WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De...

12
Waterbeheer 21 e eeuw WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen

Transcript of WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De...

Page 1: WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De samenhang van een aantal acties die vooral voor de waterschappen en de Unie van belang

Waterbeheer 21e eeuw

WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen

Page 2: WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De samenhang van een aantal acties die vooral voor de waterschappen en de Unie van belang

Uitgave van de Unie van Waterschappen – februari 2002

Waterbeheer 21e eeuw

WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen

Page 3: WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De samenhang van een aantal acties die vooral voor de waterschappen en de Unie van belang

3 Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Aanleiding 4

Afspraken 4

Normering 5

Watertoets 6

Schade, schadevergoeding en verzekering 6

Wateropgaven 6

Deelstroomgebiedsvisies 7

Communicatie 7

Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) 8

Besluitvormingsstructuur WB21 10

Page 4: WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De samenhang van een aantal acties die vooral voor de waterschappen en de Unie van belang

4 Waterbeheer 21e eeuw

Aanleiding

De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de kwaliteitsverbetering van de Nederlandsewatersystemen. Toch kan (nog) niet het hoofd worden geboden aan de op ons afkomendeuitdagingen van zeespiegelstijging, klimaatverandering, toename verstedelijking en bodemdaling.Na het advies van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw (Commissie Tielrooij), zijn het Rijk, het IPO, de Unie van Waterschappen en de VNG tot de conclusie gekomen dat het nu de tijd is om deze problematiek op een omvattende, samenhangende manier aan de orde te stellen en maatregelen voor te bereiden of reeds waar mogelijk te treffen. Zij hebben dat vastgelegd in de ‘Startovereenkomst waterbeleid 21e eeuw’ van februari 2001.Ter uitvoering van de Startovereenkomst is er een Bestuurlijk Overleg Rijk-IPO-UvW-VNG ingesteld.De voorbereiding van dat Bestuurlijk Overleg vindt plaats in een projectgroep WB21. Voorstellenvan de projectgroep komen via het directeurenoverleg (‘Zürichberaad’) van de vier partijen op deagenda van het Bestuurlijk Overleg. De Startovereenkomst richt zich op de middellange en lange termijn van 50 en 100 jaar. De watersystemen moeten zijn toegerust op de omstandigheden die we in 2050 mogenverwachten. Voor klimaatverandering en zeespiegelstijging geeft het rapport van de CommissieWB21 scenario’s (laag, midden en hoog). Voorgesteld is van het middenscenario uit te gaan. Uitgaande van de veronderstelling dat Nederland waterhuishoudkundig een achterstand heeft in te halen, is het uiteraard zaak niet tot 2050 te wachten alvorens die achterstand weg te werken.In de voorbereiding van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW, af te sluiten als vervolg op deStartovereenkomst) gaan we er van uit dat Nederland in 2015 een adequate waterhuishoudkundigeinrichting heeft en vervolgens meegroeit met de zich verzwarende omstandigheden.

Voor de waterhuishoudkundige inrichting is ruimte nodig. Ruimte, die ook voor andere doelenwordt gevraagd. Dat bepaalt de urgentie van de WB21-operatie. Het verklaart ook de zwarenadruk op afspraken over de ruimtelijke aspecten van de waterhuishouding. En het verklaartwaarom in de Startovereenkomst ook over een ‘doorkijk’ naar 2100 wordt gesproken. Die doorkijk maakt het mogelijk na te gaan of we met onze maatregelen en met de ruimtelijkeclaims en ruimtelijke afweging op de goede weg zijn.

In deze brochure wordt geprobeerd op een overzichtelijke manier inzicht te geven in de diversedeelaspecten van WB21 en hun onderlinge samenhang. Daarbij zal ook worden ingegaan op deprocedures en afspraken betreffende de besluitvorming, met name daar waar het de landelijkeprojectstructuur betreft.

Afspraken

In de Startovereenkomst zijn onder meer afspraken gemaakt over het opstellen van wateropgavenen deelstroomgebiedsvisies voor de 17 deelstroomgebieden die in het advies van de CommissieWB21 zijn voorgesteld. Ook zijn afspraken gemaakt over het ontwikkelen van normen voorwateroverlast, het toepassen van een watertoets, het opstellen van deelstroomgebiedsvisies enover communicatie. Ook voor het hoofdsysteem van de Nederlandse rivieren is een aantal studiesafgesproken die zicht moeten geven op de toekomstige potentiële rivierafvoer, de optimaleverdeling van hoogwater over de riviertakken, het instellen van noodoverlaatgebieden enzovoorts. Het doel van het geheel van afspraken is de Nederlandse waterhuishouding (weer) op orde tekrijgen en te houden.

