Werkbundel over Armoedebestrijding · 2018-09-05 · op zichzelf staat. Huisvesting, werk,...
Transcript of Werkbundel over Armoedebestrijding · 2018-09-05 · op zichzelf staat. Huisvesting, werk,...
Werkbundel over Armoedebestrijding
Voor de leerkracht
Volksvertegenwoordigers kunnen onmogelijk alle beleidsthema’s volgen. Daarom
verdelen ze binnen hun fractie in het parlement de taken. Zo kan elke Vlaamse
volksvertegenwoordiger zich specialiseren in één of enkele thema’s.
Ook leerlingen die een debat willen voeren over een maatschappelijk thema, voelen snel
aan dat dossierkennis belangrijk is. Tijdens de dagprogramma’s in het Vlaams Parlement
merken we vaak dat leerlingen weinig feitenkennis hebben over thema’s die in het
simulatiespel ‘Overstemmen’ aan bod komen. Huisvesting en woonbeleid, onderwijs,
armoedebestrijding, mobiliteit, toerisme, werkgelegenheid, over heel wat thema’s wordt
vaak gedebatteerd met veel vooroordelen en in stereotypen.
Om leerlingen beter voor te bereiden, hebben we enkele informatiedossiers
samengesteld. Deze werkbundels kunnen u, leerkracht, helpen om voorafgaand aan het
spelen van Overstemmen, de leerlingen zowel feitenkennis bij te brengen als hen te laten
nadenken over ‘beleid’.
Deze bundel gaat over armoedebestrijding. Armoedebestrijding is echter geen thema dat
op zichzelf staat. Huisvesting, werk, gezondheid, onderwijs, vrije tijd, enz. hangen samen
met armoede en omgekeerd. Armoede is een complexe problematiek. Het is van belang
dat leerlingen die samenhang ook inzien.
Dit thema past binnen de contexten 6 socio-economische samenleving (1,2 en 3) en
context 7 socioculturele samenleving (3) van de vakoverschrijdende eindtermen.
Interessante bronnen:
http://www.armoedebestrijding.be
Beleidsnota Armoedebestrijding 2009-2014 , te downloaden op
http://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/beleidsnota-armoedebestrijding
Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2011 van de Universiteit Antwerpen
In het ‘Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting’ geeft het Onderzoekscentrum OASeS
(ongelijkheid, armoede, sociale uitsluiting en de stad) van de Universiteit Antwerpen elk
jaar een stand van zaken van (het onderzoek naar) armoede en sociale uitsluiting in
Vlaanderen. http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=*OASES
Interessant filmmateriaal
Miss Homeless, 67 min.,
Regie: Daniel Lambo en Peter De Maegd
Om de hoofdrol te krijgen in de film van haar man, trekt een Amerikaanse actrice de straat
op waar ze tussen de Brusselse daklozen probeert te leven. Wanneer dit avontuur fout
dreigt te gaan belandt de vrouw in de Miss Homeless-verkiezing.
Miss Homeless is een project dat ontstaan is met medewerking van enkele Brusselse
daklozen. Zij improviseren samen met enkele acteurs rond waargebeurde feiten uit hun
leven. Hierdoor is Miss Homeless een uiterst sympathieke, bijzonder grappige maar ook
een naar de keel grijpend portret van de mensen aan de marge van onze samenleving.
Miss Homeless van Daniel Lambo (Lambo films) en Peter De Maegd (Potemkino), 67
minuten, zwart/wit.
Rosetta , Speelfilm, 90 min., Frans/Ned.
Regie: Luc & Jean-Pierre Dardenne
België, 1999
Rosetta woont met haar moeder, die aan alcohol verslaafd is, in een
caravan op een afgelegen camping. Ze wil, zoals iedereen, een normaal
leven kunnen leiden en een waardige plaats in de samenleving
verwerven. Daar heeft ze alles voor over.
Rosetta is een film over de soms uitzichtloze strijd van een jong meisje
tegen de armoede en de uitsluiting.
Rosetta werd in 1999 bekroond met de Gouden Palm te Cannes.
Emilie Dequenne kreeg de Prijs voor de Beste Vrouwelijke Vertolking.
