Werkboekje dichten

19
Dichter

Transcript of Werkboekje dichten

Page 2: Werkboekje dichten

Wat is rijmen denk je?

______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Zet op de zonnestralen woorden die rijmen op het woord ‘zon’. Probeer op alle zonnestralen een rijmwoord te zetten.

Vind jij dichten en rijmen leuk? Kleur het juiste bolletje.

0 Ik vind dichten en rijmen heel leuk.0 Ik vind dichten en rijmen best leuk.0 Dichten en rijmen? Daar vind ik niets aan!!!

Ik vind rijmen heel leuk/ best leuk/ niet leuk, omdat ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

2

Page 3: Werkboekje dichten

Wat is een versje

Je gaat leren wat een versje is en hoe je er zelf eentje kunt maken. Er staan tips en trucjes in. Als eerste is het belangrijk dat je weet wat een versje is. ‘Een versje is een klein verhaaltje dat rijmt en dat huppelt.’ Dat is een versje! Dat huppelen betekent dat woorden een beetje gaan dansen als je ze hardop voorleest. Bij een goed versje gaat dat zo.

Niet iedereen kan goed voetballen. Niet iedereen kan mooi tekenen. En niet iedereen kan lieve of grappige gedichten maken; je moet er aanleg voor hebben, en zin om met taal te spelen. Maar iedereen kan zwemmen! Misschien iet zo snel als een Olympisch kampioen, maar goed genoeg om veilig aan de kant te komen. En zo kan iedereen versjes maken – jij ook.

Er zijn heel veel soorten gedichten, dat wist je al. Kijk maar eens in een poëziealbum. Dat is meestal een behoorlijk dik boek waarin gedichten van verschillende mensen staan. Je kijkt je ogen uit.

Maar wij gaan het nu hebben over versjes. En die lijken aan de buitenkant wel een beetje op elkaar. Bijna alle versjes zijn in stukjes gehakt. Je leest een paar regels, dan is er een regel wit, en dan komen er weer een paar regels. Zo gaat het door tot het versje uit is. Zo’n blokje van een paar regels bij elkaar heet een strofe. Als van het versje een liedje wordt gemaakt, dan noem je die strofe opeens een couplet. Soms zijn er regels in een versje die terugkomen. Die regels heten samen een refrein. Heel veel liedjes hebben refreinen. Ze zijn leuk om te zingen. Ook al gaan ze over het rotste leven! De regels van een versje hebben ritme. Dat betekent dat ze een beetje huppelen. Een goed versje kun je niet verkeerd voorlezen, de woorden dwingen je haast vanzelf de goede kant uit.

3

Page 4: Werkboekje dichten

Zielenpiet

Mijn ene broer rijdt brommeren de ander speelt gitaar.Ik ben altijd de kleinste.dat is ontzettend naar.Mijn ene broer is keeperen de ander staat mid-mid.En ik sta niks, omdat iknog in de E-tjes zit.

Ik heb het rotste levenvan iedere die ik ken …Ik ben een grote zielenpiet.Weet je wat ik ben?

Mijn ene broer heeft meisjesen de ander een vriendin.En als ze op hun kamer zittenkom ik er echt niet in.Ik heb geen dure spullenen ik mag nooit laat naar bed.En als de grote vrienden komen wordt ik eruit gezet.

Ik heb het rotste levenvan ieder die ik ken …Ik ben een grote zielenpiet.Weet je wat ik ben?

‘Jaloers,’ zegt ma. ‘Dat ben je.’Ja, loers ben ik, ja. Loers.Heel erg ontzettend loersOp allebei mijn broers.

4

Page 5: Werkboekje dichten

Lees het gedicht ‘Zielenpiet’ dat op de vorige bladzijde staat!

