Weest ook gij uitgebreid

26

description

Wij hebben zojuist iets zeer kostbaars ontvangen; wij hebben deel aan de Traditie op zeer existentiële wijze. + Bp. Basil (Essey) van Wichita In de Orthodoxe Kerk is de Heilige Schrift altijd gelezen in de context van het leven en onderricht van haar heilige ledematen. Gewoonlijk wordt aan hen gerefereerd als ‘de heilige Vaders’ daar zij, als waarachtige vaders, ons onderrichten en opvoeden door hun levenschenkende woorden en hun levend voorbeeld. In het leven van de Kerk betekent daarom het woord ‘traditie’ allereerst het overdragen van het waarachtige leven – zowel als de weg daartoe – door hen die ons zijn voorgegaan.

Transcript of Weest ook gij uitgebreid

Page 1: Weest ook gij uitgebreid
Page 2: Weest ook gij uitgebreid
Page 3: Weest ook gij uitgebreid

b

WEEST OOK GIJ UITGEBREID (2 Kor.6:13)

Page 4: Weest ook gij uitgebreid

Elke dag voeden wij het lichaam en wij ademen de lucht in, opdat wij zouden leven. En wat de ziel nodig heeft is de Heer, en de genade van de Heilige Geest, want zonder Hem is de ziel dood. + H. Silouan de Athoniet Wanneer het de Godheid welbehagelijk is Zich te verenigen met het menselijk wezen, dan wordt de mens in zichzelf de aanwezigheid van de Goddelijke kracht gewaar, die hem transfigureert en hem Godgelijk maakt, niet alleen als vermogen, “naar Zijn beeld”, maar ook als werkzame energie, “naar Zijn gelijkenis”. + Archim. Sophrony

Geciteerd door bisschop Basil van Wichita, voorafgaand aan de tweede voordracht

Page 5: Weest ook gij uitgebreid

Archimandriet ZACHARIAS (Zacharou)

Weest ook gij uitgebreid

(2 Kor.6:13)

De uitbreiding van het hart in de theologie van de heilige Silouan de Athoniet

en archimandriet Sophrony van Essex

UITGEVERIJ ORTHODOX LOGOS TILBURG

Page 6: Weest ook gij uitgebreid

WEEST OOK GIJ UITGEBREID (2Kor.6:13) De uitbreiding van het hart

in de theologie van de heilige Silouan de Athoniet en archimandriet Sophrony van Essex

+ + +

Oorspronkelijk uitgegeven in het Engels (gedeeltelijk uit het Grieks vertaald) onder de titel:

“The Enlargement of the Heart, ‘Be ye also enlarged’ (2 Corinthians 6:13) in the theology of

Saint Silouan the Athonite and Elder Sophrony of Essex”

auteur: Archimandriet Zacharias (Zacharou)

© 2006, Stavropegic Monastery of St. John the Baptist, Tolleshunt Knights, Maldon, Essex, G.B.

Nederlandse vertaling door A. Arnold-Lyklema © 2013, Stavropegic Monastery of St. John the Baptist,

Tolleshunt Knights, Maldon, Essex, G.B.

Uitgave & distributie:

© 2014, Uitgeverij Orthodox Logos, Tilburg, NL

ISBN/EAN: 978-90-818718-7-7

All rights reserved.

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in electronische bestanden en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Klooster.

De citaten naast de titelpagina komen uit “Saint Silouan the Athonite” (GK. p.411,245, EN p.322,184, NL p.343,204)

Page 7: Weest ook gij uitgebreid

5

Voorwoord

Van de redacteur, bij de eerste uitgave

“Weest ook gij uitgebreid”1 is een verbazingwekkend luisterrijke presentatie van de aard en het doel van het menselijk bestaan, in twee van de belangrijkste figuren van de hedendaagse Orthodoxie: de heilige Silouan de Athoniet (1866-1938) en zijn trouwe leerling, oudvader Sophrony van Essex (1896-1993). Archimandriet Zacharias, zelf een leerling van oudvader Sophrony, is een getuigenis van de gouden draad der Traditie, overgedragen van generatie op generatie, daar zijn geschriften de inspiratie tonen die geboren wordt uit het onvervormde schouwen van Christus in heerlijkheid. En zoals hij met schijnbaar moeiteloos gemak aantoont, is het in de helderheid van dit schouwen, dat het goddelijk doel van de schepping van de mens wordt geopenbaard. Over de auteur

Archimandriet Zacharias (Zacharou) is lid van het Patriarchaal Stavropegisch Klooster van de heilige Johannes de Doper te Tolleshunt Knights, Engeland, dat gesticht werd door zijn geestelijke vader en mentor. Hij is de officiële vertaler van de geschriften van oudvader Sophrony vanuit het Russisch in het Grieks. Hij verwierf

1 De titel gaat terug op een woord van de apostel Paulus (2Kor.6:13), dat een daadwerkelijke uitbreiding van de mens betreft – niet slechts een verruiming van iemands denken of gevoelens, maar een wezenlijk ‘groter worden’ – zoals de Moeder Gods ‘wijder’ werd dan de hoogste hemelen (cf. hymne in de Basilius-Liturgie). De Vleeswording van Gods Woord in haar moederschoot is uniek, maar – zoals dit boek ons laat zien – elke mens is geroepen om in gebed de gehele wereld te omvatten, zowel als het leven van God Zelf. Denk in dit verband bv. aan de uitdrukking ‘de armen uitbreiden’, nl. om allen in liefde te omvatten. (De Engelse titel van de eerste editie luidde: “The Enlargement of the Heart: ‘Be Ye Also Enlarged’ (2Corinthians 6:13) in the Theology of Saint Silouan the Athonite and Elder Sophrony of Essex” – afgekort: “The Enlargement of the Heart”. Voor verdere details aangaande deze en andere publicaties, zie de Bibliografie van geciteerde werken, achterin dit boek.) Noot vert.

Page 8: Weest ook gij uitgebreid

6

verschillende academische graden in de theologie: van het Instituut St. Serge te Parijs, Frankrijk, en van de Universiteit van Thessaloniki, Griekenland, alwaar hij ook de doctors-titel ontving voor zijn werk aangaande de theologie van oudvader Sophrony2 (in het Engels gepubliceerd onder de titel “Christ, Our Way and Our Life”).3 Over dit boek

Het boek van archimandriet Zacharias “Weest ook gij uitgebreid” bestaat uit een reeks voordrachten, gehouden te Wichita, Kansas, tijdens de “2001 Clergy Brotherhood Retreat” van de Antiocheens-Orthodoxe Christelijke Kerk, en een appendix bestaande uit twee voordrachten, gehouden tijdens een ééndaagse conferentie “Over het Monnikschap”. De retraîte werd gehouden op 6-9 februari onder leiding van de Hoogeerwaarde Basil (Essey), bisschop van Wichita en het diocees van Midden-Amerika; de conferentie op 10 februari werd georganiseerd door zijn kanselier, schêma-monnik Paul, in de Kathedraal van de heilige Georgius te Wichita. Elke voordracht wordt hier volledig gepubliceerd, inclusief de aanvullende opmerkingen terzijde en de bijbehorende “Vragen & Antwoorden” (uitgezonderd de eerste voordracht, waarbij geen zitting van “Vragen & Antwoorden” plaatsvond).

