ten moeten we versterken om het risico acceptabel te maken of om er goed genoeg op te kunnen reageren?Het gaat daarbij nadrukkelijk om het vinden van verbeter-mogelijkheden gericht op de twee bekende dimensies van “risico”: de reductie van de impact en de reductie van de waarschijnlijkheid. Kijk hier voor het uitgebreide proces van de capaciteiten-analyse en de daarin te doorlopen stappen.

EindproductDe verschillende themagroepen komen met verschillende capaciteitenanalyses. Op basis van de verschillende capaciteitenanalyses wordt in de bevindingenrapportage aan het kabinet geadviseerd welke capaciteiten versterkt moeten worden in het belang van de nationale veiligheid. Zie hiervoor Besluitvorming en implementatie.

17

Capaciteitenanalyse en agendering Definitie en positie van de capaciteitenanalyse De capaciteitenanalyse volgt op de scenario-ontwikkeling en de scoring van de scenario’s in de nationale risicobeoordeling. Een capaciteit is het vermogen om iets te doen. Daar liggen taken achter en andere activiteiten in de sfeer van voorbereiding, preventie, bestrijding en herstel. Om die taken uit te voeren kan een vaardigheid nodig zijn of kennis, maar ook materieel als meetapparatuur, mensen om dingen te doen of wetgeving om gevaarlijke situaties te voorkomen.

De capaciteitenanalyse is waar het in de strategie uiteindelijk om gaat: waar zitten de zwakke plekken in ons vermogen om risico’s te reduceren en wat kunnen we daar tegen doen? Om een risico te beperken zijn mogelijk extra capaciteiten nodig of moeten bestaande capaciteiten worden versterkt. Algemene kenmerken van de methode De capaciteitenanalyse wordt per scenario (of set van samenhangende scenario’s) uitgevoerd door een werkgroep van experts voorgezeten door een voorzitter die wordt bijgestaan door een secretaris. In de capaciteitenanalyse wordt de volgende vraag gesteld: welke capaciteiten moeten we versterken om het risico acceptabel te maken of om er goed genoeg op te kunnen reageren? Het gaat daarbij nadrukkelijk om het vinden van verbetermogelijkheden gericht op de twee bekende dimensies van “risico”: de reductie van de impact en de reductie van de waarschijnlijkheid. Kijk hier voor het uitgebreide proces van de capaciteitenanalyse en de daarin te doorlopen stappen. Eindproduct De verschillende themagroepen komen met verschillende capaciteitenanalyses. Op basis van de verschillende capaciteitenanalyses wordt in de bevindingenrapportage aan het kabinet geadviseerd welke capaciteiten versterkt moeten worden in het belang van de nationale veiligheid. Zie hiervoor Besluitvorming en implementatie.

Dreigingsbeelden Nederland en

korte en lange termijn

analyses

Nationale Risico- Beoordeling

(scenario’s en risico-

beoordelingen)

Bevindingen-rapportage

Risico- beoordeling

Capaciteiten-analyse

Bepalen thema’s

Opvolging beleid

Scenario-ontwikkeling

Besluit kabinet Brief Tweede

Kamer

Stappen:

Producten:

Page 22: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

22 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Besluitvorming en implementatie

KopgroepDe verschillende themagroepen komen met verschillende capaciteitenanalyses. De Kopgroep NV doet, op basis van de verschillende capaciteiten-analyses, in de bevindingen-rapportage voorstellen aan het kabinet welke capaciteiten versterk moeten worden in het belang van de nationale veiligheid. Deze vergelijking vindt plaats op basis van onder andere het risicodiagram, (mogelijke) politieke aandacht, snel te boeken winst en een kosten-baten analyse. Een te versterken capaciteit die een beperkte uitwerking heeft, maar waarvan de versterking veel geld kost, zal bijvoorbeeld minder prioriteit krijgen dan de versterking van een capaciteit waarbij met weinig middelen een groot effect behaald kan worden.In de bevindingenrapportage wordt niet alleen aandacht besteed aan capaciteiten die nodig zijn voor één risicotype. De kopgroep NV selecteert ook capaciteiten die de impact en/of de waarschijnlijkheid van verschillende typen incident kunnen reduceren. Deze capaciteiten zouden mogelijk geen prioriteit krijgen als ze maar effectief zijn bij het terugbrengen van één risicotype, maar juist wel lonend zijn als ze bijdragen aan het terugbrengen van meerdere risicotypen.

KabinetNa bespreking in de Interdepartementale Werkgroep Nationale Veiligheid en de Stuurgroep Nationale Veiligheid beslist het kabinet welke aanbevelingen het overneemt en bericht hierover aan de Tweede Kamer in de Voortgangs-brief Nationale Veiligheid. Afhankelijk van de aard van de aanbeveling wordt de implementatie vervolgens door de verantwoordelijke partij(en) binnen overheid, bedrijfsle-ven of andere organisaties uitgevoerd. In een volgende voortgangsbrief wordt zo nodig de stand van zaken van eerdere aanbevelingen gemeld.

VertrouwelijkheidVertrouwelijkheid van informatie speelt op twee momenten een rol in de uitvoering van de Strategie Nationale Veiligheid: tijdens de uitvoering en bij publicatie van de uitkomsten. Dit onderscheid is van groot belang: de uitvoering is gebaat bij het zoveel mogelijk delen van informatie tussen de betrokkenen tijdens de uitvoering, terwijl er tegelijkertijd gewaarborgd dient te worden dat niet meer informatie wordt gepubliceerd dan verantwoord is.

Vertrouwelijkheid tijdens de uitvoeringVoor allen die betrokken zijn bij de uitvoering van de Strategie Nationale Veiligheid geldt dat de informatie die met hen gedeeld wordt vertrouwelijk is. Er mag dus niet over gepubliceerd worden. Dit waarborgt dat zoveel mogelijk kennis tussen betrokkenen gedeeld kan worden, zodat de kwaliteit van de producten hoog is.Het kan zijn dat informatie die door een kenniseigenaar wordt ingebracht onder voorwaarden gedeeld wordt. Bijvoorbeeld omdat het gerubriceerde informatie betreft. De kenniseigenaar kan bijvoorbeeld voorwaarden stellen met wie de informatie gedeeld mag worden en aan de wijze waarop de informatie gedeeld, verwerkt en bewaard mag worden.Aan betrokkenen kan gevraagd worden een geheimhou-dingsverklaring te ondertekenen.

Vertrouwelijkheid en publicatieHet is aan de Stuurgroep Nationale Veiligheid (en uiteindelijk de Ministerraad) om te beslissen welke informatie die tijdens de cyclus tot stand is gekomen gepubliceerd wordt en welke informatie vertrouwelijk blijft of een formele rubricering moet krijgen. Uitgangs-punt hierbij is “open waar dat kan, gesloten waar dat moet.” Informatie blijft in ieder geval vertrouwelijk als de kenniseigenaar aangegeven heeft dat die informatie gerubriceerd is of om een andere reden niet gepubliceerd kan worden.

Het kan zijn dat er andere redenen zijn om informatie niet te publiceren, bijvoorbeeld wanneer de combinatie van op zichzelf niet gerubriceerde delen informatie schade kunnen toebrengen aan het belang van de Staat. Alle informatie benodigd voor scenariobeschrijving en scenarioscore blijft zonder beperkingen voor het Analistennetwerk NV en voor de departementen (zo nodig onder voorwaarden) beschikbaar.

1. Het Analistennetwerk Nationale Veiligheid overlegt met vertegenwoordigers van de meest betrokken vakdepar-tementen en met de voorzitter en secretaris van de capaciteitenanalyse om te bepalen welke informatie uit de scenario’s en de Nationale Risicobeoordeling (NRB) gepubliceerd kan worden (en om te bepalen of de scenario’s en de risicobeoordeling voldoende kwaliteit hebben, bijvoorbeeld voor een capaciteitenanalyse).

2. Het Analistennetwerk levert, bij voorkeur voordat de capaciteitenanalyses beginnen, aan de Stuurgroep NV twee versies van de NRB op: één complete versie die beschikbaar is voor de capaciteitenanalyse en vertrou-welijk blijft en één publicatieversie waaruit alle informa-tie is weggelaten die niet gepubliceerd kan worden.

Page 23: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 23

3. Na instemming van de Stuurgroep NV en de minister-raad kan de publicatieversie openbaar gemaakt worden, bij voorkeur bij verzending van de voortgangs-brief aan de Tweede Kamer.

4. Wanneer het Analistennetwerk niet kan instemmen met de eisen aan de te publiceren tekst kan de Stuurgroep besluiten de resterende tekst onder eigen verantwoordelijkheid (en dus niet als tekst ‘van’ het Analistennetwerk) in de NRB te publiceren.

De resultaten van de capaciteitenanalyse worden opgenomen in de bevindingenrapportage die een bijlage is bij de voortgangsbrief nationale veiligheid. Informatie die voor de besluitvorming nodig is maar niet kan worden gepubliceerd wordt als zodanig gemarkeerd.

Regionaal risicoprofielDe methodiek voor nationale risicobeoordeling is overgenomen door de veiligheidsregio’s en is aangepast voor het regionaal risicoprofiel. De regionale methodiek is beschreven in de Handreiking regionaal risicoprofiel. Het regionaal risicoprofiel is de wettelijke basis voor het risicobeleid van de veiligheidsregio’s. Het profiel bestaat uit een inventarisatie en een analyse van de risico’s die voor de veiligheidsregio relevant zijn. Regionale risico’s kunnen algemeen landelijk van aard zijn, of specifiek zijn voor de regio en de aangrenzende gebieden. De risicoana-lyse is de basis voor het bestuur van de veiligheidsregio om de balans tussen risico’s en respons te beoordelen en de veiligheidsambities te bepalen. Het risicoprofiel vormt tevens een basis voor overleg met de gemeenten en strategische partners zoals politie, waterschappen, Rijksheren en provincie. Nationale veiligheidsrisico’s worden in de regionale risicoprofielen meegenomen voor zover deze de taakstel-ling van de veiligheidsregio raken. Daarvoor is een overzichtslijst opgesteld van de soorten risico’s die op regionaal niveau aan de orde kunnen zijn. De veiligheids-regio richt zich op risico’s binnen de eigen invloedssfeer. Veiligheidsregio’s kunnen geen risicobeleid voeren voor risico’s die niet in het risicoprofiel zijn opgenomen, of moeten zich beroepen op nieuwe inzichten.

De veiligheidsregio is verantwoordelijk voor het opstellen van het regionaal risicoprofiel, maar stelt het profiel op samen met de veiligheidspartners. Risico’s worden samen met de sectorverantwoordelijke partijen geanalyseerd en gepositioneerd, bijvoorbeeld overstromingsrisico’s samen met de betrokken waterschappen en districten van Rijkswaterstaat. Daarbij ligt de vraag voor of beleidsinten-sivering (capaciteitenanalyse) is aangewezen voor het risico in kwestie en wat de rolverdeling daarbij is. Het

antwoord is afhankelijk van de beleidsmatige, bestuurlijke en politieke opportuniteit. De veiligheidsregio is als verlengd lokaal bestuur ingesteld om taken uit te voeren namens en voor de gemeenten. Het risicoprofiel wordt derhalve besproken met alle deelnemende gemeenteraden. De raden moeten in het conceptrisicoprofiel kunnen zien welke risico’s voor hun gemeente van belang zijn. De raden kunnen het risicopro-fiel doen aanvullen met eigen onderkende risico’s en kunnen beleidsprioriteiten aangeven.

De systematiek voor het regionaal risicoprofiel is enigszins anders dan voor de nationale risicobeoordeling. In beide gevallen wordt een scenariobenadering aangehouden, maar opnationaal niveau wordt elk jaar een beperkt aantal scenario’s gekozen, terwijl de regio’s minimaal eens per vier jaren een overzicht op- en vaststellen van alle soorten veiligheidsrisico’s die tot een grote brand, ramp of crisis kunnen leiden. Voor het regionaal risicoprofiel worden de risico’s en de kwetsbaarheden geïnventariseerd waarvan het realistisch mogelijk of waarschijnlijk is dat die in de komende beleidsperiode tot uitdrukking komen. De inventarisatie is in belangrijke mate gebaseerd op de gegevens van de provinciale risicokaart. Veiligheidsregio’s hebben toegang tot het professionele deel van deze kaart, maar zijn afhankelijk van de gemeenten voor het aanleveren van de benodigde gegevens. Het regionaal risicoprofiel wordt vooral gebruikt voor beleidsontwikkeling. De provinciale risicokaart heeft met name risicocommunicatie met de burgers tot doel.De Handreiking regionaal risicoprofiel biedt de veiligheids-regio’s een uniforme methodiek om een risicoprofiel op te stellen. Dit voorkomt dubbel werk en bevordert de onderlinge vergelijkbaarheid van de regioprofielen. De aansluiting op de nationale methode borgt een consisten-te beoordeling en biedt daarnaast de mogelijkheid voor een samenhangend veiligheidsbeleid van rijk en regio’s. De eerste editie van de handreiking dateert van 2009, maar het is een dynamisch instrument waar in het platform regionaal risicoprofiel continu aan wordt geschaafd.

Page 24: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

24 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie24 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 3: Verdieping

3Verdieping

Page 25: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 25

Stuurgroep en Interdepartementale Werkgroep Nationale Veiligheid

De Stuurgroep Nationale Veiligheid (SNV) is het besluitvormende overleg van dg’s van de betrokken vakdepartementen. Het overleg wordt voorbereid in de Interdepartementale Werkgroep Nationale Veiligheid (IWNV). Beide overleggen worden voorbereid en voorgezeten door VenJ/NCTV. Formeel is de SNV verder voorportaal voor besluitvorming richting Raad voor de Veiligheid en Ministerraad.

Wanneer in het proces komt deze functie in beeld?De IWNV en de SNV hebben een rol tijdens het gehele proces van de Strategie Nationale Veiligheid.

Wat is de algemene opdracht van deze functie?De SNV kiest als opdrachtgever van het Analistennetwerk Nationale Veiligheid de in scenario’s uit te werken ’thema’s voor de Nationale Risicobeoordeling, beslist over de planning van een cyclus, en accepteert de producten van het Analistennetwerk NV. De SNV is daarna ook opdracht-gever van de capaciteitenanalyse en beslist over acceptatie van eindproducten, over verzending van de voortgangs-brief NV aan de Tweede Kamer en over publicatie van de achterliggende producten.

Welke input heeft deze functie nodig?De SNV (en de IWNV als voorportaal) krijgen input vanuit de eigen departementen, andere partijen en het Analistennetwerk NV voor keuze van te ontwikkelen scenario’s. De producten van het Analistennetwerk NV (scenario en scoring, kortom de Nationale Risico-beoordeling (NRB)) moeten door de SNV als opdracht-gever geaccepteerd worden en vormen de start voor de capaciteitenanalyse. De SNV moet als voorportaal uiteindelijk de capaciteitenanalyse, de bevindingenrappor-tage (een ambtelijk advies over te versterken capaciteiten, op basis van de uitkomsten van de cyclus van scenario’s, scoring en capaciteitenanalyses) en de concept voort-gangsbrief NV aan de Tweede Kamer goedkeuren en doorgeleiden naar de Raad voor de Veiligheid en de Ministerraad.

Wat levert deze functie op?Formele instemming vanuit de departementen met de producten van de Strategie Nationale Veiligheid (zowel door het Analistennetwerk NV als door de departementen zelf) en met uitvoering van de in de strategie geïdentifi-ceerde prioriteiten.

Met wie werkt deze functie samen?IWNV/SNV werken (deels op dagelijkse basis via VenJ/NCTV) nauw samen met het Analistennetwerk NV en met de capaciteitenwerkgroepen en de kopgroep. Daarnaast zijn de IWNV/SNV-leden de vertegenwoordigers namens hun departement.

Voor wie is de output bedoeld?De uitkomst van bespreking in de IWNV is bedoeld voor besluitvorming in de SNV of voor uitvoering door de departementen. De uitkomst van de bespreking in de SNV is voor besluitvorming in de Raad voor de Veiligheid of de Ministerraad of voor uitvoering door de departementen.

Wat moet ik lezen?Leeswijzer; Algemene inleiding; Keuzeproces scenario’s; Scenario-ontwikkeling; De nationale risicobeoordeling; Capaciteitenanalyse en agendering; Besluitvorming en implementatie; Vertrouwelijkheid.

Page 26: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

26 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Analistennetwerk Nationale Veiligheid

Het Analistennetwerk Nationale Veiligheid (ANV) is een breed netwerk van gerenommeerde instituten en organisaties. Tot de vaste Taakgroep van het ANV behoren het RIVM, Erasmus Universiteit Rotterdam, de AIVD, TNO, het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie-centrum (WODC) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Instituut Clingendael. Om deze taakgroep zit een schil van een groot aantal kennisinstellingen, bureaus, bedrijven en overheidsdiensten, die desgevraagd de benodigde expertise ter beschikking stellen.

Wanneer in het proces komt deze functie in beeld?Bij de themakeuze voor elke nieuwe cyclus adviseert het ANV de Stuurgroep Nationale Veiligheid (SNV) en Interdepartementale Werkgroep Nationale Veiligheid (IWNV). Het Analistennetwerk NV is inhoudelijk verant-woordelijk voor de scenario’s en scoring hiervan voor de NRB.

Wat is de algemene opdracht van deze functie?Het Analistennetwerk NV heeft als voornaamste taak om voor geselecteerde thema’s scenario’s uit te werken en de Nationale Risicobeoordeling (NRB) op te leveren. Het Analistennetwerk NV is in staat om kennis op veel en uiteenlopende terreinen te mobiliseren

Om de NRB te kunnen ontwikkelen is het Analistennetwerk NV verantwoordelijk voor het ontwik-kelen van de scenario’s binnen de door de SNV gestelde kaders en thema’s. Het Analistennetwerk NV verzorgt ook de scoring op impact en waarschijnlijkheid van de opgestelde scenario’s. Daarnaast adviseert het Analistennetwerk NV de Stuurgroep NV en IWNV over de themakeuze aan het begin van een nieuwe cyclus.

Welke input heeft deze functie nodig?Voor het ontwikkelen en scoren van de scenario’s worden er door de departementen kaders gesteld. Het Analistennetwerk NV heeft de juiste expertise nodig om de scenario’s vervolgens te ontwikkelen en te scoren.

Wat levert deze functie op?Scenario’s, beoordeling van de scenario’s, het risicodiagram.

Met wie werkt deze functie samen?Binnen het ANV werken verschillende rollen samen:• Algemeen Secretaris ANV• Taakgroeplid• Projectleider Scenario• Expert bij de scenarioontwikkeling• Werkgroepcoördinator • Expert bij de scenarioscoring

Voor wie is de output bedoeld?De scenario’s en scoring is de input voor de capaciteiten-analyses. Daarvoor wordt er in de bevindingenrapportage verslag gedaan van de uitkomsten aan de IWNV, Stuurgroep NV, MR en uiteindelijk aan de Tweede Kamer.

Wat moet ik lezen?Leeswijzer; Algemene inleiding; Keuzeproces scenario’s; Scenario-ontwikkeling; De nationale risicobeoordeling; Capaciteitenanalyse en agendering; Besluitvorming en implementatie; Vertrouwelijkheid; Stuurgroep en Interdepartementale werkgroep nationale veiligheid.

Page 27: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 27

Taakgroeplid Analistennetwerk Nationale Veiligheid

Wanneer in het proces komt deze functie in beeld?De Taakgroep is actief tijdens het uitvoeren van de NRB.

Wat is de algemene opdracht van deze functie?• Advies uitbrengen aan de Stuurgroep over nieuwe

thema’s of herijking van bestaande thema’s (jaarlijks)• Adviseren over onderhoud en ontwikkeling van de NRB

methodiek• Inhoudelijk verantwoordelijk voor de vastgestelde

thema’s• Voorstel doen voor het aantal scenario’s en de opzet

van de scenario’s op hoofdlijnen• projectplan NRB opstellen (jaarlijks) en projectleider

leveren (thema-afhankelijk)• Leveren en betrekken van benodigde expertise• Vaststellen van de jaarlijkse NRB• Het opstellen en monitoren van een projectplan per

NRB-cyclus.• Het voldoen aan ad-hoc verzoeken van de Stuurgroep

voor scenario’s buiten de reguliere planningscyclus om.

Welke input heeft deze functie nodig?De Taakgroep maakt gebruik van de besluiten vanuit de Stuurgroep en de randvoorwaarden per thema van de departementen. Daarna gaan ze aan slag met de themati-sche projectplannen en de gescoorde scenario’s..

Wat levert deze functie op?De Taakgroep zorgt voor de jaarlijkse NRB. Door de voortdurende betrokkenheid van de Taakgroep bij elke cyclus, is de Taakgroep in staat de kwaliteit en continuïteit te waarborgen.

Met wie werkt deze functie samen?Algemeen secretaris, projectleiders, externe deskundigen, (leden) methodiekgroep NRBVoor wie is de output bedoeld?IWNV en Stuurgroep

Wat moet ik lezen?Leeswijzer; Algemene inleiding; Keuzeproces scenario’s; Scenario-ontwikkeling; De nationale risicobeoordeling; Capaciteitenanalyse en agendering; Besluitvorming en implementatie; Vertrouwelijkheid; Stuurgroep en Interdepartementale werkgroep nationale veiligheid; Analistennetwerk Nationale Veiligheid; Eisen aan een scenario; Het toekennen van impactscores; Het begrip risico.

Page 28: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

28 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Algemeen Secretaris Analistennetwerk Nationale Veiligheid

Wanneer in het proces komt deze functie in beeld?De Algemeen Secretaris van het Analistennetwerk NV is betrokken bij het gehele proces van de NRB.

Wat is de algemene opdracht van deze functie?Verantwoordelijk voor de coördinatie van het productie-proces van de NRB en aanspreekpunt voor de opdrachtgever. Specifiek betekent dit:• Het aansturen, coördineren en begeleiden van het

productieproces. • Het fungeren als aanspreekpunt voor de IWNV en

Stuurgroep NV (via het ministerie van Veiligheid en Justitie) voor het productieproces en de tijdige levering van de NRB en overige producten

• Het beheren van de financiën. • Het onderhouden van contact met alle organisaties in

het netwerk• Het voorzitten van de vergaderingen van de Taakgroep

NRBHet vertegenwoordigen van het Analistennetwerk NV in de werkgroep Methodiek Nationale Veiligheid.en het doen van suggesties voor verbetering/aanpassing van de methodiek van de NRB

Wat levert deze functie op?Jaarlijkse NRB in samenwerking met alle partijen. Borging, netwerk en een goedlopend proces.

Met wie werkt deze functie samen?Opdrachtgevers, Taakgroepleden, Projectleiders, Werkgroepcoordinatoren, (leden) methodiekgroep NRB.

Voor wie is de output bedoeld?Opdrachtgever, IWNV, Stuurgroep Nationele Veiligheid.

Wat moet ik lezen?Eigenlijk de hele leidraad.

Page 29: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 29

Projectleider scenario

Wanneer in het proces komt deze functie in beeld?De projectleider van de scenariowerkgroep begint na het vaststellen van de thema’s door de stuurgroep met het schrijven van het scenario. De projectleider wordt aangesteld binnen het Analistennetwerk NV.

Wat is de algemene opdracht van deze functie?De projectleider heeft de volgende taken:• Opstellen van een projectplan, in afstemming met de

betrokken departementen• Het ontwikkelen van één of meer scenario (s), en

selecteren/betrekken van de juiste expertise• Het samenstellen van een schrijfwerkgroep en een

beoordelingswerkgroep• Het schrijven van het scenario en het verwerken van het

commentaar op de scenario’s (oa vanuit de taakgroep)• Resultaten van de scores beschrijven inclusief motivatie

en toelichting.

Welke input heeft deze functie nodig?Voordat de scenariowerkgroep aan het werk kan, dienen de randvoorwaarden voor de scenario’s per thema door de departementen (in IWNV/SNV) gesteld te worden.

Wat levert deze functie op?Een of meer uitgewerkte scenario(s), gescoord op impact en waarschijnlijkheid.

Met wie werkt deze functie samen?Experts, werkgroepcoördinator, algemeen secretaris van het Analistennetwerk NV.

Voor wie is de output bedoeld?De algemeen secretaris bundelt alle scenario’s, zodat deze gebruikt kunnen worden voor de capaciteitenanalyse.

Wat moet ik lezen?Leeswijzer; Algemene inleiding; Keuzeproces scenario’s; Scenario-ontwikkeling; De nationale risicobeoordeling; Vertrouwelijkheid; Analistennetwerk Nationale Veiligheid; Algemeen secretaris ANV; Werkgroepcoördinator ANV; Eisen aan een scenario; Scenario-ontwikkeling en waarschijnlijkheid; Het toekennen van impactscores; De impactcriteria; Handleiding waarschijnlijkheidsbeoorde-ling; Format scenariobeschrijving; Het gebruik van expertmeningen

Page 30: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

30 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Werkgroepcoördinator Analistennetwerk Nationale Veiligheid

Wanneer in het proces komt deze functie in beeld?Na de themavaststelling door de taakgroep

Wat is de algemene opdracht van deze functie?De werkgroepcoördinator ondersteunt de projectleider bij de productie en beoordeling van een scenario. Hiertoe legt hij/zij contacten met experts voor deelname in de werkgroep. Daarnaast houdt de coördinator zich ook bezig met:

• Organiseren, voorbereiden en verslagleggen van de bijeenkomsten van de werkgroepen, zowel voor het opstellen als het beoordelen (scoren) van het scenario.

• Leveren van assistentie bij het schrijven van het scenario en verwerking van de scores van de beoordeling.

• Vastleggen van informatie, stukken en rapportages.• Leveren van overige ondersteuning aan de projectleider• Rapporteren van ondervonden problemen bij scenario-

ontwikkeling en beoordeling aan de Algemeen Secretaris.

Welke input heeft deze functie nodig?Toewijzing van een thema met motivatie en bijbehorend verantwoordelijk Taakgroeplid

Wat levert deze functie op?De werkgroepcoördinator levert een (of meerdere) gescoorde scenario(‘s) op.

Met wie werkt deze functie samen?Projectleider scenario, Algemeen Secretaris, facilitator vanuit methodiekwerkgroep en de experts bij de scoring van de scenario’s.

Voor wie is de output bedoeld?Opdrachtgever (via de algemeen secretaris)

Wat moet ik lezen?Leeswijzer; Algemene inleiding; Keuzeproces scenario’s; Scenario-ontwikkeling; De nationale risicobeoordeling; Vertrouwelijkheid; Analistennetwerk Nationale Veiligheid; Algemeen secretaris ANV; Projectleider scenario; Eisen aan een scenario; Scenario-ontwikkeling en waarschijnlijkheid; Het toekennen van impactscores; De impactcriteria; Handleiding waarschijnlijkheidsbeoordeling; Format scenariobeschrijving; Het gebruik van expertmeningen

Page 31: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 31

Expert bij het opstellen van de scenario´s

Wanneer in het proces komt deze functie in beeld?

Nadat de Stuurgroep NV de thema´s heeft bepaald, worden er door het Analistennetwerk Nationale Veiligheid experts samengebracht die per thema een scenario schrijven.

Wat is de algemene opdracht van deze functie?Het leveren van inhoudelijke kennis en expertise op een specifiek thema waar een scenario over geschreven dient te worden. De expert kan deelnemen vanuit een bepaalde organisatie, of op persoonlijke titel. Waar een expert op persoonlijke titel spreekt, dient dit te worden aangegeven.

Welke input heeft deze functie nodig?• De eisen die gesteld worden aan de scenario’s.• De randvoorwaarden die door de betrokken departe-

menten zijn gesteld rond het specifieke thema.• Inhoudelijke kennis over het thema.• Informatie over de werkwijze van de NRB, en in het

bijzonder de betekenis van de impactcriteria.

Wat levert deze functie op?Samen met de andere experts binnen de scenariowerk-groep levert de expert een scenario af dat gescoord kan worden op impact en waarschijnlijkheid. Het scenario met de scoring vormen de basis van de NRB, die weer ten grondslag ligt aan de daaropvolgende capaciteitenanalyses.

Met wie werkt deze functie samen?ProjectleiderWerkgroepcoördinatorAndere experts

Voor wie is de output bedoeld?Het scenario wordt door andere experts gebruikt om te scoren op impact en waarschijnlijkheid.

Wat moet ik lezen?Leeswijzer; Algemene inleiding; Scenario-ontwikkeling; De nationale risicobeoordeling; Vertrouwelijkheid; Projectleider scenario; Eisen aan een scenario

Page 32: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

32 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Expert bij de scenariobeoordeling

Wanneer in het proces komt deze functie in beeld?De scenarioscoringsexpert kan van start als de scenario-werkgroep het scenario heeft geschreven.

Wat is de algemene opdracht van deze functie?Het leveren van inhoudelijke kennis en expertise op het thema van het betreffende scenario. Waar mogelijk dient de expert zijn of haar meningen/uitlatingen te onderbou-wen. Het scenario dient gescoord te worden op impact en waarschijnlijkheid volgens de daarvoor vastgestelde methodiek van de Nationale Risisicobeoordeling. De expert kan deelnemen vanuit een bepaalde organisa-tie, of op persoonlijke titel. Waar een expert op persoon-lijke titel spreekt, dient dit te worden aangegeven.

Welke input heeft deze functie nodig?• Het scenario en de bijbehorende scoring (door het ANV

via de voorzitter en/of secretaris).• Informatie over de achtergrond en de scoring van het

scenario (bij voorkeur door de trekker van de scenariowerkgroep).

• Algemene informatie over de Strategie Nationale Veiligheid (door de secretaris en eventueel de voorzitter).

• Informatie over de werkwijze bij het beoordelen van scenario’s en de verwachte output (door de secretaris en eventueel de voorzitter).

• Informatie over de rol van experts bij de NRB (door de secretaris en eventueel de voorzitter.

Wat levert deze functie op?Samen met de andere experts, de secretaris en de voorzitter, levert de expert de Nationale Risicobeoordeling op. Dit doet de expert door deel te nemen aan de expertbijeenkomsten en eventueel via individuele interviews of mailcontact. Tijdens discussie brengt de expert zijn of haar expertise naar voren en maakt de expert het, samen met de andere experts, mogelijk om te komen tot een overzicht van te versterken capaciteiten en een diepgaandere uitwerking van de capaciteiten die met de hoogste prioriteit dienen te worden versterkt.

Met wie werkt deze functie samen?ProjectleiderWerkgroepcoördinatorExperts

Voor wie is de output bedoeld?VoorzitterSecretarisKopgroepInterdepartementale werk- en stuurgroepen (bijvoorbeeld; IWNV, SNV, IOCB, GCT)Departement dat verantwoordelijk is voor de beleidsop-volging naar aanleiding van de capaciteitenanalyseHet Kabinet

Wat moet ik lezen?Leeswijzer; Algemene inleiding; Scenario-ontwikkeling; De nationale risicobeoordeling; Vertrouwelijkheid; Projectleider scenario; Vitale producten en diensten; Het toekennen van impactscores; De impactcriteria; Handleiding waarschijnlijkheidsbeoordeling;

Page 33: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 33

Voorzitter capaciteitenanalyse

Wanneer in het proces komt deze functie in beeld?De voorzitter wordt vanaf het opstellen van het scenario door de scenariowerkgroep betrokken bij schrijven van het scenario en de uiteindelijke scoring. De voorzitter wordt betrokken als toehoorder.

Wat is de algemene opdracht van deze functie? De voorzitter is altijd afkomstig uit het beleidsverantwoor-delijke departement of organisatieonderdeel. Daarmee fungeert de voorzitter als coördinator en eindverantwoor-delijke voor de capaciteitenanalyse.Meer specifiek zijn de taken van de voorzitter:• Samenstellen expertgroep• Organiseren van expertbijeenkomst (samen met de

secretaris)• Voorzitten van expertbijeenkomsten• Schrijven van de eindrapportage (samen met de

secretaris)• Indien nodig, toelichting van de eindrapportage aan de

kopgroep (samen met de secretaris).

Welke input heeft deze functie nodig?• NRB• scenariowerkgroep (scenario en scoring en relevante

achtergrondinformatie)• Secretaris (praktische en methodische ondersteuning bij

expertbijeenkomsten en schrijven van de eindrapportage)

• Experts (inhoudelijk)• Kopgroep (inhoudelijk, procedureel en politiek

Wat levert deze functie op?De voorzitter is eindverantwoordelijk voor het opleveren van de capaciteitenanalyse.Met andere woorden; De eindrapportage en het advies aan de kopgroep over de generieke en specifieke capaci-teiten die met prioriteit moeten worden opgepakt.De voorzitter vervult tevens een rol bij de overgang van capaciteitenanalyse naar daadwerkelijke beleidsopvolging. Deze rol is meer informeel en richt zich op het aanjagen en faciliteren (met achtergrondinformatie) van de beleidsopvolging.

Met wie werkt deze functie samen?NRB-scenariowerkgroepSecretarisExpertsKopgroepEigen departement of organisatieonderdeel

Voor wie is de output bedoeld?KopgroepInterdepartementale werk- en stuurgroepen (bijvoorbeeld; IWNV, SNV, IOCB, GCT)Departement dat verantwoordelijk is voor de beleidsop-volging naar aanleiding van de capaciteitenanalyseDe minister van VenJHet Kabinet

Wat moet ik lezen?Leeswijzer; Algemene inleiding; Scenario-ontwikkeling; De nationale risicobeoordeling; Capaciteitenanalyse en agendering; Besluitvorming en implementatie; Vertrouwelijkheid; Stuurgroep Nationale Veiligheid en IWNV; Analistennetwerk Nationale Veiligheid; Secretaris Capaciteitenanalyse; Expert bij de Capaciteitenanalyse; Het begrip risico; Het risicodiagram; Het risicodiagram lezen; Stappen in de Capaciteitenanalyse; Het gebruik van expertmeningen; Protocol werkwijze Capaciteitenanalyse; Capaciteitenlijst; Invulformat uitwerking geprioriteerde capaciteiten; Eindrapportage Capaciteitenanalyse.

Page 34: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

34 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Secretaris bij Capaciteitenanalyse

Wanneer in het proces komt deze functie in beeld?

De rol van de secretaris komt eerder in beeld dan alleen bij de capaciteitenanalyse. De secretaris is vanaf de agendering van een thema in beeld. Hij/zij helpt het Analistennetwerk NV aan contactpersonen die vanuit de departementen bij de verkennende gesprekken met het Analistennetwerk aanwezig moeten zijn. Hij/zij is zelf ook aanwezig bij deze gesprekken om indien gewenst uitleg te geven over de methodiek nationale veiligheid. De secretaris is verder als toehoorder aanwezig bij de scenariobijeenkomsten die het analistennetwerk organiseert. Doel is om vertrouwd te raken met het onderwerp.

Wat is de algemene opdracht van deze functie?De secretaris faciliteert de voorzitter bij de capaciteiten-analyse. Hij/zij is verantwoordelijk voor het (in samen-spraak met de voorzitter) uitnodigen van de juiste experts; het tijdig organiseren van inspirerende bijeenkomsten; bekendheid van de deelnemers met de methodiek nationale veiligheid; verslaglegging van de bijeenkomsten; ondersteunen van de voorzitter bij het opstellen van de eindrapportage en aanleveren en (samen met voorzitter) toelichten van deze rapportage bij de kopgroep. Ook helpt hij/zij (samen met de voorzitter) bij concretisering van de agendering die de kopgroep maakt.

Welke input heeft deze functie nodig?Het NRB scenario en bijbehorende scores; het netwerk van de voorzitter tbv de uitnodigingen en eventueel vaklitera-tuur/rapportages/kamerstukken/mediaberichten etc. om inzicht te krijgen in het onderwerp.

Wat levert deze functie op?Inzicht in de weerbaarheid tegen de geanalyseerde dreiging en een voorstel wat nog kan worden verbeterd (zowel preventie als respons).

Met wie werkt deze functie samen?In de NRB fase wordt samengewerkt met het analisten-netwerk. In de capaciteitenanalyse wordt samengewerkt met alle relevante partners die kunnen helpen om inzicht te krijgen in de weerbaarheid tegen de te analyseren dreiging. Het gaat dan om vertegenwoordigers van zowel overheid, bedrijfsleven als wetenschap.

Voor wie is de output bedoeld?De output is bedoeld voor de kopgroep nationale veiligheid. De eindrapportage van de werkgroep wordt aangeleverd bij de kopgroep. De kopgroep maakt een overall analyse van de door de verschillende werkgroepen opgeleverde rapportages en maakt een voorstel voor agendering van te verbeteren capaciteiten. Delen van de eindrapportages van de werkgroepen en de overallanalyse en het voorstel voor agendering van de kopgroep worden verwerkt in de bevindingenrapportage Nationale Veiligheid en de voortgangsbrief aan de Tweede Kamer.

