Welkom op de website van onze Jenaplanschool - Talentenbeleid dec 2014 · Signalering van...
Transcript of Welkom op de website van onze Jenaplanschool - Talentenbeleid dec 2014 · Signalering van...
1
Talentenbeleid Montinischool December 2014
2
Inhoudsopgave
Voorwoord ................................................................................................................................. 3
Inleiding: .................................................................................................................................... 4
Visie en doelen van ons onderwijs ............................................................................................. 4
Visie op kinderen met talenten ................................................................................................... 4
Doel van het talentenbeleid ....................................................................................................... 5
Doelgroep ................................................................................................................................... 5
Hoogbegaafde leerlingen ........................................................................................................ 5
Begaafde leerlingen ................................................................................................................ 5
Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong ........................................................................... 5
Uitblinkers .............................................................................................................................. 6
Signalering ................................................................................................................................. 6
Signalering bij binnenkomst ................................................................................................... 6
Signalering tijdens de schoolloopbaan ................................................................................... 6
Signalering van onderpresteerders ......................................................................................... 6
Het resultaat van de signalering ............................................................................................. 6
Stroomdiagram talentenbeleid .................................................................................................... 8
Het onderwijs aan talentvolle kinderen ...................................................................................... 9
Kerndoelen en vaardigheidsdoelen ........................................................................................ 9
Versnellen ............................................................................................................................... 9
Compacten .............................................................................................................................. 9
Verrijken/verbreden ............................................................................................................. 10
Vaardigheden van (talentvolle) kinderen ............................................................................. 10
Voorwaarden en risico’s ....................................................................................................... 11
Uitvoering binnen de stamgroep .......................................................................................... 11
Uitvoering buiten de stamgroep ........................................................................................... 12
Eigenaarschap ........................................................................................................................... 12
Communicatie .......................................................................................................................... 12
Wat heeft de Montinischool al gerealiseerd ............................................................................. 12
Implementatieplan .................................................................................................................... 13
Wat moet er nog worden gedaan; het hoe en wat voor de toekomst. ................................... 13
3
Voorwoord Voor u ligt het talentenbeleidsplan van de Montinischool. De totstandkoming van dit beleidsplan is
een lange weg geweest. De eerste versie is bij het team en de medezeggenschapsraad (MR) in juni
2013 (!) ter tafel gekomen. Dankzij de kritische commentaren, de indringende gesprekken en
adviezen op de eerste paar versies vanuit -met name de oudergeleding van de MR- is er hard
gesleuteld aan dit beleidsplan. Intussen was het team in de praktijk bezig om belangrijke stappen te
zetten in het werken met de (hoog-) begaafde c.q. talentvolle kinderen. Het schrijven van het
beleidsplan en het werk met deze kinderen en ouders is hand in hand gegaan. Mede dankzij het feit
dat het talentenbeleid in de jaarplannen van de Montinischool al twee jaar hoog op de agenda stond
en het samen zoeken met ouders en kinderen naar de juiste weg bij de begeleiding van deze
kinderen, zijn we gekomen tot waar we nu zijn. We hebben zichtbare stappen gezet, waarbij we ons
realiseren dat we nog meer stappen moeten zetten in de verdere ontwikkeling van het beleid en de
uitvoering in de dagelijkse praktijk.
Dank aan de adviserende ouders, de collega’s uit de werkgroep ‘talentenbeleid’ en de externe
deskundigen, die hebben meegelezen en commentaar hebben gegeven. Een speciaal woord van dank
aan de interne begeleider van de Montinischool t.w. Marlies de Graaff. Zij heeft als ‘trekker’ van dit
beleidsplan een groot aandeel gehad in de uiteindelijke vorm van dit document alsmede de
begeleiding van de collega’s tijdens de uitvoering van het werken met talentvolle kinderen.
Wij staan open voor tips en tops, op- en aanmerkingen om ons talentenbeleid, maar vooral het
werken met talentvolle kinderen steeds beter te maken.
Charles van der Horst.
