Wereldtheater - Theater in Turkije

24
THEATER Emile Schra Wereld THEATER Wereld Turkije / Ghana / Suriname Indonesië / India / China Japan

description

Theater in Turkije heeft lange tijd geen grote betekenis gehad. Net zoals de Arabische wereld en de meeste Afrikaanse landen kent Turkije geen spelcultuur maar een vertelcultuur. In een vertel- of woordcultuur zijn het vooral dichters, musici en vertellers die een rol binnen de kunsten spelen. Zowel de gesproken als geschreven literatuur hebben in deze landen vaak grote hoogten bereikt. Denk aan de beroemde Vertellingen uit Duizend en Een Nacht. We gaan hier kort in op geschiedenis, religie en kunsten. Daarmee wordt de voedingsbodem verhelderd waarop eind zestiende eeuw het karagözspel ontstaat, het traditionele schaduwtheater met poppen. www.wereldtheater.nl

Transcript of Wereldtheater - Theater in Turkije

Wereld TheaTerTheaTer Emile Schra

WereldTh

eaTe

rEmile Schra

Wereld

Turkije / Ghana / Suriname Indonesië / India / China Japan

DvD WerelDTheaTer

1. Karagöz schaduwtheater. Promotiefilm. TU 2008. Ministerie voor Cultuur en Toerisme. 1 (10’10). De belangrijkste principes en perso-nages uit het karagöztheater worden toegelicht, evenals het bespelen en maken van de poppen. Korte spelvoorbeelden i llustreren het betoog.

2. Wervel. Theatervoorstelling. NL 2005. Via Rudolphi. 3 (5’00). Theatermaakster Boukje Schweigman liet zich voor deze voorstelling inspireren door de dansende derwisjen uit het Midden-Oosten. De technieken leerde zij van uit Iran gevluchte soefi’s. In haar optreden van één uur draait Schweigman onafgebroken rond in cirkels, daarbij ondersteund door een geluidsde-cor van Paul Koek.

3. Dilek. Een volksopera over eerwraak. Theater-voorstelling. NL 2008. Theatergroep RAST. R: Celil Toksöz. 2 (4’19). Terwijl haar familie haar heeft uitgehuwelijkt, probeert Dilek de weg te volgen van haar hart. Ze ontmoet de jongen van wie ze werkelijk houdt en zij bezingen hun liefde voor elkaar. Aan het eind van de scène stellen drie k omische djinns, magische onzichtbare wezens, de vraag: ‘Wie is de schuld als je over de tong gaat?’

4. Keïta. L’Héritage du Griot. Speelfilm. Burkina Faso 1994. R: Dany Kouyaté. 4 (10’00). De oude griot Djéliba (vertolkt door Sotigui Kouyaté) vertrekt naar een dorp waar hij bij een modern Afrikaans gezin onderdak krijgt. Daar weet hij Mabo, de jonge zoon des huizes, te interesseren voor de geschiedenis van zijn voorouders en de stichter van het Malinese rijk, Sundjata Keïta. In het fragment vertelt hij over twee jagers die een tirannieke buffel willen doden.

5. Vertellen in het VMBO. Vierdelige televisie-serie. NL 2003. NOT. R: Annelies van Erp. Drie vertellers met verschillende achtergronden en totaal uiteenlopende vertelwijzen. 5 (1’20). Met muziek op de panfluit begint de in Peru geboren verteller Nilo Berrocal het verhaal over zijn oma. 6 (2’00). Wijnand Stomp (geboren in Leiden, tot aan zijn twaalfde opgegroeid op Curacao) heeft het in dit fragment over het meisje Lisa, een hele vreemde vogel en een paleis bovenop een berg. 7 (2’25). Centraal in het verhaal van Niels Brandaan Cottering staan Hert en Hond. De laat-ste heeft een prachtig gewei op zijn kop, dat Hert graag van hem wil lenen.

Vervolg beschrijvingen DVD zie binnenzijde flap

Emile Schra (Rijswijk 1956) studeerde Nederlands, theater-wetenschappen en culturele antropologie. In 2001 ontving hij een beurs waarna hij enige tijd dramaturgie doceerde aan de kunstacademie STSI te Bandung, Indonesië. Tussen 1995 en 2005 stimuleerde hij internationale uitwisseling in de podiumkunsten via workshops, debatten en een jaarlijkse zomerschool in Utrecht. Hij schreef artikelen, interviews en boeken waaronder Kijk op Theater en Peter Brook en het Eiland van Verbeelding. Emile Schra werkt momenteel als journalist, trainer en docent en is verbonden aan de Hogeschool Utrecht, Faculteit Communicatie en Journalistiek, en aan Emerson College uit Boston. Hij initieert projecten voor de kunst- en cultuursector.

Inhoud

InLEIdInG 8 hoofdstuk 1. tussEn tRAdItIE En VERnIEuWInG 12 hoofdstuk 2. thEAtER In tuRkIJE 36 hoofdstuk 3. thEAtER In GhAnA En suRInAME 58 hoofdstuk 4. thEAtER In IndonEsIë 82 hoofdstuk 5. thEAtER In IndIA 108 hoofdstuk 6. thEAtER In ChInA 136 hoofdstuk 7. thEAtER In JAPAn 168

LItERAtuuRLIJst 198LIJst VAn ILLustRAtIEs 199CoLofon 202

1. IntRo

2. ContEXtGEsChIEdEnIsRELIGIEkunstEn

3. thEAtER ALGEMEEnBIJZondERhEdEnVERtELCuLtuuRoRtA oYunu

4. thEAtERtRAdItIE kARAGÖZInLEIdInGontstAAnPERsonAGEssPELPRAktIJk

5. tuRkIJE – EuRoPA

6. tEkstfRAGMEnt

2. THEATER in Turkije

41

| tu

Rk

IJE

1. InTRo

Theater in Turkije heeft lange tijd geen grote betekenis gehad. Net zoals de Arabische wereld en de meeste Afrikaanse landen kent Turkije geen spelcultuur maar een vertelcultuur. In een vertel- of woordcultuur zijn het vooral dichters, musici en vertellers die een rol binnen de kunsten spelen. Zowel de gesproken als geschreven literatuur hebben in deze landen vaak grote hoogten bereikt. Denk aan de beroemde Vertellingen uit Duizend en Een Nacht. Daarin vertelt Sheherezade aan de sultan iedere nacht een spannend verhaal. Op het moment dat de sultan slapen wil, heeft ze haar vertelling meestal nét niet af. Daardoor stelt hij zijn besluit om haar te onthoofden uit tot de volgende dag.

Al in de elfde eeuw floreert in Turkije het beroep van de rond-trekkende verteller, de zogeheten meddah. Die brengt op straten en pleinen zijn verhalen ten gehore. Dat het spelen en uitbeelden van verhalen veel minder sterk ontwikkeld is, heeft vooral te maken met de invloed van de islam. De streng-orthodoxe vorm van de islam verbiedt het uitbeelden van levende wezens. Volgens de uitspraken van de profeet Mohammed (verzameld in de hadith) is het een zonde om afbeeldingen te maken van levende wezens. Diegenen die dit toch doen worden door hem vervloekt.

De islam in Turkije is toleranter dan in de meeste omringende landen. Zo komt het dat enkele volkstheatervormen, zoals het poppenspel en het volkstheater orta oyunu, door de mazen van het net weten te glippen en tot ontwikkeling kunnen komen. Het professionele theater in theatergebouwen ontstaat in Turkije pas halverwege de negentiende eeuw.

42

| WE

RE

Ld

th

EA

tE

R

2. ConTExTWe gaan hier kort in op geschiedenis, religie en kunsten. Daarmee wordt de voedingsbodem verhelderd waarop eind zestiende eeuw het karagözspel ontstaat, het traditionele schaduwtheater met poppen.