Vakoverschrijdende eindtermen
Dit dossier helpt u om aan een aantal vakoverschrijdende eindtermen te werken.
De leerlingen: 1. brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk; 2. kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren; 3. ondernemen zelf stappen om vernieuwingen te realiseren; 4. blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven; 5. houden rekening met de situatie, opvattingen en emoties van anderen; 6. benutten leerkansen in diverse situaties;
7. kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen a.d.h. van relevante criteria; 8. zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken; 9. kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken; 10. gaan alert om met media; 11. houden rekening met ontwikkelingen bij zichzelf en bij anderen, in samenleving en wereld;
12. toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends aan verschillende
standpunten; 13. gedragen zich respectvol; 14. verwerven inzicht in de eigen sterke en zwakke punten; 15. ontwikkelen een eigen identiteit als authentiek individu, behorend tot verschillende groepen; 16. doen een beroep op maatschappelijke diensten en instellingen; 17. maken gebruik van de gepaste kanalen om hun vragen, problemen, ideeën of meningen kenbaar te
maken;
18. stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen; 19. gaan om met verscheidenheid; 20. dragen zorg voor de toekomst van zichzelf en de ander. Context 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid De leerlingen: 15 beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid.
Context 3: Sociorelationele ontwikkeling De leerlingen: 6 doorprikken vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik; Context 5: Politiek-juridische samenleving
De leerlingen: 1 geven aan hoe zij kunnen deelnemen aan besluitvorming in en opbouw van de samenleving; 3 tonen het belang en dynamisch karakter aan van mensen- en kinderrechten; 4 zetten zich actief en opbouwend in voor de eigen rechten en die van anderen; 5 tonen aan dat het samenleven in een democratische rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers, organisaties en overheid; 10 illustreren hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en rekening houdt met ideeën,
standpunten en belangen van verschillende betrokkenen; Context 6: Socio-economische samenleving De leerlingen: 2 toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart;
3 zetten zich in voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld; 8 geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
Context 7: Socioculturele samenleving De leerlingen: 1 beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen; 2 gaan constructief om met verschillen tussen mensen en levensopvattingen;
3 illustreren het belang van sociale samenhang en solidariteit; 4 trekken lessen uit historische en actuele voorbeelden van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie;
Dossier armoede
Iedereen heeft recht op een menswaardig leven: recht op werk, onderwijs, een goede
gezondheid, een degelijk huis, vrije tijd … Bij mensen in armoede zijn die rechten niet of
niet allemaal vervuld.
Armoede heeft verschillende oorzaken. Sommige mensen zijn opgegroeid in armoede.
Anderen zijn in armoede terechtgekomen door een stukgelopen relatie, het faillissement van
een bedrijf, een te laag inkomen, een ernstige ziekte, omdat ze gevlucht zijn uit hun
geboorteland, enzovoort.1
Mensen die in armoede leven kiezen daar niet voor. Armoede wordt vaak verborgen. En al
zien we het niet altijd, er zijn in onze rijke samenleving heel wat mensen arm.
Over hoeveel mensen gaat het?
In 2009 behoort 14,6% (ongeveer 1 op 7 personen) van de Belgische bevolking tot de
groep met een armoederisico op basis van het inkomen. In absolute cijfers komt dit overeen
met ongeveer 1.600.000 personen.
Het armoederisico is hoger voor vrouwen dan voor mannen: nl. 15,2%, van de
alleenstaande vrouwen lopen het risico op armoede, terwijl dit voor de alleenstaande
mannen 13,9% bedraagt.
Er zijn opvallende regionale verschillen merkbaar. In Vlaanderen bedraagt het
armoederisico 10,4% tegenover 17,8% in Wallonië.
Ook de leeftijd speelt een rol: bejaarden van 65+ lopen een hoger risico dan gemiddeld er
nl. 19,4%.
België scoort daarmee slechter dan het gemiddelde van de 27 Europese lidstaten: 15,9%.
Armoede bij kinderen bedraagt 18,5%, bij jongeren is dit 14,8%. 2
Wat betekent armoede?