C.V. (Christopher Veniamin) + Saint Tikhon’s Orthodox Theological Seminary, H. Silouan de Athoniet, 24 september A.D.2006

2 Oorspronkelijke publicatie in het Grieks: « Ἀναφορά στή θεολογία του Γέροντος Σωρφονίου » (Anaphora aan de theologie van oudvader Sophrony). 3 Sindsdien heeft hij vele voordrachten gegeven. Een gedeelte daarvan is inmiddels in boekvorm verschenen en wordt gaandeweg in verschillende talen vertaald, waar-onder naast onderhavige uitgave: “The Hidden Man of the Heart” (De verborgen mens des harten) en “Remember Thy First Love” (Gedenk uw eerste liefde).

Page 9: Weest ook gij uitgebreid

7

Notities bij de vertaling

In principe is vertaald vanuit de oorspronkelijke Griekse tekst (voor zover van toepassing) als zijnde de eigen taal van de auteur. Om dezelfde reden zijn ook citaten en Schriftverwijzingen getoetst aan het Grieks.1 Voor de Engels-talige gedeelten, zowel als voor de redactie van aanvullende opmerkingen tijdens de voordrachten, is dankbaar gebruik gemaakt van een door het Klooster te Essex beschikbaar gesteld voorstel voor een herziene Engelse editie, dat tijdens het vertaalwerk gereed kwam. Conform de voorgestelde herziening zijn in het eerste hoofdstuk enkele paragrafen tussen-gevoegd uit latere voordrachten, en is de redactie van sommige paragrafen herzien. Omwille van de helderheid voor de lezer, ook gezien de verschillende edities, zijn aanvullende opmerkingen en wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke Griekse tekst tussen rechte haken geplaatst, of evt. in de noten opgenomen.2

Het taalgebruik van de auteur sluit aan bij dat van de heilige Vaders, wat doorgaans zeer helder is, rijk aan nuances, en bovendien stevig geworteld in de Heilige Schrift. Bij de noodzakelijke vertaal-keuzes is daarom steeds gezocht naar een zo consequent mogelijke vertaling, met referentie aan de Bijbelse achtergrond. Daarbij is vaak teruggegrepen op de rijkdom van wat ouder Nederlands: Naast de liturgische vertalingen van archimandriet Adriaan van het Orthodox Klooster te Den Haag (eeuwige gedachtenis) is m.n. gerefereerd aan de Statenvertaling en NBG’51, hoewel ook andere

1 Om praktische redenen zijn Oud-testamentische verwijzingen gegeven volgens de Masoretische (Hebreeuwse) tekst, volgens het meest gangbare gebruik in Nederlandse Bijbeluitgaven. Verwijzingen naar de Septuagint zijn aangegeven met LXX. Alleen voor de Psalmen wordt eerst de Septuagint-verwijzing gegeven, gevolgd door de in Nederlandse Bijbeluitgaven meer gebruikelijke nummering tussen haakjes. (NB: Er bestaan kleine variaties in de vers-telling, m.n. in de Psalmen, wat afhankelijk van de gebruikte Bijbeluitgave soms één of twee verzen kan verschillen.) 2 Bij voorkomende verwijzingen worden de volgende afkortingen gebruikt: Hfst. = hoofdstuk, § = paragraaf, p. = pagina, n. = noot.

Page 10: Weest ook gij uitgebreid

8

gangbare Nederlandse vertalingen geraadpleegd zijn.3 Immers, de Nederlandse taal heeft zich ontwikkeld in nauw verband met de Statenvertaling, wat lange tijd gezorgd heeft voor een gemeen-schappelijke basis in het kerkelijk vocabulaire, zelfs bij moderner taalgebruik en ondanks de vele uiteenlopende opvattingen en denominaties.

In de twintigste eeuw is echter een steeds groeiende versnippering ontstaan, waardoor veel basisbegrippen niet alleen op uiteenlopende wijze worden verstaan, maar soms ook heel anders worden vertaald. Gevolg hiervan is een groeiende verwarring omtrent de betekenis van zelfs de meest fundamentele begrippen uit de Christelijke Traditie. Daarnaast hebben de Orthodoxe Vaders soms inzichten te bieden die in het Nederlands taalgebied slechts beperkt bekend zijn. Daarom is in de noten soms een woordverklaring toegevoegd, gericht op het toelichten van de betekenis van de voorkomende begrippen, vanuit de rijkdom van de Orthodoxe Traditie. Ook zijn enkele woorden opgenomen die specifiek zijn voor het Orthodox kerkelijk spraak-gebruik. Soms wordt verwezen naar Griekse of Slavische resp. Russische uitdrukkingen. Aangezien niet iedereen deze talen kan lezen, zijn dergelijke woorden eerst gegeven in transcriptie (schuin-gedrukt) en vervolgens, voor zover zinvol, in de eigen schrijfwijze. Om het opzoeken te vergemakkelijken is achterin een index opgenomen van de voornaamste begrippen, met verwijzing naar de desbetreffende noten. Bovendien is een bibliografie toegevoegd, met de details van geciteerde werken.

*A. + Cyprus, HH. profeet Daniël & de Drie Jongelingen, 17 december A.D.2013

3 Waar het rechtstreekse Bijbelcitaten betreft, is steeds gekozen voor een vertaling die zo goed mogelijk aansluit bij het Grieks – hetzij rechtstreeks overgenomen uit de bestaande vertalingen, hetzij enigszins ‘bijgeschaafd’, ook gezien de soms specifiek Orthodoxe inzichten aangaande de zin van bepaalde begrippen, en met inachtneming van een zo consequent mogelijk taalgebruik.

Page 11: Weest ook gij uitgebreid

1

De heilige Silouan de Athoniet en zijn leerling, oudvader Sophrony

oen de zalige oudvader1 en stichter van ons klooster, vader Sophrony, nog mét ons was, zochten sommigen van ons, zijn monniken, gretig naar een aanleiding – “gelegen of

ongelegen”2 – om hem te bezoeken en zijn woord te horen. Ieder contact met hem was een bron van inspiratie, en een opening naar nieuwe horizonnen in ons leven.

