Weet hoe je leeft! - Vakoverschrijdend werken · 2018-09-04 · 3 Hoofdstuk 1: Op onderzoek bij...
Transcript of Weet hoe je leeft! - Vakoverschrijdend werken · 2018-09-04 · 3 Hoofdstuk 1: Op onderzoek bij...
1
Weet hoe je leeft!
Eet jij altijd gezond? Wat gebeurt er met al die calorieën in je lichaam? Hoe zit het met jouw BMI en lengtegroei? Hoeveel energie verbrand je op een dag?
2
Symbolen in de cursus
Biologie
Wiskunde
Chemie
Aardrijkskunde
L.O.
Inhoudstafel Hoofdstuk 1: Op onderzoek bij jezelf ...................................................................................................... 3
1.1. Aanpak ..................................................................................................................................... 3
1.2. De toestand van mijn lichaam ................................................................................................. 4
Hoofdstuk 2: Wat zeggen onze lengtegroei en BMI over ons lichaam? ................................................. 5
2.1. Lengtegroei grafisch interpreteren en voorspellen ................................................................ 5
2.2. BMI berekenen en grafisch voorstellen ................................................................................ 12
2.3. Betekenis BMI en lengtegroei ............................................................................................... 17
2.4. De toestand van mijn lichaam ............................................................................................... 20
Hoofdstuk 3: Wat heeft voeding met het lichaam te maken? .............................................................. 21
3.1. Calorieën en Joule ................................................................................................................. 21
3.2. Voedingsbestanddelen .......................................................................................................... 24
3.3. Gezonde voeding .................................................................................................................. 32
3.4. Eetstoornissen ....................................................................................................................... 35
3.5. Mijn eetgewoonten ............................................................................................................... 37
Hoofdstuk 4: Welke invloed heeft sporten op het lichaam? ................................................................ 41
4.1. Verband tussen voeding en lichaamsbeweging .................................................................... 41
4.2. Mijn lichaamsbeweging ......................................................................................................... 43
Hoofdstuk 5: Schadelijke invloeden ...................................................................................................... 46
Hoofdstuk 6: Besluit .............................................................................................................................. 47
6.1. Besluiten in verband met mijn lichaam ................................................................................. 47
3
Hoofdstuk 1: Op onderzoek bij jezelf 1.1. Aanpak Gezond leven, iedereen heeft er al veel over gehoord.
Je moet veel groenten en fruit eten, je mag niet snoepen, fast food is slecht voor de gezondheid, je
mag niet te veel frisdrank drinken, je drinkt best 1,5 liter water per dag en je gaat daarbij liefst ook
sporten. Tips zoals deze kunnen we blijven opsommen.
Ondertussen weten we wel wat we moeten doen om gezond te leven maar toch doen we dat niet
altijd. In dit thema onderzoeken we de lengte, het gewicht en de BMI van het menselijk lichaam. Ook
de onderwerpen voeding en lichaamsbeweging komen aan bod.
We laten telkens ruimte vrij aan jou om na elk hoofdstuk je eigen lichaam, eetgewoonten en
lichaamsbeweging onder de loep te nemen.
4
1.2. De toestand van mijn lichaam
a) Is jouw lichaam gezond, denk je dat je overgewicht hebt?
b) Eet je gezond?
c) Heb je voldoende lichaamsbeweging?
5
Hoofdstuk 2: Wat zeggen onze
lengtegroei en BMI over ons lichaam? 2.1. Lengtegroei grafisch interpreteren en voorspellen 2.1.1. Lengtegroei in Vlaanderen In 2004 heeft het laboratorium voor Antropogenetica (= studie van erfelijkheid en het daaruit tot
stand komen van lichamelijke en psychische kenmerken) van de Vrije Universiteit Brussel
representatieve groeicurven opgesteld. Het gaat hier om de lengtegroei, groeisnelheid en gewicht bij
jongens en meisjes van 3,5 tot 19 jaar. Wij gaan ons focussen op lengtegroei en groeisnelheid.
Bestudeer de twee onderstaande grafieken in verband met groeisnelheid aandachtig.
Grafieken groeisnelheid
Meisjes
Jongens
6
Op de grafiek zie je meerdere lijnen P3, P10, P50 … . We noemen dit percentiellijnen. Als je de
groeisnelheid van een veertienjarige jongen bekijkt op de percentiellijn 50, dan vinden we daar een
groeisnelheid van 7 cm/jaar. Percentiellijn 50 wilt zeggen dat 50% van de veertienjarige jongens een
kleinere groeisnelheid heeft dan 7 cm/jaar.
Interpreteer de grafieken aan de hand van de onderstaande vragen.
a) Bekijk P75 bij elfjarige jongens, welke groeisnelheid vind je? Wat betekent P75?
6 cm/jaar. 75% van de elfjarige jongens heeft een kleinere groeisnelheid dan 6cm per jaar.
b) Stel dat ze dit onderzoek hebben uitgevoerd bij 1500 meisjes. Hoeveel achtjarige meisjes
hebben een kleinere groeisnelheid dan 5 cm/jaar?
25 % van de achtjarige meisjes heeft een kleinere groeisnelheid dan 5 cm/jaar. 25% van 1500 is
375. 375 van de 1500 elfjarige meisjes hebben een kleinere groeisnelheid dan 5 cm/jaar
c) Bij het begin van de puberteit krijgen jongens en meisjes een groeischeut. Wanneer vindt de
puberteit plaats bij de meisjes? Wanneer bij de jongens?
Bij meisjes in hun 11de jaar en bij jongens in hun 13e jaar.
7
Grafieken lengtegroei
8
9
Interpreteer de grafieken aan de hand van de onderstaande vragen.
d) Bekijk P50 bij negentienjarige jongens, welke lengte vind je? Wat betekent dat?
1 meter 80. 50 % van de negentienjarige jongens is kleiner dan 1 meter 80 op negentienjarige
leeftijd.
e) Wat kan je zeggen over het gewicht van meisjes op hun 16 jaar als je kijkt naar de uiterste
waarden (P97 en P3)?
3 % van de meisjes weegt minder dan 44 kg op 16-jarige leeftijd en 3 % weegt meer dan 82 kg op
16-jarige leeftijd.
f) De grafiek over de lengte is eerst steiler bij de meisjes dan bij de jongens. Hoe komt dit?
Meisjes starten vroeger met hun puberteit en krijgen vroeger hun groeischeut dan jongens.
10
2.1.2. Lengte voorspellen Je zult je lengte nooit exact kunnen voorspellen. Toch bestaan er enkele
formules om de verwachte eindlengte van een persoon bij benadering te
voorspellen. De meeste formules baseren zich op de lengte van de ouders,
zoals onderstaand voorbeeld.
𝑦𝑍 =𝑥V+ 𝑥M+13
2+ 3
𝑦𝐷 =𝑥V + 𝑥M − 13
2+ 3
𝑥V = Lengte vader in cm.
𝑥M = Lengte moeder in cm.
𝑦Z = Lengte zoon in cm.
𝑦D = Lengte dochter in cm.
Los onderstaande vraagstukken op.
a) Bereken de verwachte eindlengte van een zoon en een dochter als je weet dat de vader 1,90 m groot is en de moeder 1,71 m groot is.
𝑦𝑍 =𝑥V + 𝑥M + 13
2+ 3 = 𝑦𝑍 =
190 𝑐𝑚 + 171 𝑐𝑚 + 13
2+ 3 = 190𝑐𝑚 = 1,90𝑚
𝑦𝑀 =𝑥V + 𝑥M − 13
2+ 3 = 𝑦𝑀 =
190 𝑐𝑚 + 171 𝑐𝑚 − 13
2+ 3 = 177𝑐𝑚 = 1,77𝑚
De zoon zal 1,90 meter groot worden en de dochter 1,77 meter groot.
b) Bereken de verwachte eindlengte van een zoon en een dochter als je weet dat de vader 1,82 m
groot is en de moeder 1,69 m groot is. Hoe komt het dat de zoon exact 3 cm groter is dan zijn vader
en de dochter exact 3 cm groter dan haar moeder?