December 2014
4
Inleiding:
Om ervoor te zorgen dat (hoog)begaafde kinderen het onderwijs en de begeleiding krijgen die ze
nodig hebben, heeft de Montinischool de zorg voor deze getalenteerde leerlingen in een
weloverwogen en gestructureerde aanpak beschreven en vastgelegd. . Dit document biedt houvast
bij het herkennen van kinderen met talent(en), het herkennen en aanbieden van leerstrategieën bij
talentvolle kinderen en het bieden van afgestemd onderwijs en deskundige begeleiding.
In dit visiedocument hanteren we de termen ‘talenten en talentenbeleid‘.
Visie en doelen van ons onderwijs De Montinischool is een Jenaplanschool. Dit geven wij vorm vanuit onze visie op onderwijs aan
kinderen. Kinderen ontwikkelen zich door zichzelf te leren kennen, door hun relaties met anderen en
door hun ontmoeting met de wereld om hen heen. Wij willen kinderen begeleiden in hun oriëntatie
op de wereld. Het vergroten van kennis en vaardigheden op het gebied van lezen, schrijven, taal en
rekenen, evenals kunstzinnige vorming, wereldoriëntatie en bewegingsonderwijs is de basis van ons
onderwijs. Vanuit het werken met een ritmisch en evenwichtig weekplan dragen wij bij aan de totale
ontwikkeling van elk kind.
Wij willen kinderen uitdagen en motiveren om meelevend, creatief, kritisch, zingevend en elkaar
inspirerend actief te zijn. Wij willen kinderen met hoofd, hart, handen en plezier leren leren en
daarbij uitdagen om in de breedste zin prestaties te leveren welke zichtbaar worden in concrete
opbrengsten om daarna met trots te kunnen zeggen: ‘De opbrengst………. dat ben ik’.
Visie op kinderen met talenten De Montinischool begeleidt als Jenaplanschool kinderen in hun ontwikkeling, waardoor ze als
volwaardige wereldburger hun bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij. Jenaplan onderwijs wil
kinderen mens laten worden in relatie met de ander. Ieder mens heeft daarbij zijn eigen talenten en
mogelijkheden, die optimaal benut moeten worden. Om dit te realiseren willen we passend
onderwijs bieden aan elk kind. ‘Jenaplan’ en ‘passend onderwijs’ zijn grotendeels synoniem. Beide
begrippen gaan uit van optimale ontwikkelingsmogelijkheden voor elk kind, waarbij onderwijs op
maat geboden wordt.
Elk kind heeft één of meer talenten die binnen onze school tot bloei kunnen komen. Gedurende de
schoolloopbaan van alle kinderen bieden we kinderen de ruimte om bijzondere talenten te
ontdekken en te ontwikkelen waardoor ze in hun kracht worden gezet. Groepsleiders, ouders en
kinderen werken samen als het gaat om signalering van talenten (zie stroomdiagram talentenbeleid
Montinischool)
De begeleiding en ontwikkeling van talentvolle kinderen en met name de (hoog)begaafde kinderen
gaat niet vanzelf. Deze kinderen hebben specifieke begeleidingsbehoeften binnen de school,
waardoor wij ons richten op specifieke vaardigheidsdoelen bij deze kinderen. Wij zien als school dat
talentvolle kinderen vast kunnen lopen als gevolg van een onderwijsaanpak die niet uitdagend
genoeg is. In sommige gevallen is er sprake van relatief of absoluut onderpresteren (zgn.
onderpresteerders) waarbij het welzijn en de ontwikkeling in gedrang komen.
Wij vinden het van belang dat gedurende de schoolperiode op de Montinischool het kind laat zien
wat het in huis heeft en zich optimaal ontwikkelt. De Montinischool is een school waar alle kinderen,
inclusief meer- en hoogbegaafde kinderen zich thuis voelen, lekker in hun vel zitten, goed presteren
en een aanbod krijgen waardoor ze uitgedaagd worden en leren leren en leren denken.
