Wereldreis maart 2008

20
Brazilië (Amazonas) Thema : BOSBOUW MAART 2008 Maandelijkse lesbrief voor de basisschool bij de Wereldkalender van 11.11.11 ISSN : 1375-2219 - 21ste jaargang, nummer 3

description

Wereldreis over thema bosbouw in Brazilië (Amazonas)

Transcript of Wereldreis maart 2008

Page 1: Wereldreis maart 2008

Brazilië (Amazonas)

Thema : BOSBOUW

MAART 2008Geen tropisch hardhout in België. Houtkap is vooral bedoeld voor brandhout, vezelplaten,…

Maandelijkse lesbrief voor de basisschool bij de Wereldkalender van 11.11.11ISSN : 1375-2219 - 21ste jaargang, nummer 3

Page 2: Wereldreis maart 2008

FOTOSETS : GOEDE WERKVORM BIJ JONGE KINDERENVORMING BIJ STUDIO GLOBO

Studio Globo beschouwt de leerkracht als dé sleutelfi guur voor mondiaal en inter-cultureel leren. We vinden het belangrijk om daarin ondersteuning te bieden. Als leerkracht kan je bij ons terecht voor een ruim vormingsaanbod. We werken daarbij steeds praktijkgericht, vanuit concrete werkvormen of didactische materialen. Vanuit die praktijk geven we ook een stevig inhoudelijk kader mee.Zoeken je schoolteam, de zorgleerkrachten of de leerkrachten van een bepaalde graad (nieuwe) inspiratie om ‘de wereld in de klas’ te brengen ? Wil je meer doen met de diversiteit die in je klas of school aanwezig is ? Dan kan je Studio Globo inschakelen voor een pedagogische studiedag, een personeelsvergadering of om enkele keren mee te denken met je werkgroep.Deze vormingsmomenten vinden plaats bij

jou op school of in een van onze afdelin-gen, waarbij de inleefruimtes een aantrek-kelijke meerwaarde bieden.

Vorming op maat

Enkele voorbeelden maken duidelijk waar-voor je bij ons terecht kunt. We staan open voor je vraag en formuleren een aanbod op maat.

Het Zuiden in beeld

Een vaak te negatieve schets van mensen in het Zuiden beperkt het beeld dat we van hen hebben tot mensen die enkel honger, ellende, rampen en dictaturen kennen. Veelkleurige reisbrochures presenteren het andere uiterste: een romantisch exotisme.In deze vorming geven we aan hoe je die

In het kader van de jaarlijkse campagne van Broederlijk Delen ontwikkelt Studio Globo sinds drie jaar een fotoset voor kleuters en voor de eerste graad van het lager onder-wijs. Deze fotosets zijn ontstaan vanuit de overtuiging dat mondiaal leren ook al in de kleuterklas kan. Elke set is opgebouwd rond een centrale fi guur : Raichel in de Filippij-nen, Abiba in Burkino Faso en Mama Betty in Congo. Een fotoset bestaat uit twaalf foto’s van A3 of A4-formaat. Bij de foto’s hoort een handleiding met een verhaal en activiteiten voor de klas.

Onderzoek bij leerkrachten en docentenVan begin oktober tot eind december liep er een onderzoek over de kwaliteit van deze fo-tosets. We bevroegen zowel kleuterleid(st)ers en leerkrachten van de eerste graad lager onderwijs, als docenten van de lerarenoplei-ding kleuter- en lager onderwijs. Interviews met leerkrachten zijn belangrijk om te on-derzoeken hoe in de praktijk met de fotosets wordt gewerkt. Zij hebben veel inzicht in de noden en interesses van jonge kinderen. Docenten zijn belangrijk voor hun expertise op het gebied van intercultureel onderwijs en mondiale vorming. Daarnaast hebben ook zij veel inzicht in wat kleuters en kinderen uit de eerste graad lager onderwijs kennen en kunnen. We onderzochten hoe de beide groepen de foto’s en het verhaal beoordelen, hoe zij het verhaal gebruiken, of de foto’s en de verhalen aansluiten bij de leefwereld van de kinderen, welke fotoset zij het meest geschikt vinden ...

Uit dit kleinschalig onderzoek (interviews met zeven docenten en zeven leerkrachten) kwam zeer veel interessante informatie. Op heel wat vlakken zaten docenten en leerkrachten op dezelfde lijn, soms verschilde men van me-ning. Leerkrachten vertelden dat de kinderen erg enthousiast reageren op de fotosets, dat ze geboeid zijn door het verhaal en de foto’s. De foto’s spreken jonge kinderen erg aan: ze zijn kleurrijk, sprekend, er is veel op te zien. Vaak blijven kinderen er in gesprekken of in hun spel nog mee bezig.

Op zoek naar herkenningLeerkrachten en docenten vinden het belang-rijk dat er veel kinderen op de foto’s staan en dat het hoofdpersonage van het verhaal een kind is met dezelfde leeftijd als de kinderen in de klas. Dat is belangrijk voor de identifi catie. een leerkracht van de tweede kleuterklas geeft aan : “De kinderen konden zich er dus in herkennen en zich met Abiba identifi-ceren, Abiba mocht zeker wel in hun klasje komen.” In het verhaal komen heel gewone, dagelijkse dingen aan bod. Kinderen spelen, eten, maken zich zorgen, zijn fi er, net zoals kinderen hier. Uit de interviews blijkt dat er in de verhalen heel wat aanknopingspunten zitten om met de kleuters verder op in te gaan. “Het verhaal was gevarieerd, heel simpel maar het bood veel aanknopingspunten, bijvoorbeeld een baby die geboren wordt en een cadeautje dat daarvoor gekocht wordt”, vertelt een zorgcoördinatrice kleuter- en lager onderwijs. Het verhaal kan een opstap zijn om over andere dingen te praten.

Meestal gebruiken leerkrachten het verhaal op een vast moment in de dag of de week. De handleiding laat toe om zelf te kiezen hoe intensief je ermee wilt werken: je kiest hoe diepgaand je ingaat op wat er in het verhaal gebeurt en op wat er te zien is op de foto’s, welke activiteiten je doet. Veel leerkrachten en docenten raden aan om een aantal activi-teiten te doen. Het verhaal wordt concreter en beklijft meer.

Uit de interviews blijkt dat men de foto’s bruikbaar vindt om te tonen “dat anders zijn niet slechter of beter is, dat het gewoon zo is en dat je daar veel mee kunt doen.” Iemand anders vindt het belangrijk “dat de kleuters er zich in herkennen, dat ze een andere cultuur leren kennen.” Docenten vinden het belangrijk om goed in te schatten wanneer de fotosets gebruikt kunnen worden in een klas. Verder benadrukken ze om tegelijk de aanwezige diversiteit in de eigen klasgroep te ontdekken en het verband te leggen met gelijkenissen en verschillen in het verhaal van een kind dat verder weg leeft. Deze fotosets zijn dus een mooi middel om jonge kinderen op een correcte manier ken-nis te laten maken met een andere cultuur en hen deze te leren appreciëren. Ze dragen zeker bij tot een positieve beeldvorming over andere culturen.

Volgend schooljaar verschijnt een nieuwe fotoset: ‘Fanfan en Mitou’, twee Haïtiaanse kinderen. Wie hierop niet kan wachten, kan terecht bij Broederlijk Delen waar deze fotoset met handleiding een onderdeel vormt van de vastencampagne.

Beslist een aanrader.

Het aanbod fotosets- Mama Betty in Congo- Raichel in de Filippijnen- Abiba in Senegal

Telkens 12 foto’s (4 A3 en 8 A4) + handleiding voor € 6,50

Verkrijgbaar bij :Studio GloboOtletstraat 28/111070 [email protected]

voor leerkrachten zonder grenzen Recent verschenen : Burundi, Guatemala, Libië, Roemenië, Senegal/Gambia, Tanzania, TurkijeTe verwachten titels :China, Chili, Mali, Iran, Venezuela

Voor alle titels € 14,50 (oude stijl € 10,40)Jaarbonnement: 7 titels/ jaar voor € 99,00 (gratis verzending)Bestellen en meer info: www.11.be/winkel of 02/536 11 22

veralgemeningen of stereotypen doorprikt en bij kinderen werkt aan een meer genuanceerde beeldvorming.We werken met concrete voorbeelden, zoeken waaraan goede leermiddelen moeten voldoen en wisselen onderling ervaringen uit.

