michieldenhartog.weebly.com · Web viewDe opbouw van pensioenrechten vind tijdsevenredig plaats en...

15
Loonbelasting Hoofdstuk 1 – Algemene inleiding De overheid heeft vier manieren om haar uitgaven te dekken: - Belastingen = verplichte bijdrage van burgers, zonder tegenprestatie. - Retributies = vergoedingen die burgers betalen, omdat zij diensten van de overheid afnemen. - Sociale premies = onder te verdelen in: o Premie volksverzekeringen = worden geheven om uitkeringen te kunnen betalen. o Premie werknemersverzekeringen = alleen voor werknemers (WIA, ZW, ZVW, WW) - Overige inkomsten = zoals inkomsten uit verkoop van gas. Belastingheffingen dienen steeds minder als financieringsbron van de overheid, maar worden gebruikt om bepaald gedrag te stimuleren of te ontmoedigen. Bijv: accijns, milieuheffingen, etc. Plaats van belastingrecht: voornamelijk publiekrecht (verhouding overheid – burgers). Behalve als de overheid niet optreedt als overheid, maar op gelijkwaardige basis met haar burgers. Dan spreken we over privaatrecht (verhouding burgers onderling). In de praktijk wordt het belastingrecht als één geheel gezien. Het belastingrecht is echter een verzameling van wetten (bijv. Wet Vpb, Wet IB, Wet LB, etc.). Materiële belastingwetten gaan in op de wijze waarop moet worden bepaald hoeveel belasting er verschuldigd is. Formele belastingwetten gaan in op de wijze waarop de belasting moet worden geïnd, en wel zodanig dat iedereen aan zijn fiscale verplichtingen voldoet. Soorten belastingen: Wetgeving centrale overheid Wetgeving lagere overheden Directe belastingen = belasting geheven bij degene die de belasting direct in zijn portemonnee voelt. Indirecte belastingen = degene bij wie de belasting wordt geheven, zal zijn betaling doorbelasten aan een ander. Tijdstipbelastingen = belastingheffingen m.b.t. gebeurtenissen op specifieke tijdstippen. Tijdvakbelastingen = inkomen over kalenderjaar. Privaat / Publiek Materieel / Formeel

Transcript of michieldenhartog.weebly.com · Web viewDe opbouw van pensioenrechten vind tijdsevenredig plaats en...

Page 1: michieldenhartog.weebly.com · Web viewDe opbouw van pensioenrechten vind tijdsevenredig plaats en wordt door de verzekeraar vastgesteld, rekening houdend met het te verwachten rendement

LoonbelastingHoofdstuk 1 – Algemene inleiding

De overheid heeft vier manieren om haar uitgaven te dekken:- Belastingen = verplichte bijdrage van burgers, zonder tegenprestatie.- Retributies = vergoedingen die burgers betalen, omdat zij diensten van de overheid afnemen.- Sociale premies = onder te verdelen in:

o Premie volksverzekeringen = worden geheven om uitkeringen te kunnen betalen.o Premie werknemersverzekeringen = alleen voor werknemers (WIA, ZW, ZVW, WW)

- Overige inkomsten = zoals inkomsten uit verkoop van gas.

Belastingheffingen dienen steeds minder als financieringsbron van de overheid, maar worden gebruikt om bepaald gedrag te stimuleren of te ontmoedigen. Bijv: accijns, milieuheffingen, etc.

Plaats van belastingrecht: voornamelijk publiekrecht (verhouding overheid – burgers). Behalve als de overheid niet optreedt als overheid, maar op gelijkwaardige basis met haar burgers. Dan spreken we over privaatrecht (verhouding burgers onderling).In de praktijk wordt het belastingrecht als één geheel gezien. Het belastingrecht is echter een verzameling van wetten (bijv. Wet Vpb, Wet IB, Wet LB, etc.).Materiële belastingwetten gaan in op de wijze waarop moet worden bepaald hoeveel belasting er verschuldigd is. Formele belastingwetten gaan in op de wijze waarop de belasting moet worden geïnd, en wel zodanig dat iedereen aan zijn fiscale verplichtingen voldoet.

Soorten belastingen:Wetgeving centrale overheid Wetgeving lagere overhedenDirecte belastingen= belasting geheven bij degene die de belasting direct in zijn portemonnee voelt.

Indirecte belastingen= degene bij wie de belasting wordt geheven, zal zijn betaling doorbelasten aan een ander.

Tijdstipbelastingen= belastingheffingen m.b.t. gebeurtenissen op specifieke tijdstippen.

Tijdvakbelastingen= inkomen over kalenderjaar.

Aanslagbelastingen= belastingplichtige doet aangifte, belasting- dienst verwerkt en legt een aanslag op. Na ontvangst van de aanslag moet de belasting- plichtige betalen.