5
Doel van het talentenbeleid Het talentenbeleid is succesvol wanneer alle kinderen met één of meer talenten optimaal
gesignaleerd en (h)erkend worden en een passend onderwijsaanbod krijgen waarin leerstof en
vaardigheidsdoelen op het kind zijn afgestemd. Vanuit dit aanbod worden de kinderen in de
gelegenheid gesteld om zich optimaal te ontplooien als individu, maar ook in relatie met andere
kinderen (Jenaplankernkwaliteit).
Om deze doelstellingen te bereiken richten we ons de komende vier jaar op:
• Groepsleiders hebben voldoende expertise om talentvolle kinderen in hun typeringen zoals
geschetst in de bijlage te herkennen en passend onderwijs te bieden vanuit een goede relatie
met kind en ouders.
• Er is een eenduidig beleid per vakgebied (taal, rekenen, begrijpend lezen) ten aanzien van
compacten, verrijken en verdiepen in onder- midden- en bovenbouw. Groepsleiders werken
volgens een helder stappenplan als het gaat om de keuzes die gemaakt worden ten aanzien
van het lesstofaanbod.
• Er is een eenduidig beleid ten aanzien van het verrijkingsaanbod buiten de groep waardoor
keuzes en opbrengsten voor het kind, de ouders en groepsleiders helder zijn.
• In de begeleiding van talentvolle kinderen vormen kindspecifieke vaardigheidsdoelen het
uitgangspunt van de keuzes die gemaakt worden.
In 2018 moet het talentenbeleid in zijn volle omvang geïmplementeerd zijn op de Montinischool.
Doelgroep Talentvolle kinderen zijn kinderen met één of meer talenten. Daarbinnen kan onderscheid gemaakt
worden tussen hoogbegaafde leerlingen, begaafde leerlingen, kleuters met een
ontwikkelingsvoorsprong en uitblinkers.
Hoogbegaafde leerlingen
Onder hoogbegaafde leerlingen verstaan we ten eerste de leerlingen waarbij intelligentieonderzoek
heeft aangetoond dat zij beschikken over capaciteiten op hoogbegaafd niveau, dat wil zeggen dat zij
een totaal IQ hebben van 130 of meer. Het gaat hier om circa 2,5 % van de bevolking. Ten tweede
zijn dit de leerlingen die kenmerken vertonen ( of eerder vertoonden) die passen bij
hoogbegaafdheid.
Begaafde leerlingen
Naast hoogbegaafde leerlingen, maken ook onze begaafde leerlingen deel uit van de doelgroep van
dit beleidsplan. Intelligentieonderzoeken spreken over capaciteiten op begaafd niveau bij een IQ
tussen de 115 en 130. Het gaat hier om circa 14% van de bevolking. Begaafde leerlingen presteren
over het algemeen goed over de gehele linie.
Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Ook kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong behoren tot de doelgroep van dit talentenbeleid. In
de ontwikkeling van het kind met een ontwikkelingsvoorsprong zijn al vroeg kenmerken te zien van
leer- en persoonlijkheidseigenschappen die later in toenemende mate kunnen worden herkend als
eigen aan (hoog)begaafde leerlingen.
6
Uitblinkers
Tot slot richt dit beleidsplan zich tevens op leerlingen die op een vakgebied uitblinken. Zij presteren
niet op alle domeinen bovengemiddeld, maar ontwikkelen zich op een specifiek domein bijzonder
goed.
Signalering Het vroegtijdig onderkennen van begaafdheid en bijbehorende onderwijsbehoeften van een leerling
is van wezenlijk belang. ( zie stroomdiagram)
Om te bepalen of een kind extra ondersteuning nodig heeft is een belangrijke rol weggelegd voor de
stamgroepleider die nauw samenwerkt met het kind, de ouders en de intern begeleider. De
groepsleiders verdiepen zich in de materie en de problematiek van bijzonder talentvolle kinderen en
scholen zich jaarlijks bij. Goed onderwijs geven aan talentvolle kinderen begint bij de erkenning dat
deze kinderen een bijzondere pedagogische en didactische benadering nodig hebben, zodat
onderwijs op maat geboden kan worden. In de bijlage van dit document is een uitgebreide
inhoudelijke toelichting te vinden die praktisch te gebruiken is door de stamgroepleiders. In het
stroomdiagram is de procedure schematisch weergegeven.