Je klas: een blik op de wereld

Er is een breed scala aan mogelijkheden om in de klas en op school mondiaal en intercultureel te leren: inspelen op de actualiteit, projectwerk, campagnes van ngo’s, fotomateriaal, boeken, voorwerpen, de dagelijkse omgang met je klasgroep,…In deze vorming plaatsen we die waaier aan mogelijkheden in een leerlijn en denken we na over een strategisch schoolbeleid terzake.Mondiaal en intercultureel leren gaat immers verder dan wat leerzaam amusement. Kinde-ren voorbereiden op de complexe wereld van vandaag is de grote uitdaging.

Kinderen en solidariteitsacties

Spelen we wel of niet in op solidariteitsacties? Hoe past dit binnen het opvoedingsproject van het net en van de school? Welke criteria helpen je kiezen tussen de waaier aan oproe-pen die een school krijgt? Wat kan vanaf welke leeftijd? Hoe zorg je ervoor dat het niet om een losse impuls gaat, maar past binnen een geïntegreerde visie?

Herken je je in deze vragen? Vanuit onze visie op wat goed mondiaal leren is, zoeken we samen met de deelnemers antwoorden op de concrete vragen in de groep.

Meer info : Studio Globo, 02/[email protected]

Page 3: Wereldreis maart 2008

Voorwoord : Ontwikkelingssamenwerking in onderwijs

Beste lezer,

Met Studio Globo vertrekken we in onze visie op mens en maatschappij van een boeiende wereld vol uitdagingen. Maar tegelijk zien we dat lang niet iedereen aan zijn trekken komt. Nog steeds vallen er mensen uit de boot. Tot in de hoog-ste internationale instellingen groeit het inzicht dat het zo niet verder kan. Zo zijn er in de Millenniumdoelstellingen duidelijke opdrachten geformuleerd. Er is nog veel werk aan de winkel.

Binnen die context werken wij met kinderen van de basisschool. En dit heeft zo zijn pedagogische consequenties. We willen kinderen niet overdonderen met alle problemen van de wereld, zonder ze daarom weg te moffelen. Het gaat over problemen van concrete mensen. Daarom is de kennismaking met het dagelijkse leven zo belangijk. Je leert ándere gewoonten, leefomstandigheden en proble-men kennen. Maar je ontdekt ook mensen, kinderen, met dezelfde behoeften, verlangens en dromen. En dat is een belangrijk inzicht. Evenwaardigheid als basis voor een solidaire levenshouding. Als je nog maar één concrete situatie kent, spreek je al anders dan wanneer je enkel vanuit cijfers of analyses praat. Verbondenheid is hier dus een sleutelbegrip.

Vanuit die verbondenheid keert ook iets terug. Als je leerlingen via deze Wereld-reis kennismaken met kinderen uit Brazilië, dan is dat niet enkel met de uitno-diging om respect op te brengen voor die verre vriendjes. Dit moet zijn effect hebben op hoe ze hier in het leven staan en met elkaar omgaan. Het begint met hun klasgenoten en loopt verder wereldwijd.

J.D.

INHOUDVorming bij Studio Globo .................2Landenreeks 11.11.11 ......................2Voorwoord : Ontwikkelingssamen-werking in onderwijs ......................3Reisinfo

Landeninfo Brazilië : Amazonas ....4Het FSC-keurmerk .....................4Foto-info .................................5Thema-info : Bosbouw ................5Reiswoordenschat ......................5

Reistips en werkbladenEerste graad ..........................6-8Dieren in het Amazonewoud .........7Paranoten ...............................8Tweede graad ....................... 9-11Brief van Lien ......................... 10Het evenaarswoud ................... 11Derde graad ........................12-17Webtips ................................. 13Voer voor boekenwurmen .......... 13Bu en Pukati naar het notenbos .......................... 14-15Het regenwoud van Bu en Pukati 16Duurzaam bosbeheer ................ 17Tekening van de kalenderfoto .... 18

Fotosets : goede werkvorm bij jonge kinderen ..................................... 19Spiegelfoto ................................. 20

C O L O F O N

Wereldreis - 2008/3 - 3

Wereldreis is een uitgave van Studio Globo v.z.w. © 2008Wereldreis, Studio Globo, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel, fax : 02 520 91 11 Website : www.studioglobo.be/wereldreis Abonnement : 15,00 voor 10 nummers. Afzonderlijk nummer : 1,50Bankrekening : 068-2352505-88 Administratie : Ann Vermoesen, T 02 520 05 30, E [email protected] Redactie : Jan Debonnet en Helga Vande Voorde, T 02 526 10 92, E [email protected] dit nummer werkten mee : Dieter Cuypers, Simonne Van Dievel, Leen Seurynck, Aurèle De Clercq, Karen Kerff, Kristine Van Den Bogerd (tekenin-gen), Marc Vermeiren (vormgeving) Foto's : cover : kalenderfoto : Peter Gebhard, spiegelfoto : Serge de Beer (lear-ningtour, fl ickr.com); p.2 : Liesbet De Pooter; p. 19 : Bert De WolfVerantwoordelijke uitgever : Piet Spanhove, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel Overname voor niet-commercieel gebruik in het onderwijs en zonder afgeleide werken is toegelaten mits naamvermeldingWereldreis is gedrukt op FSC-gecertifi ceerd papierDeze uitgave kwam tot stand i.s.m. de Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbewe-ging-11.11.11 v.z.w. en met de steun van het D.G.O.S.

Page 4: Wereldreis maart 2008

Wereldreis - 2008/3 - Reisinfo - 4

LANDENINFO

LiggingAmazonas - genoemd naar de machtige rivier - is met 1 570 947 km² de grootste van de 26 deelstaten van Brazilië. Op z’n eentje is hij 51 keer zo groot als België. Gelegen in het noordwesten van Brazilië, grenst hij aan Venezuela, Colombia en Peru en nog vijf andere deelstaten. De hoofdstad is Manaus, gelegen bij de monding van de Río Negro in de Amazone.

Landschap Amazonas is een buitenbeentje : de deelstaat is voor 98 % bedekt met regen woud !De hoogste berg van Brazilië, de ‘Pico da Neblina’ of de Mistpiek (2 994 m), ligt er net tegen de grens met Venezuela, maar de deelstaat ligt grotendeels lager dan honderd meter.De Amazone, die ontspringt in de Andes, meandert grillig door de vlakten naar de Atlantische Oceaan, waar iedere seconde 160 000 m² zoet water in stroomt. Ter hoogte van Manaus komen de grootste waterlopen van Zuid-Amerika samen. Nergens is men erin geslaagd de Ama-zone te overbruggen, die bij het verlaten van Amazonas vijftig km breed is. In het regenseizoen kan de diepste rivier ter wereld tot twaalf meter wassen en dan

een gebied ter grootte van Duitsland onder water zetten. De rijkdom aan fl ora en fauna is indrukwekkend : naar schatting 40 000 plantensoorten, 1 500 vogel- en 2 500 vissoorten ...

Geschiedenis Kleine nomadische indianengroepen leefden ongeveer 11 000 jaar geleden al van jacht, visvangst en verzamelen. Amazonas is lang onbekend terrein geweest. De geschiedenis van Brazilië hangt samen met die van Portugal, maar ook met die van de Spaanse kolonisten. Van groot belang is het zogenaamde ‘Verdrag van Tordesillas’ dat in 1494 de wereld na de ontdekkingen van Columbus in twee invloedssferen verdeelde. Dit gebeurde in een periode waarin noch de Spanjaarden, noch de Portugezen duidelijk het ver-schil kenden tussen Indië en een nieuw ontdekt continent. De scheidingslijn lag ergens in de Atlantische Oceaan en na een aantal verschuivingen bevond een groot deel van die Nieuwe Wereld zich binnen de Portugese invloedssfeer. De reden waarom de voertaal in Brazilië - in tegenstelling tot het overgrote deel van Zuid-Amerika - Portugees is. Amazonas dankt trouwens haar naam aan Spaanse ontdekkingsreizigers op zoek naar faam, goud en zieltjes. Een dominicaanse broeder, die zich bevond

in het gevolg van de Spaanse Pizar-ro, beschrijft hoe hun expeditie bij het bereiken van de oevers van de grote rivier wer-den aangevallen door vrouwelijke krijgers.