Wat is een versje?____________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Wat is een strofe?____________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Hoeveel strofes heeft dit gedicht?_________________________________________________________________________

Schrijf hier de eerste strofe van het gedicht nog eens op________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Als een versje een lied wordt noemen we een strofe een _________________________

Soms zijn er regels in een versje die terugkomen. Die regels heten samen een_____________________

Hoe vaak komt het refrein terug in dit gedicht?__________________________________

Schrijf hier het refrein op van het gedicht ‘Zielenpiet’________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

5

Page 6: Werkboekje dichten

Beginrijm en eindrijm

Groot rijmt op boot. Dat weet een kleuter zelfs. En groot rijmt ook op rood, ook al eindigen die woorden met een andere letter. Het gaat bij rijmen om de klank; hoe het woord klinkt, en niet hoe je het opschrijft. Bij eindrijm eindigen de woorden altijd met dezelfde klank, maar bij begin rijm beginnen twee woorden met dezelfde klank. Het is leuk om iets bij je naam te verzinnen: Lieve Linda of Melige Mark.

Dus lage rijmt niet op garage. Sommige mensen vinden van wel, die noemen zoiets oogrijm: je ogen denken dat de woorden rijmen, zeggen ze dan. Maar ogen kunnen niet denken, dus dat is onzin. Lage rijmt trouwens wel weer op vragen. Omdat je die laatste n meestal niet uitspreekt. Moeilijk? Nee hoor. Gewoon hardop lezen wat je hebt opgeschreven, dan merk je het vanzelf.

En niet smokkelen! In liedjes hoor je vaak dat de zanger raam laat rijmen op staan. Of gang op bank. Bij een liedje valt dat niet zo op, omdat de muziek een heleboel goedmaakt. Maar in een versje past het eigenlijk niet.Je zou die manier van rijmen ‘hoopvol rijmen’ kunnen noemen. De dichter weet wel dat hij fout zit, maar hij denkt: En nou maar hopen dat niemand het merkt …

Officieel heet het schijnrijm. Schijnen is hetzelfde als lijken. De woorden lijkte te rijmen, maar ze doen het eigenlijk niet.

Er zijn woorden die nergens op rijmen. Herfst bijvoorbeeld, en cirkel. Maar er zijn ook woorden die al te vaak op elkaar gerijmd hebben. Die moet je eigenlijk niet meer willen gebruiken. Fijn en zijn, bijvoorbeeld. Of mensen en wensen. Of ik hou van jou en ik blijf je trouw. Maar let op: als je zo’n woord op een andere manier gebruikt, kan het weer wel:

Is het niet angstig een bloem te zijn?De stengel zo teer, die blaadjes zo fijn?

Of:

Lieve Bas, ik hou van jouomdat je elke dag weer trouwmijn hond uitlaat.

Misschien denk je dat het moeilijk is om rijmwoorden te vinden. Dat valt reuze mee. De woorden die op elkaar rijmen, in een versje, zijn meestal helemaal niet bijzonder. Dit zijn voorbeelden van rijmwoorden, keurig twee aan twee:

muur – uurtik – ik

doen – zoenstraat – laatgang – bangdaar – maar

6

Page 7: Werkboekje dichten

Daar is niks moois aan. Heel simpele rijmwoordjes. En toch is het een goed gelukt gedicht. Dat komt door de zinnen die vóór de rijmwoorden staan. Die zijn eigenlijk veel belangrijker. Lees hier maar het gedicht van ‘Het bange kind’.

Het bange kind

Helemaal alleen in huis,Mijn rug tegen de muur.

Ik durf nergens anders heenEn ik sta hier al een uur.

Minstens een uur.

De klok tikt harder met de tik,En niemand hier in huis dan ik

Mama moest nog eventjesEen snelle boodschap doen.‘Dag,’ zei mama. En ze ging.

Ze gaf me nog een zoen.Haar laatste zoen…

Er hangt al avond in de straat-Het is vast en zeker laat.

Wie is daar aan de achterdeur?Wie sluipt daar door de gang?

Wie zingt er daar zo’n vrolijk lied?Ik niet! Want ik ben bang.

Ontzettend bang.

‘Hé,’ zegt mam, ‘wat sta je daar?Ik ga koken.

