Werken aan de waarden van stadslandbouw

26
Werken aan de Waarden van Stadslandbouw Een verkennend onderzoek naar nieuwe business modellen en voorwaarden om deze te organiseren Wouter van Gent, Adriaan van der Giessen, Remo Heemskerk, Rens Huijbregts, Daan Mulder en Stefan van de Voort

description

Samenvatting van het onderzoeksproject 'Nieuwe Busiiness Modellen in Stadslandbouw'. Een gezamenlijk project van Radboud Universiteit Nijmegen en HAS Hogeschool i.s.m. Pure Hubs.

Transcript of Werken aan de waarden van stadslandbouw

Page 1: Werken aan de waarden van stadslandbouw

Werken aan de Waarden van StadslandbouwEen verkennend onderzoek naar nieuwe business

modellen en voorwaarden om deze te organiseren

Wouter van Gent,

Adriaan van der Giessen,

Remo Heemskerk,

Rens Huijbregts, Daan Mulder

en Stefan van de Voort

Page 2: Werken aan de waarden van stadslandbouw
Page 3: Werken aan de waarden van stadslandbouw

Werken aan de Waarden van

StadslandbouwEen verkennend onderzoek

naar nieuwe business modellen en voorwaarden

om deze te organiseren

Page 4: Werken aan de waarden van stadslandbouw

Auteurs: Wouter van Gent, Adriaan van der Giessen, Remo Heemskerk,

Rens Huijbregts, Daan Mulder en Stefan van de Voort

Begeleiders: Marjo Baeten, Hilde Engels, Jan Jonker en Christ Tielemans

Opdrachtgevers: Frederike Praasterink (HAS Hogeschool) en Jan Jonker

(Radboud Universiteit Nijmegen)

Datum verschijning: 24 Juni 2014 ter gelegenheid van een seminar over

stadlandbouw op de HAS Hogeschool in ’s Hertogenbosch

Editing: Ine Nijland

Vormgeving en omslagontwerp: Bottenheft

Page 5: Werken aan de waarden van stadslandbouw

3

Samenvat ting

Nederland bevindt zich in een systeemcrisis. Nu uit dit zich nog in financieel-

economische problemen, maar vanaf ongeveer 2020 zal dit zich ook uiten in

klimaat-, grondstoffen- en energiecrises. De crisis is een kans om het systeem te

veranderen. Nederland bevindt zich in een kantelperiode. Het top-down, verti-

cale en centrale beleid heeft nauwelijks effect meer. De samenleving moet het

nu oppakken en duurzaamheid horizontaal, decentraal en bottom-up doorvoe-

ren. In de landbouwsector lijkt dit te gebeuren, onder andere met de opkomst

van stadslandbouw.

De overheid kan de energie in de samenleving gebruiken om duurzaamheid

te bevorderen. Het moet in haar beleid overgaan op een decentraal systeem

waarin er wordt overgestapt van Government naar Governance; van leiden naar

faciliteren. In het bedrijfsleven zijn circulaire systemen en een netwerkrelatie

met de consument voorwaarden voor duurzaamheid. Dit laatste is belangrijk

door de verdwijnende relatie(s) tussen instituties en consumenten. Consumen-

ten hebben door de opkomst van internet meer kans om van invloed te zijn op

producten in de schappen, net zoals vóór de industriële revolutie.

Om stadslandbouw in deze context te begrijpen is de volgende definitie gefor-

muleerd: ‘Stadslandbouw is een middel waarbij voedsel wordt geproduceerd,

verwerkt en vermarkt voor afzet in de regio, gebruik makend van een sociale

component met als doel een community te vormen met de omgeving om op

die manier waarde te creëren.’ Voor de stadslandbouw is een business model

ontwikkeld dat handvatten biedt voor een duurzame organisatie.

Page 6: Werken aan de waarden van stadslandbouw
Page 7: Werken aan de waarden van stadslandbouw

5

Voorwoord

Stadslandbouw (SLB) is een fenomeen met vele gezichten. Van hightech farming

in gesloten teeltsystemen midden in de stad tot aan lowtech farming in buurt-

moestuinen ter stimulering van sociale cohesie. Voedsel als doel én voedsel als

middel. Geeft stadslandbouw een blik op de toekomst van een nieuwe economie

waarin mensen weer de eigen regie pakken en hun identiteit willen verbinden

met de herkomst en productiewijze van hun voedsel? Is het een proeftuin om

op grotere schaal weer dichtbij huis voedsel te verbouwen en hoe zou dat dan

kunnen? En wat zijn business modellen voor al die verschillende gezichten van

stadslandbouw? Om deze vragen te beantwoorden, hadden we expertise en

een netwerk nodig op het snijvlak van stadslandbouw en business modellen.