𝑦𝑍 =𝑥V + 𝑥M + 13
2+ 3 = 𝑦𝑍 =
182 𝑐𝑚 + 169 𝑐𝑚 + 13
2+ 3 = 185𝑐𝑚 = 1,85 𝑚
𝑦𝑀 =𝑥V + 𝑥M − 13
2+ 3 = 𝑦𝑀 =
182 𝑐𝑚 + 169 𝑐𝑚 − 13
2+ 3 = 172𝑐𝑚 = 1,72 𝑚
De zoon zal 1,85 meter groot worden en de dochter 1,72 meter groot.
Het lengteverschil tussen de vader en de moeder bedraagt exact 13 cm. Aangezien we er de helft
van 13 bij een zoon optellen en bij een dochter aftrekken bekomen we de lengte van de vader bij
de zoon en de lengte van de moeder bij de dochter. Enkel de +3 van de formule wordt er nog bij
opgeteld.
Opbouw van de formule:
In deze formule wordt het gemiddelde berekend van
de lengte van de vader en de lengte van de moeder.
De + 13
2 en de −
13
2 worden opgeteld bij de zoon en
afgetrokken bij de dochter omdat het gemiddelde
lengte verschil tussen mannen en vrouwen gelijk is aan
13 cm. De mens wordt bovendien veel langer
doorheen de tijd. Vroeger waren we kleiner. De +3 in
de formule is de verwachte lengte toename voor de
komende generatie.
11
Eigenlijk kunnen we de formule vereenvoudigen.
𝑦𝑍 =𝑥V+ 𝑥M
2+ 6,5 + 3 en 𝑦𝑀 =
𝑥V+ 𝑥M
2− 6,5 + 3
𝑦Z = 𝑥 + 9,5 en 𝑌M = 𝑥 − 3,5 (𝑥 stelt het gemiddelde voor van de lengte van de vader en de
moeder).
c) Neem een man die 1,85 m groot is. Hoe groot moet zijn vrouw minstens zijn, opdat hun zonen
volgens deze formules boven 1,90 m zullen uitgroeien?
𝑦𝑍 =185 𝑐𝑚+ 𝑥
2+ 9,5 > 190 𝑐𝑚 ⇔ 𝑦𝑍 = 185 𝑐𝑚 + 𝑥 > 2 . (190 𝑐𝑚 − 9,5)
⇔ 185 𝑐𝑚 + 𝑥 > 361 𝑐𝑚 ⇔ 𝑥 > 361 𝑐𝑚 − 185 𝑐𝑚 ⇔ 𝑥 > 176 𝑐𝑚
De moeder moet groter zijn dan 1,76 meter opdat hun zonen boven 1,90 meter zullen uitgroeien.
d) Bereken het onderlinge verband tussen de lengte van een vader (𝒙V) en een moeder (𝒙M) opdat
hun dochter groter zal zijn dan haar moeder.
𝑦𝐷 =𝑥V + 𝑥M
2− 3,5 > 𝑥M ⇔ 𝑥𝑉 + 𝑥𝑀 > 2 . (𝑥𝑀 + 3,5) ⇔ 𝑥𝑉 + 𝑥𝑀 > 2𝑥𝑀 + 7
⇔ 𝑥𝑉 − 𝑥𝑀 > 7
Het lengteverschil tussen vader en moeder moet minstens 7 cm zijn.
e) Bereken het onderlinge verband tussen de lengte van een vader (𝒙V) en een moeder (𝒙M) opdat
hun zoon groter zal zijn dan zijn vader.
𝑦𝑍 =𝑥V + 𝑥M
2+ 9,5 > 𝑥V ⇔ 𝑥𝑉 + 𝑥𝑀 > 2 . (𝑥𝑉 − 9,5) ⇔ 𝑥𝑉 + 𝑥𝑀 > 2𝑥𝑉 − 19
⇔ −𝑥𝑉 + 𝑥𝑀 > −19 ⇔ 𝑥𝑉 − 𝑥𝑀 < 19
Het lengteverschil tussen vader en moeder moet kleiner zijn dan 19 cm.
12
2.2. BMI berekenen en grafisch voorstellen Om te weten of je te dik of te dun bent heeft men jarenlang gebruik gemaakt van de BMI of Body
Mass Index. Deze index geeft de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weer. De
formule om de BMI te berekenen kunnen we enkel gebruiken voor volwassenen of jongeren die
ouder zijn dan 16 jaar. De verhoudingen tussen gewicht en lengte zijn anders bij kinderen en
jongeren die nog volop in hun groeiproces zitten.
We gebruiken de BMI dus om te kijken of we overgewicht of ondergewicht hebben. De Body Mass
Index wordt ook wel de Quételet-index genoemd, naar de Gentenaar Adolphe Quételet (1796 –
1874), die in 1835 een werk publiceerde over de ‘gemiddelde’ mens.
Formule:
𝐵𝑀𝐼 =𝑔𝑒𝑤𝑖𝑐ℎ𝑡 (𝑘𝑔)
𝑙𝑒𝑛𝑔𝑡𝑒2 (𝑚2)
a) Bereken de BMI van Peter die 170 cm meet en 65 kg weegt.
𝐵𝑀𝐼 =65 𝑘𝑔
(1,70 𝑚 )2= 22,49
b) Bereken je eigen BMI.
c) Vergelijk je resultaat met de volgende tabel, wat kan je besluiten?
BMI < 18 ondergewicht
18 ≤ BMI < 25 normaal gewicht
25 ≤ BMI < 27 neiging tot overgewicht
27 ≤ BMI < 30 overgewicht
30 ≤ BMI < 40 zwaarlijvigheid (obesitas)
40 ≤ BMI ernstige obesitas
13
Bij een te lage of te hoge BMI-waarde is je gezondheid in gevaar. Aan je lengte kan je niet veel
veranderen, dus dan zal je jouw gewicht moeten veranderen (vermageren of verdikken).
De lichaamslengte wordt een constante, 𝑘. Het gewicht wordt de veranderlijke 𝑥 en de BMI 𝑦.
We krijgen de volgende eerstegraadsfunctie.
Formule:
𝑦 =𝑥
𝑘2
d) Peter (170 cm, 65 kg) wil weten wat zijn minimum en maximum ‘normaal’ gewicht is. Bepaal dit
grafisch met je rekentoestel.
𝒚 = 𝒙
(𝟏,𝟕)𝟐 𝒚1 = 𝟏𝟖 𝒚2 = 𝟐𝟓
Minimum normaal gewicht: 52,02 kg.
Maximum normaal gewicht: 72,25 kg.
e) Los dit ook algebraïsch op.
Minimum normaal gewicht: 𝟏𝟖 =𝒙
𝟏,𝟕𝟐 ⇔ 𝒙 = 𝟏𝟖 . (𝟏, 𝟕)𝟐 = 𝟓𝟐, 𝟎𝟐 kg.
Maximum normaal gewicht: 𝟐𝟓 =𝒙
𝟏,𝟕𝟐 ⇔ 𝒙 = 𝟐𝟓 . (𝟏, 𝟕)𝟐 = 𝟕𝟐, 𝟐𝟓 kg.
𝑦
BMI
𝑥
Gewicht (kg)
14
We veranderen de formule.
Formule:
𝒈𝒆𝒘𝒊𝒄𝒉𝒕 = 𝑩𝑴𝑰 . 𝒍𝒆𝒏𝒈𝒕𝒆𝟐
We nemen een functie waarbij de BMI constant blijft en de lengte varieert. We krijgen de volgende
tweedegraadsfunctie:
𝒚 = 𝒌 . 𝒙𝟐
f) Teken met je grafisch rekentoestel de grafieken die horen bij een BMI van 18 en van 25.
De x-waarden (lengte in meter) laten variëren tussen 0 en 2 meter.
De y-waarden (massa in kilogram) laten we variëren tussen 0 en 120 kilogram.
g) Ga op de eerste grafiek op het punt met x-coördinaat 1,65 staan. Wat is de bijbehorende y-
coördinaat en wat is hiervan de betekenis?
We vinden de coördinaat (1,65 ; 49,01). Dit wilt zeggen dat iemand die 1,65 meter groot is en een
BMI van 18 heeft, 49,01 kilogram weegt.
h) Wat krijg je bij de tweede grafiek als je op het punt met x-coördinaat 1,65 staat?