Help me maar.’

7

Page 8: Werkboekje dichten

Er gebeurt trouwens wel iets bijzonders in dit versje. In de vierde en vijfde regel van elke strofe wordt het rijmwoord steeds herhaald:

Ze gaf me nog een zoen.Haar laatste zoen…

Dat noem je rijk rijm. Het hoort eigenlijk niet, want dan zou rijmen wel heel erg gemakkelijk worden:

Kijk me hier nou gaan!Ik wandel naar de brug.

Die zal straks wel opengaan,Dat heb je met een brug.

Dat is natuurlijk niks.Maar soms kun je toch rijk rijm gebruiken, omdat het de belangrijke woorden sterker maakt. Uur, zoen en bang. Daar gaat het om, in het gedicht. Ze zijn zo belangrijk, dat ze herhaald worden. En rijmen alle drie ook op een ander woord: muur, doen en gang.

Onthoud vooral dit: de zinnen van een gedicht zijn als een taart, de rijmwoorden zijn niet meer dan het likje slagroom erbovenop. Maar die slagroom moet wel zoet zijn! Zure slagroom kan de hele taart bederven…

Leentje leerde Lotje lopen op de lange Lindelaan.Maar omdat Lotje niet wilde lopen liet Leentje Lotje staan.

Wordt in bovenstaand versje beginrijm of eindrijm gebruikt? ____________________

Knappe kappers kappen knap, maar de knecht van de knappe kapper kapt nog knapper dan de knappe kapper kappen kan.

Wordt in bovenstaand versje beginrijm of eindrijm gebruikt?_____________________

Ik wil niet meer, ik wil niet meer!Ik wil geen bandjes geven!Ik wil niet zeggen elke keer:

jawel mevrouw, jawel meneer...nee, nooit meer in m’n leven!Ik hou m’n handen op m’n rug

en ik zeg lekker niks terug!

En? Wordt er in dit vers begin of eindrijm gebruikt?___________________________

8

Page 9: Werkboekje dichten

Trucjes

Soms moet je, om je versje te laten rijmen, ‘stomme’ woorden gebruiken. Woorden die nergens op slaan, maar die je nodig hebt voor het rijm. Een naam, bijvoorbeeld. Zoals in dit stukje van een gedicht over een klas die de slappe lach krijgt:

Ik merkte het niet eens meteen,Maar plotseling was iedereen

En alles van de kook:Mijn vriendje Fred en kleine Sjeng,En zelfs de juf (die is altijd streng) –

De juffrouw lachte ook!

Die Sjeng is er aan zijn haren bijgesleept. Die zit alleen maar in deklas omdat zijn naam rijmt op streng. Om dat een beetje weg te moffelen is er nog een naam bij gezet: Fred. En met dat vriendje ervoor klinkt het zo leuk dat je hopelijk niet over die Sjeng gaat zeuren.

Als je zo’n trucje toepast, zorg dan dat het echte woord, het woord dat wel belangrijk is, altijd aan het eind staat en het ‘stomme’ woord vooraan. Dus niet:

En toen klonk er luid applaus.zeker voor de kleine Klaus.

Maar liever:

En vooral voor kleine Klauswas er wel gemeend applaus.

9

Page 10: Werkboekje dichten

Schooljuffrouw worden

Mijn grote zus wil juffrouw worden.Schooljuffrouw dus. Voor de klas.Nu staat ze bij ons kleine schoolbord, enZe doet of ze ’t al was.

Alle poppen op een rijtjeEn ik helemaal vooraan.Zus schrijft woorden, met een krijtjeEn die moet ik lezen gaan.

Ik ben vier, ik kan niet lezen.Maar zus geeft me op mijn kop.Dat ik ‘niet zo stom moet wezen’. En ze vraag het aan een pop.

Pop leest wel. Of nou, m’n zusterDoet alsof ze lezen kan.En ze prijst ‘r. En ze kust ‘r.Heel erg kwaad word ik daarvan!