GEsCHIEdEnIs

In 1923 ontstaat de moderne republiek Turkije. Daarbij worden de hui-dige grenzen van het land vastgelegd. Vóór 1923 wordt het gebied onder meer aangeduid met Anatolië. Het heeft dan een ingewikkelde historie met allerlei culturele invloeden achter de rug. Eerst is het in Griekse en Romeinse handen. Daarna maakt het lange tijd opnieuw deel uit van een supermacht: het Byzantijnse Rijk. Geleidelijk aan echter krijgen de Turken meer invloed en in 1299 stichten ze zelf een rijk: het Ottomaanse Rijk. Dit nieuwe machtsblok wordt geregeerd door sultans. De allerlaatste Otto-maanse sultan stapt pas op in 1922.

Een aantal belangrijke culturele invloeden dringt Turkije binnen omstreeks 2000 voor Christus. Dan stichten de Hettieten, een Indo-Europees volk, in Anatolië een keizerrijk. Spoedig daarna laat nog een ander volk zijn gezicht zien. Deze indringers zijn afkomstig van de Griekse eilanden. Zij richten verschillende onafhankelijke staatjes en stadstaten op aan de westkust van Anatolië. Eén daarvan is Troje. De machtige stad vormt voor een aantal Griekse stadstaten een groeiende bedreiging. Dit leidt rond 1260 v.Chr. tot een jarenlang conflict: de Grieks–Trojaanse oorlog. Troje, dat in het huidige Turkije ligt, is vooral beroemd geworden door de twee grote verhalende gedichten Ilias en Odyssee van de blinde Griekse dichter Homerus. Maar ook grote Griekse dramaschrijvers zoals Sophocles en Euripides hebben er voor hun tragedies inspiratie uit geput. Het uiteindelijke resultaat van de oorlog: Troje en, iets later, de hele westkust van Anatolië vallen in Griekse handen.

Romeinse Rijk Na de ondergang van de Griekse beschaving (tweede eeuw v.Chr.) belandt Anatolië in Romeinse handen. Al spoedig krijgt het Romeinse Rijk te maken met de opkomst van een nieuwe godsdienst: het christendom. In 313 na Christus erkent keizer Constantijn het christen-dom als officiële godsdienst en is daarmee de eerste christelijke keizer van de Romeinen. Vanaf 391 is het christendom zelfs de enig toegestane godsdienst. Maar het duurt dan niet lang meer voordat het Romeinse Rijk, dat al langer op instorten staat, definitief onderuit gaat.

En het theater? Dat bereikt onder de Romeinen nooit meer die toppen van de kunst waarmee de Grieken zo beroemd zijn geraakt. De Romeinen zoeken vooral spanning en actie. Het meest populair raken de volksspekta-kels zoals gladiatorengevechten en wagenrennen. Daarbij gaat het er vaak bloederig aan toe. Voor het oog van het publiek slachten mensen elkaar af of worden verscheurd door wilde dieren. Tijdens de openingsspelen van het Colosseum in Rome in 80 n.Chr. worden ruim 5000 dieren (waar-onder leeuwen, wilde paarden en olifanten) met de hand gedood. Het zal nog 900 jaar duren voordat het theater als kunstvorm in West-Europa als een feniks uit de as herrijst, waarna het langzaam een nieuwe status en waardering krijgt.

Osman (1258-1326), stichter van het Otto-maanse Rijk

43

| tu

Rk

IJE

Byzantijnse Rijk In 476 valt het Romeinse Rijk uiteen in twee helften. Het oostelijk deel is het meest stabiel. Het omvat onder meer het huidige Nabije Oosten, Griekenland en Turkije en heet voortaan het Byzantijnse Rijk. De hoofdstad is Constantinopel, het huidige Turkse Istanbul. Aan het hoofd van dit christelijke rijk staat de keizer. Het westelijke deel van het oude Romeinse Rijk, waaronder het zuiden van Nederland, raakt nog ver-der in verval en is inmiddels bewoond door verschillende heidense stam-men. Die worden later echter grotendeels bekeerd tot het christendom.

Het ‘1000-jarig Rijk’ bestaat van 476 tot 1453. Dat gaat niet zonder kleer-scheuren. Allereerst groeit er onenigheid over de ondergeschikte rol van de kerk aan de staat en over de macht van de paus in Rome. Meningsverschil-len leiden in 1054 tot het Westers Schisma waarbij de christelijke kerk in tweeën scheurt: een rooms-katholiek en een orthodox deel. De katholieke kerk met Rome als centrum heeft zijn aanhang in het inmiddels bekeerde West-Europa; de oosters-orthodoxe kerk bloeit in Oost-Europa, Rusland, Griekenland en Turkije. Tot op de dag van vandaag bestaat deze tweede-ling voort.

ottomaanse Rijk Een ander probleem voor de Byzantijnse keizers is de islam. Vanaf de elfde eeuw groeit de macht van de seljuken, een tot de i slam bekeerde stam van Turkse herders die vanuit de steppen van Centraal-Azië het Byzantijnse Rijk is binnengevallen. Ze vestigen zich o ndermeer in Anatolië. Daarmee is ook de periode van de grote kruistoch-ten aangebroken. De Byzantijnse keizers doen verwoede pogingen de des-integratie van hun rijk te stoppen met hulp uit het Westen. Tussen 1000 en 1400 trekken honderdduizenden ridders en burgers ten strijde tegen de moslims. Daarvoor leggen ze soms wel vijfduizend kilometer te voet af!

Wat later rukken ook nomadische stammen uit Centraal-Azië in de richting van Anatolië op. In 1299 wordt door nomadenleider Osman het Ottomaanse Rijk (1299-1922) gesticht, de voorloper van het huidige Turkije. Osman voert het bevel over een aantal nomadenstammen die langzamerhand hun gebied uitbreiden. Zij verdrijven de seljuken weer uit hun territorium. Daarna raken de Ottomaanse machthebbers in conflict met de Byzantijnse keizers. Hulp vanuit het westen mag niet baten. Een gigantisch leger van duizenden kruisridders wordt in 1396 bij Nikopolis door de Turkse sultan Beyazit in de pan gehakt. En bij de Val van Constan-tinopel in 1453 is het sultan Mehmet II die de stad verovert en omdoopt tot Istanbul. Ruim tweehonderd jaar lang zullen de sultans alles op alles zetten om hun rijk verder uit te breiden. En daar slagen ze aardig in! Rond 1680 beslaat het Ottomaanse Rijk Egypte, Noord-Afrika, een deel van Azië

(inclusief Irak), de Balkan. De Turken ruk-ken zelfs op tot aan de stad Wenen. Na 1680 schrompelt het rijk weer ineen. In de eeuwen daarna stelt Turkije zich meer open voor wester-se invloeden. Na 1800 worden de eerste Turkse ambassades in Europa geopend.

Atatürk In 1923 sticht Mustafa Kemal de Republiek Turkije en wordt daarmee de eerste president van het land. Dat is tegelijk het begin van het moderne Turkije, een land geschoeid op Westerse leest. Kemal, ook wel Atatürk ofwel ‘vader van alle Turken’ genoemd, wordt onder meer geïnspireerd door de principes van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid

AtatürkAtatürk (vader van alle turken) is de erenaam

van de turkse generaal en staatsman Mus-tafa kemal Pasja (1881-1938). hij is leider van

de nationale Bevrijdingsbeweging waarmee hij in 1923 de turkse onafhankelijkheid weet

te bewerkstelligen. Artikel 1 van de turkse grondwet gaat luiden dat turkije voortaan

een republiek is; sultanaat of monarchie zijn uitgesloten. Bovendien is de turkse republiek voortaan een seculiere staat; de oude islam-

wet, de sharia, wordt afgeschaft, evenals verschillende islamitische gebruiken. Zo is

het hebben van meer dan één vrouw >>

Scène uit Mehmet de Veroveraar (2012), theatermarathon in drie delen van De Toneel-makerij

en broederschap. Hij pleit voor democra-tische beginselen en voor gelijkheid van man en vrouw. Zijn belangrijkste ideaal: van Turkije een seculiere staat maken. De invloed van religie op staatszaken dient daar-bij geminimaliseerd te zijn. Om de islam onder overheidscontrole te brengen, wordt het Directoraat – Generaal Religieuze Zaken opgericht. Tot op de dag van vandaag is dit verantwoordelijk voor alle voorzieningen en regelingen die met de islam te maken hebben.

