Voorbereidende nota: Konekti – Jeugdhulp 2.0 werf 1;

26-3-2018

Sammy DecoeneBeleidsmedewerker zorg W13President Kennedypark 108500 KORTRIJK

Mail: sammy.decoene@welzijn13.be

1. Inleiding

Deze nota heeft tot doel om vooruit te kijken naar de verdere ontwikkeling van de transitie binnen de rechtstreeks toegankelijke Jeugdhulp op niveau Zuid- West- Vlaanderen. Het spreekt voor zich dat deze nota in het teken staat van de visieontwikkeling en werkzaamheden ter voorbereiding van het kandidaatsdossier Konekti – fase 2. Waarbij het opzet erin bestaat om via een gezamenlijke investering te voorzien in snelle en voldoende nabije gezinsondersteuning en jeugdhulp.Aspecten die in deze nota aan bod komen zijn de uitgangspunten rond: samenwerkingsmodaliteiten rond een gezin, een flexibel ondersteuningsaanbod voor het gezin of brede instap, de integratie van de eerstelijnspsychologische functie en de aansturing van het samenwerkingsverband.Dit document is nog voorwerp van discussie.

2. 1Gezin1plan

2.1 Positionering

1Gezin1plan is een toekomstvisie op de rol en de positie van gezinnen en hulpverleners. Met name dat de hulp aan het gezin dient te leiden tot de toename van de zelfsturing en ‘eigen kracht’ van de gezinsleden. Ongeacht de context ‘multiproblem’, ‘zorgmijdend’, ‘gedwongen’,…Het gezin wordt consequent als volwaardige samenwerkingspartner beschouwd in de uitvoering en organisatie van zijn ondersteuning. De hulp wordt met andere woorden georganiseerd en afgestemd op hun behoeften en capaciteiten.Wanneer meerdere hulpverleners of instanties hulp en zorgen verlenen aan één gezin wordt beoogd om stapsgewijs te evolueren naar één gezinsplan. De verschillende behandelingsplannen worden hierin door het gezin en de betrokken dienstverleners geïntegreerd en geprioriteerd.

1 | 24

2.2 Uitgangspunten voor methodisch handelen

De onderstaande uitganspunten 1Gezin1Plan behelzen een beschrijving van hoe het samenwerken van een team professionals rond een gezin vorm zal krijgen en hoe de coördinatie van de zorg rond een gezin, op basis van hun eigen plan, uitgevoerd zal worden. Tevens wordt beschreven welke vaardigheden, methoden en technieken kunnen worden ingezet op niveau van de professional die met gezinnen werkt. De uitgangspunten van 1Gezin1Plan zijn dus belangrijker dan de concrete tools. Er worden dus voldoende vrijheidsgraden voorzien om de uitgangspunten en de daaraan gekoppelde basishouding in de praktijk te brengen.2.2.1 Regievoering & zorgcoördinatieHet beleggen van de regie bij het gezin is een belangrijke factor in de versterking van zelfredzaamheid en veerkracht van het gezin. De mate waarin een gezin regie kan en wil voeren is echter sterk verschillend tussen gezinnen maar ook binnen gezinnen. Dit impliceert dat de invulling van zorgcoördinatie sterk afhankelijk is van de actuele situatie, het hulpverleningstraject en de verschillende levensdomeinen waarin het gezinsplan op inwerkt.Zorgcoördinatie kan door gezinsleden, betrokken mensen uit hun netwerk of door één van de professionals worden opgenomen. Hij of zij heeft de opdracht om een aantal praktische zaken te regelen en de regievoering door het gezin te faciliteren.2.2.1.1 Professionele zorgcoördinator ; (term)

Wanneer de gezinsleden of iemand uit hun netwerk de zorg zelf niet kan coördineren, dan wordt door het gezin een zorgcoördinator aangesteld. Dit is een betrokken professional die overeenkomt om tijdelijk de coördinatie door het gezin te ondersteunen. Van hem wordt verwacht dat hij adequate beslissingen kan nemen over het opschalen of afschalen van zijn ondersteuningsopdracht. Zijn opdrachten zijn afhankelijk van de mate waarin het gezin zelf de zorgcoördinatie ter hand neemt of kan nemen. Hieronder worden de verwachtingen ten aanzien van een zorgcoördinator geschetst:

- Hij is het eerste aanspreekpunt voor de gezinnen en betrokken professionals.- Hij zorgt ervoor dat het gezin zich duidelijk geïnformeerd weet over hun

traject(en).- Hij bewaakt of de geformuleerde hulpverleningsdoelen zinvol zijn voor het

gezin. Alsook samen met het gezin zijn opgesteld.- Hij bereidt met gezinnen de multidisciplinaire overleggen voor.- Hij helpt gezinnen bij verwerven van (zelf)inzicht en mondigheid.- Hij zoekt aansluiting met het gezin (wat is voor hen belangrijk) en met de

professionals die binnen 1G1P handelen (wat hebben professionals nodig om aan te sluiten bij het gezin).