Page 5: WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De samenhang van een aantal acties die vooral voor de waterschappen en de Unie van belang

5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen

De samenhang van een aantal acties die vooral voor de waterschappen en de Unie van belang zijn,is als volgt te visualiseren:

Normering

Het ontwikkelen van een systematiek voor normering van wateroverlast per type grondgebruik is een afspraak uit de Startovereenkomst. Doel is een algemeen toepasbare systematiek terbeschikking te krijgen die richtinggevend zal kunnen zijn voor de (her)inrichting van de regionalewatersystemen, althans vanuit het gezichtspunt van wateroverlast. Voor de ontwikkeling is een opdracht aan consultants uitgegaan; de uitvoering van de opdracht is begeleid door een Kerngroep normering, bestaande uit vertegenwoordigers van Rijk, IPO, Unie en STOWA. Dit heeft geresulteerd in een rapport met voorstel.Hiermee is een normeringssysteem nog niet ingevoerd. Ook andere partijen hebben in detoepassing taken en belangen: provincies stellen normen vast, het Rijk zal, als beheerder van het hoofdsysteem, afhankelijk van de normen meer of minder relatie met de regionale systemenkunnen hebben en tevens in financiële zin de gevolgen van normering kunnen ondervinden.Voor de waterschappen, andere overheden, grondeigenaren en particulieren is het van belang watde gevolgen van een normeringssysteem zullen zijn voor ieders eigen taken en verantwoordelijk-heden. Dat zal mede afhankelijk zijn van de verzekerbaarheid van schade en het beleid ten aanzienvan toekenning van schadevergoedingen door de overheid.Hierin zal nog meer duidelijkheid geschapen moeten worden. De ledenvergadering van de Unie heeft op 7 december 2001 gevraagd om – naast verwerking van commentaar van de waterschappen en andere partijen (IPO, Rijk) op het voorstel van de Kerngroep normering –adviezen voor te bereiden inzake die gevolgen voor taken en verantwoordelijkheden.

w normering

instrumenten:input • waterkansenkaart

w wateropgave • functiegeschiktheidskaart• watersysteemvisies

reconstructieEHS p deelstroomgebiedsvisieVINEXindustrie etc.

bestuursakkoord instrument

p omgevingsplan(nen) watertoets

geldt ook voor ruimtelijke plannen van het Rijk

w waterbeheersplan g bestemmingsplan

stroomgebiedsbeheersplannenw = taak waterschap; p = taak provincie; g = taak gemeente

Page 6: WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De samenhang van een aantal acties die vooral voor de waterschappen en de Unie van belang

6 Waterbeheer 21e eeuw

Watertoets

Bij het opstellen van de Startovereenkomsthebben de partijen onderkend dat het nietvoldoende is te werken aan verbetering vande waterhuishoudkundige inrichting, maardat ook voorkomen moet worden dat dezeachteruitgaat als gevolg van allerlei (ruimte-lijke) plannen en maatregelen. Het instrumentvoor deze bewaking wordt de ‘watertoets’genoemd. In een werkgroep, getrokken door het IPO, isdeze watertoets vormgegeven en uitgewerkt.Dat heeft geleid tot het document ‘De water-toets: waarborg voor water in ruimtelijkeplannen en besluiten’ dat inmiddels door het Bestuurlijk Overleg is vastgesteld. Het document schetst de procesgang voorhet toepassen van de watertoets, waarbijoverigens met name de inbreng aan de‘voorkant’ van het beleidsproces belangrijk is. In de Startovereenkomst is afgesproken datde werking van de watertoets in 2002 zalworden geëvalueerd. Dat kan eventueel toteen wettelijke verankering leiden.

Schade, schadevergoeding en verzekering

Deze onderwerpen hebben nauwe relaties met eerder genoemde aspecten als normering en watertoets. De normering geeft aan waar (in principe) de verantwoordelijkheid van de water-schappen ophoudt en die van anderen (particulieren, bedrijven en andere overheden) begint. Die verantwoordelijkheid kan resulteren in aanvullende maatregelen, verzekeren of nog iets anders.In WB21-verband wordt gestudeerd op de mogelijkheden van verzekeren van schade door water-overlast. Dat is in de Startovereenkomst afgesproken. Het was daarnaast de wens van de leden-vergadering van de Unie het functioneren van een normeringssysteem in zijn maatschappelijkecontext beter inzichtelijk te maken. Een visie op verzekering zal daar aan kunnen bijdragen.