Wat moet ik lezen?Leeswijzer; Algemene inleiding; Scenario-ontwikkeling; De nationale risicobeoordeling; Capaciteitenanalyse en agendering; Besluitvorming en implementatie; Vertrouwelijkheid; Stuurgroep Nationale Veiligheid en IWNV; Analistennetwerk Nationale Veiligheid; Voorzitter Capaciteitenanalyse; Expert bij de capaciteitenanalyse; Het begrip risico; Het risicodiagram; Het risicodiagram lezen; Stappen in de Capaciteitenanalyse; Het gebruik van expertmeningen; Protocol werkwijze Capaciteitenanalyse; Capaciteitenlijst; Invulformat uitwerking geprioriteerde capaciteiten; Eindrapportage Capaciteitenanalyse.

Page 35: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 35

Expert bij de capaciteitenanalyse

Wanneer in het proces komt deze functie in beeld?Vanaf het begin van de capaciteitenanalyse. De capacitei-tenanalyse start met het samenstellen van een expert-groep door de voorzitter en de secretaris van de capaciteitenanalyse.

Wat is de algemene opdracht van deze functie?Het leveren van inhoudelijke kennis en expertise op het thema van de betreffende capaciteitenanalyse. Waar mogelijk dient de expert zijn of haar meningen/uitlatingen te onderbouwen. De expert kan deelnemen aan de capaciteitenanalyse vanuit een bepaalde organisatie, of op persoonlijke titel. Waar een expert op persoonlijke titel spreekt, dient dit te worden aangegeven.

Welke input heeft deze functie nodig?• Informatie over de achtergrond en de scoring van het

scenario (bij voorkeur door de trekker van de scenariowerkgroep).

• Het scenario en de bijbehorende scoring (door het ANV via de voorzitter en/of secretaris).

• Algemene informatie over de Strategie Nationale Veiligheid (door de secretaris en eventueel de voorzitter).

• Informatie over de werkwijze van de capaciteitenana-lyse en de verwachte output (door de secretaris en eventueel de voorzitter).

• Informatie over de rol van experts bij de capaciteiten-analyse (door de secretaris en eventueel de voorzitter

Wat levert deze functie op?Samen met de andere experts, de secretaris en de voorzitter, levert de expert de eindrapportage van de capaciteitenanalyse (mede) op. Dit doet de expert door deel te nemen aan de expertbijeenkomsten en eventueel via individuele interviews of mailcontact. Tijdens discussie brengt de expert zijn of haar expertise naar voren en maakt de expert het, samen met de andere experts, mogelijk om te komen tot een overzicht van te versterken capaciteiten en een diepgaandere uitwerking van de capaciteiten die met de hoogste prioriteit dienen te worden versterkt.

Met wie werkt deze functie samen?VoorzitterSecretarisExperts

Voor wie is de output bedoeld?VoorzitterSecretarisKopgroepInterdepartementale werk- en stuurgroepen (bijvoorbeeld; IWNV, SNV, IOCB, GCT)Departement dat verantwoordelijk is voor de beleidsop-volging naar aanleiding van de capaciteitenanalyseHet Kabinet

Wat moet ik lezen?Leeswijzer; Algemene inleiding; Capaciteitenanalyse en agendering; Besluitvorming en implementatie; Vertrouwelijkheid; Stappen in de Capaciteitenanalyse.

Page 36: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

36 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Facilitator

Wanneer in het proces komt deze functie in beeld?De facilitator komt in beeld bij de verschillende onderdelen van de Strategie Nationale Veiligheid.Hij/zij ondersteunt de voorzitter/secretaris van de werkgroep bij het opstellen van de agenda en bij het bepalen van de aanpak. Tijdens de werkbijeenkomsten is de facilitator verantwoordelijk voor het toelichten en op de juiste wijze toepassen van de methodiek.

Wat is de algemene opdracht van deze functie?Het bevorderen van de kwaliteit en standaardisatie van de processen bij de scenariobeeordeling en de capaciteiten-analyse. Daarnaast adviseert de facilitator bij de scenario-ontwikkeling, zodat het scenario geschikt is om te beoordelen.

Welke input heeft deze functie nodig?Inzicht in de scenariobeschrijving en de scenario scores, inclusief de bijbehorende motivering. Kennis van het stappenplan voor de capaciteitenanalyse en de capacitei-tenlijst. Voor het schrijven van scenario’s dient de facilitator voldoende kennis te hebben van de eisen die aan een scenario gesteld worden. Voor het NRB-proces is de wijze van scoring op impact en waarschijnlijkheid van belang.

Wat levert deze functie op?Verhoging van de kwaliteit van de capaciteitenanalyse en de NRB en een betere vergelijkbaarheid van de resultaten van de capaciteitenanalyse en de NRB tussen de verschil-lende werkgroepen (scenario’s). Daarnaast zorgt de facilitator voor ondersteuning bij de NRB op de technische onderdelen.

Met wie werkt deze functie samen?Met het Analistennetwerk NV en de voorzitter en secreta-ris van de werkgroepen voor de capaciteitenanalyse.

Voor wie is de output bedoeld?De leden van de werkgroepen.

Wat moet ik lezen? De hele leidraad.

Page 37: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 37

Kopgroep NV

Wanneer in het proces komt deze functie in beeld?Aan het einde van de capaciteitenanalyse.

Wat is de algemene opdracht van deze functie?De kopgroep wordt samengesteld uit enkele leden van de Interdepartementale Werkgroep Nationale Veiligheid (IWNV). De departementen die vertegenwoordigd worden door deze leden zijn het meest betrokken bij de Nationale Veiligheid. Het secretariaat ligt bij VenJ. De kopgroep beziet de verschillende capaciteitenanalyses in samen-hang, doet een voorstel voor prioritering van te versterken capaciteiten (waaronder capaciteiten die voor meerdere scenario’s relevant zijn), schrijft de bevindingenrapportage en de voortgangsbrief NV en begeleidt het proces richting Tweede Kamer.

Welke input heeft deze functie nodig?De Kopgroep maakt gebruik van de capaciteitenanalyses en de achterliggende NRB. Tevens bezit de Kopgroep het overzicht vanwege de aanwezigheid kennis van de voortgangsbrieven van voorgaande jaren (ten behoeve van de consistentie door de jaren heen).

Wat levert deze functie op?De Kopgroep zorgt voor de bevindingenrapportage en de voortgangsbrief NV. Daarnaast zorgt de Kopgroep voor een goed proces naar IWNV, SNV, Ministerraad en Tweede Kamer.

Met wie werkt deze functie samen?De Kopgroep is de verbinding tussen de trekkers en secretarissen van de capaciteitenanalyses en de IWNV. Met de trekkers en secretarissen van de capaciteitenanalyses gaat de kopgroep in gesprek om witte vlekken en eventuele onduidelijkheden in de capaciteitenanalyses te identificeren. Met de IWNV gaat de kopgroep in gesprek over de inhoud van de bevindingenrapportage en de voortgangsbrief.

Voor wie is de output bedoeld?Via de Stuurgroep Nationale Veiligheid en de Ministerraad komt de output van de Kopgroep bij de Tweede Kamer..

Wat moet ik lezen?Leeswijzer; Algemene inleiding; Keuzeproces scenario’s; Scenario-ontwikkeling; De nationale risicobeoordeling; Capaciteitenanalyse en agendering; Besluitvorming en implementatie; Vertrouwelijkheid; Stuurgroep Nationale Veiligheid en IWNV; Het risicodiagram; Het risicodiagram lezen.

Page 38: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

38 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Tijdshorizon

Uitgangspunt bij het ontwikkelen en beoordelen van een scenario vormt de tijdshorizon van 5 jaren. De betekenis van de tijdshorizon van 5 jaren verschilt voor incident-scenario’s en processcenario’s.

Incidentscenario’sIncidentscenario’s worden beoordeeld op een termijn van 5 jaar. Dat kan vanaf nu tot over 5 jaar zijn, maar ook de periode tussen 15 en 20 jaar vanaf nu. Beoordelingen voor de verder gelegen toekomst zijn met name zinvol als er sprake is van trends (bijvoorbeeld de zeespiegelstijging) of als er aanwijzingen zijn dat investeringen op de benodigde capaciteiten veel tijd kost.

De impact van een incidentscenario wordt primair bepaald door de kenmerken van het incident en de indicatoren die van toepassing zijn voor een specifiek impactcriterium. Ingeval de tijdsduur van invloed is op de omvang van een impactcriterium en niet is gedefinieerd door de gehan-teerde indicatoren dan wordt de omvang geschat over een periode van maximaal 5 jaar.Voorbeeld: de financiële gevolgen van een calamiteit door markt/productieverliezen wordt geschat voor een periode van maximaal 5 jaar.

De waarschijnlijkheid wordt bepaald door: wat is de kans dat het scenario optreedt gedurende de gekozen 5 jaar?

Processcenario’sProcesscenario’s worden gekenmerkt door de verwachting dat de impact en/of waarschijnlijkheid toeneemt in de tijd. De beschouwde tijdshorizon kan om deze reden verschillend zijn: de komende 5 jaren (0-5 jaar), maar ook de periode tussen 10 en 15 jaar, of tussen 20 en 25 jaar.

Voor een processcenario geldt dat de omvang van een aantal impactcriteria zal toenemen gedurende de tijd. De omvang van de impact wordt geschat op basis van de verwachte toename over de beschouwde tijdsperiode van 5 jaren. Voor processcenario’s zullen veelal meerdere tijdsperioden beoordeeld worden.

De waarschijnlijkheid wordt bepaald door: wat is de kans dat het scenario optreedt gedurende een periode van 5 jaren die aanvangt op dit moment, over 10 jaren, over 20 jaren, De risicobeoordeling van processcenario’s op een langere termijn kan nuttig en noodzakelijk zijn, omdat het ontwikkelen van de benodigde capaciteiten (veel) tijd vergt en reeds nu in gang moet worden gezet.

Page 39: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 39

Vitale producten en diensten bij het scoren

De vitale infrastructuur, vitale sectoren en hun vitale producten en diensten verdienen expliciete aandacht. Vandaar dat zowel bij de uitwerking van scenario’s als bij de scoring van de impact naar vitale producten en diensten wordt gekeken.

Voor een correcte score en onderbouwing van de impact, is het van belang te beoordelen of vitale infrastructuur wordt aangetast en op welke schaal dit gebeurt. Dit is vooral relevant bij het bepalen van de economische schade/kosten en bij de impact op het dagelijkse leven. In onderstaande tabel dient aangegeven te worden welke van de daarin genoemde vitale producten/diensten in het scenario worden aangetast. Met “aangetast” wordt bedoeld: gehele of zodanig gedeeltelijke uitval dat dit merkbare negatieve gevolgen heeft voor de dienstverle-ning en dus voor het functioneren van (delen van) de maatschappij.Het gaat hier niet om een scoring; het gaat slechts om het principe van uitvallen. Dat kan een 1e orde effect van het scenario zijn, maar ook een 2e orde. Voorwaarde bij het aanvinken in de tabel is dat de uitval plaatsvindt in een automatische oorzaak-gevolg keten en dat er een directe relatie is met de oorzaak. Aangenomen wordt dat vanaf 3e orde die directe relatie niet meer zo duidelijk is.

Voorbeeld:• Uitval van een elektriciteitscentrale (1e orde effect van

een incident) leidt wegens de stroomuitval haast automatisch ook tot uitval van andere vitale producten en diensten (2e orde effect). Dit leidt tot aanvinken van ook die andere vitale producten en diensten in de tabel. Uitval van die andere producten en diensten zou ook gevolgen kunnen hebben voor weer andere vitale producten en diensten (3e orde); deze worden echter niet meer aangevinkt.

De tabel wordt gebruikt bij de scoring op de eigenlijke impactcriteria. De gedachte daarbij is dat de impactcriteria alle gevolgen afdekken die kunnen ontstaan door uitval van vitale producten en diensten; de tabel met vitale producten en diensten (zie hieronder) wordt daartoe als een checklist gebruikt.

Page 40: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

40 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Sector Product of dienst

1) Energie 1. elektriciteit2. aardgas3. olie

2) Telecommunicatie/ICT 4. vaste telecommunicatie-voorziening5. mobiele telecommunicatie-voorziening6. radiocommunicatie en navigatie7. omroep (crisiscommunicatie)8. internettoegang

3) Drinkwater 9. drinkwatervoorziening

4) Voedsel 10. voedselvoorziening/ -veiligheid

5) Gezondheid 11. spoedeisende zorg/ overige ziekenhuiszorg12. geneesmiddelen13. sera en vaccins14. nucleaire geneeskunde

6) Financieel 15. betalingsdiensten/ betalingstructuur16. financiële overdracht overheid

7) Keren en Beherenoppervlaktewater

17. beheren waterkwaliteit18. keren en beheren waterkwantiteit

8) Openbare Ordeen Veiligheid

19. handhaving openbare orde20. handhaving openbare veiligheid

9) Rechtsorde 21. rechtspleging en detentie22. rechtshandhaving

10) Openbaar bestuur 23. diplomatieke communicatie24. informatieverstrekking overheid25. krijgsmacht26. besluitvorming openbaar bestuur

11) Transport 27. mainport Schiphol28. mainport Rotterdam29. hoofdwegen- en hoofdvaarwegennet(Rijksinfrastructuur)30. spoorsysteem

12) Chemische en Nucleaire industrie 31. vervoer, opslag en productie/verwerking van chemische en nucleaire stoffen

Page 41: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 41

Eisen aan een scenario

Na de themakeuze door de Stuurgroep Nationale Veiligheid volgt de scenario-ontwikkeling. Niet ieder scenario is echter geschikt voor gebruik in de Strategie Nationale Veiligheid. Hierna wordt allereerst ingegaan op de eisen die aan een scenario worden gesteld om relevant te zijn voor de nationale veiligheid. Daarna wordt ingegaan op eisen die aan een scenario worden gesteld ten aanzien van de bruikbaarheid en worden overwegingen gegeven bij de keuze van een scenario ten opzichte van de complete set scenario’s.

Uitgangspunten voor een scenarioEen belangrijk eerste uitgangspunt is dat alle scenario’s in beginsel mogelijk zijn (plausibel zijn), maar niet dezelfde waarschijnlijkheid hoeven te hebben als andere scenario’s.Een tweede uitgangspunt voor ontwikkeling van scenario’s is dat vooraf de verwachting is dat het scenario een impact heeft op nationale schaal en minstens één van de vitale belangen ernstig wordt aangetast (territoriale veiligheid, fysieke veiligheid, economische veiligheid, ecologische veiligheid, en sociale en politieke stabiliteit). Daarbij dient de lijst van onderscheiden impactcriteria als houvast.Als derde uitgangspunt geldt dat het scenario voldoende informatie bevat om te kunnen scoren op waarschijnlijk-heid en impact volgens de daaraan gestelde criteria. Daarmee is niet gezegd dat het scenario exact de scores aangeeft voor de verschillende criteria, maar wel handvat-ten biedt voor de scoringsexperts om de criteria te kunnen toepassen.

Daarnaast worden de volgende algemene eisen aan een scenario gesteld:• het scenario is een plausibel verhaal, met feitelijke

ondersteunende informatie; of anders geformuleerd: een verslag van gebeurtenissen die zich kunnen afspelen;

• het scenario is uniform beschreven (volgens een schematische opzet), en kan in ernst variëren van redelijk ernstig tot het ergst denkbare;

• het is consistent en logisch opgebouwd;• het is mentaal hanteerbaar; • het scenario is dermate concreet dat het mogelijk is er

uit af te leiden op welke capaciteiten een beroep moet worden gedaan bij dat scenario;

• bij het ontwikkelen van het scenario wordt bestaand beleid meegenomen.

Informatie eisenDaarnaast moeten aan een scenario eisen worden gesteld om de analyse en de scoring ervan mogelijk te maken. Meer in het bijzonder moet het mogelijk zijn te bepalen of een specifiek impactcriterium van toepassing is in het scenario. Er zijn dus de volgende aanvullende eisen aan een scenario:• het bevat voldoende achtergrondgegevens (uit het reële

of fictieve verleden) om de context, trigger en aanloop van het scenario te onderbouwen;

• het bevat concrete informatie over de aard en de omvang van alle soorten gevolgen die uit de beschreven (reeks van) gebeurtenis(sen) kunnen ontstaan; hiertoe kan de lijst van impactcriteria met de bijbehorende meetgrootheden en indicatoren als checklist dienen;

• het bevat geen informatie die voor de rode lijn van de beschreven (reeks van) gebeurtenis(sen) irrelevant is en daardoor de aandacht kan afleiden;

• het bevat aanvullende specifieke informatie over geografische locatie, weers-/klimaatomstandigheden, aantallen personen, type bebouwing, of anderszins indien dat van belang is voor de bepaling van aard en omvang van de gevolgen van het scenario, inclusief, bijvoorbeeld, een aanduiding of er in beginsel doden zouden kunnen vallen of zwaargewonden alsnog zouden kunnen overlijden.

Scenario als verdichtingspunt van mogelijke scenario’sVoor de gehele verzameling van scenario’s moet gelden dat zij onderling onderscheidend zijn en de potentiële scenarioruimte afdekken in termen van gradaties van risico; de scenario’s zijn “verdichtingspunten” in het continuüm aan variaties en mogelijkheden. De variatie in de ernst van een scenario tussen een “minimum” en een “maximum” variant kan op een aantal manieren gebeu-ren. Er zullen dus ernstigere en minder ernstige scenario’s mogelijk kunnen zijn, net als waarschijnlijker en minder waarschijnlijke scenario’s. Het ontwikkelen van verschil-lende variaties op een scenario is alleen van toepassing als de verwachting is dat de variaties andere inzichten opleveren over de benodigde capaciteiten. Dit kan onder meer bereikt worden door per thema een aantal voldoen-de van elkaar verschillende varianten te bedenken of door geheel verschillende scenario’s uit te werken, mits deze onderscheidend zijn ten aanzien van de op te leveren capaciteiten.

Page 42: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

42 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Scenario’s kunnen bijvoorbeeld van elkaar verschillen naar omvang en intensiteit van de gebeurtenissen en hun gevolgen, en eventueel andere omstandigheden. Door de gebeurtenissen van een scenario te veranderen verandert ook de waarschijnlijkheid van het scenario.

Indien het scenario slechts één incident beschrijft, bepaalt in eerste instantie de aard van het incident (en zijn directe oorzaak) de ernst ervan. Door toevoeging van meer of minder gunstige omstandigheden (zoals aantal personen, windrichting, nabijheid cruciale voorzieningen, al dan niet vitaal karakter van een getroffen dienst/bedrijf) kan de ernst van het scenario als geheel worden beïnvloed.

Ook bij een reeks van gebeurtenissen kan door zorgvuldige keuze van die gebeurtenissen en bijkomende verzwarende of verlichtende omstandigheden de ernst van het totale scenario worden beïnvloed en tussen een reëel minimum en maximum worden gepositioneerd.

Als hulpmiddel bij de ontwikkeling van scenario’s is bijgaand formulier ontwikkeld. Aan de hand van dit formulier kan de scenariogroep nagaan of alle elementen die nodig zijn voor de scoring van het scenario aanwezig zijn.

Page 43: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 43

Scenario-ontwikkeling en waarschijnlijkheid

De Strategie Nationale Veiligheid is gebaseerd op het ontwikkelen en beoordelen van scenario’s die een bedreiging vormen voor de vitale belangen van de Nederlandse Staat en/of samenleving. De scenario’s worden beoordeeld op waarschijnlijkheid en op impact.Wat betreft de waarschijnlijkheid dient bij het ontwikkelen van de scenario’s rekening gehouden te worden met een drietal categorieën uitgangspunten:• algemeen • scenariobeschrijving• data-analyse

Algemene uitgangspuntenDe waarschijnlijkheid wordt niet bepaald voor het specifiek beschreven scenario, maar voor een cluster van scenario’s binnen het thema met vergelijkbaar ernstige gevolgen als beschreven in het specifieke scenario3.

Voor het bepalen van de waarschijnlijkheid wordt een indeling in vijf klassen gehanteerd (klassen A t/m E). Binnen deze indeling representeert Klasse A een scenario dat als zeer onwaarschijnlijk wordt gekwalificeerd, klasse E representeert een scenario dat als zeer waarschijnlijk wordt gekwalificeerd. Er is naar gestreefd de verhouding tussen de klassen gelijk te houden. Wanneer het mogelijk is kwantitatieve inschattingen te maken van de waar-schijnlijkheid bedraagt de afstand tussen de klassen een factor 10.

Het verschil tussen de klassen (op basis van een factor 10) geeft ook een mate van robuustheid met betrekking tot de kansschatting die recht doet aan de onnauwkeurigheid van de kansschatting.

De waarschijnlijkheid wordt uitgedrukt als de waarschijn-lijkheid dat het scenario gedurende een tijdsperiode van vijf jaar zal plaatsvinden. Voor incidentscenario’s corres-pondeert deze periode in veel gevallen met de komende 5 jaren; hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken.

3 voorbeeld: De waarschijnlijkheid wordt niet bepaald voor ‘bekende persoon A wordt op locatie B vermoord door terroristische groep C met kenmerken D’ , maar voor ‘een bekende Nederlander wordt vermoord door een terroristische groep met kenmerken D of vergelijkbare kenmerken’

Voor processcenario’s zal de 5-jaars periode standaard op een latere tijdshorizon geplaatst worden (bijvoorbeeld 10-15 jaar, 20-25 jaar vanaf nu), en kunnen bovendien meerdere perioden beschouwd worden. Lees ook “Scenario als verdichtingspunt.”

Uitgangspunten bij de scenariobeschrijvingScenario’s worden onderscheiden naar:1. incidentgevaar scenario’s2. incidentdreiging scenario’s3. processcenario’s

1. De waarschijnlijkheid van een incidentgevaar scenario wordt primair bepaald door (de aard van) het incident en de gevolgen. Het is om deze reden belangrijk dat het scenario een goede beschrijving geeft van de gebeurte-nissen die tot het incident leiden, alsmede een heldere beschrijving van alle gevolgen. De waarschijnlijkheid wordt mede beïnvloed door de context waarbinnen het incidentscenario plaatsvindt. Dit betekent dat de scenariobeschrijving inzicht moet geven in relevante technische/technologische of sociale ontwikkelingen, relevante wetgeving, de naleving van de wetgeving en getroffen risicobeheersmaatregelen.

2. De waarschijnlijkheid van een incidentdreiging scenario wordt bepaald door het gegeven dat de voorziene (terroristische) dreiging succesvol zal zijn. Om deze reden wordt de waarschijnlijkheid primair bepaald door de aard van de dreiging en de beoogde gevolgen. Het is om deze reden belangrijk dat het scenario een goede beschrijving geeft van de capaciteiten en intenties van de dreigende partij, alsmede een heldere beschrijving van de beoogde gevolgen. Incidentdreiging scenario’s zijn zeer tijdgebonden. Om deze reden is het belangrijk dat de context van het scenario duidelijk beschreven wordt: de historische ontwikkeling, maatschappelijke omstandigheden ed. De waarschijnlijkheid dat de dreiging succesvol is, wordt mede bepaald door de kwetsbaarheid van de voorziene doelen. De bijlage geeft voor verschillende voorziene doelen inzicht in de aard van de kwetsbaarheid; in voorkomend geval zal het scenario informatie moeten geven over de mate van kwetsbaarheid.

Page 44: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

44 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

3. De waarschijnlijkheid van een processcenario wordt bepaald door de beschreven ontwikkeling van het scenario in de tijd. Kenmerkend voor een processcena-rio is dat het gevaar/de dreiging al aanwezig is, maar naar verwachting in de loop van de tijd tot een grotere negatieve impact op de vitale belangen zal leiden. Dit proces verloopt sluipend en is mogelijk niet direct waarneembaar. De waarschijnlijkheid van een proces-scenario wordt primair bepaald door de aard van het proces, de beschreven gevolgen, de tijdsperiode en de omschreven beleidsmaatregelen door de overheid of andere relevante partijen. De beschrijving van het processcenario dient inzicht te geven in bovengenoem-de aspecten.

Uitgangspunten bij data-analyseOmdat we ons richten op ‘ontwrichtende’ incidenten zal voor een groot deel van de scenario’s betrouwbare casuïstiek ontbreken. Daarnaast geldt met name voor dreigingscenario’s en processcenario’s dat deze zich maar zeer beperkt laten karakteriseren door ervaringen vanuit het verleden. Het gevolg is dat de bepaling van de waarschijnlijkheid voor de individuele scenario’s geba-seerd zal zijn op meerdere informatiebronnen:• kwantitatief: - historische (analoge) gebeurtenissen, casuïstiek;- probabilistische model- en ontwerp berekeningen,- faalgegevens elementaire gebeurtenissen in combi-

natie met netwerkanalyses/beslisbomen.• kwalitatief:- expertmeningen;- trendanalyses;- dreigingsanalyses.

De scenariobeschrijving dient expliciet aandacht te geven aan de beschikbare informatiebronnen, zowel kwantitatief als kwalitatief.

Page 45: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 45

Het schema Kwetsbaarheidscore geeft inzicht in de mate van kwetsbaarheid voor de onderscheiden categorieën.

Kwetsbaarheid HOOG Kwetsbaarheid LAAG

Dreiging van buiten

Locaties Meerdere, niet gecontroleerde, toegangen; geen volledig hekwerkOpenbare wegen op locatieGeen camerabeveiliging

Volledig gesloten locatie; beperkt aantal toegangenIngangscontrole en registratieCamerabeveiliging of anderszins insluip beveiliging

Gebouwen Meerdere toegangenOnvoldoende controle en registratieGeen inbraakbeveiligingMeerdere gebruikers

Gesloten gebouw, één bewaakte toegangIdentificatie en registratie (personeel,bezoekers,contractors)Bouwkundige/elektronische maatregelen tegen inbraakCompartimentering/zones

Transport-middelen

Geen beveiligingGeen specifieke training chauffeursGeen procedures met betrekking tot route, parkeren, incidenten e.d.

Inbraakbeveiliging, startonderbrekersGPS Security training chauffeursProcedures met betrekking tot route, route- wijzi-gingen, incidenten, parkerenGebruik bewaakte parkeerplaatsen

ICT systemen

Geen informatiebeleidOmvangrijk aantal internettoegangen tot systemenGeen/beperkt beleid en naleving met betrekking tot anti-virus beveiliging, firewalls, passwordsNiet BS 7799 gecertificeerdGeen calamiteitenplan; geen goede back-upIncompetente stafmedewerkers of onderbezetting

Informatiebeleid op papier en gecommuniceerdToegang tot systemen gecontroleerd, beveiligdAnti-virus beveiliging, firewall, naleving password beleidBS 7799 gecertificeerdCalamiteitenplan aanwezig en geoefendActieve betrokkenheid bij uitwisselen beveiligings-informatie

Personen Geen beveiliging Persoonsbeveiliging 24 u/dgCamerabeveiliging woning, insluipbeveiligingPlanning routes, verblijfplaats e.d.

Infiltratie Geen screening, antecedenten onderzoekVeel inzet contractors, uitzendkrachtenSlecht personeelsbeleid, slechte werksfeerGeen toezicht/procedures m.b.t. gevoelige informatie

Screening personeel en tijdelijke krachten, werknemers derdenStrikte regels voor inhuur contractors, uitzendper-soneelOpen communicatie, goed personeelsbeleidGoede awareness personeel voor afwijkende zaken

Page 46: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

46 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Het toekennen van de impactscores

Het beoordelen van de impact van een scenario volgens de impactcriteria gaat in een aantal stappen:1. is de informatie in de scenariobeschrijving voldoende,

volledig en begrijpelijk om de impact te kunnen scoren?2. welke vitale producten en diensten worden aangetast?3. is een impactcriterium van toepassing?4. hoe scoort het impactcriterium?5. moet onzekerheid leiden tot een onder- en

bovengrens?; 6. nagaan of een eventuele correctie van het waardering-

slabel (of interval) nodig is.7. vertalen van de scoringsinformatie naar een waarde-

ringslabel, eventueel een labelinterval;

Toelichting op 1. is de informatie in het scenario voldoende?Het scenario moet voldoende informatie bevatten om op de juiste wijze te kunnen scoren. Let op de aanwezigheid van voldoende specifieke informatie, inclusief achter-grondgegevens (bijvoorbeeld uit het verleden, of fictief opgesteld).

Toelichting op 2. welke vitale producten en diensten worden aangetast?In alle gevallen moet worden nagegaan (met behulp van de tabel) welke vitale producten en diensten worden aangetast. Neem dit mee bij het scoren van ieder impactcriterium.

Toelichting op 3. is een criterium van toepassing?Het is mogelijk dat een impactcriterium in het geheel niet van toepassing is voor het scenario. In dit geval wordt de score aangeduid met ‘X’ (of ‘NVT’). Het gevolg is dat voor zo’n scenario het betreffende impactcriterium niet wordt meegenomen in de eindbeoordeling.

Voorbeeld:Een terroristische aanslag op personen of objecten heeft over het algemeen geen enkele invloed op de ecologische veiligheid.

Daarom wordt aan het impactcriterium voor langdurige aantasting van het milieu en de natuur (flora en fauna) (C4.1) de score X (“niet van toepassing”) toegekend.

Een grote rel leidt tot een aantal ernstig gewonden, maar geen doden. De score voor doden is dan 0 (behorende tot het interval 0 tot 10 doden, zie bij impactcriterium C2.1) in plaats van X (“niet van toepassing”), omdat er bij het incident in potentie wél doden kunnen vallen. Het impactcriterium is dan wél van toepassing, maar neemt in het specifieke scenario een waarde nul aan, wat zal leiden tot de toekenning van het label A (zie bij stap 5).

Toelichting op 4. hoe scoort het impactcriterium?Het scoren van een impactcriterium geschiedt met behulp van kwantitatieve of kwalitatieve indicatoren. Het gaat daarbij in veel gevallen om aantallen personen, opper-vlakte van een gebied, een tijdsduur of combinaties ervan. Bij kwalitatieve indicatoren moet worden vastgesteld in welke mate een indicator van toepassing is.

Een belangrijke regel is dat slechts 1e of 2e orde effecten worden gescoord, d.w.z. effecten die direct als gevolg van de gebeurtenissen in het scenario optreden dan wel in een automatische oorzaak-gevolg keten. Zodra sprake is van besluitvorming over bijvoorbeeld responsmaatregelen die op hun beurt ook weer voor ongewenste effecten kunnen zorgen, worden die laatste effecten niet gescoord.

VoorbeeldAls gevolg van een ernstig ongeval in een chemische fabriek wordt door de overheid tot gedeeltelijke evacuatie besloten. De gevolgen van die evacuatie kunnen deels negatief zijn, maar worden toch niet meegenomen in de scoring omdat evacuatie niet een automatisch gevolg hoeft te zijn van een ongeval en zorgvuldige besluitvor-ming behoeft. NB De gevolgen van een evacuatie worden wèl meegeno-men indien de evacuatie deel van het scenarioverhaal is.

In het scoringsmechanisme voor een aantal impactcriteria is de tijdsduur expliciet als meetgrootheid opgenomen. Indien dat niet het geval is (bijvoorbeeld bij C3.1.A Kosten), moet een 5-jaarsperiode worden aangehouden.

Bij de vaststelling van de scores kunnen experts gebruik maken van invulformulieren.

Page 47: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 47

Toelichting op 5. OnzekerheidBij elk impactcriterium is een tabel opgenomen. In deze tabel dient het volgende aangegeven te worden:• V (verwachte waarde: het is het meest waarschijnlijk dat

de score op de meetgrootheden c.q. de indicatorscore in dit vak valt maar het zou wellicht iets meer of minder kunnen zijn);

• O (ondergrens: de score is vrijwel zeker gelijk aan of meer dan O);

• B (bovengrens: de score is vrijwel zeker gelijk aan of minder dan B).

De V, B en/of O kunnen in hetzelfde vakje staan wanneer de ondergrens en bovengrens dicht bij de verwachte waarde liggen.Deze grenzen zijn een manier om diverse soorten van onzekerheid te modelleren, zoals dat de experts niet precies weten wat het effect zou kunnen zijn of als er onenigheid is tussen de experts over de juiste waarden van

de score. In het laatste geval zou de V (verwachte waarde) het meerderheidsstandpunt kunnen representeren en B en/of O de afwijkende meningen. Het gevolg is dat het totale interval [O..V..B] het bereik aan meningen afdekt. Argumentatie en uitleg van de scoring dienen aan het scoringsrapport te worden toegevoegd en dienen op de verhaallijn van het scenario te worden gebaseerd.

De grenzen worden in een gevoeligheidsanalyse gebruikt om te onderzoeken in hoeverre deze onzekerheid het eindoordeel op impact beïnvloedt. Het belang van onzekerheid in de NRB gaat echter verder dan deze onzekerheidsanalyse. Zoals Van Asselt (2013) opmerkt is de NRB in feite een poging “om met behulp van toekomstver-kenning relevante onzekerheden te onderzoeken en er grondig over te discussiëren” teneinde zo gefundeerd mogelijke beleidskeuzes te kunnen maken over te versterken capaciteiten.

Voorbeeld

oppervlakte →

tijdsduur ↓

Lokaalmax. 100 km²(< 0,25% opp.)

Regionaal100-1000 km²(0,25% - 2,5% opp.)

Provinciaal1000 – 10.000 km²(2,5% - 25%opp.)

Landelijk> 10.000 km²(> 25% opp.)

2 tot 6 dagen

1 tot 4 weken O V

1 -6 maanden B

½ jaar of langer

Toelichting op 6. Is een correctie nodig?Bij vrijwel alle impactcriteria is een correctiemogelijkheid aangegeven. Deze houdt in dat de uiteindelijk vast te stellen score van het impactcriterium kan worden gecorrigeerd naar een hogere of lagere waarde op basis van een aanvullende overweging. De correctiemogelijk-heid wordt zo nodig voor de Ondergrens, Verwachte waarde en Bovengrens apart aangegeven.

VoorbeeldIndien de bevolkingsdichtheid van een getroffen gebied gering is, zijn de gevolgen van een crisis kleiner dan bij een gemiddelde bevolkingsdichtheid. Een ander voorbeeld is dat indien de uitingen van maatschappelijke onrust grootschalig en langdurig zijn, de waardering van sociaal-psychologische impact wordt verzwaard.

Argumentatie en uitleg van de argumentatie die leidt tot de score, het toekennen van onder- en bovengrens en het toepassen van een correctiefactor moeten in het scorings-rapport worden toegevoegd.

Toelichting op 7. LabeltoekenningDe experts scoren zoals hierboven aangegeven in de tabel die hoort bij ieder specifiek criterium en bepalen de onzekerheid en de correctiefactor. De voorzitter van de werkgroep zet vervolgens de scores om in labels (A-E) middels de tabellen die hier te vinden zijn.De klassenindeling heeft de volgende betekenis:

A. Beperkt gevolgB. Aanzienlijk gevolgC. Ernstig gevolgD. Zeer ernstig gevolgE. Catastrofaal gevolg

Ingeval het impactcriterium niet van toepassing is wordt een X gescoord.

Page 48: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

48 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Impactcriterium 1.1 Aantasting van de integriteit van het grondgebied

Impactcriterium 1.1 heeft betrekking op het vitale belang Territoriale veiligheid: “Het ongestoord functioneren van Nederland als onafhankelijke staat in brede zin, dan wel de territoriale integriteit in enge zin.”

Impactcriterium 1.1 luidt: “Het feitelijke of functionele verlies van, dan wel het buiten gebruik en/of toegankelijk zijn van dan wel het verlies van zeggenschap over delen van het Koninkrijk der Nederlanden (inclusief gebieds-delen overzee en inclusief territoriale wateren en het luchtruim).”

Onder functioneel verlies wordt vooral verstaan het verlies van het gebruik van gebouwen, woningen, infrastructuur, wegen en grond.

Voorbeelden van bedreigingoorzaken zijn: buiten oevers treden rivier, terroristische aanslag in Nederland, afschei-ding van een regio, uitbraak van dierziekten, aanval buitenlandse mogendheid, beschadiging of verlies van zeggenschap over en/of bezit van Nederlandse ambassa-des, chemische/biologische/nucleaire besmetting.

Als indicatoren voor het meten van de impact worden gehanteerd:• de oppervlakte van het bedreigde of aangetaste gebied

(geografische afbakening);• de tijdsduur gedurende welke het gebied wordt

bedreigd of aangetast;• de bevolkingsdichtheid van het betreffende gebied.