Armoede is niet alleen het ontbreken van voldoende geld om een menswaardig bestaan te
leven. Het is veel meer dan dat. Armoede is een combinatie van factoren die mekaar ook
vaak nog versterken. Mensen in armoede wonen in slechte omstandigheden, worden sneller
ziek en stellen een doktersbezoek zo lang mogelijk uit. Ze nemen minder deel aan de
maatschappij, ze moeten besparen op alle uitgaven die participatie mogelijk maken, zoals
mobiliteit of deelname aan sport of cultuuractiviteiten.
Wie armoede niet kent, staat er niet bij stil, maar arm zijn betekent vaak heel gewone
dingen moeten missen.
Opdracht voor de leerlingen
Maak een lijst van minstens 5 dingen uit je dagelijkse leven die je zou kunnen missen wanneer je
hard moet snoeien in je budget. Maak daarnaast een lijst van minstens 5 dingen die je niet zou
kunnen of willen missen. Ga daarbij uit van je eigen dagelijkse leven.
Vergelijk jouw lijst met de tabel van de EU-SILC enquête en bekijk de zaken die kinderen onder
de armoedegrens het meest missen.
Waar had je zelf ook op willen besparen? Waar wil je absoluut niet op besparen? Zijn er ook
zaken waar je helemaal niet aan gedacht had, omdat ze voor jou heel vanzelfsprekend zijn?
1 Beleidsnota Armoedebestrijding 2009-2014
2 http://www.armoedebestrijding.be/cijfers_aantal_armen.htm
De gevolgen: heel gewone dingen missen
Wat de gevolgen van armoede voor kinderen en jongeren zijn, werd in detail onderzocht
in de EU-SILC enquête van 2009 3
Tabel 1: % kinderen dat leeft in een huishouden waarin
omwille van financiële redenen bepaalde zaken ontbreken -
vergelijking tussen huishoudens onder en boven de
armoedegrens - België - EU-SILC 2009. Percentage kinderen
dat leeft in een huishouden waarin omwille van financiële
redenen volgende zaken ontbreken voor de kinderen:
Kinderen in
huishouden onder
de armoededrempel
Kinderen in
huishouden
boven de
armoededre
mpel
Nieuwe kledij 18,5% 3,9%
Twee paar schoenen, waarvan één paar gesloten schoenen 7,0% 3,1%
Minstens één keer per dag groenten en fruit 7,2% 0,7%
Drie maaltijden per dag 9,9% 0,7%
Minstens één maaltijd per dag die vlees of vis bevat 13,1% 1,2%
Leeftijdsspecifieke boeken, met uitzondering van
schoolboeken
9,8% 2,8%
Speelgoed voor buitenshuis zoals een fiets, rolschaatsen,
skateboard, enz.
13,3% 1,8%
Leeftijdsspecifiek speelgoed of gezelschapsspellen voor
binnenshuis
9,3% 0,7%
Op regelmatige basis deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten
buiten het gezin (vb. sportclub, muziek, jeugdbeweging, enz.)
27,2% 3,8%
Levensgebeurtenissen vieren, zoals verjaardagen en
communies
11,0% 1,7%
Af en toe vrienden uitnodigen om te spelen of om iets te eten 13,4% 1,0%
Deelnemen aan betaalde schoolactiviteiten (vb. schoolreis,
excursie)
8,3% 2,1%
Een geschikte plaats om te studeren (voldoende ruim en
rustig)
20,5% 5,4%
Een plaats buitenshuis om in alle veiligheid te spelen zoals
een tuin, rustige straat of speelplein
34,3% 6,4%
3 (FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Armoederisico stagneert, maar kinderen in
armoede bijzonder kwetsbaar. Persbericht 14 oktober 2011). Bron: http://statbel.fgov.be/nl/binaries/silc2010_nl_tcm325-149476.pdf
Het risico op armoede Enkele berekeningen…
De armoededrempel is gelijk aan 60% van de mediaan van het beschikbare inkomen op
individueel niveau.
Dat wordt als volgt berekend:
de mediaan van het beschikbare inkomen op individueel niveau is €19.464 per jaar.
