Werkboekje Egypte

24
Dit werkboekje is van Dit werkboekje is van Dit werkboekje is van Dit werkboekje is van ................................ ................................ ................................ .................................................. .................. .................. .................. Klas: 5A Klas: 5A Klas: 5A Klas: 5A EGYPTE EGYPTE EGYPTE EGYPTE HET LAND VAN DE FARAO’S ET LAND VAN DE FARAO’S ET LAND VAN DE FARAO’S ET LAND VAN DE FARAO’S

description

Werkboekje Egypte (vijfde leerjaar)

Transcript of Werkboekje Egypte

Page 1: Werkboekje Egypte

Dit werkboekje is van Dit werkboekje is van Dit werkboekje is van Dit werkboekje is van ........................................................................................................................................................................................................ Klas: 5A Klas: 5A Klas: 5A Klas: 5A

EGYPTEEGYPTEEGYPTEEGYPTE HHHHET LAND VAN DE FARAO’SET LAND VAN DE FARAO’SET LAND VAN DE FARAO’SET LAND VAN DE FARAO’S

Page 2: Werkboekje Egypte

2

Egypte

Egypte algemeen

Opdracht 1: Luister naar het liedje en bekijk de voorstelling.

Noteer hieronder waaraan je denkt wanneer je het woord

‘Egypte’ hoort.

Page 3: Werkboekje Egypte

3

Situering + bespreking van de Nijl

Opdracht 2: In welk werelddeel situeert Egypte zich?

We duiden Egypte aan op de wereldkaart.

We kijken in de geschiedenis van Egypte…

Werelddeel: ................................................................................................ Het Oude Egypte situeren we ........................................................................ Dit betekent dat we het Oude Egypte dus in de ...............................................

moeten plaatsen.

Opdracht 3: Vul onderstaande oefening in en lees ook de tekst.

Welke zee ligt ten noorden van Egypte? ......................................................... Wat zijn de buurlanden van Egypte?

1) ............................................... 4) ..................................................

2) ............................................... 5) ..................................................

3) ............................................... Welke taal (of talen) spreekt men in Egypte? .................................................. .................................................................................................................

In welke belangrijke woestijn ligt Egypte? .................................................... Welke belangrijke rivier stroomt door Egypte? ............................................... Dit is de dag van vandaag nog steeds dé trots van Egypte. Kleur nu zelf de vlag van Egypte in. Ken je de kleuren nog van in de voorstelling? Welk diertje wordt afgebeeld?

............................................

............................................

Page 4: Werkboekje Egypte

4

In de vallei van de Nijl ontstond rond 3 000 V.C. Egypte, het eerste wereldrijk. Duizenden jaren geleden kwamen de eerste groepjes Egyptenaren langs de oevers van de Nijl wonen. Zonder die reusachtige stroom, de langste van de wereld, zou Egypte niets meer zijn dan een brandend hete zandwoestijn. Tropische regenbuien zorgden er elke zomer weer voor dat de Nijl overstroomde. Wanneer het waterpeil was gezakt, bleef een vruchtbare sliblaag achter. Dan konden de Egyptenaren beginnen met ploegen en zaaien. De oogsten waren meestal overvloedig. Als de overstromingen té erg waren, werden hele dorpen verwoest, maar als er te weinig regen viel en de Nijl zijn normale peil niet haalde, kwam er hongersnood. Gelukkig hadden de Egyptenaren hier een oplossing voor. Ze groeven een net van kanalen en kanaaltjes om de velden te bevloeien. Dankzij dat kostbare water groeide er voedsel, konden de mensen handel drijven, werken en leven. Besluit: De Nijl was dus, lang voor de farao’s, de eerste heerser van Egypte.

Opdracht 4: Heb je bovenstaande tekst grondig gelezen? Los

dan onderstaande oefening op.

Kruis 2 goede antwoorden aan.

� Het Nijldal was ongeschikt voor de landbouw.

� De jaarlijkse overstromingen van de Nijl lieten een vruchtbare laag slib achter.

� Door kanalen te graven en dijken te bouwen, werd het landbouwgebied steeds groter.

� De vruchtbare grond werd weggespoeld door de overstromingen van De Nijl.

Waarom noemt men Egypte ‘een geschenk van de Nijl’?

.................................................................................................................

................................................................................................................. Egypte is één van de oudste landen ter wereld. De grenzen ervan zijn in 5 000 jaar nauwelijks gewijzigd. De Nijl is de grootste en krachtigste stroom ter wereld. Weten jullie het nog? Wat is een stroom ook alweer?

.................................................................................................................

................................................................................................................. In welke zee mondt de Nijl uit? .....................................................................

Page 5: Werkboekje Egypte

5

Egypte zou bijna helemaal uit woestijn hebben bestaan als de Nijl er niet was geweest. Meer dan 90% van de bevolking in Egypte leefde dan ook langs de Nijl. Wat zijn de voordelen van het leven langs de Nijl? Som er 3 op.