We vinden de coördinaat (1,65 ; 68,06). Dit wilt zeggen dat iemand die 1,65 meter groot is en een
BMI van 25 heeft, 68,06 kilogram weegt.
i) Wat stelt het gebied tussen deze twee grafieken voor?
Het gebied dat overeenkomt met een ‘normaal gewicht’.
𝑥
Lengte (m)
𝑦
Gewicht (kg)
15
j) Laat je grafisch rekentoestel op eenzelfde assenstelsel de grafieken plotten die horen bij een BMI
van 18, 25, 27, 30 en 40.
k) Deze grafieken verdelen het xy-vlak in stroken. Geef een interpretatie van die stroken.
Van onder naar boven: ondergewicht, normaal gewicht, neiging tot overgewicht, overgewicht,
zwaarlijvigheid en ernstige zwaarlijvigheid.
𝑥
Lengte (m)
𝑥
Lengte (m)
𝑦
Gewicht (kg)
𝑦
Gewicht (kg)
16
l) Wat is het verschil tussen onze stroken en de stroken die hieronder afgebeeld staan? Verklaar.
Hier is het omgekeerd, nu staat ondergewicht vanboven en ernstige zwaarlijvigheid vanonder.
Dit komt omdat de lengte nu op de y-as wordt weergegeven en het gewicht op de x-as.
17
2.3. Betekenis BMI en lengtegroei
2.3.1. Lengtegroei Lees onderstaand artikel over de normale
lengtegroei.
Normale groei
“Alle kinderen groeien vanaf het prilste
begin, zowel voor als na de geboorte.
Maar niet elk kind groeit even hard en niet iedereen zal een zelfde volwassen lengte bereiken. De
lengtegroei van een kind wordt in hoge mate bepaald door erfelijke factoren: lengte van de ouders,
geslacht en etniciteit. Lange ouders krijgen eerder lange kinderen, jongens worden gemiddeld langer
dan meisjes en Nederlandse kinderen zijn over het algemeen langer dan bijvoorbeeld Turkse,
Marokkaanse of Chinese kinderen. Voor een normale groei zijn ook andere factoren van belang zoals
of het kind gezond is, voldoende goede voeding krijgt en in welke mate bepaalde hormonen worden
aangemaakt. De uiteindelijke lengte van een kind is niet precies te voorspellen, maar kan worden
geschat met behulp van de zogenoemde streeflengte. De streeflengte wordt berekend op basis van
lengte van beide ouders en zegt iets over de erfelijke verwachting voor de lengte.
Kinderen groeien door groeihormoon en geslachtshormonen. Groeihormoon is een eiwit dat wordt
gemaakt in de hypofyse, de hormoonproducerende klier onder aan de hersenen. Vanaf het tweede
levensjaar groeien gezonde kinderen met een regelmatige groeisnelheid. Die constante groei duurt
tot aan het begin van de puberteit. Tijdens de puberteit zorgen de geslachtshormonen voor
geslachtsontwikkeling, groeiversnelling en toename van de botrijping. Na het starten van de
puberteit groeien meisjes gemiddeld nog 20 cm en jongens 30 cm. Meisjes groeien nadat ze
ongesteld zijn geworden gemiddeld nog 5 cm. Aan het einde van de puberteit raken de botten en
groeischijven met elkaar vergroeid en is het kind uitgegroeid.” (Stichting Kind en groei, 2012)
a) Bestaat er zoiets als de perfecte lengte? Waarom wel/niet?
Neen, je lengte wordt door zoveel factoren bepaald zodat die per persoon uniek is. Naast de erfelijke
factoren, lengte van de ouders, geslacht en etniciteit, spelen ook voeding, gezondheid en in welke
mate bepaalde hormonen aangemaakt worden een rol.
b) Hoe wordt de groei veroorzaakt?
Door het groeihormoon en de geslachtshormonen.
c) Wanneer stopt de groei?
Aan het einde van de puberteit, dat verschilt van persoon tot persoon aangezien de puberteit
bij iedereen op een ander moment begint en eindigt.
18
2.3.2. BMI Sommigen van jullie hebben misschien al gehoord dat de BMI achterhaald is. Lees het onderstaande
artikel uit de Volkskrant.
Appelbuik ongezonder dan peerfiguur
“Dikke mensen met een 'appel'-figuur, waarbij vet zich vooral ophoopt op de buik, lopen meer
risico op hart- en vaatziekten dan mensen met een gelijkmatiger 'peer'-figuur. Sterker:
tailleomvang is belangrijker voor je gezondheid dan gewicht.” Dat schrijven Amerikaanse
onderzoekers in Annals of Internal Medicine.
Volgens de onderzoekers is de focus op BMI achterhaald en is
de relatieve omvang van de taille belangrijker.
Gezonde tailleomvang:
- Maximaal 88 cm voor vrouwen
- Maximaal 102 cm voor mannen
Velen zien het BMI, gewicht gedeeld door je lengte in het
kwadraat, als de belangrijkste graadmeter voor gevaarlijk
overgewicht. Je bent obees met een BMI hoger dan 30. Dit
verhoogt het risico op onder andere hart- en vaatziekten.
Volgens de onderzoekers is de focus op BMI echter achterhaald en is de relatieve omvang van de
taille belangrijker. Ze bekeken de BMI- en buikomvanggegevens van vijftienduizend mensen, die
veertien jaar lang werden gevolgd. Het bleek dat mensen met een normaal gewicht maar een relatief
omvangrijke taille in die periode vaker aan een hart- en vaatziekte overleden dan mensen met
overgewicht maar met gelijkmatig verdeeld vet.
Buikvet zit dichter bij de organen dan bijvoorbeeld vet op de heup. Daardoor is het gevoeliger voor
hormonen en raakt het sneller in een permanente staat van ontsteking. Ontstoken vetcellen
produceren eiwitten die schade aanrichten in hart en bloedvaten.
Edith Feskens, voedingsepidemioloog in Wageningen en niet betrokken bij het onderzoek, is blij met
de aandacht voor vetverdeling. 'Hier zouden artsen in de praktijk nog meer aandacht aan moeten
besteden.' Wel is ze verbaasd over sommige resultaten. Zo hebben 'appelbuik'-mannen met een
normaal gewicht meer kans te overlijden door hart- en vaatziekten dan obese 'appelbuik'-mannen.
'Mensen die al ziek zijn of roken zijn daardoor magerder, én zijn ongezonder. Dit kan de resultaten
vertekenen.'
Een grote studie uit 2011, waarbij meerdere onderzoeken werden bekeken, stelde nog dat 'appel' of
'peer' geen verschil maakt voor gezondheidsrisico's. Volgens de Amerikanen klopt die conclusie niet
en Feskens is het met hen eens. 'Toen werd alleen gekeken of BMI en tailleomvang iets toevoegen
aan informatie over cholesterol en bloeddruk. Het doel van dat onderzoek was anders.' ”
(Steijaert, 2015)
a) Iemand met een lager BMI kan toch meer risico lopen op hart- en vaatziekten, hoe komt dat?
Dit komt omdat de taille ook een rol speelt. Veel buikvet zorgt voor een grote taille en dat is
ongezonder dan iemand waarbij het vet meer verdeeld is over het lichaam. Dit komt omdat
buikvet dichter bij de organen ligt en zo meer schade kan aanrichten.
19
2.3.3. Afwijkingen/aandoeningen Soms kampen mensen met afwijkingen of ziektes, al dan niet aangeboren, waardoor hun groeiproces
en gewicht afwijken van de gemiddelde norm.
a) ICT-opdracht: Zoek informatie op over de onderstaande afwijkingen.
Achnodroplasie (dwerggroei)
Syndroom van Turner
Acromegalie (Reuzengroei)
Hypothyreoïdie
Hyperthyreoïdie
20
2.4. De toestand van mijn lichaam
a) Voorspel jouw lengte aan de hand van die van je ouders.
b) Heb je die lengte al bereikt, hoeveel centimeter zou je
nog moeten groeien?
c) Bereken je BMI, in welke categorie bevind je je?
d) Plaats een punt op de onderstaande grafiek dat jou moet voorstellen. Vergelijk dit met een
andere leerling.
e) Meet je taille-omtrek.
f) Schrijf hieronder je conclusie over je gewicht, lengte en taille.