Aangiftebelastingen= belastingplichtige doet aangifte, maar moet ook meteen belasting afdragen op het moment

dat hij de aangifte indient.Subjectieve belastingen= als er bij belastingheffingen rekening wordt gehouden met persoonlijke omstandigheden.

Objectieve belastingen= als er bij belastingheffingen geen rekening wordt gehouden met persoonlijke omstandigheden.

Beginselen in belastingrecht – innen van belastingen kan alleen als de maatschappij er mee eens is:- Draagkrachtbeginsel = de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.- Profijtbeginsel = iedere Nederlander heeft profijt van zaken die de overheid voor haar

rekening neemt. Hoewel hier niet altijd een direct verband tussen hangt.- Beginsel van de minste pijn = er worden bepaalde belastingen geheven zonder dat de

belastingplichtige dit merkt (bijv. btw).

Privaat /Publiek

Materieel /Formeel

Page 2: michieldenhartog.weebly.com · Web viewDe opbouw van pensioenrechten vind tijdsevenredig plaats en wordt door de verzekeraar vastgesteld, rekening houdend met het te verwachten rendement

- Beginsel van bevoorrechte verkrijging = kansspelbelasting of erfbelasting. Reden: mensen hebben een financiële meevaller ontvangen en een heffing op deze meevaller wordt minder zwaar in de portemonnee gevoeld.

Vindplaatsen in het belastingrecht (geschreven en ongeschreven bronnen):- Wetgeving = taak van wetgever (eerste en tweede kamer) om de financiële lasten van

overheid zo goed mogelijk te verdelen. - Delegatiebepalingen = verwijzingen naar andere regelingen. Bestaande uit:

Uitvoeringsregelingen = als het een en ander wordt uitgewerkt in een ministeriele regeling.Uitvoeringsbesluiten = als het een en ander wordt uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur.

- Europese richtlijnen = afspraken die binnen Europa worden vastgelegd. Leden van de EU worden geacht deze richtlijnen op te nemen in hun nationale wetgeving.

- Besluiten (resoluties) = bij onduidelijkheden geeft de staatssecretaris van financiën via een besluit aan hoe hij denkt dat de wetgeving moet worden uitgelegd. Deze besluiten worden ook wel eens pseudowetgeving genoemd, omdat de belastingdienst, belastingplichtigen en belastingadviseurs er rekening mee moeten houden.

- Algemene beginselen van behoorlijk bestuur = bij het uitvoeren van taken moet de belastingdienst zich gedragen als een behoorlijk bestuurder. Het gaat hierbij om het vertrouwensbeginsel en om het gelijkheidsbeginsel.

- Rechtspraak (jurisprudentie) = bij bezwaar van de belastingplichtige kan de rechtbank worden ingeschakeld. Mocht men het hierna nog steeds niet eens zijn met de ander, kan het gerechtshof worden ingeschakeld. Daarna kan men nog naar de hoge raad gaan.

Partijen binnen het belastingrecht:- Wetgever = eerste en tweede kamer- Belastingdienst = uitvoeren van fiscale regelgeving en innen van belastingen en premies.

Daarnaast verstrekt de belastingdienst informatie over belastingheffing. De belastingdienst gaat uit van de compliance = een belastingplichtige – ongeacht of hij een burger of een ondernemer is – moet de regelgeving zo veel mogelijk uit zichzelf nakomen. Maar de belastingdienst gaat ook uit van horizontaal toezicht = aanname dat aangiften deskundig en correct tot stand gekomen zijn. Als laatste keert de belastingdienst nog diverse toeslagen uit.

- Belastingplichtige = in elke belastingwet wordt aangegeven wie dat is en iedere belasting-plichtige heeft bepaalde rechten, maar ook bepaalde verplichtingen.

- Belastingadviseur = veel mensen zijn niet in staat om hun eigen aangifte in te vullen. Bepaalde groepen mensen kunnen hiervoor terecht bij de HUBA (hulp bij aangifte), maar anderen kunnen terecht bij professionele adviseurs (beroepsorganisaties en accountants).LET OP: belasting ontwijken is toegestaan, ontduiken is fraude.

- Belastingrechter = bevindt zich in de belastingkamer van de rechtbank.

Hoofdstuk 2 – Loonbelasting

Loonheffing = gezamenlijke heffing van loonbelasting en premie volksverzekeringen. In de wet LB (wet loonbelasting) staat dat een inhoudingsplichtige (meestal werkgever) loonheffing moet inhouden op het (bruto)loon van de werknemer.

Loonheffingen = loonheffing + premies werknemersverzekeringen + Zvw-bijdrage. Loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting, maar ook een eindheffing omdat de loonbelasting en inkomstenbelasting vaak vrijwel overeenkomen.

Dit hoofdstuk is gebaseerd op de werkkostenregeling. Dit is nieuw sinds 1 januari 2011.

Compliance

Horizontaal toezicht

Page 3: michieldenhartog.weebly.com · Web viewDe opbouw van pensioenrechten vind tijdsevenredig plaats en wordt door de verzekeraar vastgesteld, rekening houdend met het te verwachten rendement

Wie is er betrokken bij de heffing van loonbelasting?