De Oudvader woonde in een klein huisje aan de rand van het kloosterterrein. In zijn laatste jaren was hij door ouderdom aanzienlijk verzwakt, en af en toe sliep hij, gezeten in een leunstoel. Vaak gebeurde het, dat in onze contacten en gesprekken met de mensen die ons bezochten, een vraag of probleem naar voren kwam, en wij snelden dan naar onze Oudvader om van hem het juiste antwoord te vragen, en dit vervolgens over te brengen aan de desbetreffende pelgrims. Soms vonden wij hem in slaap. Dan schudden wij zachtjes aan zijn leunstoel en wekten hem. En wij legden hem de vraag voor die gerezen was. Hij opende dan zijn ogen, en vrijwel onmiddellijk vloeide het woord van zijn lippen. Het was een verbazingwekkende en wonderbaarlijke gebeurtenis. Zijn stem kwam ‘van de andere

Dit hoofdstuk volgt in grote lijnen de oorspronkelijke Griekse tekst, afgezien van enkele tussengevoegde details uit de volgende voordrachten. Zoals bij alle voordrachten zijn aanvullingen en wijzigingen tijdens de voordracht tussen rechte haken geplaatst [...], maar de soms noodzakelijke herschikking van paragrafen is verder niet aangegeven. 1 Het Nederlandse ‘oudvader’ is de weergave van een oude benaming en aanspreek-titel in de Orthodoxe Traditie (Russisch: starets, Grieks: geronda), die vooral gebruikt wordt voor ervaren monniken die de gave hebben geestelijke raad te geven aan hun mede-christenen. In sommige kloostergemeenschappen wordt deze titel ook gebruikt als teken van eerbied, voor bepaalde leidinggevenden onder de monniken. Zie: “Saint Silouan”, EN p.412 (noot V), NL p.537-538 (noot 69). Noot vert. 2 2Tim.4:2.

T

Page 12: Weest ook gij uitgebreid

10 WEEST OOK GIJ UITGEBREID (1)

kant’, van de hemel. De genade in zijn woorden doordrong en overtuigde op onweerstaanbare wijze het hart, niet alleen dat van ons, maar ook de harten van hen die de wil van God hadden gezocht, en aan wie wij zijn woord overbrachten.

[Het grote wonder dat op mij (levend in de nabijheid van vader Sophrony) meer indruk maakte dan wat dan ook, was het woord van God dat uit zijn mond kwam, en de energie van de genade waarmee het geladen was. Wij waren getuige van zoveel wonderen wanneer hij voor mensen bad, en geen van ons hechtte daar veel belang aan, omdat hijzelf daar geen aandacht aan schonk. Maar wat ons werkelijk van verbazing versteld deed staan, was het woord dat uitging uit zijn mond.

Op een keer bad hij voor de tweede maal voor iemand die ziek was, een man die geen geloof had en vol twijfels zat. Het waren zijn vrouw en zijn schoonmoeder die hem bijna met geweld naar het klooster hadden gebracht, opdat vader Sophrony gebeden voor hem zou lezen. Na het lezen van de gebeden nam hij zijn epitrachilion3 van de zieke man en zeide tot hem: “Kijk eens! Wij zijn geen wonder-doeners, wij zijn priesters, en wij bidden voor de verzoening van de mensen met God.” En vader Sophrony was ergens verdrietig, en hij wilde niet meer bidden. Toen keek de man hem aan met een glimlach, en zei: “Ja, lichamelijk ben ik niet genezen, maar mijn ziel is genezen.” En waarlijk, de vreugde van vader Sophrony op dat moment was veel groter, dan wanneer er op zijn gebed zichtbaar wonderen geschiedden.

Bij een andere gelegenheid was er een man, die op zijn sterfbed lag, wiens gezicht vervormd was door een beroerte. Vader Sophrony nam vader Kyrill, onze hegoumen,4 met zich mee, en ging erheen om gebeden te lezen voor deze man. Toen vader Kyrill terugkwam, zei hij vol ontzag tot mij: “Weet u, terwijl ‘Pappoûs’ (‘Grootvader’, zoals hij vader Sophrony noemde) de gebeden aan het lezen was, trok het gezicht van die man weer recht.” En de profetie van Ezechiël 3 Het epitrachilion is een onderdeel van de kerkelijke gewaden, dat bij uitstek het priesterschap uitdrukt en bij elke specifiek priesterlijke handeling gedragen wordt. Bij sommige gebeden legt de priester zijn epitrachilion op het hoofd van de persoon voor wie hij bidt. Noot vert. 4 De hegoumen is degene die de leiding heeft over een zelfstandige klooster-gemeenschap, vergelijkbaar met een abt of overste. Noot vert.

Page 13: Weest ook gij uitgebreid

De heilige Silouan & oudvader Sophrony 11 kwam mij voor de geest, over de dorre beenderen die zullen opstaan, en een skelet vormen, en bedekt worden met zenuwen en vlees, en in wie de geest des levens zal terugkeren.5 En zelfs over zulke genezingen was hij niet zó gelukkig, als in het geval van die man, die uitriep dat zijn ziel genezen was.] [Onze] Oudvader had één geloof en één verlangen. Hij was er ten volle van overtuigd, dat het woord van God voor onze generatie gegeven was aan zijn vader in God, de heilige Silouan. En hij verlangde er vurig naar dit woord, zo mogelijk, bekend te maken aan alle volkeren der aarde, voor wie de Heilige zelf gebeden had, dat zij God zouden mogen kennen in de Heilige Geest.6 Hij wilde dat ook wij deel zouden hebben aan dit sterke verlangen van hem, om aldus, naar de mate van onze krachten, onze gewijde verplichting aan de Heilige te vergelden.

Op een dag, tijdens één van onze gesprekken, drong hij erop aan dat ik de gedachten zou opschrijven, die ik van tijd tot tijd tegen hem geuit had, over de betekenis van het woord van de heilige Silouan. Mij ten diepste bewust van mijn eigen armoede en onbeduidend-heid, vreesde ik dit te ondernemen, en ik antwoordde aarzelend: “Maar Oudvader, wat kan ik nu schrijven?” Zijn antwoord werd mijn kompas. Op beslissende toon zeide hij tot mij: “Herhaal datgene, wat ik gezegd heb!” Vanaf dat moment verstond ik een verschijnsel, dat vaak gezien wordt in de geschiedenis van het monnikschap.

Elke keer wanneer het woord van God geboren werd in het hart van een heilige monnik, en God door dat woord de diepe oordelen van Zijn wil bekend maakte aan de mensen, dan herhaalden generaties monniken van datzelfde klooster het woord van die heilige monnik.

5 Zie Ezech.37:1-14. 6 Cf. “Saint Silouan”, GK p.41,355, EN p.35,274, NL p.46,296. De tekst van dit gebed staat doorgaans ook op de icoon van de heilige Silouan; in het Grieks: «Δέομαί Σου, ἐλεῆμον Κύριε, ἵνα γνωρίσωσί Σε ἐν Πνεύματι Ἁγίῳ πάντες οἱ λαοί τῆς Γῆς.» Het voorkomende verschil ‘in de Heilige Geest’ of ‘door de Heilige Geest’ berust op variaties in de bronteksten. (Er wordt ook wel vertaald met ‘leren kennen’, doch de betekenis reikt nog dieper, nl. het ‘kennen’ van God als zodanig.) Noot vert.