Signalering bij binnenkomst
Bij binnenkomst zijn er verschillende bronnen waar de informatie over het kind vandaan komt:
- de voorschoolse opvang
- de ouders (intakegesprek)
- de eerste indruk van de groepsleider
Signalering tijdens de schoolloopbaan
Tijdens de schoolloopbaan zijn eveneens meerdere bronnen van belang
- resultaten leerlingvolgsysteem
- leereigenschappen van kinderen
- Informatie van ouders
- Informatie van het kind
- observaties groepsleider
- signaleringslijst (DigitaalHandelingsProtocol)
Signalering van onderpresteerders
Het is van belang om onderpresteerders tijdig te herkennen en de begeleiding te geven die ze nodig
hebben. Ook hiervoor zijn weer meerdere informatiebronnen beschikbaar:
- kenmerkenlijst onderpresteerders
- observaties groepsleider
- resultaten leerlingvolgstysteem
- informatie van ouders
- informatie van kind
- zo nodig aanvullend onderzoek
- Digitaal Handelings Protocol
Het resultaat van de signalering
Door een goede signalering worden de onderwijsbehoeften in kaart gebracht worden. In sommige
gevallen is nadere diagnostiek noodzakelijk en wordt een extern onderzoek in gang gezet.
Vervolgens wordt een plan van aanpak opgesteld door groepsleider, Iber, ouders en het kind. Dit
doen we aan de hand van o.a. de volgende vragen:
7
- Welk niveau van leerstof kan de leerling aan?
- Op welk gebied moet een individuele leerlijn aangeboden worden?
- Is de leerling gemotiveerd om te presteren?
- Kan de leerling zelfstandig werken en welke factoren lijken dit te beïnvloeden?
- Kan de leerling planmatig en doelgericht werken en problemen oplossen?
- Wordt het denken van de leerling gekenmerkt door creatieve probleemoplossing?
- Is de leerling flexibel in zijn denken?
- Welke extra stof wordt aangeboden om de talenten en vaardigheden van het kind verder te
ontwikkelen?
- Wat wordt aangeboden om de vaardigheden van het kind extra te ondersteunen?
- Spelen er risicofactoren die het plezier in naar school gaan of het zelfbeeld beïnvloeden?
- Spelen er externe risicofactoren in de omgang met anderen?
8
Stroomdiagram talentenbeleid
9
Het onderwijs aan talentvolle kinderen
Kerndoelen en vaardigheidsdoelen
Het is duidelijk dat de kerndoelen behaald moeten worden. Een school is wettelijk gebonden aan
deze verplichting, maar daarbinnen zijn behoorlijk wat keuzemogelijkheden. De belangrijkste
hiervan zijn niveau en snelheid.
We streven ernaar om kinderen binnen of buiten de stamgroep zoveel mogelijk te clusteren zodat ze
in de gelegenheid zijn om samen te werken, zowel met geestverwanten als ook met kinderen die op
een ander niveau functioneren. Verschillen binnen de stamgroep en binnen de school zijn algemeen
geaccepteerd.
Een begaafde leerling kan veelal in kortere tijd de kerndoelen behalen doordat hij sneller door de
opdrachten gaat en doordat de lesstof zo mogelijk compact wordt aangeboden. De onderwijstijd die
vrijkomt door het compact maken van de leerstof wordt benut om specifiek aandacht te besteden
aan de vaardigheidsdoelen. Deze vaardigheidsdoelen zijn:
- jezelf motiveren
- omgaan met je overtuigingen
- je geheugen goed gebruiken
- zelfstandig werken
- samenwerken
- omgaan met frustraties
- het opsporen en oplossen van hiaten
- leren leren
Deze vaardigheidsdoelen komen binnen de stamgroep , maar ook buiten de stamgroep aan bod
middels extra verrijkingsactiviteiten.