Alleen natuurlijke personen in privaatrechtelijke, publiekrechtelijke of fictieve dienstbetrekking

Privaatrechtelijke dienstbetrekking (art 7:610 BW) – staat niet in belastingbundel!! Voorwaarden:- Er moet sprake zijn van een gezagsverhouding (ondergeschiktheid)- De werknemer moet gedurende zekere tijd persoonlijk arbeid verrichten (arbeid is een ruim

begrip en kan zowel lichamelijk als geestelijk van aard zijn)- De werkgever is verplicht de werknemer te belonen voor zijn arbeid (vergoeding voor arbeid

kan in geld, maar ook in verstrekkingen)Publieke dienstbetrekking – deze berust niet op een arbeidsovereenkomst, maar op een aanstelling of benoeming (bijv. koningin of burgermeester).Fictieve dienstbetrekking (art 3 en 4 Wet LB en hfst. 2 Uitv. Besl. LB) sommige arbeidsvoorwaarden voldoen niet aan alle voorwaarden van een echte dienstbetrekking. Heeft een inhoudingsplichtige in een bepaalde situatie vastgelegd dat er geen sprake is van een echte dienstbetrekking, dan moet hij nagaan of er mogelijk wel sprake is van een fictieve dienstbetrekking. De wet LB kent in het totaal veertien fictieve dienstbetrekkingen. Hier volgen de belangrijkste:

- Aanneming van werk = aannemer komt met opdrachtgever overeen dat hij een bepaald ‘werk’ persoonlijk en tegen een bepaalde prijs tot stand zal brengen. Het moet hierbij gaan om werk van stoffelijke aard.

- Stagiairs = studenten die werkzaam zijn bij een bedrijf met de bedoeling om vakbekwaamheid op te doen en die hiervoor een stagevergoeding ontvangen die niet uitsluitend bestaat uit het ontvangen van onderwijs.

- Meewerkende kinderen = 15 jaar of ouder. Als het kind onder dezelfde arbeidswaarden werkzaam is als het overige personeel, is er sprake van een echte dienstbetrekking. In de andere gevallen gaat het om de fictieve dienstbetrekking.

- Commissarissen = houdt toezicht op het bestuur van een lichaam. Er is tussen de onderneming en de commissaris geen sprake van een gezagsverhouding en daarom is het een fictieve dienstbetrekking.

- Aanmerkelijk belanghouder = degene die arbeid verricht voor de vennootschap waarin hij of zijn partner een aanmerkelijk belang heeft, heeft een fictieve dienstbetrekking. Met aanmerkelijk belang wordt bedoeld: bezit minimaal 5% van het geplaatst aandelenkapitaal of heeft recht op 5% van het geplaatste kapitaal te kopen.

- Gelijkgesteldenregeling = mensen die in maatschappelijk opzicht gelijk worden gesteld met een echte werknemer: Van toepassing op degene die:- Niet op grond van de eerdergenoemde bepalingen in (fictieve) dienstbetrekking werkzaam is.- Arbeid persoonlijk verricht.- Minimaal 2 dagen per week arbeid verricht.- Met deze arbeid ten minste 40% van het wettelijke brutominimumloon per week verdient. Niet van toepassing op degene die:- Wiens arbeidsverhouding korter dan 1 maand duurt- Als bestuurder van een vereniging of stichting persoonlijk arbeid verricht en hiervoor een beloning ontvangt.- Ondernemer is.- Ingeschakeld is t.b.v. persoonlijke aangelegenheden van de opdrachtgever.- Arbeidsverhoudingen met familielid- Overwegend werk van geestelijke aard verricht.- Anders dan in uitoefening van beroep werkzaam is als auteur of redactiemedewerker voor een uitgever.

Dienstbetrekkingen

Page 4: michieldenhartog.weebly.com · Web viewDe opbouw van pensioenrechten vind tijdsevenredig plaats en wordt door de verzekeraar vastgesteld, rekening houdend met het te verwachten rendement

- Opting-in = de mogelijkheid om vrijwillig te kiezen voor het toepassen van de wet LB, terwijl je niet valt onder de privaatrechtelijke, publiekrechtelijke of fictieve dienstbetrekking. Zo kun je gebruik maken van de voor-, maar ook de nadelen van de wet LB. Voorwaarden: De beoogde werknemer is geen ondernemer en er moet een gezamenlijke verklaring vermeld worden dat de arbeidsverhouding als een dienstbetrekking moet worden aangemerkt.

Uitzonderingen: oneigenlijke dienstbetrekking (bepaalde uitkeringen als loon aanmerken om toch belasting in te kunnen houden) en huispersoneel (bijzondere regeling, zie art. 5 wet LB).