Page 14: Weest ook gij uitgebreid

12 WEEST OOK GIJ UITGEBREID (1)

Zij analyseerden zijn gedachte, en in geïnspireerde uiteenzettingen weidden zij uit over zijn onderricht. En zo deden zij in de zielen van hun tijdgenoten het waarachtige geloof opnieuw opvlammen, dat eens en voor altijd aan de heiligen werd overgeleverd.7 Op deze wijze dienden zij het woord van de heiligen, zij bouwden het Lichaam van de Kerk op, en tegelijkertijd bewerkten zij hun eigen heil.8 Het

7 Cf. Jud.1:3. 8 Het Kerkelijk Grieks kent een verscheidenheid aan uitdrukkingen en woord-groepen m.b.t. het basisthema van de Traditie: de val van de mens en zijn terugkeer tot God. In de praktijk overlappen dergelijke begrippen elkaar, en zo vinden we vaak zeer uiteenlopende vertalingen voor hetzelfde. Doch elk van deze begrippen houdt verband met een concreet gegeven, dat een bijzonder aspect naar voren brengt van deze ene werkelijkheid. Het woord ‘heil’ hangt samen met een groep woorden die m.n. uitdrukking geven aan het aspect ‘behouden worden’ van de ondergang en de algehele ver-nietiging, in tegenstelling tot ‘verloren gaan’. Dit houdt o.a. verband met het beeld van de belegerde stad, die op het punt staat door de vijand te worden overmeesterd. Degene die het klaarspeelde de stad te behouden van de dreigende ondergang en vernietiging, werd geëerd met de titel sôtêr (σωτήρ) – ‘heiland’. Later werd deze benaming ook breder gebruikt, m.b.t. allerlei weldaden die de gemeenschap ten goede waren gekomen. De Bijbelse geschiedenis toont gaandeweg, hoe God de enige waarachtige Heiland is, Die Zich uiteindelijk openbaart in de persoon van Jezus Christus: “U is heden de Heiland geboren” (Lk.2:11, vert.NBG’51). Het woord ‘heil’ als zodanig (sôtêria/σωτηρία) wijst daarbij vooral op het herstel en behoud van de ‘heelheid’ van degene die dit heil ontvangt, en is daarom soms ook te vertalen met ‘behoud’. (Evenzo wordt het Engelse werkwoord ‘to save’ ook gebruikt voor het ‘bewaren’ of ‘intact houden’ van kostbare zaken.) Dit begrip staat in contrast met de ‘gebrokenheid’ van de gevallen mens, en is het tegengestelde van de ‘heilloze’ levenswijze van de Verloren zoon (cf. Lk.15:13), die in den vreemde niet alleen zijn vermogen verkwistte, maar door “de vele harts-tochten van het vlees” vooral ook schade toebracht aan het wezen van zijn persoon. In verband met het bovenstaande wordt het bijbehorende werkwoord hier zoveel mogelijk vertaald met ‘behouden’ (σôzô/σώζω) – vooral ook, omdat dit in de Orthodoxe Traditie niet verstaan wordt als iets dat in één ogenblik plaatsvindt (zoals bv. gered zijn van de verdrinkingsdood). Met betrekking tot het goddelijk heil betreft dit de voortdurende nood aan Gods hulp en bijstand – zoals metropoliet Kallistos Ware het uitdrukt: “De Christen is niet behouden, hij wordt behouden.” Want juist de gelovige die Gods heil reeds heeft gesmaakt, wordt zich gaandeweg steeds sterker bewust van het feit dat de mens in deze wereld aan de rand van de afgrond leeft – als God ons niet (voortdurend) behoudt, dan zijn wij verloren. Zoals bv. de apostel Petrus ontdekte, toen hij vol goede moed op het water liep

Page 15: Weest ook gij uitgebreid

De heilige Silouan & oudvader Sophrony 13 Studion-klooster te Constantinopel was eeuwenlang een karakteristiek voorbeeld van dit verschijnsel.

Dus het voorstel en het verzoek van onze oudvader Sophrony, ons bezig te houden met het woord van zijn heilige leermeester, Silouan, is gezien de Traditie zowel rechtvaardig als passend. Het enige struikelblok is mijn eigen onwaardigheid. De Oudvader zelf geloofde, nederig en zonder twijfel, dat de heilige Silouan het rechtstreekse en openbarende woord Gods ontvangen had. En hij vergeleek zijn eigen werk met dat van een postbode, die een brief bezorgt die hij niet zelf geschreven heeft; hij draagt slechts het woord over van zijn Vader in God – een woord dat echter de grootste aandacht en overweging waard is, niet zozeer in uiterlijke zin, maar door het persoonlijk te leven.9 Het woord van de heilige Silouan geeft, met apostolische overtuiging, antwoord op de dringende vraag-stukken en doodlopende wegen van zijn generatie. Het definieert bovendien met Christus-gelijkend gezag de betrouwbare criteria voor de waarachtige Godskennis binnen de Orthodoxe Kerk. [Hij zegt bijvoorbeeld, dat het criterium voor de aanwezigheid van de Heilige Geest, het criterium voor de waarheid, de liefde is voor onze vijanden.]

“als over vaste grond”, en plotseling besefte in welke gevaren hij zich begeven had. En zo klinkt steeds weer, zowel in de diepten als op de hoogten van het geestelijk leven, de bede: “Heer, behoud ons!” (Het verwante werkwoord diasôzô/διασώζω heeft doorgaans meer specifiek betrekking op de onmiddellijke nood of het gevaar waar men zich reeds in bevindt, waarbij de nadruk ligt op de wens daaruit te komen – daarom vaak goed te vertalen met ‘redden (uit)’, bv. in de Troostcanon: “Red ons uit alle gevaren...” In samenstellingen met ‘ek’ en ‘dia’ echter, ligt de betekenis van beide werkwoorden zo dicht bij elkaar, dat genoemd onderscheid in vertaling niet altijd tot uitdrukking kan worden gebracht.) Het hier beschrevene geeft iets weer van de betekenis van deze woordgroep, doch in wezen kan het goddelijk heil nauwelijks in woorden worden uitgedrukt – immers, zoals archimandriet Sophrony zegt: “In de Orthodoxe Kerk wordt het heil van de mens verstaan als zijn vergoddelijking” (“Words of Life”, ed.1996, p.8), zie ook “We Shall See Him” (GK p.183-184, EN p.114-115): “Te pogen deze staat te beschrijven blijkt ijdel... Wij geven onszelf over in de heilige handen van onze Formeerder, en aldus komen wij binnen in de volheid van het Goddelijk leven.” Noot vert. 9 Cf. “Saint Silouan”, GK p.304, EN p.229-230, NL p.248.