Wateropgaven

Het hiervoor afgedrukte schema laat zien dat normen bepalend zijn voor wateropgaven. De wateropgaven moeten gezien worden als het (hydrologische) ‘verlanglijstje’ van de water-schappen. Het geeft aan wat nodig is om voldoende water vast te houden en te bergen en (als dat niet meer mogelijk) is, af te voeren. ‘Voldoende’ is datgene wat nodig is voor een goedewaterhuishouding onder de toekomstige omstandigheden (die van 2050), zonder de problemen in een bepaald gebied af te wentelen op andere regionale gebieden of op het hoofdsysteem. De trits vasthouden, bergen en afvoeren, een uitwerking van het niet-afwentelingsprincipe, heefteen equivalent in het waterkwaliteitsbeheer, namelijk: schoonhouden-scheiden-schoonmaken.

Page 7: WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De samenhang van een aantal acties die vooral voor de waterschappen en de Unie van belang

7 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen

De wateropgaven worden per deelstroomgebied door het waterschap of de gezamenlijkewaterschappen opgesteld in goed overleg met de provincies en eventuele andere belang-hebbende partijen.

Deelstroomgebiedsvisies

De Startovereenkomst streeft naar zo veel mogelijk uitvoerbare resultaten. Daarom is voorzien in het opstellen van ‘deelstroomgebiedsvisies’ die het verlanglijstje (de wateropgaven) ruimtelijkvertalen. Waar is ruimte voor water mogelijk, gezien de andere belangen in een gebied (recreatie,woningbouw, natuurbeheer, landbouw, recreatie enz.)? Het opstellen van de deelstroomgebieds-visies is de verantwoordelijkheid van de provincies. Zij zijn immers als algemene democratie bij uitstek het overheidsorgaan dat de verschillende ruimtelijke claims afweegt.Dat wil niet zeggen dat de waterschappen daar geen rol in spelen. Al bij het opstellen van dewateropgaven hebben de waterschappen zich een idee gevormd van waar de benodigde hoeveel-heden water vastgehouden en geborgen kunnen worden. Immers, zonder te weten waar het kan,kunnen de waterschappen ook niet zeggen welke hoeveelheden vastgehouden en geborgenkunnen worden. Het zou een goede zaak zijn als de wateropgaven een aantal alternatieve locatiesvoor vasthouden en bergen bevatten. In het afwegingsproces ten behoeve van de deelstroom-gebiedsvisies zijn er dan meer opties beschikbaar en kunnen de waterschappen daardoor eensterkere rol spelen.

Communicatie

De partijen van de Startovereenkomst onder-kennen het belang van draagvlak voor hettoekomstig waterbeleid in de Nederlandsesamenleving. Met het oog daarop is eengezamenlijke communicatiestrategie voor-bereid en bestuurlijk vastgesteld. Inmiddels iser een begin van uitvoering van die strategie. De communicatiestrategie kent drie aspec-ten: een publiekscampagne, bestuurlijkecommunicatie en functionele communicatie(communicatie over specifieke, vaak regionale projecten). De publiekscampagne dient als een‘paraplu’ voor de andere communicatie, en is er op gericht in algemene zin het thema water, en deproblematiek rondom water in ons land, onder de publieke aandacht te brengen. De uitvoeringheeft geleid tot een WB21-logo en voorstellen voor een advertentiecampagne.De diverse koepelorganisaties en hun leden zullen de bestuurlijke communicatie ter hand nemenen onderling afstemmen, en voor de functionale communicatie met betrekking tot specifiekeprojecten zal er voor het centrale niveau vooral een faciliterende rol zijn weggelegd (bijvoorbeeldin de vorm van een ‘tool-kit’). Voor de bestuurlijke en maatschappelijke relaties staat eenNieuwsbrief WB21 in de steigers.De Unie verzorgt zelf de communicatie met de achterban over WB21. Hiervoor worden regelmatiginformatie- en discussiebijeenkomsten belegd, soms landelijk, soms regionaal, over de actueleontwikkelingen betreffende één of meerdere WB21-thema’s.Op de Uniesite (www.uvw.nl) is voortdurend actuele en achtergrondinformatie over het ‘WB21-dossier’ te vinden.