2 | 24

2.2.2 Wijze van opstart 1G1PIndien mogelijk dient regievoering te worden versterkt van bij de start van het gezinsondersteunings- hulpverleningstraject. Dit is echter niet altijd het geval. Soms zijn er al verschillende trajecten opgestart of nog lopende. Ook de wijze waarop de aanmelding binnen het samenwerkingsverband Konekti verloopt is hierin bepalend. Een gezin kan zich rechtstreeks aanmelden bij een actor binnen de rechtstreeks toegankelijk jeugdhulp of de aanmelding kan gebeuren door middel van een toeleiding door de brede instap, het Huis van het Kind, een partner binnen het geïntegreerd breed onthaal, een gemandateerde voorziening,… Vanuit deze aanmelding moet een interactief proces tussen het gezin, de betrokken professionals en eventueel het sociaal netwerk van het gezin worden opgestart. De door het gezin gecontacteerde professionals zullen dus binnen de richtsnoertermijn van 30 dagen werk moeten maken om een (ver)nieuw(d) vertrekpunt voor het gezin te realiseren. De binnen het samenwerkingsverband gevatte organisaties zullen in eerste instantie prioriteit geven aan nieuwe aanmeldingen van gezinnen die gedomicilieerd zijn in de regio waarbinnen het samenwerkingsverband actief is om de werkwijze 1G1P uit te voeren.

2.2.3 Inventariseren (met het gezin)

2.2.3.1 Inventariseren van de problemen en doelen die de gezinsleden willen bereiken

Niet het achterliggende aanbod van de organisaties vormt het vertrekpunt maar wel de doelen gevat in de (nog niet) aanwezige hulpvragen. Organisaties zullen tijdens het eerste hulpverleningscontact samen met het gezin moeten proberen inzicht te krijgen in de problemen en uitdagingen die het gezin heeft op de verschillende levensdomeinen (psychische en fysieke gezondheid, opvoedingsvaardigheden, inkomen, werk en wonen). Zodoende dat het gezin en de hulpverlener een beter zicht krijgen op de situatie en de samenhang.Middelen en technieken:Verplaatsen in elkaars perspectief door circulaire vragen, maken van een competentie- analyse, verbindende communicatie, inspelen op de verlangens van het gezin, bekijken wat men nodig heeft om in beweging te komen, hulpvragen concretiseren,…

3 | 24

2.2.3.2 In kaart brengen van de betrokken hulpverleners en mensen uit het sociale netwerk

De hulpverlener bespreekt vervolgens met het gezin of er al andere actoren betrokken zijn (of zouden moeten zijn). Is dit het geval dan overlegt de hulpverlener met het gezin of dit naar wens verloopt. Tot slot zal de ontvanger van de aanmelding vanuit de verbinding met het gezin vragen met welke professionals en/of leden van hun sociale netwerk een directe afstemming noodzakelijk is. Inzicht in het informele netwerk is namelijk van cruciaal belang wil men de aanwezige krachten binnen de onmiddellijke omgeving van het gezin versterken en betrekken in het hulpverleningsproces. Middelen en technieken:Posterplaats, genogram, sociogram, levenslijn, energiegevers/energienemers, stamboom, actief luisteren, visualiseren, cirkels, gsm contactlijst bekijken, duplo techniek (kinderen), concreet bevragen via daginvulling van de gezinsleden, EKC vragenlijst,…

2.2.3.3 Afspraken maken over welke extra hulp noodzakelijk is om de doelen te realiseren

In deze fase wordt met alle betrokken actoren het gezin inbegrepen nagegaan of de gezinsleden of het sociale netwerk zelfstandig kunnen instaan voor de regievoering. Indien dit niet het geval is dan wordt met de gezinsleden besproken wie van de betrokken professionals hen hierbij kan en wil ondersteunen. Om te komen tot verbinding tussen alle betrokkenen en een breed gedragen plan van aanpak is frequente afstemming tussen alle actoren cruciaal. Belangrijk hierbij is dat gezinsleden zich hierin gezien en gehoord voelen. Dit principe is dan ook de rode draad in de afstemming tussen het gezin en de zorgcoördinator enerzijds en de andere betrokken organisaties anderzijds. Het afstemmingsproces dient adequaat te zijn. Dit betekent dat er open en transparant gecommuniceerd wordt, dat de deelnemers zich veilig en verbonden weten maar ook elkaar durven aan te spreken.Samen met het gezin en alle betrokkenen wordt nu een afsprakenlijst opgesteld waarin duidelijk wordt beschreven wie waaraan bijdraagt en wat die bijdrage inhoudt en wanneer die start en eindigt. Kortom duidelijke afspraken over wie zal functioneren als zorgcoördinator, wie contact opneemt met de (eventueel) nog in te schakelen hulpverlening en welke interventies worden opgezet bij wachttijden en wachtlijsten.Middelen en technieken:Format gezinsplan, consultfunctie van het verbindingsteam, EKC, rondetafelgesprek, mail, telefonisch contact, positieve heroriëntering

