We houdenmoed. Tegenbeterwetenin?...genisstraf staat. Uitgeverij Balans verkocht nog meer boeken –...

1
ZATERDAG 21 NOVEMBER 2015 Trouw opinie 28 Eduard Bomhoff Monash University Maleisië Hans Goslinga schreef over schen- ding van het ambtsgeheim (de Verdieping, 14 november). Al di- rect in de eerste zin noemt hij mijn boek ‘Blinde Ambitie’ over het kabinet Balkenende I als mo- gelijk voorbeeld. Met zijn nadruk op het vermij- den van schade aan het vertrou- wen in Den Haag ben ik het hele- maal eens. Op suggestie van mijn uitgever bij Balans, Geurt Gaar- landt, had ik daarom voor het schrijven goed gekeken naar ‘Re- tour Den Haag’ van Ed van Thijn over zijn vijf maanden in het ka- binet, en ook Van Thijn nog voor alle zekerheid om advies ge- vraagd. Net als Van Thijn probeer ik een beeld te geven van collega- ministers en schrijf ik over zaken die alweer verleden tijd waren op de dag van publicatie. Ik vertel hoe Hans Hoogervorst (VVD) in het kabinet zijn zorgen uitte over de toetreding van Polen tot de EU. Hoogervorst verweet Balkenende en De Hoop Scheffer te veel aan de leiband van Duits- land te lopen en niet genoeg durf te tonen over mogelijke extra ei- sen aan Polen. Wel, toen mijn boek uitkwam in december 2002 waren alle besluiten daarover in- tussen al genomen. Verder schrijf ik over het cellen- tekort, het gedraai van Piet Hein Donner over de feitelijke situatie in de gevangenissen en het extra geld dat Hoogervorst met Prinsjes- dag uit de hoge hoed toverde. Ook dat onderwerp was afgehandeld voordat ‘Blinde Ambitie’ uit- kwam. Toch gaf Balkenende een persbe- richt uit dat hij mij liet onderzoe- ken voor een ernstig misdrijf waarop maximaal zes jaar gevan- genisstraf staat. Uitgeverij Balans verkocht nog meer boeken ‘Blinde Ambitie’ was bestseller nummer 1 eind 2002 – maar de misschien misdadige auteur kon daarna geen baan meer vinden in het vaderland en werkt nu blij- moedig in ballingschap. Het feit dat het OM het niet eens nodig vond om de auteur van het mogelijke misdrijf te ondervragen en de zaak na een paar maanden stilletjes opgaf, doet hopen dat na deze misslag van Balkenende toe- komstige auteurs van politieke memoires weer even veilig zijn als vroeger, zolang ze maar niet citeren uit de notulen van het ka- binet en wegblijven van onder- werpen die door de ministers op het moment van publicatie nog verder moeten worden behan- deld. Ambtsgeheim is zo gauw niet geschonden contact tom Redactie Opinie Trouw Postbus 859 1000 AW Amsterdam t 020-5629444 [email protected] 2 Opinie is een vrij- plaats voor discussie. Alle stukken zijn op persoonlijke titel. Ar- tikelen tellen maxi- maal 600 woorden, Brieven maximaal 150. De redactie be- houdt zich het recht voor bijdragen te weigeren, te redige- ren of in te korten. Bijdragen worden ook via internet, da- tabank of anderszins verspreid. Eventuele auteursrechten blij- ven berusten bij de schrijver. Inzendin- gen graag voorzien van naam, adres en telefoonnummer, ook de e-mails. Nelleke Noordervliet B lijf optimistisch. De wetenschapsfilosoof Karl Popper vond dat een morele plicht. Je moet erop vertrouwen wan- neer je het goede doet, dat het ook goed komt. Maar wie geldt die plicht? Geldt het de moeder van het meisje dat werd doodgeschoten op een Parijs terras? Geldt het de jihadist-in-opleiding? De burgemeester van een grote stad? De werkloze vader in een ban- lieue? Mag ook de haatimam van een obscure moskee optimistisch zijn? Optimisme heeft een richting. Optimisme betreft de verwerkelij- king van je doelen. Wanneer de doelstellingen van mensen en groe- pen elkaar uitsluiten en bedreigen, dan is de opdracht tot optimisme moreel problematisch. In het licht van de permanente expansie van geweld, aanslagen en oorlogshandelingen uit