Het criterium is wel/niet van toepassing

oppervlakte→

tijdsduur ↓

Lokaalmax. 100 km²(< 0,25% opp.)

Regionaal100-1000 km²(0,25% - 2,5% opp.)

Provinciaal1000 – 10.000 km²(2,5% - 25%opp.)

Landelijk> 10.000 km²(> 25% opp.)

2 tot 6 dagen

1 tot 4 weken

1 -6 maanden

½ jaar of langer

Is de bevolkingsdichtheid in het gebied gemiddeld < 250 personen / km²? Ja/Nee

Is de bevolkingsdichtheid in het gebied gemiddeld > 750 personen / km²? Ja/Nee

Aantasting van de gebruikmaking van de digitale ruimte (cyber space) wordt niet onder dit criterium gescoord. Dit aspect valt onder “toegang tot internet” als een van de vitale producten en diensten en wordt als een indicator onder criterium C5.1 genoemd voor zover het (virtuele) bereikbaarheid en communicatie betreft.

Page 49: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 49

Voor het bepalen van de bevolkingsdichtheden in Nederland kan gebruik gemaakt worden van navolgende kaart (bron RIVM).

Page 50: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

50 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Impactcriterium 1.2 Aantasting van de integriteit van de internationale positie van Nederland

Impactcriterium 1.2 heeft betrekking op het vitale belang Territoriale veiligheid: “Het ongestoord functioneren van Nederland als onafhankelijke staat in brede zin, dan wel de territoriale integriteit in enge zin.”

Impactcriterium 1.2 luidt: “De beschadiging van het aanzien of de invloed of het optreden van Nederland in het buitenland“ Voorbeelden van bedreigingoorzaken zijn: terroristische aanslag op ambassade(s), uiteenvallen van internationale organisatie(s), Srebrenica – scenario, toenemende aantallen zich elders misdragende Nederlanders, uitlatin-gen van Nederlanders of Nederlandse media die door groeperingen als (uiterst) provocatief worden opgevat. Ook uitlatingen van Nederlandse politici, Nederlands buitenlands beleid en/of Nederlands ethisch beleid (denk aan softdrugs, abortus en euthanasie) kan de internatio-nale positie van Nederland aantasten.

Er zijn andere oorzaken denkbaar die het functioneren van Nederlandse ambassades en andere vertegenwoordigin-gen in het buitenland negatief kunnen beïnvloeden: overstromingen, ziektes, andere ongelukken zonder kwade opzet. In deze gevallen wordt weliswaar (eventuele ernstige) hinder ondervonden, maar wordt de integriteit van de internationale positie of invloed van Nederland niet aangetast. Meestal zullen andere ambassades (van bevriende landen en/of organisaties) de taken tijdelijk overnemen. Deze gevallen geven dus geen aanleiding tot een relevante impactscore op dit criterium, wel eventueel op criterium 1.1.Omgekeerd kunnen deze oorzaken wel tot een relevante impactscore leiden als deze gebeurtenissen in Nederland zelf plaatsvinden en dus buitenlandse ambassades en vertegenwoordigingen betreffen. Daardoor kan het aanzien van Nederland beïnvloed worden.

Er is een aantal indicatoren dat invulling geeft aan dit criterium. Deze worden als volgt in categorieën ingedeeld:

1. Acties• demonstraties tegen Nederland/EU/NAVO/Westen

gericht;• bedreigingen tegen ambassades/vertegenwoordigingen

(inclusief materieel en/of personeel) en/of andere doelen van Nederland/EU/NAVO/Westen (inclusief aanvallen op Nederlandse missies) gericht;

• negatieve publiciteit en/of haatcampagnes in media en/of websites en/of cyberaanvallen e.d. tegen Nederland/EU/NAVO/Westen;

• het uitspreken van één of meer “fatwa’s” tegen invloedrijke/aanzienlijke personen in Nederland/EU/NAVO/Westen.

2. Politieke betrekkingen• uitwijzing van diplomaten en/of beëindiging van

diplomatieke betrekkingen met Nederland/EU/NAVO/Westen;

• afwijzen dan wel afzeggen van belangrijke bezoeken door vertegenwoordigers van Nederland/EU/NAVO/Westen aan andere landen, dan wel door buitenlandse vertegenwoordigers aan Nederland/EU/NAVO/Westen;

• blokvorming tegen Nederland/EU/NAVO/Westen;• afzeggen of boycotten van internationale politieke

conferenties in Nederland georganiseerd door Nederland of andere landen/organisaties.

3. Niet-politieke betrekkingen (NB de financiële schade ervan valt onder criterium 3.1)

• boycot van goederen uit Nederland/EU/NAVO/Westen;• afwijzen dan wel afzeggen van handelsovereenkomsten

en /of andere (commerciële) overeenkomsten met Nederland/EU/NAVO/Westen;

• boycot van culturele evenementen (bijv. voorstellingen, tentoonstellingen, sport) georganiseerd door Nederland/EU/NAVO/Westen in het buitenland, dan wel in Nederland/EU/NAVO/Westen door andere landen of Nederland zelf;

• afwijzen dan wel afzeggen van culturele overeenkom-sten met Nederland/EU/NAVO/Westen

• teruglopend toerisme naar Nederland/EU/NAVO/ Westen;• en andere (bijv. wetenschappelijke) evenementen.

Page 51: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 51

De klassenindeling wordt vervolgens gebaseerd op:het aantal indicatorcategorieën dat van toepassing is;het aantal indicatoren per relevante categorie dat van toepassing is;de ernst waarmee de indicatoren worden aangetast.

De gradatie “beperkt” geldt indien er per relevante categorie maximaal slechts één indicator van toepassing is en als deze indicator niet in ernstige mate van toepassing is.De gradatie “aanzienlijk” geldt indien over de relevante categorieën opgeteld meer dan de helft van de boven-genoemde individuele indicatoren van toepassing is, ongeacht de ernst ervan.De gradatie “gemiddeld” geldt voor de overige (tussen-gelegen) gevallen.

Page 52: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

52 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Impactcriterium 2.1 Doden

Impactcriterium 2.1. heeft betrekking op het vitale belang Fysieke veiligheid

“Het ongestoord functioneren van de mens in Nederland en zijn omgeving.”

Criterium 2.1 luidt: “Dodelijk letsel, direct overlijden of vervroegd overlijden binnen een periode van 20 jaar.”

Voorbeelden van bedreigingoorzaken zijn: ongeluk in chemische fabriek, grootscheepse dijkdoorbraak, terroristische aanslag, uitbraak van een epidemie, grootschalige onlusten.

Als indicatoren voor het meten van de impact worden gehanteerd:• het aantal doden als gevolg van het incident;• het tijdstip van overlijden.

Het criterium is wel/niet van toepassing

aantal →tijdstip ↓

< 10 10-100 100-1000

1000-10.000 > 10.000

Direct overlijden (binnen 1 jaar)

Vervroegd overlijden (binnen 20 jaar)

Ingeval beide categorieën (Direct overlijden en Vervroegd overlijden) van toepassing zijn, geldt de score voor de hoogste impact klasse.

Page 53: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 53

Impactcriterium 2.2 Ernstig gewonden en chronisch zieken

Criterium 2.2. heeft betrekking op het vitale belang Fysieke veiligheid “Het ongestoord functioneren van de mens in Nederland en zijn omgeving.”

Criterium 2.2 luidt: “Letselgevallen behorend tot categorie T1 en T24, en personen met langdurige of blijvende gezondheidsproble-men zoals ademhalingsklachten, ernstige verbrandingen of huidaandoeningen, gehoor-beschadiging, lijden aan post-trauma-tisch stress syndroom (PTSS). Slachtoffers behorend tot categorie T1 of T2 hebben onmiddellijk medische hulp nodig en dienen direct behandeld te worden (T1) dan wel moeten continu bewaakt worden met een behandeling binnen 6 uur (T2). Chronisch zieken zijn personen die gedurende lange periode (> 1 jaar) beperkingen ondervinden: medische zorg nodig hebben, niet of gedeeltelijk kunnen deelnemen aan het arbeidsproces, door hun ziekte belemmering ervaren in het sociale functioneren.”

4 T1 en T2 zijn triageklassen uit de urgentiegeneeskunde

Indien uit het scenario blijkt dat een aantal slachtoffers behorend tot de categorie T1 of T2 niet binnen 1 uur (T1) of binnen 6 uur (T2) afdoende kan worden geholpen, doordat ze niet door hulpdiensten kunnen worden bereikt of door gebrek aan goede hulpmiddelen, dienen die slachtoffers te worden beschouwd als ‘direct overleden’ en in die categorie te worden meegeteld. In de beschrijving van het scenario dient wel steeds expliciet te worden opgenomen hoeveel slachtoffers er in de categorieën T1 en T2 zijn gevallen, ook als ze door het ontbreken van tijdige hulp overlijden, omdat dit een aangrijpingspunt is voor de strategische planning.

Voorbeelden van bedreigingoorzaken zijn: ongeluk in chemische fabriek, terroristische aanslag met biologische of chemische wapens, grootschalige onlusten, Srebrenica-scenario.

Als indicator voor het meten van de impact wordt het aantal chronisch zieken en ernstig gewonden genomen.

Het criterium is wel/niet van toepassing

Aantal < 10 10-100 100-1000 1000-10.000 > 10.000

Page 54: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

54 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Impactcriterium 2.3 Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire levensbehoeften)

Criterium 2.3. heeft betrekking op het vitale belang Fysieke veiligheid “Het ongestoord functioneren van de mens in Nederland en zijn omgeving.”

Criterium 2.3 luidt: “Blootstelling aan extreme weers-omstan-digheden, alsmede het gebrek aan voedsel, drinkwater, energie, onderdak, basale sanitair of anderszins primaire levensbehoeften.”

Voorbeelden van bedreigingoorzaken zijn: terroristische aanslag op drinkwatervoorziening of energievoorziening, langdurige omgevingsbesmetting, vrijkomen straling als gevolg van incident met kernreactor, toxische wolk of biologisch agens, grootschalige destructie door natuur-ramp, explosie of stadsbrand.

Als indicatoren voor het meten van de impact worden gehanteerd:• aantal getroffenen;• tijdsduur.

Het criterium is wel/niet van toepassing

aantal →tijdsdduur ↓

< 10.000 getroffenen

< 100.000 getroffenen <1.000.000 getroffenen

>1.000.000 getroffenen

2 tot 6 dagen

1 tot 4 weken

1 maand of langer

Page 55: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 55

Impactcriterium 3.1 Kosten en aantasting economie

Criterium 3.1 heeft betrekking op het vitale belang Economische veiligheid “Het ongestoord functioneren van Nederland als een effectieve en efficiënte economie.”

Aantasting van de economische veiligheid wordt gemeten aan de hand van twee aspecten:A. kosten: geldbedrag in termen van herstelkosten voor

geleden schade, extra kosten en gederfde inkomstenB. aantasting van de vitaliteit van de Nederlandse

economie

Zowel criterium 3.1a als 3.1b dient gescoord te worden, de hoogste score wordt verwerkt.

N.B.: Bij de scoring van de aantasting van de economische veiligheid moeten eerst beide aspecten worden beoor-deeld en in de tabellen worden gescoord. De hoogste hierbij verkregen labelwaarde geldt als de labelwaarde voor het criterium 3.1 voor het betreffende scenario. Echter, beide impactscores en hun motivering zullen in beschouwing worden genomen bij het nagaan van de te nemen maatregelen en de daarvoor benodigde capaciteiten.

Het is daarom noodzakelijk dat volledige gegevens voor beide impactcriteria worden verstrekt, en beredeneerd worden gemotiveerd.

A KostenCriterium 3.1. A luidt: “Geldbedrag in termen van herstelkosten voor geleden schade, extra kosten en gederfde inkomsten.”

Mogelijke bedreigingsoorzakenVoorbeelden van bedreigingsoorzaken zijn: grootschalige vluchtelingenstromen, pandemie met massale uitval arbeidskrachten, besmettelijke dierziekten (mond en klauwzeer), gewapend conflict in regio waaruit Nederland grondstoffen betrekt, grootschalige uitval betalingssyste-men, instorten financiële markten.

Dit criterium behandelt kosten over de in het scenario beschreven periode van vijf jaar. Als indicatoren voor het meten van de impact worden gehanteerd:• materiële schaden en kosten;• gezondheid schaden en kosten;• financiële schaden en kosten;• kosten van bestrijding, hulpverlening en herstel.

De impact wordt gebaseerd op de totaal geleden schade in geld; de schaden in de afzonderlijke categorieën 1 t/m 4 worden opgeteld.

Het criterium is wel/niet van toepassing

Kosten in € < 50 miljoen

< 500 miljoen < 5miljard

< 50 miljard

> 50miljard

1. materiële schade

2. gezondheid schade

3. financiële schade

4. bestrijdingskosten en herstel

economische schade totaal

Page 56: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

56 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Toelichting op de individuele indicatoren voor schaden en kosten van een incident. Zie bijlage voor de kengetallen die gebruikt kunnen worden bij de schatting van de kosten.

1. Materiële schade• Materiële schade aan gebouwen, woningen en

infrastructuurobjecten;Waardebegrip: herbouwwaarde (inclusief opruimingskosten)• Materiële schade aan inventaris, machines, installaties,

voer-/vaartuigen, voorraden; verlies van levende have;Waardebegrip: vervangingswaarde• Reconstructiekosten (ICT)databestanden.Kosten: integrale kostprijs inzet administratieve/ICT-medewerkers

2. Gezondheidschade• Kosten van uitkeringen bij overlijden;• Extra kosten van gezondheidszorg;Kostenelementen• bruto kosten van ziekenhuisopname (inclusief behande-

ling en ambulance);• langdurige zorg in verpleeghuizen, revalidatie klinieken;• evt. correctie voor vermindering van reguliere zorgvraag

bij volledige belasting van het gezondheidszorgapparaat.

• Extra kosten van arbeidsongeschiktheid en weduwen/wezenpensioen.

Kostenelementen• uitkering arbeidsongeschiktheid slachtoffers;• uitkering (pré-)pensioenen nabestaanden.

3. Financiële schade• Directe bedrijfsschade als gevolg van materiële schade

en/of uitval werknemers en/of onbruikbaarheid locatie; • herstelperiode is maat voor tijdsduur bedrijfsschade;Waardebegrip• netto toegevoegde waarde (exclusief afschrijvingen) –

materiële schade;• bruto toegevoegde waarde – uitval werknemers,

onbruikbaarheid locatie.• Indirecte bedrijfsschade als gevolg van uitval van vraag

of uitval van toeleveringen (materialen, grondstoffen, energiedragers), of uitval communicatie/ transport/ nutsvoorzieningen;

Waardebegrip• bruto toegevoegde waarde evt. correctie voor substitu-

tie-effecten (vervangende vraag of nieuwe vraag)• Directe vermogensschade bedrijven als gevolg van

claims, boetes of vervreemding (bijvoorbeeld nationali-satie bedrijf), of directe vermogensschade particulieren (bijvoorbeeld onteigening huis).

4. Bestrijdingkosten• Totale kosten inzet operationele diensten ten behoeve

van bestrijding, hulpverlening, opvang en evacuatie;Kosten• integrale kostprijs van inzet operationele diensten• Opruiming- en herstelkosten als gevolg van schade aan

natuur en milieu.Kosten• Integrale kostprijs van inzet medewerkers en

hersteldiensten

B Aantasting van de vitaliteit van de NL economieCriterium 3.1. B luidt: “Aantasting van de vitaliteit van de Nederlandse economie.”

Voorbeelden van bedreigingsoorzaken zijn: wegvallen van afzetmarkten, grote schaarste aan grond- en hulpstoffen, uiteenvallen van de E(M)U, onvoldoende toezicht op financiële markten, ontstaan van (staats)monopolies, onvoldoende vervoersmobiliteit, aantasting overlegstruc-turen tussen overheid, werkgevers en werknemers.

Bij aantasting van de vitaliteit van de Nederlandse economie gaat het enerzijds om het weerstandsvermogen van de economie (dat is het vermogen tot aanpassing aan en absorptie van externe schokken) en anderzijds om productie-gerelateerde factoren, zoals markttoegang, kennistoegang, beschikbaarheid productiefactoren. Belangrijk voor de vitaliteit is tevens de breedte waarin de nationale productie wordt getroffen: is het probleem geconcentreerd of doet het zich voor over een breed spectrum van economische activiteiten?

Als indicatoren voor het meten van de impact worden gehanteerd:• daling van het reële inkomen per hoofd van de

bevolking;• toename van het financieringstekort als percentage van

het BNP (nationale overheid; EMU definitie);• toename van werkloosheid (internationale definitie).

Als additioneel criterium wordt gehanteerd• aandeel van getroffen sectoren in de nationale produc-

tie (bruto toegevoegde waarde) in samenhang met de duur van de verstoring.

Page 57: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 57

De impact wordt gebaseerd op het aantal indicatoren dat van toepassing is, alsmede de omvang van deze indicatoren.

De beoordeling van de omvang van de onderscheiden indicatoren wordt uiteengezet in onderstaande tabel.

De toelichting bij het impactcriterium geeft inzicht in de gehanteerde definities en geeft de onderbouwing voor de gekozen grenswaarden van de onderscheiden indicatoren.

Omvang Daling reële inkomen per hoofd van de bevolking

EMU tekort (nationale overheid) Stijging werkloosheid

Beperkt daalt met 0-1% gedurendetenminste 1 jaar

stijgt tot 4-6% van BNP gedurende tenminste 2 jaar

stijgt met 2% tot 3% in 1 jaar

Gemiddeld daalt met 1-2% gedurendetenminste 1 jaar

stijgt tot 6-8% van BNP gedurende tenminste 2 jaar

stijgt met 3% tot 5% in 1 jaar

Aanzienlijk daalt met meer dan 2% gedurende tenminste 1 jaar

stijgt tot meer dan 8% van BNP gedurende tenminste 2 jaar

stijgt meer dan 5% in 1 jaar

Onderstaande tabel geeft de vertaling van aantal en omvang van de indicatoren naar de impactklasse:

Het criterium is wel/niet van toepassing

Aantal relevante indicatoren

Omvang

1 indicator 2 indicatoren 3 indicatoren

alle indicatoren scoren max. beperkt

1 indicator scoort max. gemiddeld

2 of meer indicatoren scoren max. gemiddeld -

1 indicator scoort aanzienlijk,overige max. beperkt

1 indicator scoort aanzienlijk,overige max. gemiddeld

2 of meer indicatoren scoren aanzienlijk -

Bedraagt het aandeel van de bruto toegevoegde waarde van de getroffen sectoren meer dan 10% van het bruto nationaal product (zie bijlage) Ja / Nee

Is de tijdsduur van beïnvloeding ten minste één maand Ja / Nee

De ondergrenzen van de indicatoren zoals vermeld in de categorie ‘Omvang beperkt’ moeten beschouwd worden als ‘baseline’, thans gedateerd 2012.Dit betekent dat het eindoordeel op dit criterium een A is, ingeval:• het reële inkomen per hoofd van de bevolking stijgt, en • het EMU tekort onder de 4% van het BNP blijft, en• de werkloosheid met minder dan 2% stijgt,ervan uitgaande dat het criterium in beginsel van toepas-sing is voor het beschouwde scenario (anders is het eindoordeel NVT).

Het resultaat van de impactscore wordt gecorrigeerd:• indien het aandeel van de bruto toegevoegde waarde

van de getroffen sectoren meer beloopt dan 10% van het bruto nationaal product (Zie de Toelichting) en de tijdsduur van invloed ten minste een maand is, dan +1 (bijv. C wordt D).

Page 58: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

58 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Impactcriterium 4.1 Langdurige aantasting van het milieu en natuur (flora en fauna)

Criterium 4.1 heeft betrekking op het vitale belang Ecologische veiligheid “Het ongestoord blijven voortbestaan van de natuurlijke leefomgeving in en nabij Nederland.”

Criterium 4.1 luidt: “Langdurige of blijvende aantasting van de kwaliteit van het milieu, waaronder verontreiniging van lucht, water of bodem, en langdurige of blijvende verstoring van de oorspronkelijke ecologische functie, zoals het verlies van soortendi-versiteit flora en fauna, verlies van bijzondere ecosystemen, overrompeling door uitheemse soorten.”

Voorbeelden van bedreigingoorzaken zijn: incidenten waarbij grote hoeveelheden (eco)toxische stoffen in het milieu vrijkomen, zoals een ongeluk in een chemische fabriek of in een kernreactor, een olieramp op de Noordzee, of een gewapend conflict met gebruik van CBRN wapens. Daarnaast ook incidenten waarbij natuur-gebieden worden blootgesteld aan grote fysische schade, bijvoorbeeld door brand, incidenten die het gevolg zijn van klimaatverandering zoals verstoringen in het beheer van oppervlaktewater (overstromingen) en de gevolgen daarvan (zoals verzilting van de bodem), noodweer (tornado’s).

Aantasting van de ecologische veiligheid wordt gemeten aan de hand van twee aspecten:

A. aantasting van natuur- en landschappelijke gebieden die als beschermwaardig zijn aangewezen

B. aantasting van het milieu in algemene zin, ook buiten de genoemde natuur- en landschappelijke gebieden

N.B.: Bij de scoring van de aantasting van de ecologische veiligheid moeten eerst beide impactcriteria worden beoordeeld en in de tabellen worden gescoord. De hoogste hierbij verkregen labelwaarde geldt als de labelwaarde voor het criterium 4.1 voor het betreffende scenario. Echter, beide impactscores en hun motivering zullen in beschouwing worden genomen bij het nagaan van de te nemen maatregelen en de daarvoor benodigde capaciteiten. Het is daarom noodzakelijk dat volledige gegevens voor beide impactcriteria worden verstrekt, en beredeneerd worden gemotiveerd.

Het criterium is van toepassing indien er sprake is van een ernstige aantasting van de onder A en B genoemde natuur- en milieuwaarden. In de methodiek van de Nationale Risico Beoordeling is afgesproken dat wanneer een criterium in een voorliggend scenario niet scoort, maar

een ernstiger variant van datzelfde scenario mogelijkerwijs wél leidt tot een impactscore, het criterium wél van toepassing is, en dat in dergelijke gevallen de laagste impactscore gehanteerd wordt (label A).Bij de bepaling van de impactscore speelt de verwachte tijdsduur van de aantasting een globale rol. Indien de verwachte tijdsduur minder is dan een jaar, wordt voor alle gevallen de laagste score gehanteerd (label A); bij een verwachte tijdsduur van langer dan tien jaar (een ‘perma-nente aantasting’) dan worden de labelwaarden met één stap verhoogd.

A Impact op specifieke natuur- en landschappelijke gebieden (flora en fauna)Aantasting van flora- en faunagebieden die bij wet of beleidsmatig als beschermwaardig zijn aangewezen (verder genoemd ‘natuurgebieden’). Bij de bepaling van de ernst het effect wordt er vanuit gegaan dat het betreffende natuurgebied zodanig wordt aangetast dat het gebied en de daarin voorkomende kenmerkende soorten niet langer verkeren in een ‘gunstige staat van instandhouding’5, en dat ‘natuurlijke regeneratie’6 van een gunstige staat van instandhouding slechts op langere termijn kan worden verwacht. In feite betekent dit dat het natuurgebied voor de nabije toekomst als ‘verloren’ kan worden beschouwd.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie typen beleids-matig verschillende natuurgebieden: broedgebieden van weidevogels (in het agrarisch gebied de zogenaamde ‘high nature value’ gebieden) ; de Ecologische Hoofdstructuur (EHS): dat zijn de EHS natuurgebieden uitgezonderd die EHS gebieden die ook tot Natura 2000 behoren, verder aangeduid als ‘EHS gebieden’; en de natuurgebieden aangewezen in de Natura 2000 regelgeving, verder aangeduid als ‘Natura 2000 gebieden’. Voor een overzicht van de drie typen zie de kaarten in de figuren 5.2 en 5.3.

5 Voor een nadere uitleg van het begrip ‘staat van instadhouding’ zie de Richtlijn 92/43/EEG (http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CONSLEG:1992L0043:20070101:NL:PDF).

6 Onder ‘natuurlijke regeneratie’ wordt verstaan ‘de terugkeer van aangetaste natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties tot de referentietoestand’ (zie Richlijn 2004/35/EG, http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2004:143:0056:0075:nl:PDF).

Page 59: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 59

Overzicht van de broedgebieden van weidevogels, de zogenaamde ‘high nature value’ agrarische gebieden. Deze broedgebieden van weidevogels zijn op deze kaart aangegeven in donkerblauw en groen.

Figuur 5.2

Page 60: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

60 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Overzicht van de Ecologische Hoofdstructuur gebieden (EHS) (2012)

Overzicht van de Natura 2000 gebieden, al dan niet behorend tot de Ecologische Hoofdstructuur (2008).

7

152Grensmaas

157Geuldal

145Maasduinen

71Loevestein, Pompveld & Kornsche Boezem

38Uiterwaarden IJssel

49Dinkelland

77Eemmeer & Gooimeer Zuidoever

73Markermeer & IJmeer

115Grevelingen

157Geuldal

67Gelderse Poort

93Polder Zeevang

95Oostelijke Vechtplassen

89Eilandspolder

68Uiterwaarden Waal

103Nieuwkoopse Plassen & De Haeck

66Uiterwaarden Neder-Rijn

38Uiterwaarden IJssel

90Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

83Botshol

54Witte Veen

152Grensmaas

37Olde Maten & Veerslootslanden

91Polder Westzaan

58Landgoederen Brummen

92Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske

15Van Oordts Mersken

104Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein

105Zouweboezem

71Loevestein, Pompveld & Kornsche Boezem

106Boezems Kinderdijk

82Uiterwaarden Lek

159Sint Pietersberg & Jekerdal

81Kolland & Overlangbroek

123Zwin & Kievittepolder

154Geleenbeekdal

1Waddenzee

57Veluwe

72IJsselmeer

113Voordelta

7Noordzeekustzone

122Westerschelde & Saeftinghe

118Oosterschelde

35Wieden

112Biesbosch

109Haringvliet

8Lauwersmeer

34Weerribben

111Hollands Diep

78Oostvaardersplassen

30Dwingelderveld

88Kennemerland-Zuid

145Maasduinen

149Meinweg

119Veerse Meer

27Drents-Friese Wold & Leggelderveld

75Ketelmeer & Vossemeer

76Veluwerandmeren

23Fochteloërveen

127Markiezaat

33Bargerveen

13Alde Feanen

25Drentsche Aa-gebied

4Duinen Terschelling

114Krammer-Volkerak

87Noordhollands Duinreservaat

29Havelte-Oost

128Brabantse Wal

56Arkemheen

5Duinen Ameland

74Zwarte Meer

116Kop van Schouwen

140Groote Peel

42Sallandse Heuvelrug

100Voornes Duin

86Schoorlse Duinen

131Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen

150Roerdal

20Zuidlaardermeergebied

39Vecht- en Beneden-Reggegebied

94Naardermeer

97Meijendel & Berkheide

3Duinen Vlieland

12Sneekermeergebied

19Leekstermeergebied

110Oudeland van Strijen

14Deelen

44Borkeld

120Zoommeer

136Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux

2Duinen en Lage Land Texel

32Mantingerzand

10Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

147Leudal

135Kempenland-West

24Witterveld

40Engbertsdijksvenen

18Rottige Meenthe & Brandemeer

9Groote Wielen

133Kampina & Oisterwijkse Vennen

137Strabrechtse Heide & Beuven

45Springendal & Da l van de Mosbeek

139Deurnsche Peel & Mariapeel

53Buurserzand & Haaksbergerveen

49Dinkelland

138Weerter- en Budelerbergen & Ringselven

160Savelsbos

6Duinen Schiermonnikoog

77Eemmeer & Gooimeer Zuidoever

61Korenburgerveen

101Duinen Goeree & Kwade Hoek

117Manteling van Walcheren

43Wierdense Veld

155Brunssummerheide

162Abtskolk & De Putten

132Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek

79Lepelaarplassen

36Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht

134Regte Heide & Riels Laag

84Duinen Den Helder-Callantsoog

28Elperstroomgebied

130Langstraat

85Zwanenwater & Pettemerduinen

11Witte en Zwarte Brekken

69Bruuk142

Sint Jansberg

144Boschhuizerbergen

26Drouwenerzand

41Boetelerveld

55Aamsveen

102De Wilck

50Landgoederen Oldenzaal

96Coepelduynen

99Solleveld & Kapittelduinen

107Donkse Laagten

17Bakkeveense Duinen

121Yerseke en Kapelse Moer

108Oude Maas

63Bekendelle

126Vogelkreek

98Westduinpark & Wapendal

16Wijnjeterper Schar

125Canisvlietse Kreek

51Lonnekermeer

70Lingegebied & Diefdijk

158Kunderberg

124Groote Gat

148Swalmdal

129Ulvenhoutse Bos

60Stelkampsveld

47Achter de Voort, Agelerbroek & Voltherbroek

141Oeffelter Meent

64Wooldse Veen

146Sarsven en De Banen

153Bunder- en Elsloërbos

46Bergvennen & Brecklenkampse Veld

48Lemselermaten

156Bemelerberg & Schiepersberg

31Mantingerbos

65Binnenveld

143Zeldersche Driessen

22Norgerholt

59Teeselinkven

62Willinks Weust

161Noorbeemden & Hoogbos

21Lieftinghsbroek

80Groot Zandbrink

52Boddenbroek

151Abdij Lilbosch & voormalig Klooster Mariahoop

Natura 2000-gebieden in Nederlandontwerpbesluiten 3e tranche

Legenda3e tranche

VR + HR

Habitatrichtlijngebied (HR)

Vogelrichtlijngebied (VR)

Andere Natura 2000-gebieden

De begrenzing van de gebieden waarvan de ontwerpbesluiten in de eerdere tranches ter inzage zijn gelegd, is conform die van de ontwerpkaarten van de betreffende gebieden of van de definitieve besluiten (100, 101, 113). De overige gebieden zijn aangeduid volgens de aanwijzing (VR, 1986-2005) of de aanmelding (HR,2003).

Overzichtskaart ligging Natura 2000-gebieden

Ministerie van LNV, Directie Natuur en Directie Regionale Zaken

Kaartproductie: Directie KennisDatum kaart: 11-jul-2008

Opdrachtgever:

Page 61: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 61

De schade aan natuurgebieden moet worden bepaald als de daadwerkelijke schade die wordt toegebracht: er wordt vanuit gegaan dat het betreffende natuurgebied moet worden beschouwd als verloren gegaan voor de nabije toekomst. Het feit dat er een natuurgebied verloren gaat telt hier dus als overweging; vervolgens wordt de ernst van het verlies uitgedrukt aan de hand van het type natuurgebied dat verloren is gegaan, en de oppervlakte van het verloren gegane gebied. Een andere factor die een rol speelt bij de bepaling van de ernst van het verlies, is de te verwachten duur van de aantasting. Deze is afhankelijk van de vraag of en op welke termijn er sprake zal zijn van natuurlijke regeneratie.

Geen rol spelen overwegingen over de aard en de mogelijke waarde van een nieuw, andersoortig ecosy-steem dat kan ontstaan na het incident: overwegingen als dat er ‘voor een verloren ecosysteem een ander ecosy-steem in de plaats komt’ zijn in deze beschouwing niet aan de orde; er is in dat geval geen sprake van ‘regeneratie’.

Als indicatoren voor het meten van de impact worden gehanteerd:• Type van de natuurgebieden die in het getroffen gebied

liggen: er wordt nagegaan of er zich in het getroffen gebied natuurgebieden bevinden die behoren tot de broedgebieden van weidevogels, tot de EHS of tot de Natura 2000 gebieden, of dat er sprake is van aantasting van de Waddenzee. Aantasting van deze gebieden wordt in die volgorde als ernstiger ingeschat.

• Relatief oppervlak van het getroffen gebied: voor ieder van de typen wordt bepaald welk percentage van de totaal in Nederland aanwezige oppervlakte getroffen is7.

7 Hierbij gelden de volgende waarden: voor de broedgebieden van weidevogels: 3% = 7500 ha (8,5 bij 8,5 km), 10% = 25.000 ha (15 bij 15 km); voor de EHS gebieden: 3% = 10.400 ha (10 bij 10 km), 10% = 43.710 ha (21 bij 21 km); voor de Natura 2000 gebieden: 3% = 8.750 ha (9 bij 9 km), 10% = 29.000 ha (17 bij 17 km).

Het criterium is wel/niet van toepassing

Relatieve oppervlakte àBeleidscategorie ↓ <3% 3-10% >10%Broedgebieden van weidevogels

EHS gebieden

Natura 2000 gebieden

Waddenzee

Is de duur van de aantasting korter dan 1 jaar?

Is de duur van de aantasting langer dan 10 jaar? ja / nee

De relatieve oppervlakte is als volgt uit de oppervlakte in hectares te berekenen: voor de broedgebieden van weidevogels: 3% = 7500 ha (8,5 bij 8,5 km), 10% = 25.000 ha (15 bij 15 km); voor de EHS gebieden: 3% = 10.400 ha (10 bij 10 km), 10% = 43.710 ha (21 bij 21 km); voor de Natura 2000 gebieden: 3% = 8.750 ha (9 bij 9 km), 10% = 29.000 ha (17 bij 17 km).1.

Bij de toepassing van de tabel moet rekening worden gehouden met de volgende overwegingen: • De Waddenzee wordt gezien als een afzonderlijk

natuurgebied, dat van groot belang is gezien zijn functie als ‘kraamkamer’ voor het zeeleven. Voor dit gebied wordt de tabelregel van Natura 2000 gebieden toegepast, waarbij geldt: 3% en 10% van de Waddenzee is gelijk aan 7200 ha (8,4 bij 8,4 km) resp. 24.000 ha (15 bij 15 km).

Page 62: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

62 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

B Impact op milieu algemeen, (buiten genoemde natuur- en landschappelijke gebieden),

Aantasting van het milieu in algemene zin zal over het algemeen leiden tot impacts die gescoord moeten worden onder een of meerdere van de impactcriteria anders dan criterium 4.1. Voorbeelden zijn:• Als de aantasting zodanig ernstig is dat er sprake is van

functioneel verlies van het getroffen gebied, dan valt dit onder impactcriterium 1.1.

• Impact van vrijgekomen chemische stoffen op de volkgezondheid: doden, (chronisch) zieken, lichamelijk lijden valt onder impactcriterium 2.

• Een groot aantal milieu-impacts zal gerekend moeten worden onder impactcriterium 3; het gaat dan bijvoor-beeld om kosten van/door:- herstelactiviteiten van aantasting van het milieu- evacuatie van mensen en (landbouw huis)dieren ten

gevolge van milieu-impacts- verlies van de bruikbaarheid van het milieu voor

landbouw, veeteelt, visserij, en voor ‘ecosysteemdiensten’

- verlies van andere ‘use’ functies van het milieu, zoals beschikbaarheid van oppervlaktewater voor waterzui-vering, recreatieve functies (bijvoorbeeld zwemwater, toerisme)

• Aantasting van het milieu kan een ontwrichtende werking hebben, met aantasting van de luchtkwaliteit, waardoor (sommige groepen van) mensen zich niet meer vrijelijk buiten kunnen bewegen (impactcriterium 5.1).

In het scenario moet expliciet aandacht worden gegeven aan deze overwegingen.

Ook binnen criterium 4.1 wordt aandacht besteed aan aantasting van het milieu. Voor een deel is daaraan al tegemoet gekomen, namelijk voor de specifieke natuur-gebieden genoemd onder A. In de gebieden die niet specifiek zijn aangemerkt als beschermd natuurgebied worden de ecologische effecten niet afgemeten aan individuele beschermdoelen, maar aan eenzelfde generiek ecologisch functioneren als ten grondslag ligt aan het functioneren van beschermde natuurgebieden. Hierbij wordt het toelaatbaar geacht dat bepaalde soorten worden aangetast, als er ook op lange termijn maar sprake blijft van een functionerend ecosysteem met een ruime diversiteit aan flora en fauna. Waarbij een goed functionerend ecosysteem is gedefinieerd als een systeem dat zichzelf duurzaam in stand kan houden door een redundante soortensamenstelling, waarbij de kringlopen van allerhande stoffen worden gefaciliteerd en energiestromen in evenwicht blijven.