60% van €19.464 per jaar maakt voor een alleenstaande een drempel van €11.678 per jaar
of afgerond €973 per maand. (cijfer van 2010, voor 2011 is de drempel €1.000/maand)4
De berekening voor een gezin:
De drempel voor een alleenstaande wordt voor gezinnen niet zomaar vermenigvuldigd met
het aantal gezinsleden. Vanuit het principe dat gezinsleden kosten en bestedingen delen
wordt een tweede volwassene in een gezin maar voor de helft meegerekend
(vermenigvuldigen met een factor 0.5) in de berekening van de armoededrempel. Voor
kinderen (<14 jr.) is dat maar voor een factor 0.3.
Een gezin met twee ouders en twee kinderen jonger dan 14 jaar:
De armoededrempel voor een gezin bestaande uit twee volwassenen en twee kinderen wordt
aldus bekomen door de drempel voor alleenstaanden te vermenigvuldigen met een factor 2.1
((€11.678*2.1)/12 = €2.044 per maand).
Die 2.1 is het resultaat van volgende optelsom: een ‘gewicht’ van 1 wordt toegekend aan het
gezinshoofd, 0.5 aan de tweede volwassene in het gezin en uiteindelijk 0.3 aan elk kind.5
Hoeveel bedraagt het leefloon?
2010 2012
een alleenstaande 740,32€ 785,61 € netto per
maand
een samenwonende 493,54€ 523,74 € netto per
maand
een persoon die
samenwoont met een
gezin te zijnen laste
987,09€ 1.047,48 € netto per
maand
Hoeveel mensen moeten rondkomen met een leefloon?
In 2010 waren er 104.909 ontvangers van het Recht op Maatschappelijke Integratie, waarvan
95.093 een leefloon ontvingen.
Opdracht voor de leerlingen
Vergelijk het leefloon met de armoededrempel. Wat is je conclusie uit deze vergelijking ?
Antwoord:
Het nettobedrag van het leefloon voor een alleenstaand persoon is lager dan 60% van het
mediaan netto inkomen en dus lager dan de armoederisicodrempel. Zie de berekening van de
armoededrempel op basis van de cijfers van 2010. De armoederisicodrempel op basis van de
enquête EU-SILC 2011 is 1.000€/maand voor een alleenstaande.
4 http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/
5 http://www.armoedebestrijding.be/tweejaarlijksverslag6.htm
Opdracht voor de leerlingen
Je bent verkozen als volksvertegenwoordiger in het Vlaams Parlement. Proficiat!
Jouw fractie wil dat je de thema’s ‘huisvesting’ en ‘armoedebestrijding’ volgt.
Binnenkort is er daar een debat over en je wil je goed voorbereiden op de vergadering.
a. Samen, met twee medewerkers (klasgenoten) verzamel je 5 feiten die jij belangrijk
vindt om een goed debat te kunnen voeren. De volgende vragen kunnen je hierbij
helpen.
Op welke levensdomeinen heeft armoede een invloed?
Hoeveel mensen leven er in België in armoede? (% van de bevolking).
Hoe wordt armoede gemeten?
Welke mensen lopen een groter risico dan gemiddeld om in de armoede terecht
te komen?
Houdt de woonsituatie van mensen verband met het risico om in de armoede
terecht te komen?
Zijn er voorwaarden om recht te hebben op een sociale woning? Zo ja, welke?
Zijn er voldoende sociale woningen?
b. Voer nu een debat in je klas over de stelling ‘Armoede is meer dan onvoldoende geld
hebben’.
c. Formuleer na het debat een aanbeveling voor de Vlaamse Regering over maatregelen
die de regering moet nemen om armoede te bestrijden. De aanbeveling moet door de
meerderheid van de klas goedgekeurd worden.
Op de website www.armoedebestrijding.be vind je een antwoord op deze veelgestelde
vragen :
Hoeveel mensen in België leven in armoede?
Neemt de inkomensongelijkheid toe in België?
Op welke plaats staat België in de lijst van rijkste landen van de wereld?
Hoeveel bedragen de minimumuitkeringen en het minimumloon?
Hoeveel personen in België hebben te kampen met schuldoverlast?
Hoeveel bedraagt het leefloon en hoeveel mensen moeten ermee rondkomen?
Heeft de hoogte van het inkomen een impact op de manier waarop het huishoudbudget besteed
wordt?
Hoeveel werklozen telt ons land?