Bevolking In de staat Amazo-nas zou (in zover tellingen mogelijk zijn in zo’n bos-rijk gebied met nomadische indi-anengroepen zon-der contact met de buitenwereld) 3 635 879 mensen

wonen, waarvan 1,7 miljoen in Manaus. Portugees is de offi ciële taal, maar de kinderen leren ook Engels en Spaans. HDI : een middelmatige 0,713 t.o.v. 0,800 voor heel Brazilië.

Economie De economie van Amazonas wordt be-heerst door de industrie en de primaire sector : grondstoff en zoals olie, aardgas en mineralen, maar ook visvangst, houtkap en latexproductie zijn van be-lang. Het grote gevaar van ontbossing, dat nu de staten Pará en Mato Grosso teistert voor grootschalige veeteelt en sojalandbouw (voor ons veevoeder !), is nog niet zo sterk voelbaar, maar de bescherming van grote delen ongerept regenwoud en het duurzame beheer van de delen waar wel exploitatie in gebeurt, dringen zich op. Munt : Braziliaanse real, 1 BRL = 0,3971 euro.

HEB JE AL GEHOORD VAN ... HET FSC-KEURMERK ?

Spijtig genoeg is niet alle hout dat je in de winkel kunt vinden, afkomstig uit duurzaam bosbeheer. Heel vaak wordt er noch rekening gehouden met het hergroeien, noch met de dieren of de lokale bevolking. Hoe kun je dan weten of je hout koopt uit duurzaam beheerde bossen ? Hiervoor werd een keurmerk in het leven geroepen, zodat elke houtconsument met een gerust hart hout kan kopen : het FSC-keurmerk. Dit staat voor Forest Stewardship Council of Raad voor Duurzaam Bosbeheer. Deze non-profitorganisatie is in 1993 opgericht in Toronto en zetelt nu in Bonn met steun van zowel bedrijven als sociale- en mi-lieuorganisaties. In België is Fair Timber de vertegenwoordiger van FSC.

Brazilië : Amazonas

Page 5: Wereldreis maart 2008

FOTO-INFO Deze foto werd genomen vanuit een vliegtuig dat over het Amazonewoud vliegt. Wat eerst een drijvende brug op de Rio Negro lijkt, is bij nader inzien een lang vlot van woudreuzen stroomafwaarts op weg naar een zagerij, om uiteindelijk dienst te doen in één of andere constructie of zelfs een klein laagje fineer op een chique Europese kast. Het Amazonewoud staat vol hout, maar bos is natuurlijk nog veel meer. In 2004 was ruim zestig procent van de houtkap in het Braziliaanse Amazone-woud illegaal. Toch ijvert de regering er de laatste jaren voor om grote delen woud te vrijwaren van kappen. Als we bosgebruik niet duurzaam aanpakken, hoelang zal het dan nog duren ?

THEMA-INFO : BOSBOUW

30 % van de landoppervlakte ter wereld is bebost, in België is dat 22 % en in Brazilië 57 % ! Gebruik van hout vergt per definitie het kappen van bomen. Hoe erg het ook kan lijken, dat voor dit gebruik eeuwenoude stammen van wel veertig meter hoogte tegen de grond moeten, we kunnen er ook niet aan voorbij dat hout één van de duurzaamste grondstoffen ter wereld is, indien wij ervoor zorgen dat zij her-nieuwbaar blijft. Zeg nu zelf : bomen of hout zijn een wonder der natuur. Uit een gas, koolstofdioxide of CO2, en water maakt de natuur gewoon met wat zonlicht hout en zuurstof ! Geen mens die de natuur dat kan nadoen.

Om dit proces voor eeuwig mogelijk te maken, moeten we wel aan duurzaam bosbeheer doen.

Wat is nu duurzaam bosbeheer ? Meestal stellen we ons voor dat er voor elke gekapte boom een nieuwe wordt geplant. Zo simpel is het natuurlijk niet. En wat het evenaarswoud betreft, is dit herplanten in het overgrote deel van de gevallen zelfs overbodig. Het is het hele jaar door vochtig en warm nabij de evenaar, een ideaal klimaat voor boomgroei. Als de houtkap duurzaam genoeg gebeurt, zullen er steeds nieuwe zaden ontkiemen en nieuwe boompjes opgroeien tot volwaardige bomen. Bij duurzaam bosbeheer bekijkt men een bos in de eerste plaats als een ecosysteem met veel meer functies dan alleen maar een lap grond waar hout op staat ! Er dient rekening te worden gehouden met de economische kant van een bos. Het bos levert hout (om te verwerken tot balken, planken, plaathout, papier-pulp, brandhout, houtskool), maar ook andere producten zoals latex voor rubber, vruchten, vlees, grondstoffen voor geneesmiddelen en nog zoveel meer. Bepaalde van deze producten betekenen een inkomst voor bedrijven of de lokale bevolking en kunnen in de armste streken van de wereld een motor zijn voor ontwikkeling. Tropisch woud omhakken voor veeteelt blijkt niet ren-dabel. Ook de mijnbouw is een speler op deze markt. Zo komen we bij de sociale functie van een bos. Bij ons is bijvoorbeeld een bos van groot belang voor de recreatie :

wandelen, fietsen, spelen in een bos. In de tropen komt daar nog bijvoorbeeld de religieuze functie bij : bepaalde bo-men hebben belangrijke functies voor rituelen en worden magische krachten toegedicht. Andere zones in een bos zijn dan weer belangrijk voor inheemse volkeren voor de jacht. Naast het sociale en economische plaatje is er ook het ecologische aspect van een bos. Het bos levert ons als het ware een aantal diensten die vaak worden vergeten. Op wereldvlak leveren bos-sen zuurstof en slaan zij koolstof op. De versnelde opwarming van de aarde wordt veroorzaakt door een teveel aan koolzuurgas in de atmosfeer en bossen kunnen dat net opslaan ! Bossen zijn buffers voor regenval, vangen stof en wind, voorkomen erosie, beïnvloeden de waterkwaliteit en herbergen een schat aan biodiversiteit. Duurzaam bosbeheer houdt dus reke-ning met de economische haalbaarheid van de houtkap, met respect voor de sociale en ecologische functies van het bos.

REISWOORDENSCHAT

Amazone : vrouwelijke krijger in de Griekse mythologie ; rivier in Zuid-Amerika.

biodiversiteit : verscheidenheid aan levensvormen en levensgemeen-schappen.

ecosysteem : alle planten, dieren en micro-organismen en hun wis-selwerking met de niet-levende omgeving in een bepaald gebied (< Grieks oikos : huis).

indianenverhaal : romantisch, onwaar-schijnlijk verhaal (over indianen).

Kayapo : indianen die wonen langs de Xingu, een zijrivier van de Ama-zone.

mahonie : bedreigde boomsoort met mooi roodachtig hout (Swietenia macrophylla).

paranoot = brazielnoot : boom (Ber-tholletia excelsa) uit de Potboom-familie.

symbiose : samenleven van verschil-lende soorten organismen (tot wederzijds voordeel) (< Grieks sum : samen en bios : leven).

Wereldreis - 2008/3 - Reisinfo - 5

Page 6: Wereldreis maart 2008

BOS-INSTAP

Als je met de lente in zicht een bos-wandeling maakt met je klas, kun je ook stilstaan bij de diversiteit van het bos.Ook al benoem je niet alle planten en dieren, je kunt vast optellen hoeveel verschillende bloemen, struiken, bo-men je ziet. Als de zon er doorkomt, is er ook een heleboel leven in de dierenwereld : insecten en vogels kun je vast waarnemen. Ook hier moet je niet alles een naam kunnen geven :

bewust worden van en genieten van de verscheidenheid is hier de opdracht. Je kunt ook aandacht vragen voor de samen-hang : in het begin van de lente bloeit de kruidlaag, die krijgt dan nog licht. Struiken vind je vooral aan de rand van het bos : ook een kwestie van licht. Misschien loopt er wel een beek door het bos. Kun je er over springen ? Ligt er een brug over ? Zelfs in de eerste graad kennen leerlin-gen het belang van het bos :- bron van gezonde lucht - huisvesting voor tal van dieren - leverancier van hout - plaats om je te vermaken - gewoon mooi om van te genieten !