1) .............................................................................................................

2) .............................................................................................................

3) ............................................................................................................. Kruis het juiste vakje aan.

Net zoals nu verplaatste men zich in het Oude Egypte het makkelijkst:

� over land.

� over de Nijl.

Waarom?

.................................................................................................................

................................................................................................................. De Nijl is:

� 446 km lang.

� 2685 km lang.

� 6695 km lang.

� 8957 km lang.

Heden ten dage is de Nijl nog steeds een enorme belangrijke bron van inkomsten voor de Egyptenaren. Naast het water dat de Nijl levert voor de landbouwgrond, wordt de Nijl ook als een belangrijke toeristische trekpleister gebruikt. Niet tijdens de oudheid, maar wel de dag van vandaag worden er talloze Nijlcruises aangeboden die honderden toeristen moeten vervoeren naar de mooie plekken en steden die aan de Nijl liggen. Besluit: Egypte is een lang uitgestrekt land waardoor van zuid naar noord een

lange brede rivier stroomt: ...........................................................................

Page 6: Werkboekje Egypte

6

Opdracht 5: Bekijk onderstaand kaartje en vul de ontbrekende

nummers aan. Los nadien de vraagjes op onderaan deze

pagina.

Kies uit de volgende woorden: Opper-Egypte – Neder-Egypte – woestijn – Nijl – Nijldelta – Rode Zee – Middellandse Zee

1) .................................................................

2) .................................................................

3) .................................................................

4) .................................................................

5) .................................................................

6) .................................................................

7) .................................................................

Wat is de Nijldelta?

.................................................................................................................

................................................................................................................. Welke ‘geschenken’ gaf de Nijl aan de mensen? Som er een viertal op.

1) .............................................................................................................

2) .............................................................................................................

3) .............................................................................................................

4) ............................................................................................................. Wat is een oase?..........................................................................................

.................................................................................................................

Page 7: Werkboekje Egypte

7

Opdracht 6: Bekijk onderstaande tekeningen en vul onder elke

tekening de juiste tijd in. Leg uit.

Kies uit de volgende woorden: oogsttijd – zaaitijd – overstromingstijd

.................................................................................................................

.................................................................................................................

Wat is het voorwerp rechts onderaan? ...........................................................

.................................................................................................................

.................................................................................................................

.................................................................................................................

................................................................................................................. .................................................................................................................

.................................................................................................................

Page 8: Werkboekje Egypte

8

Voedselvoorziening

Opdracht 7: Welke werkzaamheden horen bij welke prent?

Schrijf ze onder elke prent.

Kies uit de volgende woorden: 1) de visvangst

2) de graanoogst

3) de druivenoogst

4) de jacht

5) de veeteelt

6) de vijgenoogst

Let op: Er staan ook nog 2 prenten op de volgende pagina!

.................................................................................................................

.................................................................................................................

Page 9: Werkboekje Egypte

9

.................................................................................................................

.................................................................................................................

Opdracht 8: Ken je het liedje ‘Row your boat’ nog

dat we vorige maand leerden? We zingen het nog

even! ☺

De Egyptische maatschappij

Opdracht 9: Stel de Egyptische maatschappij voor door op de

sociale piramide de bevolkingsgroepen aan te vullen (zie

volgende pagina).

Page 10: Werkboekje Egypte

10

Kies uit de volgende woorden: hogepriesters – legerleiders – ambtenaren – farao – boeren – ambachtslieden – kooplieden – soldaten – slaven

......................................................

......................................................

......................................................

......................................................

......................................................

......................................................

Bv.: belastingophalers, schrijvers.

......................................................

......................................................

......................................................

Page 11: Werkboekje Egypte

11

Merk op dat hoe lager de klasse, hoe talrijker de bevolking in die klasse. Bv.: Het aantal boeren is veel groter dan het aantal hogepriesters. Het merendeel van de bevolking was landbouwer. Net als de ambachtslieden stonden zij niet erg hoog in aanzien. Priesters, legerleiders en ambtenaren waren voorname personen. Hoog boven het volk troonde de farao. Hij werd beschouwd als een god op aarde.

* Farao

De farao regeert almachtig over Egypte. Iedereen betaalt belastingen om zijn schatkist gevuld te houden. Er worden oorlogen gevoerd om zijn rijk nog uit te breiden. Er worden piramiden gebouwd om hem voor eeuwig te gedenken. Hij is tegelijk mens en zoon van de god Re, en van zijn vader heeft hij alle macht gekregen.

Opdracht 10: Hoe herkennen we een farao? Verbind de vakjes

met de tekening.

De blauwe kroon.

De kromstaf herinnert aan de staf van de herder die zijn kudde leidt. De farao is de grote leider van het volk.