Stomme zus! Wou jij bewerenDat jij juf wordt? Schooljuffrouw?Ik zal heus alle letters lerenMaar dat komt dan niet door jou!

In de vierde strofe van het gedicht over de schooljuffrouw rijmt zuster op kust ‘r.Dat gaat prima. Maar in de eerste strofe gaat dat trucje mis. Hoe je ook je best doet bij het voorlezen, je kunt worden nooit laten rijmen op schoolbord, en. Dat heeft te maken met de klemtonen.

10

Page 11: Werkboekje dichten

Het is heel verrassend om een langer woord te laten rijmen op twee of zelfs meer korte woordjes:

Als het op de markt al laat iszijn de appels gratis!

Of:En nu zegt de notarisDat de boot daar is!

Er zit nog een truc in het gedicht over de schooljuffrouw. In de tweede strofe staat: en die moet ik lezen gaan. Dat is eigenlijk geen goed zin. In het Nederlands hoor je te zeggen: en die moet ik gaan lezen. Toch kun je in een versje best eens wat woorden van plaats laten wisselen. Als het maar niet te erg wordt.

11

Page 12: Werkboekje dichten

Rijmschema’s

Rijmen kan op heel veel manieren. Je kunt steeds een regel laten rijmen op de zin ervóór:

Ik ga voor geen geldnaar een voetbalveld!

Maar ju kunt de rijm ook steeds een regel laten overslaan:

Ik ben een beetje vreemd,Want ik ga voor geen geld,Nee, zelfs niet voor een miljoenNaar een voetbalveld.

En dan kun je die ‘tussenzinnen’ natuurlijk ook nog laten rijmen:

Weet je wat ik nooit zou doen?Ik ga voor geen geld,Nee, zelfs niet voor een miljoenNaar een voetbalveld.

Of je gooit de volgorde helemaal om:

Ik ga nog niet voor een miljoenNaar een voetbalveld.Ik ga veel liever met mijn geldleuke dingen doen.

De vier versjes hierboven hebben allemaal een ander rijmschema. Zo noem je de volgorde van de rijmwoorden. Om rijmschema’s makkelijk te kunnen noteren, gebruiken we letters. De eerste eindklank krijgt de letter a, de tweede de letter b, de derde de letter c. En zo verder, tot je alle eindklanken in het gedicht hebt gehad. Gelijke eindklanken krijgen dezelfde letter.

Het eerste versje heeft dus dit rijmschema: a a. Het tweede versje heeft: a b c b. Het derde versje is: a b a b. En het laatste versje: a b b a. Al die rijmschema’s hebben ook namen, Die hoef je niet te onthouden, maar het is wel leuk om te weten, omdat ze zelf haast als een gedicht klinken:a a gepaard rijma b c b gebroken rijma b a b gekruist ruima b b a omarmend rijma b c a b c verspringend rijma a a slagrijm

Rijmschema’s zijn leuk en je kunt er mee blijven spelen. Maar als je er eentje hebt uitgekozen voor je gedicht, blijf die dan tot het einde gebruiken. Anders wordt het een rommeltje.

12

Page 13: Werkboekje dichten

Schrijf het rijmschema van onderstaand vers op:________________________________

Ik ben een beetje vreemd,want ik ga voor geen geld,

nee, zelfs niet voor een miljoenNaar een voetbalveld.

Hoe heet dit rijmschema? Kleur het goede rondje!0 gepaard rijm0 gebroken rijm0 gekruist rijm0 omarmend rijm

Ik kijk naar vorenJij kijkt naar voren,

ik kijk achterom,ik kijk naar wat geweest is,jij kijkt naar wat nog komt.

Jij kijkt naar voren,naar wat we willen weten,en ik, ik heb een hamertje

om stuk te slaanwat wij willen vergeten.

Schrijf het rijmschema van onderstaand vers op: ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Hoe heet dit rijmschema? Kleur het goede rondje!0 gepaard rijm0 gebroken rijm0 gekruist rijm0 omarmend rijm

13