Een prachtige kans voor samenwerking tussen HAS Hogeschool en Radboud

Universiteit Nijmegen.

Er zijn natuurlijk visionairs om visie, richting en inspiratie te geven voor een

nieuwe economie. We hebben nu echter vooral doeners nodig. Mensen die er

gewoon mee aan de slag gaan vanuit een ondernemende spirit. Mensen uit alle

lagen van de economie. Die zich kenmerken door gedrevenheid en oprechte

passie voor wat ze doen. Dat werkt aanstekelijk. En dat moet ook. Want de tijd

van doemscenario’s over wat er allemaal fout gaat op het gebied van vervuiling,

uitputting en sociale ongelijkheid is (bijna) voorbij.

Echt duurzaam ondernemen gaat ver voorbij ‘consuminderen’. Iets minder slecht

is nog niet goed. Experimenten, proeftuinen en pilots rond SLB zijn allemaal ook

bewustwordingsmechanismen die helpen het complexe veld te verkennen en

te experimenteren met duurzame bedrijfsvoering. Dat helpt om vorm te geven

aan een transitie naar een nieuwe manier van produceren en consumeren. Om

die transitie concreet te maken hebben we nieuwe business modellen nodig die

recht doen aan de vele ‘gezichten’ van SLB en uitgaan van een breder waarden-

perspectief: naast economische waarde ook ecologische en sociale waarden

meewegen.

Zoeken naar die vele gezichten van SLB en de daarbij horende business modellen

is onderwerp van een onderzoek, uitgevoerd door studenten van de HAS Hoge-

school en de Radboud Universiteit Nijmegen in het voorjaar van 2014. Wij denken

Page 8: Werken aan de waarden van stadslandbouw

6

dat het werken aan transitie niet vanuit één discipline komt. De kunst is slimme

verbindingen te maken om ieders slagkracht te vergroten. Samenwerken, met

het accent op samen én op werken.

We zijn geweldig trots op het werk en de inzet van onze studenten.

En dit is nog maar het begin…

Frederike Praasterink, HAS Hogeschool ’s-Hertogenbosch en Venlo

Jan Jonker, Radboud Universiteit Nijmegen

Page 9: Werken aan de waarden van stadslandbouw

7

Inhoudsopgave

Samenvatting 3

Voorwoord 5

Inhoudsopgave 7

Inleiding 8

Model stadslandbouw 10

Denken over organiseren 13

Over de auteurs en de begeleiders 17

Bibliografi e 21

Page 10: Werken aan de waarden van stadslandbouw

8

Inleiding

We leven in een tijd van maatschappelijke transitie. De manier van organiseren

en het bedrijven van economie verandert. De financiële crisis, maar ook een

energiecrisis en klimaatcrisis, wijzen de samenleving en de wetenschap op het

feit dat de huidige manier van werken niet houdbaar is. Er vindt een transitie

plaats van een ‘Iconomy’ naar een ‘WEconomy’. Niet langer staat het individu

centraal, maar het samen collectief organiseren, het besef dat dat van belang is,

komt steeds meer in de belangstelling te staan. Mensen leren opnieuw samen-

werken aan gemeenschappen, community’s, netwerken en verbindingen om zo

met elkaar waarden te creëren. Deze waarden gaan niet ten koste van anderen

of van de toekomst, maar zijn gericht op het ontwikkelen en ondersteunen van

het collectieve belang. Om de transitie vorm te geven ontstaan in de maat-

schappij alle mogelijke initiatieven. Drie grote thema’s tekenen zich daarbij af:

energie, voedsel en zorg, naast een heleboel deelthema’s. Deze initiatieven vra-

gen nieuwe organisatieconcepten om van een pilot naar een project te kunnen

doorgroeien (Jonker, 2013). Hier wordt verslag gedaan van een onderzoek naar

dergelijke organisatieconcepten in de stadslandbouw. Gangbaar is dergelijke

concepten Nieuwe Business Modellen (NBMs) te noemen.