Bij het formuleren van een scenario waarbij impact op het milieu is te verwachten, spelen de volgende overwegingen betreffende de omvang van de impact van een incident een rol. Men dient zich te realiseren dat de omvang van die rol bijzonder gevoelig is voor keuzes die worden gemaakt bij de beschrijving van het scenario. Het gaat hier met name om de volgende keuzes: • De aard van verstorende factoren, de typen van

verstoringen zijn: - het vrijkomen van toxische en/of radioactieve stoffen

en blootstelling aan ioniserende straling, brand, overstroming (en daardoor mogelijk verzilting van de bodem of verandering van de waterkwaliteit);

- mechanische beschadiging (natuurgeweld zoals storm, explosie, en vernieling, molest),;

- overrompeling door uitheemse flora en fauna.• In het geval van stoffen:- De fysisch-chemische en (eco)toxicologische

eigenschappen van de vrijkomende stoffen;- De hoeveelheden van de vrijkomende stoffen- De snelheid van vrijkomen.- Het ontvangende milieucompartiment.- De plaats en aard van het incident.- De precieze omstandigheden waaronder het incident

plaatsvindt.

Op basis van het gekozen scenario en de daarin gemaakte keuzes in de beschrijving wordt de ernst van de aantasting van het milieu die plaats zal vinden vastgesteld. Er is sprake van ernstige aantasting van het milieu indien:• er bij de aantasting de interventiewaarde die geldt voor

een chemische verontreiniging wordt overschreden, dan wel;

• er om andere redenen niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden voor een functionerend ecosysteem.

De ernst van de impact wordt gescoord aan de hand van de absolute oppervlakte van het getroffen gebied, en de tijdsduur.

Page 63: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 63

Het criterium is wel/niet van toepassing

Absolute oppervlakte →

Tijdsduur ↓

lokaal(max. 30 km2)

regionaal(30 - 300 km2)

provinciaal(300 – 3000 km2)

landelijk(> 3000 km2)

Minder dan één jaar

Langer dan één jaar, korter dan 10 jaar

Langer dan 10 jaar

Page 64: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

64 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Impactcriterium 5.1 Verstoring van het dagelijks leven

Criterium 5.1 heeft betrekking op het vitale belang Sociale en politieke stabiliteit“Het ongestoorde voortbestaan van een maatschappelijk klimaat waarin individuen ongestoord kunnen functioneren en groepen mensen goed met elkaar kunnen samenleven binnen de verworven-heden van de Nederlandse democratische rechtstaat en daarin gedeelde waarden.”

Criterium 5.1 luidt: “De aantasting van de vrijheid zich te verplaatsen en samen te komen op publieke plaatsen en in openbare ruimten, waardoor de deelname aan het normale maatschappelijk verkeer wordt belemmerd.”

De deelname aan het maatschappelijke verkeer wordt in de context van dit criterium belemmerd door externe factoren, zoals sluiting van winkels of voorzieningen, een verbod zich op straat te begeven, blokkades, e.d.. Indien aantasting (lichamelijk, psychisch) van de eigen gezond-heid deelname aan het maatschappelijke verkeer belem-mert, valt dat onder criterium 2.2.

Voorbeelden van bedreigingoorzaken zijn: aantasting van de vitale infrastructuur zoals uitval van gas of elektriciteit, massale sterfte of uitval onder de bevolking door pandemie, bezetting, grootschalige onlusten,

dijkdoorbraak, terroristische aanslag, grootschalige instroom van vluchtelingen, maar ook grootschalige staking van het openbaar bestuur, onderwijs of openbaar vervoer.

Als indicatoren voor het meten van de impact worden de volgende zes gehanteerd:• geen onderwijs kunnen volgen;• niet naar het werk kunnen gaan;• geen gebruik kunnen maken van maatschappelijke

voorzieningen als die voor sport, cultuur of gezondheidszorg;

• verminderde bereikbaarheid door blokkade van wegen en uitval van openbaar vervoer;

• verminderde virtuele/sociale bereikbaarheid door uitval van internet (e-mailverkeer), telecommunicatie (tv, telefoon, e.d.);

• niet kunnen doen van noodzakelijke aankopen wegens winkelsluiting.

De genoemde indicatoren worden gewaardeerd op basis van:• aantal getroffenen;• tijdsduur;• aantal indicatoren van toepassing.

Het criterium is wel/niet van toepassing

aantal getroffenen →tijdsduur ↓

< 10.000 getroffenen < 100.000 getroffenen

< 1 miljoengetroffenen

> 1 miljoen getroffenen

1-2 dagen

3 dagen tot 1 week

1 week tot 1 maand

1 maand of langer

Aantal indicatoren van toepassing:

Page 65: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 65

Impactcriterium 5.2 Aantasting van de democratische rechtsstaat

Criterium 5.2 heeft betrekking op het vitale belang Sociale en politieke stabiliteit“Het ongestoorde voortbestaan van een maatschappelijk klimaat waarin individuen ongestoord kunnen functioneren en groepen mensen goed met elkaar kunnen samenleven binnen de verworven-heden van de Nederlandse democratische rechtstaat en daarin gedeelde waarden.”

Criterium 5.2 luidt: “De aantasting van het functioneren van de instituties van de Nederlandse democratische rechtsstaat en/of de aantasting van rechten en vrijheden en andere kernwaarden verbonden aan de Nederlandse democratische rechtsstaat zoals vastgelegd in de grondwet.”

Dit criterium betreft de verstoring van het functioneren van het wezen (dat wil zeggen democratische rechten en vrijheden), het karakter en het functioneren (institutionele processen en beleids-, bestuurs- en uitvoeringsorganisa-ties) van de democratische rechtsstaat die Nederland is.

Voorbeelden van bedreigingoorzaken: Aanslag op het Binnenhof, bezetting door een vreemde mogendheid, staatsgreep, ondermijning van de onafhan-kelijkheid van de rechtspraak, belangenverstrengeling bij bestuurders, publieke haat- en intimidatiecampagnes waardoor personen of organisaties structureel worden achtergesteld, onvoldoende beschikbaarheid van het bestuurlijk en ambtelijk apparaat (bijvoorbeeld na overstromingen), bedreiging van journalisten, ontstaan van een parallelle samenleving waarbinnen het gezag van de overheid wordt ontkend, verstoring van de sociale cohesie door structurele achterstelling van bepaalde groepen, oproepen tot en/of andere uitingen van antidemocratische (extremistische) activiteiten en/of opvattingen.

Onder aantasting wordt verstaan een structurele (= niet-incidentele) belemmering van functioneren met een mate van impact op een nationale schaal. Ook ‘onder-mijning’ is een aantasting waarbij de impact zich niet direct manifesteert maar pas in een later stadium tot uiting komt.

Als indicatoren voor het meten van de impact worden de volgende zes gehanteerd:• Aantasting van het functioneren van de politieke

vertegenwoordiging. Deze aantasting kan bijvoorbeeld ontstaan:

- door een daadwerkelijke, fysieke belemmering van parlementariërs of lokale volksvertegenwoordigers bij het uitoefenen van hun functie;

- door intimidatie, afpersing, haatcampagnes ten aanzien van parlementariërs of lokale volksvertegenwoordigers;

- door belangenverstrengeling, omkooppraktijken e.d. die de integriteit van parlementariërs of lokale volksvertegenwoordigers aantasten en hen besluiten doet nemen op oneigenlijke gronden;

- door een gebrek aan vertrouwen bij een substantieel gedeelte van de bevolkingover het algemene functioneren van de politieke vertegenwoordiging.

• Aantasting van het functioneren van het openbaar

bestuur en daaraan verbonden ambtenaren. Deze aantasting kan bijvoorbeeld ontstaan:- door een daadwerkelijke, fysieke belemmering van

openbare bestuurders en daaraan verbonden ambtenaren bij het uitoefenen van hun functie;

- door intimidatie, afpersing, haatcampagnes ten aanzien van openbare bestuurders en daaraan verbonden ambtenaren;

- door belangenverstrengeling, omkooppraktijken e.d. die de integriteit van openbare bestuurders en daaraan verbonden ambtenaren aantasten en hen besluiten doet nemen op oneigenlijke gronden;

- door een gebrek aan vertrouwen bij een substantieel gedeelte van de bevolking over het algemene functioneren van openbare bestuurders en daaraan verbonden ambtenaren.

• Aantasting van het functioneren van het openbare orde en veiligheidssysteem. Deze aantasting kan bijvoorbeeld ontstaan:- door een daadwerkelijke, fysieke belemmering van

openbare orde en veiligheidsfunctionarissen bij het uitoefenen van hun functie;

- door intimidatie, afpersing, haatcampagnes ten aanzien van openbare orde en veiligheidsfunctionarissen;

- door belangenverstrengeling, omkooppraktijken e.d. die de integriteit van openbare orde en veiligheids-functionarissen aantasten en hen doet besluiten te acteren op oneigenlijke gronden;

- door een ondermijning van het geweldsmonopolie van de overheid;

Page 66: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

66 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

- door een gebrek aan vertrouwen bij een substantieel gedeelte van de bevolking over het algemene functioneren van de overheid bij het handhaven van de openbare orde en veiligheid.

• Aantasting van het functioneren van een onafhankelijke rechtspraak. Deze aantasting kan bijvoorbeeld ontstaan:- door een daadwerkelijke, fysieke belemmering van

rechters bij het uitoefenen van hun functie; - door een aantasting van de scheiding der machten

(politieke druk op rechters);- door intimidatie, afpersing, haatcampagnes of

ernstige druk van de publieke opinie ten aanzien van rechters;

- door belangenverstrengeling, omkooppraktijken e.d. die de integriteit van rechters aantasten en hen besluiten doet nemen op oneigenlijke gronden;

- door een gebrek aan vertrouwen bij een substantieel gedeelte van de bevolking over het algemene functioneren van de rechterlijke macht

• Aantasting van vrijheden en rechten zoals vastgelegd in grondwet en wetgeving (vrijheid van godsdienst, meningsuiting, vereniging, kiesrecht, …);- deze indicator spreekt voor zichzelf. Zie wel de

definitie van ‘aantasting’ boven.

Dit aspect betreft niet de beperkingen die onderimpactcriterium C.5.1 worden afgedekt.

• Aantasting van de kernwaarden die van een democrati-sche rechtsstaat ook een democratische samenleving maken. Bij een goed functionerende democratie gaat het niet alleen om het reguleren van de verhoudingen tussen overheid en burger (de verticale dimensie van een democratische rechtsorde) maar ook om de verhoudingen tussen burgers onderling (de horizontale dimensie van een democratische rechtsorde). Aantasting kan bijvoorbeeld ontstaan: - doordat een grote mate van maatschappelijk

wantrouwen tussen burgers of groepen van burgers bestaat;

- doordat de kernwaarde tolerantie onder druk staat; - doordat het respect voor diversiteit en andere

levensoriëntaties onder druk staat; - doordat een voldoende mate van solidariteit in de

samenleving ontbreekt.

De klassenindeling wordt vervolgens gebaseerd op:• aantal indicatoren dat van toepassing is;• de tijdsduur;• de omvang waarmee een indicator is aangetast.

Het criterium is wel/niet van toepassing

Aantal indicatoren →

Mate ↓

Max 1 uit 6 indicatoren Max 2 uit 6 indicatoren 3 of meer uit 6 indicatoren

Beperkt

Gemiddeld

Aanzienlijk

Is sprake van een aantasting van slechts een aantal dagen? Ja/Nee

Is sprake van een aantasting van een half jaar of meer? Ja/Nee

De mate van aantasting van een indicator (beperkt, gemiddeld of aanzienlijk) wordt gescoord op basis van een inschatting van de schaalgrootte van impact. Er wordt daarbij een inschatting gemaakt van de omvang van de groep van actoren die de aantasting veroorzaken en de omvang van de groep van actoren die slachtoffer zijn van de aantasting; bijvoorbeeld: is er bij een beperkt, gemid-deld of aanzienlijk deel van openbare bestuurders sprake van belangenverstrengeling? Of bijvoorbeeld: wordt bij een beperkt, gemiddeld of aanzienlijk deel van de bevolking/bevolkingsgroep rechten en vrijheden aangetast?

In geval er 2 of meer indicatoren relevant zijn dan wordt op de volgende wijze tot de juisteeindgradatie in de tabel gekomen:• De eindgradatie “beperkt” geldt indien de mate van

aantasting van elk van de relevante indicatoren maximaal “beperkt” is.

• De eindgradatie “aanzienlijk” geldt indien de mate van aantasting van minstens één van de relevante indicato-ren “aanzienlijk” is.

• De eindgradatie “gemiddeld” geldt voor de overige gevallen.

Page 67: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 67

Impactcriterium 5.3 Sociaal-psychologische impact en maatschappelijke onrust

Criterium 5.3 heeft betrekking op het vitale belang Sociale en politieke stabiliteit van de Nederlandse democratische rechtsstaat“Het ongestoorde voortbestaan van een maatschappelijk klimaat waarin individuen vrij kunnen functioneren en groepen mensen goed met elkaar kunnen samenleven met behoud van de verworvenheden en gedeelde waarden van de Nederlandse democratische rechtstaat.”

Criterium 5.3 luidt: “De reactie van de bevolking die door negatieve emoties en gevoelens wordt gekarakteriseerd (zoals angst, boosheid, ontevredenheid, verdriet, teleurstelling, paniek, walging, gelatenheid/apathie). Het betreft de bevolking als geheel, dus naast de direct getroffenen ook burgers die het incident of proces via media of anderszins ervaren.. De uitingen van deze emoties en gevoelens kunnen al dan niet waarneembaar (d.w.z. hoorbaar, zichtbaar, leesbaar) zijn.”

Uitingen van negatieve emoties en gevoelens zijn bijvoorbeeld protesten, demonstraties, verstoringen van de openbare orde, vernielingen, oproepen via de media (deels ook gevoed door media-aandacht), uitingen in sociale media, ‘hacking’ uit protest, Twitter of email ‘bombardementen’, en andere vormen van maatschappe-lijke onrust. Andere gedragingen betreffen bijvoorbeeld vlucht- en vermijdingsgedrag, van het normale patroon afwijkende handelingen, het nemen van kennelijk onverstandige besluiten, niet meer kunnen handelen (lamgeslagen zijn).N.B.: Dit criterium betreft onder meer psychologische effecten die tijdelijk van aard zijn. Bij het ontstaan van chronische afwijkingen (psychische trauma’s) is criterium 2.2 van toepassing.

Voorbeelden van bedreigingoorzaken zijn: terroristische aanslag, politieke moord,ontvoering, gijzeling of aanslag op politieke leiders of leden van het Koninklijk Huis, dominantie van een ondemocratische politieke partij, staatsgreep, ontploffing van een kerncentrale, pandemie met (mogelijkheid van) een massale sterfte.

Er is een aantal indicatoren dat aan bovenstaande negatieve emoties en gevoelens, en uitingen ervan, ten grondslag ligt. Dat worden “drivers” (bepalende indicato-ren) genoemd. Er is voor gekozen om het scoringsmecha-nisme primair te baseren op het al dan niet in beginsel van toepassing zijn van deze “drivers.” In aanvulling hierop wordt de omvang van de waarneembare uitingen van maatschappelijke onrust als een versterkend of afzwak-

kend mechanisme gebruikt.De indicatoren worden in drie onderstaande categorieën opgedeeld. Ondanks het verschillende aantal indicatoren per categorie, worden de categorieën onderling als even belangrijk beschouwd. De categorieën liggen deels in elkaars verlengde en zullen dus veelal in combinatie optreden.Het gaat er in eerste instantie om of een indicator in beginsel kan optreden als gevolg van de gebeurtenis(sen) die in het scenario worden beschreven, gelijktijdig of volgtijdelijk. Het gaat nog niet om het aantal mensen voor wie een indicator waarneembaar van toepassing is, of de tijdsduur ervan.

De drie categorieën bestaan uit de volgende indicatoren.

1. Perceptie van de gebeurtenis(sen) in het scenario bij de bevolking:• onbekendheid met de aard of de oorzaak van het

risico;

dit kan bijvoorbeeld tot angst leiden (hoe groter de onbekendheid, des te angstiger men is)

• onzekerheid over de mate van dreiging of gevaar en over de mogelijkheid dat iemand er persoonlijk door geraakt kan worden;

dit kan bijvoorbeeld tot angst of paniek leiden (grotere onzekerheid over de eigen blootstelling aan dreiging/gevaar leidt tot toene-mende angst of paniek)

• mate van onnatuurlijkheid van (de oorzaken van) de gebeurtenis(sen) in het scenario;

dit kan bijvoorbeeld tot angst of boosheid leiden (hoe onnatuurlijke de oorzaak, d.w.z. hoe meer boosaardige invloed van de mens, des te angstiger men is voor de gevolgen en des te bozer men is op de veroorzakers)

• mate waarin specifieke groepen of kwetsbare groepen – zoals kinderen, ouderen, zieken, armlasti-gen – onevenredig zwaar worden getroffen.

dit kan bijvoorbeeld tot boosheid of verdriet leiden (hoe meer specifieke groepen of kwetsbare groepen het slachtoffer zijn, des te grote het gevoel van onrechtvaardigheid wat leidt tot boosheid en/of verdriet)

Page 68: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

68 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

2. Vertrouwen in het handelen van (overheids)instanties en/of bedrijven bij de bevolking:• mate van gevoelde verwijtbaarheid (tekortschieten)

van relevante bedrijven en (overheids) instanties bij het ontstaan van de gebeurtenis(sen) in het scenario dan wel het optreden van ongewenste gevolgen ervan (relatie met preventie);

dit kan bijvoorbeeld tot boosheid leiden (hoe groter het gevoel dat er verwijtbaar tekort geschoten is, des te bozer men is)

• mate van verlies van vertrouwen in het optreden van de overheid en betrokken bedrijven en andere instanties (NB niet de hulpdiensten) inzake enerzijds de beheersing van de gebeurtenis(sen) in het scenario en anderzijds de informatieverschaffing erover en zijn/hun oorzaken (relatie met preparatie en initiële respons);

dit kan zowel tot boosheid als tot angst of paniek leiden (hoe groter het gebrek aan vertrouwen en aan adequate informatie, des te bozer men is wegens beschaamde verwachtingen en teleurstel-ling en des te angstiger wegens verlies aan mentaal houvast)

• mate van verlies van vertrouwen in het optreden van de hulpdiensten bij de beheersing van de gebeurtenis(sen) in het scenario, bijvoorbeeld in geval van normoverschrijding bij opkomsttijden, capaciteitstekort, inadequate/onjuiste handelingen e.d. (relatie met preparatie en initiële respons).

dit kan zowel tot boosheid als tot angst of paniek leiden (hoe groter het gebrek aan vertrouwen, des te bozer men is wegens beschaam-de verwachtingen en teleurstelling en des te angstiger en meer paniek wegens verlies aan uitzicht op hulp)

3. Handelingsperspectief zoals ingeschat door zowel direct getroffenen als de rest van de bevolking bij het optreden van de gebeurtenis(sen) in het scenario:• mate van onbekendheid en/of onervarenheid met

mogelijke vormen van zelfredzaamheid in de specifieke situatie (vormen van onwetendheid);

dit kan bijvoorbeeld tot angst leiden (hoe groter de onwetendheid met manieren om de eigen situatie positief te beïnvloeden, des te angstiger men is)

• mate van persoonlijke onmogelijkheid tot beheer-sing van de eigen situatie (vormen van zelfredzaamheid).

dit kan bijvoorbeeld tot angst of paniek leiden (hoe minder de zelfredzaamheid, des te angstiger men is en hoe groter de

gevoelens van paniek zullen worden wegens het gevoel van afhankelijkheid van anderen).

Per indicator wordt aangegeven of de indicator wel of niet van toepassing is. Niet van toepassing wil zeggen dat er geen logische relatie is met de gebeurtenis(sen) in het scenario of de oorzaken ervan. Als de indicator (in beginsel) wel van toepassing is, gelden vier intensiteiten (‘mate’) waarin de indicator kan optreden.Een intensiteit heeft niet te maken met de tijdsduur van waarneembare uitingen van negatieve emoties en gevoelens of met een aantal personen voor wie de indicator geldt, maar veeleer met de inschatting of de indicator gemiddeld (over de bevolking) genomen in een bepaalde mate optreedt.Bij de bepaling van de intensiteit per indicator moet worden bedacht dat een scenario is opgebouwd uit verschillende gebeurtenissen. Bij processcenario’s kunnen deze gebeurtenissen elkaar opvolgen over een langere tijdperiode. De (intensiteit van een) indicator kan worden bepaald door het scenario als geheel maar kan ook worden bepaald door een specifieke gebeurtenis. De maximale intensiteit van de indicator op enig moment in het scenario bepaalt de score.

De volgende intensiteiten worden onderscheiden:• ‘geen’, d.w.z. dat de indicator in dit scenario niet

optreedt (maar in beginsel wel zou kunnen optreden);• ‘beperkt’, d.w.z. dat de indicator in zwakke mate

optreedt;• ‘gemiddeld, d.w.z. dat de indicator zich wel duidelijk

voordoet maar niet heel sterk optreedt;• ‘aanzienlijk’, d.w.z. dat de indicator in (zeer) sterke mate

optreedt.

De klassenindeling wordt gebaseerd op het aantal indicatorcategorieën dat ‘significant’ is, en op een eindoordeel over ‘gradatie’ die op de intensiteit van afzonderlijke indicatoren is gebaseerd.

Een indicatorcategorie (perceptie, verwachtingspatroon of handelingsperspectief ) is ‘significant’indien:• er minstens één indicator een intensiteit ‘aanzienlijk’

heeft in de categorie, óf• indien aan de volgende twee voorwaarden gelijktijdig

wordt voldaan:- minimaal de helft van zijn indicatoren scoren een

intensiteit ‘beperkt’ of ‘gemiddeld’, en- er is minstens één indicator met intensiteit‘gemid-

deld’ in de categorie.

Page 69: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 69

Een categorie die bijvoorbeeld uitsluitend bestaat uit ‘beperkt’ van toepassing zijnde indicatoren, is niet significant.

Indien geen indicatoren van toepassing zijn (NVT)) dan scoort dit gehele criterium ‘NVT’ (label X), indien geen van de indicatoren optreden (‘geen’) scoort dit criterium label A.

Indicator(zie toelichtingen)

irrelevant relevant en dus van toepassing, treedt al dan niet op

NVT ‘geen’ ‘beperkt’ ‘gemiddeld’ ‘aanzienlijk’

1 Perceptie

1a onbekendheid

1b onzekerheid

1c onnatuurlijkheid

1d onevenredigheid

Gesommeerd per intensiteit:

Categorie 1 is significant (zie toelichting) ja / nee

2 Verwachtingspatroon

2a verwijtbaarheid

2b vertrouwensverlies in overheid/bedrijven/instanties

2c vertrouwensverlies in hulpdiensten

Gesommeerd per intensiteit:

Categorie 2 is significant (zie toelichting) ja / nee

3 Handelingsperspectief

3a onwetendheid

3b geen zelfredzaamheid

Gesommeerd per intensiteit:

Categorie 3 is significant (zie toelichting) ja / nee

Totaal aantal significante categorieën 1 / 2 / 3

Zijn er indicatoren die ‘gemiddeld’ of ‘aanzienlijk’ scoren? ja / nee

Het eindoordeel over de gradatie berust op het vóórko-men van bepaalde intensiteiten van deafzonderlijke indicatoren in de categorieën:• ‘laag’ indien er geen relevante indicatoren met intensi-

teit ‘gemiddeld’ of ‘aanzienlijk’ zijn;• ‘hoog’ indien één van de volgende twee situaties zich

voordoet:- er is slechts één significante categorie en van deze

hebben alle indicatoren een intensiteit ‘aanzienlijk’;- er zijn of twee of drie significante categorieën en deze

bevatten elk minstens één indicator met intensiteit ‘aanzienlijk’, ‘gemiddeld’ in de overige gevallen.

Page 70: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

70 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Aantal sign. cat. → 0 significante 1 significante 2 significante 3 significante

Eindgradatie ↓ categorieën categorie categorieën categorieën

Laag - - -

Gemiddeld

Hoog - (de streepjes zijn situatiecombinaties die niet kunnen voorkomen)

Waarneembare negatieve emoties en gevoelens van < 10.000 personen gedurende maximaal een week? Ja/Nee

Waarneembare negatieve emoties en gevoelens van > 1.000.000 personen (waaronder in 2 of meer grote steden) gedurende ten minste één een week? Ja/Nee

In alle gevallen wordt een maximale beschouwingstermijn van 1 maand per gebeurtenis aangehouden. Daarna wordt het steeds moeilijker om gedragingen, zoals onder dit criterium bedoeld, als direct gevolg van specifieke gebeurtenis(sen) in het scenario op te vatten. Niettemin kan als gevolg van een reeks van gebeurtenissen een oplopende algemene maatschappelijke onrust optreden die zich over een langere periode voltrekt; deze is dan het cumulatieve resultaat van achtereenvolgende gebeurte-nissen. Dit fenomeen dient wel te worden gescoord in de correctie.

Page 71: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 71

Waarschijnlijkheidsbeoordeling voor niet-moedwillige scenario’s

Algemene uitgangspunten• Voor het bepalen van de waarschijnlijkheid wordt een

indeling in vijf klassen gehanteerd (klassen A t/m E). Klasse A representeert een incidentscenario dat als zeer onwaarschijnlijk wordt gekwalificeerd, klasse E representeert een incidentscenario dat als zeer waar-schijnlijk wordt gekwalificeerd.

• Ingeval een kwantitatieve inschatting van de waar-schijnlijkheid mogelijk is, wordt voor de klassen A t/m D de mogelijkheid geboden een indeling te hanteren naar drie subklassen: laag – midden – hoog, en voor klasse E een extra subklasse laag, om daarmee een grotere en meer continue uitkomstenruimte te creëren.

• Voor ieder incidentscenario dient de (sub)klasseninde-ling bepaald te worden voor:- de verwachte waarde voor de waarschijnlijkheid van

het incident (V);- de ondergrens voor de waarschijnlijkheid van het

incident (O);

- de bovengrens voor de waarschijnlijkheid van het incident (B).

• De ondergrens (O) en de bovengrens (B) zijn een schatting voor de onzekerheid met betrekking tot de bepaling van de waarschijnlijkheidsklasse, hetzij door onbekendheid van de waarschijnlijkheid hetzij door verschil van mening tussen experts.

• De waarschijnlijkheid wordt uitgedrukt als de waar-schijnlijkheid dat het scenario gedurende een tijdsperi-ode van vijf jaar zal plaatsvinden.

Indeling waarschijnlijkheidsklassenVoor het inschatten van de waarschijnlijkheid van een niet-moedwillig scenario geldt de volgende verdeling in klassen.

Klasse % per 5 jaar Kwantitatief (%) Kwalitatieve omschrij-ving van het gevaar

A < 0,05 A-laagA-middenA-hoog

< 0,010,01 – 0,0250,025 – 0,05

zeer onwaarschijnlijk

B 0,05 – 0,5 B-laagB-middenB-hoog

0,05 – 0,10,1 – 0,250,25 – 0,5

onwaarschijnlijk

C 0,5 – 5 C-laagC-middenC-hoog

0,5 – 11 – 2,52,5 – 5

enigszins waarschijnlijk

D 5 – 50 D-laagD-middenD-hoog

5 – 1010 – 2525 – 50

waarschijnlijk

E 50 – 100 E laagE

50 – 6666-100

zeer waarschijnlijk

Het grote verschil tussen de klassen doet recht aan de bij veel scenario’s te verwachten onzekerheid van de kansschatting. In slechts een beperkt aantal van de scenario’s zal gebruik gemaakt kunnen worden van betrouwbare statistische gegevens.

Men zal in vele gevallen gebruik moeten maken van onvolledige gegevens gecombineerd met expertmeningen.

Page 72: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

72 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Bepalen van waarschijnlijkheidsklasse

Bij het scoren van de waarschijnlijkheid zijn twee uitgangs-punten belangrijk:• de waarschijnlijkheid van een incident scenario wordt

gescoord voor het scenario als geheel. Dat wil zeggen: de waarschijnlijkheid dat de gedefinieerde gebeurtenis-sen (incident) plaatsvinden en resulteert in de beschre-ven gevolgen (impact).

• het beschreven scenario is een unieke keten van (bijna gelijktijdige) gebeurtenissen; de waarschijnlijkheid wordt niet gescoord m.b.t. deze unieke keten maar wordt gescoord voor een cluster van vergelijkbaar ernstige scenario’s binnen het scenariothema.

Bij het scoren van de waarschijnlijkheid van een niet-moedwillig scenario wordt het volgende stappenschema gehanteerd:1. inventariseer de beschikbare informatie/ervaringsgege-

vens in de scenariobeschrijving m.b.t. het bepalen van de waarschijnlijkheid. Ingeval casuïstiek beschikbaar is, dient tevens geïnventariseerd te worden in hoeverre de omstandigheden gewijzigd zijn m.b.t. de mogelijke oorzaken, de getroffen beheersmaatregelen, of anderszins;

2. op basis van de beschikbare gegevens bepalen de leden van de werkgroep individueel de score voor de waarschijnlijkheid m.b.t. verwachte waarde (V);

3. de resultaten worden plenair in de werkgroep geëvalueerd, waarbij de individuele leden (zonodig) de score toelichten;

4. de individuele leden scoren in 2de ronde;5. op basis van het resultaat wordt de verwachte waarde

(V) bepaald, alsmede de Bovengrens (B) en de onder-grens (O); (V): meest gescoorde klasse (B); hoogst gescoorde klasse (O): laagst gescoorde klasse

6. plenair wordt geëvalueerd in hoeverre de (B) en (O) voldoende representatief zijn voor de onzekerheid m.b.t. de schatting van de waarschijnlijkheid; eventueel worden deze waarden aangepast;

7. de scores worden vastgelegd inclusief de onderbou-wing en motivering van de gemaakte keuzes.

Een nadere toelichting op het stappenplan en het gebruik van expertmeningen is hier te vinden.

Voorbeelden m.b.t. het scoren van de waarschijnlijkheid staan hier.

Page 73: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 73

Waarschijnlijkheidsbeoordeling voor moedwillige scenario’s

Algemene uitgangspunten• Voor het bepalen van de waarschijnlijkheid wordt een

indeling in vijf klassen gehanteerd (klassen A t/m E). Klasse A representeert een scenario dat als zeer onwaarschijnlijk wordt gekwalificeerd, klasse E representeert een scenario dat als zeer waarschijnlijk wordt gekwalificeerd.

• Voor ieder incidentscenario dient de (sub)klasseninde-ling bepaald te worden voor:- de verwachte waarde voor de waarschijnlijkheid van

het incident (V);- de ondergrens voor de waarschijnlijkheid van het

incident (O);- de bovengrens voor de waarschijnlijkheid van het

incident (B).• De ondergrens (O) en de bovengrens (B) zijn een

schatting voor de onzekerheid met betrekking tot de bepaling van de waarschijnlijkheidsklasse.

• De waarschijnlijkheid wordt uitgedrukt als de waarschijnlijkheid dat het scenario gedurende een tijdsperiode van vijf jaar zal plaatsvinden.

Indeling waarschijnlijkheidsklassenHet moedwillige scenario gaat ervan uit dat de voorziene (terroristische) dreiging succesvol zal zijn. Om deze reden wordt de waarschijnlijkheid primair bepaald door een tweetal factoren:• de waarschijnlijkheid dat een specifieke dreiging tot een

aanslag leidt; dit aspect wordt met name bepaald door de soort dreiging en de capaciteiten en intenties van terroristische groepen;

• de waarschijnlijkheid dat de aanslag succesvol is; dit aspect wordt met name bepaald door de kwetsbaarheid van de voorziene doelen.

Voor het inschatten van de waarschijnlijkheid van het moedwillige scenario geldt de volgende indeling in klassen.

Klasse Kwalitatieve omschrijving van de dreiging

A geen concrete aanwijzingen en het scenario wordt niet voorstelbaar geacht

B geen concrete aanwijzingen, maar het scenario wordt enigszins voorstelbaar geacht

C geen concrete aanwijzingen, maar het scenario is voorstelbaar

D het scenario wordt zeer voorstelbaar geacht; er zijn enige aanwijzingen dat het scenario zich daadwerkelijk zal voordoen,

E concrete aanwijzingen dat het scenario geëffectueerd zal worden;

Afhankelijk van de kwetsbaarheid van het voorziene doel (doelen) wordt de klasse aangepast.Ingeval de kwetsbaarheid als ‘hoog’ wordt geschat: klasse wordt met één categorie verhoogd (bijv. C wordt D). Ingeval de kwetsbaarheid als ‘laag’ wordt geschat: klasse wordt met één categorie verlaagd (bijv. C wordt B).

Voor het bepalen van de kwetsbaarheid wordt de onderstaande indeling aangehouden.

Score Omschrijving KwetsbaarheidLaag Een hoge graad van weerstand tegen de dreiging. Er zijn beheersmaatregelen getroffen.

Gemiddeld Voldoende weerstand tegen de dreiging, maar met enkele zwakke punten ten aanzien van maatregelen en/of naleving.

Hoog Onvoldoende of geen weerstand tegen de dreiging. Er zijn geen maatregelen getroffen.

Voorbeelden van het bepalen van de kwetsbaarheid voor onderscheiden typen dreigingen staan vermeld in het schema op pagina 4.

Aangezien de waarschijnlijkheid bepaald wordt op basis van een kwalitatieve (grove) schaalindeling, zal de gekozen klasse in principe worden geduid als het midden van de klasse.

Page 74: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

74 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Voor het bepalen van de verwachte waarde (V) kan daarvan worden afgeweken indien het resultaat voor de ondergrens (O) en bovengrens (B) tot een asymmetrisch beeld leiden. Bijvoorbeeld: Ondergrens klasse C; Verwachte waarde klasse D, Bovengrens klasse D. In dit geval kan de Verwachte waarde naar klasse D-laag verschuiven.

Bepalen van waarschijnlijkheidsklasseBij het scoren van de waarschijnlijkheid zijn twee uitgangs-punten belangrijk:• de waarschijnlijkheid van een incidentdreiging scenario

wordt gescoord voor het scenario als geheel. Dat wil zeggen: de waarschijnlijkheid dat de gedefinieerde dreiging (incident) wordt uitgevoerd en resulteert in de beoogde gevolgen (impact).

• het beschreven scenario is een unieke keten van (bijna gelijktijdige) gebeurtenissen; de waarschijnlijkheid wordt niet gescoord m.b.t. deze unieke keten maar wordt gescoord voor een cluster van vergelijkbaar ernstige scenario’s binnen het scenariothema.

Bij het scoren van de waarschijnlijkheid wordt het volgende stappenschema gehanteerd:1. inventariseer de beschikbare informatie (maatschap-

pelijke trends, dreigingsanalyse) in de scenariobeschrij-ving m.b.t. het bepalen van de waarschijnlijkheid.

2. op basis van de beschikbare gegevens bepalen de leden van de werkgroep individueel de verwachte waarde (V) voor de waarschijnlijkheid.

3. de resultaten worden plenair in de werkgroep geëvalueerd, waarbij de individuele leden (zonodig) de score toelichten

4. de individuele leden scoren in 2de ronde.5. op basis van het resultaat wordt de definitieve

verwachte waarde (V) bepaald, alsmede de Bovengrens (B) en de ondergrens (O). (V): meest gescoorde klasse (B); hoogst gescoorde klasse (O): laagst gescoorde klasse

6. plenair wordt geëvalueerd in hoeverre de (B) en (O) voldoende representatief zijn voor de onzekerheid m.b.t. de schatting van de waarschijnlijkheid; eventueel worden deze waarden aangepast

7. de scores worden vastgelegd inclusief de onderbou-wing en motivering van de gemaakte keuzes

Een nadere toelichting op het stappenplan en het gebruik van expertmeningen is hier te vinden.Voorbeelden m.b.t. het scoren van de waarschijnlijkheid staan hier.

Page 75: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 75

Waarschijnlijkheidsbeoordeling voor processcenario’s

Algemene uitgangspunten• Voor het bepalen van de waarschijnlijkheid wordt een

indeling in vijf klassen gehanteerd (klassen A t/m E). Klasse A representeert een processcenario dat als zeer onwaarschijnlijk wordt gekwalificeerd, klasse E representeert een processcenario dat als zeer waar-schijnlijk wordt gekwalificeerd.

• Ingeval een kwantitatieve inschatting van de waar-schijnlijkheid mogelijk is, wordt voor de klassen A t/m D de mogelijkheid geboden een indeling te hanteren naar drie subklassen: laag – midden – hoog, en voor klasse E een extra subklasse laag, om daarmee een grotere en meer continue uitkomstenruimte te creëren.

• Voor ieder processcenario dient de (sub)klassenindeling bepaald te worden voor:- de verwachte waarde voor de waarschijnlijkheid van

het incident (V);- de ondergrens voor de waarschijnlijkheid van het

incident (O);- de bovengrens voor de waarschijnlijkheid van het

incident (B).• De ondergrens (O) en de bovengrens (B) zijn een

schatting voor de onzekerheid met betrekking tot de bepaling van de waarschijnlijkheidsklasse.