naam van een godsdienst is het niet zo mak- kelijk vol vertrouwen de blik op de toekomst gericht te houden. Terro- risme is een gegeven. Soms kan een aanslag worden voorkomen of ver- ijdeld, soms niet. Uitroeien van terrorisme als principe is onmoge- lijk. In de landen in het Midden-Oos- ten waar de strijd het hevigst woedt, zijn aanslagen aan de orde van de dag. We horen van een auto- bom in het centrum van Bagdad en we denken, ach ja Bagdad. Beiroet is al dichterbij maar nog steeds ver weg. Pas als de terreur op onze stoep staat (en met ‘onze’ bedoel ik ook de stoep van Israël, omdat Is- raël deel uitmaakt van het ‘Wes- ten’) slaat de schrik ons klam om het hart en voelen we ons bedreigd in onze diepste kern. ‘Onze bescha- ving’, ‘onze manier van leven’ staan op het spel. Rechtsstaat, vrijheden en mensenrechten maken ons kwetsbaar en weerloos. En daar doemt de figuur van Os- wald Spengler op die zei dat opti- misme laf was. Spengler heeft naam gemaakt met Der Untergang des Abendlandes, ver- schenen net na de Eerste Wereld- oorlog. Zijn theorie over de onver- mijdelijke opkomst en ondergang van beschavingen en de fasen die daarin te onderscheiden zijn, vond veel bijval en veel terechte kritiek. Op zichzelf is het geen wereld- schokkende observatie dat een be- schaving een bepaalde tijdsduur heeft, opkomt, bloeit en dan weer neergaat, maar om daaruit een wet te destilleren waaraan elke bescha- ving onderworpen is, gaat wat ver. In diepste wezen is zijn pessimisme romantisch en fatalistisch. Aantrek- kelijk wanneer het slecht gaat in de wereld en een beetje belachelijk wanneer we er goed voorstaan. De jaren negentig van de vorige eeuw waren niet erg Spengleriaans, maar vanaf 11 september 2001 werd dat anders. We zagen de tekenen des tijds. We werden aangevallen. De aanvallers betitelen onze beschaving als per- vers en decadent, precies wat van de Romeinse beschaving in haar na- dagen werd gezegd. Zij beschouwen zichzelf als de herauten van een nieuwe tijd en de helden en grond- leggers van een nieuwe beschaving. En wij zitten met ons allen als gebi- ologeerde konijnen in de monden van de kalasjnikovs te kijken. Had Spengler gelijk en heeft onze westerse beschaving geen veer- kracht meer? Hij beweerde dat het eind van een beschaving wordt ge- kenmerkt door de overheersing van de pure macht van het geld als doel, door de verbrokkeling en uit- holling van instituties, door de te- rugkeer van religiositeit, door een hang naar dictatuur en leiderschap. Dat lijkt aardig op de situatie waar- in onze democratieën zich bevin- den. De Franse auteur Houellebecq beschreef in zijn laatste roman (verschenen op de dag dat de redac- tie van het satirische tijdschrift Charlie Hebdo werd weggevaagd) hoe Frankrijk in 2022 wordt gere- geerd door een verlicht despoot van islamitische signatuur, geholpen door Franse collaborateurs, en hoe Frankrijk zich zoetjes en cynisch heeft geschikt naar de nieuwe re- gels. Houellebecq heeft een pessimisti- sche visie op onze cultuur. Met zijn toekomstbeeld zou Spengler kun- nen instemmen. Misschien niet zo- als Houellebecq het voorstelt maar wel vergelijkbaar zou onze bescha- ving zich kunnen richten naar de militante dwang van een geperver- teerde godsdienst. De weerloosheid en hulpeloosheid straalt af van de dappere spandoe- ken die zeggen dat we moed moe- ten houden, dat we ons er niet on- der laten krijgen, dat ‘we met meer zijn’. Het klinkt schril en niet erg overtuigd. We houden moed. Tegen beter weten in? Het is niet zo makkelijk vol vertrouwen de blik op de toekomst gericht te houden Het OM vond het niet nodig deze misdadige auteur te ondervragen

Transcript of We houdenmoed. Tegenbeterwetenin?...genisstraf staat. Uitgeverij Balans verkocht nog meer boeken –...