2.2.4 Situaties van verontrusting

4 | 24

2.2.5 Crisissituaties

5 | 24

2.3 Ondersteuning

Werken met 1Gezin1Plan veronderstelt consequenties voor het methodisch handelen van professionals. Dit betekent onder meer een heroriëntatie in de relatie met en handelen in het gezin. Training in specifieke vaardigheden, methoden en technieken is aangewezen. Dit met bijzondere aandacht voor de methodieken om de ‘eigen kracht’ en het probleemoplossend vermogen van gezinsleden te doen toenemen.Om die reden zal EKC, DOP, (OTA) en LUS vzw. vanuit hun expertrol het samenwerkingsverband begeleiden bij de implementatie van 1Gezin1Plan in onze regio. Samen nemen zij de rol van mentor op.

6 | 24

3. Eerstelijnspsychologische functie

3.1 Positionering

De ELPF zal beschikbaar zijn voor alle gezinnen ongeacht de leeftijd van de kinderen en/of jongeren binnen het werkingsgebied van het samenwerkingsverband. Hun opdracht is kortdurende generalistische zorg te leveren bij (niet) complexe psychische klachten.3.2 Uitbreiding

Het inschakelen van de ELPF dient altijd te gebeuren samen met de begeleiding in de eigen context van de jongere.3.2.1 Aanbod3.2.1.1 Kortdurende (generalistische) psychologische interventiesHet werk van de ELPF is heel divers. Zijn kerntaak bestaat erin om kortdurende psychologische interventies aan te bieden aan zowel individuele gezinsleden als het gezin in zijn totaliteit. De focus ligt op korte therapie, waarbij kort wordt omschreven als “niet langer dan nodig en om het gezin(slid) toe te staan zijn leven terug in handen te nemen”.De ELPF werkt aanvullend in de begeleiding van een gezin vanuit zijn eigen specialisme met een maximum van 6-8 interventies.3.2.1.2 GroepstherapieHet uitbouwen van een groepsaanbod wordt niet standaard voorzien in het takenpakket van de ELPF. Wat niet betekent dat de ELPF alsnog ad hoc laagdrempelige educatieve groepscursussen kan initiëren. Dit aanbod dient evenwel aanvullend te zijn op het bestaande reguliere aanbod groepstherapie (zoals bv. aanbod CGG Mandel & Leie).3.2.1.3 ConsultfunctieDe ELPF kan aanvullend aan Crosslink - WINGG in het kader van deskundigheidsbevordering een consultfunctie vervullen. De huidige consultinitiatieven zoals bijvoorbeeld Crosslink dienen altijd eerst te worden verkend.

7 | 24

3.2.1.4 Ambulant / mobiel3.2.1.4.1 Link met het verbindingsteamDe ELPF is een autonome functie verankerd binnen de werking van het verbindingsteam. In de voorbereidende gesprekken, waar ook het pilootproject ELPF van het OCMW van Poperinge aan participeerde, bleek namelijk dat het hebben van collega’s een sterke impact heeft op het welbevinden van de ELPF. Zowel voor de leden van het verbindingsteam als de ELPF wordt aandacht besteedt aan de 4 doelstelling van de Quadruple Aim (Hervorming eerstelijnsgezondheidszorg) – Ervoor zorgen dat professionelen in de gezondheidszorg hun werk op een goede en duurzame manier kunnen doen.

3.2.1.4.2 Uitvalsbasis, antennepuntenBinnen elke gemeente gevat in het werkingsgebied van Konekti zal de ELPF kunnen werken vanuit minimaal 1 antennepunt. Binnen het samenwerkingsverband is de keuze gemaakt om op afspraak te werken. Er wordt dus niet gewerkt met vaste zitdagen. Wanneer in uitzonderlijke gevallen gezinsleden niet in staat zijn om zich te verplaatsen naar het antennepunt in hun gemeente kan men tijdens de doorverwijzing een huisbezoek aanvragen. We sluiten comforthuisbezoeken uit.

3.2.2 Beschikbaarheid3.2.2.1 Aantal VTE

Headcount FTE Kost/FTE Totale kostELPF 3 2 68 000 136 000

3.2.2.1.1 Avondpermanentie1/2VTE: één avond1VTE: twee avonden3.2.2.2 DoorverwijzingOm een overrompeling van de ELPF te voorkomen werd gekozen om het aantal actoren die kunnen doorverwijzen te beperken. 4 type actoren kunnen de ELPF inschakelen als toevoegde waarde binnen een gezinsbegeleiding. Met name: de brede instap, rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp, het verbindingsteam en de huisartsen.3.2.2.2.1 Brede instap (CAW, CLB, K&G)Vanuit de Brede Instap de ELPF inschakelen kan er voor zorgen dat (net door de acties vanuit die BI in combinatie met een aantal interventies van de ELPF) een doorschakeling naar het ‘Verbindingsteam’ of naar de probleemgebonden RTJH niet nodig is.3.2.2.2.2 Probleem gebonden RTJH

8 | 24

Vanuit de probleemgebonden RTJH beroep kunnen doen op de ELPF kan vermijden dat een RTJH- traject dreigt mis te lopen of dat binnen het RTJH traject een doorverwijzing naar CGG nodig is.