• De waarschijnlijkheid wordt bepaald voor een aaneen-gesloten periode van 5 jaar waarbij de tijdshorizon op langere termijn kan liggen (0-5 jaar, 10-15 jaar, 20-25 jaar of zelfs verder). Ook kunnen meerdere tijdsperioden beschouwd worden, die dan afzonderlijk worden gescoord.

Kenmerk van een processcenario is dat er sprake is van een trendmatige ontwikkeling. Deze ontwikkeling kan zichtbaar zijn, maar kan zich ook ‘in het verborgene’ afspelen en op enig moment zichtbaar worden. Processcenario’s kunnen resulteren in incidenten, maar er kan ook sprake zijn van een sluipende aantasting van de vitale belangen. Voor meer informatie over processcena-rio’s klik hier.

Een gevolg van de trendmatige ontwikkeling is dat de reactie van de overheid (en eventueel andere stakehol-ders) op de beschreven ontwikkeling deel uitmaakt van de scenariobeschrijving.

Processcenario’s worden onderscheiden naar gevaar of dreiging.

Indeling waarschijnlijkheidsklassen en bepalen waarschijnlijkheidsklasseIngeval een processcenario primair een gevaarkarakter draagt (bijv. extreme hitte en droogte of de ziekte van Lyme) dan wordt de indeling van waarschijnlijkheids- klassen en de werkwijze voor het bepalen van de waar-schijnlijkheidsklasse voor niet-moedwillige scenario’s gevolgd.Ingeval een processcenario primair een moedwillig karakter draagt (bijv. bijvoorbeeld misbruik grondstoffen-schaarste door producerende landen) dan wordt de indeling van waarschijnlijkheidsklassen en de werkwijze voor het bepalen van de waarschijnlijkheidsklasse voor moedwillige scenario’s gevolgd.

Page 76: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

76 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Het begrip risico

De methode is gericht op een beoordeling en positionering van risicoscenario’s. Omdat elk scenario een specifiek risicotype (gevaar/dreiging van zekere omvang en met bepaalde gevolgen) beschrijft, is de methode dus feitelijk gericht op de beoordeling van risico’s..

Het begrip “risico” wordt gedefinieerd als een samenstel van “impact” (het totaal van de gevolgen van het scenario) en “waarschijnlijkheid” (een verwachting omtrent het optreden van het scenario). Merk op dat deze definitie verschilt van de klassieke eendimensionale definitie “kans x gevolg.”

De onderstaande figuur geeft aan dat de beoordeling van impact en waarschijnlijkheid in eerste instantie afzonder-lijk geschiedt. Nadat de scenario’s op elk van deze twee risicocomponenten zijn beoordeeld, vindt een samenvoe-ging plaats om een tweedimensionaal totaalbeeld van de verschillende typen incidentscenario’s te creëren.

Het gescheiden presenteren van de beide risicocompo-nenten impact en waarschijnlijkheid heeft tenminste een tweetal redenen:

Risico

WaarschijnlijkheidImpact (gevolgen)

Incidentscenario

Waarschijnlijkheid

Impact

Figuur: Elk scenario wordt op de twee risicocomponenten beoordeeld

1. Bewust wordt het traditionele “risico is kans maal gevolg” vermeden omdat dit teveel een strikt kwantita-tieve invulling suggereert en omdat de herleiding van “risico” tot één getal de twee wezenlijke dimensies ervan aan het oog onttrekt. Voorts worden impact en waarschijnlijkheid in onze risicobeleving niet altijd gelijkwaardig gewogen, hetgeen in de formule ‘risico is kans maal gevolg’ wel verondersteld wordt.

2. De onzekerheid m.b.t de schatting van beide risico-componenten kan verschillen. De waarschijnlijkheid van optreden kan vaak niet op grond van historische gegevens worden geschat omdat deze ontbreken, of omdat omstandigheden niet vergelijkbaar zijn, of omdat het scenario uit een complex geheel van gebeurtenissen bestaat. In het bijzonder bij opzettelijk veroorzaakte incidenten moet veelal een kwalitatieve inschatting van waarschijnlijkheid op basis van “intelligence” worden gemaakt. Ook is het veelal niet goed mogelijk om de gevolgen van een incident te kwantificeren omdat we nu eenmaal tien impactcriteria onderscheiden met elk een eigen waarschijnlijkheid van optreden en een eigen gegevensbasis.

Page 77: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 77

Gevoeligheid

Hoewel de NRB methodologie gebaseerd is op methodo-logische keuzen volgens de laatste wetenschappelijke inzichten en de verwachte scores van NRB scenario’s met enige precisie door experts ingeschat zijn, blijven het desalniettemin keuzen en inschattingen. Om de invloed van de gemaakte keuzen en inschattingen op de eindsco-res –en dus de waardering van de eindscores en de positionering in het risicodiagram– in een breder perspec-tief te plaatsen en de robuustheid ervan in te schatten, dient men de gevoeligheid van deze eindscores te testen voor kleine wijzigingen in de geschatte NRB scores, andere relatieve criteriumgewichten, en in de kwantificering van de impactlabels. In de NRB worden volgende gevoelig-heidsanalyses standaard uitgevoerd: • Berekenen van de totaalscores aan de hand van boven- en

ondergrensinschattingen: Aangezien de scenariogroepen een inschatting geven van de ondergrens, verwachte waarde en bovengrens voor zowel impact- als waar-schijnlijkheidsbeoordelingen, kunnen deze ondergrens- en vooral de bovengrenswaarden gebruikt worden om te testen of totaalscores en de positionering van de scenario’s in het risicodiagram significant veranderen. Zie de figuur hieronder voor de manier waarop deze onder- en bovengrenzen zichtbaar kunnen worden gemaakt.

• Toepassing van verschillende gewichtsprofielen: Standaard wordt de totale impact berekend door een gelijk gewicht toe te kennen aan alle tien impactcriteria. Aangezien het mogelijk is verschillend belang te hechten aan de tien NRB criteria, worden vier gewichtsprofielen met verschillende gewichten op de tien criteria doorgere-kend. De gewichtenprofielen beoogden oorspronkelijk een indruk te geven van de waardendiversiteit in de Nederlandse samenleving. Onderzoek door het WODC heeft de validiteit hiervan niet kunnen bevestigen. Wel kan de berekening op basis van verschillende gewichts-profielen nog steeds de aandacht vestigen op scenario’s die volgens bepaalde waardenprofielen van groter of juist kleiner belang zijn dan in de basisberekening.

• Gelijke weging van de vitale belangen: Aangezien de keuze voor gelijke relatieve gewichten voor de tien criteria een methodologische keuze is, wordt de invloed van de toekenning van gelijke gewichten aan de vitale belangen in plaats van de tien criteria in de NRB gevoeligheids-analyse doorgerekend. De berekening op basis van de gelijke weging van de vitale belangen vestigt de aandacht op scenario’s die volgens de toekenning van gelijke gewichten aan de vijf vitale belangen van groter of kleiner belang zijn dan gelijke gewichten aan de tien criteria.

• Verschillende kwantificering van de ordinale impactlabels: Aangezien de keuze voor de kwantificering van de A-E impactlabels op basis van een exponentiële waarden-functie met grondtal 3 een methodologische keuze is, wordt de invloed van de kwantificering van deze impactlabels op basis van een lineaire waardenfunctie en een exponentiële waardenfunctie met grondtal 10 in de NRB gevoeligheidsanalyse doorgerekend. Concreet betekent een lineaire waardenfunctie dat 1 E score even zwaar telt als 5 A scores, 1 D score even zwaar als 4 A scores, enz.; de verschillen tussen de opvolgende labels zijn dus even groot. Een grondtal 3 betekent dat 1 E score even zwaar telt als 3 D scores, 1 D score even zwaar telt als 3 C scores, etc., en betekent een grondtal 10 dat 1 E score even zwaar telt als 10 D scores, 1 D score even zwaar telt als 10 C scores, etc. De berekening in de NRB gevoeligheidsanalyse op basis van grondtal 10 vestigt vooral de aandacht op scenario’s met catastro-fale impactscores, terwijl de lineaire waardenfunctie vooral de aandacht vestigt op scenario’s die op veel criteria relatief zwaar scoren.

De gevoeligheidsanalyses hebben finaal tot doel te onderzoeken of de positionering van de scenario’s in het risicodiagram significant verandert bij enigszins gewijzigde assumpties, of de selectie van scenario’s robuust is, en of het daarom nodig is in de capaciteitenanalyse (meer) aandacht te besteden aan bepaalde scenario’s.

Risicodiagram met onzekerheidsbanden

Page 78: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

78 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Risicodiagram

Hieronder wordt de presentatie van de uitkomsten van de risicobeoordeling in het risicodiagram toegelicht. Daarna wordt aangegeven hoe het risicodiagram gelezen en gebruikt kan worden. Ten slotte wordt ingegaan op analyses om zicht te krijgen op de robuustheid van de positionering van de scenario’s in het risicodiagram.

De rapportage van de risicobeoordeling geeft weer wat de uitkomsten van de NRB zijn en bevat ondermeer de volgende onderdelen:• overzicht van de impact- en waarschijnlijkheidsscores

van scenario’s met toelichting;• een risicodiagram met toelichting (zie figuur 7-1);• een aantal gevoeligheidsanalyses;• een oordeel betreffende de robuustheid van de

resultaten.

Het risicodiagramHet standaard risicodiagram zoals hieronder weergegeven is gebaseerd op:• gelijke gewichten voor alle tien impactcriteria • kwantificering van de ordinale labels X,A,B,C,D,E met

behulp van de exponentiële waardenfunctie met grondtal 3 (1 x E = 3 x D = 9 x C = 27 x B = 81 x A).

Voor elk van de scenario’s levert de NRB een verwachte eindscore voor de geaggregeerde impact, een ondergrens-score voor de geaggregeerde impact, en een bovengrens-score voor de geaggregeerde impact, elk met bijhorende waarschijnlijkheidsscores.

De verwachte scores voor de geaggregeerde impact met bijhorende waarschijnlijkheidsscores van alle scenario’s worden grafisch weergegeven in het logaritmische risicodiagram. Op de verticale as is de geaggregeerde impact uitgezet. De maximale waarde van de as komt overeen met een (fictief) scenario dat op alle criteria een E scoort.

Figuur 7.1 Risicodiagram met logaritmische assen

Page 79: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 79

Hoe het risicodiagram te lezen en te gebruiken?

Op welke wijze kan het risicodiagram gelezen worden? Aangezien beide assen van het risicodiagram logaritmi-sche schalen hebben, zijn gelijke afstanden tussen scenario’s niet gelijk (tenzij de scenario’s ook gelijke scores hebben): in feite nemen gelijke afstanden, vanuit de oorsprong van de grafiek vertrekkend, exponentieel toe. Het verschil tussen ‘catastrofaal’ en ‘zeer ernstig’ is vele malen groter dan het verschil tussen ‘aanzienlijk’ en ‘beperkt’. Hoewel de afstanden tussen scenario’s niet overeenkomen met ons alledaagse afstandsbegrip, komen de verhoudingen wel overeen, en komen de klasselabels overeen met ons alledaagse begrip. Bij het lezen van dergelijke risicodiagrammen kan daarom best gefocust worden op de kwalificatie van de risico’s aan de hand van de klassen en klasselabels dan de exacte positionering in het diagram en de afstand ten opzichte van andere risico’s.

Wat zegt de plaats in het risicodiagram over een scenario?De score van een scenario in het risicodiagram is geba-seerd op het specifieke uitgewerkte scenario, met in het achterhoofd vergelijkbare scenario’s. De keuzes die gemaakt worden bij het opstellen van een scenario zijn bepalend voor de uiteindelijke scores. Van een scenario-type twee uitersten: een scenario met een grote kans van optreden maar (daardoor) een kleine impact en een scenario met een grote impact maar (daardoor) met een kleine kans van optreden. Ook alle scenario’s daartussenin zijn mogelijk. Het meest representatieve scenario ligt daar ergens tussenin, waar de ernst en de waarschijnlijkheid van het scenario in balans zijn.8 Beschouwing van een specifiek scenario is dus nodig om te kunnen bepalen waar andere scenario’s van hetzelfde type zich kunnen bevinden in de complete wolk van mogelijke scores van het betreffende scenariotype.

8 De hoogste score i.e. de grootste afstand boven de lijn tussen de twee uitersten.

Op welke wijze kan het risicodiagram gebruikt worden voor prioritering ten behoeve van de capaciteitenanalyse? De wijze waarop het risicodiagram gebruikt wordt voor prioritering ten behoeve van de capaciteitenanalyse hangt af van een aantal factoren (invalshoeken). De belangrijkste invalshoeken wat betreft de informatie vanuit het risicodiagram zijn:

1. Risico als functie van impact en waarschijnlijkheidOp basis van het klassieke risicoconcept bestaat risico uit impact en waarschijnlijkheid waarbij beide even belangrijk zijn. Vanuit het klassieke risicoconcept dient prioriteit gegeven te worden aan scenario’s die gekenmerkt worden door zowel een hoge klassenindeling voor impact als voor waarschijnlijkheid.

2. De mogelijke ernst van de geaggregeerde impactDe selectie van de NRB scenario’s is echter niet willekeurig: uitsluitend scenario’s die een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid zijn relevant vanuit NRB perspectief. Een deelverzameling wordt gevormd door de ‘echte’ catastrofe risico’s: bijvoorbeeld een grote overstroming of kernramp. Dit type scenario’s wordt gekenmerkt door een (zeer) lage waarschijnlijkheid en een zeer hoge impact. Vanuit deze invalshoek wordt het risico voornamelijk gevormd door de impact. Vanuit dit perspectief dient dus prioriteit gegeven te worden aan scenario’s die geken-merkt worden door een catastrofale of zeer hoge geaggregeerde impact.

3. De mogelijkheid tot risicoreductieDe vraag aan welke scenario’s prioriteit moet worden gegeven hangt niet alleen af van de risicobeoordeling, maar ook van de vraag voor welke scenario’s op relatief eenvoudige wijze, op grote schaal, en met grote waar-schijnlijkheid winst valt te behalen door additionele capaciteiten in te zetten. In veel gevallen betreft dit met name de risico’s met een hoge waarschijnlijkheid. Vanuit dit perspectief dient dus prioriteit gegeven te worden aan scenario’s die gekenmerkt worden door een hoge waarschijnlijkheid.

Page 80: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

80 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

4. Alle voorgaande perspectieven samen en meer...Prioriteit kan ook gegeven worden op basis van de drie perspectieven samen: vanuit een dergelijk perspectief dienen risico’s met een hoge impact en/of hoge waar-schijnlijkheid beschouwd te worden in de capaciteitenanalyse. Dit risicodiagram is echter maar een van de factoren in de prioritering van risico’s ten behoeve van de capaciteiten-analyse. Andere factoren die in beschouwing genomen (kunnen) worden zijn: • de actualiteit en verwachte ontwikkelingen; • politieke motieven; • de mogelijkheid tot relatief eenvoudige verbetering van

het risicobeeld door inzet van additionele capaciteiten; • de graad van onzekerheid van risico’s; • de uitkomsten van de onzekerheids- en

robuustheidsanalyses.

Page 81: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 81

Processcenario’s

UitgangspuntenDe beoordeling van als incidenten beschreven scenario’s heeft als nadeel dat sluipende/trendmatige ontwikkelin-gen (‘processen’) die juist op de langere termijn tot een bedreiging kunnen leiden voor de nationale veiligheid, onderbelicht blijven.Ingeval dergelijke ontwikkelingen reeds op de korte of middellange termijn tot keuzes m.b.t. mogelijk in te zetten capaciteiten zouden moeten leiden, is het niet acceptabel dat dit soort scenario’s onderbelicht blijft. Vooral de inzet van preventieve capaciteiten om de onderliggende ontwikkelingen van het proces tijdig om te buigen, kan voor urgentie zorgen.

Scenario’s met sluipende/trendmatige processen verdienen een plaats binnen de NRB methodiek. Daarbij worden drie uitgangspunten gehanteerd: 1. De geïdentificeerde sluipende/trendmatige processen

worden vastgelegd in een globale scenariolijn waarbij de belangrijkste ‘drivers’ en onzekerheden worden benoemd, en in sommige gevallen wellicht zelfs invloedsvariabelen en hun onderlinge verbanden. Van een dergelijke globale scenariolijn kunnen varianten worden ontwikkeld die het bereik tussen een proces met ‘minimale’ impact en proces met ‘maximale’ (“worst credible”) impact afdekken. Het lange termijn scenario voor mineralenschaarste uit 2009-2010 is een goed voorbeeld van zo’n scenariobeschrijving.

2. Omdat sluipende/trendmatige processen veelal lange ontwikkelingslijnen kennen, kan het in de praktijk zo zijn dat er “onderweg” al beleidsmaatregelen worden getroffen om de ongewenste ontwikkeling bij te sturen. Scenario’s over dergelijke processen kunnen dan ook (de effecten van) beleidsmaatregelen beschrijven. Beleid wordt in een processcenario dan als invloeds-variabele opgevat met daaraan verbonden onzeker-heden, bijvoorbeeld over de mate van ingrijpen en uitwerking op een normale gang van zaken, of over de mate van succes van het beleid. Wellicht kunnen varianten van een scenario ook in dit opzicht van elkaar verschillen.

3. De analyse van de sluipende/trendmatige processen levert een scenario op dat met behulp van dezelfde impact-criteria als voor de incidentscenario’s beoordeeld wordt, en waarvoor op basis van hetzelfde uniforme labelwaardering systeem (A t/m E) voor impact en waarschijnlijkheid de positie in het risicodiagram bepaald wordt. Dit is van belang voor de beoogde onderlinge vergelijkbaarheid en de daarop gebaseerde prioritering, hetgeen immers de basis vormt voor de capaciteitenkeuze.

Klik hier voor een meer gedetailleerde karakterisering van sluipende/trendmatige processen.

Principe van de beoordeling van sluipende/trendmatige processenDe beoordeling van sluipende/trendmatige processen wordt gebaseerd op het onderstaande stappenschema:

1. De scenariowerkgroep stelt voor een geïdentificeerd sluipend/trendmatig proces een eerste algemene beschrijving van de scenariolijn op, op basis van een eerste verkenning van het scenariothema.

2. Op basis van de beschreven eerste algemene scenario-lijn wordt voor elk impactcriterium vastgesteld welke drivers of invloedsvariabelen gevolgen kunnen hebben voor het betreffende impactcriterium. De relatie tussen invloedsvariabelen en de daarbij behorende klassen-labels (A t/m E) wordt vastgelegd. Per impactcriterium kunnen meer dan één soort invloedsvariabelen worden vastgesteld.

3. Nadat alle impactcriteria zijn gescoord, vindt een ‘keuzeproces’ plaats: de invloedsvariabelen worden nu ingevuld. Als het van belang is van invloedsvariabelen verschillende waarden te kiezen kan dat resulteren in meerdere scenariovarianten die elk niet alleen een meer gedetailleerde en samenhangende beschrijving geven van de sluipende/trendmatige ontwikkelingen maar ook intern consistent zijn. Een deel van de eerder vastgestelde invloedsvariabelen krijgt in elke scenario-variant een logische plaats in het grote geheel van de aldus uitgewerkte scenariolijn.

4. Voor elke scenariovariant wordt het definitieve klassenlabel op de individuele impactcriteria vast-gesteld (op basis van de in de scenariovariant daad-werkelijk opgenomen invloedsvariabelen en feitelijk erdoor veroorzaakte omstandigheden) en wordt de totale impactscore bepaald.

5. Voor elke scenariovariant wordt vervolgens de waarschijnlijkheid vastgesteld, afhankelijk van de tijdperiode van vijf jaar waarin het sluipende/trend-matige proces wordt beschouwd.

Page 82: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

82 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Het gebruik van systeemdynamische modellering in stappen 2 en 3.Ingeval de beschreven invloedsfactoren en ‘drivers’, evenals hun effecten, gekenmerkt worden door een grote mate van onzekerheid, complexiteit en onderlinge beïnvloeding, is de ontwikkeling van een systeemdynamisch model waarin de invloedsfactoren en de onderlinge relaties beschreven worden en kwantitatief worden doorgerekend, mogelijk een oplossing om te komen tot relevante scenariovarianten. De conclusie om deze alternatieve benadering te volgen, zal worden getrokken tijdens de werkzaamheden van de hierboven beschreven stap 3, maar mogelijk al tijdens stap 2. In dat geval zal het proces vanaf het begin van stap 2 opnieuw moeten worden doorlopen, maar dan met ontwikkeling en toepassing van een systeemdynamisch model als richtsnoer.

Karakterisering van sluipende/trendmatige processen

Het betreft processen die niet in een afgebakend incident en zijn negatieve gevolgen zijn te beschrijven, maar zich ontwikkelen in de tijd met gevolgen die, naarmate de tijd verstrijkt, in toenemende mate negatief zijn voor het functioneren van (delen van) de Nederlandse samenleving.

Het karakter van zo’n proces wordt door twee groepen aspecten gekenmerkt.Allereerst zijn kenmerkende eigenschappen dat:• het zich ongemerkt voltrekt, gedreven door onderlig-

gende invloedsfactoren die nog niet als zodanig worden (h)erkend, of

• het mogelijk wel wordt opgemerkt maar dan toch onontkoombaar voltrekt door invloedsfactoren waarop relevante actoren onvoldoende greep hebben, of

• het mogelijk wel wordt opgemerkt maar de benodigde ‘ingrepen’ grote negatieve gevolgen hebben op de korte termijn en enkel opbrengsten op de lange termijn, waardoor de urgentie en de haalbaarheid van de ingrepen ontbreken, of

• het al wel (deels) wordt onderkend en aangepakt, maar nog niet over de volle breedte van de effecten en/of ad-hoc.

In alle gevallen is de huidige impact op de nationale veiligheid nog beperkt maar kan de impact op de langere termijn groot zijn en kunnen vitale belangen van Nederland geschaad worden.

Het proces kan zich vroeg of laat openbaren door:• een incident (een plotselinge escalatie), en/of• een overduidelijke overschrijding van een norm- of

drempelwaarde of acceptatiegrens, en/of• media of (wetenschappelijke) instellingen e.d. die er

(grootschalig) aandacht aan besteden waardoor relevante actoren tot maatregelen worden gedwongen.

NB: Dit kan tot gevolg hebben dat er bij de scenario ontwikkeling een keuze is of het beschouwde fenomeen alsnog als ‘incidentscenario’ wordt behandeld of als ‘processcenario’ zoals in deze notitie beschreven.

Bovendien wordt een sluipend/trendmatig proces veelal gekenmerkt doordat:• het proces niet alleen in Nederland voorkomt, maar zich

internationaal manifesteert;• de gevolgen strategisch van aard zijn, in de betekenis

dat het fundamentele wijzigingen van bestaande (maatschappelijke) structuren, organisaties, instituties, sociale status-quo, enz. betreft ;

• er complexe relaties bestaan tussen de invloedsfactoren en grote mate van onzekerheid over de feitelijke scenario-ontwikkeling in de tijd.

Page 83: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 83

Stappen in een processcenario

Onderstaand volgt een meer gedetailleerde uitwerking van het stappenschema.Dit wordt ondersteund en nader toegelicht aan de hand van een rudimentair uitgewerkt scenario ‘Ontwikkeling Ziekte van Lyme’.

Stap 1: Vastleggen scenariolijn

De scenariowerkgroep stelt voor een geïdentificeerd sluipend/trendmatig proces een eerste algemene beschrijving van de scenariolijn op. Op basis van een eerste verkenning van het scenariothema wordt een beschrijving gegeven van:• de aard van het thema en het potentiële maatschappe-

lijke (en geografische) invloeds bereik,• een globale proceslijn met eventuele alternatieven,• potentiële invloedsfactoren die relevante ontwikkelin-

gen kunnen bepalen,• onzekerheden rond factoren en ontwikkelingen,• relevante feitelijke informatie.

Het vastleggen van de scenariolijn wordt nader toegelicht aan de hand van het rudimentair uitgewerkte scenario ‘ziekte van Lyme’.

Scenariolijn ‘Ziekte van Lyme’.De Ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door beten van teken die met de Borrelia bacterie zijn besmet. Deze beten worden opgelopen in (natuur)gebieden met hoge of lage begroeiing, maar ook in bijv. stadsparken. In (sterk) toenemende mate zijn teken met deze bacterie besmet en worden mensen door besmette teken gebeten. Niet alleen in Nederland maar ook in West-Europa en elders in de wereld. Er bestaan geen afdoende manieren voor diagnose tenzij een karakteristieke rode vlek is geconstateerd (erythema migrans). Het aantal besmettingen op basis van de vaststelling van deze rode vlek is de afgelopen 15 jaar gestegen van 6500 in 1994 tot 22000 in 2009. Ook de behandeling is nog onvoldoende effectief. In sommige landen, zoals Oostenrijk, bestaat wel een algemeen vaccinatieprogram-ma. De ziekte wordt in eerste instantie vaak niet opgemerkt maar pas in een (ver)gevorderd stadium als zodanig gediagnosticeerd. De gezondheidsconsequenties kunnen (zeer) ernstig zijn met als gevolg niet alleen individueel lijden maar ook belasting van het gezondheidssysteem en bijbehorende kosten.Het betreft in zoverre een sluipend/trendmatig proces dat hier sprake is van sterk toenemend gezondheidsrisico waarvan het brede publiek zich nog onvoldoende bewust is, en dat de ziekte medisch (en anderszins in de preventie- en bestrijdingssfeer) nog onvoldoende onder controle is. Door de onzekerheden zijn de ontwikkelingen rond de Ziekte van Lyme moeilijk te voorspellen.

Het scenario zou een sterke tot explosieve toename van besmette teken en daardoor besmette mensen kunnen beschrijven met een variatie van inadequate tot juist adequate preventieve maatrege-len van de overheid. Ook een variatie in de ontwikkeling van adequate medische kennis kan deel uitmaken van het scenario, evenals (het succes van) de mogelijkheden tot verbetering van de bewustwording en (preventieve) zelfredzaamheid of opmerk-zaamheid van burgers. Uitwerking van de genoemde variaties zullen tot scenariovarianten leiden.Zie Bijlage C voor aanvullende informatie over de Ziekte van Lyme.

Stap 2: Scoren van individuele impactcriteria

Voor de processcenario’s wordt in beginsel gebruik gemaakt van dezelfde impactcriteria, inclusief de indicato-ren en klassenlabels, als voor de incidentscenario’s.Vanwege de meer globale beschrijving van de (proces)scenariolijn is de beoordeling meer explorerend van aard en verloopt deze per impactcriterium via een drietal deelstappen:• identificeer - op basis van de beschreven proceslijn,

invloedsfactoren en overige vastgelegde informatie - de soorten omstandigheden (één of meer) die tot een bepaalde mate van impact aanleiding kunnen geven, en per soort de intensiteiten (aard, omvang) van de omstandigheden;

• beschrijf per geïdentificeerde omstandigheid de daarbij mogelijk geachte waarden van de criteriumindicatoren;

• bepaal voor elke geïdentificeerde omstandigheid het labelbereik (impactklassen A ..E) dat mogelijk wordt geacht op basis van de beschreven indicatorwaarden.

Onderstaand is voor een tweetal impactcriteria het voorbeeld van de Ziekte van Lyme uitgewerkt. Voor het eerste impactcriterium is slechts één soort omstandigheid geïdentificeerd; voor het tweede criterium geen9.

9 Voor deze en navolgende tabellen, die aan de hand van het voorbeeld van de Ziekte van Lyme zijn opgesteld, dienen in de formele NRB handleiding algemene tabellen (neutrale invulling c.q. definitie van tabelkader) te worden opgenomen.

Page 84: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

84 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Impactcriterium Territoriale veiligheid – Aantasting van de integriteit van het grondgebied (1.1)

Soort omstandigheid Gebiedsafsluiting:Denkbaar is dat de ziekte zich op termijn zodanig uitbreidt dat overwogen wordt om gebieden met een grote ‘tekendichtheid’ tijdelijk af te sluiten; deze maatregel kan landelijk gelden of lokaal (vanwege een lokale epidemische uitbraak); de afsluiting zal betrekking hebben op bosgebied waarbij de duur kan variëren van dagen (ingeval een bestrijding van de teken mogelijk is/wordt) tot een (zomer)seizoen

Labelbereik Indicatorwaarden

A afsluiting lokaal gedurende maximaal een maand

B afsluiting lokaal gedurende het zomerseizoen; landelijk maximaal een maand

C afsluiting landelijk (>100km²) gedurende het zomerseizoen

Impactcriterium Territoriale veiligheid - Aantasting van de integriteit van de internationale positie van NL (1.2)

Soort omstandigheid Geen:Voor dit scenario is geen omstandigheid geïdentificeerd die aanleiding geeft tot de aantasting van de internationale positie van Nederland

Labelbereik Indicatorwaarden

0 -

Het resultaat kan worden samengevat als een overzicht in tabelvorm, zoals in bijlage D beknopt is uitgewerkt voor de Ziekte van Lyme. In deze bijlage D zijn voor enige andere impactcriteria twee soorten omstandigheden geïdentificeerd, elk met een samenvatting van de mogelijke invullingen en bijbehorende indicatorwaarden en klassenlabels.

Een overzicht van de relevante soorten omstandigheden is voor de volgende stap nuttig en is voor het voorbeeld van de Ziekte van Lyme hierna uitgewerkt.

OmstandigheidImpactcriterium

Diagnose / Ziekte-verschijnselen

Afsluiten gebieden Bestrijding tekenplaag

Aanpak overheid

1.1 territoriale veiligheid X

1.2 internationale positie

2.1 doden X

2.2 chronisch zieken X

2.3 lichamelijk lijden

3.1 kosten X X

4.1 flora en fauna X

5.1 dagelijks leven X

5.2 democratie

5.3 psycho-sociaal X

Voorbeeld: geen diagnose van de Ziekte van Lyme bij het ontbreken van de ‘rode vlek’ (erythema migrans) heeft tot gevolg dat het aantal ziektegevallen naar schatting tweemaal zo hoog ligt en daarmee een verdubbeling betekent voor het aantal ‘doden’ en ‘chronisch zieken’ maar ook tot een verdubbeling van de geschatte kosten voor gezond-heidszorg leidt.

Op basis van de uitgevoerde analyse in deze stap blijkt dat de beschrijving van de impactcriteria (en indicatoren) op enkele onderdelen aanpassing behoeft. Zie hiervoor bijlage E.

Page 85: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 85

Stap 3: Vaststellen van scenariovarianten

In de voorgaande stap is per impactcriterium een overzicht verkregen van een aantal mogelijke samenstellen van omstandigheden met een bij elke mogelijkheid behorend klassenlabel en de indicatoren(waarden) die de verbinding leggen tussen omstandigheden en labelwaarde. Op basis van het verkregen inzicht en de reeds vastgelegde informatie zullen maximaal een drietal scenariovarianten beschreven moeten worden die aan de onderstaande eisen moeten voldoen.• De scenariovarianten dekken een bereik van minimale

tot maximale impact af. Eén van de varianten is een zogenoemde “verwachte” scenariovariant. De mini-mum en maximum scenariovariant worden geselec-teerd op basis van de impact, terwijl de verwachte scenariovariant wordt geselecteerd op basis van de waarschijnlijkheid.

• De scenariovarianten moeten intern consistent zijn; d.i. er mogen geen strijdige omstandigheden binnen de variant bestaan, en rekening moet worden gehouden met afhankelijkheden tussen de verschillende omstan-digheden en labelkeuzes. Het risico van strijdigheden is aanwezig omdat per impactcriterium gezocht is naar omstandigheden die van invloed zijn; het is dus zeer wel denkbaar dat omstandigheden geïdentificeerd zijn die bij samenvoegen strijdig zijn en elkaar wederzijds uitsluiten. Evenzeer is het denkbaar dat eenzelfde omstandigheid invloed heeft op meerdere impactcrite-ria. De keuze voor een labelwaarde voor impactcrite-rium A bepaalt dan mede (of direct) de labelkeuze voor impactcriterium B.

soorten omstandigheden:↓ is wel/niet afh. van strijdig met →

Diagnose/-Ziekte-verschijnselen

Afsluitengebieden

Bestrijding tekenplaag Aanpakoverheid

Diagnose/- Ziekte-verschijnselen

A

Afsluiten gebieden A A

Bestrijding tekenplaag A A

Aanpak overheid A A

De volgende deelstappen moeten worden doorlopen:3.1 opstellen van een confrontatietabel waarin alle soorten omstandigheden tegen elkaar worden uitgezet die in stap 2 zijn geïdentificeerd; hierna volgt een tabel op basis van het voorbeeld van de Ziekte van Lyme.

Uit het schema kan afgeleid worden dat voor het hier gekozen scenariothema geen omstandigheden zijn geïdentificeerd die elkaar wederzijds uitsluiten. Er zijn wel omstandigheden die van invloed zijn op meerdere impactcriteria (zie betreffende tabel in stap 2) en waarvan de labelwaarden dus onderling afhankelijk (A) zijn.

3.2 combineren van specifiek gekozen omstandigheden op basis van de tabellen uit stap 2 (omstandigheden – indicatorwaarden – labelbereik) en stap 3.1 (confrontatie-tabel).

De minimum variant ontstaat door per soort omstandigheid de mogelijk geachte minimumwaarde te kiezen voor elk impactcriterium waar die omstandigheid relevant is, rekening houdend met afhankelijkheden en onderlinge uitsluitingen.De maximum variant neemt als uitgangspunt het kiezen van de maximaal mogelijk geachte waarde en de verwachte variant kiest per omstandigheid de waarde die als meest realistisch c.q. waarschijnlijk beschouwd wordt (zonodig onderscheiden naar de beschouwde tijdperiode 5-15-25 jaar). Het is denkbaar dat de minimum of maximum variant samenvalt met de verwachte variant.

Het resultaat van deze deelstappen wordt voor het scenariothema Ziekte van Lyme hierna nader verduidelijkt.

Page 86: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

86 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Min scenario: het aantal ziektegevallen neemt tot 2025 jaarlijks met een 2000-tal toe, stabiliseert daarna op basis van verbeterde diagnose en ziektebestrijding (inenting risicogroepen); de overheid en gezondheidszorg verbeteren en intensiveren de voorlichting, waardoor afsluiten van gebieden (m.n. bossen) niet nodig is. Max scenario: de diagnose en ziektebestrijding verbetert niet en het aantal ziektegevallen stijgt exponentieel (2015: 3000/jr; 2020: 4000/jr; 2025: 6000/jr) met sterk stijgende kosten van gezondheidszorg wegens chronisch zieken als gevolg; de overheid reageert te laat en te drastisch op basis van incidenten (afsluiten bosgebieden gedurende zomerseizoen, bestrijding tekenplaag) hetgeen tot grote onrust onder bevolking leidt en inkomstenderving van de recreatiesector.Verwacht scenario: = min scenario

Stap 4: Bepalen klassenlabel en totale impactscore

Voor elk van de onderscheiden scenariovarianten dient de totale verwachte impactscore bepaald te worden. Per impactcriterium is in stap 3 bepaald welke omstandig-heden met bijbehorend klassenlabel in de variant zijn opgenomen. Dit betekent dat van alle impactcriteria de labelwaarden bekend zijn per scenariovariant. Met behulp van deze labelwaarden kan vervolgens de voor incident-scenario’s gebruikelijke MCA aggregatie worden

uitgevoerd (gewogen optelling over de criteria heen van de gekwantificeerde verwachte labelwaarden). Dit resulteert in een totale verwachte impactscore, en onder- en bovengrens, voor elke scenariovariant.In onderstaand schema wordt de labelscore vermeld voor de minimum scenariovariant voor het thema ‘Ziekte van Lyme’. Onder toelichting staat een samenvatting van de overwegingen in bijlage D.