De veranderingen die Kemal doorvoert, worden vooral verwelkomd door de bovenlaag van de bevolking. Ze verlopen niet zonder slag of stoot. Tegen de weerstand die zijn ideeën oproepen, wordt echter hard opgetreden. De behoudende oppositie wordt onderdrukt, er vallen honderden doden en er vinden talrijke terechtstellingen plaats. Toch slaan angst en haat bij veel tra-ditionele Turken uiteindelijk om in eerbied en bewondering voor de ‘vader des vaderlands’. Dankzij Kemal heeft de Turkse staat haar huidige moderne trekken. Daarbij kunnen vrouwen net als mannen volop deelnemen aan het openbare leven.

RElIGIE

De islam heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van het Turkse theater. Tegenwoordig is 98% van de Turken officieel moslim. Daarom hier eerst aandacht voor de islam.

De islam (wat betekent ‘onderwerping aan de goddelijke wil’) is de jong-ste van de vijf wereldgodsdiensten: hindoeïsme, jodendom, christendom,

(polygamie) niet langer toegestaan en wordt het dragen van sluiers of fez (klassiek mannelijk

hoofddeksel) verboden. ook laat kemal het Arabi-sche alfabet vervangen door het Latijnse en past

het rechtssysteem aan Europese maatstaven aan. de belangrijkste verandering die hij tot stand

brengt: de invoering van het vrouwenkiesrecht in 1926 (in nederland gebeurt dit maar enkele jaren eerder in 1919). het is een enorme hervorming als je bedenkt dat de koran uitgaat van de principiële

ongelijkheid van man en vrouw!

44

| WE

RE

Ld

th

EA

tE

R

45

| tu

Rk

IJE

b oeddhisme en islam. Zoals de leer van de christenen terug te vinden is in de bijbel, kunnen moslims voor het gedachtegoed van de islam terecht in de koran. De belangrijkste islamitische staten zijn Saoedi-Arabië, Syrië, Jordanië, Irak, Yemen, Koeweit, Oman, Turkije, Iran, Afghanistan, Paki-

stan, India, Maleisië, Indonesië en grote delen van Afrika. Met 900 miljoen mos-lims is de islam de op één na grootste godsdienst ter wereld. Het christendom neemt de eerste plaats in. In Nederland wonen ongeveer 700.000 moslims, voor-namelijk met Turkse of Marokkaanse voorouders. Waar geloven moslims in? Hoe is hun geloof ontstaan? En vooral: waarom moeten strenge moslims niks van theater hebben?

. Wat wij ‘de islamitische wereld’ noemen, is een verzameling landen waarvan de inwoners de leer aanhangen van de Arabische profeet Mohammed. Geboren in Mekka (Saoedie-Arabië) in het jaar 570 wordt Mohammed de grondlegger van de islam. Na zijn dood in 632 groeit het isla-mitische rijk onder zijn opvolgers en wor-den Syrië, Egypte en een deel van Israël veroverd. Later vallen ook Noord-Afrika en Spanje in hun handen, wat je nog kunt terugzien in architectonische hoog-standjes zoals het Alambra (Arabisch voor ‘rode paleis’) in Cordoba. Ze ruk-ken zelfs op tot bij Poitiers in Frankrijk en bezetten een tijdje het eiland Sicilië en delen van Italië. Oostwaarts rukt de

islam op tot in Irak, India, Indonesië en de Filippijnen. Zoals we hiervoor hebben gezien, groeit in de loop der tijd het verzet van de christenen tegen deze expansiepolitiek en worden er verschillende kruistochten georgani-seerd.

Na de dood van Mohammed in 632 ontstaat er onenigheid over zijn opvol-ging. Er vormen zich twee groepen: soennieten en sjiieten. De meerder-heid van de huidige moslims is soennitisch (90%). De term is afgeleid van het Arabische sunna dat ‘gebruik’ of ‘gewoonte’ betekent. Soennitische moslims hangen de traditie aan van de vier kaliefen of ‘plaatsvervangers’ van Mohammed. Deze vier kaliefen zijn familie van Mohammed, v olgen hem na zijn dood op en leiden de geloofsgemeenschap in de daarop volgende dertig jaar volgens zijn wetten. De eerste kalief Abu Bakr regeert van 632 – 634, de laatste en vierde kalief Ali Talib van 656 – 661. De afsplitsingsgroep van de sjiieten accepteert als rechtmatige opvolger uitsluitend deze laatste kalief: Mohammeds neef die getrouwd is met diens dochter Fatima. Alleen nakomelingen uit dit huwelijk zijn voor de sjiieten (afgeleid van ‘sjiat Ali’ ofwel de partij van Ali) legitieme nakomelingen van Mohammed.

Turkije en islam nu Moslimgeleerden hebben op basis van onder meer koranteksten een aantal sharia ofwel islamitische wetten opgesteld. Een goede moslim gehoorzaamt deze wetten. Net als alle andere wereldgods-diensten echter kent de islam extremistische en tolerante groeperingen.

MohammedMohammed (570-632) stamt uit een arme familie en wordt al op jonge leeftijd wees. Zijn grootvader en oom voeden hem op. nadat hij koopman is ge-

worden, trouwt hij met de rijke weduwe Gadizja met wie hij zes kinderen krijgt. na haar dood trouwt Mo-

hammed in totaal nog tienmaal. Rond zijn veertigste krijgt hij verschijningen van de engel Gabriël, die

hem uitkiest om het woord van Allah (Arabisch voor ‘God’) onder zijn volk te verspreiden. Bijna niemand

in Mekka gelooft hem. Pas als Mohammed met 70 aanhangers naar Medina gaat, verandert de situ-

atie. Vanaf 622 groeit zijn aanhang daar snel, vooral onder bedoeïenenstammen, en formuleert hij zijn

principes. de belangrijkste inwoners van Medina in die tijd zijn joodse stammen. Als zij samenwerking

weigeren, laat Mohammed hen de stad uitdrijven en confisqueert hun land. Christenen worden getole-

reerd totdat de islam de strijd aangaat met het By-zantijnse Rijk. Mohammeds pogingen om Mekka te

veroveren, hebben succes in 628. Van daaruit gaat de zegetocht verder. Als hij in 630 een pelgrimstocht

maakt naar de kaäba, de heilige zwarte steen in Mekka, slaat hij alle afgodsbeelden in de buurt ka-

pot. het gebied rondom de steen verklaart hij heilig en verboden voor niet-moslims. In 632 sterft hij aan

zware koorts.

Dansers in de traditie van de rondwervelende derwisj

Terwijl de Arabische islam de koran als ultieme bron van waarheid ziet, is de Turkse islam liberaler en probeert met de veranderende tijden mee te gaan. Dit neemt niet weg dat ook hier meningsverschillen binnen de religieuze gemeenschap blijven bestaan. Hiervoor hebben we gezien hoe Kemal na 1923 veranderingen in de staat doorvoert. Daarbij wordt de rol van de godsdienst naar de achtergrond geduwd. Hij voert een scheiding in tussen religie en staat. Deze hervormingen worden vooral door de bo-venlaag van de bevolking, de intellectuele elite, met enthousiasme begroet. Deze seculiere groep leert onder meer Frans als tweede taal en komt in contact met allerlei filosofische opvattingen uit het Westen. Ook staat deze bevolkingslaag positief tegenover nieuwe ontwikkelingen in kunst of the-ater. De rest van de Turkse samenleving echter blijft grotendeels vasthou-den aan de islam en de daarbij horende regels en tradities. Dit brengt een splitsing binnen de Turkse staat en bevolking teweeg.