Versnellen
Slechts bij hoge uitzondering kiezen we ervoor om het kind versneld door de lesstof te laten gaan. Dit
gebeurt altijd in nauw overleg met de groepsleider, ouders, kind en IBer. Bij voorkeur kiezen we
ervoor om de aangeboden stof te verdiepen of te verbreden. Als wordt besloten tot het versnellen
van de lesstof hoeft dit in principe niet te betekenen dat een kind ook in een andere stamgroep
terecht komt doordat onze stamgroepen al heterogeen van opzet zijn. Soms kan het wel betekenen
dat een kind naar een andere bouw gaat. Dan wordt extra goed gekeken of het kind sociaal
emotioneel voldoende ontwikkeld is om met oudere kinderen om te gaan. In het geval dat wordt
gekozen voor versnelling wordt de versnellingswenselijkheidslijst ingevuld door de stamgroepleider
en de IBer. Het resultaat wordt met ouders en kind besproken.
Compacten
In overleg met de IBer wordt bekeken of een kind de leerstof compact aangeboden kan krijgen. Het
betreft dan voornamelijk reken- en spelling activiteiten. Dit betekent dat de oefenstof wordt
verminderd terwijl hetzelfde kennisniveau wordt behaald.
Omdat op de Montinischool projectmatig gewerkt wordt en taalopdrachten ook zijn verweven in de
projecten kunnen kinderen voor taal, begrijpend lezen en WO goed op een eigen niveau werken. De
groepsleider moet kritisch bekijken of het geleverde werk past bij het niveau van het kind.
10
Verrijken/verbreden
Er zijn er tal van extra verrijkingsactiviteiten die binnen de school worden aangeboden. De
vaardigheidsdoelen bepalen de keuze van de activiteiten. Bij het aanbod van de
verrijkingsactiviteiten buiten de groep kiezen we voor een heterogeen samengestelde groep
bestaande uit meer- en hoogbegaafde kinderen, zodat het leren en omgaan van en met elkaar
centraal staat.
Kinderen kunnen buiten de groep in aanmerking komen voor:
- Spaans
- Wiskunde
- Techniek
- Schaken
- Creatieve techniek
- De werkgroep talenten is bezig om het activiteiten aanbod uit te breiden. Het aanbod wordt
deels verzorgd door ouders en vrijwilligers.
Binnen de groep bieden de methodes extra verrijking voor:
- Rekenen
- Wereld oriëntatie (projecten worden o.a. vormgegeven middels meervoudige intelligentie
kaarten)
- Spelling
- Computer (Acadin)
- Taal
- Begrijpend lezen
- Leren leren
- Kant en klaar plus
Het gevaar dat kan ontstaan bij verrijking is polarisering. Dit betekent dat alleen ingezet wordt op het
oefenen en verder ontwikkelen van de reeds sterke kanten. De leerling kan dan een onrealistisch
zelfbeeld creëren en denken dat hij in alles goed is.
Als een kind onder zijn niveau werkt zal het geen leer strategieën aan hoeven te leren om de
aangeboden stof te beheersen. In de praktijk blijkt dan later dat het kind bij grote hoeveelheden of
extra lastige leerstof niet heeft geleerd hoe daar mee om te gaan.
Het allerbelangrijkste voor leerlingen is het aanleren van executieve vaardigheden. Gebruik leren
maken van leer- en denkpotentie.
Vaardigheden van (talentvolle) kinderen
Het algemene beeld is dat een talentvol kind vanzelf zijn schoolloopbaan doorloopt. Hij of zij is
immers getalenteerd en dus intelligent en maakt zich alle leerstof zonder al te veel moeite eigen.
Deze redeneringen hoor je niet zo snel bij talentvolle kinderen die een specifiek talent hebben (sport,
muziek, dans, tekenen enz.), maar wel als het over (hoog)begaafde kinderen gaat. Toch blijkt dat juist
talentvolle kinderen specifieke vaardigheden moeten trainen en ontwikkelen.
De belangrijkste vaardigheden zijn:
- Omgaan met frustratie, uitdaging en doorzettingsvermogen kweken; Veel dingen komen
aanwaaien waardoor je niet gewend raakt aan frustratie en geen doorzettingsvermogen
kweekt.