Page 16: Weest ook gij uitgebreid

14 WEEST OOK GIJ UITGEBREID (1)

[De heilige Silouan was waarlijk een] door God geïnspireerde dienaar van het woord van Christus. De basis en belangrijkste bron van informatie over zijn leven en onderricht is het boek van vader Sophrony “De Heilige Silouan de Athoniet”. Vanaf de allereerste bladzijde richt dit boek met grote diepgang de aandacht op de vraag naar de zin van het leven, in al z’n tragische ernst. Het toont enerzijds de onnaspeurlijke afgrond van de oordelen van onze algoede God, en anderzijds de wanhopige situatie van de mens, aan wie het in zijn huidige (gevallen) staat onmogelijk is het goddelijk raadsbesluit te doorgronden, en op organische wijze te worden ingevoegd in het vóóreeuwige plan van de Heilige Drieëenheid aangaande hemzelf.

Overeenkomstig het getuigenis van zijn meest nabije leerling is het uiterlijke leven van de heilige Silouan niet bijzonder belang-wekkend. Er zijn enkele voorvallen bewaard gebleven uit zijn leven voordat hij monnik werd, die getuigen van zijn sterk gestel, zijn dynamisch karakter, en zijn godsdienstige diepgang. Verder verliep zijn leven vrijwel onopgemerkt. Zelfs tijdens zijn monastieke leven kenden betrekkelijk weinig mensen hem voor wie hij was. Doch de zalige Silouan was een grootse ‘gebeurtenis’, die Gods aandacht had en de liefde van heel het hemelse koor der heiligen. Zijn gehele wezen – ziel, geest en lichaam – werd een welriekend vat, vol van de genade van de Heilige Geest. Zijn hart was als een prachtige bloementuin waar, in de binnenste diepten, het de Heer welbehaaglijk was een lichtstralende en geliefde woning te hebben. De heilige Silouan werd geboren in 1866 in het dorp Shovsk, gelegen in het district Lebedinsk, in de provincie Tambov. Hij kwam uit een redelijk welvarende boerenfamilie, die slechts enkele decennia terug vrijgemaakt was uit het lijfeigenschap. Hij arriveerde op Athos in 1892, en ontving de monnikswijding in het grote klooster van de heilige grootmartelaar Panteleimon in 1896. Hij ontving het groot schêma10 in 1911. Hij vervulde verschillende

10 De Orthodoxe Traditie kent in wezen maar één monnikschap, zonder rangen of graden. In oude tijden was er zelfs maar één wijding, soms kortweg aangeduid als het schêma (spreek uit: schima), naar de karakteristieke monniksgewaden. Doch

Page 17: Weest ook gij uitgebreid

De heilige Silouan & oudvader Sophrony 15 ‘gehoorzaamheden’11 in het klooster van zijn bekering, alwaar hij ook gedurende vele jaren ‘rentmeester’12 was. Daar leidde hij in totaal zesenveertig jaar lang het ascetische leven. De grootste geestelijke gebeurtenis in zijn leven was het zien van de Levende Christus, Die hij waardig gemaakt werd te aanschouwen zes maanden na zijn intrede in het klooster – maanden waarin hij zichzelf met grote vurigheid had overgegeven aan onafgebroken en martelend gebed. Dit schouwen vervulde zijn hart en zijn gehele lichaam met de kracht van de Heilige Geest, en verlichtte zijn intellect met de kennis van het grote mysterie van Christus. In de daaropvolgende lange jaren van zijn leven getuigde hij onophoude-lijk en onvermoeibaar: “God is liefde”13 – onbeschrijfelijke en oneindige liefde. “Der dagen zat”,14 en vervuld van vrede en genade, ging hij heen tot de Heer in 1938.

mettertijd werd wel een zeker onderscheid gemaakt, waarbij degene die verlangt de monastieke weg te volgen – na een proeftijd als leerling – bij het afleggen van de traditionele monniksgeloften eerst het zgn. ‘klein schêma’ ontvangt. Om dan na enige jaren ervaring dezelfde geloften nogmaals, nu met groter intensiteit op zich te nemen bij het ontvangen van het zgn. ‘groot schêma’. In sommige delen van de Orthodoxe Kerk is het groot schêma gaandeweg specifiek verbonden geraakt met de intensieve beoefening van het onafgebroken gebed, en wordt dan slechts na lange ervaring geschonken. Doch op andere plaatsen wordt de leerling die werkelijk blijven wil na enige tijd plechtig in het zwart gekleed, en ontvangt vervolgens – na een aantal jaren ervaring in het kloosterleven – onmiddellijk het groot schêma, min of meer vergelijkbaar met het gebruik in de eerste eeuwen van het monnikschap. Noot vert. 11 In het monastieke spraakgebruik duidt het woord ‘gehoorzaamheid’ ook op een concrete taak van de monnik, die hij vervult in gehoorzaamheid aan de opdracht van zijn oudste(n). Noot vert. 12 De Griekse benaming van deze functie in het klooster van de H. Panteleimon gaat terug op het Nieuw-testamentische woord ‘rentmeester’, doch in dit geval betreft het rentmeesterschap een zeer specifieke verantwoordelijkheid. Het klooster is nl. zeer groot, en het beheer ervan was onderverdeeld in verschillende afdelingen, elk met een eigen ‘rentmeester’ aan het hoofd – in de praktijk betrof dit echter vooral de taak van werkmeester. De heilige Silouan was jarenlang verantwoordelijk voor het werk in de graanmolen van het klooster. Noot vert. 13 1Joh.4:8,16. 14 Der dagen zat” is een oude Bijbelse uitdrukking, die ook vertaald zou kunnen worden met ‘vol van dagen’, d.w.z. na een lang leven – o.a. gebruikt bij de dood

Page 18: Weest ook gij uitgebreid

16 WEEST OOK GIJ UITGEBREID (1)

Door Gods voorzienigheid leefde ook oudvader Sophrony in datzelfde klooster gedurende zo’n veertien jaar. Tijdens de laatste jaren van het leven van de heilige Silouan, met name vanaf 1931 tot de dag van diens ontslapen,15 geviel het dat [oudvader Sophrony]16 zijn meest nabije leerling was, en zeker degene die het best in staat was het leven van de Heilige te verhalen. Na langdurige overdenking en aarzeling nam hij deze onderneming op zich. Zijn enige doel was de gelovigen van nut te zijn door het schetsen van het geestelijk leven van de Heilige, in wiens persoon de meest kostbare aspecten van het mysterie van het geloof werden samengevat. Zoals de Oudvader zegt, was het met vreze dat hij deze schriftelijke getuigenis aanbood. Zoals al de werken des Heren vreeswekkend en wonderlijk zijn, zo is ook een geestelijk getuigenis vreeswekkend en wonderlijk. En het ontvangen ervan vereist een bereidheid tot strijd en zelfverloochening, want het is een getuigenis van de goddelijke liefde. [Onze God is een moeilijke God, omdat Hij ons een kruis aanbiedt – en dat kruis is de uitdrukking van Zijn liefde “tot het einde”.17 Dat is wat de liefde zo ondragelijk maakt voor deze wereld.]