NAAR DE KERN (VAN DE PARANOOT)

Bij de foto Terug in de klas kun je het regenwoud ter sprake brengen aan de hand van de wereldkalender : het is een luchtfoto. “Wat zie je ? Die boomstammen zijn geen brug ! Deze rivier is zo breed dat er nergens een brug over gemaakt is. De boomstammen zijn afgezaagd en worden vervoerd over de stroom.”

Dieren en planten Kennen de kinderen dieren of planten uit het regenwoud ? Maak een fotohoekje. Laat de leerlingen genieten van de kleuren en de verscheidenheid : heel anders dan bij ons. Op werkblad A zoeken zij de acht dieren uit het Amazonewoud. Zij mogen het tafereel gerust inkleuren. Oplossing : spin, vogel (toekan), vlinder, luiaard, slang, kikker, vis (pi-ranha), aap.

Heb je kamer-planten in je klas ? Veel van onze kamer-

planten vinden hun oorsprong in het evenaar swoud. Leuk om de herkomst eens op te zoeken ! Waarom staan die planten bij ons binnenshuis ? Heel dankbaar is de ‘gatenplant’ (Monstera), een klimmer uit het tropische woud. Je knipt de top uit de plant, of zijscheuten die te uitbundig klimmen, en je laat die wortel schieten in een brede bokaal water. Wanneer de wortels goed gevormd zijn, pot je je nieuwe gatenplant op : zo makkelijk gaat dat !

Hout en noten Ken je een schrijnwerker of knutsel je zelf graag in huis ? Verzamel dan enkele verschil-lende soorten hout, zowel in-heems als tropisch. Mag er een spijker in worden geklopt ? Welke houtsoort is de hard-ste ?

In de supermarkt of in de Wereldwinkel vind je vast ook

de paranoten waarover sprake is in het verhaal (werkblad E en F). Vertel daarover en laat de leerlingen werkblad B invullen. Bij de oplossingen : bepaal de hoogte van de school, de boom wordt 50 m hoog ; cacaopoeder komt van de cacaoboom, maar er wordt wel olie geperst uit de paranoten ; de overige vijf stellingen zij juist.

AFSLUITER

In deze tijd van het jaar kun je ook kiemende vruchten vinden : kastanjes, eikels, beukennootjes. Enkele kiempjes uitplanten en opvolgen, kan in de klas, maar misschien krijg je op school wel een plekje grond. Elke week zorgt iemand anders voor het boompje. Wekelijks worden de veranderingen waargenomen en genoteerd.

Eerste graad

Wereldreis - 2008/3 - Reistips - 6

Page 7: Wereldreis maart 2008

Wereldreis - 2008/3 - Werkblad A - 7

Dieren in het Amazonewoud

Welke dieren vind je in dit woud ?

Page 8: Wereldreis maart 2008

Paranoten

Wereldreis - 2008/3 - Werkblad B - 8

Wat is waar ? Kleur het bolletje. De paranotenboom kan hoger

worden dan onze school. In elke doosvrucht zit een tien-

tal zaden, de paranoten. Twee paranoten zijn zo voed-

zaam als een ei. Zij worden ook wel plantaar-

dig vlees genoemd. Boven in de parabomen

groeien orchideeën. Uit de noten persen mensen

cacaopoeder. Er zijn veel paranotenbomen

in het Amazonewoud.

Juist of fout ? 1. Hout uit het tropische regenwoud is erg sterk. ..............................

2. Je mag helemaal geen hout uit het tropische regenwoud gebruiken. ................................. 3. Het tropische regenwoud kan de indianen alles leveren wat zij nodig

hebben. ..................................

4. Vaak zie je in het regenwoud dat dieren en planten zo samen leven dat zij er voordeel bij hebben. .............................

5. Je kunt tropisch hout kopen waarvan je zeker bent dat er nieuwe bomen voor in de plaats worden geplant. ...........................

Page 9: Wereldreis maart 2008

INLEIDING

Lesdoelen De leerlingen - weten dat het (regen)woud verschillende lagen heeft en

dat er in iedere laag andere dieren leven ; - kennen de betekenis van het gezegde “door de bomen het

bos niet zien” ; - weten hoe zij kunnen helpen om het regenwoud te be-

schermen.

Wandeling We starten met een wandeling in een bos. Mee te nemen : een zakje om verschillende bladeren in te steken, pen (of potlood bij vochtig weer) en papier. Vraag de kinderen om tijdens de wandeling de verschillende soorten bomen te observeren. Hoe groot zijn zij ? Staan er al bladeren op ? Hoe zijn die ? Groeien de bomen dicht bij elkaar ? Hoe is de beplanting op de grond ? Zien of horen de kinderen dieren ? Laat tijdens de wandeling ook elk kind een takje (± 20 cm lang), met verschillende zijvertakkingen, zoeken voor een later knutselwerk.

Bespreek daarna in de klas wat er tijdens de wandeling is genoteerd. Ieder kind maakt ook een bosboekje : verschil-lende A4-bladen worden op elkaar gelegd en in het midden geplooid. Op de voorpagina komt een mooie tekening van een bos. Dan brengen zij op elke pagina een (tekening van een) gevonden blad aan. Daarbij schrijven zij de naam van de boom en de kenmerken ervan.

HET BRAZILIAANSE REGENWOUD

Bespreek hoe een regenwoud is en situeer Brazilië. Welke dieren wonen in een eeuwig groen evenaarswoud ? Waarom is het Amazonewoud zo belangrijk ? Waarom noemt men het ook “de longen van de aarde” ?

Tweede graad

Wereldreis - 2008/3 - Reistips - 9

Lees gezamenlijk de brief van Lien (werkblad C). Wat weet je nu over Ama-zone-indianen ? Bespreek met de klas de problemen van het regenwoud. Hoe kan de ontbossing worden beperkt ? Kunnen

de kinderen zelf ook iets nuttig doen ?

Oplossingen van werkblad D Het regenwoud bestaat uit verschillende lagen, waarin bepaalde dieren leven.

woudreuzen (tot 70 m hoog) : harpijarend, kroonlaag (20 - 40 m) : spinaap, struiklaag (tot 7 m) : ocelot, kruidlaag (weinig begroeiing) : schildpad.

Verklaar dat de bomen trachten zoveel mogelijk licht op te vangen, zodat in de onderste lagen amper licht doordringt. Daarom groeien sommige planten op de bomen, bvb. orchideeën en bromelia’s. Rebus : “Door de bomen het bos niet zien”. Bescherm het regenwoud : boom 1 en 4 ; bom 2 en 3. Verklaar wat FSC-hout is (zie Reisinfo). Papier gebruiken we zo weinig en zo volledig mogelijk en gooien het dan beter in een speciale papierbak om het te recycleren.

CREATIEF SLOT

Nodig : karton, lichtgroen papier, touw, yoghurtpotjes, stroken licht gekleurd papier, zand en het takje dat uit het bos is meegebracht. Snij uit karton de vorm van enkele boombladeren van vijf cm lang. Geef ze aan de kinderen, die ze op een groen papier leggen om zo elk vier bladeren na te tekenen. Deze knippen ze dan uit. Op elk blad schrijft het een woord dat wijst op iets dat het regenwoud aan ons geeft, bvb. zuurstof, geneesmid-delen, hout, cacao ...

De kinderen nemen nu de tak, zetten die in het potje en vullen

het potje verder met zand. Zij bevestigen de bladeren met een

touwtje aan de takjes. Dan neemt elk kind een strook papier en knipt ze zo lang, dat zij net rond het potje kan. Het kind schrijft er een slagzin op, bvb. “red

de longen van de aarde” of “stop de ontbossing”. Zij

kleven de strook rond het potje. De leerlingen plaatsen alle

bomen samen om een eigen bos te maken in de klas.