Nieuwe Business ModellenEen business model beschrijft de waarde die een organisatie biedt aan verschil-

lende klanten. Het laat de mogelijkheden en partners zien die nodig zijn voor

het creëren, vermarkten en leveren van die waarde en het ‘relatiekapitaal’ dat

dat vraagt. Doel is het genereren van winstgevende en duurzame inkomsten-

stromen (Osterwalder, 2004). Wat is dan het verschil tussen nieuwe en con-

ventionele business modellen? In de nieuwe manier van zaken doen worden

tegelijkertijd economische, sociale en ecologische waarden gecreëerd, omdat de

circulaire economie als uitgangspunt wordt genomen. En ook de manier waarop

de waardecreatie tot stand komt, is anders. Activiteiten worden collectief

georganiseerd en mensen delen bronnen en resultaten. Opbrengsten worden

gedeeld met mensen en organisaties buiten de eigen organisatie. Daarmee

krijgt het netwerk een veel groter belang, net als de community waarbinnen

participanten samen waarde creëren. Het creëren van waarden dient niet langer

alleen een persoonlijk doel, maar komt aan een bepaalde community ten goede.

Een transactie vindt zo plaats als collectief proces, op basis van meer dan geld

alleen. Naast geld kunnen ook energie, zorg, kennis en andere waarden ingezet

Page 11: Werken aan de waarden van stadslandbouw

9

worden. Zo ontstaat een economie gebaseerd op een ander evenwicht tussen

produceren, kopen, bezitten en gebruiken. Een economie gebaseerd op een

(andere) set van collectieve waarden. Dat vraagt wel samen om anders te leren

organiseren, en leidt uiteindelijk tot een andere maatschappelijke inrichting.

NBMs staan daarmee aan de basis van samen werken aan de integrale duur-

zaamheid van de WEconomy.

StadslandbouwStadslandbouw ontstaat vaak vanuit een bottom-up proces op basis van het

zelforganiserend vermogen van burgers. Niet zelden wordt dat danig op de proef

gesteld. Koplopers zetten iets op en om dat van de grond en levensvatbaar te

krijgen is inbedding in het bestaande een voorwaarde. Er zijn echter een hele-

boel factoren die de ‘stadse boeren’ belemmeren in die opbouw zoals tijdelijke

financieringsbronnen en het commerciële spel van retail en supermarkten

(WUR, 2013).

Figuur 1 NBMs (Bron: Jonker (2014). Nieuwe Business Modellen)

Principes

Kosten - Waardecreatie

analyse

Ontwerp structuur

Community structuur

Aanbod(propositie)

Page 12: Werken aan de waarden van stadslandbouw

10

Samenwerking lijkt daarnaast van levensbelang voor de kleine ondernemingen,

maar juist die ontbreekt vaak. De vele kleine initiatieven in steden zorgen voor

een versnipperde situatie waarin een collectieve aanpak ontbreekt. Ook de over-

heid lijkt geen duidelijke langetermijnvisie te hebben. Het gevolg is dat er weinig

wordt gefaciliteerd rond stadslandbouw initiatieven (WUR, 2013). Om een

beter zicht te krijgen op de toekomst van stadslandbouw en de nieuwe business

modellen is een onderzoek uitgevoerd door studenten van de HAS Hogeschool

en de Radboud Universiteit Nijmegen.

Het onderzoekDit onderzoek is begonnen met een serie verkennende gesprekken met perso-

nen uit de stadslandbouw en een uitgebreide literatuurstudie. Deze oriëntatie

heeft een helder beeld geschapen over stadslandbouw en de verschillende

opvattingen die erover zijn. Van daaruit is een definitie opgesteld die gehanteerd

is in het onderzoek en in dit boekje. Deze definitie luidt als volgt: ‘Stadslandbouw

is een middel waarbij voedsel wordt geproduceerd, verwerkt en vermarkt voor

afzet in de regio, gebruik makend van een sociale component met als doel een

community te vormen met de omgeving om op die manier waarde te creëren’.

Aan de hand van het vooronderzoek en de verschillende interessegebieden en

afstudeereisen van de studenten zijn er drie richtingen gekozen om te onderzoe-

ken. De Radboud Universiteit heeft zich bezig gehouden met onderzoek naar de

organisatie van stadslandbouw initiatieven op het sociale gebied en tevens met

het beleid rondom stadslandbouw. Daarnaast heeft de HAS Hogeschool een on-

derzoek gedaan om het gehele gebied van stadslandbouw in beeld te brengen.

Wat is er al? Wat zijn de juiste bouwstenen en succesfactoren in de stadsland-

bouw? Hoe kunnen we in de toekomst een model hanteren om stadslandbouw-

bedrijven te stimuleren en te helpen? Dit is allemaal gedaan aan de hand van

kwalitatieve interviews met toonaangevende bedrijven en personen uit de

wereld van stadslandbouw en het beleid daar omheen.

Model stadslandbouw

De stadslandbouw kent verschillende indelingen. Met respect voor deze indelin-

gen, de oriënterende interviews en de definitie die in dit project gebruikt wordt,

is een model ontwikkeld dat verschillende bronnen combineert (zie Figuur 2).