De lange baard. Alleen de farao, de uitverkorene van de goden, mag zo’n baard dragen.

Een wijfjescobra die vlammen spuwt en de farao beschermt.

Een zweep als symbool van de macht.

Page 12: Werkboekje Egypte

12

Het wonen

Het huis van de farao en de rijken telde vele kamers waarin mooie meubels stonden. De meeste deftige huizen hadden prachtige binnentuinen met vijvers en vele soorten bomen en planten. Voor de armen was een huis alleen een plaats waar men sliep, at en koelte zocht. Het dagelijkse leven speelde zich vooral buitenshuis af. Armen leven in een heel eenvoudig huis van leem of holle baksteen. Vaak is er maar één verdieping waar de hele familie op de grond slaapt, tussen de huisdieren.

Opdracht 11: Welk is het huis van de boer? Welk is het huis

van de heer? Waarom? (kenmerken)

...................................................... .....................................................

Waarom? ...................................................................................................

.................................................................................................................

.................................................................................................................

Page 13: Werkboekje Egypte

13

Het uiterlijk

De Egyptenaren hielden ervan zich mooi te maken. Aan de kleren en de sieraden kan je zien of iemand arm of rijk was.

Opdracht 12: Teken bij deze Egyptische man:

- mooie kleren

- sieraden

- een pruik

- schmink

Page 14: Werkboekje Egypte

14

KLEDING: Van vlas maakte men grof en fijn linnen. Arme mensen droegen grove linnen kleding. De rijken daarentegen hadden prachtige fijne, soms doorzichtige gewaden.

Deze arbeider draagt een geplooide rok tot op de kuiten, zijn vrouw draagt een mantel. Ze dragen gevlochten pruiken. Hieronder sandalen, gemaakt van riet en papyrus.

KAPSEL: De haren werden bij de vrouwen kort geknipt. De mannen werden kaal geschoren. Bij speciale gelegenheden (zoals hierboven) droeg men pruiken van mensenhaar, dierenhaar of plantenvezels. SIERADEN: Niet alleen de vrouwen droegen prachtige juwelen van goud, edelstenen, bonte parels en glas, ook mannen tooiden zich met sieraden.

Dit is een gouden ster die op het voorhoofd gekleefd wordt als diadeem.

Page 15: Werkboekje Egypte

15

SCHMINKEN: Men schonk veel aandacht aan de ogen. Ze werden zwart omrand. Het lichaam werd ingesmeerd met geparfumeerde oliën. Dit is een kokertje om oogverf in te doen.

Kunst

Waarom ziet de Egyptische kunst er zo vreemd uit? Misschien was het wel een magische kunst. Ze had vooral te maken met de goden en de dood, en die zijn altijd raadselachtig. De afbeeldingen lijken weinig realistisch en stijf. Een personage of voorwerp wordt niet afgebeeld op ware grootte, maar krijgt de afmetingen die zijn godsdienstig, politiek of sociaal belang duidelijk maken. Zo zijn de boeren en de arbeiders vaak heel klein, terwijl de koning en de goden immens groot afgebeeld worden. Heel belangrijk is ook hoe de kunstenaars menselijke figuren afbeeldden. De voeten zijn altijd naar dezelfde kant gericht. Hoe werken de schilders?

Voor ze beginnen aan hun muurschildering, bestrijken ze de muren met een mengsel van leem en stro. Dan maken ze hun kleuren aan. Ze vermalen hiervoor gesteenten en mineralen: kool voor zwart, oker voor rood en geel, … Dat gekleurde poeder vermengen ze met eiwit en ze brengen die verf aan met houten penselen.

Page 16: Werkboekje Egypte

16

Opdracht 13: Teken hieronder een menselijke figuur zoals de

Egyptenaren dat deden.

Page 17: Werkboekje Egypte

17

Het schrift

Het oudste schrift van de Egyptenaren noemt men het hiërogliefenschrift. Men schreef niet met letters maar met tekeningetjes. Bijvoorbeeld: uil = mand = In de loop van de tijd gingen de tekeningetjes niet alleen maar dingen voorstellen, ook klanken. Bijvoorbeeld:

= m = k Hier zie je nog meer hiërogliefen:

De schrijvers moesten experts zijn in het schrijven van hiërogliefen, er bestonden zo maar eventjes ongeveer 700 tekens. Het werd opzettelijk ingewikkeld gehouden zodat niet veel mensen het konden gebruiken en de schrijvers hun speciale positie behielden. Hiërogliefen werden gebruikt op staatsmonumenten, in tempels, graven, … Ze konden geschreven worden van links naar rechts, van rechts naar links of van boven naar beneden.

Opdracht 14: Kun jij onderstaande hiërogliefen ontcijferen?

..............................................................