21
Hoofdstuk 3: Wat heeft voeding met
het lichaam te maken?
3.1. Calorieën en Joule De voedingsindustrie maakt gebruik van Calorieën en Joule
om de energie van voedsel weer te geven.
a) Waarvoor gebruiken we de chemische energie in ons
voedsel?
De chemische energie in het voedsel wordt in ons lichaam omgezet naar bewegingsenergie en
warmte. Dit om te kunnen sporten, ademen, de lichaamstemperatuur op peil te houden, enzovoort.
Calorie is een verouderde eenheid die vervangen werd door Joule.
1 calorie = de hoeveelheid warmte die nodig is om bij een normale atmosferische druk van 1013 hPa,
1 gram water van 14,5 ⁰C naar 15,5 ⁰C te laten stijgen.
1 Joule = de energie die nodig is om een object te verplaatsen met een kracht van 1 Newton over een
afstand van een meter. 1 𝐽 = 1 . 𝑁 . 𝑚 = 1 .𝑘𝑔 . 𝑚2
𝑠2
1 kilocalorie = 4,1868 kilojoule
Dit zijn dus maten om een hoeveelheid energie weer te geven. In onze voeding zit er energie onder
de vorm van koolhydraten, eiwitten, vetten en alcohol.
b) Hoeveel kcal bevatten onderstaande voedingsmiddelen?
Voedingsbron Hoeveelheid energie (in kilojoule) Hoeveelheid energie in (kilocalorieën)
1 gr koolhydraat 17 kJ 4,06 kcal
1 gr eiwit 17 kJ 4,06 kcal
1 gr vet 37 kJ 8,84 kcal
1 gr alcohol 27 kJ 6,45 kcal
c) Welke voedingsbron bevat de grootste hoeveelheid energie?
De vetten.
Energie afkomstig uit de voeding wordt in het lichaam opgeslagen als vet in vetweefsel. Als je meer
energie opneemt dan dat je verbrandt (bv: via lichaamsbeweging) wordt het teveel aan energie
opgeslagen als vet en zal je gewicht toenemen.
22
De hoeveelheid energie die je verbruikt hangt af van je metabolisme (=stofwisseling) en je
lichaamsbeweging.
Hieronder zien we de gemiddelde waarden van het energieverbruik per dag.
Vrouwen met weinig actieve leefstijl Vrouwen met actieve leefstijl
Leeftijd kJ kcal Leeftijd kJ kcal
1 – 3 jaar 4200 1000 1 – 3 jaar 4700 1100
4 – 8 jaar 5700 1400 4 – 8 jaar 6500 1500
9 – 13 jaar 8600 2100 9 – 13 jaar 9500 2300
14 – 18 jaar 9200 2200 14 – 18 jaar 10400 2500
19 – 30 jaar 9000 2100 19 – 30 jaar 10200 2400
31 – 50 jaar 8400 2000 31 – 50 jaar 9700 2300
51 – 70 jaar 8000 1900 51 – 70 jaar 9000 2100
>70 jaar 6700 1600 >70 jaar 8000 1900
Mannen met weinig actieve leefstijl Mannen met actieve leefstijl
Leeftijd kJ kcal Leeftijd kJ kcal
1 – 3 jaar 4500 1100 1 – 3 jaar 5000 1200
4 – 8 jaar 6200 1500 4 – 8 jaar 7200 1700
9 – 13 jaar 9400 2200 9 – 13 jaar 10600 2500
14 – 18 jaar 12100 2900 14 – 18 jaar 14000 3300
19 – 30 jaar 11400 2700 19 – 30 jaar 12900 3100
31 – 50 jaar 10700 2500 31 – 50 jaar 12200 2900
51 – 70 jaar 9700 2300 51 – 70 jaar 11000 2600
>70 jaar 8000 1900 >70 jaar 9300 2200
d) Waarom moet iemand tussen 14 en 18 jaar meer energie opnemen dan iemand tussen 19 en 30
jaar?
Omdat de persoon tussen 14 en 18 jaar zich nog in zijn puberteit bevindt. Dan groeit je lichaam nog
en heb je meer voedingsstoffen nodig. Na de puberteit ben je volgroeid en heb je minder
voedingsstoffen nodig.
e) Waarom eet je beter meer bij het middageten dan het avondeten?
Na de middag heb je nog tijd om te bewegen en je eten te verbranden. Als je ’s avonds veel eet en
daarna niet meer beweegt tot je gaat slapen zal er veel energie worden opgeslagen in het lichaam
als vetvoorraad. Je lichaam maakt pas gebruik van de vetvoorraad nadat ander voedsel (bv. ontbijt)
is verbrand.
f) Hoeveel kcal en kJ verbruik jij gemiddeld per dag volgens de tabel?
23
g) Stel een dagmenu op waarbij je jouw verbruik ongeveer benadert. Zoek de energiewaarden van
je voedingsmiddelen op via de volgende website, https://www.voedingswaardetabel.nl/ .
Dagmenu
Moment Voeding kcal kJ
Ontbijt
10-uurtje
Middagmaal
16-uurtje
Avondmaal
24
3.2. Voedingsbestanddelen
Voeding bestaat uit verschillende voedingsbestanddelen die elk hun eigen energiewaarden, maar
ook eigen functie(s) hebben.
Fluoresceer de functies van onderstaande voedingsbestanddelen.
3.2.1. Koolhydraten Koolhydraten zijn samen met vetten de belangrijkste energiedragers. Koolhydraten zorgen voor de
directe energie die het lichaam nodig heeft om te functioneren.
Koolhydraten worden ook wel sachariden of suikers genoemd. Koolhydraten zijn een bepaald type
verbindingen van koolstof-, waterstof- en zuurstofatomen.
De koolhydraat glucose is direct beschikbaar als brandstof voor de cellen. Enkel groene planten
kunnen koolhydraten zoals glucose aanmaken via het fotosyntheseproces.
a) Geef de reactievergelijking van het fotosyntheseproces waarbij glucose (C6H12O6) ontstaat.
6 CO2 + 6 H2O C6H12O6 + 6 O2
Koolstofdioxide + water glucose (suiker) + zuurstofgas
We verdelen de koolhydraten over drie groepen op grond van hun chemische structuur.
25
Groep 1: Monosachariden of enkelvoudige koolhydraten
Dit zijn de koolhydraten met de meest eenvoudige structuur.
Glucose of druivensuiker
Deze sacharide vinden we terug in zoete vruchten zoals druiven, maar ook in
honing. Glucose komt het meest voor in ons lichaam en is direct beschikbaar
als brandstof voor alle cellen.
Fructose of vruchtensuiker
Fructose vinden we terug in fruit en honing. Deze sacharide smaakt zoeter dan
glucose en komt minder vaak voor.
Galactose
Galactose vinden we niet terug in planten, maar ontstaat in de melklier van mens en dier. Het is een
belangrijk bestanddeel van de disacharide lactose.
Naam Glucose Fructose Galactose
Structuur- Formule
Molecule - formule
C6H12O6 C6H12O6 C6H12O6
b) Wat valt je op aan de molecuulformules van deze monosachariden?
De molecuulformule is overal gelijk.
26
Groep 2: Disachariden of tweevoudige koolhydraten
Disachariden zijn opgebouwd uit twee met elkaar verbonden monosachariden.
Sacharose
Sacharose wordt gewonnen uit suikerriet of suikerbiet en heeft
een zeer zoete smaak. Een bekend voorbeeld zijn de
suikerklontjes die ze in onze koffie doen, deze bestaan uit
sacharose.
Lactose of melksuiker
Lactose vinden we terug in melk en heeft geen zoete smaak.
c) Uit welke monosachariden bestaan de hierboven genoemde disachariden? Leid dit af uit de
structuurformules.
Naam Sacharose Lactose Maltose
Structuur- Formule
Opgebouwd uit
glucose + fructose galactose + glucose glucose + glucose
27
Groep 3: Polysachariden of meervoudige koolhydraten
Polysachariden bestaan uit een groot aantal monosachariden, meestal meer dan twintig.