De heilige Silouan kwam uit een vrome familie die doordrenkt was met de geest van de evangelische liefde. Deze geest kenmerkte ook zijn eigen leven. Toch ontsnapte hij niet aan de verzoekingen van de wereldse geest, noch aan de onachtzaamheid der jeugd. Twee voorvallen brachten hem ertoe zich te richten op de berouwvolle bekering. Het eerste was toen hij het verhaal hoorde van het leven en de wonderen van een Russische heilige, Johannes Sezénov (1791-1839). Terwijl hij hiernaar luisterde, vlamde zijn geloof opnieuw op bij de gedachte: “Indien hij een heilige is, dan is God mét ons, en dan is het niet nodig dat ik de hele wereld ga rondtrekken om

van Izaäk, David en Job (zie bv. Gen.35:29; 1Kron.23:1; Job.42:17). Noot vert. 15 Op 24/11 september A.D.1938. Sinds zijn canonisatie wordt op deze dag zijn gedachtenis gevierd. Noot vert. 16 De Griekse tekst spreekt vaak over ‘de Oudvader’. Tijdens de voordrachten, en der-halve in deze tekst, werd dit meestal vervangen door ‘oudvader Sophrony’. Noot vert. 17 Joh.13:1.

Page 19: Weest ook gij uitgebreid

De heilige Silouan & oudvader Sophrony 17 Hem te zoeken.”18 Deze gedachte werd hem door God geschonken, om de twijfel weg te nemen over het bestaan van God. Een twijfel die in zijn ziel gezaaid was door een rondzwervende boekverkoper, toen hij nog maar vier jaar oud was. Met deze gedachte hervond hij zijn geloof, hij verbleef voortdurend in de gedachtenis aan God, en hij bad onder tranen. Het was in deze periode dat in zijn hart het verlangen geboren werd naar het monnikschap. Doch zijn vader gaf hem de raad nog even te wachten, en naar een klooster te gaan na het vervullen van zijn militaire dienst. Drie maanden lang bleef hij in deze ongewone staat van genade.

Doch daarna verliet hem deze eerste genade van zijn roeping en Simeon – dat was Silouans naam in de wereld – keerde terug tot de gebruikelijke leefwijze van de jeugd van zijn dorp. Het was toen, dat God toeliet dat hij in twee zware zonden viel, waarover hij heel zijn verdere leven zou weeklagen. Het luidruchtige leven van de jeugd en de mist der moedeloosheid19 temidden waarvan hij leefde, verstikten mettertijd in de ziel van Simeon de eerste goddelijke roeping tot het monastieke leven, en hij verloor de kracht van de genade die hem bezocht had. Maar God, Die hem had uitverkoren en zijn dankbare trouw voorzag, riep hem nogmaals tot Zich, deze keer door een visioen.

Zoals zijn biograaf, oudvader Sophrony verhaalt, was het na één van die dagen van achteloos leven, toen Simeon in slaap gevallen was, dat hij een slang door zijn mond in zich binnen zag kruipen. Hij voelde een vreselijke afschuw en geschokt sprong hij op, waarop hij een stem hoorde die tot hem zeide: “In uw droom hebt gij een slang ingeslikt, en dat was u weerzinwekkend. Evenzo is het ook voor mij niet aangenaam uw werken te zien.”20 Deze stem was buitengewoon, en zeer zoet. De heilige Silouan geloofde

18 “Saint Silouan”, GK p.14, EN p.11, NL p.23. 19 In het ascetisch taalgebruik betreft de ‘moedeloosheid’ (akêdia/ἀκηδία) m.n. het gebrek aan (of het verlies van) de zorg en aandacht voor het eeuwig heil dat God aan de mens wil schenken. Zie o.a. de “Vragen & Antwoorden” bij Hfst. 2, vraag 3. Noot vert. 20 “Saint Silouan”, GK p.18,493, EN p.15,393, NL p.26-27,414.

Page 20: Weest ook gij uitgebreid

18 WEEST OOK GIJ UITGEBREID (1)

zonder twijfel, dat het de stem was van de Heilige Maagd. Deze stem, met haar schoonheid, zachtmoedigheid en onuitsprekelijke zoetheid, deelde aan de jongeman de energie van de goddelijke genade mede, [die hem overstelpte en hem schokte tot in het diepst van zijn wezen.] Tot het einde van zijn leven dankte hij de Godsmoeder,21 dat zij hem niet had verafschuwd in zijn zondige staat, maar dat het haar welbehaaglijk was geweest hem te bezoeken, om hem op te richten uit zijn val. Het feit dat hij niet waardig bevonden was de Moeder des Hemels te zien, schreef hijzelf toe aan de onreine levensstaat waarin hij zich toen bevond.

Deze nieuwe roeping, vlak voor zijn militaire dienst, bepaalde op beslissende wijze het verloop van zijn verdere leven. Hij veranderde zijn leven radicaal. Hij was diep beschaamd over zijn verleden, en deze schaamte werd getransformeerd tot een uiterst krachtige en vurige bekering voor Gods aanschijn. [Hetzelfde gebeurt in het Mysterie van de Biecht.22 Hoe meer schaamte wij voelen, wanneer wij ons in al onze naaktheid voor God stellen, hoe meer kracht ons gegeven wordt om de zonde en de hartstochten te overwinnen.] Met deze bekering kwam een nieuwe visie op het leven en de wereld, die naar voren kwam in zijn houding tegenover alle dingen. Hij werd beheerst door de gewaarwording van de voorbijgaande aard van de zichtbare wereld, en door de betekenis van de eeuwigheid als de waarachtige bestemming van dit tijdelijke bestaan. Dit was duidelijk te zien in zijn gesprekken en in heel zijn gedrag jegens de mensen om hem heen.

Tijdens een dorspfeest, zoals vader Sophrony verhaalt, merkte Simeon een wat oudere dorpsgenoot op, die een accordeon bespeelde

21 ‘Godsmoeder’ (Theomêtôr/Θεομήτωρ) is één van de vele titels van de heilige Maagd Maria. Een andere veel gebruikte titel is ‘Moeder Gods’, een weergave van het Griekse ‘Theotókos’ (Θεοτόκος), letterlijk: ‘(zij) die God gebaard heeft’. Noot vert. 22 Het woord ‘mysterie’ wordt in de Orthodoxe traditie gebruikt voor alle sacramenten en sacramentele handelingen van de Kerk, aangezien daarin “de Mysteriën van het Koninkrijk” aan de mens geopenbaard worden. In kerkelijke context kan dit woord dus zowel het zichtbare ‘sacrament’ betreffen, als de inhoud die daarin verborgen ligt. Noot vert.