Page 10: Wereldreis maart 2008

Wereldreis - 2008/3 - Werkblad C - 10

Page 11: Wereldreis maart 2008

Wereldreis - 2008/3 - Werkblad D - 11

Het evenaarswoud

woudreuzen

kroonlaag

struiklaag

kruidlaag

ocelot

schildpad

spinaap

harpijarend

Rebus

eu = oo -n t=m n=h v=b oo = ie t = z

Wat kun je doen om het regenwoud te beschermen ? Als je denkt dat iets goed is, teken je er een boompje naast. Als je denkt dat iets niet goed is, een bom.

1. Alleen FSC hout kopen. 2. Een mooie papegaai kopen.

3. Gebruikt papier netjes in de vuilnisbak gooien.

4. Lid worden van een milieuvereniging.

In welke laag van het regenwoud wonen deze dieren ?

Page 12: Wereldreis maart 2008

BU EN PUKATI

Eindtermen Nederlands-spreken : 2.5 het gepaste taalregister hanteren

bij het beantwoorden van vragen in verband met een behandeld onderwerp.

Nederlands-lezen : 3.4 de informatie ordenen die voorkomt in voor hen bestemde (studie)teksten en instructies bij (school)opdrachten.

WO-natuur : 1.4 illustreren dat de mens de aanwezigheid van planten en dieren in zijn omgeving beïnvloedt ; 1.9 het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin zij leven.

WO-maatschappij : 4.4 illustreren dat welvaart zowel over de verschillende landen als in België ongelijk verdeeld is.

Bij de kalenderfoto Laat de kinderen beschrijven wat zij zien. Eventuele richt-vragen hierbij : “Wat zie je ? Waar zou dit gefotografeerd zijn ? Situeer Brazilië en de Amazone op de wereldbol of wereldkaart. Hoe is deze foto genomen ? Van waaruit ?” Laat de bestemming van dit ‘hout’ verwoorden. De leerlingen kunnen ook al de eigen ervaringen met ‘tro-pisch’ (hard)hout aanbrengen. Hierbij kun je ondermeer spreken over mahonie deuren, meranti raamkozijnen, teak tuinmeubelen.

Een indianenverhaal ? De leerlingen lezen werkblad E en F. Dat de oorspronkelijke bevolking in Amerika indianen waren, we-ten de kinderen wel al. Wellicht hebben zij ook al verhalen gehoord of gezien (film, strip e.d.) over de komst van Spaanse en Portugese verove-raars in Midden- en Zuid-Amerika en over

de onderdrukking van indianen. Dit kun je uiteraard verder uitdiepen, bvb. binnen de lessen over de ‘Nieuwe tijd’ (de tijd van de ontdekkingen en veroveringen).

De naamgeving bij de Kayapo’s is ook een mooi gege-ven.

Vlaanderen in actie in het Amazonewoud Sinds 2002 draagt Vlaanderen zijn steentje bij tot het beheer en de bescherming van tropische bossen. Toen werd het Vlaams Fonds voor Tropisch Bos (VFTB) opgericht.

Dit fonds financiert projecten die handelen rond duur-zame houtwinning, duurzaam beheer van bosreservaten en herbebossing. Een belangrijk criterium is ook nog dat de projecten uiteindelijk ten goede moeten komen aan de plaatselijke bevolking. Een mooi voorbeeld hiervan staat vermeld in het verhaal. De boot waarmee de mannen naar het afgelegen gebied varen, op zoek naar de noten, is een gift vanuit dit VFTB.

Oplossingen van werkblad G A. 1-c ; 2-a ; 3-b ; 4-d. B. symbiose ; bosecosysteem ; halfnomadisch. C. 1. Twee van die noten bevatten evenveel eiwitten als een ei. 2. Naast hout en paranoten zijn er nog veel andere bos-producten die in de toekomst zullen worden verhandeld. Zo wordt van de copaibaboom ook olie gewonnen door een gaatje in de boom te maken. De olie wordt in Europa in de geneesmiddelenindustrie gebruikt. Het grootste deel van de rijkdommen in de bossen is nog ongekend, maar er is een groot vermogen en zowel het woud als zijn bewoners kunnen hiervan blijven genieten als men het duurzaam aanpakt. 3. De namen komen uit hun leefomgeving. 4. Een beheer dat erop gericht is het bos te behouden, niet te verwoesten, maar deels en afwisselend te gebruiken, zodat ook de volgende generaties er nog volop van kunnen genieten.

DUURZAAM BOSBEHEER

Eindtermen Nederlands-lezen : 3.5 de informatie ordenen die voorkomt in

voor hen bestemde verhalen, jeugdencyclopedieën, e.d.Nederlands-schrijven : 4.6 schriftelijk antwoorden op vragen

over verwerkte inhouden.WO-natuur : 1.2 kennen in hun omgeving een paar biotopen

en kunnen erin enkele veel voorkomende dieren en planten benoemen ; 1.4 met concrete voorbeelden … illustreren hoe mensen ... omgaan met het milieu …

WO-tijd : 5.9 belangstelling tonen voor het verleden, heden en toekomst, hier en elders.

WO : 7 op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen.

Wat is dit ? Bosbeheer is duurzaam als het rekening houdt met de eco-nomische haalbaarheid van de houtkap (en de verwerking ervan), met respect voor de sociale en ecologische functies van het bos. Dit betekent dus : vooruit kijken, rekening houden met de toekomst, niet enkel aan vandaag denken. Belangrijk hierbij is ook een goede kijk hebben op het bos en de ‘kwaliteit’ en ‘kwantiteit’ ervan. Eenvoudig gezegd : op zo’n manier omgaan met het bos, dat onze kinderen en kleinkinderen ook nog kunnen genieten van alle functies van het bos, en eventueel zelfs nog meer uit het bos kunnen

Derde graad

Wereldreis - 2008/3 - Reistips - 12

Page 13: Wereldreis maart 2008

halen dan wij. Op vlak van het Amazonewoud houdt dit in dat men niet zomaar kan blijven kappen, maar dat men hierbij een bepaald rotatiesysteem hanteert. Men ‘kiest’ bepaalde delen die ge-schikt zijn en laat andere liggen en doorgroeien. Men heeft de ‘beschikbare’ woudoppervlakte verdeeld in verschillende delen, zodat na de exploitatie ervan, een bepaald deel 20 jaar of meer heeft om verder te groeien en / of te herstel-len, vooraleer het nog eens aan de beurt komt. Concreet betekent dit dat de grotere, dikkere bomen (soms tot 40 tot 50 meter hoog) van een commercieel interessante soort en vanaf een bepaalde stamdiameter, worden gekapt, terwijl de jongere bomen rustig kunnen verder groeien en binnen 20 jaar even groot en bruikbaar zijn als de gekapte van nu. Op die manier is er in de wouden steeds voldoende hout (en bomen) voor de dieren en de lokale bevolking en worden de andere functies niet verwaarloosd.

Duurzaam bosbeheer is vooral in de toekomst kijken en daarvoor moeten we ook weten wat er vandaag aanwezig is. Vanuit een inventaris van de huidige omstandigheden, maakt een bosbeheerder een bosbeheerplan op. Op werkblad H staat zo’n oefening. W S 1 1 2 2 3 2 2 12 W 1 2 3 2 2 2 2 12 1 W 2 B 3 3 2 3 22 2 2 W 2 2 3 2 2 32 3 2 W 3 3 2 1 2 W1 2 3 W 2 2 1 1 W 13 2 3 2 W W W W 1 S2 B 3 2 2 W S 1 1 12 W B 3 3 W 1 2 2 12 2 3 2 2 W 2 2 3 2

Er blijven 60 volumes ontginbaar hout over 10 jaar, dus jaar-lijks mogen er 60 : 10 = zes volumes hout worden gekapt.

De rijkdom van Amazonas De leerlingen zoeken informatie over de volgende onderwer-pen. Zij maken gebruik van de Reisinfo, websites, boeken … en noteren de antwoorden op een apart blad.- De Amazonerivier : lengte, oppervlakte van het stroom-

gebied, debiet, functie(s). - Het tropische regenwoud : oppervlakte, belang, func-

ties. - De fauna en de flora : soorten, voorbeelden, rijkdom. - De bevolking : geschiedenis, bedreiging, toekomstvoor-

uitzichten.- De toekomst : hoe zien de kinderen die, zal het regenwoud

worden gered, wat kunnen zij doen ?