- Uit het hoofd leren: als iets je interesseert onthoud je het vanzelf, maar wat als het je niet
interesseert? En wat als de hoeveelheid te leren stof ineens groter is dan je gewend was?
- Zelfstandig werken: Soms speelt faalangst, het verlies van motivatie of minder goed
ontwikkelde executieve functies een belemmerende rol bij het zelfstandig werken.
- Omgaan met faalangst: Faalangst is vaak het gevolg van een combinatie van een negatief
zelfbeeld, een hoge mate van perfectionisme en het ontbreken van de juiste werk- en
11
leerstrategieën. Faalangst kan bij (hoog)begaafde kinderen al heel jong ontstaan omdat zij
eigenlijk nauwelijks een inspanning hoeven te leveren om succesvol te zijn. Daardoor
ontbreekt de noodzaak van het aanleren van goede werk- en leerstrategieën, vermindert het
taakbewustzijn en bouwen zij nauwelijks of geen spanningsboog op. Op het moment dat de
leerling dan een taak moet verrichten waarbij deze vaardigheden wel vereist zijn, ontstaat
een probleem.
- Samenwerken: (hoog)begaafde leerlingen hebben zelf vaak een bijzonder goede analyse
gemaakt en een mooie oplossing voor een probleem. Wat doe je als er ineens anderen zijn
die ook iets in willen brengen? Hoe kom je samen tot een oplossing?
- Zelfreflectie: Het kan zijn dat een slim kind een vertekend beeld heeft van zichzelf, waarbij
het lijkt dat hij in alles goed is. Hoe omgaan met sterke en zwakke kanten?
- Onderzoeksvaardigheden: Hoe zoek je doelgericht nieuwe informatie op zonder te blijven
hangen in de kennis die je al hebt?
- Inzet en verzorgd werk leveren: Het maakt niet uit hoe slim je bent, als je maar laat zien dat
je inzet optimaal is. We benadrukken een levenshouding waarin ‘je best doen’ het
allerbelangrijkste is. De kwaliteit en verzorging van het werk zal daardoor positief beïnvloed
worden.
Voorwaarden en risico’s
Voorwaarde is wel dat kinderen zich verbinden aan de gekozen activiteit en bijbehorende
opdrachten of huiswerk. Bovendien mag de keuze niet ten koste van het reguliere schoolwerk gaan.
Voorts is het van belang dat van tevoren doelen gesteld zijn aan de inhoud van de activiteit. Die
kunnen per kind verschillend zijn doordat verschillende vaardigheden worden aangesproken.
Het is belangrijk dat er een lijn zit in de verrijkingsprogramma’s. Voor alle partijen moeten de doelen
helder zijn, zodat wordt voorkomen dat de activiteiten ontaarden in een soort bezigheidstherapie
voor talentvolle leerlingen.
Uitvoering binnen de stamgroep
In de groep is het van belang dat de stamgroepleider goed om kan gaan met verschillen door:
- Ruimte binnen het bestaande programma te creëren zowel in tijd als inhoudelijk
- De kinderen leren zelfstandig werken: Binnen onze school is er een duidelijke lijn van kleuter-
naar bovenbouw. Jonge kinderen leren plannen op het planbord in de groep. In de
middenbouw leren kinderen met een dag- en weektaak te werken en wordt de
zelfstandigheid en zelf verantwoordelijkheid vergroot. In de bovenbouw werken kinderen
met een agenda en maken onder begeleiding hun eigen planning voor de week. In de
midden- en bovenbouw hebben kinderen zicht op de vorderingen van hun werk doordat ze
zelf leren nakijken en het gemaakte werk afkruisen. Op deze manier leren kinderen om zelf
tijd te creëren waarin extra activiteiten gepland kunnen worden. Daarnaast wordt aan
kinderen geleerd om te kunnen omgaan met uitgestelde aandacht doordat er aan diverse
groepjes kinderen instructie wordt gegeven op een dag en zelfstandig werken dus een
voorwaarde is.