Page 8: WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De samenhang van een aantal acties die vooral voor de waterschappen en de Unie van belang

8 Waterbeheer 21e eeuw

Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)

In de Startovereenkomst is afgesproken om in 2002 een Nationaal Bestuursakkoord Water tesluiten. In dit akkoord moeten afspraken worden gemaakt over de te treffen maatregelen, hetuitvoeringstempo en de financiering. De exacte inhoud en het karakter van dit akkoord zijn nogonderwerp van gesprek. Dat zal voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van de beschikbaarheid,inhoud en mate van concreetheid van de wateropgaven en deelstroomgebiedsvisies. Daardoor ishet nu nog niet mogelijk met zekerheid veel over het NBW te zeggen.Zowel de wateropgaven als de deelstroomgebiedsvisies zullen grotendeels in fasen tot standkomen. Ten behoeve van het (concept-)NBW dat voor mei 2002 gepland is, is het gewenst dat er omstreeks de jaarwisseling van 2001-2002 wateropgaven (in concept) beschikbaar zijn die ten minste zichtbaar maken wat er nodig is vanuit de optiek van wateroverlast en veiligheid. In januari 2002 zou dat tot deelstroomgebiedsvisies (in concept) moeten leiden. De Unie heeft de waterschappen gevraagd voor deze wateropgaven gebruik te maken van een eenduidig format(Wateropgaven in Cijfers) en een aantal globale vragen over ruimtebehoefte en kosten te beant-woorden. Dit zal de Unie in staat stellen de ontvangen informatie te bundelen tot informatie opnationaal niveau. Het resultaat wordt verwerkt in een Uniepublicatie.De volgende stap is dat de wateropgaven en deelstroomgebiedsvisies (beide in concept envoorzover ze niet integraal zijn opgezet) worden uitgebouwd tot integrale versies. Hiervoor is tijdtot ongeveer september 2002 beschikbaar omdat een definitief NBW waarschijnlijk niet eerder danin december gesloten zal worden. De tijd tot september is daarnaast beschikbaar voor bestuurlijkebesluitvorming en overleg met belanghebbende partijen.

Een en ander is als volgt in beeld gebracht:

kwantitatieve wateropgaven (in concept)

kwantitatieve deelstroomgebiedsvisies (in concept)

concept-NBW

integrale en definitieve wateropgaven en deelstroomgebiedsvisies

definitief NBW / vertaling in rijksbeleid

waar nodig updaten van wateropgaven en deelstroomgebiedsvisies

vertalen in streekplannen, waterhuishoudingsplannen, waterbeheersplannen e.d.

Page 9: WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De samenhang van een aantal acties die vooral voor de waterschappen en de Unie van belang

9 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen

In deze procesgang zijn nog niet alle problemen opgelost. Immers, voor de vertaling van wateropgaven in definitieve ruimtelijke claims is ook een beeld nodig van wat nodig is voorwaterkwaliteit, ecologie, verdrogingsbestrijding en watertekorten in droge perioden. De droogte-studies (waar moeten we voor de toekomst op rekenen?) loopt nog. Bovendien duurt het mogelijknog wel enige tijd voor dat er een definitief normeringssysteem is afgesproken. Ten slotte kan ookde implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water gevolgen hebben voor de wateropgavenen deelstroomgebiedsvisies. Het zal daarom nodig zijn dat het NBW ruimte biedt voor eenvoldoende flexibele hantering van wateropgaven en deelstroomgebiedsvisies.

Voor informatie over bovenstaande kunt u terecht bij het Uniebureau, de heer ir. H.W.B. van der Molen, telefoon 070-3519769.

Internet: www.uvw.nl (klik op WB21)

Bestuurders en medewerkers van gemeenten, provincies en maatschappelijke organisaties kunnen uiteraard voor meer informatie contact opnemen met het waterschap in de regio.

Page 10: WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De samenhang van een aantal acties die vooral voor de waterschappen en de Unie van belang

10 Waterbeheer 21e eeuw

Besluitvormingsstructuur WB21

De Startovereenkomst is aangegaan door het Rijk, het IPO, de UvW en de VNG. Deze partijenhebben ook een besluitvormingsstructuur afgesproken die er als volgt uitziet.