Geregeld raakt het moderne Turkse parlement verwikkeld in een verhitte strijd over de vraag: moet de volksvertegenwoordiging wel of niet strenger vasthouden aan islamitische uitgangspunten? In 2008 wordt zelfs een rechtszaak aangespannen tegen de regerende AKP - partij van de conserva-tieve premier Erdogan. Seculiere Turken zijn bang dat deze islamitische partij geleidelijk aan de sharia weer wil invoeren. Dat zou een bedreiging betekenen voor de verdere modernisering van het land. Bovendien zou het de economische samenwerking met Europa in gevaar brengen, juist in een periode dat Turkije op zoek is naar méér westerse investeerders. Zullen uiteindelijk de naar buiten gerichte of de naar binnen gerichte krachten het in Turkije voor het zeggen krijgen?

46

| WE

RE

Ld

th

EA

tE

R

47

| tu

Rk

IJE

Turkije en soefisme Iedereen heeft ze wel eens gezien of erover gehoord: die mannen in lange witte gewaden en met hoge hoofddeksels op die in een razend tempo in het rond draaien! Deze ‘theatrale’ rondwervelende dansers zijn oorspronkelijk Turkse soefisten. Door dat ronddraaien mediteren ze, r aken in trance en komen in nauw contact met god. Via hun omhooggekeer-de rechter handpalm ontvangen ze de goddelijke energie en via de omlaag-gekeerde linker handpalm laten ze die energie de aarde ingaan. De soefi-orde is gesticht door volgelingen van de Perzische soefi dichter Jalal A ddin Rumi (1207 – 1273). Hieronder een citaat van Rumi dat een goed beeld geeft van de tolerante houding die hij met zijn poëzie uitdraagt.

Welkom, welkom, wie je ook bent.Zwerver, afgodendienaar, aanbidder van het vuur:wees welkom. Ook al heb je je beloften duizendmaal verbroken,wees welkomen wees opnieuw welkom.Wij zijn geen plaats van wanhoop.

De stroming van de soefisten ontstaat in feite al in de achtste eeuw als een aantal moslims afziet van groeiende luxe en bezit en zoekt naar universele vrede en verdraagzaamheid. Het soefisme, dat door middel van poëzie, ver-telkunst en dans zijn gedachtegoed probeert over te brengen, wordt tegen-woordig gezien als de ideale brug tussen de islam en het Westen. Orthodoxe moslims echter beschouwen de soefi’s als veel te liberaal. Daardoor is deze minderheidsgroep in sommige regimes (zoals in Afghanistan) ondergronds gegaan.

KunsTEn

Saoedie-Arabië is de bakermat van de islam. Rond het jaar 1000 is het verder ontwikkeld dan de rest van de islamitische wereld, maar ook in vergelijking met het Westen. De Arabieren hebben moderne steden met wa-terleiding, terwijl in Europese steden het water nog met de pomp omhoog gehaald wordt. Ook kennen de Arabieren een bloeiende handel met Afrika en Azië, eeuwen voordat ontdekkingsreiziger Columbus er met zijn schepen op uittrekt. De Arabische wetenschap staat, vergeleken met de kennis op dat moment in West-Europa, op een hoog peil. De Arabieren hebben een groot deel van die kennis te danken aan de oude Grieken. Die informatie ligt op-geslagen in enorme bibliotheken. In Europa zijn we veel van die kostbare in-formatie in ‘de duistere Middeleeuwen’ (500 – 1000) kwijtgeraakt. Op deze manier wordt de Arabische wereld een onontbeerlijke schakel waardoor ook in het Westen nieuwe interesse voor de oude Grieken en Romeinen kan ontstaan.

literatuur Zowel in Arabië als Perzië neemt de geschreven literatuur een hoge vlucht. Invloeden uit beide talen en culturen stromen volop het Otto-maanse Rijk (1299 – 1922) binnen. Het oorspronkelijke Turks wordt verrijkt met een groot aantal Arabische en Perzische woorden. Hierdoor ontstaat een nieuwe taal: het Ottomaans of Osmaans. Dit wordt de taal van de maat-schappelijke elite maar vormt ook de basis voor de geschreven Ottomaanse literatuur. Daarnaast blijven er gesproken en geschreven teksten in de volkstaal, het Turks, bestaan. De beroemdste verhalen zijn die over Nasred-din Hodja (een Turkse geestelijke) en het duo Karagöz en Hacivat.

48

| WE

RE

Ld

th

EA

tE

R

Bouwkunst Na 1200 verplaatst het economische, politieke en culturele machtscentrum in de islamitische wereld zich van Arabië naar Turkije. Turkije is dan bezig om de bloeiende kern van het Ottomaanse Rijk te worden. Het eerste wat de Turkse sultan Mehmet II doet als zijn moslim-strijders in 1453 Constantinopel hebben veroverd, is zich naar de mach-tige Byzantijnse kerk, de Aya Sofia, spoeden. Dit gigantische christelijke bouwwerk wordt meteen omgedoopt tot moskee. De imposante omvang geldt als inspiratiebron voor honderden andere moskeeën, paleizen en

handelsgebouwen die de Turken daarna in het Ottomaanse Rijk neerzetten. Architecten beleven gouden tijden! Een goed voorbeeld is het gebouwencomplex de Süleymaniye dat sultan Süleyman de Schitterende tussen 1550 en 1557 in Istanbul laat verrijzen. Behalve een enorme moskee telt het complex een medische universiteit, een zieken-huis, een keuken en een herberg. Eenmaal in gebruik genomen, is er dagelijks achthonderd man personeel nodig!

Mozaïek- en schilderkunst Behalve dat ze meesters zijn in het creë-ren van architectonische hoogstandjes, passen de moslims de kunst van het versieren toe door middel van wandschilderingen en mozaïekkunst. Vooral met dat laatste bereiken ze ongekende hoogten. Zowel in gebou-wen als op binnenplaatsen worden enorme vloeroppervlakten, wanden en plafonds met kostbaar aardewerk betegeld. Veel abstracte, non-figuratieve patronen kom je hier tegen, maar ook tegelmuren met motieven van planten, bloemen en dieren.

Vooral de miniatuurkunst maakt duidelijk dat er in Turkije ook meer tolerante opvattingen binnen de kunsten rouleren. Verschillende Turkse sultans huren aan hun hof schrijvers in. Die krijgen opdracht om Turkse, Perzische en Arabische handschriften te kopiëren. Handschriften met teksten uit de koran, bedoeld voor nieuwe moskees, worden voorzien van de prachtigste miniaturen. Maar ook worden er schilders en kalligrafen aangetrokken voor het uitbeelden van meer wereldse taferelen in boek-uitgaven: portretten en miniaturen van de sultan zelf of van belangrijke momenten uit zijn leven. Sultan Süleyman bijvoorbeeld heeft een hofate-lier met meer dan vijftig schilders en boekbinders. Hij laat de doorgaans abstracte lijn in de islamitische schilderkunst ombuigen in realistische richting. Tot dan toe is een realistische uitbeelding van het leven taboe. Zo verbiedt de orthodoxe islam expliciet het gebruik van driedimensionali-teit, perspectief of lichtschakeringen. De afbeelding moet abstract blijven, duidelijk afwijkend van de werkelijkheid waarop zij is gebaseerd. Het maken van waarheidsgetrouwe en levensechte creaties is voorbehouden aan God.

Mozaïekkoepel in de Blauwe Moskee in Istanbul

49

| tu

Rk

IJE

Mohammed in een moskee. Door hem af te beelden zonder handen (lange mouwen) en gezicht wordt het verbod van de orthodoxe islam op het uitbeelden van de profeet omzeild. 16e eeuwse Turkse miniaturen

3. THEATER AlGEMEEnBIjzondERHEdEn

Eeuwenlang is de belangrijkste sociale ontmoetingsplaats voor Turken van alle rangen en standen de hamam, het badhuis. Mannen en vrouwen zijn hier van elkaar gescheiden. In het mannenbadhuis worden de laatste poli-tieke nieuwtjes uitgewisseld, in het vrouwenbadhuis praten vrouwen met elkaar bij en onderhandelen moeders over een geschikte bruid voor hun zoon. Aan de populariteit van het badhuis kan het theater niet tippen. Ook voor de bovenlaag van de Turkse bevolking speelt het theater tot halver-wege de negentiende eeuw geen enkele rol van betekenis.