Page 13: Werken aan de waarden van stadslandbouw

11

Stadslandbouw wordt in dit model aan de hand van drie dimensies ingedeeld: de

collectieve stad, de economische stad en de gezonde stad. Dit geeft de moge-

lijkheid om een overzicht te geven van de grote rijkdom aan stadslandbouw

initiatieven. Zo ontstaan drie hoofdgroepen. Deze drie hoofdgroepen overlap-

pen deels waardoor drie deel-dimensies ontstaan. Deze zijn te benoemen als: de

tolerante stad, de eerlijke stad en de levenskrachtige stad. Samen vormen die

de duurzame stad. Hieronder volgt een korte typering van deze indeling.

De collectieve stadIn de ‘collectieve stad’ komen hoofdzakelijk projecten voor die waarden bena-

drukken in de sociale sfeer. Voedselproductie wordt in deze initiatieven vooral

gezien als een middel om de leefbaarheid binnen een wijk of stad te verbeteren

(Esther Veen, 2012). Het accent binnen verschillende initiatieven komt te liggen

op waarden als:

� Sociale cohesie

� Zorg en re-integratie

� Voedselproductie (deels)

� Verbeterde leefbaarheid

Figuur 2 Model stadslandbouw

Collectievestad

Economische stad

Gezonde stad

Levenskrachtigestad

Tolerante stad

Eerlijke stad

Duurzame stad

Page 14: Werken aan de waarden van stadslandbouw

12

De economische stadProjecten die in de ‘economische stad’ passen, zien stadslandbouw als een bron

van inkomsten. Daarnaast maakt voedselproductie in de stad voedsel zichtbaar

en tastbaar voor de consument en zorgt mede daardoor voor een herwaarde-

ring. Door een transparante productiewijze dichtbij kan de consument zien

dat er verantwoord voedsel wordt aangeboden. Initiatieven die dit nastreven

werken met waarden als:

� Vermarkten van producten

� Werkgelegenheid creëren

� Stimulering lokale economie

� Bevorderen van transparantie

� Voedsel als beleving positioneren

De gezonde stadIn deze dimensie kan stadslandbouw gezien worden als een middel om de stad

te vergroenen en mensen bewust te maken van gezonde leefstijlen. Maar ook

wordt met initiatieven bijgedragen aan een gezonde leefomgeving. Hier is een

aantal waarden van belang:

� Educatie, (bewustwording voeding)

� Stedelijke vergroening

� Voedselproductie

� Schone leefomgeving

� Creëren van een aantrekkelijk woonklimaat

Daar waar de ‘eerlijke stad’, de ‘levenskrachtige stad’ en ‘tolerante stad’, elkaar

ontmoeten en raken ontstaat kruisbestuiving. Projecten opgezet vanuit het

idee van een dergelijke overlap versterken elkaar. Juist daar worden nieuwe

(deel)dimensies zichtbaar die kunnen bijdragen aan een uitgebalanceerde vorm

van organisatie. Zo ontstaan op de snijvlakken de levenskrachtige, tolerante en

eerlijke stad. Dit is analoog aan Elkington (1997) en zijn concept Triple Bottom

Line. Stadslandbouw op een duurzame manier organiseren vraagt om het com-

bineren van verschillende waarden.

Het organiseren met aandacht voor de zes verschillende dimensies zorgt ervoor

dat initiatieven en partijen die daar bij betrokken zijn niet alleen op financiële re-

sultaten worden beoordeeld, maar op de integrale waarde voor de maatschap-

pij. Een initiatief kan daarmee worden beoordeeld op de toegevoegde waarde

Page 15: Werken aan de waarden van stadslandbouw

13

aan de lokale economie, de bijdrage aan milieuaspecten en de geleverde sociale

waarden.

Denken over organiseren

De collectieve stad wordt gekenmerkt zich door een groep mensen die samen

stadslandbouw bedrijft. Het collectief, het samen organiseren, de gemeenschap

die daardoor ontstaat, het samen werken aan een community, is de drijfveer

achter het initiatief. Maar hoe wordt een dergelijke community georganiseerd?

En hoe zorg je er met elkaar voor dat deze blijft voortbestaan?

Een community kan zowel gezien worden als een interne organisatie (opgave) of

als een door mensen gevormde omgeving. Deze benadering wordt hieronder als

uitgangspunt genomen: de community als interne organisatie en de community

als menselijke omgeving.