Zetmeel
Komt voor als energieopslag in planten (bijvoorbeeld in aardappelen) en bestaat uit meerdere
glucose moleculen. Bij de vertering in ons lichaam breekt het speekselenzym amylase zetmeel af in
glucose moleculen. Ook de alvleesklier of pancreas scheidt het enzym amylase af. Zetmeel kan een
lange keten vormen van honderden tot duizenden glucose moleculen.
Glycogeen
Glycogeen komt voor als energieopslag bij dieren en schimmels. Als wij in ons lichaam teveel glucose
moleculen hebben zal de lever die omzetten naar glycogeen. Die glycogeenreserves worden
opgeslagen in de lever tot ze nodig zijn om te verbranden. Dan wordt glycogeen eerst terug omgezet
naar glucose alvorens het verbrand kan worden. Een molecule glycogeen kan 3000 tot 60000
moleculen glucose bevatten.
Voedingsvezels
Voedingsvezels verdelen ze we onder in twee groepen.
Degenen die oplosbaar zijn in water (voorbeeld: pectine) en
degenen die niet oplosbaar zijn in water (voorbeeld:
cellulose). Twee derde deel van de voedingsvezels worden in
ons lichaam omgezet waarbij er energie vrijkomt, de rest
wordt niet verteerd. De exacte betekenis en huidige kennis
over voedingsvezels is nog niet duidelijk. Men weet wel dat
voedingsvezels een rol spelen bij de vorming van de feces
(uitwerpselen) en bij de snelheid waarmee ons voedsel door
het darmkanaal beweegt. Voedingsvezels zijn in kleine hoeveelheden van belang voor een goede
spijsvertering en stoelgang. Een hoeveelheid van 30 gram per dag is wenselijk.
Pectine Cellulose
28
3.2.2. Vetten Vetten zijn samen met koolhydraten de belangrijkste energiedragers. Vetten leveren tweemaal
zoveel energie dan koolhydraten en zijn daarmee de belangrijkste opslag van energie die ons lichaam
nodig heeft om te functioneren. Vet heeft ook nog andere functies. Vetten zorgen voor een
belangrijke isolatielaag die temperatuurschommelingen in het lichaam tegengaat. Al onze kwetsbare
organen (nieren, hart,…) zijn voorzien van een beschermende vetlaag. De isolatiemantel van
zenuwen bestaat uit een vetachtige stof. Voor celmembranen is vet een belangrijke bouwstof. Het
vet in onze voeding zorgt dat we de ‘alleen in vet oplosbare’-vitaminen kunnen opnemen. (vitamine
A, D, E en K).
Vetten bestaan steeds uit koolstof (C), waterstof (H) en zuurstof (O). Sommige vetten bevatten in
kleine hoeveelheden fosfor (P) of stikstof (N).
Vetten zijn opgebouwd uit glycerol en drie vetzuren.
Deel van het oorspronkelijke glycerol.
De voedingsvetten kunnen worden onderverdeeld in verzadigde vetten en onverzadigde vetten.
Verzadigde vetten zijn bij kamertemperatuur vast en zijn van dierlijke oorsprong (boter),
onverzadigde vetten zijn vloeibaar en van plantaardige oorsprong (olijfolie). Bij
verzadigde vetten vinden we geen dubbele bindingen terug in de vetzuren, bij
onverzadigde vetten wel. Onverzadigde vetten zijn beter dan verzadigde vetten, ze
zijn beter voor de cholesterolwaarden.
3 vetzuren
29
b) Duid de dubbele bindingen aan bij het onverzadigde vetzuur.
3.2.3. Eiwitten Eiwitten zijn de bouwstoffen in ons lichaam, ze vormen het fundament van al onze cellen. Eiwitten
worden gebruikt bij de opbouw van de celstructuur, de aanmaak van hormonen, neurotransmitters
en enzymen en bij het onderhoud van het spierstelsel.
Eiwitten bestaan uit aminozuren. Elke cel heeft aminozuren nodig om daarmee eiwitten te kunnen
samenstellen voor de bouw en herstel van spieren en botten tot haren en nagels.
We kennen 20 van die aminozuren die ons lichaam nodig heeft om daaruit eiwitten te maken. Twaalf
van de twintig kan ons lichaam zelf aanmaken, de anderen komen uit de natuur en moeten we
binnenkrijgen met ons voedsel. Die overige acht aminozuren noemen we de essentiële aminozuren.
3.2.4. Water 55% van ons lichaam bestaat uit water. Water bevat geen
energie maar is toch belangrijk voor het lichaam. Water
wordt als bouwsteen gebruikt, cellen zijn opgevuld met
water en ook de ruimten tussen de cellen zijn opgevuld met
water. In onze bloedbaan en lymfevatenstelsel wordt water
als transportmiddel gebruikt. Water wordt ook gebruikt als
oplosmiddel voor stoffen die ons lichaam nodig heeft.
30
3.2.5. Vitaminen Vitamines hebben een specifieke werking bij allerlei sleutelfuncties in ons lichaam. Kan het lichaam
er niet over beschikken dan ontstaan er ziekteverschijnselen, die meestal weer verdwijnen als we
weer voldoende van de betreffende vitamine binnenkrijgen. Vitamine D zorgt bijvoorbeeld voor de
stevigheid van het skelet.
3.2.6. Mineralen Het lichaam heeft ook een aantal anorganische elementen nodig voor het in stand houden van
allerlei lichaamsfuncties. Mineralen zijn onmisbare bouwstoffen voor het skelet, cellen en weefsels
en zijn belangrijke componenten van enzymen, vitamines en hormonen. Opgelost in een waterige
vloeistof hebben ze een regulerende functie bij het in stand houden van vloeistofdruk in cellen en
het zuur-basen evenwicht. Zo speelt het mineraal ijzer (Fe) bijvoorbeeld een rol bij het transport van
zuurstof door het bloed.
f) Zoek van 5 vitaminen en 5 mineralen de bijbehorende functie op.
Vitaminen Functie
Mineralen Functie
31
3.2.7. E-nummers Op de verpakking van voedingsmiddelen zie je vaak ook vele E-nummers terug. Dit zijn stoffen die
door de Europese Unie toegelaten zijn als additief in voedingsmiddelen. Dit gaat om kleurstoffen,
conserveermiddelen, voedingszuren, antioxidanten, voedingszuren, geleermiddelen,
verdikkingsmiddelen, zuur regelaars, antiklontermiddelen, smaakversterkers, glansmiddelen,
antischuimmiddelen, zoetstoffen, aroma’s, enzovoort.
g) Bekijk de verpakking van een voedingsmiddel naar keuze. Zoek de betekenis van de E-nummers
op via volgende website, https://www.voedingswaardetabel.nl/e-nummers/ .
Voedingsmiddel
E- nummers Betekenis
32
3.3. Gezonde voeding Stel dat je veel wilt eten maar niet veel wilt bijkomen, dan zou je misschien kiezen voor
voedingsmiddelen die zo weinig mogelijk vetten en koolhydraten bevatten. Dat is natuurlijk helemaal
niet gezond. Je hebt alle voedingsbestanddelen nodig. De actieve voedingsdriehoek geeft weer in
welke hoeveelheden we bepaalde voedingsmiddelen best eten.
33
a) Benoem de negen groepen van de actieve voedingsdriehoek van onder naar boven. Geef
voorbeelden van voedingsmiddelen bij elke groep.
Nummer Groep Voedingsmiddelen
1 Lichaamsbeweging Wandelen, zwemmen, fietsen, lopen, voetbal,… 30 minuten/ dag
2 Water Water, Thee, Koffie,… 1,5 liter water per dag
3 Graanproducten en aardappelen
Aardappelen, brood, pasta,…
4 Groenten Bloemkool, wortel, komkommer, spinazie, paprika,…
5 Fruit Appel, peer, kiwi, banaan, appelsien, aardbei,…
6 Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten
Melk, kaas, yoghurt,…
7 Vlees, vis, eieren en vervangproducten
Spek, biefstuk, zalm, kabeljauw, ei,…
8 Smeer- en bereidingsvet Olie, boter
9 Restgroep Snoep, energiedrank, mayonnaise, gebak, frieten, chips, sedentair gedrag (= lang stilzitten, beeldschermactiviteiten,..)