Landelijk

1 Het gehele WB21-proces wordt aangestuurd door het Bestuurlijk Overleg. In het BestuurlijkOverleg wordt de bestuurlijke richting gegeven en worden de WB21-producten formeelvastgesteld.Het Bestuurlijk Overleg bestaat uit de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en bestuurlijkevertegenwoordigers van de UvW, de VNG en het IPO.

2 Er is een overleg van directeuren van V&W, LNV, BZK, VROM, UvW, IPO en VNG dat tot taakheeft de agenda van het bestuurlijk overleg (zie 5) op te stellen, voor te bereiden (via deprojectleider en de projectgroep) en te bewaken.In de dagelijkse praktijk wordt dit overleg het ‘Zürichberaad’ genoemd, naar de naam van hetgebouw (de Zürichtoren) waarbinnen het overleg meestal plaatsvindt.

3 Gezamenlijk hebben de partijen een projectleider voor WB21 aangetrokken. Dat is de heer A. Bolhuis. Het is zijn taak zoveel mogelijk van de Startovereenkomst gerealiseerd te krijgen.

4 Voor diverse deelactiviteiten zijn er werkgroepen ingesteld die over hun bevindingen ofadviezen rapporteren.

5 Er is een ambtelijke projectgroep WB21, onder leiding van de projectleider. De taken van dezeprojectgroep zijn het bewaken van de voortgang van de activiteiten, het zonodig stimuleren vande voortgang van deelactiviteiten en het marginaal toetsen van producten van de werkgroepenwaarbij het met name gaat om de vraag of deze producten rijp zijn voor bestuurlijke besluit-vorming. Bijzondere aandacht van de projectgroep krijgen zaken waarover de partijen het op ambtelijkniveau niet volledig eens zijn. Deze gaan onder aanduiding van de geschilpunten en eventueelvoorzien van een advies van de projectleider, naar het directeurenoverleg.

Na vaststelling van de producten worden deze onder de naam en met het logo van WB21 aan de achterbannen van de diverse partijen (zoals de waterschappen) toegezonden. Concept-versieszijn veelal eerder beschikbaar.

Voor de Unie nemen de voorzitter en de portefeuillehouder watersystemen deel aan het Bestuurlijk Overleg. Ter ondersteuning hiervan is binnen de Unie een klankbordgroep gevormd.Besluitvorming binnen de Unie vindt plaats via de bestaande commissies, het bestuur en de ledenvergadering.

Regionaal

Per deelstroomgebied is door de betreffende provincie(s) een Plan van Aanpak opgesteld. Deze provincie(s) voert/voeren de regie in het WB21-proces in de regio. De Plannen van Aanpakbeschrijven de projectorganisatie per deelstroomgebied. Vrijwel overal is de structuur als volgt.

Page 11: WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De samenhang van een aantal acties die vooral voor de waterschappen en de Unie van belang

11 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen

1 Een Stuurgroep/Bestuurlijk Overleg, waarin de betreffende provincies, waterschappen en een afvaardiging van gemeenten zitting hebben, is verantwoordelijk voor de totstandkomingvan de deelstroomgebiedsvisies.

2 Een ambtelijke projectgroep bereidt de bestuurlijke besluitvorming voor.3 Een afstemmingsgroep per waterschap, met daarin alle inliggende gemeenten, bevordert

de inbreng en het draagvlak van gemeentelijke kant.

Page 12: WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen...5 WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen De samenhang van een aantal acties die vooral voor de waterschappen en de Unie van belang

Colofon

De Unie van Waterschappen is de landelijkekoepelorganisatie van de 53 waterschappen in Nederland. De waterschappen dragen zorg voor duurzaam beheer van de regionale water-systemen; kort gezegd voor schoon water,droge voeten en natte natuur. De Unie vanWaterschappen is namens de waterschappen de spreekbuis naar parlement, rijksoverheid enandere organisaties. Ze bevordert de samen-werking tussen de waterschappen en adviseerthen op diverse terreinen. Daarnaast verzorgt de Unie landelijke communicatie en media-contacten.

UitgaveUnie van WaterschappenKanaalweg 3

Postbus 802002508 GE Den HaagWebsite: www.uvw.nlfebruari 2002

Aan de inhoud van deze uitgavekunnen geen rechten worden ontleend.

FotografieBert Blase, Unie van Waterschappen

DrukwerkproductieGBS prepress, Rijswijk

Oplage3.000 ex.

ISBN 90-6904-111-1

BestelnummerUnie van Waterschappen30013