De interne organisatie bestaat uit vijf subsystemen:

1 Primaire proces

2 Coördinatie

3 Controle

4 Strategie

5 Identiteitsontwikkeling

Het primaire proces - dat is waarvoor de community samen komt - is vaak goed

ontwikkeld. Maar dat is dan ook de basis voor het produceren van voedsel – de

aanleiding om met elkaar activiteiten te ontwikkelen. De overige vier subsyste-

men zijn vaak minder sterk ontwikkeld. Het ontbreekt niet zelden aan (formele)

coördinatie, enige controle, strategische planning en marketing en identiteits-

ontwikkeling. Dit maakt dat initiatieven wel blijven bestaan, maar niet echt tot

‘bloei’ komen. Het feit dat een project toch kan blijven draaien is te verklaren

door de community. Dit is het netwerk van personen binnen die community, dat

zorgt voor voldoende middelen en menskracht om te blijven voortbestaan.

De community is te analyseren aan de hand van zeven kapitalen.

1 De grond wordt ter beschikking gesteld door projectontwikkelaars of de

gemeente.

Page 16: Werken aan de waarden van stadslandbouw

14

2 Het zijn open initiatieven waar verschillende culturen samenkomen; men

leert van elkaars kennis en kunde.

3 Over het algemeen zijn er één of twee kartrekkers, die vrijwillig hun visie en

passie willen delen met de vrijwilligers in het project.

4 Het sociale kapitaal is sterk vertegenwoordigd binnen de gemeenschappen.

Iedereen zet zijn competenties in om doelen te bereiken.

5 De politiek (gemeente) is niet zelden nauw betrokken bij de initiatieven. Ze

levert vaak de grond en ondersteunt de initiatieven financieel.

6 Daarnaast komen de initiatieven aan geld door fondsenwerving en via

benaderde commerciële organisaties.

7 De infrastructuur waarmee de initiatieven werken is beperkt. De initiatieven

hebben beperkt (digitaal) materieel, zoals een website.

De laatste drie kapitalen laten de afhankelijkheid van derden van initiatieven

zien. Wil stadslandbouw meer zijn dan een buurtproject en kunnen opschalen,

dan zal de interne organisatie verder moeten worden ingericht . Dit vraagt

om een heldere structuur, een uitgewerkte marketing, een productenrange

Figuur 3 Systeemmodel stadslandbouw

Beleid op 3 niveaus: Gemeente, Provincie, Rijk

Stakeholders

Raamwerk van kapitalen

Systeem1 Primaire proces2 Coördinatie3 Controle4 Strategie5 Identiteit

Levensvatbaar Systeem Model

Community

Omgeving

Sociaal

Cultureel

Natuurlijk

Menselijk

Politiek

Financieel

Infrastructureel

Page 17: Werken aan de waarden van stadslandbouw

15

en een voor betrokkenen herkenbare en beleefbare identiteit. Hiermee wordt

de interne organisatie slagvaardiger en krijgt het initiatief naar buiten toe een

duidelijker gezicht. Door het bewust versterken van de verschillende kapitalen

ontstaat zo een professioneler organisatie. Dit zal de (financiële) afhankelijk-

heid van derden doen afnemen met als gevolg een duurzamere community. Het

organiseren van een community vanuit de principes van een nieuw business

model blijkt daarmee een cruciaal om van een pilot naar een project te kunnen

doorontwikkelen.

Denken over beleid en de toekomstStadslandbouw is helemaal ‘hip en happening’. Dit betekent ook dat het een

belangrijk onderwerp aan het worden is voor de rijksoverheid, provinciale staten

en de gemeentes. De opkomst van stadslandbouw vindt plaats terwijl er tegelij-

kertijd sprake is van een streven naar minder overheid en meer decentralisatie.

Dit is ook een duidelijk zichtbare trend in de gebiedsontwikkeling. Bovendien

wordt dit versterkt door de trend dat initiatieven rond stadslandbouw meer

vanuit de burgers worden geïnitieerd en dat deze burgers ook actief participe-

ren om zelf de dingen te organiseren. Deze ontwikkeling brengt ook een andere

benadering door verschillende overheden en daarmee een andere institutio-

nele omgeving met zich mee. Niet het schrijven van beleid en in het verlengde

daarvan het opstellen van regels en procedures staat centraal, maar eerder het

faciliteren door te gedogen en regels aan te passen. Hier ligt een belangrijke taak

voor overheden in het verbinden van mensen, het voorzien in faciliteiten en het

delen van kennis. Cruciaal is dat er binnen de (lokale) overheid iemand is die de

kar trekt en laat zien dat het op de agenda staat.

Bij stadslandbouw is er vooral een belangrijke rol weggelegd voor de gemeentes.