WEBTIPS

Brazilië http://nl.wikipedia.org/wiki/Brazilie www.wwf.be/nl/?inc=mediacat&mediacatid=101 http://objectief.be/Paranoten-paradijsnoten.html

Bossen en hout www.houtinfobois.be/nl/home.aspwww.fsc.org/ www.fair-timber.be www.groenhart.be www.africamuseum.be/museum/temporary/museum/tem-porary/currentexhib/knockonwoodwww.fao.org/docrep/009/a0773e/a0773e00.htm

Regenwoud www.anolis.be/Artikels/Artikels1999/and199912.htmwww.br.fgov.be/PUBLIC/GENERAL/EDUCATION/EDU-CATIONNL/infoblad_regenwoud.html www.greenpeace.org/belgium/nl/campaigns/bossen www.vmbo-sectorwerkstuk.nl/vmbo-12/vmbo-126d.html www.ikwilniet.org/wereldinbeeld/wereldinbeeld11.php http://rainforests.mongabay.com/0801.htm#tables

VOER VOOR BOEKENWURMEN

- Brazilië. Landenreeks. BAYER, M. KIT Publishers, Am-sterdam /11.11.11, Brussel / OxfamNovib, Den Haag, 2006.

- Brazilië. Landen van de wereld. JERMYN, L. Ars Scri-bendi, Harmelen, 2003.

- Brazilië. Vijf eeuwen geschiedenis in drippelpas. STOLS, E. Asso, Leuven / Leusden, 2002.

- Geld kun je niet eten. De wereldwijde handel in tropisch hout. MO*noordzuid CAHIER. Wereldmediahuis, Brus-sel, 2006.

- Met het oog op Brazilië. MORRISON, M. Ars Scribendi, Harmelen, 2001.

- Onze wouden, onze toekomst. In : &CO. BTC, Brussel, juni 2007.

- Quand les forêts émettent du carbone au lieu d’en capter. In : l’ Atlas de l’environnement. Le Monde Diplomatique, Parijs, 2007.

- State of the World’s Forests. FAO, Rome, 2007. - The Amazon. HARRIS, R. & HUTCHINSON, P. Bradt

Publications, Bucks, 2003.

Wereldreis - 2008/3 - Reistips - 13

Page 14: Wereldreis maart 2008

kan dienen bij het eten, om zeep van te maken, als smeermiddel voor horloges, olieverf en nog zoveel meer. Om het verzamelen wat te vergemakkelijken, vertrekken zij naar een gebied waar de noten prak-tisch voor het oprapen liggen. Hiervoor hebben zij zelf gezorgd, of toch hun voorouders. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat ook de Kayapo deel uitmaken van het grote bosecosysteem met zijn netwerken van relaties. Overal waar de voorouders van Bu en Pukati hebben rondgezworven, kun je de bomen tegen-komen, maar ook andere planten die de indianen gebruiken. De indianen hebben dus eigenlijk ook gezorgd voor de diversiteit in het bos. Altijd handig als je op pad bent, iets moet eten, een wonde moet verzorgen of een tijdelijke hut moet bouwen. Voor de Kayapo zijn zij die een boom planten (of de volgende generaties) eigenaar van de boom. Waar zij nu naartoe trekken, zijn door de eeuwen heen veel stammen gepasseerd en is er dus een overvloed aan noten.

De stam van Bu en Pukati is nog maar sinds enkele jaren bezig met het persen van de olie. In de jaren ’70 verzamelden Bu en Pukati’s vaders al paranoten voor de uitvoer. Zij kregen hiervoor steun van de Brazi-liaanse overheid. Voor de indianen was dit een inte-ressante bezigheid om allerlei zaken van de westerse wereld te kopen, die zij niet in hun gewone gratis ‘supermarkt’ konden vinden, zoals muskietennetten, kleren, metalen kookpotten, jachtgeweren enz. Dat was allemaal handig, maar plots liet de Bra-ziliaanse overheid deze steun vallen en de Kayapo vonden die nieuwe producten nu net zo handig. Zij moesten op zoek naar een andere bron van in-komsten.

Wereldreis - 2008/3 - Werkblad E - 14

Bu en Pukati naar het notenbos

Maart. Bu en Pukati maken zich klaar voor een grote expeditie. “Wat een namen !” zul je zeggen. Bu en Pukati zijn nu eenmaal Kayapo-indianen. Zij leiden een halfnomadisch bestaan in het Amazonewoud van Brazilië. Dat wil zeggen dat zij de helft van de tijd rondzwerven in het woud en de andere helft een vaste woonplaats hebben. Kayapo-indianen krijgen hun namen tijdens naamgevingceremonies van de sjamaan. De namen komen uit de leefwereld van de Kayapo. Bu betekent eigenlijk ‘de uil’ en Pukati is ‘de grote zandbank’. Als Bu en Pukati bij ons zouden leven, zouden zij bijvoorbeeld ‘merel’ of ‘asfaltstraat’ kunnen heten. Voor de Kayapo is de leefwereld het bos ; het levert hen alles wat zij nodig hebben en fungeert dus eigenlijk als een grote ‘supermarkt’, maar één zonder kassa.

Maar goed, dit even terzijde. Een grote expeditie dus. Vandaag vertrekken de mannen in het dorp naar een verafgelegen gespecialiseerde ‘supermarkt’ om daar twee maanden te ‘shoppen’. Op zo’n 330 km van het basisdorp bevindt zich een grote con-centratie aan notenbomen. Geen notelaars zoals bij ons, maar woudreuzen van wel vijftig meter hoog die tientallen eeuwen oud kunnen worden. Boven op de takken groeien orchideeën ; met hun geur trekken zij een bepaalde bijensoort aan die de bloemen van de notenboom bestuift. Zonder orchideeën, geen bijen en zonder die bijen geen bestoven bloemetjes en dus geen noten ! Deze relatie tussen de boom, de bijen en de orchideeën noemt men een symbiose. Je ziet, in de natuur is alles met elkaar verweven, valt er een schakel weg, dan kan er mogelijk een heel netwerk aan relaties wegvallen en kunnen soorten uitsterven.

De noten van deze boom zijn bij ons vooral bekend als paranoten of brazielno-ten. In Zuid-Amerika wor-den zij ook wel ‘plantaardig vlees’ genoemd ; twee van die noten bevatten immers

evenveel eiwitten als een ei. Bu en Pukati gaan op zoek naar deze noten om er achteraf olie van te persen. Je kunt ze dus niet al-leen eten, die noten, maar ook persen tot olie die

Page 15: Wereldreis maart 2008

Sinds 1988 hebben de inheemse volkeren een ex-clusief recht op hun gronden en de daaruit voortko-mende natuurlijke grondstoffen. Je kunt het zien als een land binnen een land. De Braziliaanse overheid is ervan overtuigd dat inheemse volkeren de beste beheerders zijn van het regenwoud. Zij leven er al eeuwen en zoals hierboven al aangehaald, zijn zij er deel van. Die westerse kookpotten, jachtgeweren, zeep enz. zijn er niet altijd geweest, en hoe zouden de Kayapo er nu aan moeten komen zonder inkomsten ? Velen van hen lieten zich in met illegale houtkappers. Rond de territoria begon de voorraad aan mahoniebomen te slinken en de Kayapo hadden vooralsnog hun bossen goed beschermd. Voor de houtkappers lag er een schat aan goedkoop hout te wachten en wat zij de indianen in ruil gaven voor de toegang tot hun bossen, was een peulschil vergeleken met wat er aan het mahoniehout kon worden verdiend. Naast de aalmoes die de Kayapo kregen aan de houtkap, bleef het geëxploiteerde bos verwoest achter en ook binnen de gemeenschappen groeide het ongenoegen. Zij die met de houtkappers onderhandelden, waren vaak beter af dan zij die de traditie volgden.Hierin kwam een kentering toen, na tien jaar cam-pagnevoeren in binnen- en buitenland, de grote Chef Raoni erin slaagde ook de andere chefs te overtuigen om geen houtkap meer toe te laten op hun gron-den. Dit natuurlijk op voorwaarde dat er andere inkomsten worden gevonden voor de aankoop van westerse goederen.