De gezonde voedingsdriehoek steunt op drie basisprincipes:
1. Evenwicht
Hiermee bedoelt men dat er dagelijks gekozen moet worden uit de zeven essentiële
voedingsgroepen (niet de restgroep). Ook de hoeveelheden zijn belangrijk, je hebt meer
graanproducten nodig dan melkproducten.
2. Variatie
Je moet niet alleen afwisselen tussen verschillende groepen, maar ook binnen elke groep. Als je
enkel sla eet als groente mis je nuttige stoffen die in andere groenten zitten.
3. Met mate
Respecteer de aanbevolen hoeveelheden binnen elke groep. Eet niet meer dan drie stukken fruit
per dag. Te grote porties van eender welk voedingsmiddel (ook al is het gezond) kunnen op korte
of lange termijn negatieve effecten hebben op de gezondheid.
34
b) Herneem het menu dat je hebt opgesteld en kijk nu na of je menu aansluit bij de principes van
de gezonde voedingsdriehoek.
Pas je menu indien nodig aan en zorg dat er steeds iets voorkomt uit de zeven essentiële
voedingsgroepen. Schrijf ook de hoeveelheden op. Blijf rekening houden met de kJ en kcal.
Dagmenu
Moment Voeding kcal kJ
Ontbijt
10-uurtje
Middagmaal
16-uurtje
Avondmaal
35
c) Juist of fout? Verbeter.
Stelling Juist Fout
Het is aanbevolen elke dag ten minste 300 gr groenten en 2 stukken fruit te eten. x
Diepvriesgroenten bevatten vaak evenveel vitaminen als verse groenten. x
Om kinderen goede eetgewoonten aan te leren moet je hen dwingen hun bord leeg te eten.
x
Halfvolle melk bevat evenveel calcium als volle melk. x
Sachariden of suikers smaken steeds (niet altijd) zoet. x
Wortels zijn goed voor je ogen. x
Bij te weinig beweging heb je sneller een slecht humeur en geen zin om dingen te doen.
x
Voor sporters is het verstandig om veel vetten (koolhydraten) te eten want die leveren energie.
x
3.4. Eetstoornissen Sommige mensen hebben een abnormaal eetpatroon, dit kan door psychische problemen komen.
Hieronder enkele van de bekendste eetstoornissen.
3.4.1. Anorexia nervosa Op foto zie je de actrice en model Isabelle Caro.
Ze leed al vanaf haar dertiende aan anorexia. Ze
raakte wereldwijd bekend met bovenstaande
foto na de choquerende campagne ‘No anorexia’.
Ze overleed op 28-jarige leeftijd in het ziekenhuis
waar ze twee weken eerder met een
longontsteking werd opgenomen.
Mensen met Anorexia hebben een vervormd
beeld van hun lichaam. Ze vinden zichzelf vaak
niet mooi en willen vermageren. Ze zijn obsessief bezig met eten en gewicht. Mensen met anorexia
hebben een veel te laag gewicht voor hun leeftijd en lengte.
3.4.2. Boulimia nervosa Boulimia nervosa wordt gekenmerkt door terugkerende eetbuien waarbij men
de controle verliest en blijft eten als de honger weg is. Daarna probeert men
het voedsel op een onnatuurlijke manier kwijt te raken, door over te geven of
laxeermiddelen te gebruiken. Ook deze personen zijn geobsedeerd door
voedsel, gewicht en lichaamsomvang. Meestal hebben ze een normaal gewicht
terwijl ze zichzelf te dik vinden. Boulimia nervosa komt veel vaker voor dan
anorexia nervosa.
36
3.4.3. Obesitas Mensen met obesitas hebben een te grote
vetophoping in hun lichaam. Dit is schadelijk
voor het hele lichaam en verstoort de
stofwisseling. De laatste 20 jaar is deze ziekte
zo sterk toegenomen dat men zelfs van een
epidemie spreekt. Hoewel zwaarlijvigheid voor
een deel genetisch bepaald is spelen het
levenspatroon en het eetgedrag ook een rol. Mensen met obesitas eten meer dan ze verbranden,
hun voedsel is vaak rijk aan suikers en vetten (ongezond). Soms kan dit ook ontstaan wegens
verstoringen in het metabolisme (stofwisseling).
a) Onderstaande kaart geeft het percentage mensen weer die aan obesitas lijden over de hele
wereld. Welke landen hebben het meest te kampen met obesitas?
http://gamapserver.who.int/gho/interactive_charts/ncd/risk_factors/obesity/atlas.html
Aan welk percentage zit België?
De Cookeilanden, Palau, Verenigde staten van Amerika (>30%). België heeft 22,3%.
37
3.5. Mijn eetgewoonten a) Schrijf op wat je vorige week gegeten hebt of wat je deze week nog zal eten. Noteer je
hoeveelheden zo nauwkeurig mogelijk.
Maandag
Moment Voeding kcal kJ
Ontbijt
10-uurtje
Middagmaal
16-uurtje
Avondmaal
Dinsdag
Moment Voeding kcal kJ
Ontbijt
10-uurtje
38
Middagmaal
16-uurtje
Avondmaal
Woensdag
Moment Voeding kcal kJ
Ontbijt
10-uurtje
Middagmaal
16-uurtje
Avondmaal
39
Donderdag
Moment Voeding kcal kJ
Ontbijt
10-uurtje
Middagmaal
16-uurtje
Avondmaal
Vrijdag
Moment Voeding kcal kJ
Ontbijt
10-uurtje
40
Middagmaal
16-uurtje
Avondmaal
b) Heb je gezond gegeten of eerder ongezond? Verklaar.
c) Heb je evenwichtig en gevarieerd gegeten?
d) Heb je op je hoeveelheden gelet?
e) Zit je dagelijks ongeveer aan het aantal calorieën (energie) die je mag opnemen?
f) Resultaat Vetpercentagemeter:
g) Trek een conclusie omtrent je eetgewoonten.
41
Hoofdstuk 4: Welke invloed heeft
sporten op het lichaam? 4.1. Verband tussen voeding en lichaamsbeweging Koolhydraten, eiwitten en vetten bevatten veel
energie (kJ of kcal). Energie wordt in de fysica
gedefinieerd als het vermogen om arbeid te
verrichten. Hoe zwaarder de lichamelijke arbeid
is die je verricht, hoe meer energie je verbruikt.
Toch verbruiken we 25% van het totale
energieverbruik in onze slaap. Als het lichaam in
rust is wordt er veel energie verbruikt voor het
reguleren van inwendige lichaamsprocessen
zoals de ademhaling, het kloppen van ons hart,
de darmperistaltiek bij het verteren, de werking
van de hersenen, de bloedsomloop, het in stand houden van de lichaamstemperatuur, de opbouw en
afbraak van lichaamscellen, de werking van de nieren en de lever, enzovoort. De energiebehoefte
van het lichaam in rust noemen we de ruststofwisseling, deze is afhankelijk van de lichaamsgrootte,
leeftijd, gezicht, geslacht en enkele individuele factoren (Vb. stress of ziekte). Mannen hebben een
hogere ruststofwisseling dan vrouwen. Dit komt omdat vrouwen een hoger percentage vetweefsel
hebben, vetweefsel is minder actief dan spierweefsel. Om dezelfde reden hebben dikke mensen een
lagere ruststofwisseling dan mensen met een normaal lichaamsgewicht.
Naast de energie die we verbruiken voor de ruststofwisseling verbruiken we ook energie bij allerlei
activiteiten (stappen, werken, sporten, huishouden). Naar het energieverbruik van deze uitwendige
activiteiten is veel onderzoek gedaan. Met een respiratiecalorimeter wordt het energieverbruik
gemeten. Kinderen en jongeren tot 18 jaar hebben dagelijks 60 minuten matig intensieve
lichaamsbeweging nodig, bij volwassenen is dit 30 minuten.
Activiteit Energieverbruik
Man (75 kg) Vrouw (65 kg)
1 uur zitten/staan 95 kcal 75 kcal
1 uur aankleden 150 kcal 100 kcal
1 uur traplopen 480 kcal 420 kcal
42
Voedsel dat in ons lichaam wordt afgebroken bevat energie.