De inhoudingsplichtige is verplicht om de loonbelasting in te houden op het loon van de werknemer en deze loonbelasting vervolgens af te dragen aan de belastingdienst. Een inhoudingsplichtige kan zowel een natuurlijk persoon als een rechtspersoon zijn.

Drie soorten inhoudingsplichtigen bij echte dienstbetrekkingen: - Tegenwoordige dienstbetrekking = huidige werkgever.- Vroegere dienstbetrekking tot hemzelf (pensioen) of een ander (weduwe).- Uitkeringen of verstrekkingen uit een dienstbetrekking tot een ander = uitkeringen op grond

van sociale verzekeringen.

Inhoudingsplichtingen bij fictieve dienstbetrekkingen:- Aanneming van werk = aanbesteder- Stagiair = stagebedrijf- Aanmerkelijkbelanghouder =

vennootschap die geacht wordt het fictieve loon te betalen

- Gelijkgestelde = degene die loon de betaalt

- Pseudowerknemer = opdrachtgever - Meewerkend kind = ouders- Commissaris = lichaam

Waarover wordt loonbelasting geheven?

Loon, verschillende begrippen: (ZIE WERKKOSTENREGELING)- Belastbaar loon = het gezamenlijke bedrag aan loon. Over belastbare loon wordt

loonbelasting gegeven.- Loon = al hetgeen uit een dienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten.

De wet LB kent een zeer ruim loonbegrip, met twee kanttekeningen:o Causaal verband met de dienstbetrekking (beloning moet uit dienstbetrekking

voortvloeien).o Werkgever moet zich van de beloning bewust zijn (werkgever moet zich bewust zijn

van de beloning).- Tabelloon = de over het tabelloon verschuldigde loonbelasting kan worden afgeleid uit de

loonbelastingtabellen.

Loon, verschillende verschijningsvormen:- Loon in geld = beloning die in een wettig betaalmiddel, wordt uitbetaald.

Aparte regeling voor fooien = onverplichte betalingen voor de dienstverlening, behoren niet tot het loon. Hierbij geldt een uitzondering als bij het vaststellen van het loon al rekening is gehouden met fooien.

- Loon in natura = loon dat niet in geld wordt genoten. Kan op vier manieren worden gewaardeerd: factuurwaarde, waarde in economisch verkeer, consumentenprijs, forfaitaire waarderingsnorm. Forfaitaire waarderingsnorm = bepaalde voorzieningen die op de werkplek worden ge- of verbruikt. De volgende loonbestanddelen komen in de praktijk veelvuldig voor en worden, mits redelijk, op nihil gewaardeerd (goederen en diensten):

Inhoudings-plichtige

Loon

Causaal verband

Bewustheid

Voorzieningen

Werkkleding

Consumpties

Page 5: michieldenhartog.weebly.com · Web viewDe opbouw van pensioenrechten vind tijdsevenredig plaats en wordt door de verzekeraar vastgesteld, rekening houdend met het te verwachten rendement

o Voorzieningen waarvan het niet gebruikelijk is om deze elders te ge- of verbruiken = deze voorzieningen zijn noodzakelijk om het arbeids- of bedrijfsproces goed te laten verlopen.

o Ter beschikking gestelde werkkleding = kleding die in juridische zin geen eigendom is van de werknemer.

o Consumpties op de werkplek = mits de consumpties geen deel uitmaken van een maaltijd.

o Ter beschikking gestelde hulpmiddelen = waaronder computers en gereedschappen die ten minste nagenoeg geheel zakelijk worden gebruikt.

o Ter beschikking gestelde mobiele communicatieapparatuur = zaken zoals de mobiele telefoon.

De volgende loonbestanddelen komen in de praktijk veelvuldig voor en kennen een lagere waardering dan de waarde in het economisch verkeer of de factuurwaarde (in bedragen):

o Maaltijden.o Huisvesting (niet wonen, maar in het kader van werkzaamheden verblijven) en

inwoning (geen sprake van zelfstandige huisvesting, in die zin dat faciliteiten ontbreken of gemeenschappelijk gebruikt moeten worden).

Hoe wordt dit gecontroleerd? De belastingdienst controleert de omvang van het zakelijk gebruik d.m.v. steekproeven.

Loon, opvallend loon in natura:Aanspraken = recht op toekomstige uitkeringen. Volgens de jurisprudentie: naast de gewone beloning aanwezige rechten van de werknemer of zijn nabestaanden. Wet LB bevat geen definitie. De werkgever vormt een voorziening voor de financiële gevolgen die uit de aanspraken voortvloeien. Hoofdregel: aanspraak is belast, uitkeringen niet, die zijn vrij (vb. ziektekosten). De hoofdregel kent talloze uitzonderingen, waaronder de omkeerregeling = aanspraak wordt niet tot loon berekend, uitkeringen wel (vb. pensioen). Eventuele bijdrage van werknemer in een vrijgestelde aanspraak mag in bepaalde gevallen in mindering op het loon worden gebracht.Auto van de zaak = als de kosten van de auto vrijwel volledig voor rekening van de werkgever komen. Bij de belastingheffing wordt uitgegaan van een autokostenforfait. Deze is afhankelijk van:

o De periode dat de auto ter beschikking van de werknemer staat:Niet meer dan 15 jaar geleden = bijtellen op jaarbasis 25% van cataloguswaarde.Meer dan 15 jaar geleden = bijtellen op jaarbasis 35% van waarde in economisch verkeer.