Page 18: Werkboekje Egypte

18

Opdracht 15: We bekijken een kort filmpje.

Jullie zien dat het schrijven van hiërogliefen een moeilijk en tijdrovend werk is. Om sneller en gemakkelijk te kunnen schrijven, ging men de hiërogliefen steeds meer vereenvoudigen. Hierdoor ging het schrift er heel anders uitzien, bijvoorbeeld.

Opdracht 16: We bekijken de bladwijzer met hiërogliefen.

In Egypte schreef men op ......................................................

met ................................................. of ................................................. Deze bladwijzer is niet van papyrus wel van ...................................................

Opdracht 17: Het vervaardigen van papyrus gebeurt in

verschillende stappen. Verbindt de prenten met de juiste uitleg.

Stap 1: papyrusriet � � Stap 2: repen snijden � �

Stap 3: repen samenpersen � � Stap 4: rol papyrus � �

Page 19: Werkboekje Egypte

19

De goden

De Egyptenaren vereerden zeer veel verschillende goden. Ze stelden zich die goden soms voor als mensen, maar meestal als half mens, half dier of helemaal als dier.

Opdracht 18: Hieronder zie je een aantal goden. Probeer samen

de namen en de functie van de goden te achterhalen. Je krijgt

een blad met extra informatie.

God: .......................................... God: ...........................................

Functie: ..................................... Functie: ......................................

................................................. ...................................................

................................................. ...................................................

God: .......................................... God: ...........................................

Functie: ..................................... Functie: ......................................

................................................. ...................................................

................................................. ...................................................

Page 20: Werkboekje Egypte

20

God: .......................................... God: ...........................................

Functie: ..................................... Functie: ......................................

................................................. ...................................................

................................................. ...................................................

Opdracht 19: Los de kruiswoordpuzzel op.

Horizontaal:

1) God van de mummificatie. 2) Moedergodin, vrouw van Osiris. 3) Hemelgod, zoon van Isis en Osiris. Verticaal:

4) God van de wijsheid, schrijver van Osiris. 5) Heerser van het dodenrijk. 6) Zonnegod, schepper van de wereld.

Page 21: Werkboekje Egypte

21

Mummies en lijkkisten

Alle Egyptenaren, rijk en arm, hadden eigenlijk één gemeenschappelijk kenmerk wanneer ze stierven. De Egyptenaren geloofden dat zij na hun dood in het dodenrijk zouden blijven voortbestaan. Zij stelden zich dat leven voor zoals op aarde. Om verder te leven was het nodig het lichaam te mummificeren. Niet heel het lichaam van de Egyptenaren werd begraven. Bepaalde delen, zoals de lever, longen, maag en ingewanden werden uit het lichaam gehaald en bewaard in één van de vier canopen. Dit zijn speciale soorten kruiken die men in het graf plaatste, naast de mummie.

Dit is een set van 4 vazen waarin de organen die uit de mummie werden verwijderd, werden bewaard: lever, longen, maag en ingewanden.

De lijkkisten van goden en godinnen werden van binnen en buiten beschilderd met afbeeldingen. Ook stonden er magische teksten op in het hiërogliefenschrift. Niet iedereen werd op dezelfde manier begraven. De wijze waarop je begraven werd, hing af van je rijkdom en verschilde ook van periode tot periode.

Opdracht 20: Vul op de volgende pagina in voor wie de graven

bestemd waren.

Page 22: Werkboekje Egypte

22

Een piramide voor een

.......................................

Een mastaba voor een

.......................................

.......................................

Wat is een mastaba?

.......................................

.......................................

.......................................

.......................................

Een kuilgraf voor

.......................................

.......................................

Page 23: Werkboekje Egypte

23

Architectuur

* Tempels

De tempel was een burcht waar een specifieke god werd aanbeden en offers werden gebracht.

Die god voor de Egyptenaren was Amon, maar ook de farao.

Opdracht 21: Los onderstaande vraag op.

Waarvoor diende die tempel? .......................................................................

.................................................................................................................

* Piramides

De eerste Egyptische piramide is ruim 4500 jaar geleden gebouwd als grafmonument voor een Egyptische farao. Zijn opvolgers volgden hem in deze begraafwijze en zij werden net zoals hun voorganger na hun dood gemummificeerd en met kostbaarheden en persoonlijke bezittingen in het binnenste van een piramide gelegd. In totaal zijn er ongeveer 80 piramiden bewaard gebleven, gebouwd over een periode van ongeveer 1000 jaar. Een piramide lijkt van ver en op foto’s altijd heel glad, toch is dit niet zo. Een piramide bestaat altijd uit trappen. Piramides waren er om de ziel van de dode farao een ‘trap naar het godenrijk te bezorgen’. De gemiddelde piramide was ongeveer 50 meter hoog.

Page 24: Werkboekje Egypte

24