Geschreven toneelteksten, zoals we die in het westen rond 450 voor Chris-tus aantreffen (de Griekse tragedies), ontstaan in Turkije pas rond 1840. Dit is grotendeels te wijten aan de invloed van de islam. Zoals hiervoor duidelijk werd, staan islam en theater al vanaf hun eerste kennisma-king op gespannen voet met elkaar. Ook tegenwoordig staan orthodoxe moslims nog steeds afwijzend tegenover de theaterkunst. Niet in de koran maar in de hadiths, de overgeleverde woorden en handelingen van Mohammed, staat te lezen dat het een zonde is om levende wezens af te beelden. Iedere kunstzinnige afbeelding van een levend wezen is in feite een afgodsbeeld, een vorm van afgoderij. Of het nu gaat om schilderkunst, beeldhouwkunst, theater of film: levende wezens af- of uitbeelden is in deze opvatting een belediging van god. God is de enige echte schepper en dient als zodanig gerespecteerd te worden. Een acteur die op het toneel een personage creëert en tot leven brengt, hangt zélf de schepper uit. Het verbod is lang niet altijd en overal door de islam even streng toegepast, met name niet in het meer vrijzinnige Turkije. Het is echter wel bepalend geweest voor de grote lijnen in de islamitische kunst geschiedenis.

Overigens hebben ook in West-Europa theater en religie geregeld op gespannen voet met elkaar gestaan, zij het om andere redenen dan die hiervoor werden genoemd. Zo verzet in Shakespeare’s tijd het strenge puriteinse stadsbestuur van Londen zich tegen het theater omdat het leidt tot zedenverwildering. Bovendien wordt het spelen van een rol, het in de huid van iemand anders kruipen, gezien als het werk van de duivel. In Frankrijk wordt de toneelschrijver/acteur Molière mede door zijn kritiek op de kerk in zijn toneelstuk Tartuffe na zijn dood in niet-gewijde grond begraven. En anno 2012 wordt het vak drama op de streng gereformeerde scholen in Nederland nog altijd buiten de deur gehouden.

neus van de sultan Eerder dan in andere islamitische culturen doen in Turkije al in de negentiende eeuw enkele vernieuwingen hun intrede. Maar dat gebeurt met horten en stoten. Vooral de Turkse belangstel-ling voor westerse cultuur neemt zichtbaar toe. Zo worden rond 1840 in Istanbul vier theaters geopend: twee voor circusvoorstellingen, één voor traditioneel Turks theater en één voor westers theater. In deze laatste spelen minderheden zoals de christelijke Armeniërs en Europeanen een voortrekkersrol. Zij hebben weinig of niets te maken met de regels van de islam, richten toneelgroepen op en schrijven de eerste toneelstukken in het Turks.

De strenge sultan Abdülhamid II (1876 – 1909) echter verbiedt het optre-den van moslima’s. De censuurcommissie die hij instelt, verbiedt toneel-stukken die in strijd zijn met nationale en islamitische zeden en gewoon-ten: dus géén misdaden of vechtpartijen op het toneel en géén meisjes die

50

| WE

RE

Ld

th

EA

tE

R

worden gekidnapt. Daarnaast mag er geen kritiek op de regering worden geleverd en mogen De Vertellingen van 1001 Nacht niet in theater vorm worden getoond vanwege de seksuele laag in de verhalen. Ook theaterkos-tuums met religieuze verwijzingen zijn verboden. Dus geen hoofddoeken, geen lange sluiers, geen tulbanden en geen ambtsgewaden van priesters op het toneel. In 1901 laat Abdülhamid zelfs een passage schrappen uit het toneelstuk Cyrano de Bergerac over Cyrano’s grote neus. De sultan voelt zich belachelijk gemaakt omdat zijn eigen neus een spraakmakende omvang heeft.

Wat is toegestaan Waar zowel arme als rijke moslims in die tijd geen enkele moeite mee hebben, is het kijken naar dans. Dans is een gewild vrijetijdsvermaak dat al ver vóór de islam zijn intrede doet en heeft het voordeel dat er geen personages in worden uitgebeeld. Denk aan de beroemde buikdansen en haremdansen, zowel een Turkse als Egyptische specialiteit en geliefd in grote delen van de islamitische wereld. Iedere zichzelf respecterende sultan beschikt tot aan het begin van de twintigste eeuw over een privé-collectie mooie dames. Die maken hem het leven in allerlei opzichten een stuk aangenamer. De grootste Turkse harem is die aan het hof van de Ottomaanse sultans in het Topkapipaleis in Istanbul. Als sultan Abdülhamid II hier in 1909 wordt afgezet, worden er 213 harem vrouwen bevrijd en aan hun familie teruggeven!

VERTElCulTuuR

Net als de meeste islamitische landen kent Turkije geen spelcultuur maar een vertelcultuur. Vertellen doet een beroep op zowel de vertel-ler, de schrijver (of dichter) en op de toehoorder. De verteller heeft zich gedegen getraind in het declameren en presenteren van een verhaal en is vertrouwd met retorische principes. Maar ook de schrijver moet behendig kunnen omgaan met rijm, versvorm en gestileerde proza. De kunst voor beiden is om door middel van ‘taalbeelden’ een imaginaire wereld op te roepen in het hoofd van de luisteraar. Een groot verschil met het werk van de acteur. Die vult beelden, personages, gesproken taal, voor een groot deel zélf in. Doet de verteller in de regel een beroep op het oor van zijn publiek, bij de acteur is vooral de ‘toeschouwer’ van betekenis.

Meddah Vertellers en poppenspelers spelen een belangrijke rol in de Turkse cultuurgeschiedenis. Tot in de twintigste eeuw dragen zij met hun optredens bij aan de levende traditie van het directe hier-en-nu-contact tussen kunstenaar en publiek.

Voordat Anatolië in de tweede helft van de elfde eeuw door de seljuken geïslamiseerd wordt, bestaan er in dit gebied allerlei volksgebruiken en rituelen met zang en dans. Woestijnstammen van herders, ruiters en no-maden ontwikkelen naast boogschieten en paardrijden een speciaal talent voor het van buiten leren en onthouden van verzen. Ze reciteren oude bal-laden over heroïsche stamgenoten. Op den duur ontstaan er professionele rondreizende verhalenvertellers, de zogeheten meddahs, die uitgroeien tot ‘levende encyclopedieën’. Maar evengoed kunnen zij de dorpsbevolking vermaken met simpele verhaaltjes. De meddah (afkomstig van het Ara-bische maddah wat ‘loven’ betekent) beschikt over een rijk repertoire aan oude legenden en verhalen. Hieruit kan hij kiezen afhankelijk van plaats en situatie van zijn optreden.