o Het aantal kilometers dat de auto voor privédoeleinden wordt gebruikt:Als de werknemer kan aantonen dat hij de auto van de zaak niet voor meer dan 500 km per jaar voor privédoeleinden gebruikt, bedraagt de bijtelling 0%. Let wel op de rittenadministratie! Een eigen bijdrage aan de auto van de zaak mag in mindering worden gebracht op de bijtelling.

o De cataloguswaarde: De nieuwprijs van een auto in het bouwjaar, inclusief BTW en BPM en zonder aftrek van eventueel verleende kortingen.

o De CO² – uitstoot:Bij een hoge CO² – uitstoot, krijg je 25% bijtelling. Hoe minder je uitstoot, hoe minder je hoeft bij te tellen.

Fictief loon = degene die arbeid verricht voor een vennootschap waarin hij of zijn partner een aanmerkelijk belang heeft, moet van een minimale beloning genieten. Gebruikelijke loon moet in beginsel ten minste gelijk zijn aan € 41.000. Als er geen andere werknemers zijn, wordt het gebruikelijk loon vastgesteld op 70% van het loon dat gebruikelijk is.

Inhoudings-plichtige

Loon

Causaal verband

Bewustheid

Voorzieningen

Werkkleding

Consumpties

Hulpmiddelen

Communicatie-middelen

Maaltijden

Huisvesting en inwoning

Omkeer-regeling

Periode

Aantal kilometers

Catalogus-waarde

CO² - uitstoot

Page 6: michieldenhartog.weebly.com · Web viewDe opbouw van pensioenrechten vind tijdsevenredig plaats en wordt door de verzekeraar vastgesteld, rekening houdend met het te verwachten rendement

VrijstellingenTot loon behoort ook de vergoeding van kosten die een werknemer gemaakt heeft voor de behoorlijke vervulling van zijn dienstbetrekking. Het is alleen niet de bedoeling om deze vergoedingen daadwerkelijk te belasten! De belangrijkste vrijstellingen zijn:

- Schade aan of verlies van persoonlijke zaken = onbelast vergoeden of verstrekken. Voorwaarde: schade of verlies moet opgetreden zijn bij uitoefening van dienstbetrekking. Vermogensschade valt hier echter niet onder.

- Eenmalige uitkeringen en verstrekkingen bij overlijden = vrijgesteld voor zover zij niet meer bedragen dan driemaal het maandloon.

- Diensttijd- of jubileumvrijstelling = bij een diensttijd van ten minste 25 of 40 jaar krijg je eenmalige vrijstelling van maximaal eenmaal het maandloon.

PensioenenHet kan zo zijn dat je via je werkgever geld ‘spaart’ voor later. Twee mogelijkheden: pensioenen en levensloopregeling (vanaf 1 januari 2013 vitaliteitssparen). Bij een zuivere pensioensregeling (= een pensioensregeling die aan bepaalde voorwaarden voldoet) is er geen sprake van belast loon omkeerregeling. Wanneer er niet aan alle voorwaarden wordt voldaan, dan wordt de pensioenaanspraak belast.Een pensioenregeling is een regeling die:

- Uitsluitend het treffen van een inkomensvoorziening bij ouderdom, voor nabestaanden, voor wezen of bij arbeidsongeschiktheid ten doel heeft,

- Pensioenaanspraak niet mag worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel voorwerp van zekerheid kan worden,

- Waarbij als pensioenverzekeraar een specifiek aangewezen lichaam of natuurlijk persoon optreedt,

- Binnen de in of krachtens de in wet LB opgenomen begrenzingen blijft. Restbegunstiging = het pensioenkapitaal bij overlijden van de werknemer wordt uitgekeerd aan een erfgenaam die niet tot de kring van verzorgden behoort, mits de kans op restbegunstiging verwaarloosbaar klein is.

Pensioensstelsels – De wet LB kent er drie:- Eindloonstelsel = pensioen wordt berekend over het loon dat vlak voor de pensioendatum

wordt genoten.- Middelloonstelsel = pensioen wordt berekend over het gemiddeld bij de werkgever

verdiende loon.- Beschikbare - premiestelsel = het pensioen is niet loon, maar premiegerelateerd. De opbouw

van pensioenrechten vind tijdsevenredig plaats en wordt door de verzekeraar vastgesteld, rekening houdend met het te verwachten rendement en levensverwachtingen.

- Hybride pensioenstelsel = pensioensregelingen die niet precies gelijk zijn aan de hiervoor genoemde stelsels.

