ECONOMISCHE NALEZINGEN EN BERICHTEN.

Welstand, nataliteit en kindersterfte te Rotterdam. Bij her tweede hummer van de nieuwe volgreeks der .Maand- cijfers, uitgegeven door her Centraal Bureau veer de Statistiek, is a]s aanhangsel gevoegd her vervolg van her onderzoek naar her verband tusschen welstand, nataliteit en kindersterfte, waarvan wij de uitkomsten met betrekking tot de gemeenten Amsterdam on Dordreeht destijds beknoptelijk hebben mede- gedeeld. Ditmaal betreffen de eijfers Rotterdam. Her resultaat is ook nu weder: bij klimmenden welstand dalende nataliteit en dalende kindersterfte; en ook thans weder zijn de versehillen veer de onderseheiden welstandsgroepen, ~ooral bij de kinder- sterfte, zeer belangrijk gelijk uit de onderstaande eijfers blijkt. Wij hebben daarin naast elkander geplaatst de uitkomsten veer Rotterdam en Dordrecht verkregen, die beis op dezelfde wijze zijn becijferd. Veer Amsterdam was een andere methode gevolgd, waardoor de cijfers niet reehtstreeks vergelijkbaar zijn. Wij verwijzen overigens veer de uiteenzetting van de gevolgde me~hode naar her werkje zelf dat tot den prijs van f 0.30 in den handel verkrijgbaar is.

Aa,ntal A a n t a l overledenen Wel- overledenen van 1 - - 4 j a a r p e r 100

s tands- A a n t a l beneden ' t j a a r leven4 geborenen groepen, geborenen per per 100 levend n a af t rek tier beneden

gezin, geborenen. ' t j a a r gestorvenen.

I. Dordrecht 5,76 18,11 12,58 Rotterdam 5,59 16,44 11,84

II. Dordrecht 5,68 17,39 10,4f~ Rotterdam 5,04 15,01 10,1~

III . Dordreeht 4,98 14,05 9,89 Rotterdam 4,18 13,85 9,1~1 Dordreeht 4,16 7,37 5,53

IV. l~otterdam 4,19 10,07 5,07

914

De uitkomsten van her onderzoek toonen voorts aan, dat. de gezinnen met 6 of meet kinderen minder talrijk zijn naarmate men groepen vau meer welvarenden besehouwt,_en dat, aan- gezien de mingegoede mannen wel, maar de mingegoede vrouwen niet vroeger huwen dan de meergegoede, de grootere nataliSeit der mingegoede klassen niet in jonger huwen der vrouw haar verklaring rindS.

Belangrijk zijn ook onderstaande eijfers welke doen zien, dar niet alleen de kindersterf~e daalt naarmate men gezinnen van grooteren welstand besehouwt~ maar in iedere welsta'ndsgroep boveudien naarmate de geziunen minder talrijk zijn. Op nieuw wordt hierdoor her nauwe verband tussehen den omvang der kindersterfte en dien der nataliteit in her licht gesteld.

Gezinnen me~ Wels tands - Pe rcen tages der 1--8 4 en 5 6 of meer

groepen, kindersterfte, kinderen, kinderen, ldnderen.

beneden her jaar . 18,88 14,71 16,86 1. van 1--4 jaar 6,99 8,37 12,09 beneden her jaar . 1~,77 10,82 16,03 IL vau l - - 4 jaar 4,64 7;95 11,29 beneden her jaar . 10,68 10,57 15,63

III . van 1--4 jaar 5,46 7,27 10,73 beneden her jaar . 2,85 7,73 13,45

IV. van ]--4, jaar 4,,41 3,72 6,02

Arbeidsbeurzen. Her derde jaarverslag van de Munehener gemeentelijke arbeidsbeurs getuigt opnieuw Van her kraehtig leven dezer jeugdige insteUing en van her groote nut dat, bij goede leiding, onpartijdige arbeidsbe.urzen vermogen te stiehten. De beurs ontving in 1898 54.994 aanvragen vail werklieden, waaronder 18.843 van vrouwen. Geplaatst werden 32.336 werk- lieden, een aantal hooger dan eenige arbeidsbeurs in Duitseh- land in 1898 kon aanwijzen. Her overeenkomstig eijfer beliep toeh te Berlijn 24,.141, Stuttgart 17.603, Keulen 16.371, Mannheim 14 966, Frankfort a/d Main 14.590, Karlsruhe 12.498 enz. Cijfers die sprekend mogen heeten.

De Munohener instelling staat in geregdd verkeer met 5 andere stedelijke ~rbeidsbeurzen in Beierea. In he~, in~erloeale verkeer werden door deze instelliug 6269 werklieden geplaatst, door de M.unehener beurs alleen 3869, waaronder 980 vrouwen.