3.2.2.2.3 VerbindingsteamDaarnaast is het vanzelfsprekend dat het ‘Verbindingsteam’ tijdens een traject moeten kunnen beroep doen op de ELPF.3.2.2.2.4 HuisartsenHuisartsen werkzaam binnen het samenwerkingsverband kunnen rechtstreeks beroep doen op de ELPF via een permanentietelefoon.3.2.3 ProfielMaster in de Psychologie of de Pedagogische wetenschappen:

Afgestudeerd binnen richting klinische psychologie, gezondheidspsychologie, school-psychologie of orthopedagogiek;

Minstens 5 jaar beroepservaring. Ervaring in psycho-educatie; Kennis van KOP model bij volwassenen en PROP model voor kinderen en

jongeren; Is specialist in detectie en assessment van psychische problemen: hij kan de

aard en de ernst van de problematiek goed inschatten; Is vertrouwd met de bestaande kortdurende interventies en in staat om in

functie van de noden en de voorkeuren van de patiënt interventies toe te passen; Is vertrouwd met de bestaande mogelijkheden op het vlak van groepswerking

en zelfhulp om de patiënt hierover op zijn maat te informeren en te motiveren; Kan groepssessies organiseren, leiden en opvolgen; Ervaring met een brede waaier van psychologische problemen binnen

verschillende patiëntengroepen in eerstelijnszorg; Beschikt over communicatieve gespreksvaardigheden om alle doelgroepen

tegemoet te treden op een vraaggerichte en respectvolle manier; Kan snel verbinding maken met patiënten, is meelevend, niet veroordelend,

respectvol en begripvol; Kan de sociale kaart van het aanbod in de regio goed overzien en kan een

positieve samenwerking bewerkstelligen met de partners; Is flexibel ingesteld – de ELP werkt namelijk met veel cases tegelijk naast de

vele andere taken (zoals bv. relaties met het netwerk onderhouden, informatie-uitwisseling met de partners, registratie en monitoring, etc.); Kan vlot omgaan met onvoorziene situaties en vragen met betrekking tot

psychische problemen die zich voordoen; Werkt zo efficiënt mogelijk om de vraag te kunnen beantwoorden; Kan zelfstandig werken. Op dit moment kan de ELP zich niet beroepen op

collegae-ELP en moet hij voor zichzelf een werkkader uittekenen;

9 | 24

Is een teamspeler (o.a. in de relatie met de huisarts) en een netwerker (in de relatie met het lokale aanbod).

3.2.4 Ondersteuning! Af te toetsen met WINGG

Ondersteuningsgroep over de projecten of via WINGG op niveau WVL?

3.2.5 Communicatie met (medische) professionelen uit de zorgsector! Af te toetsen met LMN

De ELPF moet snel en probleemloos patiënten informatie kunnen uitwisselen tussen andere medische professionals.

10 | 24

4. Verbindingsteam

4.1 Positionering

Voor elk gezin, ongeacht de complexiteit van de zorgvraag en de wachtlijst bij de RTJH, dient op korte termijn passende hulp te worden georganiseerd. Om die reden kiest het samenwerkingsverband ervoor om een regionaal intersectoraal expertteam op te richten. Dit team is samengesteld uit deskundige van organisaties vanuit de verschillende sectoren binnen de integrale jeugdhulp. Zij kunnen op basis van een toeleiding vanuit de brede instap, Huizen van het Kind, Gemandateerde Voorzieningen, RTJH aanbieders,… kortom zorgprofessionals verschillende opdrachten vervullen. Het idee is dat zij met hun diversiteit aan expertise instaan voor de coaching en begeleiding van gezinnen.4.2 Uitbreiding