- Acceptatie en integratie te creëren binnen de groep
Binnen ons jenaplan onderwijs staan verschillen centraal. Kinderen leren vanaf de
kleutergroepen al dat er binnen de groep grote verschillen zijn. Respect en waardering voor
elkaar wordt binnen de stamgroep, maar ook binnen de school als leefgemeenschap
aangeleerd.
- De lesstof gedifferentieerd aan te bieden.
Omdat onze stamgroepen heterogeen van opzet zijn, moeten de stamgroepleiders vaardig
zijn in het bieden van een gedifferentieerde instructie.
12
Uitvoering buiten de stamgroep
Sommige activiteiten worden buiten de groep georganiseerd . Het gaat hierbij om activiteiten die
begeleid worden door een ouder, een vrijwilliger of een leerkracht die daar speciaal voor is vrij
geroosterd. Er is binnen de Montinischool geen sprake van een plusgroep. De groep kinderen die
buiten de stamgroep een extra aanbod krijgt varieert per onderdeel. Bij het maken van de juiste
keuzes houden we rekening met:
- De wensen van het kind
- De gestelde doelen voor het kind
- De extra ruimte binnen het reguliere programma voor het kind
- Het feit dat ieder kind talenten heeft die door specifiek en passend aanbod beter ontwikkeld
kunnen worden.
Eigenaarschap Binnen onze school vinden we het belangrijk dat het talentenbeleid door meerdere mensen
gedragen wordt. Vanuit het team is een talentenwerkgroep werkzaam die de uitvoering en
ontwikkeling van het talentenbeleid initieert en stimuleert binnen de school. De opzet van deze
groep is gestart met vertegenwoordigers uit de bovenbouw, omdat deze groepsleiders en beide IB-
ers de opleiding Talentenbegeleider bij Novilo hebben gevolgd. Vanaf het schooljaar 2015-2016
nemen vertegenwoordigers van alle bouwen deel aan de werkgroep. Dit zorgt voor draagkracht
binnen de organisatie en voor continuïteit op de lange termijn. Vanaf het schooljaar 2014-2015
worden alle groepsleiders geschoold. Alle groepsleiders worden betrokken bij het talentenbeleid en
de uitvoering ervan. Dit wordt jaarlijks vastgelegd in het jaarplan van de school.
Ook ouders en kinderen zijn belangrijke partners in het geheel. Feedback is welkom en wordt zo
mogelijk omgezet in acties, maar wordt niet leidend in het geheel.
Communicatie Een goede communicatie binnen het team en naar de ouders is van wezenlijk belang voor het
welslagen van het talentenbeleid. Teamleden moeten goed op de hoogte gehouden worden van de
ontwikkelingen en betrokken worden in de besluitvorming. In het proces van de verdere
ontwikkeling van het talentenbeleid willen we de betrokkenheid van ouders vergroten. Ouders van
talentvolle kinderen zijn een belangrijke informatiebron en ‘critical friend’ bij het vormgeven van het
talentenonderwijs door het team binnen het vastgestelde beleid. Om de ouderbetrokkenheid bij het
talentenbeleid te vergroten organiseert de school jaarlijks een bijeenkomst om het talentenbeleid en
de uitvoering ervan samen te toetsen op haalbaarheid. Vanzelfsprekend wordt het beleidsplan in de
MR besproken. Alle ouders worden op de hoogte gehouden via het Montininieuws.
Wat heeft de Montinischool al gerealiseerd
De top 5 van gerealiseerde doelstellingen:
- Groepsleiders herkennen talentvolle kinderen binnen hun groep
- Groepsleiders zijn in staat om de kindkenmerken in beeld te brengen en zijn in staat om dit
te vertalen naar de onderwijsbehoeften van het kind.
- IBers en bovenbouwgroepsleiders hebben een vierdaagse scholing gevolgd bij Novilo.
- Alle teamleden hebben deelgenomen aan meerdere interne studiedagen verzorgd door
interne en externe deskundigen.
13
- Directie en de werkgroep talentenbeleid hebben een extern netwerk opgebouwd.