Klasse label Toelichting 1.1 territoriale veiligheid A gebieden zouden afgesloten kunnen worden, maar deze maatregel

wordt niet genomen

1.2 internationale positie 0 nvt

2.1 doden A er zal sprake zijn van vervroegd overlijden, max. enkele tientallen doden over periode van 5 jaar

2.2 chronisch zieken E toename van aantal chronisch zieken bedraagt 100/jr (5% ziektegeval-len); gedurende 5 jaar dus 500 ; in absolute aantallen meer dan 10000 chronisch zieken in 2015

2.3 lichamelijk lijden 0 nvt

3.1 Kosten en aantasting van de economie

B-C betreft bijna uitsluitend kosten van gezondheidszorg: 40 à 50 duizend ziektegevallen per jaar, waarvan 5% chronisch; toename van de kosten over periode van 5 jr bedraagt naar schatting 10 miljoen euro, totale absolute kosten bedragen naar schatting 150 miljoen euro per jaar (750 miljoen over de 5-jaar periode)

4.1 flora en fauna A er wordt geen tekenbestrijding toegepast

5.1 dagelijks leven A aangezien er geen gebieden worden afgesloten, is de invloed op het dagelijks leven nihil

5.2 democratie 0 nvt

5.3 psycho-sociaal A overheid reageert adequaat met voorlichting

Stap 5: Bepaling van de waarschijnlijkheid

De bepaling van de waarschijnlijkheid van elke scenario-variant gaat op vergelijkbare wijze als voor incident- scenario’s. Zie verder de tekst onder “Handleiding Waarschijnlijkheidsbeoordeling bij Processcenario’s.” De waarschijnlijkheid moet voor drie periodes (0-5 jaar, 10-15 jaar, 20-25 jaar) worden vastgesteld met waar relevant onder- en bovengrenzen.

Het minimum scenario zoals geformuleerd voor de Ziekte van Lyme correspondeert met het verwachte scenario voor de periodes tot 2020-2025; de waarschijnlijkheidsklasse voor dit scenario wordt geschat op klasse D.

Page 87: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 87

Stap 6: Visualisatie in het risicodiagram

Dit gebeurt op dezelfde wijze als voor de incidentscena-rio’s. De ontwikkelde scenariovarianten worden elk afzonderlijk in het risicodiagram gepositioneerd.

Een toegevoegd aspect betreft de tijdperiode(s) waarop het scenario betrekking heeft. Een overzicht van de finale impact- en waarschijnlijkheidsscore per tijdsperiode en per scenariovariant is gewenst. De visualisatie hiervan kan hetzij in drie afzonderlijke risicodiagrammen gebeuren, een voor elke tijdsperiode, of in een diagram. In het laatste geval bestaan er per variant drie posities, namelijk één voor elke tijdsperiode. Voor de inzichtelijkheid kunnen deze via pijlen met elkaar worden verbonden om een eventuele toename of afname van het risico aan te geven.

Een belangrijk aspect betreft de gevoeligheidsanalyse, of op zijn minst het expliciet aangeven van onzekerheids-banden in het risicodiagram. Dit is echter niet fundamen-teel verschillend van de onzekerheidsanalyse in geval van incidentscenario’s.

Page 88: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

88 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Stappen in de capaciteitenanalyse

Voorbereidingen voor de capaciteitenanalyse

A. Formeer een werkgroep met experts die kennis hebben van mogelijke capaciteiten bij het gegeven scenario.

Aandachtspunten: • De samenstelling van deze werkgroep kan verschillen

van de experts uit het Analistennetwerk NV die het scenario hebben geschreven of de risicobeoordeling hebben gedaan. We zijn immers op zoek naar te versterken capaciteiten.

• Zorg ervoor dat alle aan het scenario verbonden belangen en invalshoeken in de werkgroep vertegen-woordigd zijn. Zoveel mogelijk argumenten vóór of tegen het versterken van een bepaalde capaciteit moeten op tafel komen.

• Kijk bij de samenstelling van de werkgroep naar experts bij ministeries, decentrale overheden, kennisinstituten (o.a. planbureaus en universiteiten) en het bedrijfsleven.

• De werkgroep wordt voorgezeten door een vertegen-woordiger van het meest betrokken departement. Het secretariaat van de werkgroep wordt door het Ministerie van Veiligheid en Justitie verzorgd.

• Zie bijlage A Capaciteitenanalyse voor aandachtspunten en tips bij het gebruik van expertmeningen in de Strategie Nationale Veiligheid.

• Vul in bijlage B Capaciteitenanalyse in welke experts betrokken zijn met welke deskundigheid en in welk deel van de capaciteitenanalyse.

• Een facilitator ondersteunt de werkgroep voor het op de juiste wijze gebruiken van de capaciteitenlijst.

B. Bepaal de inrichting van het proces dat moet leiden tot de capaciteitenanalyse.

Aandachtspunten:• Kies bewust voor een geschikte tijdsplanning om aan de

analyse te werken. Kan de analyse in een tweedaagse workshop worden gedaan of is het beter om twee maanden lang tweewekelijks bij elkaar te komen. Hoe veel kunt u van de experts vragen? Verslapt de aandacht bij een lang traject?

• Kies een werkvorm die maximale opbrengst oplevert.• Bepaal of vertegenwoordigers als individueel expert of

als afgevaardigde namens een organisatie uitspraken doen.

In het laatste geval kunnen organisatorische belangen op de achtergrond meespelen, in het eerste geval persoonlijke stokpaardjes of een gebrek aan draagvlak.

• Spreek af of binnen de groep consensus moet ontstaan of dat met expliciet gemaakte afwijkende standpunten kan worden gewerkt. Dit laatste heeft voor het vervolg van het traject de meeste voorkeur, gegeven mogelijke belangentegenstellingen.

• Maak afspraken over vertrouwelijkheid, zo nodig met een geheimhoudingsverklaring. Minimaal moet worden afgesproken dat de informatie die in de capaciteiten-analyse wordt gewisseld vertrouwelijk blijft en dat niet uit de stukken wordt geciteerd of gepubliceerd. Het is mogelijk om stukken een rubricering te geven.

Te doorlopen stappenDe capaciteitenanalyse bestaat uit drie stappen. In de eerste stap wordt breed geïnventariseerd welke capacitei-ten mogelijk versterkt kunnen worden (inventarisatie). Belangrijkste zorg is dat geen capaciteiten over het hoofd gezien worden. In de tweede stap wordt uit de groslijst een eerste selectie gemaakt van capaciteiten die kansrijk lijken om te versterken (prioritering). Belangrijkste doel is focus te krijgen zodat met de echte prioriteiten verder gewerkt kan worden. In de derde fase wordt in kaart gebracht wat er moet gebeuren - en door wie - om de geprioriteerde capaciteiten te versterken (verdere uitwerking). Zodat een positief besluit ook daadwerkelijk leidt tot implementatie van de voorgestelde verbetering.

C. Bekijk welke capaciteiten relevant zijn voor het scenario (inventarisatie) en stel een eerste groslijst op van capaciteiten die mogelijk versterkt moeten worden.

Aandachtspunten:I. Leg bij de start van het traject aan de experts van de

werkgroep uit wat het doel is van de capaciteitenana-lyse, wat de plaats is naast de scenario-uitwerking en de risicobeoordeling en welke stappen worden doorlopen;

II. Vraag de betreffende projectleider en/of de werkgroep-coördinator van het Analistennetwerk NV om in de eerste bijeenkomst het scenario en de scoring te presenteren en vragen ter verduidelijking te beantwoorden;

III. Inventariseer (op hoofdlijnen) welke mogelijk te versterken capaciteiten in een groslijst kunnen/moeten worden opgenomen. U kunt hierbij gebruik maken van de capaciteitenlijst uit bijlage E Capaciteitenanalyse:

Page 89: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 89

i. Bekijk aan de hand van het scenario en de scoring welke capaciteiten in het scenario een rol spelen. Bepaal vervolgens welke capaciteiten mogelijk relevant zijn om te versterken. Deze stap kan door een beperkte groep vooraf worden uitgevoerd. Wanneer deze stap vroegtijdig door de trekker en de secretaris van de capaciteitenwerkgroep wordt uitgevoerd kan het resultaat helpen bij de keuze van te betrekken experts. Zie bijlage F Capaciteitenanalysevoor een invulformat.

ii. Gebruik de uitkomsten van de risicobeoordeling. Bekijk op welke van de tien impactcriteria de scenario’s een D en E scoren en bepaal wat de oorzaak van deze hoge score is. Beoordeel welke capaciteiten de score van die criteria belangrijk kunnen terugbrengen als ze versterkt worden.

iii. Bekijk op een vergelijkbare manier de (hoge) waarschijnlijkheidsscore. Beoordeel welke capaciteiten de waarschijnlijkheid score van die criteria belangrijk kunnen terugbrengen als ze versterkt worden.

iv. Maak daarbij onderscheid naar capaciteiten: 1. algemene capaciteiten2. vóór de crisis (proactie/preventie en

bescherming vitale systemen);3. tijdens de crisis (bestrijding (inclusief 4. voorbereiding daarop)); na de crisis

(herstel en nazorg).

Maak een prioriteitenlijstje van in totaal circa vijf te versterken capaciteiten.

Aandachtspunten:1. Maak een strenge keuze van de belangrijkste mogelijk

te versterken capaciteiten uit de inventarisatie. Vuistregel is een lijst van in totaal niet meer dan vijf capaciteiten die écht verbetering behoeven:

i. Bekijk voor welke capaciteiten het verschil tussen de huidige situatie (‘ist’) en de gewenste situatie (‘soll’) groot is;

ii. Bekijk welke capaciteiten snel kunnen worden verbeterd (quick wins);

iii. Bekijk welke capaciteiten tot duurzame verbete-ring van de veiligheid leiden;

iv. Bekijk welke capaciteiten veel opbrengen tegen weinig kosten (kosten-baten analyse).

Juist bij deze stap kan het helpen om na te gaan of en, zo ja, in welke mate de versterking van de beschouwde capaciteit (of combinatie van capaciteiten) leidt tot een significante verschuiving van het scenario in het risico-diagram. Dat kan door bepaalde scores aan te passen (effect van eventueel te nemen maatregelen voor

capaciteitversterking) en dit opnieuw door te laten rekenen voor het diagram.2. In wiens handen liggen de te versterken capaciteiten:

rijksoverheid, een specifiek ministerie, het bedrijfsle-ven, de decentrale overheid? Geef aan welke partijen hier bij nodig zijn en wat geschatte kosten zijn. Geef ook aan in welke mate deze partij(en) zich ook daadwerkelijk wil(len) inzetten om deze capaciteit te versterken. Zie bijlage G voor een invulformat.

3. Beoordeel op basis van de politieke of maatschappe-lijke realiteit of er capaciteiten zijn waarvan versterking politiek urgent is.

E. Leg de onderbouwde prioritering van te versterken capaciteiten vast in één document

Aandachtspunten:I. Geef aan welke capaciteiten op grond van welke

argumenten (scenarioanalyse, impactscore of waar-schijnlijkheid) op de groslijst terecht zijn gekomen.10

II. Geef de top vijf van capaciteiten. Op grond van welke argumenten (verschil ist-soll, quick wins, duurzaam-heid, kosten-baten) is voor deze capaciteiten gekozen? Waren er nog dilemma’s / discussiepunten t.a.v. de keuze voor deze vijf capaciteiten?

III. Uiteindelijk zal worden gekomen tot een beperkt aantal aanbevelingen (voor te versterken capaciteiten) voor het kabinet. Voor de integrale afweging van alle capaciteiten die door de verschillende werkgroepen zijn aangedragen, is het van belang dat elke werkgroep bij de gekozen capaciteiten aangeeft:

i. welke scenario(‘s) ten grondslag liggen aan de benoemde capaciteiten en welke plaats (in termen van impact en waarschijnlijkheid) het scenario / de scenario’s in de NRB hebben;

ii. in hoeverre de ‘capaciteiteneigenaar’ zich wil inzetten om de capaciteit te versterken;

iii. er politieke of maatschappelijke urgentie is om de capaciteit te versterken;

iv. wat de te verwachten verbetering is (effecten), zo mogelijk in termen van impactreductie of waarschijnlijkheidsreductie;

v. wat de benodigde inspanning is (o.a. in termen van orde grootte financiën (4, 5 of 6 nullen in euro’s), tijdsbeslag (wanneer kan iets klaar zijn), personele inzet).

10 Realiseert u zich dat het voor de agendering van te verbeteren capaciteiten bij de complete set scenario’s van belang is om zicht te hebben op de groslijst van te versterken capaciteiten. Het is goed mogelijk dat capaciteiten die in verschillende scenario’s naar voren komen tot een generieke te versterken capaciteit leiden.

Page 90: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

90 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Na de capaciteitenanalyse De verschillende themagroepen komen met verschillende capaciteitenanalyses. Uit die afzonderlijke capaciteiten-analyses wordt in de bevindingenrapportage aan het kabinet geadviseerd welke capaciteiten versterkt moeten worden in het belang van de nationale veiligheid. Alle scenario’s overziende worden daar door de kopgroep uit de IWNV voorstellen gedaan op basis van onder andere het risicodiagram, politieke aandacht, snel te boeken winst, kosten-baten analyse.

In de bevindingenrapportage wordt aandacht besteed aan specifieke capaciteiten, dat wil zeggen aan capaciteiten die nodig zijn voor één risicotype. Ook wordt aangegeven welke capaciteiten versterking behoeven die van nut zijn voor meerdere risicotypen. De groslijst met te versterken capaciteiten van de verschillende scenario’s zijn van belang voor het vinden van deze generieke capaciteiten die mogelijk voor één scenario niet lonen maar wel effectief zijn als ze bijdragen aan het terugbrengen van verschillende risicotypen.

Het kabinet beslist op basis van de bevindingenrapportage welke aanbevelingen het overneemt.

Korte termijnverkenning

Als zich een situatie voordoet met mogelijk gevolgen voor de nationale veiligheid kan een analyse gemaakt worden van de situatie en van mogelijke ontwikkelrichtingen. Een dergelijke analyse verloopt in de volgende stappen.

scenariobeschrijving;1. Wat is de situatie?2. Welke elementen kunnen impact hebben op de

nationale veiligheid?3. Welke omslagpunten hebben de verschillende

elementen; vanaf welk punt hebben deze elementen invloed op de nationale veiligheid? Voorbij een omslagpunt kunnen elementen een trigger zijn waaruit gevolgen voortvloeien voor de nationale veiligheid terwijl dat nu nog niet het geval is.

Risicobeoordeling4. Wat kan de impact op de nationale veiligheid zijn van

de gekozen elementen, op dit moment en wanneer omslagpunten zijn gepasseerd?

Capaciteitenanalyse5. Welke maatregelen kunnen worden getroffen om de

impact op de nationale veiligheid te beperken (preven-tieve en responsieve maatregelen)?

6. Wat moet gebeuren om zicht te blijven houden op de elementen die mogelijk zodanig ontwikkelen dat omslagpunten worden gepasseerd?

7. Welke maatregelen moeten nu al worden getroffen en wat kan later?

Page 91: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 91

4Formats en achtergrondinformatie

Page 92: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

92 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Geheimhoudingsverklaring

Ondergetekende ……………………………………………………………………….., geboren op …………………………………. wonende aan de …………………………………………………… te ……………………………………………………. en werkzaam bij ………………………………… ……………………………………. in de functie van …………………………………………….…….

verklaart: dat <hij/zij> uitdrukkelijk op de hoogte is gebracht van artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 98, 98a, 98b, 98c, 272 en 273 van het Wetboek van strafrecht, waarvan de tekst als bijlage 2 is gevoegd;

dat <hij/zij> zich zal onthouden van enige gedraging die mogelijk tot bekendwording van enige informatie leidt, waarvan <hij/zij> uit hoofde van <zijn/haar> deelname aan de Strategie Nationale Veiligheid kennis draagt en waarvan <hij/zij> redelijkerwijs kan vermoeden dat deze informatie vertrouwelijk moet blijven;

dat <hij/zij> het Protocol informatiedeling, zoals bijge-voegd als bijlage 1 bij dit document, onderschrijft en conform dit protocol zal handelen.

dat <hem/haar> bekend is, dat <hij/zij> bij het handelen in strijd met de verplichting betreffende geheimhouding strafrechtelijk kan worden vervolgd;

dat <hem/haar> bekend is dat <hij/zij> verplicht is om onverwijld aangifte te doen bij degene aan wie <hij/zij> direct ondergeschikt is van elke schending van de geheimhoudingsplicht.

Plaats en datum

...............

handtekening

..............................

Page 93: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 93

Bijlage 1 Protocol informatiedeling

Het laten ondertekenen van een geheimhoudingsverkla-ring kan helpen bij het waarborgen van de vertrouwelijk-heid van uitgewisselde informatie in de verschillende fasen van de Strategie Nationale Veiligheid. Daarmee helpt het ook om in de vertrouwelijke setting te komen tot maximale uitwisseling van informatie tussen de deelnemers. Dat komt de kwaliteit van de resultaten ten goede.

In de bijeenkomsten staat open interactie en uitwisseling van informatie centraal. Om vertrouwelijkheid te garande-ren, worden de volgende regels in acht genomen.

Gevoelige informatie wordt mondeling uitgewisseld tijdens de bijeenkomsten. Deelnemers kennen de door hen verstrekte informatie één van de vier vertrouwelijk-heidscodes toe, al naar gelang hun wens hoe de andere deelnemers met deze informatie omgaan.

De vier vertrouwelijkheidscodes zijn:Rood: Geheime informatie uitsluitend ter kennisname van deelnemers. De informatie wordt mondeling gedeeld. Deelnemers mogen de informatie niet delen buiten de bijeenkomsten.

Geel: Beperkte geheimhouding. Informatie ter kennis-name van deelnemers en aan mensen binnen hun organisatie, die deze informatie nodig hebben om maatregelen te treffen. Uitsluitend op basis van “need to know.” Deze gedeelde informatie valt voor degene waarmee de informatie is gedeeld dan vervolgens weer onder de categorie “rood”, tenzij overleg gepleegd is met de oorspronkelijke leverancier van de informatie (de informatiebron).

Groen: Informatie, die met anderen mag worden gedeeld, maar niet mag worden gepubliceerd of op het internet worden geplaatst.

Wit: Informatie bedoeld voor publieke, onbeperkte verspreiding. Elke deelnemer mag deze informatie openbaar maken.

Indien men daaraan de voorkeur geeft, mag informatie met de code rood of geel anoniem of via de voorzitter van de bijeenkomst kenbaar worden gemaakt.

Rode informatie wordt niet in de schriftelijke verslagleg-ging vastgelegd. De overige informatie kan wel in de verslaglegging worden opgenomen. De verslaglegging zal gebeuren in twee versies. Een verslag dat vertrouwelijk behandeld moet worden en dat in zeer beperkte mate breder gedeeld kan worden (na toestemming van betrokken partijen t.a.v. de door hen aangedragen informatie) en een verslag dat met enige terughoudend-heid breder gedeeld moet kunnen worden. Het concept van beide verslagen zal ter goedkeuring aan de deelne-mers van de bijeenkomst worden voorgelegd.

Op basis van de uitkomsten van de bijeenkomsten kan een totaalrapportage worden opgesteld, waarin de belangrijk-ste conclusies op een meer geaggregeerd niveau worden opgenomen. Ook hier zal zo nodig gewerkt worden met een vertrouwelijk deel en een breder te delen deel, waarbij de concepten zullen worden voorgelegd aan de deelne-mers van de bijeenkomsten.

Het is de verantwoordelijkheid van de deelnemer, die de informatie aanbiedt, de vertrouwelijkheidscode aan te geven. Als geen vertrouwelijkheidscode wordt aangege-ven, wordt de informatie geacht als ‘geel’ aangemerkt te zijn en de bron rood. Het is de verantwoordelijkheid van alle vertegenwoordigers de aangegeven vertrouwelijk-heidscodes te respecteren.Bij twijfel of informatie gedeeld mag worden, dient de verzoeker altijd de informatiebron te raadplegen.

Page 94: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

94 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Bijlage 2

(tekst uit Algemene wet bestuursrecht)Artikel 2:51. Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak

van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhou-dingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

2. Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokken bij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.

(tekst uit het Wetboek van strafrecht)Artikel 981. Hij die een inlichting waarvan de geheimhouding door

het belang van de staat of van zijn bondgenoten wordt geboden, een voorwerp waaraan een zodanige inlichting kan worden ontleend, of zodanige gegevens opzettelijk verstrekt aan of ter beschikking stelt van een tot kennisneming daarvan niet gerechtigd persoon of lichaam, wordt, indien hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een zodanige inlichting, een zodanig voorwerp of zodanige gegevens betreft, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die een inlichting die van een verboden plaats afkomstig is en tot de veiligheid van de staat of van zijn bondgenoten in betrekking staat, een voorwerp waaraan een zodanige inlichting kan worden ontleend, of zodanige gegevens opzettelijk verstrekt aan of ter beschikking stelt van een tot kennisneming daarvan niet gerechtigd persoon of lichaam, indien hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een zodanige inlichting, een zodanig voorwerp of zodanige gegevens betreft.

Artikel 98a1. Hij die een inlichting, een voorwerp of gegevens als

bedoeld in artikel 98, hetzij opzettelijk openbaar maakt, hetzij zonder daartoe gerechtigd te zijn opzettelijk verstrekt aan of ter beschikking stelt van een buitenlandse mogendheid, een in het buitenland gevestigd persoon of lichaam, dan wel een zodanig persoon of lichaam dat gevaar ontstaat dat de

inlichting of de gegevens aan een buitenlandse mogendheid of aan een in het buitenland gevestigd persoon of lichaam bekend wordt, wordt, indien hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een zodanige inlichting of zodanige gegevens betreft, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2. Indien de schuldige heeft gehandeld in tijd van oorlog dan wel in dienst of in opdracht van een buitenlandse mogendheid of van een in het buitenland gevestigd persoon of lichaam, kan levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete van de vijfde categorie worden opgelegd.

3. Handelingen gepleegd ter voorbereiding van een misdrijf als omschreven in de voorgaande leden worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Artikel 98bHij aan wiens schuld te wijten is dat een inlichting, een voorwerp of gegevens als bedoeld in artikel 98, openbaar worden gemaakt of ter beschikking komt van een tot kennisneming daarvan niet gerechtigd persoon of lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

Artikel 98c1. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of

geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft: 1°. hij die opzettelijk een inlichting, een voorwerp of gegevens als bedoeld in artikel 98, zonder daartoe gerechtigd te zijn, onder zich neemt of houdt;2°. hij die enige handeling verricht, ondernomen met het oogmerk om, zonder daartoe gerechtigd te zijn, de beschikking te krijgen over een inlichting, een voorwerp of gegevens als bedoeld in artikel 98;3°. hij die tersluik, onder een vals voorgeven, door middel van een vermomming of langs een andere dan de gewone toegang op of in een verboden plaats komt of tracht te komen, aldaar in dier voege aanwezig is, of zich op een van die wijzen of door een van die middelen vandaar verwijdert of tracht te verwijderen.

2. De bepaling onder 3° is niet toepasselijk, indien de rechter blijkt dat de dader niet heeft gehandeld met het oogmerk bedoeld onder 2°.

Page 95: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 95

Artikel 2721. Hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs

moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.

2. Indien dit misdrijf tegen een bepaald persoon gepleegd is, wordt het slechts vervolgd op diens klacht.

Artikel 2731. 1. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden

of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij die opzettelijk 1°. aangaande een onderneming van handel, nijverheid of dienstverlening bij welke hij werkzaam is of is geweest, bijzonderheden waarvan hem geheimhou-ding is opgelegd, bekend gemaakt of 2°. gegevens die door misdrijf zijn verkregen uit een geautomatiseerd werk van een onderneming van handel, nijverheid of dienstverlening en die betrekking hebben op deze onderneming, bekend maakt of uit winstbejag gebruikt, indien deze gegevens ten tijde van de bekendmaking of het gebruik niet algemeen bekend waren en daaruit enig nadeel kan ontstaan.

2. Niet strafbaar is hij die te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het algemeen belang de bekendmaking vereiste.

3. Geen vervolging heeft plaats dan op klacht van het bestuur van de onderneming.

Page 96: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

96 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Format Scenariobeschrijving NRB

Deze format kan gebruikt worden bij het schrijven van het scenario. Met de format wordt gewaarborgd dat het scenario alle elementen bevat die nodig zijn bij de risicobeoordeling en bij de capaciteitenanalyse.

thema

titel scenario

tijdhorizon 0-5 jaar 20 -25 jaar……. jaar (5 jaar periode)

aard van het scenario incident proces

gevaar van natuurlijke aardgevaar door technisch of menselijk falen (onopzettelijk) dreiging (kwaadwillend, opzettelijk)

typering scenario meest waarschijnlijk meest representatief meest ernstig

primaire bedreiging territoriale veiligheidfysieke veiligheideconomische veiligheidecologische veiligheidsociale en politieke stabiliteit(meer dan 1 keuze mogelijk)

casuïstiek(referentiesituaties)

oorzaakcategorieën:

gevaar-/dreigingtypen:

Page 97: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 97

context algemene omstandigheden:

huidige status beheersmaatregelen (weerstandsvermogen):

incident / proces beschrijving incident / gebeurtenissenreeks:

Page 98: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

98 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Kunnen vitale sectoren / vitale producten en diensten (deel) zijn van de oorzaak van het incident / proces? Hoe dan?

Vitale sector Vitaal product of dienst

1) Energie 1. elektriciteit

2. aardgas

3. olie

2) Telecommunicatie/ICT 4. vaste telecommunicatie-voorziening

5. mobiele telecommunicatie-voorziening

6. radiocommunicatie en navigatie

7. omroep (crisiscommunicatie)

8. internettoegang

3) Drinkwater 9. drinkwatervoorziening

4) Voedsel 10. voedselvoorziening/ -veiligheid

5) Gezondheid 11. spoedeisende zorg/ overige ziekenhuiszorg

12. geneesmiddelen

13. sera en vaccins

14. nucleaire geneeskunde

6) Financieel 15. betalingsdiensten/ betalingstructuur

16. financiële overdracht overheid

7) Keren en Beheren oppervlaktewater 17. beheren waterkwaliteit

18. keren en beheren waterkwantiteit

8) Openbare Orde en Veiligheid 19. handhaving openbare orde

20. handhaving openbare veiligheid

9) Rechtsorde 21. rechtspleging en detentie

22. rechtshandhaving

10) Openbaar bestuur 23. diplomatieke communicatie

24. informatieverstrekking overheid

25. krijgsmacht

26. besluitvorming openbaar bestuur

11) Transport 27. mainport Schiphol

28. mainport Rotterdam

29. hoofdwegen- en hoofdvaarwegennet (Rijksinfra-structuur)

30. spoorsysteem

12) Chemische en Nucleaire industrie 31. vervoer, opslag en productie/verwerking van chemische en nucleaire stoffen

oorzaak beschrijving oorzaak:

preventie status:

schatting waarschijnlijkheid:

context algemene omstandigheden:

huidige beheersmaatregelen (weerstandsvermogen):

incident beschrijving incident / gebeurtenissenreeks:

Page 99: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 99

Vitaal (gevolg) Kunnen vitale sectoren / vitale producten en diensten geraakt worden door het scenario? Hoe dan?

Vitale sector Vitaal product of dienst

1) Energie 1. elektriciteit

2. aardgas

3. olie

2) Telecommunicatie/ICT 4. vaste telecommunicatie-voorziening

5. mobiele telecommunicatie-voorziening

6. radiocommunicatie en navigatie

7. omroep (crisiscommunicatie)

8. internettoegang

3) Drinkwater 9. drinkwatervoorziening

4) Voedsel 10. voedselvoorziening/ -veiligheid

5) Gezondheid 11. spoedeisende zorg/ overige ziekenhuiszorg

12. geneesmiddelen

13. sera en vaccins

14. nucleaire geneeskunde

6) Financieel 15. betalingsdiensten/ betalingstructuur

16. financiële overdracht overheid

7) Keren en Beheren oppervlaktewater 17. beheren waterkwaliteit

18. keren en beheren waterkwantiteit

8) Openbare Orde en Veiligheid 19. handhaving openbare orde

20. handhaving openbare veiligheid

9) Rechtsorde 21. rechtspleging en detentie

22. rechtshandhaving

10) Openbaar bestuur 23. diplomatieke communicatie

24. informatieverstrekking overheid

25. krijgsmacht

26. besluitvorming openbaar bestuur

11) Transport 27. mainport Schiphol

28. mainport Rotterdam

29. hoofdwegen- en hoofdvaarwegennet (Rijksinfra-structuur)

30. spoorsysteem

12) Chemische en Nucleaire industrie 31. vervoer, opslag en productie/verwerking van chemische en nucleaire stoffen

Page 100: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

100 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

gevolg 1.1 Integriteit grondgebied gevolgen: (oppervlak en tijdsduur en gebied)

1.2 internationale positie gevolgen: (indicatoren mbt acties, politieke, niet-politieke betrekkingen)

primaire oorzaak/oorzaken:

relevante omstandig-heden (context):

2.1 doden gevolgen: (aantallen en plaatsbepaling)primaire oorzaak/oorzaken:relevante omstandig-heden (context):

2.2 ernstig gewonden en chronisch zieken gevolgen: (aantallen en plaatsbepaling)primaire oorzaak/oorzaken:relevante omstandig-heden (context):

2.3 lichamelijk lijden gevolgen: (aantallen en tijdsduur en gebied)primaire oorzaak/oorzaken:relevante omstandig-heden (context):

3.1a kosten gevolgen: (kosten en kostensoort)primaire oorzaak/oorzaken:relevante omstandig-heden (context):

Page 101: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 101

gevolg 3.1b economische schade gevolgen: (invloed op gekozen indicatoren voor economische schade)

primaire oorzaak/oorzaken:

relevante omstandig-heden (context):

4.1a flora en fauna gevolgen: (relatief oppervlak getroffen natuurgebieden en tijdsduur)

primaire oorzaak/oorzaken:

relevante omstandighe-den (context):

4.1b milieu gevolgen: (oppervlak gebied mbt overschrij-ding interventiewaar-den)

primaire oorzaak/oorzaken:

relevante omstandig-heden (context):

5.1 verstoring dagelijks leven gevolgen: (keuze indicatoren en waarderen tijdsduur, aantal getroffenen)primaire oorzaak/oorzaken:

relevante omstandig-heden (context):

5.2 aantasting democratie gevolgen: (keuze indicatoren en waarderen tijdsduur en omvang)

primaire oorzaak/oorzaken:

relevante omstandig-heden (context):

5.3 sociaal-psycholog. impact (angst en woede) gevolgen: (keuze indicatoren en waarderen omvang)

primaire oorzaak/oorzaken:

relevante omstandig-heden (context):

Page 102: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

102 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Toelichting op Format Scenariobeschrijving:

AlgemeenDoelstelling van het Format is om de kwaliteit en de bruikbaarheid van de ontwikkelde scenario’s zoveel als mogelijk op eenzelfde niveau te brengen. Het ‘vertalen’ van de scenariobeschrijving naar het Format moet ervoor zorgdragen dat:• de beschrijving van het scenario getoetst wordt op volledigheid• de scenariobeschrijving een voldoende basis vormt voor de waarschijnlijkheidsscore • de scenariobeschrijving een voldoende basis vormt voor de impactscores• de scenariobeschrijving een voldoende basis vormt voor de capaciteitenanalyseDe teksten in het Format zijn zo beknopt mogelijk; het is niet de bedoeling dat het Format de Scenariobeschrijving vervangt.

Casuïstiek: overzicht van beschikbare casuïstiek met betrekking tot (vergelijkbare) incidenten in bijlage

samenvatting casuïstiek naar typering van oorzaken en typering van de gevolgen (gevaar of dreiging)

Context: aanduiding algemene omstandigheden en mate van kwetsbaarheid

beschrijving van algemene omstandigheden welke van belang zijn voor het beschreven scenario: internationale verhoudingen, interne politieke verhoudingen, maatschappelijke verhoudingen, locatie kenmerken, natuur, klimatologische ontwikkelingen, demografische ontwikkelingen

globale beschrijving van huidige status beheersmaatregelen: wet- en regelgeving, inzet private en publieke diensten, beschikbare middelen

Incident: beknopte beschrijving van het incident of proces

één of meer samenhangende (ongewenste) gebeurtenissen die tezamen een beschrijving geven van het gevaar of de dreiging, inclusief duiding van: - locatie - betrokkenen - getroffen assets - tijdas

Oorzaak: beschrijving van de oorzaak (oorzaken) van het incident of beschrijving van de bepalende factoren van het onderliggend (sluipend) proces

beschrijving van de preventiemaatregelen die tot doel hebben het incident te voorkomen of het proces te beheersen, respectievelijk de waarschijnlijkheid van het incident/ procesontwikkeling te verkleinen (“ist” situatie)

beschikbare data (casuïstiek of anderszins) voor het schatten van de waarschijnlijkheid; benoemen factoren die van invloed zijn op de onzekerheid van de schatting

Gevolg op basis van de indeling naar de 10 impactcriteria: beschrijving van de aard en omvang van de gevolgen, inclusief het vastleggen van de relevante informatiebronnen, beschrijving van de oorzaken en van de toegepaste respons- en beheersmaatregelen (omstandigheden/context, “ist” situatie) benoemen factoren die van invloed zijn op de onzekerheid van de omvang van de onderscheiden impactcriteria

Page 103: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 103

Het gebruik van expertmeningen

Het gaat in de Strategie Nationale Veiligheid om het in kaart brengen en analyseren van nieuwe en bekende risico’s zoals die zich kunnen voordoen. Er is vaak onvoldoende informatie beschikbaar om de kansen en gevolgen van die risico’s vast te stellen en de toekomst is ongewis. Daarom is het gebruik van expertmeningen nodig om tot uitkomsten te komen. Deze tekst bevat aandachtspunten bij het gebruik van expertmeningen. Het gebruik van expertmeningen vindt plaatst bij alle stappen van de werkwijze Nationale Veiligheid: • bij het identificeren van nieuwe risico’s en dreigingen;• bij het uitwerken van scenario’s;• bij de scoring van de 10 impactcriteria en de

waarschijnlijkheid;• bij de inschatting van het effect van beleidsmaatregelen

in de capaciteitenanalyse.

Een expertschatting is een belangrijke bron van informa-tie. De achtergrond van de gemaakte keuzes van experts zijn echter niet vanzelfsprekend duidelijk. Het kunnen herleiden van de uitgangspunten die experts hanteren en een transparant proces van scoring van de impact en schatting van de waarschijnlijkheid kunnen de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de uitkomsten vergroten.

Algemene aandachtspunten

Het gebruik van expertmeningen is niet alleen onvermij-delijk maar ook onmisbaar voor voldoende betrouwbaar-heid, robuustheid en detaillering van de uitwerking van een scenario, de scoring van impact en waarschijnlijkheid en de inventarisatie van benodigde capaciteiten.

Om goed gebruik van experts te waarborgen is het verstandig rekening te houden met de volgende aandachtspunten.

Aandachtspunten voor het proces

• Bepaal wie deelneemt aan het proces voor schrijven van het scenario, wie aan het scoren van de waarschijnlijk-heid en de impact en wie aan de capaciteitenanalyse. De samenstelling van de groep die de waarschijnlijkheid en de impact scoort kan geheel verschillend zijn van de groep die het scenario heeft geschreven of de groep die de capaciteitenanalyse uitvoert;

• Zorg voor een goede balans tussen inhoudelijke experts en vertegenwoordigers vanuit het beleid;

• Iedere expert neemt op persoonlijke titel deel;

• In verband met de vertrouwelijkheid van de beschikbare informatie is het denkbaar dat voor de dreigingscenario’s een beperkte groep experts wordt aangewezen (medewerkers AIVD, KLPD, etc).

• Zorg bij het samenstellen van de werkgroepen (onge-acht of het gaat om het ontwikkelen van de scenario’s, de scoring of de inventarisatie van capaciteiten) dat alle vakgebieden die in het scenario relevant zijn vertegen-woordigd zijn;

• Houd bij het samenstellen van de werkgroepen ook al rekening met het gebruik van de resultaten van de werkgroep in het vervolg van het traject. Zorg al in de uitwerking van het scenario voor voldoende betrouw-bare informatie die relevant is voor de scoring van impact en waarschijnlijkheid. Zorg bij de uitwerking van het scenario ook voor voldoende informatie over relevante capaciteiten, zodat het scenario aanknopings-punten biedt voor de inventarisatie van te versterken capaciteiten in de latere capaciteitenanalyse.

• Bepaal op welke manier de inzet van experts het beste kan worden georganiseerd. Denk hierbij aan (tijds)efficiëntie en discussie tussen experts;

• Benut experts efficiënt: bepaal of experts doorlopend een inbreng in het proces moeten leveren of kan volstaan worden met een eenmalige inbreng van een expert;

• Bepaal hoe de inbreng van experts zo betrouwbaar en robuust mogelijk kan worden georganiseerd: discussie tussen experts kan het resultaat verbeteren. Er zijn ook situaties denkbaar waar discussie juist afwijkende meningen of specifieke opvattingen en zienswijzen onderdrukt;

• Realiseert u zich dat het doel van het proces niet primair is om overeenstemming tussen de experts te bereiken. Onzekerheden en daarmee verschillen van mening zijn onvermijdelijk bij het soort scenario’s dat in de werkwijze nationale veiligheid wordt gebruikt. Goed beargumenteerde verschillen van opvatting zijn een verrijking voor de bruikbaarheid van de uitkomsten van analyses en scoringen.