4.2.1 Generalistische insteekDe medewerkers van het verbindingsteam vormen samen elk met hun eigen specifieke sectorale achtergrond, ervaring en expertise een (h)echt operationeel intersectoraal team. De begeleider werkt niet alleen met de minderjarige, maar ook met zijn of haar context. Met een ruimere kijk en open visie neemt het verbindingsteam de rol van mobiele en krachtgerichte coach en begeleider op.4.2.2 Diversiteit als vertrekpuntDoorheen de voorbereiding is het echter een grote uitdaging gebleken om af te lijnen welke medewerkers hiervoor in aanmerking komen. Eerder dan te focussen op de verschillende typemodules werd in de werkgroep verbindingsteam gepoogd om vanuit de aanwezige hulpvragen de diversiteit van de hulpverlening binnen te brengen in het multidisciplinaire team. Wanneer er te sterk zou worden gefocust op een bepaalde doelgroep, sector of module zou dat het potentiële succes van het verbindingsteam ondermijnen. Het niet-weten en de daarbij horende beperkingen dienen net verrijkend te zijn voor de samenwerkingspartners en in het bijzonder voor het gezin in de wachttijd. Dit vanuit het idee dat wat ons onderscheidt ons moet verbinden.4.2.3 Samenstelling van het teamDe samenstelling wordt bepaald aan de hand van de werkpakketten die geleverd moeten worden. Met name passende hulp verlenen aan gezinnen die leidt tot een toename van de zelfsturing en de ‘eigen kracht’ van de gezinsleden.

11 | 24

Hierbij wordt rekening gehouden met:4.2.3.1 De rol van het team als organisatorische eenheid;Om het intersectoraal karakter van het team te waarborgen wordt afgesproken om per sector onderstaande volumepercentages te hanteren:

TeamC CGG VAPH AWW OND JWZ KG

942 700,00 73 700,00 147 400,00 144 320,00 144 320,00 144 320,00 144 320,00 144 320,00

857 000,00 67 000,00 134 000,00 131 200,00 131 200,00 131 200,00 131 200,00 131 200,00

85 700,00 6 700,00 13 400,00 13 120,00 13 120,00 13 120,00 13 120,00 13 120,00

Ondergrens 1 VTE 2 VTE 2 VTE 2 VTE 2 VTE 2 VTE 2 VTE

Bovengrens 1 VTE 2 VTE 2,3 VTE 2,3 VTE 2,3 VTE 2,3 VTE 2,3 VTE

Headcount 1 3 3 3 3 3 3

4.2.3.1.1 Organisatorische inbeddingHet verbindingsteam moet ingebed zijn in een goed georganiseerde rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (goede horizontale aansluiting) en dient ook aan te sluiten bij de (lokale) aanbieders van gezinsondersteuning (preventieve gezondheidszorg, opvoedingsondersteuning en sociale cohesie).Het werkterrein ligt in de nabijheid van de gezinnen. 4.2.3.2 Beschikbaarheid van beoogde teamleden;Het verbindingsteam bestaat uit een groep van maximum 19 mensen. Waarvan: 1 teamcoördinator, 3 ELPF en 15 teamleden. Wat betreft dynamiek en complexiteit is deze samenstelling uniek. Om door te groeien naar een effectief team dient het team een teamvolwassenheid te ontwikkelen. En zal het daarom een aantal teamontwikkelingsfasen dienen te doorlopen. Specifiek voor deze samenstelling is het adjourningsprincipe (beëindiging). We wensen namelijk op geregelde tijdstippen de teamsamenstelling te wijzingen. Zo wordt voorkomen dat het ‘Not- Invented- Here syndrome’ ontstaat. Ook wel groepsblindheid genoemd. Dit doet zich voor, indien binnen het team een hechte eensgezindheid heerst over hun eigen rol binnen het geheel (samenwerkingsverband), waardoor het contact met de eigen sector/organisatie/expertise vertroebeld. Konekti wil net via het verbindingsteam als good practice organisaties op sleeptouw nemen om hun huidige sectorale denkkaders om te buigen naar een mentaliteit van vlotte samenwerking tussen en over sectoren. Conform de gepresenteerde beleidsvisie gepresenteerd tijdens de Eerstelijnszorgconferentie van 2017 (Agentschap Zorg en Gezondheid). Dit houdt in dat teamleden kunnen vertrekken/terugkeren naar hun organisaties en nieuwe leden erbij komen. Wat betekent dat het team opnieuw een aantal ontwikkelingsstadia dient te doorlopen.

12 | 24

4.2.3.2.1 TeamcoördinatorEr wordt een teamcoördinator voor onbepaalde duur aangeworven. Zijn opdracht bestaat erin om de taken binnen het team onderling logisch te verdelen. Wat dient te resulteren in kraakheldere taakafspraken en werkverdelingen.4.2.3.2.2 Teamleden4.2.3.2.2.1 Ter beschikking stellen in combinatie met een tewerkstelling RTJH

Hiervoor komen alle medewerkers met een tewerkstelling ten belope van minimum 80% van het aantal uren van een voltijdse betrekking in aanmerking. Er wordt gestreefd naar een tewerkstelling van 50% in het verbindingsteam 50% in de eigen organisatie.

Voorbeeld: als persoon 4/5 is tewerkgesteld dan werkt hij 2 dagen in het verbindingsteam en 2 dagen in zijn eigen organisatie.