51

| tu

Rk

IJE

Meddah in Turks koffie-huis. 19e eeuwse prent

De meddah treedt meestal op in koffiehuizen. Hij gaat op een stoel of verhoging zitten en bezingt of declameert van daaraf oude volksverhalen en legendes. Daarnaast brengt hij de plaatselijke geschiedenis voor het voetlicht. De toehoorders staan of zitten om hem heen. Soms beschrijft de meddah de personages uit zijn verhaal op-pervlakkig, dan weer doet hij ze na in stem of beweging. Hij gebruikt eenvoudige rekwisieten. Met een stok klopt zijn personage op de deur of houdt iemand onder schot. Met een zakdoek geeft hij een sluier, hoofddeksel of een strop rond iemands nek aan. Vaak begeleidt de meddah zichzelf op de saz, een snaarinstrument dat nog steeds in Turkije wordt gebruikt. In de zeventiende eeuw telt een belangrijke stad als Bursa in het noordwesten wel 75 koffiehuizen waar meermalen per dag zangers, dansers, poppenspelers en vertellers optreden. Tot in de twintig-ste eeuw hebben verschillende Turkse beroepsvertellers

een bloeiende vertelpraktijk dankzij de contracten die zij hebben afgeslo-ten met koffiehuizen. In een enkel geval kopen ze zelfs een heel koffiehuis op. De traditionele meddah kom je in het huidige Turkije zo nu en dan nog tegen bij speciale gelegenheden of op de televisie. De moderne variant echter, een vorm van stand-up comedy, is vele malen populairder en heeft een aantal beroemde vertolkers voortgebracht.

oRTA oyunu

Een van de weinige spelvormen die in Turkije tot ontwikkeling is ge-komen, is het volkstheater orta oyunu. Orta oyunu is de Turkse variant van de Italiaanse commedia dell’arte, maar veel ouder. Letterlijk vertaald betekent de term ‘spel in het midden’. Het gaat hierbij om straattheater dat midden op een stads- of dorpsplein plaatsvindt. Het publiek staat hierbij in een kring om de spelers heen. Al in de twaalfde eeuw wordt er van orta oyunu-optredens melding gemaakt. Deze vorm van openluchttheater werkt met vaste typen en standaardscènes. De spelers improviseren hier met hun uitvergrote, niet-realistische spel omheen. Het optreden kent geen strakke opbouw van begin naar eind, maar heeft juist een losse episodische struc-tuur. Alles draait om komische effecten, slapsticksituaties en woordspelle-tjes. Ook politieke satire en een kritische maatschappelijke noot ontbreken niet. De clowns Pisekar en Kavuklu spelen de hoofdrol. Door handelscon-tacten met Venetië in de zestiende en zeventiende eeuw krijgt deze Turkse

theatervorm de nodige impulsen vanuit de commedia dell’arte. Tolerante sultans laten deze culturele beïnvloeding toe. Zo kan orta oyunu in Turkije uitgroeien tot een van de populairste vermaaksvormen voor jong en oud, arm en rijk. Pas eind negentiende eeuw krijgt dit volkstheater met censuur te maken. Aan het begin van de twintigste eeuw telt deze Turkse theatertraditie nog ruim vijfhonderd s pelers en tien verschil-lende gezelschappen.

Moderne klucht in de traditie van orta oyunu

Figuren en vormen die snel voorbijgaan

4. THEATERTRAdITIE KARAGözInlEIdInG

Naast dansers, vertellers en spelers in de traditie van orta oyunu kent Turkije van oudsher het bestaan van rondtrekkende poppenspelers. Met hun eenvoudige verhaaltjes vermaken zij de plattelandsbevolking. Het

meest populair raakt het schaduwspel met poppen. In Turkije staat dit bekend onder de naam karagöz. Met als succesvol komisch koppel de personages Karagöz en Hacivat. Behalve in Turkije bereikt het schaduwtheater ook in de Arabische wereld en Irak een onaantastbare status en wordt zelfs door de religieuze officials getole-reerd. Dat heeft ermee te maken dat de platte poppen alleen al door de gaten voor de stok nooit aan echte mensen kunnen doen denken. Verschillende islamiti-sche macht hebbers kennen het schaduwtheater zelfs een belangrijke educatieve taak toe. Het spel verwijst volgens hen op symbolische wijze naar hoe god in het dagelijks leven de mens bespeelt. Het juridisch advies (fatwa) van de Osmaanse jurist Ebussuud Efendi (1490 – 1574) is illustratief:

onTsTAAn

Voordat het schaduwtheater zijn intrede in Turkije doet, heeft het land al een lange poppenspeltraditie achter de rug. Rondtrekkende poppenspelers gebruiken met name driedimensionale handpoppen en grondpoppen. Wanneer het schaduwtheater precies voet aan de grond krijgt, is onduide-lijk. De Turkse auteur Evliya Chelebi beschrijft schaduwspelen tijdens de kroningsplechtigheid van sultan Murat IV in 1623. Volgens hem worden al in de veertiende eeuw soortgelijke spelen aan het sultanshof opgevoerd,

maar volgens andere bronnen ontstaat het scha-duwspel pas aan het begin van de zestiende eeuw. Duidelijk is in elk geval dat hierbij invloeden van buitenaf een rol hebben gespeeld. Via Egypte, dat de Turken veroveren in 1517, waait het spel over naar Turkije. Egypte is op zijn beurt weer met het schaduwspel in contact gekomen via Arabische handelaren die het op Java hebben gezien. Wayang kulit, zoals het Indonesische schaduwtheater daar heet, is populair bij arm en rijk.

Tot aan het begin van de twintigste eeuw is het schaduwspel in Turkije voor jong en oud een van de meest populaire vormen van vermaak. In kof-fiehuizen, op straathoeken, in de stad en op het platteland, je vindt altijd wel een poppenspeler die tegen zonsondergang zijn scherm heeft opgezet waarover hij zijn poppenschaduwen laat dansen. Door de opkomst van de film en de populariteit van radio en televisie is de situatie echter geleidelijk aan veranderd. In tegenstelling tot de meeste andere voorbeelden in dit boek is karagöz geen levende the-atertraditie meer. Tegenwoordig bestaat het publiek bij het schaduwspel uit kinderen op een verjaardags-

Kwestie: Enkele verstandige mensen hebben over het schaduwspel gezegd: ‘Het

schaduwspel bevat belangrijke leerstof voor hem die tot kennis van de waarheid

wil komen: figuren en vormen die snel voorbijgaan, weggaan en verdwijnen ter-wijl degene die hen beweegt, steeds blijft.’

Vraag: Beweren zij echt dat wij het schaduwspel een ‘plaats van lering’

moeten noemen? Antwoord: Inderdaad. Voor intelligente

mensen is het verrassend leerzaam.

52

| WE

RE

Ld

th

EA

tE

R

Backstage bij een karagözvoorstelling

partijtje of uit dorpskinderen tijdens de vasten periode van Ramadan. Buiten Turkije wordt af en toe naar karagöz gegrepen bij wijze van intercultureel experiment. Zo was in 2004 in Duitsland een Turks schaduwspel te zien op basis van Mozarts opera Die Entfuhrung aus dem Serail.

spElpRAKTIjK

Schaduwtheater is gebaseerd op een eenvoudig principe. Een lichtdoorlatend doek en een brandende lamp zijn de basisbenodigdheden. Door met je hand of vingers vóór de lamp te gaan bewegen, vallen er schaduwen op het doek die aan de andere kant door een publiek bekeken kun-nen worden. Gecombineerd met stem- en geluidseffecten kan zo een spannend verhaal worden verteld. In de meer ontwikkelde variant van het schaduwtheater wordt gebruik gemaakt van voorwerpen, mens- of dierpoppen en mens-hoge schaduwen. De enige voorwaarde hierbij is dat de (liefst platte) objecten over duidelijk herkenbare contouren moeten beschikken. Een pop ‘werkt’ het best met een opvallend hoofddeksel, een grote neus, een enorme buik,

schaduwpoppende platte, tweedimensionale pop-

pen (tasvir) zijn 30 tot 40 centimeter hoog en hebben beweegbare lede-

maten die aan de romp zijn vast-gezet. Ze zijn gemaakt van de huid van kamelen of buffels en worden

gesneden met een speciaal mes. Vooraf wordt de huid bewerkt met

chemicaliën waardoor hij trans-paranter wordt. Zo ziet het publiek later beter de versieringen, kleuren

en vormen terug op het doek. de poppen worden bespeeld door mid-

del van stokjes die met één hand kunnen worden bediend.