  • ZATERDAG 21 NOVEMBER 2015 Trouw

    opinie28

    Eduard BomhoffMonash University Maleisië

    Hans Goslinga schreef over schen-ding van het ambtsgeheim (deVerdieping, 14 november). Al di-rect in de eerste zin noemt hijmijn boek ‘Blinde Ambitie’ overhet kabinet Balkenende I als mo-gelijk voorbeeld.Met zijn nadruk op het vermij-

    den van schade aan het vertrou-wen in Den Haag ben ik het hele-maal eens. Op suggestie van mijnuitgever bij Balans, Geurt Gaar-landt, had ik daarom voor hetschrijven goed gekeken naar ‘Re-tour Den Haag’ van Ed van Thijnover zijn vijf maanden in het ka-binet, en ook Van Thijn nog vooralle zekerheid om advies ge-vraagd. Net als Van Thijn probeerik een beeld te geven van collega-ministers en schrijf ik over zakendie alweer verleden tijd waren opde dag van publicatie.Ik vertel hoe Hans Hoogervorst

    (VVD) in het kabinet zijn zorgenuitte over de toetreding van Polentot de EU. Hoogervorst verweetBalkenende en De Hoop Schefferte veel aan de leiband van Duits-land te lopen en niet genoeg durfte tonen over mogelijke extra ei-sen aan Polen. Wel, toen mijnboek uitkwam in december 2002waren alle besluiten daarover in-tussen al genomen.Verder schrijf ik over het cellen-

    tekort, het gedraai van Piet HeinDonner over de feitelijke situatiein de gevangenissen en het extrageld dat Hoogervorst met Prinsjes-dag uit de hoge hoed toverde. Ookdat onderwerp was afgehandeldvoordat ‘Blinde Ambitie’ uit-kwam.Toch gaf Balkenende een persbe-

    richt uit dat hij mij liet onderzoe-ken voor een ernstig misdrijfwaarop maximaal zes jaar gevan-genisstraf staat. Uitgeverij Balansverkocht nog meer boeken –‘Blinde Ambitie’ was bestsellernummer 1 eind 2002 – maar demisschien misdadige auteur kondaarna geen baan meer vinden inhet vaderland en werkt nu blij-moedig in ballingschap.Het feit dat het OM het niet eens

    nodig vond om de auteur van hetmogelijke misdrijf te ondervragenen de zaak na een paar maandenstilletjes opgaf, doet hopen dat nadeze misslag van Balkenende toe-komstige auteurs van politiekememoires weer even veilig zijnals vroeger, zolang ze maar nietciteren uit de notulen van het ka-binet en wegblijven van onder-werpen die door de ministers ophet moment van publicatie nogverder moeten worden behan-deld.

    Ambtsgeheimis zo gauw nietgeschonden

    contacttom

    RedactieOpinieTrouwPostbus 8591000 AWAmsterdamt [email protected]

    2Opinie is een vrij-plaats voor discussie.Alle stukken zijn oppersoonlijke titel. Ar-tikelen tellen maxi-maal 600 woorden,Brieven maximaal150. De redactie be-houdt zich het rechtvoor bijdragen teweigeren, te redige-ren of in te korten.Bijdragen wordenook via internet, da-tabank of anderszinsverspreid. Eventueleauteursrechten blij-ven berusten bij deschrijver. Inzendin-gen graag voorzienvan naam, adres entelefoonnummer,ook de e-mails.

    NellekeNoordervliet

    B lijf optimistisch. DewetenschapsfilosoofKarl Popper vonddat een moreleplicht. Je moet eropvertrouwen wan-neer je het goededoet, dat het ook goed komt. Maarwie geldt die plicht? Geldt het demoeder van het meisje dat werddoodgeschoten op een Parijs terras?Geldt het de jihadist-in-opleiding?De burgemeester van een grotestad? De werkloze vader in een ban-lieue? Mag ook de haatimam vaneen obscure moskee optimistischzijn? Optimisme heeft een richting.Optimisme betreft de verwerkelij-king van je doelen. Wanneer dedoelstellingen van mensen en groe-pen elkaar uitsluiten en bedreigen,dan is de opdracht tot optimismemoreel problematisch.In het licht van de permanente