Zij moeten initiatieven beoordelen, bemiddelen voor geschikte locaties en waar

nodig de partijen verbinden met de benodigde kennis. Stadslandbouw heeft

raakvlakken met veel verschillende beleidsterreinen (zorg, wonen, gezondheid,

et cetera) en kan dus op veel gebieden aan het bestaande beleid een bijdrage

leveren. Maar de gemeentelijke organisatie blijkt vaak niet ingericht op burgers

die met plannen voor een stadslandbouw initiatief aankloppen; ze weten vaak

niet waar ze terecht kunnen en wat er mogelijk is. Dit zorgt aan beide kanten

(burgers en overheid) voor onduidelijkheid. Een (organisatorische) tussenlaag

op gemeentelijk niveau waarin ambtenaren, experts en initiatiefnemers elkaar

kunnen ontmoeten en ondersteunen blijkt een succesvol instrument (zie o.a.

Page 18: Werken aan de waarden van stadslandbouw

16

Proeftuin 040, Denktank stadslandbouw Arnhem et cetera). Niet in de laatste

plaats vraagt ‘de praktijk’ niet om een woud aan regeltjes en lastig te doorgron-

den beheerovereenkomsten, maar zien initiatiefnemers graag snelle bemidde-

ling zodat er in korte tijd een start gemaakt kan worden.

De rijksoverheid en de provincies hebben een meer achtergestelde rol en moe-

ten vooral mensen enthousiasmeren en nieuwe ontwikkelingen toejuichen.

Het scheppen van een landelijk kader stadslandbouw, bijvoorbeeld door middel

van een intentieverklaring, zal gemeentes meer ruimte geven om op een goede

manier met dit soort initiatieven om te gaan. Maar ook een richtinggevend

beleid dat thans ontbreekt is toe te juichen. Initiatieven als het stedennet-

werk stadslandbouw en andere provinciale netwerken waarin partijen samen

komen en kennis wordt gedeeld, zijn bevorderlijk voor stadslandbouw omdat ze

fungeren als een goede schakel tussen de praktijk en beleid. Dit laat de vele en

verschillende initiatieven onder de noemer stadslandbouw het mogelijk maken

stappen te zetten richting de toekomst. Want dat stadslandbouw er toe doet,

behoeft geen betoog.

Page 19: Werken aan de waarden van stadslandbouw

17

Over de auteurs en de begeleiders

Auteurs

Wouter van Gent is student aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Dit

onderzoek is zijn afstudeerscriptie voor het master programma Bedrijfskunde,

strategie. Zijn interesse in de transitie naar duurzaamheid is hiermee gewekt.

[email protected]

Adriaan van der Giessen is vierdejaarsstudent Stad- en streekontwikkeling

aan HAS Hogeschool. Hij heeft interesse in, en kennis van sociaal-maatschappe-

lijke verschijnselen in ruimtelijke processen. Het vertalen van deze verschijnse-

len in een concreet advies voor belanghebbenden vindt hij erg belangrijk.

[email protected]

Remo Heemskerk is een student van de Radboud Universiteit Nijmegen,

voor hem is dit onderzoek zijn afstudeerscriptie voor de master Bedrijfskunde

(strategie). Duurzame samenwerking en het denken over oplossingen en

oorzaken van huidige problematiek is iets waar hij bij de opleiding Management,

Economie en Recht op de HAN Arnhem al mee bezig was en graag in verder wil.

[email protected]

Rens Huijbregts is student Bedrijfskunde & Agribusiness aan de HAS Hoge-

school. De uitdagende en leuke afstudeeropdracht Nieuwe Business Modellen

Stadslandbouw vormt de afsluiting van zijn opleiding. Na de zomer gaat hij

verder met de opleiding Management Studies in Wageningen.

[email protected]

Daan Mulder is afstuderend student van HAS Hogeschool. Al vanaf het begin

van zijn studie stad en streekontwikkeling heeft hij een passie voor duurzaam-

heid. Vooral met communicatieve en creatieve inbreng heeft hij zijn steentje

bijgedragen aan dit project.

[email protected]

Page 20: Werken aan de waarden van stadslandbouw

18

Stefan van de Voort is afstuderend student aan de HAS Hogeschool oplei-

ding Tuin en Akkerbouw. Al vanaf het begin van zijn studie is Stefan bezig met

het zoeken naar nieuwe manieren van tuinbouw. De huidige tuinbouw zal

een verandering ondergaan en Stefan wil daar graag een bijdrage aan leveren.

Stadslandbouw is één van deze veranderingen.