De arbeidsovereenkomst van het personeelslid in kwestie wordt dan voor de tijdelijke duur van arbeid in het verbindingsteam opgeschorst. De werknemer ondertekent een nieuwe arbeidsovereenkomst bij de penhouder van de typemodule. Dit met de garantie dat hij zijn opgeschorste arbeidsovereenkomst.

4.2.3.2.2.2 Volledig ter beschikking stellen voor een periode van bepaalde duur

Hiervoor komen alle medewerkers met een tewerkstelling ten belope van minimum 50% van het aantal uren van een voltijdse betrekking in aanmerking. De werknemer werkt dan uitsluitend voor het verbindingsteam.

De arbeidsovereenkomst van het personeelslid in kwestie wordt dan voor de tijdelijke duur van arbeid in het verbindingsteam opgeschorst. De werknemer ondertekent een nieuwe arbeidsovereenkomst bij de penhouder van de typemodule. Dit met de garantie dat hij zijn opgeschorste arbeidsovereenkomst.

Richtinggevend: Minimale duurtijd 1 jaar. De maximale duur (inclusief verlengingen) is 4 jaar.

4.2.3.2.2.3 Ad hoc inschakelen van een expert (specifieke competenties / kennis)Om de effectiviteit van het teamwerk te versterken, heeft ieder teamlid voldoende vaardigheden en middelen nodig om het werk goed te kunnen doen. Vaardigheden kunnen op diverse manieren ontwikkeld worden: training, on the job coaching, intervisiebijeenkomsten, inwerken van teamleden. De juiste gereedschappen zijn nodig om het werk efficiënt te kunnen doen. Hiervoor wenst het samenwerkingsverband een overeenkomst te sluiten met EKC, LUS vzw en OTA om een mentorschap op te nemen. Gelijkaardig aan het mentorschap van LUS vzw voor DOP. Dit wordt gefinancierd via werkingskosten.

13 | 24

4.2.3.3 Competenties van de teamleden (kennis, kunde en houding);Het samenstellen van het verbindingsteam is en blijft een dynamisch gegeven. En dient per definitie altijd te vertrekken vanuit (beroeps)competenties - kennis, inzicht, vaardigheden en persoonlijke eigenschappen - van hulpverleners die nauw moeten aansluiten bij de methodiek 1G1P. Belangrijk is dat teamleden complementair zijn aan elkaar. Zowel voor wat betreft competenties (infra) als qua teamrollen.4.2.3.3.1 T- shaped professionalsDe waarde van het verbindingsteam kan dus worden gevat in de complementariteit van onderstaande generieke en specifieke competenties. De medewerkers van het breed integraal werkend team zijn T- shaped professionals (Hanzehogeschool Groningen; 2013). 'De liggende balk van de T staat voor de generalistische competenties, zoals het versterken van eigen kracht en regie en die van het netwerk, integraal werken, verbindingen leggen tussen collectief en individueel en tussen formeel en informeel. De verticale balk van de T staat voor de meer vakspecifieke competenties van de professional; bijvoorbeeld kennis van de doelgroep, aandoening, problematiek, methodiek,…

4.2.3.3.2 Generieke competentiesElke hulpverlener in het verbindingsteam:

Is te gast bij het gezin en handelt vanuit een brede positieve kijk op gezinnen; Stemt de wijze van communiceren af op de leeftijd, cultuur en niveau van de

gezinsleden; Vertrekt vanuit de aanwezige krachten binnen het gezin, netwerk & omgeving; Stelt open vragen, nodigt uit en vraagt door; Voert gesprekken met het gezin – niet over het gezin; Werkt zo dicht mogelijk tegen de gezinscontext aan. De ingezette interventies

zijn kortdurend, tijdig en nabij; (aanklampend – niet opgevend niet aflatend) Maakt werkafspraken met het gezin en met collega’s binnen en buiten het

verbindingsteam; Heeft inzicht in de werkzaamheden en deskundigheden van collega’s en is

expliciet gericht op samenwerking met anderen; Neemt initiatief en benut kansen in het bijzonder in situaties van verontrusting

en/of crisis; Staat stevig in zijn schoenen en weet te enthousiasmeren en motiveren -

weerstand; Heeft kennis van de sociale kaart.

14 | 24

4.2.3.3.3 Specifieke competentiesHet team beschikt over specialistische kennis over:

De doelgroep: het jonge kind, pubers, mensen met een migratieachtergrond en jongvolwassenen

De beperkingen: GES, verstandelijke beperking & autisme (niet exhaustief) De problematieken: armoede, (v)echtscheiding, multi- problem, trauma,

middelengebruik, intra familiaal geweld, psychische kwetsbaarheid, verontrusting en crisis.

De methodieken: opvoedingsondersteuning, positieve heroriëntering, therapeutische expertise (GGZ)

4.2.3.4 Motivatie van teamleden;

4.2.3.5 Vermogen tot samenwerken.Essentieel voor het verbindingsteam is het samen werken aan het verwezenlijken van ‘empowerment’, ‘zelfsturing’ en ‘eigen kracht’ van gezinsleden. Dit kan enkel door telkens rekening te houden met de aard van de samenwerkingsrelatie per moment, per onderwerp, hulpvraag, doelstelling en per gezinslid.