Page 104: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

104 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Aandachtspunten voor de inhoudelijke inbreng van experts

• Laat experts expliciet maken wat de keten van gebeur-tenissen is, wat het causaal verband is en welke redeneerlijn wordt gevolgd. Overeenstemming over de keten van gebeurtenissen, het causale verband en de gevolgde redeneerlijn in het scenario zijn noodzakelijk voor een betrouwbare scoring van impact en waar-schijnlijkheid en voor de capaciteitenanalyse;

• Experts gebruiken veelal jarenlange ervaring en kennis uit verschillende bronnen bij het formuleren van hun opvattingen;

• Laat experts expliciet aangeven wat hun kennisbron is (empirische data, modelberekeningen), welke aannames zij gebruiken en welke onzekerheden bij hun opvattin-gen spelen,

• Expertmeningen zijn onderhevig aan empirische controle: beschikbare ervaringsgegevens mogen niet genegeerd, vervangen of verwijderd worden.

• Vanzelfsprekend moeten ervaringsgegevens getoetst worden aan de actuele omstandigheden of aan ontwikkelingen die (de kans van) het optreden van toekomstige omstandigheden beïnvloeden. Met betrekking tot dreigingscenario’s is om deze reden in de toelichting op schema 3 (hoofdstuk 6) melding gemaakt van de onderscheiden correctiefactoren. Het bepalen van de correctiefactoren zal veelal gebaseerd dienen te worden op expertmeningen.

• Experts moeten zich houden aan de formele rekenregels vanuit de waarschijnlijkheidsleer.

• Bepaal hoe de expert het beste geholpen kan worden om te komen tot een onafhankelijke bepaling van de eigen interpretatie en schattingen.

• Hoe explicieter kennisbronnen, aannames en onzeker-heden zijn, hoe beter de discussie tussen experts te voeren is en hoe beter keuzes te onderbouwen en te volgen zijn. Leg zoveel mogelijk referenties, bronnen en aannames en onzekerheden vast;

• Maak onderscheid tussen onzekerheden (vanwege gebrek aan kennis) en verschillen van opvatting tussen experts;

• Bepaal hoe gekomen kan worden tot maximaal mogelijke convergentie van de verschillende expertme-ningen met behoud van individuele opvattingen en tot een ‘beste’ uitkomst en hoe daarover het beste kan worden gerapporteerd inclusief de onzekerheden en verschillen van opvatting.

Page 105: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 105

Kengetallen behorende bij criterium 3.1a

Bij de schatting van de kosten binnen impactcriterium 3.1a kan van de volgende kentallen gebruik worden gemaakt.

Materiële schade Woningen (inclusief inboedel): Infrastructurele objecten:laag/midden/hoogbouweengezinswoningboerderijkantoren

€ 170.000€ 240.000€ 400.000€ 100-200.000 /m2

gemaalzuiveringsinstallatiebrug, viaductspoorlijn

€ 750.000€ 10.000.000€ 5.000.000€ 1.350.000 / km

Gezondheidschade• kosten gezondheidszorg blijvend arbeidsongeschikt/zwaargewond € 100.000• kosten gezondheidszorg half jaar arbeidsongeschikt/lichtgewond € 5.000• arbeidsongeschiktheid uitkering (blijvend, modaal, 38jr) € 650.000• uitkeringen bij overlijden (modaal, 38jr, 2 kinderen) € 160.000(gebaseerd op rekenmodellen verzekeraars/schade-experts)

Financiële schade• verhouding directe bedrijfsschade versus indirecte bedrijfsschade 2:1 (gebaseerd op discussienota Rijkswaterstaat

HIS-SSM)• € 550 per m² bedrijfslocatie per jaar (gebaseerd op Bruto Binnenlands Product)

NB: de genoemde bedragen zijn onderhevig aan inflatie. Bedragen zijn gekoppeld aan het prijspeil van 2008. Begrippen: • Vervangingswaarde kapitaalgoederen: ‘nieuwwaarde kapitaalgoederen minus afschrijvingen’ op het tijdstip van het

incident• Bruto toegevoegde waarde: ‘bijdrage van kapitaal en arbeid (gelijk aan vaste kosten plus winst)’ gedurende

herstelperiode• Netto toegevoegde waarde: ‘bruto toegevoegde waarde minus afschrijvingen’ gedurende herstelperiode

Bij het analistennetwerk B de notitie Economische betekenis van nationale veiligheidsrisico’s van prof.dr. Peter A.G van Bergeijk (augustus 2012) op te vragen.

Page 106: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

106 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Toelichting bij criterium 3.1b

AlgemeenDe twee eerstgenoemde indicatoren in impactcriterium 3.1b zijn variabelen waarvan uit empirisch onderzoek bekend is dat ze het aanpassingsvermogen negatief beïnvloeden.11 Bij een hogere welvaart (gemeten met het reële inkomen per hoofd) zijn er betere mogelijkheden om ingrijpende gebeurtenissen op te vangen; wegvallende effectieve vraag kan bij gezonde overheidsfinanciën (gemeten met het EMU saldo) gemakkelijker worden ondervangen. De twee laatstgenoemde indicatoren zijn direct gerela-teerd aan de bedreiging van de economische vitaliteit. In de eerste plaats wordt afhankelijk van de aard van het voorliggende scenario gekeken naar de werkloosheid. Een sterk oplopende werkloosheid tast (zeker wanneer deze langdurig is) het menselijk kapitaal aan en heeft een ontregelende werking in overlegstructuren en maatschap-pij. In de tweede plaats wordt gekeken naar het aandeel van de getroffen sectoren. Deze indicator geeft aan hoe breed het bedrijfsleven wordt getroffen. Een probleem dat geconcentreerd is in een kleine sector of een enkel bedrijf tast de vitaliteit minder snel aan dan een probleem dat bij alle bedrijven optreedt.

11 I. Noy, The macroeconomic consequences of disasters, Journal of development economics 2009, blz. 221-231

Drie van de indicatoren geven ook het gevolg van een mogelijk scenario over de aantasting van de vitaliteit van de Nederlandse economie weer voor de individuele inwoner van Nederland:• minder koopkracht • minder publieke voorzieningen en dienstverlening• minder werkDe scenario’s die op deze indicatoren (hoog) scoren zullen niet alleen economische effecten hebben maar zullen waarschijnlijk ook andere gebieden van de Nationale Veiligheid raken: met name sociale en politieke stabiliteit, en territoriale veiligheid. De keuze voor de genoemde indicatoren wordt mede bepaald door de verwachting dat op basis van de scenariobeschrijving genoemde indicatoren geschikt zijn om een verantwoorde en zoveel mogelijk objectieve inschatting te kunnen maken van de impact.

1. Ontwikkeling van het reële inkomen per hoofdDe ontwikkeling van het reële inkomen per hoofd is de meest directe maatstaf voor de nationale welvaart, ook in internationaal vergelijkend perspectief. Het reële inkomen per hoofd corrigeert voor de prijsontwikkeling en geeft dus een maatstaf voor de hoeveelheid goederen en diensten die met het gemiddelde inkomen per Nederlander kunnen worden aangeschaft.

Page 107: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 107

Bron: Alan Heston, Robert Summers and Bettina Aten, Penn World Table Version 7.0, Center for International Comparisons of Production, Income and Prices at the University of Pennsylvania, 2011.

Het is in een open economie als de Nederlandse belangrijk om daarbij rekening te houden met ontwikkelingen in nationale en internationale prijzen. De gebruikelijke maatstaf voor het reële inkomen per hoofd maakt daartoe een correctie voor internationale koopkrachtpariteiten (een soort internationale prijsindexcijfers). Figuur 1 illustreert de naoorlogse ontwikkeling van het BNP per hoofd. De gemiddelde groei is 2,4% per jaar met een standaarddeviatie van 2,5%.

Tabel 1 rapporteert op basis van de zelfde bron de laagste naoorlogse groeicijfers. Alle andere groeicijfers voor de naoorlogse periode liggen boven de +1 procent per jaar. De tabel indiceert grenswaarden bij –1% en bij –2%. Er zijn dan in de naoorlogse periode 2 gevallen met beperkte omvang, 3 gevallen met aanzienlijke omvang en 3 gevallen met hoge omvang. De tabel laat de uitschieters zien; het gaat niet om de normale spreiding maar om de uitschieters in het onderste deel van de distributie.

Tabel 1 Slechtste naoorlogse jaren in termen van reële groei per hoofd van de bevolking

Jaar Jaar op jaar mutatie bnp per hoofd Nederland

1958 -5,2%

2009 -3,2%

1981 -2,3%

1951 -1,9%

1982 -1,4%

1952 -1,3%

1961 -0,4%

2003 0,0%

In de vooroorlogse periode zijn er wel veel grotere uitslagen in het reële Nederlandse BNP geregistreerd (Tabel 2). Duidelijk is dat economische rampjaren merendeels oorlog-gerelateerd zijn; het lange termijn perspectief van twee eeuwen geeft als frequentie eens in de dertig jaar aan. In de naoorlogse periode neemt de incidentie tevens af door een beter beheer van de openbare financiën en de introductie van automatische stabilisatoren die de reële fluctuaties van het inkomen per hoofd dempen.

Page 108: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

108 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Tabel 2 Economische rampjaren in Nederland 1807-2006)

(reële dalingen van inkomen en consumptie per hoofd van meer dan 10%)

Jaar Bruto nationaal inkomen per hoofd

Jaar Consumptie per hoofd

1944 -33,7% 1918 -37,7%

1940 -13,0% 1942 -31,7%

1812 -12,9% 1809 -17,1%

1917 -11,5% 1940 -12,3%

1808 -10,8% 1941 -11,5%

1813 -10,0% 1943 -11,1%

1942 -9,4%

Aantal waarnemingen 199 194

Percentage rampjaren 3,5% 3,1%

Gemiddelde omvang 14,5% 20,2%

Bron: berekend uit Barro, R.J. and J.F. Ursua, 2008, ‘Consumption Disasters since 1870’, Brookings Papers on Economic Activity, spring 2008, 255-335.

Op grond van de verzamelde gegevens in de naoorlogse periode is de bovengrens voor de indicatorwaarde (dat is: “geen groei”) bepaald, alsmede de grenswaarden.

2. Staatsschuld: overheidssaldo en overheidsschuld

In Figuur 2 is de ontwikkeling weergegeven van het EMU tekort waarbij teruggerekend is met behulp van de zelfde definitie voor de jaren dat de euro nog niet was ingevoerd. Het EMU tekort is een van de belangrijke indicatorenvoor de financiële gezondheid van de Staat der Nederlanden.

Bron: CPB Centraal Economisch Plan 2012, Den Haag 2012, Bijlage 2

Het EMU-saldo is het totaal aan inkomsten min de uitgaven van de Rijksoverheid, sociale fondsen en lokale overheden. Hierbij zitten ook inkomsten en uitgaven met een kapitaalkarakter, zoals aan- en verkopen van grond, investeringen, investeringsbijdragen en opbrengsten uit de verkoop van gas.Financiële transacties, zoals de verkoop van deelnemingen of kredietverstrekking, worden niet als inkomsten of uitgaven gezien.  Bij een EMU overschot (positief EMU saldo) is er een begrotingsoverschot en daalt de staatsschuld.

Page 109: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 109

Het EMU tekort bedroeg over 1970-2011 gemiddeld 2,7% met een standaarddeviatie van 2.3. Op grond van deze gegevens is de ondergrens van de indicator op 4% gesteld en zijn de grenswaarden bepaald.

3. Werkloosheid

De gekozen grenswaarden zijn afgestemd op de ervaringscijfers voor de laatste decennia en neemt daarbij de gemid-delde werkloosheidsvoet over de periode 2000-2010 als vertrekpunt.

Figuur 3 rapporteert de ontwikkeling van de werkloosheid gedurende de periode 1970-2011 als percentage van de beroepsbevolking. Over de periode 2000-2010 fluctueerde de werkloosheid tussen 2,5% en 5,3%. Het gemiddelde is 4,4% met een standaarddeviatie van 1,8. De ervaringscijfers laten twee maal een bijna verdubbeling in een 2-jaarsperi-ode zien.

Bron: CPB De Macro Economische Verkenning 2012, Den Haag 2011, Bijlage 1.1

Op basis van deze gegevens is de ondergrens van de indicator vastgesteld op een stijging van de werkloosheid met 2 procentpunten en zijn de overige grenswaarden bepaald.

4. Aandeel betrokken sectoren en duur van de gebeurtenis

Deze additionele indicator combineert de breedte van de invloed van de gebeurtenis (de mate waarin ‘het’ Nederlandse bedrijfsleven wordt getroffen) met de duur van die invloed omdat deze combinatie van factoren bepalend is voor de vraag of er metterdaad sprake is van een aantasting van de vitaliteit van de Nederlandse economie (er moet meer aan de hand zijn dan een kortstondig probleem).De breedte van de invloed wordt geoperationaliseerd aan de hand van het aandeel van de desbetreffende sectoren in de bruto toegevoegde waarde (Tabel 3). Er is in ieder geval geen sprake van een aantasting van de vitaliteit indien de invloed van de gebeurtenis niet ten minste 1 maand beloopt.

Page 110: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

110 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Tabel 3 Aandeel van sectoren in bruto toegevoegde waarde in 2010

Sector Bruto toegevoegde waarde Economische activiteiten mln euro aandeel

A Landbouw, bosbouw en visserij 9400 1,8%B Delfstoffenwinning 16235 3,1%10-12 Voedings-, genotmiddelenindustrie 14275 2,7%13-15 Textiel-, kleding-, lederindustrie 1167 0,2%16-18 Hout-, papier-, grafische industr. 4614 0,9%19 Aardolie-industrie 374 0,1%20 Chemische industrie 11354 2,2%21 Farmaceutische industrie 1455 0,3%22-23 Kunststof- en bouwmateriaalindustr 4177 0,8%24-25 Basismetaal, metaalprod.-industrie 7165 1,4%26 Elektrotechnische industrie 1996 0,4%27 Elektrische apparatenindustrie 1039 0,2%28 Machine-industrie 6227 1,2%29-30 Transportmiddelenindustrie 2585 0,5%31-33 Overige industrie en reparatie 8363 1,6%D Energievoorziening 10393 2,0%E Waterbedrijven en afvalbeheer 4498 0,9%F Bouwnijverheid 28672 5,5%G Handel 67968 13,0%H Vervoer en opslag 22349 4,3%I Horeca 9107 1,7%58-60 Uitgeverijen, film,radio en t.v. 6095 1,2%61 Telecommunicatie 8223 1,6%62-63 IT- en informatiedienstverlening 11331 2,2%K Financiële dienstverlening 43383 8,3%L Verhuur en handel van onroerend goed 32488 6,2%69-71 Management- en technisch advies 25118 4,8%72 Research 2186 0,4%73-75 Reclame, design, overige diensten 5209 1,0%N Verhuur en overige zakelijke diensten 28046 5,4%O Openbaar bestuur en overheidsdiensten 39220 7,5%P Onderwijs 26924 5,1%86 Gezondheidszorg 27987 5,3%87-88 Verzorging en welzijn 23068 4,4%R Cultuur, sport en recreatie 4879 0,9%S Overige dienstverlening 6051 1,2%

Bron: CBS, Nationale Rekeningen 2010

Page 111: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 111

Voorbeelden schatting waarschijnlijkheidsklasse

Grote horecabrand met tientallen dodenModel incidentscenario afgeleid van cafébrand in Volendam.Grote brand in een horeca locatie met als gevolg enkele tientallen doden en mogelijk honderden gewonden. De locatie gaat volledig verloren. Referentie locaties: café’s, disco’s, hotels, pensions, restaurants.

Bepalen waarschijnlijkheid op basis van casuïstiek: 2 voorbeelden in laatste 30 jaar (Volendam en hotel Polen). Eventueel correctie factor voor het verbeteren van de regelgeving en de controle op de naleving (ca. factor 0,1 – 0,5; factor wordt bepaald door verwachting dat getroffenen veilig kunnen wegkomen).

P (horecabrand) = 1/15 x (0,1 – 0,5) per jaar

= 5/15 x (0,1 – 0,5) per 5 jaar ≈ 10% per 5 jaar = klasse D

Een alternatieve redeneerlijn luidt als volgt:

P (horecabrand) = P (G) x P (E|G) = P (G1) x P (G2) x P (G3) x P (E|G)= 50/5jr x 0,5 x 0,2 x 0,02= 0,1 = 10% per 5 jaar = klasse D

P (G1): aantal horecabranden per jaar (melding volgens CBS, statistiek 2005-2006)P (G2): waarschijnlijkheid dat horecagelegenheid volledig uitbrandtP (G3): waarschijnlijkheid dat horecagelegenheid hoge bezettingsgraad kentP (E|G): waarschijnlijkheid dat brand lijdt tot enkele tientallen doden

NB:1. De gekozen data zijn fictief.2. De veronderstelling is dat de waarschijnlijkheden onderling onafhankelijk zijn, maar met name gebeurtenis G1

kan afhankelijk zijn van gebeurtenis G3.

Uitbraak pandemische vorm van influenzaEen genetische verandering van het H5N1 virus van Influenza A (‘vogelgriep’) leidt ertoe dat het virus overdraagbaar is van mens naar mens. De eerste uitbraken worden geconstateerd in Maleisië, en binnen 4 tot 8 weken verspreidt het virus zich over alle continenten. Na 6 weken bereikt het virus West Europa, en de duur van de pandemie in Nederland bedraagt ca. 10 weken. Bijna 50% van de bevolking wordt ziek; de trefkans is onder alle bevolkingsgroepen gelijk. Het sterftecijfer bedraagt 0,5% onder de getroffenen. Het nieuwe virus betreft een volledig nieuwe stam; het duurt meer dan een half jaar voordat een nieuw vaccin is ontwikkeld en beschikbaar is.

Het bepalen van de waarschijnlijkheid vanuit de casuïstiek: gemiddeld 2 pandemie-uitbraken gedurende een eeuw. Experts zijn van mening dat in 2007 het risico van een mondiale uitbraak is toegenomen met tenminste een factor 2 vanwege de intensivering van vervoer/contacten.De beschreven pandemie is binnen het mogelijke spectrum met betrekking tot de ernst als ‘ernstig’ aan te duiden (binnen de categorie aanduiding: mild – gemiddeld – ernstig – zeer ernstig), wat met name bepaald wordt door de mate van genetische verandering en de sterftekans. De waarschijnlijkheid dat de pandemie – uitbraak tot deze categorie behoort wordt geschat op 10%.

Page 112: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

112 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

P (pandemiescenario) = P (pandemie) x f (pandemie) x P (ernst|pandemie)= 2/100 x 2 x 0,1 = 0,4% per jaar = 2% per 5 jaar = klasse C

Overstroming kustgebiedAls gevolg van een zware storm en de daarmee gepaard gaande langdurige hoge waterstand ontstaan meerdere dijkdoorbraken aan de kust.Het betreft een langdurige storm (45 uur) van orkaankracht waarbij op een hoogte van 2 km windsnelheden worden bereikt van 170 km/uur. Een week na de dijkdoorbraken zal het maximale gebiedsoppervlak overstroomd zijn met een omvang van 4330 km² en 2,3 miljoen getroffen personen.Het verloop: na 4 uur een oppervlak van 1240 km² en ruim 700.000 getroffenen; na 24 uur een oppervlak van 3470 km² en ruim 1.800.000 getroffenen; na 48 uur een oppervlak van 3940 km² en ruim 2.000.000 getroffenen.Het geschetste stormscenario is ernstiger dan het stormscenario waarop de veiligheidsnorm voor het ontwerp van de dijken is gebaseerd. De veiligheidsnorm bedraagt voor het kustgebied 1/10.000 per jaar. De waarschijnlijkheid van overstroming van het kustgebied op basis van het geschetste scenario is dus kleiner dan 1/10.000 per jaar.

P (overstromingscenario) = < 1/10.000 per jaar= < 5/10.000 per 5 jaar = < 0,05% per 5 jaar = klasse A

Politieke moordOp 15 maart 2011 – vier weken voor de Tweede Kamer verkiezingen - wordt mevrouw Fatima H. op klaarlichte dag vermoord. De dader wordt enkele dagen daarna gearresteerd en blijkt zich te bewegen in radicaal islamitische kring. Over het motief geen twijfel: Fatima H. werd beschouwd als een ‘afvallige’ en werd reeds enkele malen beschuldigd van het in diskrediet brengen van de Koran. Fatima H. was reeds enkele jaren politiek actief, ondervond veel steun voor haar opvattingen over emancipatie van de (moslim)vrouwen en was voor velen het voorbeeld van een geëmancipeerde moslim. Fatima H. stond op een verkiesbare plaats voor de aankomende Tweede Kamer verkiezingen. Fatima H. werd 24 uur per dag beveiligd.

Gelet op de recente referentiescenario’s wordt het scenario zeer voorstelbaar geacht voor de komende 5-jaars periode. Concrete aanwijzingen richting persoon, plaats of tijd bestaan echter niet.

Het is de taak van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) om personen als Fatima H. te beschermen; dit gebeurt op professionele wijze.

P (politieke moord) = klasse D met kwetsbaarheidscore ‘laag’ = klasse C

Page 113: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 113

Toepassen schema voor een tweetal voorbeelden (overstroming en politieke moord)

De waarschijnlijkheid wordt initieel bepaald voor een periode van vijf jaar.

Informatiebron/methodiek Kans optreden incident (triggear)

Kans omvang gevolg

Correctie preventie

Correctie repressie

Waarschijnlijkheid

Voorbeeld Overstroming storm met extreme windsnelheden

doorbraak dijkring 14

programma dijkverzwaring

evacuatie

< 1/100.000 x 0,5 x 1,0 - (x 0,95) 1/200.000 = A

Bronnen - KNMI statistiek - Historische analogie (+ aanpassing) - Modelberekeningen - Bayesiaanse statistiek - Faalkansen, netwerkanalyse beslisbomen - Scenariobeschrijving en analyse

Voorbeeld Politieke moord Zeer voorstelbaarGeen concrete aanwijzingen

1 dode Lage kwetsbaar-heid

n.v.t.

> 1/20 x 1 x 0,1 x 1 1/200 < W < 1/20 = C

Bronnen - Expertmeningen - Trendanalyses

Waarschijnlijkheid (2008-2012):Overstroming 1/100.000 x 0,5 x 1,0 x 0,95 = ~ 1/200.000

NB: Voor gevaren wordt in alle gevallen gerekend met een factor die alle waarden (kleiner, gelijk of groter dan 1) kan aannemen.Politieke moord 1/20 x 0,1 = 1/200

NB: 1. Voor dreigingen wordt met betrekking tot de kwetsbaarheid altijd gerekend met een factor 0,1 (kwetsbaarheid laag), 1

(kwetsbaarheid gemiddeld) of met een factor 10 (kwetsbaarheid groot).2. Inschatting kwetsbaarheid gebeurt met behulp van het schema kwetsbaarheid verderop in deze bijlage.

Voor dreigingen wordt de kans op het gevolg altijd gelijk gesteld met 1(verwerkt in kans optreden incident), evenals de correctiefactor repressie altijd gelijk gesteld is aan 1.

Page 114: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

114 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Het bepalen van de waarschijnlijkheid voor de periode 2028-2032: Meenemen verwachte trendmatige ontwikkeling

Voorbeeld overstromingKans optreden incident (trigger) storm met extreme windsnelheden < 1/100.000

Trend voor kans (uit context) klimaatverandering ++ of (x 1,5)

Kans omvang gevolg doorbraak dijkring 14 x 0,5

Trend omvang gevolg economische en demografische groei ++ of (x 1,2)

Correctie preventie Programma dijkverzwaring x 1,0

Trend preventie investeringen als aandeel BNP - - (of 0,75)

Correctie repressie evacuatie - (x 0,95)

Trend repressie Zelfredzaamheid neemt toe - (of x 0.9)

Waarschijnlijkheid 1/50.000 = A

* de gebruikte correctiefactoren zijn fictief

Waarschijnlijkheid van overstroming op termijn van 20-25 jaar (2028 – 2032): 1/100.000 x 1,5 x 0,5 x 1,2 x 1 x 0,75 x 0,95 x 0,9 = ~ 1/50.000

Page 115: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 115

Vertaling ingevulde tabellen criteria naar label

De onderstaande tabellen dienen te worden gebruikt om de door de experts gegeven scores bij de impactcriteria te vertalen naar een label voor de impact, variërend van A t/m E.

Criterium 1.1

oppervlakte →tijdsduur ↓

Lokaalmax. 100 km²(< 0,25% opp.)

Regionaal100-1000 km²(0,25% - 2,5% opp.)

Provinciaal1000 – 10.000 km²(2,5% - 25%opp.)

Landelijk> 10.000 km²(> 25% opp.)

2 tot 6 dagen A A B C

1 tot 4 weken A B C D

1 -6 maanden B C D E

½ jaar of langer C D E E

<250 pers/km2 250 – 750 pers/ km2 > 750 pers/ km2

Bevolkingsdichtheid -1 +1

Criterium 1.2

aantal indicator-categorieën →mate ↓

max. 1 indicatorcategorie max. 2 indicatorcategorieën max. 3 indicatorcategorieën

beperkt A B C

gemiddeld B C D

aanzienlijk C D E

Criterium 2.1

Aantal < 10 10-100 100-1000 1000-10.000 > 10.000

Direct overlijden (binnen 1 jaar) A B C D E

Vervroegd overlijden (binnen 20 jaar) A A B C D

Criterium 2.2

Aantal < 10 10-100 100-1000 1000-10.000 > 10.000

A B C D E

Criterium 2.3

aantal →tijdsduur↓

< 10.000 getroffenen

< 100.000 getroffenen

<1.000.000 getroffenen

>1.000.000 getroffenen

2 tot 6 dagen A B C D

1 tot 4 weken B C D E

1 maand of langer C D E E

Page 116: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

116 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Criterium 3.1a

Kosten in € < 50 miljoen

< 500 miljoen < 5miljard

< 50 miljard

> 50miljard

1. materiele schade

2. gezondheid schade

3. financiële schade

4. bestrijdingskosten en herstel

economische schade totaal A B C D E

Criterium 3.1b

Aantal relevante indicatoren

Omvang

1 indicator 2 indicatoren 3 indicatoren

alle indicatoren scoren max. beperkt A A B

1 indicator scoort max. gemiddeld B B C

2 of meer indicatoren scoren max. gemiddeld - C D

1 indicator scoort aanzienlijk,overige max. beperkt

C C D

1 indicator scoort aanzienlijk,overige max. gemiddeld

C D E

2 of meer indicatoren scoren aanzienlijk - E E

Bedraagt het aandeel van de bruto toegevoegde waarde van de getroffen sectoren meer dan 10% van het bruto nationaal product (zie bijlage) èn is de tijdsduur van aantasting ten minste één maand +1

De ondergrenzen van de indicatoren zoals vermeld in de categorie ‘Omvang beperkt’ moeten beschouwd worden als ‘baseline’ , thans gedateerd 2012.Dit betekent dat het eindoordeel op dit criterium een A is, ingeval:het reële inkomen per hoofd van de bevolking stijgt, en het EMU tekort onder de 4% van het BNP blijft, ende werkloosheid met minder dan 2% stijgt,ervan uitgaande dat het criterium in beginsel van toepassing is voor het beschouwde scenario (anders is het eindoordeel NVT).

Criterium 4.1

ARelatieve oppervlakte→Beleidscategorie ↓ <3% 3-10% >10%

Broedgebieden van weidevogels A B C

EHS gebieden B C D

Natura 2000 gebieden C D E

Waddenzee C D E

Is de duur van de aantasting korter dan 1 jaar? A

Is de duur van de aantasting langer dan 10 jaar? +1

Page 117: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 117

BAbsolute oppervlakte →Tijdsduur ↓

lokaal(max. 30 km2)

regionaal(30 - 300 km2)

provinciaal(300 – 3000 km2)

landelijk(> 3000 km2)

Minder dan één jaar A A A A

Langer dan één jaar, korter dan 10 jaar B C D E

Langer dan 10 jaar C D E E

De eindscore van criterium 4.1 is de hoogste score van onderdelen A of B.

Criterium 5.1

aantal →tijdsduur ↓

< 10.000 getroffenen

< 100.000 getroffenen

< 1 miljoengetroffenen

> 1 miljoen getroffenen

1-2 dagen A A B C

3 dagen tot 1 week A B C D

1 week tot 1 maand B C D E

1 maand of langer C D E E

Het resultaat van de impactscore wordt gecorrigeerd op basis van het aantal indicatoren dat van toepassing is:• ingeval maximaal 1 indicator van toepassing is, dan -1 (bijv. D wordt C);• ingeval tenminste 3 indicatoren van toepassing zijn, dan +1 (bijv. B wordt C).

Criterium 5.2

Aantal indicatorenMate

Max 1 uit 6 indicatoren Max 2 uit 6 indicatoren 3 of meer uit 6 indicatoren

Beperkt A B C

Gemiddeld B C D

Aanzienlijk C D E

Is sprake van een aantasting van slechts een aantal dagen? -1

Is sprake van een aantasting van een half jaar of meer? +1

Criterium 5.3

Aantal sign. cat. → 0 significantecategorieën

1 significantecategorie

2 significantecategorieën

3 significantecategorieënEindgradatie ↓

Laag A - - -

Gemiddeld A B C D

Hoog - C D E

Page 118: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

118 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Waarneembare negatieve emoties en gevoelens van < 10.000 personen gedurende maximaal een week? -1

Waarneembare negatieve emoties en gevoelens van > 1.000.000 personen (waaronder in 2 of meer grote steden) gedurende ten minste één een week? +1

NB: voor het geval dat de eindscore voor de Verwachte waarde niet in overeenstemming zou zijn met de globale inschatting van de expertgroep, dan is het advies nogmaals als groep alle indicatoren zorgvuldig te wegen en eventueel individuele indicatoren gemotiveerd aan te passen, wat (mogelijk) resulteert in een nieuwe eindscore. Verschillen van inzicht tussen de experts worden zichtbaar in de scores voor de Ondergrens en de Bovengrens.

Page 119: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 119

Invulformat samenstelling werkgroep capaciteitenanalyse

Jaargang cyclus nationale veiligheid: Scenario:

Naam expert Relevante functies / organisaties

Deskundigheids-gebieden Betrokken bij welk deel / bijeenkomst van het proces

Page 120: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

120 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Protocol voor werkwijze capaciteitenanalyse

Het voorliggende protocol is een voorstel voor een mogelijke werkwijze.Doel is om gedurende 2-3 bijeenkomsten de capaciteiten-analyse te kunnen realiseren.

Stappenschema:1. Selecteer op basis van de scenariobeschrijving en

scenarioscore de relevante impactcriteria (en eventu-eel de waarschijnlijkheid) waarvoor capaciteiten geïdentificeerd en geëvalueerd worden.

Advies: voorzitter en secretarissen kiezen bij voorkeur niet meer dan 3 impactcriteria (incl. waarschijnlijkheid), maar in ieder geval alle impactcriteria die D of E scoren

2. Maak een voorselectie van de capaciteiten uit de

capaciteitenlijst (bijlage E) die van invloed kunnen zijn op de hierboven geselecteerde impactcriteria.

Advies: uitvoering door voorzitter/secretaris van de werkgroep

3. Vraag de experts in de werkgroep (liefst schriftelijk) voorstellen te doen voor capaciteiten die naar hun mening relevant zijn en mogelijk versterking behoeven op basis van de voorselectie van relevante impactcrite-ria en capaciteiten. De experts kunnen hierbij gebruik maken van het beschikbaar gestelde invulformat (bijlage F).

De secretaris inventariseert in de scenariobeschrijving of –score of daar melding wordt gemaakt van mogelijk te versterken capaciteiten

4. 1e bijeenkomst werkgroep, waarbij op de agenda staat:• toelichting op scenario en score door vertegenwoor-

diger vanuit het ANV• presentatie van inventarisatie van relevante

capaciteiten, zo nodig toegelicht door de verschil-lende experts

• identificeren van aanvullende capaciteiten, waarbij gekozen kan worden voor een groepsgewijze benadering, voor een individuele expertbenadering, of een mengvorm

• invullen format met namen experts, organisaties en expertisevelden (bijlage B)

5. De resultaten van de 1e bijeenkomst worden door de secretaris verwerkt in een notitie. Vervolgens wordt aan de experts gevraagd de capaciteiten te kiezen die met prioriteit aangepakt moeten worden

Advies: ieder lid benoemt maximaal 5 capaciteiten.

6. 2e Bijeenkomst werkgroep, waarbij op de agenda staat:• toelichting op de voorlopige selectie van de experts,

eventueel door betreffende experts• definitieve selectie van de belangrijkste capaciteiten

die verder uitgewerkt worden

7. 2e of 3e bijeenkomst: Uitwerking van de geselecteerde capaciteiten en de daarbij behorende maatregelen aan de hand van de vragenlijst (bijlage G)

Advies: verdere uitwerking van de vragenlijst bij voorkeur door meestbetrokken partijen

8. Opstellen van de concept-eindrapportage door voorzitter en secretaris; schriftelijke terugkoppeling door de experts (bij verschillen van inzicht kan eventueel besloten worden tot een extra overleg van de werkgroep of tot een minderheidsstandpunt in de rapportage)

9. Overleg met de kopgroep uit de IWNV over de concept-eindrapportage.

10. Opstellen van de eindrapportage door voorzitter/secretaris werkgroep.

Page 121: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 121

Capaciteitenlijst

Toelichting op de Capaciteitenlijst.Deze Capaciteitenlijst wil werkgroepen helpen die zich bezighouden met de capaciteitenanalyse van scenario’s in het kader van de werkwijze Nationale Veiligheid. De lijst heeft tot doel de werkgroepen aan het denken te zetten bij hun zoektocht naar capaciteiten die kunnen worden versterkt. Hoewel aandacht is gegeven aan de logica van de lijst is overlap tussen verschillende capaciteiten niet uitgesloten. Dat is ook niet erg, soms helpt het om vanuit verschillende invalshoeken naar een onderwerp te kijken. Als het er maar voor zorgt dat geen capaciteiten over het hoofd worden gezien die versterkt moeten worden.

De lijst is ingedeeld in drie niveaus. Het hoogste niveau bestaat uit de volgende categorieën:• A. Algemeen;• B. Proactie en preventie;• C. Bescherming vitale systemen;• D. Bestrijding, basisvereisten; • E. Bestrijding, bevolkingszorg; • F. Bestrijding, brandweerzorg; • G. Bestrijding, geneeskundige zorg; • H. Bestrijding, politiezorg;• J. Herstel en nazorg. Onder iedere hoofdcategorie zijn capaciteiten geformuleerd, zo nodig in het derde niveau nader uitgewerkt.

Page 122: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

122 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

A ALGEMEEN

Capaciteiten die bijdragen aan een effectieve en efficiënte invulling van de capaciteiten en uitvoering van de bijbehorende taken op het gebied van proactie & preventie, bescherming, bestrijding en nafase (herstel en nazorg). De navolgende algemene capaciteiten zijn van toepassing op alle scenario’s.

A.1 Regie, aansturing en toezichtHet vermogen om regie en aansturing over het domein van nationale veiligheid uit te oefenen.

A.1.1 Strategische planvorming.A.1.2 Beleidsontwikkeling, -implementatie, -evaluatie, -verantwoording.A.1.3 Het organiseren van structuren en het inrichten van processen t.b.v. ramp- en crisisbeheersing.A.1.4 Het ontwikkelen van (evt. internationale) wet- en regelgeving en kaderstelling, alsmede van afspraken m.b.t. monitoring en handhaving (internationaal, nationaal).

A.2 Signalering en duidingHet vermogen om signalen en ontwikkelingen die aspecten van de nationale veiligheid (kunnen) betreffen, waar te nemen of te ontvangen, en te duiden (nationaal en internationaal).

A.2.1 Monitoring en signalering van nationale en internationale ontwikkelingen en belangen, waaronder op politiek-bestuurlijk, militair, economisch, ecologisch, sociaal-cultureel, technologisch gebied (met behulp van o.a. intelligence, onderzoek, analyse en ramingen).A.2.2 Early Warning Systems t.b.v. het toezicht houden op en duiden van ontwikkelingen die vroegtijdige interventie vereisen.A.2.3 Identificatie, analyse en evaluatie van (potentiële bronnen van) risico’s, ook van lange termijn sluipende risico’s, en politiek-bestuurlijke besluitvorming t.a.v. risico’s.A.2.4 Laboratorium tests en ander analyserend onderzoek.