[email protected]

Begeleiders

Marjo Baeten is docent bij HAS Hogeschool in ‘s Hertogenbosch en Venlo. Zij

doceert bij diverse opleidingen en studierichtingen binnen de hogeschool over

stad-landrelaties, stadsgerichte landbouw, leisure, multifunctionele landbouw

en ondernemerschap. Daarnaast houdt zij zich bezig met het ontwikkelen van

innovatieve onderwijsconcepten op genoemde thematiek.

[email protected]

Hilde Engels is innovatieconsultant in het veld voeding-landbouw-natuur-

&landschap. In het kader van haar PhD-opleiding aan de Radboud Universiteit

Nijmegen doet ze onderzoek naar het mechanisme van maatschappelijke

transities, waarbij stadslandbouw als uitgangspunt wordt genomen.

[email protected]

Jan Jonker is initiatiefnemer van verschillende crowdthinking projecten zoals

OCF 2.0 en Duurzaam Organiseren doen. Hij is hoogleraar Duurzaam Onder-

nemen van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zijn onderzoek - vaak met grote

groepen mensen en i.s.m. bedrijven en instelling - richt zich op nieuwe business

modellen, strategie en transities die daarbij komen kijken.

[email protected]

Christ Tielemans is docent aan de opleiding Plattelandsvernieuwing van

de Hogeschool HAS in Den Bosch. Binnen de studie Stad en Streekontwikke-

ling houdt hij zich vooral bezig met onderwijs en projecten op het gebied van

leefbaarheid en stadslandbouw. Verder is hij onder andere coördinator van

het Brabants netwerk stadslandbouw en actief als aanjager en vrijwilliger van

stadslandbouwprojecten in zijn woonplaats Helmond.

[email protected]

Page 21: Werken aan de waarden van stadslandbouw

19

Geïnterviewde personen projecten

Basjan Dane Stadsboerderij Caetshage

Carlos Faes Philips Fruittuin

Eppo Grutteling Stadsakkers Apeldoorn

Willem Hofstede Roof Garden Arnhem

Niek van de Klundert Proeftuin 040

Steven Koster Kweekland Arnhem

Albert van der Most Transfarmers

Jan Nieuwstraten De Kleine Hoeve

Age Opdam De Genneperhoeve

Vincent de Wolff Ut Rooi Bietje

Geïnterviewde personen verkenning stadslandbouw

Jan Hassink Klein Mariëndaal

Pierre van Hedel Rabobank Foundation

Daniel de Jong Onderzoeker Wageningen Universiteit

Derk Kuiper Stadse Boeren

Pieter Lammerts De Nieuwe Ronde

Gerard Teuling MVO Nederland

Gerard Titulaer Voorzitter Oregional

Jos Reinhoudt GroenLinks Nijmegen

J. W. van der Schans Onderzoeker Wageningen Universiteit

Geïnterviewde personen overheden

Andre van den Andel Gemeente Ede

Lizet van Dijk Provincie Noord-Brabant

Patricia van der Haak Provincie Gelderland

Betty Jacobi Gemeente Arnhem

Bernadette Jansen Provincie Gelderland

Jannie Landa Gemeente Eindhoven

Rob Maessen Provincie Noord-Brabant

Rosanne Metaal Ministerie van Economische zaken

Maare Zondervan Gemeente ’s-Hertogenbosch

Page 22: Werken aan de waarden van stadslandbouw
Page 23: Werken aan de waarden van stadslandbouw

21

Bibliografie

Bronsveld, C. (2014). De sociale effecten van stadslandbouw in Rotterdam.

In: Bronsveld, C. (2014). Onze Oogst: de sociale effecten van Rotterdamse

stadslandbouwprojecten. (pp. 81 – 85) Rotterdam: Trichis.

Bruhn, J. G. (2005). The Sociology of Community Connections. New York: Springer

Science+Business Media.

Bruins. P. (2004). Boeren op pad naar verbreding. Ede: Expertise centrum LNV,

Ministerie van Landbouw, natuur en voedselveiligheid.

Cohendet, P., Grandadam, D., & Simon, L. (2010). The anatomy of the creative city.

London: Routledge.

De Graaf e.a., R. (2012). De waarde van nieuwe verdienmodellen. Den Haag: Ministe-

rie van Infrastructuur en Milieu & Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Derksen, M. (2011, februari 11). Hoe bepaal je de strategie van een succesvolle

netwerkorganisatie?

Website: http://www.upstream.nl/blog/bericht/hoe_bepaal_ je_de_strategie_

van_een_netwerkorganisatie/;

Elkington, J. (1997) Cannibals with Forks. Gabriola Island, BC, Canada: New Society

Publishers

Green deal stadslandbouw. (2013). Stadsboeren in Nederland, professionalisering

van de stadsgerichte landbouw. Rotterdam: Green Deal: Nationale Federatie

Stadsgerichte Landbouw;

i.o. v. Ministerie Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken, Landbouw en

Innovatie.