Door samenwerken te beschouwen als een basisvaardigheid dient het besef aanwezig te zijn dat de teamleden niet alleen verantwoordelijk zijn voor hun eigen inzet, geleverde capaciteit en expertise. Ze dienen deze verantwoordelijkheid af te stemmen op het individu, gezin, sociaal netwerk, professioneel netwerk (inclusief teamgenoten). We spreken van een gezamenlijke inzet voor de verwezenlijking van een gemeenschappelijk doel.

15 | 24

4.2.4 RegistratieHet verbindingsteam zal al zijn hulpvragen registreren. Dit zal gebeuren in 4 stappen:

Stap 1: ingeven van de (gezin) gegevens in het systeem + aanwezige hulpvragen

Stap 2: (eerste) contact met het gezin Stap 3: ingeven welke hulp wordt geboden binnen het verbindingsteam Stap 4: nazorgtraject, eventueel RTJH

4.2.4.1.1.1 TypemodulesHet samenwerkingsverband wenst voor de uitbreiding onderstaande (generieke) typemodules in te zetten:

JWZ Contextbegeleiding laagintensief

M_ID MODULE VOORZIENING GEMEENTE SECTOR VZ_ID

VAPH Mobiele/ambulante begeleiding voor minderjarigen met een (vermoeden) van handicap (lage frequentie)

M_ID MODULE VOORZIENING GEMEENTE SECTOR VZ_ID

JWZ Contextbegeleiding in functie van positieve heroriëntering

M_ID MODULE VOORZIENING GEMEENTE SECTOR VZ_ID

AWW Integrale gezinsbegeleiding

M_ID MODULE VOORZIENING GEMEENTE SECTOR VZ_ID

KG Kort intensief mobiele pedagogische begeleiding voor kinderen en hun gezin

M_ID MODULE VOORZIENING GEMEENTE SECTOR VZ_ID

4.2.5 DoorverwijzingHet samenwerkingsverband schuift 2 criteria naar voor:

- De verwijzer is van mening dat de situatie niet stabiel is en kortdurende interventies nodig zijn om een nakende crisis af te wenden.

16 | 24

- De verwijzer is van mening dat het gezin nog over voldoende krachten beschikt en een kortdurende interventie een positief effect heeft op de aanwezige hulpvraag, waardoor verdere begeleiding door RTJH misschien niet nodig is.

5. Wederzijdse verantwoordelijkheden

5.1 Inleiding

De organisatie van hulp en samenwerking rond gezinnen en haar leden is complex. Door de organisatie minder complex te maken, kan er al een grote bijdrage worden geleverd aan het vergroten van de toegankelijkheid en beschikbaarheid van jeugdhulp.Daarvoor is het nodig om kritisch te kijken naar de breuklijnen in de hulp tussen de brede instap, modules RTJH, gemandateerde voorzieningen, crisismeldpunt en de lokale initiatieven in de gezinsondersteuning.Iedere transfer van gezinsleden tussen organisaties en/of professionals kan onvermijdelijk leiden tot incidenten.Konekti kan leren van het project NWMB, maar zal hieromtrent ook een eigen dynamiek moeten ontwikkelen en dit in goede interactie met elkaar en voluit gebruikmakende van de beschikbare middelen. Vanuit het idee dat jeugdhulp de komende jaren steeds meer vanuit een samenwerkingsverband georganiseerd zal worden met het gezin en zijn/haar omgeving als actieve partner is de opstart van Konekti een mooie opportuniteit om een nieuwe samenwerkingsdynamiek te ontwikkelen.Een dynamiek die oplossingen genereert voor volgend vraagstuk: Hoe organiseren we jeugdhulp in de regio ZWVL opdat ieder gezin(slid) de gewenste hulp op maat en op tijd ontvangt? Om als samenwerkingsverband succesvol te zijn moeten meerdere organisaties samen middelen, competenties en professionals inzetten.Wat een spanningsveld genereert met:

• hetgeen beschikbaar is binnen de organisaties;• de organisatiedoelstellingen - het gemeenschappelijke doel van Konekti

overlapt slechts voor een gedeelte met de organisatiedoelen van de aparte organisaties

• taak van dienstverlening op maat – ons aanbod is niet zo georganiseerd

17 | 24

5.2 Engagementen bij wachten

5.2.1 Sterke openheid rond wachtlijsten en wachttijden.

Open communicatie tussen organisaties met sterk vergelijkbare modules. Wie staat waar op de wachtlijst en wie kan op een redelijke termijn kunnen geholpen worden of niet?