Biedt tewerkstelling voldoende bescherming tegen armoede?
Hoeveel sociale woningen zijn er in België en hoeveel mensen staan op een wachtlijst?
Hoeveel procent van de bevolking leeft in een woning van slechte kwaliteit?
Hoeveel daklozen zijn er in België?
Van hoeveel mensen is de energie geheel of gedeeltelijk afgesloten?
Is er meer armoede in de stad dan op het platteland?
Hebben mensen die in armoede leven een slechtere gezondheid?
Hebben laaggeschoolden een hoger risico om in armoede te belanden?
Hoeveel mensen in België zijn laaggeletterd?
Hoeveel mensen doen beroep op voedselbedeling?
Is er werkelijk een digitale kloof?
Verouderen personen die lange tijd in armoede leven sneller?
Welke omvang heeft armoede bij ouderen?
Extra uit de pers
Iets minder leefloners
Het aantal mensen dat een leefloon ontvangt is vorig jaar met 1,1 procent gedaald tot
94.432. Het is de eerste keer sinds het uitbreken van de economische crisis dat het aantal
naar omlaag gaat. Dat blijkt maandag uit cijfers van de Programmatorische Federale
Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie.
Sinds het begin van de economische crisis steeg het aantal leefloners met 13,7 procent.
Vooral vrouwen en jongeren zijn aangewezen op het OCMW. Een derde onder hen is jonger
dan 25.
Vorig jaar was er een lichte daling, tot 94.432, maar Julien Van Geertsom, voorzitter van de
POD, waarschuwt dat de goede evolutie van korte duur kan zijn. 'De laatste maanden zijn er
opnieuw veel herstructureringen, dus mogelijk zullen we opnieuw meer leeflonen moeten
verstrekken', zegt hij maandag. De groep rechthebbenden op een leefloon is sowieso nog
een stuk groter dan voor de crisis.
Het aantal asielzoekers en geregulariseerde vreemdelingen die financiële hulp krijgen nam
in 2011 opnieuw met 15,9 procent toe tot 27.372. In principe wordt sinds 2007 enkel
materiële steun verleend aan die doelgroep, maar omdat de opvangcentra verzadigd zijn,
wordt opnieuw financiële hulp verstrekt.
De POD zal de gegevens van het aantal leeflonen voortaan elk kwartaal bekend maken,
naar analogie met de werkloosheidscijfers. 'Zo kan het beleid de sociale bescherming
nauwer opvolgen en erop inspelen', aldus Van Geertsom.
maandag 09 juli 2012, 17u44
Bron: belga
Auteur: llo
OPENVENSTER [email protected]
Vruchteloos solliciteren [1]
Ik wil graag reageren op de brief 'Vruchteloos solliciteren' in Humo 3738.
Ik ben burgerlijk ingenieur, en ik was een succesvolle manager in enkele bedrijven. Na
een burn-out moest ik even aan de kant, maar met professionele hulp en de steun van
mijn echtgenote en mijn gezin kon ik langzaamaan weer uit de put klimmen. Toen werd
ik zelfstandig adviseur voor diverse bedrijven. Na enkele jaren hard en succesvol werken
vond ik het rond mijn vijftigste een goed idee om de zaak eens om te draaien: ik ging in
op een telefoontje van een verantwoordelijke van een vzw die bedrijven in moeilijkheden
ondersteunt. Het leek me de idealejob om mijn kennis en ervaring te kunnen gebruiken
om dergelijke bedrijven te helpen, en iets terug te geven aan de maatschappij. Kortom,
uit idealisme ging ik over tot de vereffening van mijn eigen bedrijf en ik ging als bediende
bij die vzw werken. Ik bloeide open in die job, maar dat was buiten de verantwoordelijke
gerekend. Uit angst voor zijn eigen baan schoof die me na drie maanden brutaal aan de
kant, zonder commentaar, en zonder dat ik ook maar één fout had gemaakt. Het voelde
aan als een wraakactie wegens mijn succesvolle verleden: hij kon zijn jaloezie niet
verbergen.