53

| tu

Rk

IJE

54

| WE

RE

Ld

th

EA

tE

R

Het onafscheidelijke duo Karagöz (r) en Hacivat (l)

een bochel, een gek stemmetje. Op deze manier vallen er allerlei komische types te creëren die spannende avonturen meemaken. De poppen hebben vaak kleuren die je vaag door het scherm heen ziet schemeren. Schaduw-theater is een dankbaar alternatief binnen culturen waar het gevoelig ligt om rechtstreeks levende wezens op het toneel uit te beelden. Hayali is een Turks woord dat zowel ‘verzonnen’ als ‘beeldenmaker’ betekent. Het is ook de aanduiding voor de poppenspeler in het schaduw-theater. Die zul je als toeschouwer echter nooit aan het werk zien. Hij zit verborgen achter het witte scherm (ayna ofwel ‘spiegel’) van ongeveer een bij twee meter. Rondom dit scherm is een kader aangebracht van zwarte stof. De poppenspeler heeft aan de onderzijde van het scherm een plank waarop zijn rekwisieten liggen, zoals instrumenten waarmee hij tijdens het spel geluiden kan produceren en lampen waarmee hij het scherm extra kan aanlichten. Oorspronkelijk werd het scherm belicht met olie-lampen.

Meestal beeldt de poppenspeler alle personages in het spel zelf uit. Hij beweegt de poppen (of beter: hun schaduwen) over het doek, laat ze in verschillende dialecten praten, brengt ze zo nodig tot zingen en maakt ook de bijkomende geluiden. Meestal wordt hij hierbij geassisteerd door een leerling die de poppen aanreikt of aanneemt. Ook zijn er meestal twee muzikanten aanwezig waarvan er één de langere liedjes zingt, de ander bespeelt de tamboerijn.

opbouw Het schaduwspel bestaat meestal uit vier onderdelen. In de proloog komt Hacivat op en via een lied filosofeert hij over de betekenis van het schaduwscherm. Dat staat voor het universum. Hacivat maakt duidelijk dat hij op zoek is naar zijn vriend Karagöz. Die komt vervolgens op waarna een gesprek tussen de twee volgt, de dialoog. Daarbij wisselen moppen en rare dromen elkaar af en een moraal vormt de afronding van de dialoog. Hierna start het centrale deel van het spel met het optreden van verschillende personages en met uiteenlopende verwikkelingen. Het Turkse schaduwspel wordt afgesloten met een epiloog. Hierbij vindt een woordenwisseling plaats tussen Karagöz en Hacivat en maken ze elkaar verwijten over de afloop van het verhaal.

pERsonAGEs

De basis van het Turkse schaduwtheater zijn standaardpersonages of typen. Net als bij orta oyunu en commedia dell’arte wordt er gebruikt gemaakt van direct herkenbare personages. Daarbij worden steeds één of meer karaktereigenschappen of lichamelijke afwijkingen uitvergroot en belachelijk gemaakt. De belangrijkste personages zijn Karagöz en Hacivat. Zij vormen een onafscheidelijk duo. De een kan niet zonder de ander; de twee zijn elkaars dramatische tegenpool. Karagöz (letterlijk: ‘zwartoog’) heeft een rond gezicht, een zwarte baard en een grote tulband op zijn hoofd. Als die per ongeluk afvalt, blijkt zijn hoofd zo kaal als een biljartbal. Hij is analfabeet, in zijn optreden recht voor z’n raap, opvliegend en soms gewelddadig. Met zijn volkse humor neemt hij geen blad voor de mond. De meer belezen en geleerde Hacivat behoort tot de hoger opgevoede elite en spreekt in vloeiende, literaire en soms poëtische taal. Hij is bedacht-zaam en berekent vooraf het effect van elke handeling. Dit contrast tussen de twee vrienden en hun meningen vormen de belangrijkste motor van het spel.

1.

55

| tu

Rk

IJE

Hacivat en Karagöz staan ook centraal in de Turkse film uit 2005 Hacivat Karagöz Neden Öldürüldü? (Wie heeft de schaduw vermoord?). Plaats en tijd van de gebeurtenissen: de woelige beginperiode van het Ottomaanse Rijk. De oude Byzantijnse machthebbers, Tartaarse en Mongoolse indrin-gers en de nieuwe Ottomaanse leiders zijn rond 1350 continu met elkaar in conflict. In de Turkse stad Bursa raken we verzeild in de avonturen van twee mannen: Karagöz en Hacivat. Karagöz is in de film een gevoelige nomade die probeert te voorkomen dat zijn laatst overgebleven koe in het strijdgewoel wordt geconfisceerd. Hacivat is een praatzieke koerier met een messcherpe tong. Deze twee heren ontmoeten elkaar bij toeval, raken in gesprek en in gevecht. Maar ze ontwikkelen al snel een vriendschap, gebaseerd op hun stevige en soms gewelddadige discussies. Die vinden meestal plaats in openbare ruimten en ze zijn dan ook spoedig locale beroemdheden, een soort stand-up comedians die de bestaande machtheb-bers bekritiseren en hun komische conférences opvoeren ter vermaak van het publiek. In feite kun je Karagöz en Hacivat beschouwen als de Turkse equivalenten van Laurel en Hardy.

Fictie en werkelijkheid Karagöz en Hacivat hebben waarschijnlijk echt bestaan. Volgens een oud Turks volksverhaal wordt tijdens de regering van sultan Orhan I (1326 – 1359) door een grote ploeg arbeiders gewerkt aan een enorm bouwproject: de constructie van een moskee in Bursa. Twee bouwvakkers vallen op. Met hun praatjes en komische optredens entertainen ze de rest van de ploeg zodanig, dat er vertragingen in het werk ontstaan. Als de sultan merkt dat de planning van zijn project uit de hand loopt, wordt hij zo woedend dat hij de twee laat ophangen. Wat er in dit oude verhaal precies fictie en werkelijkheid is, doet er eigenlijk niet toe. Karagöz en Hacivat zijn in elk geval uitgegroeid tot volkshelden die tot de verbeelding spreken. Dit heeft geleid tot het ontstaan van het Turkse schaduwspel.

De overige personages in het Turkse schaduwspel zijn bijna allemaal volkstypen. Zo is er de dronkenlap Tuzus Bekir met zijn onafscheidelijke vriend de wijnfles; de opiumverslaafde Kanbur Tiryaki met zijn opiumpijp; de excentrieke dwerg Bebe Ruhi die een spraakgebrek heeft; Nigar, een vrouw die continu flirt. Daarnaast treden er verschillende ‘buitenlanders’ op. Met hun vreemde karaktereigenschappen, accenten en taalproblemen vormen zij dankbare stof voor het poppenspel: de Arabier die zoetigheden verkoopt en geen Turks spreekt; de domme zwarte vrouwelijke bediende; de pochende Albaniër; de egoïstische Joodse goudsmid; de Pers die poëzie citeert met een zwaar Perzisch accent. Deze opvallende aanwezigheid van buitenlanders in het Turkse schaduwtheater is eenvoudig te verklaren. Het Ottomaanse Rijk in die tijd ligt verspreid over drie verschillende continen-ten: Europa, Azië en Afrika. Een stad als Constantinopel (Istanbul) is ook dán al een mix van culturen.