    expansie van geweld, aanslagen enoorlogshandelingen uit naam vaneen godsdienst is het niet zo mak-kelijk vol vertrouwen de blik op detoekomst gericht te houden. Terro-risme is een gegeven. Soms kan eenaanslag worden voorkomen of ver-ijdeld, soms niet. Uitroeien vanterrorisme als principe is onmoge-lijk.In de landen in het Midden-Oos-

    ten waar de strijd het hevigstwoedt, zijn aanslagen aan de ordevan de dag. We horen van een auto-bom in het centrum van Bagdad enwe denken, ach ja Bagdad. Beiroetis al dichterbij maar nog steeds verweg. Pas als de terreur op onzestoep staat (en met ‘onze’ bedoel ikook de stoep van Israël, omdat Is-

    raël deel uitmaakt van het ‘Wes-ten’) slaat de schrik ons klam omhet hart en voelen we ons bedreigdin onze diepste kern. ‘Onze bescha-ving’, ‘onze manier van leven’ staanop het spel. Rechtsstaat, vrijhedenen mensenrechten maken onskwetsbaar en weerloos.En daar doemt de figuur van Os-

    wald Spengler op die zei dat opti-misme laf was.Spengler heeft naam gemaakt met

    Der Untergang des Abendlandes, ver-schenen net na de Eerste Wereld-oorlog. Zijn theorie over de onver-mijdelijke opkomst en ondergangvan beschavingen en de fasen diedaarin te onderscheiden zijn, vondveel bijval en veel terechte kritiek.Op zichzelf is het geen wereld-schokkende observatie dat een be-schaving een bepaalde tijdsduurheeft, opkomt, bloeit en dan weerneergaat, maar om daaruit een wette destilleren waaraan elke bescha-ving onderworpen is, gaat wat ver.In diepste wezen is zijn pessimismeromantisch en fatalistisch. Aantrek-kelijk wanneer het slecht gaat in dewereld en een beetje belachelijkwanneer we er goed voorstaan. Dejaren negentig van de vorige eeuwwaren niet erg Spengleriaans, maarvanaf 11 september 2001 werd datanders.We zagen de tekenen des tijds. We

    werden aangevallen. De aanvallersbetitelen onze beschaving als per-vers en decadent, precies wat vande Romeinse beschaving in haar na-dagen werd gezegd. Zij beschouwenzichzelf als de herauten van eennieuwe tijd en de helden en grond-leggers van een nieuwe beschaving.

    En wij zitten met ons allen als gebi-ologeerde konijnen in de mondenvan de kalasjnikovs te kijken.Had Spengler gelijk en heeft onze

    westerse beschaving geen veer-kracht meer? Hij beweerde dat heteind van een beschaving wordt ge-kenmerkt door de overheersing vande pure macht van het geld alsdoel, door de verbrokkeling en uit-holling van instituties, door de te-rugkeer van religiositeit, door eenhang naar dictatuur en leiderschap.Dat lijkt aardig op de situatie waar-in onze democratieën zich bevin-den.De Franse auteur Houellebecq

    beschreef in zijn laatste roman(verschenen op de dag dat de redac-tie van het satirische tijdschriftCharlie Hebdo werd weggevaagd)hoe Frankrijk in 2022 wordt gere-geerd door een verlicht despoot vanislamitische signatuur, geholpendoor Franse collaborateurs, en hoeFrankrijk zich zoetjes en cynischheeft geschikt naar de nieuwe re-gels.Houellebecq heeft een pessimisti-

    sche visie op onze cultuur. Met zijntoekomstbeeld zou Spengler kun-nen instemmen. Misschien niet zo-als Houellebecq het voorstelt maarwel vergelijkbaar zou onze bescha-ving zich kunnen richten naar demilitante dwang van een geperver-teerde godsdienst.De weerloosheid en hulpeloosheid

    straalt af van de dappere spandoe-ken die zeggen dat we moed moe-ten houden, dat we ons er niet on-der laten krijgen, dat ‘we met meerzijn’. Het klinkt schril en niet ergovertuigd.

    We houden moed.Tegen beter weten in?

    Het isniet zomakkelijk volvertrouwendeblikopdetoekomst gerichttehouden

    HetOMvondhetnietnodigdezemisdadigeauteur teondervragen