Ik zoek nu al enkele maanden een nieuwe job, daarbij gesteund door de VDAB - ik heb
echt respect voor die ambtenaren. Alleen: ik voel me een dikke nul, want op dertig
sollicitaties kreeg ik amper twee antwoorden. De rest liet botweg niets weten. Ik heb
vroeger zelf nog mensen aangeworven of afgewezen, en ik vond het een elementaire
vorm van beleefdheid om alle sollicitanten een antwoord te geven, of eventueel door te
verwijzen naar een ander bedrijf. Al mijn pluspunten, zoals mijn universitair diploma en
mijn ervaring, wegen niet op tegen... mijn leeftijd. We moeten wel allemaal langer
werken, maarvijftigplussers die een job zoeken, vangen overal bot. Zodra de werkgever
de leeftijd ziet, vliegt de sollicitatiebrief met cv in de prullenmand. Net zoals je met een
naam als Mohammed weinig kans maakt op de arbeidsmarkt, raak je ook als vijftiger niet
meer aan de bak. Wie muggenzift dat die 'oude mannen te duur zijn', kan ik alleen maar
zeggen dat ik nergens looneisen heb gesteld. Ik heb al mijn sporen verdiend, maar ik wil
me wel nog nuttig maken in de samenleving. Als ik rondkom en het kot van mijn twee
kids kan betalen, ben ik al héél tevreden.
Naam en adres bekend.
'Blij dat ik op tijd hulp heb gezocht'
Wim Troch
Zondag 17 oktober is de Dag van de Armoede. Naar aanleiding van die dag organiseerden
de verschillende welzijnsorganisaties van Vilvoorde enkele activiteiten. Want ook in
Vilvoorde is er armoede.
Nog nooit had het OCMW zoveel mensen met schulden in begeleiding. Vandaag worden er
78 mensen begeleid. Het CAW (Centrum voor Algemeen Welzijnswerk) heeft sinds begin
dit jaar al 284 vragen rond financiën behandeld. 210 mensen krijgen een leefloon van het
OCMW toegekend.
Armoede kan jong en oud treffen, en kan verschillende oorzaken hebben. Dat bewijst
het verhaal van deze tachtigjarige dame - we noemen haar Jeannine - uit Houtem.
'Ongeveer twee jaar geleden kreeg mijn man een beroerte', vertelt ze. 'Hij heeft twee
maanden in een coma gelegen. Hij is terug wakker geworden, en mocht na enige tijd het
ziekenhuis verlaten. Hij is toen even terug naar ons huis in Houtem gekomen, maar ik kon
niet meer voor hem zorgen. Hij moest dus naar het rusthuis. Omdat er in Vilvoorde
aanvankelijk geen plaats was, heeft hij eerst een maand in Wemmel gewoond. Nu zit hij in
Rusthuis Ter Linde, in Vilvoorde. Ik ga hem elke namiddag bezoeken. Maar de
verzorgingskosten lopen hoog op. Ook al omdat ik zelf de laatste jaren ook al verschillende
operaties heb moeten ondergaan.'
Jeannine kreeg het moeilijk om alle rekeningen, vooral ziekenhuisfacturen, tijdig te
betalen. Ze kreeg enkele deurwaarders en incassobureaus over de vloer. Ze zocht en vond
hulp bij CAW Vilvoorde. 'Ik kom hier met mijn rekeningen', vertelt ze. 'De
schuldbemiddelaar verzamelt die dan en bekijkt welke betaald moeten worden, en
wanneer. Ze stelt een afbetalingsplan op en beheert mijn schulden. Daardoor kan ik me
weer beredderen. Ik heb wat ik moet hebben, maar dat is niet veel. Nieuwe kleren kopen
doe ik niet, en ik denk altijd goed na voor ik iets koop.'
De stap om naar het CAW te zetten en hulp te zoeken, is voor velen niet gemakkelijk. 'In
het begin was ik ook wel wat gegeneerd', bekent Jeannine. 'Maar ik werd direct
gerustgesteld dat er een oplossing zou gevonden worden voor mijn problemen. Sindsdien
kan ik terug gerust slapen. Ik ben blij dat ik op tijd gekomen ben om hulp te vragen, voor
het te laat was.'
© 2010 Corelio
Datum publicatie: 15 oktober 2010
Bron: Het Nieuwsblad Online
Auteur: Wim Troch