Pensioenuitkeringen (bij zuivere pensioenregeling) kan voorzien in de navolgende voorzieningen:- Ouderdomspensioen = regeling die (nagenoeg) uitsluitend bedoeld is om een levenslange

inkomensvoorziening bij ouderdom te treffen voor (ex-)werknemers. Gaat in tussen de 65 en 70 jaar.

- Partnerpensioen = regeling die (nagenoeg) uitsluitend als doel heeft om te zorgen voor een inkomensvoorziening na het overlijden van de werknemer, t.b.v. zijn (gewezen) echtgenote.

- Wezenpensioen = regeling die bedoeld is om een inkomensvoorziening te treffen na het overlijden van de werknemer t.b.v. zijn (pleeg)kinderen. Het wezenpensioen eindigt wanneer het (pleeg)kind 30 jaar wordt.

Hulpmiddelen

Communicatie-middelen

Maaltijden

Huisvesting en inwoning

Omkeer-regeling

Periode

Aantal kilometers

Catalogus-waarde

CO² - uitstoot

Page 7: michieldenhartog.weebly.com · Web viewDe opbouw van pensioenrechten vind tijdsevenredig plaats en wordt door de verzekeraar vastgesteld, rekening houdend met het te verwachten rendement

- Arbeidsongeschiktheidspensioen = regeling die bedoeld is om een inkomensvoorziening te treffen bij arbeidsongeschiktheid die langer duurt dan een jaar en die niet uitgaat boven wat naar maatschappelijke normen redelijk moet worden geacht.

Pensioenopbouw is gerelateerd aan de diensttijd en het salaris van de betrokken werknemer (= pensioengrondslag):

- Diensttijd = voor elk daadwerkelijk doorgebracht dienstjaar mag een bepaald pensioen worden opgebouwd, gerelateerd aan het pensioengevend loon. Uitgangspunt: in 35 dienstjaren moet er een ouderdomspensioen van 70% kunnen worden opgebouwd. Hoewel er formeel geen sprake is van een diensttijd, mogen onder meer de volgende perioden toch als diensttijd worden aangemerkt:

o Ouderschapsverlof, sabbatsverlof, studieverlof voor opleiding of studie voor beroep, verlof in de zin van de Wet arbeid en zorg

o Dienstjaren t.g.v. een waardeoverdracht van pensioenkapitaal in de zin van de PW.- Grondslag = over alle loonbestanddelen wordt pensioen opgebouwd, behalve bij vrijgestelde

loonbestanddelen en de auto van de zaak. Pensioen is een aanvulling op de AOW. Om die reden heeft de overheid gesteld dat je rekening moet houden met die AOW. Dat gebeurt door het hanteren van een AOW-franchise. De AOW-franchise is een drempelbedrag. Over dat deel van je salaris hoef je geen pensioen op te bouwen, want je krijgt al AOW.

Je pensioen is 70% van je salaris. Die 70% is inclusief de AOW. Over een deel van je salaris hoef je dus geen pensioen op te bouwen. De AOW is 70% van het deel van je salaris waar je geen pensioen over op bouwt. Omgekeerd, het deel van je salaris waar je geen pensioen over hoeft op te bouwen is dus 100%/70% van de AOW. De AOW franchise is dus = 10/7 van de AOW uitkering.

Pensioenverzekeraar – wettelijke toegelaten verzekeraars zijn:- Pensioenfondsen- Professionele verzekeraars- Niet in Nederland gevestigd

pensioenfonds of levensverzekeraar, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan

- Ander lichaam dan hiervoor genoemde, gevestigd in Nederland,

die aan bepaalde voorwaarden voldoet en die de pensioenverplichting tot binnenlands ondernemingsvermogen rekent

- Buitenlands pensioenfonds dat door de minister van financiën is aangewezen en aan bepaalde voorwaarden voldoet

Pensioen in eigen beheer = een directeur-grootaandeelhouder die direct of indirect ten minste 10% van de aandelen in het pensioentoezeggende lichaam op zijn naam heeft staan, dan wel houder is van certificaten van die ten minste 10% aandelen die zijn uitgegeven door een administratiekantoor en waarvan hij voor ten minste 10% in het bestuur is vertegenwoordigd, zijn pensioen daar onderbrengen eigen pensioen bv. Let op: bij faillissement kan de curator het in eigen beheer opgebouwde pensioen aanspreken… Aanvullende voorwaarden bij pensioen in eigen beheer:

AOW-franchise

Page 8: michieldenhartog.weebly.com · Web viewDe opbouw van pensioenrechten vind tijdsevenredig plaats en wordt door de verzekeraar vastgesteld, rekening houdend met het te verwachten rendement

- Bevat geen elementen die uitgaan boven wat in de praktijk voor collectieve regelingen gangbaar is = gangbaarheidstoets