Wervel (2005) met Boukje Schweigman

57

| tu

Rk

IJE

5. TuRKIjE - EuRopAMet het ontstaan van de moderne republiek Turkije in 1923 zijn ook de wederzijdse contacten tussen Turkije en het Westen toegenomen. Het moderne teksttheater is sindsdien in bekendheid en populariteit gegroeid. Westerse toneelschrijvers hebben een vaste plaats in het gespeelde reper-toire verworven. Anno 2010 heeft Turkije ruim dertig door de overheid gefinancierde staatstheaters. Hoewel de ingezette modernisering van de samenleving doorgaat, is censuur ten aanzien van theater, pers of film echter niet verdwenen. Nog in 1981 worden dertig acteurs en regisseurs van het door de overheid gesubsidieerde stadstheater in Istanbul ontslagen vanwege hun linkse sympathieën. Enkele van hen, zoals regisseur Vasif Öngören en actrice Meral Taygun, komen in Nederland terecht. Hier kun-nen ze hun theaterloopbaan voortzetten. Maar er zijn ook meer recente voorbeelden van censuur. Een paar jaar terug nog verbood de burgemees-ter van een voorstad van Istanbul de opvoering van een stuk van Dario Fo vanwege de communistische propaganda die er in zou zitten. Bepaalde politieke, religieuze of maatschappelijke onderwerpen blijven in Turkije gevoelig indien zij in het openbaar behandeld worden. Turks-nederlands festival Ook de Turkse culturele invloed in Neder land is toegenomen. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw verlaten veel Turken hun land op zoek naar een beter betaalde baan elders. Ze emigreren vooral naar het rijke West-Europa. Ook Nederland krijgt met deze ‘gastarbeiders’ te maken. Het geld dat zij hier verdienen, sturen ze aanvankelijk naar hun familie in Turkije. Maar al spoedig emi-greren ook de families naar Nederland. Er worden hier kinderen geboren: Nederlanders met een Turkse achtergrond. Momenteel zijn veel Neder-landers met Turkse wortels compleet ingeburgerd en voelen zich ofwel Nederlands ofwel Nederlands én Turks. Ze spreken Turks vaak nog als tweede taal, gaan geregeld op vakantie of familiebezoek naar Turkije en blijven geïnteresseerd in de Turkse cultuur.

Met Nederlandse overheidssteun is in 1999 het festival Turkije Nu opgericht, in 2007 omgedoopt tot Turkey Now! Doel van dit muziek- en dansfestival is om Nederlanders en Turken via jaarlijkse activiteiten met elkaar in contact te brengen en uitwisseling over beide culturen te stimu-leren. Vooral de jongere generatie Turkse Nederlanders kom je op het festival tegen. De oudere generatie beschouwt theaterbezoek meestal als iets elitairs. Dat was ook het geval toen zij enkele decennia terug hun land van herkomst verlieten.

nederlandse theatermakers Ook Nederlandse theatermakers wor-den beïnvloed door het groeiende contact tussen West en Oost. In 2005 levert de Nederlandse regisseur en mimespeelster Boukje Schweigman een prachtige bewegingsvoorstelling af, geïnspireerd door de rondtollende derwisjen. De voorstelling Wervel bestaat uit niets anders dan Schweig-man die om haar as draait. Maar in de minimalistische performance zit volop spanning en afwisseling. Het ene moment zie je een sierlijke b allerina, dan weer een vurige danseres of een wezen dat ergens achteraan jaagt. Bij alles blijft het ronddraaien in cirkels de basis van het spel.

In de Nederlandse jeugdtheaterproductie Mehmet de Veroveraar (De Toneelmakerij 2012, regie Liesbeth Coltof) staat de jonge Turkse prins Mehmet II centraal. Als hij in 1453 het christelijke bolwerk Constantinopel verovert en tot hoofdstad van de moslimwereld maakt, raakt hij bekend als ‘De Schrik van het Westen’. In zijn theater-epos brengt schrijver Ad de

2.

58

| WE

RE

Ld

th

EA

tE

R

Bont Mehmet in contact met Christi-ano, zoon van een kardinaal uit Rome. Dat levert stof op voor een spannend drama. Ad de Bont: “Het samenleven van Oost en West, van moslims en christenen, is één van de grote onder-werpen van nu. Er wonen een miljoen moslims in Nederland, maar we weten zo weinig van elkaar. Door dit verhaal te spelen, zeggen we eigenlijk: jullie geschiedenis is belangrijk voor ons.”

RAsT In 1999 wordt in Amsterdam de professionele Turks-Nederlandse theatergroep RAST opgericht. RAST wil theaterproducties maken die een onorthodoxe blik werpen op onze huidige multiculturele samenleving. Ook is RAST betrokken bij internationale uitwisseling en samenwerking met theatermakers in de rest van Europa en in Turkije. De artistieke lei-

ding van de groep is in handen van de regisseurs Saban Öl en Celil Toksöz. Recente producties die zowel in Nederland als Turkije te zien zijn: Serçe / De mus (2012) en Dilek (2008). Dit laatste project is een volksopera over eerwraak, een actueel the-ma voor Turken zowel in Nederland als Turkije. Dilek is een meisje dat verliefd is op een jongen. Het probleem is dat haar ouders haar willen uithuwelijken aan een andere jongen. Als Dilek op een dag in gezelschap van haar ware liefde wordt gesignaleerd, begint men over haar te roddelen. “Want een meisje dat in gezelschap van jongens verkeert, kan geen maagd meer zijn”, concludeert de gemeenschap. Ze wordt beschouwd als een hoer. Dat is een ernstige schending van de familie-eer en aanleiding tot een vreselijk drama.

‘Ik ben blij met de enorme vrijheid die ik hier als theatermaker in Nederland heb. Toen ik in 1986

naar Nederland kwam, bestond er in heel Turkije nog een strenge censuur. De Antigone die ik in

die tijd hier maakte, was daar absoluut onmoge-lijk geweest. Mijn Kreon was een moslim en het stuk ging over botsingen binnen de islam. Mijn

voorstelling Dilek over eerwraak kan tegenwoordig nog steeds niet in de Turkse dorpen worden opge-

voerd. Daar zijn de overheden tegen het openbaar behandelen van zo’n thema. In de grote Turkse

steden echter is het geen probleem. In steeds grotere delen van Turkije wordt eerwraak gezien

als moord waarvoor je twintig jaar de bak in kunt gaan. Maar censuur bestaat er nog steeds. Turkije zit qua vrijheid ergens tussen Nederland en Jemen

in. Google is bijvoorbeeld verboden omdat de regering bang is voor onrust inzake de Armeense en de Koerdische kwestie, de democratie, mensen-

rechten. Maar de wederzijdse beïnvloeding van culturen en denkbeelden valt niet te stoppen. Het nieuws zal de mensen uiteindelijk toch bereiken.

De vernieuwers en de verbieders botsen in Turkije dagelijks met elkaar.’

Interview met Celil Toksöz (2011), regisseur theatergroep RAST

Dilek (2008), opera over eerwraak gezongen in het Turks

3.

6. TEKsTFRAGMEnT Zoals in het voorgaande al geschetst, maakt karagöz geen gebruik van compleet uitgeschreven scripts. Het scenario bevat enkel de hoofdlijnen van het verhaal. De poppenspeler maakt gebruik van standaardsituaties en standaarduitdrukkingen waar hij omheen improviseert. In het spel draait het meestal om alledaagse situaties met ingrediënten als eten, drinken, seks en bedrog. In het scenario van De bloeddorstige Nigar wordt de fat-terige en modebewuste jongeman Celebi door twee rijke dames op straat aangehouden. Eén van de dames is Nigar. Vooral bij de ruzie die tussen de twee vrouwen ontstaat, kan de poppenspeler flink uitpakken!

dE BloEddoRsTIGE nIGAR - sCEnARIo

Celebi wordt door twee rijke dames, onder wie nigar, op straat aan-gehouden. Zij schijnen elkaar al te kennen. Veel plichtplegingen en uiterlijk vertoon. na verloop van tijd ontstaat er onder beide dames wrevel: met wie van hen gaat de knappe Celebi mee naar huis? de dames worden het niet met elkaar eens en de wrevel loopt uit op een grote ruzie. ook het oordeel van buurtgenoten die zijn komen aanlo-pen, levert geen oplossing. tenslotte neemt de bloeddorstige nigar met geweld Celebi mee naar haar huis. daar ontdoet ze hem van zijn kleren uit woede over zijn verraad aan hun liefde. daarna zet ze hem in zijn blote gat op straat. Vrijwilligers die Celebi’s kleren bij nigar proberen terug te halen, ondergaan hetzelfde lot. spoedig zit er een hele groep blote mannen op de stoep. uiteindelijk slaagt sari Efe erin ieders kleren terug te krijgen.

59

| tu

Rk

IJE

Poppenspeler in het karagöz-schaduwtheater uit Turkije.