Page 21: Weest ook gij uitgebreid

De heilige Silouan & oudvader Sophrony 19 en danste. Dit maakte indruk op hem, en hij noodde zijn dorps-genoot terzijde en vroeg hem: “Stephan, hoe kunt gij nu spelen en dansen. Hebt gij niet ooit een mens gedood?” Hij had inderdaad iemand gedood in een dronkemansgevecht. Toen zei Stephan tot Simeon: “Weet u, toen ik in de gevangenis zat heb ik veel tot God gebeden, dat Hij mij zou vergeven, en God heeft mij vergeven. Daarom speel ik nu met een gerust gemoed.”23 Simeon, op wie de schuld woog van zijn eigen zondige daden, begreep hoe iemand God om vergeving kon smeken, en dat hij deze kon ontvangen, zoals duidelijk zichtbaar was in het geval van zijn dorpsgenoot. Deze gebeurtenis bevestigde hem nog meer in zijn eigen persoonlijke bekering.

In deze geest van bekering nam Simeon dienst in het leger. Zijn diensttijd verliep soepel. Hij bleek gewetensvol, vriendelijk en bereidwillig te zijn. Hij werd een aangename, geliefde en kostbare raadgever voor zijn metgezellen. Zijn geest werd echter in beslag genomen door het Laatste Oordeel, en zijn zorg was hoe de Heer te behagen, Die hem in steeds grotere mate de ijdelheid van deze wereld openbaarde. Tegen het einde van zijn militaire dienst ging hij de heilige Johannes van Kronstadt bezoeken, om hem te vragen om zijn gebeden en zijn zegen voor de toekomst. Doch de Heilige was afwezig, en Silouan – toen nog Simeon – liet een briefje voor hem achter met slechts enkele woorden: “Batioushka,24 ik wil monnik worden. Bidt dat de wereld mij niet tegenhoudt.”25 Hij keerde terug naar de barakken en, zoals hijzelf zeide, de volgende dag voelde hij om zich heen “het loeien van de vlammen der hel.”

In de geestelijke spanning van deze vermorzelende gewaar-wording van de vlammen der hel, arriveerde hij op de Heilige Berg Athos, alwaar hij intrad in het Russische klooster van de heilige grootmartelaar Panteleimon. Daar begon Simeons nieuwe leven in de strijd voor het eeuwige heil. Hij bracht enkele dagen door in stilte,

23 “Saint Silouan”, GK p.19-20, EN p.16, NL p.27-28. 24 Russische aanspreektitel voor een priester: ‘vader’. Letterlijk een verklein-woord, ‘vadertje’, wat in de oorspronkelijke taal liefdevol, doch tevens respectvol is. Noot vert. 25 “Saint Silouan”, GK p.24, EN p.19, NL p.31.

Page 22: Weest ook gij uitgebreid

20 WEEST OOK GIJ UITGEBREID (1)

waarbij hij zich de zonden van heel zijn leven in herinnering bracht en deze opschreef, voor een algehele biecht naar de Athonitische gewoonte en ordening. De martelende gewaarwording van de hel waarin hij verkeerde, tezamen met de genade van het Mysterie van de Biecht, verwekten in de ziel van de aspirant-monnik een ontem-bare en vurige bekering.

Na de biecht spoorde de geestelijke vader hem aan zich te verheugen in de vergeving die hij ontvangen had, en in het nieuwe leven dat de Heer hem geschonken had op Athos, die “haven des heils”.26 Onervaren als hij was, aanvaardde Simeon de aansporing van de geestelijke vader in eenvoud en geloof, en gaf zichzelf over aan de vreugde van dit nieuwe leven. Hij wist niet, dat een asceet zelfs in zijn vreugde matig dient te zijn. En zo verloor hij al spoedig de geestelijke spanning van het gebed, die hij had gehad sinds zijn bezoek aan Kronstadt. Hij werd het doelwit van vleselijke begeerten, en zijn intellect stond stil bij de verleidelijke beelden, die de harts-tocht hem voorstelde. De gedachte zei tot hem: “Ga naar de wereld om te trouwen.” Toen hij ging biechten zei de geestelijke vader tot hem: “Stem nooit in met de gedachten, maar verjaag ze zodra ze komen.”27 [Vader Sophrony herhaalde vaak voor ons, als een slagzin: “Lever uw intellect niet over aan de gedachte!”]

Deze ‘val’ in de gedachte matigde broeder Simeon tot een kuise bezonnenheid voor de rest van zijn leven. Hij was hier zo diep door geschokt, dat hij vanaf die dag, in al de zesenveertig jaar van zijn monnikschap, nooit meer ook maar één vleselijke gedachte aannam. Het besef van de menselijke zwakheid, en de mogelijkheid zelfs in het klooster verloren te gaan, waren een kostbare les voor hem. [Wat hem hierin méér dan iets anders schokte, was het enorme contrast – tussen de staat van genade waarin hij zich bevonden had, en de ervaring van de val, al was het slechts in de geest, door de vleselijke gedachten.]

Doch ook Simeons bittere berouw over zijn uitglijden werd door de vijand uitgebuit, nu door hem voor te stellen zich terug te trekken

26 Ibid., GK p.25, EN p.21, NL p.32. 27 Ibid., GK p.26, EN p.22, NL p.32.

Page 23: Weest ook gij uitgebreid

De heilige Silouan & oudvader Sophrony 21 in de woestijn, om daar gemakkelijker het heil te verwerven. Hij begreep echter het bedrog van deze gedachte, en op beslissende wijze zeide hij in het diepst van zijn ziel: “Hier zal ik sterven voor mijn zonden.”28 [De mens is sterk wanneer hij zulk een beslissing neemt. De grootste gave die wij hebben, is dat wij uit vrije wil kunnen sterven zoals het behoort, op de juiste wijze.]