- Geen pensioen opbouwen in natura- Eigen bijdrage mag niet meer bedragen dan 50% van pensioenspremie- Er moet een hoger franchise ingebouwd worden- Een partner- of wezenpensioen wordt alleen toegekend als er een nabestaande of wees kan

worden aangewezen- Glijclausule is niet mogelijk = pensioen in eigen beheer kan niet ter goedkeuring aan de

belastingdienst worden voorgelegd en daarna met terugwerkende kracht worden aangepast tot een wel aanvaardbaar niveau

- Pensioenregeling kan niet worden aangewezen als zuivere pensioenregelingOneigenlijk handelen = pensioenaanspraak wordt direct als loon uit vroegere dienstbetrekking in de loonbelasting betrokken als één van de navolgende oneigenlijke handelingen plaatsvindt:

- Pensioenregeling voldoet niet meer aan voorwaarden voor een zuivere pensioenregeling- Pensioenregeling wordt in strijd met de PW afgekocht, vervreemd of formeel dan wel

feitelijk voorwerp van zekerheid- Voor verwezenlijking vatbare pensioenaanspraak die in eigen beheer is opgebouwd of een

voor 1 jan. 1995 bestaande pensioenaanspraak die door een niet kwalificerende verzekeraar wordt uitgevoerd, wordt prijsgegeven.

Levensloopregeling = een regeling die als doel heeft om een voorziening in geld te treffen die uitsluitend voor een periode van extra verlof kan worden aangewend. Als een werknemer deelneemt aan een levensloopregeling, is er geen sprake van belast loon (wel bij opname). Jaarlijks mag een werknemer maximaal 12% van zijn jaarloon geblokkeerd sparen, zij het dat er maximaal 210% (=2,1 jaar) kan worden gespaard.Financiering van onbetaald verlof mag tot het maximaal bedrag van laatstgenoten loon. Wanneer gebruik je het levenslooptegoed? Langdurig verlof (sabbatical), zorgverlof, palliatief verlof (stervensbegeleiding), ouderschapsverlof en educatief verlof.De levensloopregeling moet worden ondergebracht bij een erkende instelling: banken, verzekeraars of beleggingsinstellingen. Oneigenlijk handelen = levenslooptegoed wordt direct als loon uit vroegere dienstbetrekking in de loonbelasting betrokken als één van de navolgende oneigenlijke handelingen plaatsvindt:

- Levenslooptegoed voldoet niet meer aan voorwaarden - Levenslooptegoed wordt afgekocht, vervreemd, prijsgegeven of formeel dan wel feitelijk

voorwerp van zekerheid- Werkgever verstrekt de werkgeversbijdrage niet in dezelfde mate aan werknemers die in

vergelijkbare omstandigheden verkeren

Spaarloonregeling = een regeling waarbij je maximaal €613 van je brutoloon kon sparen. De tegoeden werden op een geblokkeerde spaarrekening gestort en vrijgegeven onder bepaalde voorwaarden, maar in ieder geval na minimaal vier jaar.

In 2012 en 2013 worden de volgende regelingen afgeschaft:

- Arbeidskorting voor ouderen- Doorwerkbonus- Spaarloonregeling- Levensloopregeling

AOW-franchise

Page 9: michieldenhartog.weebly.com · Web viewDe opbouw van pensioenrechten vind tijdsevenredig plaats en wordt door de verzekeraar vastgesteld, rekening houdend met het te verwachten rendement

Daarvoor komen in de plaats:- Werkbonus voor 61-plussers- Vitaliteitssparen- Extra stimulering scholing

VitaliteitsregelingDe spaarloonrekening en levensloopregeling gaan op in de nieuwe vitaliteitsregeling. Hierbij gaat het om maximaal 20.000 euro sparen waarvan 5.000 per jaar. De stortingen zijn fiscaal aftrekbaar in box 1. Er wordt pas belasting geheven bij opname van het tegoed. Het opgebouwde, nog niet opgenomen, tegoed in vitaliteitssparen is niet belast in box 3.Hoeveel loonbelasting moet er worden ingehouden?

Over het kalenderjaar verschuldigde loonbelasting moet als volgt worden bepaald:

Verschuldigde loonbelasting over belastbaar loon (= loon – aftrekposten)Heffingskorting voor de loonbelasting –Verschuldigde loonbelasting

De verschuldigde belasting wordt bepaald door de tarieftabel:

1,95 % + 31,50 % 10,80 % +31,50 %

Voor personen van 65 jaar en ouder geldt een afwijkende tabel. Anoniementarief = als niet duidelijk is wie de werknemer is, moet de inhoudingsplichtige 52% belasting inhouden. Er mag ook geen rekening gehouden worden met loonheffingskorting. Een werknemer is anoniem als:

- Hij zijn NAW-gegevens niet aan de inhoudingsplichtige heeft verstrekt. - Zijn identiteit niet op de juiste wijze is vastgesteld en opgenomen in de loonadministratie.- Hij buitenlandse identiteit heeft en hij niet beschikt over een geldige verblijfs- en

werkvergunning.- Hij onjuiste gegevens heeft verstrekt en de inhoudingsplichtige dit weet of zou moeten

weten.