Voedingsbron Hoeveelheid energie (in kilojoule) Hoeveelheid energie in (kilocalorieën)
1 gr koolhydraat 17 kJ 4,06 kcal
1 gr eiwit 17 kJ 4,06 kcal
1 gr vet 37 kJ 8,84 kcal
1 gr alcohol 27 kJ 6,45 kcal
1 gr voedingsvezel 8 kJ 1,91 kcal
a) Zoek op hoeveel kilocalorieën onderstaande personen hebben verbrand met behulp van de
volgende website https://www.caloriecalculator.nl/calorieen-per-activiteit/
Sofie (1m68, 63 kg, 19 jaar) heeft 1 uur gezwommen (schoolslag, training), 30 minuten gekookt
(matige inspanning), 1 uur tv gekeken (zittend) en 2 uur gestudeerd.
696 kcal + 118 kcal + 87kcal + 175 kcal = 1076 kcal.
b) Jonas (1m70, 69 kg, 17 jaar) heeft 2 uur gevoetbald (vrije tijd) , 1 uur gaan wandelen met de
hond, 1 uur gestudeerd, 30 minuten muziek geluisterd (liggend) en 55 minuten zittend gechat met
zijn vriendin.
959 kcal + 2015 kcal + 89 kcal + 44 kcal + 94 kcal = 1391 kcal.
43
4.2. Mijn lichaamsbeweging
a) Hoeveel energie verbruik jij gemiddeld per dag? (Zie tabel op pagina 20).
b) Hoeveel kcal bevatte je weekmenu van maandag tot vrijdag dat je in het vorige hoofdstuk hebt
opgesteld?
c) Trek daarvan je ruststofwisseling van die week (maandag – vrijdag) af, hoeveel kcal heb je over?
Bereken eerst je gemiddelde ruststofwisseling per dag via de onderstaande website.
https://www.voedingswaardetabel.nl/bereken/basaal-metabolisme-ratio/
d) Bereken ongeveer hoeveel kcal je op een actieve manier verbrandt op een week (maandag –
vrijdag) met https://www.caloriecalculator.nl/calorieen-per-activiteit/
Maandag
Belangrijke Activiteiten Duur kcal
44
Dinsdag
Belangrijke Activiteiten Duur kcal
Woensdag
Belangrijke Activiteiten Duur kcal
Donderdag
Belangrijke Activiteiten Duur kcal
Vrijdag
Belangrijke Activiteiten Duur kcal
45
e) Aan hoeveel minuten matig intensieve inspanning kom je per dag? (60 min/ dag is aangeraden)
f) Hoeveel kcal heb je verbrand?
g) Hoeveel kcal blijven er over na het aftrekken van je ruststofwisseling en je activiteiten tijdens de
week?
Er zijn veel activiteiten die bij deze berekeningen over het hoofd gezien werden, het is onmogelijk om
je energieopname en je energieverbruik exact te berekenen. De overgebleven energie zit in het
lichaam opgeslagen of werd verbruikt tijdens het eten, babbelen of iets anders dat je niet in rekening
hebt genomen. De ene week verbruik je meer dan de andere en de ene week eet je meer dan de
andere. Exacte berekeningen uitvoeren is onmogelijk, wel heb je nu een globaal beeld gevormd.
46
Hoofdstuk 5: Schadelijke invloeden a) Groepswerk:
Zoek in je groepje op wat de gevaren zijn van het gekregen onderwerp voor de gezondheid en
presenteer dit kort in 8 minuten aan de rest van de klas.
Alcohol
Drugs
Roken
Sedentaire levensstijl
Bigorexia
Orthorexia
Fast food
Crash dieet
47
Hoofdstuk 6: Besluit 6.1. Besluiten in verband met mijn lichaam
a) Heb je een gezond lichaam?
b) Zou je moeten vermageren/bijkomen?
c) Eet je gezond?
d) Doe je aan voldoende lichaamsbeweging?
e) Wat zou je nog kunnen verbeteren aan je levensstijl?
f) Formuleer hieronder een persoonlijke conclusie over jouw levensstijl in het kader van dit project
‘weet hoe je leeft!’
48
Bronvermelding
Activia. (sd). Bereken je BMI. Opgehaald van activiamagazine:
http://activiamagazine.vps026.dgnus.net/nl/bmi
Alibaba. (1999 - 2016). beta- d- galactose lactase gebruikt in melk ontleden lactose in galactose,
glucose. Opgehaald van Alibaba: http://dutch.alibaba.com/product-gs/beta-d-galactose-
lactase-used-in-milk-decompose-lactose-into-galactose-glucose-555792526.html
Alles weten over vitaminen . (sd). Alles weten over vitaminen en mineralen. Opgehaald van
Alleswetenovervitaminen: http://www.alleswetenovervitaminen.nl/
Animaatjes.nl. (2005 - 2016). Eten Cliparts. Opgehaald van Animaatjes:
http://www.animaatjes.nl/cliparts/eten/clipart_eten_animaatjes-76-124263/
Bievinck, N. (sd). Afvallen en water drinken. Opgehaald van Afvallenexperts:
http://www.afvallenexperts.nl/afvallen-en-water-drinken/
Brand Booster. (sd). Uw bijdrage: goede eetgewoonten aanleren! Opgehaald van Brand-booster:
http://www.brand-booster.eu/domainbals/smake/html/bm/bijdrage.html
Broer, A. (2014, januari 18). Opmerkingen van mensen die een gezonde levensstijl niet begrijpen.
Opgehaald van Vitanouk: http://www.vitanouk.nl/opmerkingen-van-mensen-die-een-
gezonde-levensstijl-niet-begrijpen/
Caloriecalculator. (2008 - 2016). Calorieverbruik per activiteit. Opgehaald van Caloriecalculator:
https://www.caloriecalculator.nl/calorieen-per-activiteit/
Christelijke Mutualiteit. (2015). Feiten en fabels over zetmeelproducten. Opgehaald van CM:
https://www.cm.be/gezond-leven/voeding/feiten-en-fabels/feiten-en-fabels-
zetmeelproducten.jsp
de Mol, M. (2014, oktober 21). Stop de angst voor E-nrs, laat ze gewoon weg. Opgehaald van
Foodlog: http://www.foodlog.nl/artikel/stop-de-angst-voor-e-nrs-laat-ze-gewoon-
weg/allcomments/
Denecker, J., De Smedt, M., & al, e. (2004). Bio Natuurlijk 5-6. Mechelen: Wolters Plantyn.
Deprez, J., Eggermont, H., & al, e. (2004). Wiskunde en biologie. Uitwiskeling, 14 - 43.