Gestadig en mettertijd werd broeder Simeon onderricht in de geestelijke wetenschap van de monastieke traditie van Athos, die doortrokken is van de ononderbroken gedachtenis aan God. Deze traditie wordt dagelijks gecultiveerd [in het leven van de monniken, door het rijke programma van werk, Diensten, Nachtvigilies, Biecht en Communie,] en door de mondelinge raadgevingen van de hegoumen, de geestelijke vaders, en in het algemeen al de gevorderde asceten [in het klooster.] In de leefregel van de monnik neemt de beoefening van het ‘Jezusgebed’29 de voornaamste plaats in. Ook Simeon streefde ernaar dit innerlijke gebed te verwerven, waar men overal en te allen tijde over kan beschikken. Zijn biograaf vermeldt dat na drie weken, terwijl de jonge broeder staande voor de icoon van de Moeder Gods aan het bidden was, het gebed doordrong tot in zijn hart, en zich daar als vanzelf begon te voltrekken, dag en nacht. Dit onophoudelijk aanroepen van de Naam van Jezus was zoet voor de ziel van broeder Simeon, en gaf hem de kracht om de gehoorzaam-heid, en al de werken die deel uitmaken van de monastieke leefwijze, nauwgezet te vervullen. Hij had echter nog niet de stabiliteit [om voortdurend in de genade te kunnen blijven,] en hij werd heen en weer geslingerd tussen gedachten van ijdele trots en van wanhoop.

Op een nacht, na de verschijning van een vreemd licht, dat zijn cel vervulde en zelfs doordrong tot in zijn borst, begonnen er demonen aan hem te verschijnen. Naïef en onervaren als hij was, sprak hij met hen “als met mensen”. De aanvallen van de demonen namen steeds meer in kracht toe. Soms zeiden zij tot hem dat hij heilig was, en dan weer dat hij niet behouden zou worden. Toen vroeg de

28 Ibid., GK p.27,568, EN p.22,457, NL p.33,481. 29 In zijn volledige vorm luidt dit gebed: “Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, de zondaar,” of: “... over mij, zondaar.” Noot vert.

Page 24: Weest ook gij uitgebreid

22 WEEST OOK GIJ UITGEBREID (1)

novice Simeon aan één van deze demonen: “Waarom spreken jullie elkaar tegen? Soms zeggen jullie dat ik heilig ben, en dan weer dat ik niet behouden zal worden.” En de demon antwoordde hem spottend: “Wij zeggen nooit de waarheid.”30

Om de demonische aanvallen af te weren die zijn ziel pijnigden, gaf de broeder-aspirant zichzelf over aan extreme ascese en bad met grote intensiteit en vurigheid. Hij sliep in totaal slechts twee van de vierentwintig uur, en dat in dutjes van vijftien à twintig minuten, zittend op een krukje. Hij onderhield een grote matigheid in zijn voedsel. En hij bezat een diepe en aanhoudende treurnis,31 die raakte aan de grenzen van de wanhoop. Daarbij was zijn dienst in de molen zwaar en vermoeiend, en hij verrichtte deze met zorg.

Zes maanden lang volhardde Simeon in deze martelende beproeving. Hij werd meer en meer verpletterd door de vrees voor de eeuwige ondergang en de verschrikking van de wanhoop. Gezeten in zijn cel, dacht hij in uiterste wanhoop: “God is onverbiddelijk.” Bij die gedachte [een zeer gevaarlijke gedachte] voelde hij zich volstrekt verlaten, en zijn ziel verzonk in de duisternis van een onbeschrijfelijke zielsangst, waarin hij ongeveer een uur lang verbleef.

Na enige tijd ging hij naar de Vespers in de kerk van de heilige profeet Elia, die dicht bij de molen was. Hoewel hij vermorzeld werd door de smartelijke pijn in zijn ziel, slaagde hij erin uit te brengen: “Heer Jezus Christus, ontferm U over mij, de zondaar.” Toen zag hij, rechts van de Schone Poort,32 op de plaats van de icoon van de Heiland, de Levende Christus. [Volstrekte, uiterste zelfontlediging veranderde in een staat van goddelijk schouwen. Dit zien wij ook in het leven van onze Heer. Op het ene moment sprak Hij: “Mijn

30 Ibid., GK p.29, EN p.24, NL p.35. 31 De geestelijke ‘treurnis’ (penthos/πένθος) houdt verband met het werkwoord voor ‘treuren’ of ‘rouwen’, zoals in “Zalig de treurenden...” (Mt.5:4). De Vaders vergelijken een dergelijke treurnis soms met het rouwen van een weduwe om haar enige zoon. Noot vert. 32 Het betreft hier de deuren in het midden van de iconostase, in het Grieks aangeduid met deze Bijbelse uitdrukking die verwijst naar de Tempel te Jeruzalem (Hd.3:10). In de huidige Orthodoxe praktijk spreekt men in plaats daarvan ook over de ‘Heilige Poort’ of de ‘Grote deuren’. Noot vert.

Page 25: Weest ook gij uitgebreid

De heilige Silouan & oudvader Sophrony 23 God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?”33 en het volgende moment zegt Hij tot de Rover: “Amen, Ik zeg tot u, heden zult gij mét Mij zijn in het paradijs.”34]

De Heer verscheen aan de jonge novice op onbevattelijke wijze, en zijn gehele wezen, zelfs zijn lichaam, werd vervuld met het vuur van de genade van de Heilige Geest – dát vuur, dat de Heer bij Zijn komst deed nederdalen op de aarde.35 Simeon raakte geheel uitgeput van dit gezicht, en hij zag de Heer niet meer.

[De heilige Silouan beschrijft dit gezicht met grote eenvoud, zoals het Evangelie de Transfiguratie des Heren beschrijft – in enkele woorden, zonder enige verbeelding. God te aanschouwen gaat alle verbeelding te boven, en al wie deze gebeurtenis beleeft, heeft de verbeelding niet meer nodig.36 De Transfiguratie op de berg Thabor is één van de grootste verschijningen van God in de heilige geschiedenis, en toch wordt deze beschreven met een dergelijke eenvoud. Daarenboven worden al de Evangelie-verhalen, ook die van de gelijkenissen en van Christus’ onderricht, uitgedrukt met een zodanige soberheid. In de beschrijvingen van het Evangelie is geen plaats voor de verbeelding, want de beschreven gebeurtenissen gaan alles wat de mens zich zou kunnen voorstellen te boven. De verbeelding wordt opgeheven, teniet gedaan door de kracht van de Geest Gods Die werkzaam is; en Hij is “bij machte meer dan over-vloedig te doen, boven al wat wij vragen of bedenken,” zegt de heilige Paulus.37 Waar het Koninkrijk Gods geopenbaard wordt in kracht, daar houdt de werking van de verbeelding op, aangezien er niets meer overblijft dat deze zou kunnen opwekken. De Evangeliën zijn dus werkelijk zeer sobere en eenvoudige verslagen.]

33 Mt.27:46; Mk.15:34. 34 Lk.23:43. 35 Zie Lk.12:49. 36 Cf. “Saint Silouan”, GK p.453, EN p.358, NL p.310 – Zelfs wanneer de mens dit aan anderen meedeelt, beschrijft hij eenvoudig datgene wat hij met eigen ogen heeft gezien en ervaren. Zoals de heilige Silouan zegt: “De heiligen spreken over dingen, die zij in waarheid hebben gezien en gekend.” Noot vert. 37 Ef.3:20.

Page 26: Weest ook gij uitgebreid