Loonheffingskorting = mag op de verschuldigde loonbelasting in mindering worden gebracht en bestaat uit de volgende kortingen:

- Algemene heffingskorting = geen nadere voorwaarden, behalve bij 65+’ers. - Arbeidskorting = uitsluitend voor werknemer die inkomsten uit tegenwoordige arbeid heeft.- Jonggehandicaptenkorting = uitsluitende voor de werknemer die een uitkering heeft op

grond van de wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.- Ouderenkorting = uitsluitend voor de werknemer die 65 jaar of ouder is en een tijdvakloon

heeft dat op jaarbasis niet meer dan een bepaald bedrag bedraagt. - Alleenstaande-ouderenkorting = uitsluitend voor de werknemer die recht heeft op

ouderenkorting en daarnaast recht heeft op een AOW-uitkering voor alleenstaande ouder.- Levensloopverlofkorting = uitsluitend voor de werknemer die heeft deelgenomen aan de

levensloopregeling. Bij opname van het tegoed heeft de werknemer recht op een korting die

hoogte inkomen maar niet hoger dan

belastingtarief

- € 18.945 33,1%€ 18.945 € 33.863 41,95%€ 33.863 € 56.491 42%€ 56.491 - 52%

Page 10: michieldenhartog.weebly.com · Web viewDe opbouw van pensioenrechten vind tijdsevenredig plaats en wordt door de verzekeraar vastgesteld, rekening houdend met het te verwachten rendement

maximaal gelijk is aan het opgenomen bedrag voor zover de levensloopverlofkorting in eerdere loontijdvakken nog niet is genoten.

Standaardloonheffingskorting mag maar door één inhoudingsplichtige tegelijkertijd worden toegepast.

Loonbelastingtabellen = in te houden loonbelasting makkelijk bepalen d.m.v. vijf belastingtabellen:- Witte tabel = loon uit tegenwoordige dienstbetrekking en loon dat daarmee gelijk wordt

gesteld.- Groene tabel = geldt voor andere loonsoorten, zoals een WW-uitkering.- Tabel voor bijzondere beloningen = wordt toegepast op beloningen die eenmalig of eenmaal

per jaar worden uitbetaald, zoals vakantiegeld, overwerkloon, etc. Deze tabel kent twee varianten: witte en groene tabel.

- Eindheffingstabel = ???- Speciale tabellen = ???

Op welk moment moet de inhouding plaatsvinden?

De inhoudingsplichtige moet de loonbelasting inhouden op het tijdstip waarop het loon is genoten en wel volgens de op dat tijdstip geldende loonbelastingtabel. De werknemer geniet het loon op het moment waarop de loon:

- Wordt betaald of verrekend = uitgekeerd of verrekend met bijv. een schuld.- Ter beschikking wordt gesteld = werknemer is verzuimt om zijn loon op te halen,

inhoudingsplichtige heeft het loon klaar liggen.- Rentedragend wordt = op het moment waarop de inhoudingsplichtige rente vergoedt.- Vorderbaar en tevens inbaar wordt = vorderbaar, werknemer heeft recht om loon op te

eisen. Inbaar, werknemer kan na opeisen van loon, loon ook daadwerkelijk incasseren.

Bijzondere regeling voor loon dat op een ongebruikelijk tijdstip wordt genoten: er wordt geen rekening gehouden met het ongebruikelijke tijdstip. De inhouding van loonbelasting vindt gewoon plaats op het moment waarop het loon normaliter zou zijn genoten.

Fictief loon en loon dat na afloop van het kalenderjaar wordt uitbetaald, worden geacht te zijn genoten aan het einde van het kalenderjaar of aan het einde van de dienstbetrekking.

Afdracht op aangifte:De inhoudingsplichtige is verplicht binnen één maand na afloop van het aangiftetijdvak de ingehouden loonbelasting op aangifte af te dragen.

§ 15Tot nu toe hebben we het alleen maar gehad over de werkkostenregeling, deze is vanaf 1 januari 2011 ingegaan. Eerst hadden we in Nederland namelijk het systeem van de vrije vergoedingen en vrije verstrekkingen.De inhoudingsplichtige kan per kalenderjaar nog beslissen of hij het systeem van de vrije vergoedingen en vrije verstrekkingen of de werkkostenregeling kiest.De wetgever heeft de werkkostenregeling ingevoerd d.m.v. de overgangsregeling. Dit betekent dat een groot aantal wettelijke bepalingen zoals deze tot 1 januari 2011 golden, gedurende 3 jaar nog van toepassing zijn. Al hetgeen wat in paragraaf 15 staat, is gebaseerd op het (oude) systeem van vrije vergoedingen en vrije verstrekkingen. Dus zoals het eerst was!