Werkingsprincipe 1G1P:- In kaart brengen van de betrokken hulpverleners en mensen uit het sociale netwerk

5.2.2 Met andere organisaties binnen het samenwerkingsverband op zoek gaan naar een passend alternatief.

Dit o.a. door per typemodule verschillende aanspreekpunten te installeren. Op die manier kan men vlot nagaan of er beschikbare plaatsen zijn bij de verschillende aanbieders.5.2.3 De situatie op te volgen en in de context van de wachtende aan de slag te

gaan.

Wat impliceert dat er ter overbrugging van de wachttijd andere hulp wordt aangeboden. Waarbij mogelijks de initiële hulpvraag verdwijnt. Elke RTJH aanbieder tracht een deel van haar capaciteit vrij te maken om in te zetten in de wachttijd.

18 | 24

5.3 Engagementen bij uitbreiding

5.3.1 Moederorganisatie

Elke moederorganisatie verbindt zich ertoe om binnen afzienbare tijd te voorzien in een vervanging voor de opgeschorste arbeidscontracten. De effectieve vervanging en/of elke wijziging wordt gemeld bij de kernpartner.

5.3.2 Penhouder

Modulehouders maken nieuwe arbeidsovereenkomsten op voor de verbindingswerkers. De werkingsmiddelen stellen zij ter beschikking van het samenwerkingsverband Konekti.

5.3.3 Kernpartner

De kernpartner engageert zich om de nodige stappen te nemen inzake budgetbewaking:

- Het verkrijgen van goedkeuring voor uitgaven;- Het meten van de werkelijke kosten;- Het voorspellen van de nog te verwachten kosten;- Het trimestrieel rapporteren aan het samenwerkingsverband;- Het zo nodig aanvragen van andere typemodules.

19 | 24

6. Kosten en financiën

6.1 Positionering

Kosten en financiën spelen gedurende de gehele levensduur van het samenwerkingsverband een rol en zijn van belang voor de start van het project. Hieronder wordt een eerste raming gemaakt van de projectkosten. Na het contactmoment voor financieel- technische ondersteuning wordt deze raming aangescherpt en wordt een overall begroting opgesteld en de benodigde financiën bepaald voor het gehele project en wordt een detail begroting opgesteld voor het eerste werkjaar.Tijdens de uitvoering bewaakt de kernpartner de kosten en de financiën. Per kwartaal worden de tot dan toe gemaakte kosten geëvalueerd en wordt de begroting en de benodigde financiën voor het resterende deel van het werkjaar geactualiseerd. 6.2 Schatting6.2.1 Context projectorganisatieDe projectstructuur maakt de omvang en de complexiteit van Konekti inzichtelijk. Vertrekkende vanuit deze organisatie wordt per projectcomponent een eerste inschatting gemaakt van de kosten en opbrengsten.

20 | 24

6.2.2 Middelen die ingezet zullen worden (menselijke, financiële, structurele,…): Personeelskost

Headcount

FTE Kost/FTE Totale kost

Projectmanager (kernpartner)

1 0,5 60 000 30 000

Teamcoördinator(verbindingsteam)

1 1 68 000 67 000

ELPF 3 2 67 000 134 000Teamlid 15 11,5 57 000 656 000Anciënniteitsbuffer - - - 18 300Totaal 907 000

Financiële middelen:Jaar 1

Overheadkosten10% personeelExclusief kernpartner

85 700

WerkingskostenTeamsupport

10 000

Externe expertise, documentatie, vormingen,...Totaal 95 700

21 | 24

6.3 Toewijzingsplan voor modules

6.3.1 Jongerenwelzijn

Module # Personele kost WerkingskostContextbegeleiding krachtgericht kortdurend

6 59123,337 5262,6267

Contextbegeleiding laag intensief

7 68977,2265 6139,73115

128100,5635 11402,35785139 502,92

Verdeling per VTE0,5

Eigen Kracht Conferenties

10,5

Niet Wachten maar Betrachten

2

Verwachte Caseload: 36 (6 op 1 FTE)

6.3.2 Algemeen welzijnswerk

Module # Personele kost WerkingskostIntegrale gezinsbegeleiding ? 116724,12

4217441,5358

134 165,66Verdeling per VTE

Verwachte Caseload: 24 (12 op 1 FTE)

6.3.3 VAPH

Punten # Personele kost WerkingskostPersoneelspunten 14

2118428,0

012638,00

131 066,00Verdeling per VTE0.6

Thuisbegeleiding

22 | 24

0.6

Voorzieningen

0.8

Jongeren & Jongvolwassenen

2

Verwachte Caseload: ? (? op 1 FTE)

23 | 24

6.3.4 Geestelijke gezondheid

Module # Personele kost WerkingskostDiagnostiek en behandeling

136 000,00Verdeling per VTE0.5

ELPF

0.5

ELPF

1 ELPF2

Verwachte Caseload: ?

6.3.5 Kind en Gezin

Module # Personele kost Werkingskost

Verdeling per VTE

Verwachte Caseload: ?

24 | 24