Devleesschouwer, D. (sd). Juist of fout. Voeding en gezondheid. Opgehaald van
drdevleeschouwerdirk.medplace:
http://www.drdevleeschouwerdirk.medplace.be/Generic/servlet/Main.html;jsessionid=7593
3B1289E004B1357543D060B3445B?p_pageid=65133
Diabetes.co.uk. (2016). Body Mass Index (BMI) Calculator. Opgehaald van diabetes.co:
http://www.diabetes.co.uk/bmi.html
Dieet Koolhydraatarm. (2011). BMI berekenen. Opgehaald van Dieetkoolhydraatarm:
http://dieetkoolhydraatarm.nl/bmi-berekenen/
Dr Kuri & Associates. (2016). The facts associated with obesity. Opgehaald van Lapbansurgery:
https://www.lapbandsurgery.com/the-facts-associated-with-obesity/
Ebben, I. (2013). Sl!m eten en bewegen. Opgehaald van eten-bewegen: http://www.eten-
bewegen.nl/gezond-eten-bewegen/
Fettke, W. (sd). Fruit. Opgehaald van Nofructose: http://www.nofructose.com/food-ideas/fruit/
Gewichtsconsulent Amanda. (2012 - 2016). BMI, Taille, ABSI, BMR en vetpercentage. Opgehaald van
gezond-gewicht: http://gezond-gewicht.info/bmi-bmr-vetpercentage-en-taille-2/
Gezond vermageren. (sd). Veelgemaakte fouten. Opgehaald van Gezondvermageren:
http://www.gezondvermageren.be/veelgemaakte-fouten/
Gezonde Tips. (2016). Beweging, sporten en fitness. Opgehaald van Gezondetips:
https://gezondetips.nl/beweging
49
Gezondheid NV. (2015, november 1). Aanbevelingen voor eiwitten. Opgehaald van Gezondheid:
http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=2080
Gezondheid NV. (2016). Energie, Joules, calorieën en voeding? Opgehaald van Gezondheid:
http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=1305
Gezondheid NV. (2016). Energiebehoefte: het gemiddelde energieverbruik. Opgehaald van
Gezondheid: http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=3830
GGZNieuws. (2016). Krik je zelfbeeld op met deze positieve daden. Opgehaald van ggznieuws:
http://www.ggznieuws.nl/home/krik-je-zelfbeeld-op-met-deze-positieve-daden/
Goossens, N. (2016). Gezond of ziek: een vrouwtje verkeerd. Universiteit Leiden. Opgehaald van
Docplayer: http://docplayer.nl/59110-Welkom-gezond-of-ziek-een-vouwtje-verkeerd-
universiteit-leiden.html
HAVO WA. (1997). Opgaven examens. Opgehaald van Hhofstede:
http://www.hhofstede.nl/opgaven/examens/HAVOWA1997I.htm
Hoogland, A. (2012, augustus 7). Eetstoornis boulimia nervosa. Opgehaald van Gezondheidsnet:
https://www.gezondheidsnet.nl/eetstoornissen/eetstoornis-boulimia-nervosa
Houtepen, E. (2012, augustus 23). Wat is de beste manier van bewegen? Opgehaald van
Blog.Elsahoutepen: http://blog.elsahoutepen.nl/wat-is-de-beste-manier-van-bewegen/
Informatiecentrum Zoetstoffen. (2012). Zoetstoffen en gezondheid. Opgehaald van Zoetstoffen:
http://www.zoetstoffen.nl/zoetstoffen-gezondheid
J/M de beste vriend van ouders. (sd). Groeien. Opgehaald van jmouders:
https://www.jmouders.nl/gezondheid/lichamelijke-ontwikkeling/groeien
Jcoosterzele. (2015, juni 25). Lopen tijdens de vakantie. Opgehaald van Judocluboosterzele:
https://judocluboosterzele.be/2015/06/25/lopen-tijdens-de-vakantie/
Jessa ziekenhuis. (2015). Wat is obesitas? Opgehaald van Jessazh:
https://www.gezondheidsnet.nl/eetstoornissen/eetstoornis-boulimia-nervosa
Katz, N. (2010, december 30). Isabelle Caro photos: Nude anorexia pictures shocked World.
Opgehaald van cbsnews: http://www.cbsnews.com/news/isabelle-caro-photos-nude-
anorexia-pictures-shocked-world/
Marloes. (2013, augustus 10). Voedingsvezels, waarom zijn ze goed voor je? Opgehaald van
Optimavita: http://www.optimavita.nl/voeding/voedingsvezels-waarom-zijn-ze-goed-voor-
je/
Martijn's easy fitness for all. (2014, februari 4). Alles wat jij (nog) niet wistover koolhydraten.
Opgehaald van Martijneasy: http://www.martijnseasyfitnessforall.nl/voeding/alles-wat-jij-
nog-niet-wist-koolhydraten/
Metro Pro Theme. (2016). BMI uitrekenen. Opgehaald van bmi-uitrekenen: http://www.bmi-
uitrekenen.com/
MVO - de ketenorganisatie voor olieën en vetten. (2014, juni 27). RIVM: percentage volwassenen met
overgewicht zal niet verder toenemen . Opgehaald van MVO: http://www.mvo.nl/rivm-
percentage-volwassenen-met-overgewicht-zal-niet-verder-toenemen
Passie voor horeca. (sd). Etiketten: wat moet en wat mag. Opgehaald van Passie.horeca:
http://passie.horeca.nl/content/21463/Etiketten_wat_moet_en_wat_mag.html
Pieter. (2014, juni 13). Goede en slechte vetten? Vet lastig! Opgehaald van Dokteronline:
http://www.dokteronline.com/blog/goede-en-slechte-vetten-vet-lastig/
Roelants, M., & Hauspie, R. (2006, juli 4). Groeicurven Vlaanderen 2004. Opgehaald van vub.ac:
http://www.vub.ac.be/groeicurven/groeicurven.html
Schoolplaten. (2016). Afbeelding lopen. Opgehaald van Schoolplaten:
http://www.schoolplaten.com/afbeelding-lopen-i20942.html
50
Steijaert, M. (2015, november 10). Appelbuik ongezonder dan peerfiguur. Opgehaald van Volkskrant:
http://www.volkskrant.nl/wetenschap/-appelbuik-ongezonder-dan-peerfiguur~a4182317/
Stichting Kind en Groei. (2012). Normale groei. Opgehaald van Kindengroei:
http://kindengroei.nl/alles-over-groeien/normale-groei/
Struiksma, C. (2013, maart 15). Introductie voortplanting. Opgehaald van Prezi:
https://prezi.com/ku_tjdswg6sp/introductie-voortplanting/
The BootClub. (2013 - 2016). Hoeveel calorieën per dag? Opgehaald van The-bootclub:
http://www.the-bootclub.com/hoeveel-calorieen-per-dag.html
TULO. (2000). Verbranding. Opgehaald van phys.tue:
http://www.phys.tue.nl/TULO/info/Sport/Epo/epo_2.html
UHasselt. (sd). Zelfstudieproject voeding. Module 7: wiskundige aspecten i.v.m. voeding en het
menselijke lichaam. Opgehaald van Uhasselt:
https://www.uhasselt.be/UH/UHasseltAtSchool/Andere-
initiatieven/Lesmateriaal/Lesmateriaal-chemie-ARCHIEF/Chemie-en-voeding-.html
VIGeZ. (2016). Actieve voedingsdriehoek. Opgehaald van Vigez:
http://www.vigez.be/themas/voeding-en-beweging/actieve-voedingsdriehoek/
vivio-bvba. (2014 - 2016). Groeistoornissen. Opgehaald van Medipedia:
http://nl.medipedia.be/groeistoornissen/test-uzelf/lengte-en-groei-test-uw-kennis
Voedingswaardetabel. (2016). De voedingswaardetabel. Opgehaald van Voedingswaardetabel:
https://www.voedingswaardetabel.nl/watiswat/koolhydraten/
Wikipedia. (2015, december 23). Fructose. Opgehaald van Wikipedia:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fructose
Wikipedia. (2015, april 21). Galactose. Opgehaald van Wikipedia:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Galactose
Wikipedia. (2015, september 14). Glycogeen. Opgehaald van Wikipedia:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Glycogeen
Wikipedia. (2016, maart 26). Apargine. Opgehaald van Wikipedia:
https://en.wikipedia.org/wiki/Asparagine
Wikipedia. (2016, maart 25). Calorie. Opgehaald van Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Calorie
Wikipedia. (2016, maart 8). Druif. Opgehaald van Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Druif
Wikipedia. (2016, april 11). Glucose. Opgehaald van Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Glucose
Wikipedia. (2016, april 12). Glyceryltritridecanoaat. Opgehaald van Wikipedia:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Glyceryltritridecanoaat
Wikipedia. (2016, maart 7). Lactose-intolerantie. Opgehaald van Wikipedia:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lactose-intolerantie
Wikipedia. (2016, april 7). Sacharose. Opgehaald van Wikipedia:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sacharose
Wikipedia. (2016, februari 23). Zetmeel. Opgehaald van Wikipedia:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zetmeel
World Health Organization. (2015). Prevalence of obesity, ages 18+, 2010 - 2014 (age standardized
estimate) Male:2014. Opgehaald van Gamapserver.who:
http://gamapserver.who.int/gho/interactive_charts/ncd/risk_factors/obesity/atlas.html
Wynants, H. (2016, maart 25). Minder structureren en meer sport - "sportfederatiedecreet".
Opgehaald van Hermanwynants: http://www.hermanwynants.be/nieuws/minder-
structuren-en-meer-sport-sportfederatiedecreet