Bu en Pukati zeggen hun vrouwen Kamtuk (‘de zwarte’) en Ngredjwa (‘de agoetitand’) vaarwel. Of het zijn eerder de vrouwen die de mannen vaarwel zeggen. Bu en Pukati vertrekken immers samen met de andere mannen met een boot die zij vier jaar geleden kregen van de Vlaamse Overheid via het Vlaams Fonds Tropisch Bos. De Vlaamse Overheid draagt immers sinds enkele jaren haar steentje bij om in de tropen werk te maken van natuurbescherming, duurzaam bosbeheer en duurzame ontwikkeling.Het is een stevige boot van wel twaalf meter lang, maar toch is een behouden reis terecht gewenst, want de mannen moeten de ‘Waterversnelling van het bloed’ over !

Binnen twee maanden zijn de mannen terug met een overvolle boot aan paranoten, dan wordt het nog even wachten om de noten in juni in de zon te drogen en dan zullen zij tot olie worden geperst. Nu de Kayapo sinds kort ook beschikken over een FSC-keurmerk voor duurzaam bosbeheer, weten de afnemers van de olie dat zij niet afkomstig is van bossen waar illegaal wordt gekapt of waar het bos in puin is achtergebleven. Naast hout en paranoten zijn er nog veel andere bosproducten die in de toe-komst zullen worden verhandeld. Zo wordt van de copaibaboom ook olie gewonnen door een gaatje in de boom te maken. De olie wordt in Europa in de geneesmiddelenindustrie gebruikt. Het grootste deel van de rijkdommen in de bossen is nog ongekend, maar er is een groot vermogen en zowel het woud als zijn bewoners kunnen hiervan blijven genieten als men het duurzaam aanpakt.

Overal ter wereld leven nog inheemse volkeren in en van de bossen, van de Braziliaanse staten Amazonas, Pará en Mato Grosso over Centraal-Afrika tot in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea.

Bu en Pukati hebben nu het lot van het bos en de Kayapo in eigen handen genomen en vrijwaren het voor hun kinderen, maar ook voor ons. Maar zij kunnen dit niet alleen. Vanuit het Westen kunnen we ook ons steentje bijdragen door enkel bosproducten afkomstig uit duurzaam bosbeheer aan te kopen.

Dieter Cuypers

Wereldreis - 2008/3 - Werkblad F - 15

Page 16: Wereldreis maart 2008

A. Verbind het juiste gevolg met de passende oorzaak

1. De Kayapo-indianen maken deel uit van het bosecosysteem.

a. De afnemers weten dat de olie op een wet-telijke en zuivere manier is bekomen.

2. De Kayapo’s beschikken sinds kort over het FSC-keurmerk.

b. De indianen vinden er alles wat zij nodig hebben om in leven te blijven.

3. Het bos is eigenlijk een soort grote ‘su-permarkt’.

c. Zij hebben er bij het doorkruisen van het bos voor gezorgd dat bepaalde planten en bomen ook op andere plekken voor-komen.

4. Zij begonnen de olie uit de paranoten te persen.

d. Zij konden nu allerlei Westerse producten kopen.

Wereldreis - 2008/3 - Werkblad G - 16

Het regenwoud van Bu en Pukati

B. Vul aan met een passend woord uit de tekst Boven in de bomen groeien orchideeën op de takken ; met hun geur trekken zij een bepaalde bijensoort aan die ervoor zorgt dat de bloemen van de notenboom worden bestoven. Zonder orchideeën geen bijen en zonder die bijen geen bestoven bloemetjes en dus geen noten ! Deze relatie tussen de boom, de bijen en de orchideeën noemt men een

..............................................................................Het geheel van netwerken van relaties tussen planten, bomen, dieren en de mensen in een bos noemen we een

..............................................................................De helft van de tijd zwerven Bu en Pukati in het woud rond en de andere helft hebben zij een vaste woonplaats.

Zij leiden dus een .................................................bestaan.

C. Beantwoord de volgende vragen 1. Waarom worden de paranoten ook wel “plantaar-dig vlees” genoemd ?

..............................................................................

..............................................................................2. Waarom zegt men dat het regenwoud nog lang niet al zijn geheimen heeft prijsgegeven ? Geef een voorbeeld.

..............................................................................

..............................................................................

..............................................................................

..............................................................................3. Waarop hebben de indianen hun naamgeving volgens jou gebaseerd ?

..............................................................................

..............................................................................4. Is het nu duidelijk wat duurzaam bosbeheer be-tekent ? Zo ja, omschrijf het eens of houd een kort gesprek erover.

..............................................................................

..............................................................................

..............................................................................

Page 17: Wereldreis maart 2008

Wereldreis - 2008/3 - Werkblad H - 17

Duurzaam bosbeheer

Wat is er (nodig) ? Een bos :Het Amazonewoud is grootste bos van de wereld, dat sinds de tweede helft van de vorige eeuw aan een moordend tempo wordt gekapt. Dit om grond te verkrijgen voor veeteelt, die moet dienen voor de vleesproductie, én voor de steeds maar stijgende vraag naar tropisch hardhout. Komt daar nog bij dat deze gebieden rijk zijn aan mineralen, zodat de mijnontginning haar deel van de oppervlakte opeist. Dit alles gaat ten koste van de plaatselijke bevol-king die al eeuwenlang in en van deze natuurlijke rijkdommen leeft. Dit bos is trouwens zo immens groot, dat het de zuurstofvoorraad op onze blauwe planeet mee bepaalt.

Een beheer(der) :Een officiële instelling, een orgaan, zoals een regering, die is erkend door alle betrokken partijen, kan enkel bestaan als de plaatselijke officiële instan-ties ook steun krijgen van de internationale medespelers op

het terrein. Een keurmerk zoals dat van de FSC helpt als zij het samen opnemen tegen het illegale kappen. Inspraak van en steun aan de indianenbevolking is aangewezen.

Waarborgen en regels :Een blijvende controle gaat gepaard met duidelijke afspraken. Het is van levensbelang voor onze hele planeet dat deze ‘groene long’ blijft behouden en dat deze natuurlijke bronnen verstandig en doordacht worden benut. Want enkel dan kan dit zo blijven doorgaan, zodat onze (klein)kinderen er even goed, zoniet nog beter van kunnen genieten dan wij.

Een oefening in bosbeheer Een team dat de verschillende boomsoorten kent, brengt het bos in kaart, meet bomen, lokaliseert rivieren en andere wateroppervlakten (W) en be-langrijke plaatsen voor dieren en mensen. Hier zie je een plan van een stuk regenwoud.

De gebieden met een uitzonderlijke biodiversiteit (B) of een belangrijke sociale functie (S) worden uitge-sloten van houtkap. Ook in de vakken die met een zijde of punt aan W, B of S raken, mag niet worden gekapt : kleur al die vakken groen. 1, 2 en 3 betekenen het mogelijke volume van de houtopbrengst per vak.

Stel dat je in de komende tien jaar hout mag kap-pen in dit gedeelte van het woud. Tel de cijfers in de witte vakjes op en verdeel het ontginbare bos, zodat je jaarlijks evenveel houtopbrengst hebt.

Schrijf in elk vak in welk jaar je ontginbaar hout kapt.

Page 18: Wereldreis maart 2008

Wereldreis - 2008/3 - Werkblad I - 18

Page 19: Wereldreis maart 2008

FOTOSETS : GOEDE WERKVORM BIJ JONGE KINDERENVORMING BIJ STUDIO GLOBO

Studio Globo beschouwt de leerkracht als dé sleutelfi guur voor mondiaal en inter-cultureel leren. We vinden het belangrijk om daarin ondersteuning te bieden. Als leerkracht kan je bij ons terecht voor een ruim vormingsaanbod. We werken daarbij steeds praktijkgericht, vanuit concrete werkvormen of didactische materialen. Vanuit die praktijk geven we ook een stevig inhoudelijk kader mee.Zoeken je schoolteam, de zorgleerkrachten of de leerkrachten van een bepaalde graad (nieuwe) inspiratie om ‘de wereld in de klas’ te brengen ? Wil je meer doen met de diversiteit die in je klas of school aanwezig is ? Dan kan je Studio Globo inschakelen voor een pedagogische studiedag, een personeelsvergadering of om enkele keren mee te denken met je werkgroep.Deze vormingsmomenten vinden plaats bij

jou op school of in een van onze afdelin-gen, waarbij de inleefruimtes een aantrek-kelijke meerwaarde bieden.