A.3 KennisontwikkelingHet vermogen om kennis inzake de nationale veiligheid of daarop van invloed zijnde omstandigheden te ontwikkelen en te verspreiden.

A.3.1 Onderzoek (research & development), kennis ontwikkeling op o.a. de volgende gebieden: thema’s m.b.t. de nationale veiligheid, netwerken en sleutelfuncties, ontwikkeling en inzet van capaciteiten, bepaling van impact en oorzaken ervan.A.3.2 Kennisoverdracht en bevordering van deskundigheid, nationaal en internationaal (professionele kennis-infrastructuur en kennismanagement).

A.4 Communicatie en InformatiemanagementHet vermogen om gegevens c.q. informatie te verwerven, verwerken, duiden, verstrekken of uit te wisselen over alle relevante aspecten van de nationale veiligheid, ramp- en crisisbeheersing.

A.4.1 Inzet van communicatie ten behoeve van bevordering van risicobewustzijn.A.4.2 Organisatie, coördinatie en uitvoering van voorlichting van en communicatie met burgers en bedrijven op het gebied van algemene preventiemaatregelen.A.4.3 Organisatie, coördinatie en uitvoering van allertering/alarmering van de ramp-/crisis- organisatie, alsmede de informatievoorziening binnen deze organisaties.A.4.4 Organisatie, coördinatie en uitvoering van voorlichting van en communicatie met burgers (publieks- voorlichting, verwanteninformatie) en bedrijven in bedreigde of getroffen gebieden op het gebied van operationele bestrijding en hulpverlening, en nafaseactiviteiten (herstel en nazorg), ook internationaal.A.4.5 Het beschikbaar en gebruiksgereed hebben van meldings- en alarmeringsmiddelen alsmede de inzet van communicatiemiddelen (ook grens overschrijdend en internationaal), inclusief sociale media.A.4.6 Informatievoorziening tussen departementen onderling en tussen departementen en specifieke stakeholders zoals publieke en private instanties en media (persvoorlichting).

Page 123: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 123

A.4.7 Het inzetten van media voor specifieke doeleinden zoals beïnvloeding van kennis, houding en gedrag, beeldvorming (perceptie en verwachtingen), en zelfredzaamheid.A.4.8 Het verkrijgen, bijhouden, verifiëren en beschikbaar stellen van een totaalbeeld van de dreiging/incident betreffende: het verloop, de hulpverlening of andere interventies, de prognose en de aanpak, de getroffen maatregelen en de resultaten ervan.

A.5 FinanciënHet vermogen om financiële arrangementen in te zetten.

A.5.1 Het snel en adequaat regelen van financiële (nood-)voorzieningen en regelingen m.b.t. o.a. sociale zekerheid, respons- en nafasecapaciteit (nationaal, internationaal).

A.6 Internationale betrekkingenHet vermogen om in de internationale context effectief op te treden ten behoeve van de nationale veiligheid.

A.6.1 Inzet van diplomatie (gericht op staten, instituties en publiek), ontwikkelings- samenwerking (financiële instrumenten voor operationele capaciteiten).A.6.2 Inzet en bijdrage aan ontwikkeling van inter- nationale overleg- en verdragsmogelijkheden en coördinatie en benutten van (internationale) belangenorganisaties, NGO’s, multinationale bedrijven en organisaties (bijv. OCHA en OPCW).A.6.3 Inzet van de krijgsmacht in een internationaal samenwerkingsverband.A.6.4 Inzet van de inlichtingendiensten in een internationaal samenwerkingsverband.

A.7 Zelfredzaamheid van burgers en bedrijfslevenHet vermogen van burgers en bedrijven om hun bijdrage te leveren aan ramp- en crisisbeheersing.A.7.1 Ontwikkeling van handelingsperspectief, zelfredzaamheid en inzet van burgers.A.7.2 Ontwikkeling van handelingsperspectief, zelfredzaamheid en inzet van bedrijfsleven.A.7.3 Integratie van zelfredzaamheid en inzet van burgers en bedrijfsleven in ramp- en crisisbeheersingsplannen.A.7.4 Ontwikkeling van instrumentarium om de bewustwording en weerbaarheid van burgers en bedrijfsleven te verhogen.

B PROACTIE en PREVENTIE

Capaciteiten die bijdragen aan een effectieve en efficiënte invulling van de taken op het gebied van proactie en preventie, in aanvulling op de algemene capaciteiten.

B.1 Voorkoming of wegneming van de bron van de dreiging/incident en verlaging van de kans op ontstaan, ontwikkeling of verspreiding van de dreiging/incidentHet vermogen om politiek-bestuurlijke besluiten te nemen (waaronder handhaving en toezicht om de oorzaak (bron) van een potentiële dreiging/incident te voorkomen of weg te nemen, of zodanige omstandigheden te creëren dat deze niet tot een dreiging/incident kunnen leiden. B.1.1 Het ontwikkelen en tot uitvoering brengen van (internationale) wet- en regelgevingB.1.2 Het adequaat inrichten van de ruimtelijke ordening (o.a. bestemmingsplannen en soorten toegestane activiteiten, veilige infrastructuur). B.1.3 Het adequaat organiseren van maatschappelijke systemen, structuren en activiteiten (o.a. alternatieve productiemethoden, spreiding leveranciers en afnemers, onderwijs voor gelijke kansen, huisvestingbeleid, bescherming van de sociale zekerheid, bevorderen eerlijke internationale handel, vergunningbeleid, hygiënebevordering in zorginstellingen). B.1.4 Het adequaat beheren van natuur en milieu.B.1.5 Het prudent installeren van en kundig omgaan met (nieuwe) technologie en technische systemen (o.a. ICT), het betrouwbaar bouwen van constructies (o.a. gebouwen, objecten, installaties).B.1.6 Handhavingsbeleid, (persoons- en object) beveiliging en bewaking (waaronder bewaken openbare orde en veiligheid en grenscontrole op vectoren, gevaarlijke stoffen, cyberspace, e.d.)

B.2 Vermindering van blootstelling aan of kwets-baarheid voor dreiging/incidentHet vermogen om de gevolgen van een dreiging/incident te beperken.

B.2.1 Het adequaat toerusten van de ruimtelijke ordening (o.a. compartimentering, zonering, barrières, geen kwetsbare objecten, blokvervoer gevaarlijke stoffen, overloopgebieden).

Page 124: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

124 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

B.2.2 Het adequaat toerusten van maatschappelijke systemen, structuren en activiteiten (o.a. stimuleringsbeleid, beleid achterstandswijken, import/exportbeperkingen).B.2.3 Het adequaat toerusten van landschappelijke en andere natuurgebieden (o.a. brandgangen).B.2.4 Het adequaat toerusten van technologische/ technische systemen en constructies (o.a. brandveiligheid, redundantie, scheiding, afkoppelmogelijkheden, backup).B.2.5 Justitieel beleid (o.a. noodverordening, ‘lik op stuk’ beleid)B.2.6 Het adequaat toerusten van de systemen en instellingen op het gebied van de volks- gezondheid (inrichting ziekenhuizen, preventieve vaccinatie).

B.3 Bevordering van condities voor directe respons op dreiging/incidentHet vermogen om de condities te creëren zodat een effectieve respons op de dreiging/incident en een effectief herstel mogelijk zijn.

B.3.1 Het adequaat toerusten van de ruimtelijke ordening (o.a. bereikbaarheid locatie dreiging/ incident, beschikbaarheid materialen voor bestrijding, vluchtroutes, opstapplaatsen).B.3.2 Het adequaat toerusten van maatschappelijke systemen, structuren en activiteiten (o.a. sociale cohesie, zelfredzaamheid burgers, weerbaarheid bedrijven en organisaties,).B.3.3 Het adequaat toerusten van landschappelijke en andere natuurgebieden (o.a. bereikbaarheid locatie dreiging/incident ).B.3.4 Het adequaat toerusten van technologische/ technische systemen en constructies (o.a. signalering, alarmering, ontruiming, bedrijfs- hulpverlening organisatie).B.3.5 Justitieel beleid (o.a. beveiliging en beschikbaar- heid databestanden, cameratoezicht, controle op vergunningseisen, dreiging/ incident- bestrijding)B.3.6 Het adequaat toerusten van de systemen en instellingen op het gebied van de volksgezondheid (interventiestrategieën, voorraden vaccins, vaccinatiebeleid voor sleutelfiguren en hulpverleners, beschikbare zorgcapaciteit)

C BESCHERMING VITALE SYSTEMENCapaciteiten die bijdragen aan een effectieve en efficiënte invulling van de beschermingstaken op het gebied van het ongestoord functioneren van vitale systemen (inclusief voorziening van diensten), in aanvulling op de algemene capaciteiten.

C.1 Bescherming vitale infrastructuurHet vermogen van publieke en private entiteiten om vitale infrastructuur te identificeren, benoemen, rangschikken naar prioriteit en beschermen om in staat te zijn pogingen of omstandigheden waardoor de vitale infrastructuur verstoord of aangetast wordt of uitvalt, te detecteren, voorkomen of bestrijden.

C.1.1 Het identificeren van vitale infrastructuur.C.1.2 Het vaststellen van risico’s.C.1.3 Het rangschikken van vitale infrastructuur naar prioriteit.C.1.4 Het ontwikkelen, evalueren (o.a. meten van effectiviteit) en onderhouden van plannen, procedures, (beschermings-)programma’s en systemen.C.1.5 Het ontwikkelen en onderhouden van training- en oefenprogramma’s.C.1.6 Coördinatie en het management van bescherming van de vitale infrastructuur, ook sectoroverstijgend.

D BESTRIJDING, BASISVEREISTENCapaciteiten die bijdragen aan een effectieve en efficiënte invulling van de taken op het gebied van voorwaarden-scheppende processen voor de bestrijding (responsfase) binnen het systeem van ramp- en crisisbeheersing, in aanvulling op de algemene capaciteiten.

D.1 Melding en alarmeringHet vermogen om de essentiële gegevens van een dreiging/incident te verkrijgen en zo effectief en efficiënt mogelijk beschikbaar te stellen.

D.1.1 Het inrichten van de hoofdstructuur van de ramp- en crisisbestrijding waaronder de meldkamer. D.1.2 Het inrichten van monitoring- en analyse faciliteit die de ontwikkeling van de crisis bewaakt en analyseert met het doel te bepalen wanneer en op welke wijze interventies zouden kunnen en moeten geschieden.

Page 125: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 125

D.2 Op- en afschalingHet vermogen om organisaties, procedures en werkpro-cessen aan de schaal(grootte) van een dreiging/incident en de bestrijdingsmaatregelen aan te passen en dit weer af te ronden.

D.2.1 Het op- en afschalen van de parate operationele diensten.D.2.2 Het op- en afschalen van bedrijven, burgers en hulpverlenende instellingen.D.2.3 Het op- en afschalen van de gemeentelijke diensten en het bestuur (decentraal en centraal).D.2.4 Het op- en afschalen van de (landelijke) kennisinfrastructuur.

D.3 Leiding en coördinatieHet vermogen om de inzet van mensen, middelen en methoden feitelijk te realiseren teneinde dreiging/incident zo goed mogelijk te bestrijden en de vereiste bestrijdings-prestaties te leveren.

D.3.1 Het voorzien in multidisciplinaire coördinatie door het instellen, voeren en beëindigen van een (operationeel) crisiscentrum. De deeltaken omvatten alarmering en ontalarmering; bemensing en leiding; afstemming met andere overheden, non-gou- vernementele organisaties (NGOs) en de private sector; coördinatie van de publieke informatievoorziening en beheer van de operationele en bestuurlijke informatie en communicatie voor de bestrijding en het herstel.D.3.2 Het voor alle disciplines (horizontaal) en voor alle niveaus (verticaal) in onderlinge samenhang vaststellen van de naar omstandigheden specifieke wijze van bestrijden van dreiging/ incident (besluitvorming).D.3.3 Het coördineren van en leiding geven aan de feitelijke bestrijding c.q. aan de inhoudelijke bestrijdingsprocessen.D.3.4 Het monitoren van de resultaten van de bestrijding en het op basis hiervan beoordelen en bijstellen van de bestrijding.

D.4 Resource managementHet vermogen om activiteiten te plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen, gericht op het tijdig en in de juiste kwaliteit en kwantiteit verwerven en ter beschikking stellen van personele en facilitaire voorzieningen.D.4.1 Het opzetten en in stand houden van een effectief veiligheids- en gezondheids programma, inclusief nazorg, overeenkomstig de eisen voor arbeidsveiligheid.

D.4.2 Het zorgdragen voor (de mogelijkheid tot) een adequate nationale inzet van de krijgsmacht (ICMS).D.4.3 Management van vrijwilligers.D.4.4 Beheer en distributie van kritische menskracht, materieel, hulpmiddelen, en werkmethoden.D.4.5 Het beschikbaar stellen van (tijdelijke) huisvesting, services en middelen, en overige voorzieningen (inclusief ICT).

E BESTRIJDING, BEVOLKINGSZORGCapaciteiten die bijdragen aan een effectieve en efficiënte invulling van de taken op het gebied van bevolkingszorg tijdens bestrijding (responsfase) binnen het systeem van ramp- en crisisbeheersing, in aanvulling op de algemene capaciteiten en de basisvereisten voor bestrijding.

E.1 Publieke zorgHet vermogen om te voorzien in de acute noden van getroffenen.

E.1.1 Het identificeren en lokaliseren van verminderd zelfredzame groepen en het verzorgen van speciale arrangementen voor deze groepen.E.2.2 Het bepalen van en voorzien in evacuatieroutes en opvanggebieden.E.2.3 Het voorzien in de acute beschikbaarheid van openbaar vervoer en opvangcentra met registratie-, verzorging-, eerste hulp teams en openbare orde teams, alsmede een regeling om het medicijngebruik van de slachtoffers te kunnen continueren.E.2.4 Het veilig verplaatsen van mens en dier (groot- schalige evacuatie).E.2.5 Het opvangen en huisvesten van mens en dier.E.2.6 Het voorzien in primaire levensbehoeftes van mens en dier.

E.2 Registratie slachtoffers (CRIB) en schadeHet vermogen om informatie vast te leggen over getroffenen en schade met behulp van één of meer informatiesystemen.

E.2.1 Het identificeren en op onderscheidende wijze registreren van soorten getroffenen (inclusief dodelijke slachtoffers en dieren) en soorten schade.

Page 126: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

126 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

E.3 Vervoer en opslag van dodelijke slachtoffersHet vermogen om doden te verzamelen, vervoeren en (tijdelijk) conserverend op te slaan in (evt. tijdelijke) mortuaria.

E.3.1 Het verzamelen en vervoeren van dodelijke slachtoffers.E.3.2 Het conserveren van dodelijke slachtoffers tot begrafenis/crematie.E.3.3 Het verzamelen, afvoeren en vernietigen van dode dieren.

F BESTRIJDING, BRANDWEERZORGCapaciteiten die bijdragen aan een effectieve en efficiënte invulling van de taken op het gebied van de door de brandweer te verlenen zorg tijdens bestrijding (responsfase) binnen het systeem van ramp- en crisisbeheersing, in aanvulling op de algemene capaciteiten en de basisvereisten voor bestrijding.

F.1 Bron en emissiebestrijdingHet vermogen van de brandweer om uitbreiding te voorkomen, en de oorzaak en de daarmee samenhangende, potentieel escalerende effecten van een dreiging/incident terug te dringen.

F.1.1 Brandbestrijding .F.1.2 Ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen (accidentieel, intentioneel en natuurlijk).

F.2 ReddingHet vermogen van de brandweer om bijstand te verlenen aan personen in bedreigende omstandigheden, hen te redden, en goederen/objecten te beschermen.

F.2.1 Technische hulpverlening.F.2.2 Opsporing en redding (stedelijk - Urban Search & Rescue -, op land en te water).F.2.3 Het toegankelijk maken van de dreiging-/ incidentplaats.

F.3 Detectie van en advisering bij gevaarlijke stoffenHet vermogen om een Advies Gevaarlijke Stoffen op te stellen en meetgegevens te verzamelen en verstrekken over de aard en omvang van het effectgebied en de wijze van handelen door getroffen/bedreigde bevolking en hulpdiensten.

F.3.1 Detectie en identificatie van gevaarlijke stoffen.F.3.2 Het opstellen en (doen) uitvoeren van een advies over hoe met gevaarlijke stoffen om te gaan (zowel professionals als leken).

F.4 OntsmettingHet vermogen om ten tijde van een dreiging/incident besmetting van hulpverleners, slachtoffers en dieren, voertuigen en infrastruc-

tuur zo snel mogelijk te verwijderen om de gevolgen van chemische, biologische en/of radiologische besmetting te voorkomen c.q. te beperken.

F.4.1 De inzet van apparatuur en het volgen van protocollen voor ontsmetting van personen, dieren, voertuigen, materieel, objecten. enz.F.4.2 De opvang van besmette personen, dieren en verplaatsbaar materieel.

G BESTRIJDING, GENEESKUNDIGE ZORGCapaciteiten die bijdragen aan een effectieve en efficiënte invulling van de taken op het gebied van de door de geneeskundige diensten te verlenen zorg tijdens bestrijding (responsfase) binnen het systeem van ramp- en crisisbeheersing, in aanvulling op de algemene capaciteiten en de basisvereisten voor bestrijding.

G.1 Spoedeisende medische hulpverleningHet vermogen om ten tijde van een dreiging/incident te voorzien in geneeskundige hulpverlening aan slachtoffers, binnen verantwoorde tijd en met behoud van de noodza-kelijke medische kwaliteit.

G.1.1 Triage.G.1.2 Behandeling: het proces van het vervoersgereed maken op locatie tot en met de definitieve stabilisatie in het ziekenhuis (incl. het verwijzen en vervoeren).G.1.3 Medische opschaling

G.2 Psychosociale hulpverleningHet vermogen om ten tijde van een dreiging/ incident slachtoffers en hulpverleners op te vangen en hulp te geven, die als gevolg van dreiging/incident mogelijk psychisch getraumatiseerd zijn geraakt.

G.2.1 Het signaleren, verwijzen en opvangen van getro ffenen.G.2.2 Het starten van de behandeling in acute gevallen.

G.3 InfectieziektenbestrijdingHet vermogen om het optreden van infectieziekten zoveel mogelijk te voorkómen, toch opgetreden infectieziekten te signaleren en verspreiding van deze infectieziekten te bestrijden.

G.3.1 Bron- en Contactopsporing.G.3.2 Het beschermen van (delen van) de bevolking door o.a. vaccinatie en massaprophylaxe.G.3.3 Het bevorderen van de hygiëne teneinde ziektekiemen en gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk uit te bannen (betreft: medische hygiëne, dagelijks leven, persoonlijke en voedselhygiëne).

Page 127: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 127

G.3.4 Isolatie en quarantaine.

G.4 Milieu en gezondheidHet vermogen om de bevolking te beschermen tegen milieurisico’s en de gezondheidseffecten van een milieuramp te managen.

G.4.1 Gezondheidskundige advisering betreffende gevaarlijke stoffen (o.a. verontreiniging van bodem, water, lucht, voedsel en drinkwater, alsmede blootstelling aan (gevaarlijk) afval, vegetatie en vectoren).

G.5 Continuïteit van zorgHet vermogen om de reguliere medische zorg tijdens een dreiging/incident doorgang te laten vinden om ‘vervangende sterfte’ te voorkomen, alsmede het continueren van de verpleegzorg in het effectgebied en bij een evacuatie. G.5.1 Het inrichten van alternatieve medische zorgfaciliteiten.G.5.2 Het organiseren van manieren waarop niet verplaatsbare personen in een effectgebied toch verzorgd kunnen worden.G.5.3 Overige activiteiten ter continuering van de zorg.’.

H BESTRIJDING, POLITIEZORGCapaciteiten die bijdragen aan een effectieve en efficiënte invulling van de taken op het gebied van de door de politie te verlenen zorg tijdens bestrijding (responsfase) binnen het systeem van ramp- en crisisbeheersing, in aanvulling op de algemene capaciteiten en de basisvereisten voor bestrijding.

H.1 Handhaving mobiliteitHet vermogen om stagnatie in de hulpverlening te voorkomen.

H.1.1 Het voorkomen en oplossen van verkeers- onveilige situaties, verkeersopstoppingen of –stremmingen door statische en dynamische verkeergeleiding. H.2 OrdehandhavingHet vermogen om de openbare orde en de strafrechtelijke rechtsorde in het bedreigde gebied te handhaven.

H.2.1 Crowd management, crowd control, riot control.H.2.2 Het voorkomen c.q. beëindigen van delicten (o.a. plundering, geweldpleging).H.2.3   Justitieel beleid (aanhouding, detinering, snelrecht).

H.3 OpsporingHet vermogen om ten tijde van een dreiging/incident strafbare feiten op te sporen, alsmede gegevens te verzamelen en vast te leggen betreffende de oorzaak van de dreiging/incident, het niet naleven van wet- en regelgeving, delicten (o.a. plundering).

H.3.1 Tactische opsporing, technisch/forensische opsporing, intelligence, recherche maatregelen.H.3.2 Technisch ongeval onderzoek.

H.4 InterventieHet vermogen om in te grijpen in dreigingsituaties met behulp van gespecialiseerde (veelal landelijke) eenheden.

H.4.1 Politioneel onderhandelen, specialistische observatie, specialistische recherche- toepassingen, specialistische operaties, aanhouding en ondersteuning (DSI), explosievenverkenning.

H.5 Bewaking en beveiligingHet vermogen om personen, objecten, gebieden en diensten te bewaken en beveiligen.

H.5.1 Bewaking en beveiliging; toegangscontrole.H.5.1 Het effectgebied of een plaats delict afgrenzen en sporen veilig stellen.H.5.3 Afgrendeling en compartimentering van gebieden.

H.6 Identificatie overleden slachtoffers Het vermogen om ten tijde van een dreiging/incident de identiteit van de overleden slachtoffers vast te stellen.

H.6.1 Inzet van het Landelijk Team Forensische Opsporing t.b.v. o.a. het vastleggen van de situatie waarin overleden slachtoffers worden gevonden en het vaststellen van de identiteit van de overleden slachtoffers (identificatie).

I. BESTRIJDING, MILIEUCapaciteiten die bijdragen aan een effectieve en efficiënte invulling van de taken op het gebied van de zorg voor het milieu tijdens bestrijding (responsfase) binnen het systeem van ramp- en crisisbeheersing, in aanvulling op de algemene capaciteiten en de basisvereisten voor bestrijding.

Page 128: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

128 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

I.1 MilieuzorgHet vermogen om de (mogelijke of feitelijke) gevolgen voor het milieu en de openbare ruimte van dreiging/incident te beoordelen en daarop te anticiperen resp. te reageren.

I.1.1 Milieuhygiëne, waterbeheer, natuur- en landschapsbeheer, bouw- en ruimtebeheer.

J HERSTEL en NAZORGCapaciteiten die bijdragen aan een effectieve en efficiënte invulling van de taken ten behoeve van nazorg en herstel, in aanvulling op de algemene capaciteiten

J.1 Herstel en wederopbouw van infrastructuur, gebouwen, natuur en milieuHet vermogen om schade- en veiligheidsonderzoek en inspecties uit te voeren m.b.t. de infrastructuur, gebou-wen, natuur en milieu, cultureel erfgoed.

J.1.1 Het ontwikkelen en onderhouden van plannen, procedures, programma’s en systemen voor verdere schadebeperking, herstel en wederopbouw en prioriteitstelling daarin.J.1.2 Het ontwikkelen en onderhouden van training- en oefenprogramma’s.J.1.3 Coördinatie en management van de activiteiten tot herstel en wederopbouw van de infrastructuur.J.1.4 Het instellen van expertteams en starten van schadeonderzoek.J.1.5 Het uitvoeren van inspecties en onderzoeken.J.1.6 Technische ondersteuning bij ontwikkeling operationele herstelplannen.J.1.7 Realisatie en beschikbaarheid van tijdelijke huisvesting en herhuisvesting.J.1.8 Het uitvoeren van het herstelprogramma inzake infrastructuur, gebouwen en openbare voorzieningen.J.1.9 Beëindiging van het herstelprogramma.

J.2 Continuïteit en herstel vitale systemenHet vermogen om de continuïteit te handhaven of herstelwerkzaamheden te starten en uit te voeren m.b.t. de vitale infrastructuur.

J.2.1 Het ontwikkelen en onderhouden van plannen, procedures, programma’s en systemen voor verdere schadebeperking, herstel en wederopbouw en prioriteitstelling daarin.J.2.2 Het ontwikkelen en onderhouden van training- en oefenprogramma’s.J.2.3 Coördinatie en management m.b.t. het herstel van vitale infrastructuur.

J.1.4 Het instellen van expertteams en starten van schadeonderzoek.J.1.5 Het uitvoeren van inspecties en onderzoeken.J.1.6 Technische ondersteuning bij ontwikkeling operationele herstelplannen.J.1.7 Realisatie en beschikbaarheid van tijdelijke huisvesting en herhuisvesting.J.1.8 Het uitvoeren van het herstelprogramma inzake vitale producten en diensten.J.1.9 Beëindiging van het herstelprogramma.

J.3 Herstel economische activiteitenHet vermogen om korte- en lange termijn herstel activiteiten te ontplooien m.b.t. bedrijfsleven, werkgele-genheid en het functioneren van financieel-economische instituties.

J.3.1 Het ontwikkelen en onderhouden van plannen, procedures, programma’s en systemen voor verdere schadebeperking, herstel en wederopbouw en prioriteitstelling daarin.J.3.2 Het ontwikkelen en onderhouden van training- en oefenprogramma’s.J.3.3 Coördinatie en management van herstel van economische activiteiten.J.3.4 Benoeming van een staf voor het opstellen een herstelprogramma.J.3.6 Het zorgdragen voor fondsvorming.J.3.7 Het zorgdragen voor materialen, uitrusting, mensen, technische adviezen.J.3.8 Het instellen van een informatie- en adviescentrum.J.3.9 Het uitvoeren van het herstelprogramma economische activiteiten (w.o. vervangende werkgelegenheid).J.3.10 Beëindiging van het herstelprogramma,

J.4 Herstel gemeenschap activiteitenHet vermogen om korte- en lange termijn herstel activiteiten te ontplooien m.b.t. het functioneren van de samenleving.

Een en ander kan betreffen: continuïteit onderwijs, continuïteit economisch leven, bevordering van sociale cohesie in de samenleving, het opvangen en de verzorging van vee, dierengezondheid en dierenwelzijn, uitvaart en herdenkingen.

J.4.1 Het ontwikkelen en onderhouden van plannen, procedures, programma’s en systemen voor verdere schadebeperking, herstel en wederop bouw en prioriteitstelling daarin.

Page 129: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 129

J.4.2 Het ontwikkelen en onderhouden van training- en oefenprogramma’s.J.4.3 Coördinatie en management van herstel van gemeenschap activiteitenJ.4.4 Benoeming van een staf voor het opstellen van een herstel en nazorgprogramma.J.4.5 (Bevolkings)onderzoek.J.4.6 Het zorgdragen voor fondsvorming.J.4.7 Het zorgdragen voor materialen, uitrusting, mensen, technische adviezen.J.4.8 Het instellen van een informatie- en adviescentrum.J.4.9 Het uitvoeren van het herstelprogramma gemeenschap activiteiten.J.4.10 Beëindiging van het herstel en nazorgprogramma.

J.5 Gezondheidsonderzoek na dreiging/incidentHet vermogen om onderzoek bij mensen, evenals dodelijke slachtoffers en dode dieren, te verrichten naar aanleiding van een ramp of crisis ten behoeve van de individuele of publieke gezondheid, dan wel voor wetenschappelijke of maatschappelijke doeleinden.

J.5.1 Monitoren Publieke Gezondheid, onderzoek bij groepen, onderzoek individueel.J.5.2 Het zorgen voor (psycho-) sociale en (psycho-) somatische nazorg (opvang en verzorging).J.5.3 Het uitvoeren van bio(effect)monitoring, vragenlijstonderzoek of individueel medisch onderzoek.J.5.4 Het uitvoeren van dieronderzoek.J.5.5 Beëindiging van het nazorgprogramma.

J.6 Justitieel onderzoek na dreiging/incident Het vermogen om na een dreiging/incident mogelijk strafbare feiten begaan tijdens de dreiging/incident op te sporen, alsmede gegevens te verzamelen en vast te leggen betreffende het verloop van de dreiging/incident en de verklaring hiervan.

J.6.1 Tactische opsporing, technische/forensische opsporing, intelligence, recherche maatregelen.J.6.2 Verkrijging en analyse van geschreven, gesproken en in beeld vastgelegd materiaal.J.6.3 Oordeelsvorming over strafbaarheid van individuen, mogelijkheid tot opsporing en vervolging, enz.

Page 130: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

130 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Invulformat voor capaciteiten die direct uit scenario en scoring blijken

Neem het scenario en de scoring met toelichting door en noteer de capaciteiten die in deze documenten expliciet of impliciet aan de orde komen.

Deel van het document

Expliciet of impliciet benoemde capaciteiten Mogelijk te verster-ken (J/N)

Criterium 1.1

Criterium 1.2

Criterium 2.1

Criterium 2.2

Criterium 2.3

Criterium 3.1

Criterium 4.1

Criterium 5.1

Criterium 5.2

Criterium 5.3

Waarschijnlijkheid

Scenariobeschrijving

Page 131: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 131

Invulformat uitwerking geprioriteerde capaciteitenOm welke capaciteit/taak/maatregel gaat het?

Beschrijf in grote lijnen wat er moet gebeuren om de capaciteit te verbeteren?

Wat zijn argumenten vóór het verbeteren van deze capaciteit (houd ook rekening met te verwachten ontwikkelingen)?

Wat zijn argumenten tegen het verbeteren van deze capaciteit?

Wat is de (maatschappelijke of veiligheids) opbrengst van het verbeteren van de capaciteit?

Welke organisatie is verantwoordelijk voor de (realisatie van de) capaciteit? (ministerie; provincies; veiligheids- of politieregio’s; gemeenten; private partijen; burgers; niet eenduidig/duidelijk

Welke organisaties moeten betrokken zijn bij realisatie van de capaciteit? (ministerie, regio’s, gemeenten, private partijen, burgers)

Zijn er relevante internationale ontwikkelin-gen? (EU, VN, NAVO, bilateraal, geen, onbekend)

Is vitale infrastructuur betrokken?

Kan worden aangesloten bij bestaand beleid of is nieuw beleid nodig?

In welke orde van grootte zijn de ontwikkel-kosten van de capaciteit? (tot € 50.000; 50.000-100.000; 100.000-500.000; 500.000-5 miljoen; meer dan 5 miljoen)

Wat is de orde van grootte van de jaarlijkse vaste (beheers- en onderhouds-) kosten van de capaciteit? (tot € 50.000; 50.000-100.000; 100.000-500.000; 500.000-5 miljoen; meer dan 5 miljoen)

Wat staat realisatie van de capaciteit in de weg? (financiën, ontwikkeltermijn, prioriteiten, ontbrekende politieke urgentie, geen overeenstemming cruciale partijen)

Page 132: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

132 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Eindrapportage capaciteitenanalyse en input voor tekst bevindingenrapportage

De onderstaande tekst beschrijft wat de inhoud moet zijn van de eindrapportage van de capaciteitenanalyse.

Achtergrond: inhoud bevindingenrapportageOp basis van de eindrapportages van de capaciteitenwerk-groepen schrijft een kopgroep uit de IWNV de bevindingenrapportage.

De bevindingenrapportage bevat (zie die van vorig jaar) de volgende onderdelen:• Inleiding (te schrijven door kopgroep uit de IWNV)• Scenario’s en uitkomsten NRB (op basis van input

Analistennetwerk NV)• Oriëntatie op capaciteiten (op basis van input van jullie,

capaciteitenanalysegroepen)• Agenderingsadvies (door kopgroep uit de IWNV)• Bijlagen

Kern: Inhoud eindrapportage capaciteitenanalysewerkgroepenDe eindrapportage moet in ieder geval drie elementen bevatten: 1) verslaglegging van het proces en de opbrengst van de capaciteitenanalyse; 2) een tekstvoorstel dat als input dient voor de bevindingenrapportage; 3) bijlagen.

Inrichting eindrapportage van de capaciteitenwerkgroep:1) verslaglegging van het proces en de opbrengst van

de capaciteitenanalyse• Korte inleiding (over welk scenario gaat het)• Beschrijving van het doorlopen proces (stappen, data,

eventuele aandachtspunten)• Beschrijving van betrokken organisaties/experts (en

eventuele aandachtspunten) met verwijzing naar bijlage met ingevulde format

• Beschrijving van de geïdentificeerde mogelijk te versterken capaciteiten (de inventarisatie) met verwij-zing naar achterliggende bijlagen zoals die in het proces zijn verzameld / opgesteld (ingevulde Excel-hulpmiddel, aangeleverde documenten, verslagen etc.)

• Beschrijving van de geprioriteerde capaciteiten (met verwijzingen naar bijlagen)

• Uitwerking van de geprioriteerde capaciteiten (met verwijzingen naar bijlagen)

• Een advies met onderbouwing over de vraag of het scenario, de NRB en/of het tekstvoorstel voor de bevindingenrapportage over de capaciteitenanalyse vertrouwelijk moet blijven of gepubliceerd kan worden

• Eventuele leerpunten voor methode en inrichting proces

2) Een tekstvoorstel dat als input dient voor de

bevindingenrapportage• Het tekstvoorstel dat als input dient voor de Oriëntatie

op capaciteiten in de bevindingenrapportage (tussen 1 en 4 A4; zie als voorbeeld de bevindingenrapportage van 2010) bevat de volgende elementen:

- Preambule: advies over wel of niet openbaar maken - Inleiding (mag beknopt) - Inventarisatie van geprioriteerde capaciteiten, evt. tegen de achtergrond van capaciteiten die geen prioriteit hebben gekregen (1-2 A4) - Beknopte beschrijving van het al bestaande beleid, om aan te geven dat prioriteiten niet in een vacuüm staan, dat al veel gebeurt op het onderwerp en om context te schetsen voor de prioriteiten. (1-2 A4)

3) Bijlagen

Aandachtspunten:Wat gebeurt er met de eindrapportage?• De eindrapportage wordt niet openbaar gemaakt• De eindrapportage wordt ter beschikking gesteld aan de

kopgroep, opdat zij in staat zijn dwarsverbanden tussen scenario’s te zien en tot het totale agenderingsadvies te komen.

• De eindrapportage wordt niet aan de IWNV of de Stuurgroep NV gestuurd; IWNV en Stuurgroep NV besluiten over de bevindingenrapportage en over de conceptbrief aan de Tweede Kamer.

Wie moeten de eindrapportage kunnen lezen: rubricering en vertrouwelijkheid?• Geef duidelijk aan welke passages of bijlagen in de

eindrapportage gerubriceerd zijn en behandel ze dienovereenkomstig.

• Maak een versie van de eindrapportage zonder rubricering.

• De gehele eindrapportage moet door de kopgroep gelezen kunnen worden. De leden van de kopgroep gaan geheimhoudingsverklaringen ondertekenen (niet alle leden van de kopgroep zijn namelijk gescreend). Hierdoor kunnen ook stg.-gerubriceerde teksten aan de kopgroep beschikbaar gesteld worden.

• Het tekstvoorstel dat als input wordt gebruikt voor de bevindingenrapportage mag niet stg.-gerubriceerd zijn, dep.v. kan wel: de bevindingenrapportage moet immers in de IWNV en de Stuurgroep NV besproken kunnen worden.

Page 133: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 133

• Het tekstvoorstel dat als input wordt gebruikt voor de bevindingenrapportage moet zo geschreven zijn dat het geschikt is voor publicatie; de MR besluit immers of de teksten over een scenario en de bijbehorende capacitei-tenanalyse openbaar gemaakt worden.

• Toelichtingen die nodig zijn voor goede besluitvorming in de MR maar niet geschikt zijn voor publicatie worden als zodanig aangeduid en in een kader geplaatst.

Page 134: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

134 | Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4: Formats en achtergrondinformatie

Page 135: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten in de Strategie Nationale Veiligheid | 4. Formats en achtergrondinformatie | 135

Page 136: Werken met scenario’s, risicobeoordeling en capaciteiten · 2016. 4. 8. · Werken met scenario’s, ... Aan het begin van de jaarlijkse cyclus van de Strategie Nationale Veiligheid

Dit is een uitgave van:Ministerie van Veiligheid en JustitiePostbus 20301 | 2500 eh Den Haagwww.rijksoverheid.nl/venj

Maart 2013 | Publicatienr: j-18099