Voor de beschrijving en verantwoording van de realisatie van de doelstellingen verwijzen we naar de
jaarverslagen van de Montinischool.
Implementatieplan
Wat moet er nog worden gedaan; het hoe en wat voor de toekomst.
Het talentenbeleid wordt de komende schooljaren nog verder ontwikkeld en daarmee het ingezette
schoolbeleid met specifieke aandacht voor talentvolle kinderen voortgezet. Dit vraagt om een
planmatige aanpak van de uitwerking van het beleid. Het jaarplan van de Montinischool is daarbij het
instrument om deze ontwikkeling te waarborgen en in beeld te houden. Jaarlijks worden deze
ontwikkelactiviteiten in het jaarplan opgenomen en in het jaarverslag verantwoord. De komende vier
jaar richten we ons daarbij op de onderstaande aspecten. In het jaarplan wordt de concretisering van
doelstellingen en activiteiten verwoord en verantwoord.
De scholing en inzet van externe deskundigen is gericht op de vergroting van kennis, vaardigheden en
attitude bij alle groepsleiders van de Montinischool. Deze scholing en de inzet van externe
deskundigen wordt ook in het jaarplan gepland en in jaarverslag verantwoord. Het herkennen,
begeleiden van talentvolle kinderen en hen een passend onderwijs aanbieden moet door alle
groepsleiders uitgevoerd kunnen worden. Zij worden daarbij ondersteund door de opgeleide
talentbegeleiders, de IB-er en door externe deskundigen, die ingehuurd worden.
• Jaarplan
o in het jaarplan worden de doelen en activiteiten op een of meerdere domeinen
vanuit het talentenbeleid vastgesteld en expliciet opgenomen in de cyclus van de
plan-do-check-act fasen:
• Scholing
o het scholingsbeleid is gericht op de ontwikkeling van de deskundigheid van de
talentbegeleiders, IB-ers en groepsleiders. In eerste instantie richt de scholing zich op
de talentbegeleiders en IB-ers (externe scholing)
o De talentbegeleiders en IB-ers dragen hun opgedane kennis over op de overige
teamleden tijdens studiedagen en bij de begeleiding van groepsleiders in hun
onderwijs aan talentvolle kinderen in de groepen (interne scholing)
• Inzet van deskundigen
o De inzet van externe deskundigen richt zich op
� scholing van het team als geheel (studiebijeenkomsten: zie jaarplan)
� de ondersteuning van individuele groepsleiders bij de begeleiding van
talentvolle kinderen in de groep (op afroep)
� de ondersteuning van de talentbegeleiders, IB-ers en directie als externe
talentdeskundige (Novilo) en als ‘critical friend’ bij de uitvoering en bij de
verdere ontwikkeling van het talentenbeleid.
14
De jaarlijkse keuzes over het wát en hoe voor de toekomst worden in het jaarplan van de school
geconcretiseerd en vastgelegd en in het jaarverslag verantwoord. Het doel van het talentenbeleid
(wat willen we met het talentenbeleid bereiken) zal bij het maken van de keuzes de leidraad zijn.
Het is onmogelijk om van tevoren te voorzien hoe onze school er over een aantal jaren uit zal zien.
Hoewel er een vier jaren plan is geformuleerd zal het goed mogelijk zijn dat tussentijds bijsturen
noodzakelijk is. Hierbij is het van belang om te realiseren dat rust, duidelijkheid en vertrouwdheid
soms belangrijker zijn dan constant ingaan op nieuwe ontwikkelingen. De onrust die veel verandering
geeft kan meer consequenties hebben dan een systeem dat nog niet optimaal functioneert. Een
goed pedagogisch klimaat waarbij regels en afspraken veiligheid en zekerheid bieden is daarbij
leidend.
We kiezen ervoor om de volgende intervallen aan te houden:
- Bijsturen doelen: elk jaar (zie schoolplan)
- Bijsturen beleid: om de vier jaar herijken (zie jaarplan)
- Bijsturen uitvoering: elk halfjaar (halfjaarlijkse tussentijdse evaluatie)