Vorming op maat

Enkele voorbeelden maken duidelijk waar-voor je bij ons terecht kunt. We staan open voor je vraag en formuleren een aanbod op maat.

Het Zuiden in beeld

Een vaak te negatieve schets van mensen in het Zuiden beperkt het beeld dat we van hen hebben tot mensen die enkel honger, ellende, rampen en dictaturen kennen. Veelkleurige reisbrochures presenteren het andere uiterste: een romantisch exotisme.In deze vorming geven we aan hoe je die

In het kader van de jaarlijkse campagne van Broederlijk Delen ontwikkelt Studio Globo sinds drie jaar een fotoset voor kleuters en voor de eerste graad van het lager onder-wijs. Deze fotosets zijn ontstaan vanuit de overtuiging dat mondiaal leren ook al in de kleuterklas kan. Elke set is opgebouwd rond een centrale fi guur : Raichel in de Filippij-nen, Abiba in Burkino Faso en Mama Betty in Congo. Een fotoset bestaat uit twaalf foto’s van A3 of A4-formaat. Bij de foto’s hoort een handleiding met een verhaal en activiteiten voor de klas.

Onderzoek bij leerkrachten en docentenVan begin oktober tot eind december liep er een onderzoek over de kwaliteit van deze fo-tosets. We bevroegen zowel kleuterleid(st)ers en leerkrachten van de eerste graad lager onderwijs, als docenten van de lerarenoplei-ding kleuter- en lager onderwijs. Interviews met leerkrachten zijn belangrijk om te on-derzoeken hoe in de praktijk met de fotosets wordt gewerkt. Zij hebben veel inzicht in de noden en interesses van jonge kinderen. Docenten zijn belangrijk voor hun expertise op het gebied van intercultureel onderwijs en mondiale vorming. Daarnaast hebben ook zij veel inzicht in wat kleuters en kinderen uit de eerste graad lager onderwijs kennen en kunnen. We onderzochten hoe de beide groepen de foto’s en het verhaal beoordelen, hoe zij het verhaal gebruiken, of de foto’s en de verhalen aansluiten bij de leefwereld van de kinderen, welke fotoset zij het meest geschikt vinden ...

Uit dit kleinschalig onderzoek (interviews met zeven docenten en zeven leerkrachten) kwam zeer veel interessante informatie. Op heel wat vlakken zaten docenten en leerkrachten op dezelfde lijn, soms verschilde men van me-ning. Leerkrachten vertelden dat de kinderen erg enthousiast reageren op de fotosets, dat ze geboeid zijn door het verhaal en de foto’s. De foto’s spreken jonge kinderen erg aan: ze zijn kleurrijk, sprekend, er is veel op te zien. Vaak blijven kinderen er in gesprekken of in hun spel nog mee bezig.

Op zoek naar herkenningLeerkrachten en docenten vinden het belang-rijk dat er veel kinderen op de foto’s staan en dat het hoofdpersonage van het verhaal een kind is met dezelfde leeftijd als de kinderen in de klas. Dat is belangrijk voor de identifi catie. een leerkracht van de tweede kleuterklas geeft aan : “De kinderen konden zich er dus in herkennen en zich met Abiba identifi-ceren, Abiba mocht zeker wel in hun klasje komen.” In het verhaal komen heel gewone, dagelijkse dingen aan bod. Kinderen spelen, eten, maken zich zorgen, zijn fi er, net zoals kinderen hier. Uit de interviews blijkt dat er in de verhalen heel wat aanknopingspunten zitten om met de kleuters verder op in te gaan. “Het verhaal was gevarieerd, heel simpel maar het bood veel aanknopingspunten, bijvoorbeeld een baby die geboren wordt en een cadeautje dat daarvoor gekocht wordt”, vertelt een zorgcoördinatrice kleuter- en lager onderwijs. Het verhaal kan een opstap zijn om over andere dingen te praten.

Meestal gebruiken leerkrachten het verhaal op een vast moment in de dag of de week. De handleiding laat toe om zelf te kiezen hoe intensief je ermee wilt werken: je kiest hoe diepgaand je ingaat op wat er in het verhaal gebeurt en op wat er te zien is op de foto’s, welke activiteiten je doet. Veel leerkrachten en docenten raden aan om een aantal activi-teiten te doen. Het verhaal wordt concreter en beklijft meer.

Uit de interviews blijkt dat men de foto’s bruikbaar vindt om te tonen “dat anders zijn niet slechter of beter is, dat het gewoon zo is en dat je daar veel mee kunt doen.” Iemand anders vindt het belangrijk “dat de kleuters er zich in herkennen, dat ze een andere cultuur leren kennen.” Docenten vinden het belangrijk om goed in te schatten wanneer de fotosets gebruikt kunnen worden in een klas. Verder benadrukken ze om tegelijk de aanwezige diversiteit in de eigen klasgroep te ontdekken en het verband te leggen met gelijkenissen en verschillen in het verhaal van een kind dat verder weg leeft. Deze fotosets zijn dus een mooi middel om jonge kinderen op een correcte manier ken-nis te laten maken met een andere cultuur en hen deze te leren appreciëren. Ze dragen zeker bij tot een positieve beeldvorming over andere culturen.

Volgend schooljaar verschijnt een nieuwe fotoset: ‘Fanfan en Mitou’, twee Haïtiaanse kinderen. Wie hierop niet kan wachten, kan terecht bij Broederlijk Delen waar deze fotoset met handleiding een onderdeel vormt van de vastencampagne.

Beslist een aanrader.

Het aanbod fotosets- Mama Betty in Congo- Raichel in de Filippijnen- Abiba in Senegal

Telkens 12 foto’s (4 A3 en 8 A4) + handleiding voor € 6,50

Verkrijgbaar bij :Studio GloboOtletstraat 28/111070 [email protected]

voor leerkrachten zonder grenzen Recent verschenen : Burundi, Guatemala, Libië, Roemenië, Senegal/Gambia, Tanzania, TurkijeTe verwachten titels :China, Chili, Mali, Iran, Venezuela

Voor alle titels € 14,50 (oude stijl € 10,40)Jaarbonnement: 7 titels/ jaar voor € 99,00 (gratis verzending)Bestellen en meer info: www.11.be/winkel of 02/536 11 22

veralgemeningen of stereotypen doorprikt en bij kinderen werkt aan een meer genuanceerde beeldvorming.We werken met concrete voorbeelden, zoeken waaraan goede leermiddelen moeten voldoen en wisselen onderling ervaringen uit.

Je klas: een blik op de wereld

Er is een breed scala aan mogelijkheden om in de klas en op school mondiaal en intercultureel te leren: inspelen op de actualiteit, projectwerk, campagnes van ngo’s, fotomateriaal, boeken, voorwerpen, de dagelijkse omgang met je klasgroep,…In deze vorming plaatsen we die waaier aan mogelijkheden in een leerlijn en denken we na over een strategisch schoolbeleid terzake.Mondiaal en intercultureel leren gaat immers verder dan wat leerzaam amusement. Kinde-ren voorbereiden op de complexe wereld van vandaag is de grote uitdaging.

Kinderen en solidariteitsacties

Spelen we wel of niet in op solidariteitsacties? Hoe past dit binnen het opvoedingsproject van het net en van de school? Welke criteria helpen je kiezen tussen de waaier aan oproe-pen die een school krijgt? Wat kan vanaf welke leeftijd? Hoe zorg je ervoor dat het niet om een losse impuls gaat, maar past binnen een geïntegreerde visie?

Herken je je in deze vragen? Vanuit onze visie op wat goed mondiaal leren is, zoeken we samen met de deelnemers antwoorden op de concrete vragen in de groep.

Meer info : Studio Globo, 02/[email protected]

Page 20: Wereldreis maart 2008

Brazilië (Amazonas)

Thema : BOSBOUW

MAART 2008Geen tropisch hardhout in België. Houtkap is vooral bedoeld voor brandhout, vezelplaten,…

Maandelijkse lesbrief voor de basisschool bij de Wereldkalender van 11.11.11ISSN : 1375-2219 - 21ste jaargang, nummer 3