Hajer, M., & Huitzing, H. (2012). De Energieke Stad. Bestuurskunde 2012-1, pp.41-46.

Jonker, J. (2012). Nieuwe Business Modellen. Nijmegen: Radboud Universiteit .

Jonker, J. (eds) (2013). Nieuwe Business Modellen II. Nijmegen: Radboud Universiteit.

Jonker, J. (eds.) (2013). Werken aan de WEconomy. Deventer: Kluwer.

Meulen, H. v. (2014). Inzicht in rendement van de multifunctionele landbouw.

Wageningen: PPO Wageningen.

Muynck, A. de (2011). Stadslandbouw en duurzame gebiedsontwikkeling. Uitgevers:

Erasmus Universiteit Rotterdam: Stadsontwikkeling Rotterdam, Techni-

sche Universiteit Delft.

Osterwalder, A. (2004). The business model ontology: a proposition in a design science

approach. (Doctor). Lausanne: l’Ecole des Hautes Etudes Commerciales de

l’Université de Lausanne.

Page 24: Werken aan de waarden van stadslandbouw

22

Rosenberg, M. (2013) The Von Thunen Model; A Model of Agricultural Land Use.

geography.about.com.

Rotmans, J. (2012), In het oog van de orkaan. Nederland in transitie. Boxtel: Aeneas

Savitz, A., & Weber, K. (2014). The triple bottom line. San Fransisco: Jossey-Bass.

Schans, J. W. (2011). Stadslandbouw moet mainstream zijn. Rooilijn; jaargang 44,

nr. 5. Amsterdam: Universiteit Amsterdam, pp 379

Snowdon, C. (2010). Urban Agriculture and City Farms and their Role in Community

Engagement. Perth, Australia: Murdoch University Institute for

Sustainability and Technology Policy.

Steel, C. (2009). Hungry City. Londen: Vintage.

Tonkiss, F. (2005). Space, The City and Social Theory: Social Relations and Urban Forms.

London School of Economics. Cambridge: Polity Press.

Uitermark, J. (2012 , Augustus). De zelforganiserende stad. Essays, toekomst van de

stad. Den Haag: Raad voor de leefomgeving en infrastructuur; pp. 5-9.

Urban Farming. (2013). About Urban Farming. Verkregen op december 21, 2013, van

Urban Farming: http://www.urbanfarming.org/about.html

Veen, E. et al.(2012). Stadslandbouw: een verkenning van groen en boer zijn in en om de

stad. Wageningen: Wageningen Universiteit.

Visser, A. et al. (2008). Stadslandbouw. Wageningen: Wageningen UR.

Wageningen UR. (2009). Kijk op multifunctionele landbouw: Omzet en impact.

Den Haag: Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit en

de Taskforce Multifunctionele Landbouw.

WUR. (2013). Energieke zoektochten naar verduurzaming in landbouw en voedsel.

Wageningen: Wageningen UR.

WUR. (2013). Kennis-, Innovatie- en Ambitieagenda multifunctionele landbouw.

PPS Multifunctionele landbouw. Lelystad: Praktijkonderzoek plant en

omgeving bv.; Wageningen: Wageningen UR.

WUR. (2009). Kijk op multifunctionele landbouw. Lelystad: Praktijkonderzoek plant

& omgeving bv.

Page 25: Werken aan de waarden van stadslandbouw
Page 26: Werken aan de waarden van stadslandbouw

Dankwoord

Dit boekje is een korte samenvatting van een onderzoek dat door twee partijen gedurende twintig weken in het voorjaar van 2014 is uitgevoerd. Het onderzoek is mede tot stand gekomen door de betrokken gemotiveerde begeleiders en mogelijk gemaakt door fi nanciers. Onze dank gaat dan ook uit naar PureHubs die voor een groot deel van de fi nanciering heeft gezorgd aan de kant van de HAS Hogeschool. Tevens willen wij onze begeleiders Marjo Baeten, Hilde Engels, Christ Tielemans en Jan Jonker hartelijk danken voor de begeleiding van dit project. Daarnaast in het bijzonder dank voor onze opdrachtgeefster Frederike Praasterink en de opdracht-gever vanuit Nijmegen, Jan Jonker. Als laatste willen wij ook alle personen bedanken die mee hebben geholpen aan ons onderzoek. Zonder al deze partijen konden wij dit onderzoek niet uitvoeren.

Bedankt!

Wouter van GentAdriaan van der GiessenRemo HeemskerkRens HuijbregtsDaan MulderStefan van de Voort