Watermanagement in de wei

4
In de wei kan een hoosbui maar ook aanhoudende regenval voor veel problemen zorgen. Volgens de weermannen moeten we ons voorbereiden op extremen: tijd om eens wat aan watermanagement te doen. Tekst Jinke Hesterman © Levende Have/ Foto’s Jan Smit © Dierenbeeldbank.nl Als er grote plassen water in het weiland staan, dan zijn er vaak meer oorzaken aan te wijzen dan alleen hevige regenval: de afwatering is niet in orde; de bodem is verdicht; bomen en bosjes zijn verdwenen; er wordt te intensief beweid; het grondwater staat erg hoog; delen van het weiland liggen op sloothoogte. De ene oorzaak is wat beter aan te pakken dan de andere. Zo is de grondwaterstand door een individu amper te beïnvloeden. Je kunt het proberen bij je gemeente. Die moet ervoor zorgen dat wegen en openbaar groen niet onder water komen te staan. Ook het waterschap heeft invloed op de grondwaterstand. Het zorgt ervoor dat het waterpeil in het oppervlaktewater op de juiste hoogte blijft. Daarmee zorgt het waterschap indirect ook voor een goede grondwaterstand. Hoge grondwaterstanden veroorzaakt door tijdelijke hoogwaterstanden van rivieren zijn echter zeer moeilijk te beïnvloeden. Dit komt doordat de waterstand in de rivieren sterk afhankelijk is van het weer. De open waterberging is de afgelopen vijftig, zestig jaar aanzienlijk afgenomen. Midden vorig eeuw lagen er in Nederland veel meer sloten dan tegenwoordig en doorgaans waren ze beter onderhouden dan nu. Veel kavelsloten worden hooguit aan het eind van de zomer / herfst opgeschoond en dat is dan ook nog alleen als de boer zich bewust is van de noodzaak. De waterschappen hebben alleen verantwoording voor hun eigen watergangen. Hoe groter de percelen en hoe meer gedempte sloten, hoe kleiner de waterberging met alle nadelige gevolgen van dien.

description

In de wei kan een hoosbui maar ook aanhoudende regenval voor veel problemen zorgen. Volgens de weermannen moeten we ons voorbereiden op extremen: tijd om eens wat aan watermanagement te doen.

Transcript of Watermanagement in de wei

Page 1: Watermanagement in de wei

In de wei kan een hoosbui maar ook aanhoudende regenval voor veel problemen zorgen. Volgens de weermannen moeten we ons voorbereiden op extremen: tijd om eens wat aan watermanagement te doen. Tekst Jinke Hesterman © Levende Have/ Foto’s Jan Smit © Dierenbeeldbank.nl Als er grote plassen water in het weiland staan, dan zijn er vaak meer oorzaken aan te wijzen dan alleen hevige regenval:

de afwatering is niet in orde; de bodem is verdicht; bomen en bosjes zijn verdwenen; er wordt te intensief beweid; het grondwater staat erg hoog; delen van het weiland liggen op sloothoogte.

De ene oorzaak is wat beter aan te pakken dan de andere. Zo is de grondwaterstand door een individu amper te beïnvloeden. Je kunt het proberen bij je gemeente. Die moet ervoor zorgen dat wegen en openbaar groen niet onder water komen te staan. Ook het waterschap heeft invloed op de grondwaterstand. Het zorgt ervoor dat het waterpeil in het oppervlaktewater op de juiste hoogte blijft. Daarmee zorgt het waterschap indirect ook voor

een goede grondwaterstand. Hoge grondwaterstanden veroorzaakt door tijdelijke hoogwaterstanden van rivieren zijn echter zeer moeilijk te beïnvloeden. Dit komt doordat de waterstand in de rivieren sterk afhankelijk is van het weer. De open waterberging is de afgelopen vijftig, zestig jaar aanzienlijk afgenomen. Midden vorig eeuw lagen er in Nederland veel meer sloten dan tegenwoordig en doorgaans waren ze beter onderhouden dan nu. Veel kavelsloten worden hooguit aan het eind van de zomer / herfst opgeschoond en dat is dan ook nog alleen als de boer zich bewust is van de noodzaak. De waterschappen hebben alleen verantwoording voor hun eigen watergangen. Hoe groter de percelen en hoe meer gedempte sloten, hoe kleiner de waterberging met alle nadelige gevolgen van dien.

Page 2: Watermanagement in de wei

Daar komt bij dat in het landschap de afgelopen decennia stelselmatig bomen en bosjes zijn gerooid. Deze natuurlijke ‘’opzuigers’’ van water zijn gesneuveld door schaalvergroting en intensivering van de landbouw. Een perceel met bosjes levert minder subsidie op. Maar daardoor hebben laaggelegen gronden te midden van kaalgeslagen weilanden en akkers het wel erg moeilijk in tijden van hevige regenval. Behalve de ligging van de grond en de aanwezigheid van bomen, is ook de opbouw en de doorlatendheid van de grond een factor die van invloed is op de hoogte van de grondwaterstand. Beter doorlatende grond betekent dat hemelwater sneller de grond in kan zakken Bij slecht doorlatende gronden zal het langer duren voordat het water wordt afgevoerd, waardoor er sprake kan zijn van een structureel hogere grondwaterstand in vergelijking met gebieden met goed doorlatende bodem. De waterdoorlatendheid van een bodem bepaalt in belangrijke mate ook hoe efficiënt bijvoorbeeld een infiltratieriool of drainagesysteem functioneert. Als een slecht doorlatende laag zich boven de eigenlijke grondwaterstand bevindt, kan zich op deze "storende" laag een schijngrondwaterstand vormen. Het gevolg van een storende laag is wateroverlast en/of droogte. Door het regenwater dat niet snel genoeg door de storende laag heen kan dringen zullen planten- en boomwortels langdurig in het water staan en wegrotten. Kleimineralen Een optimale structuur van de bodem is van essentieel belang voor het functioneren van de processen in de bodem. Een goede lucht-waterhuishouding zorgt ervoor dat een bodem bij droogte water langer kan vasthouden en bij nat weer het overtollige regenwater kan afvoeren, zodat er geen plassen ontstaan. Tevens warmt zo`n bodem snel op en koelt relatief langzaam af. Kleimineralen (gezien bij www.bio-ron.com) zorgen voor een goede lucht- en waterhuishouding. De bodem zal bij droogte water langer vasthouden en bij nat weer het overtollige regenwater beter afvoeren. Zo kunnen er geen plassen ontstaan in de weides. Water en voedingsstoffen worden beter gebonden en spoorelementen worden in een evenwichtige

dosering afgegeven aan de grond. Is de bodem verdicht door intensief gebruik en belasting met tractoren, dan zit er vaak niets anders op dan de ploeg erin te zetten. Ploegen heeft als voordeel dat niet gekiemde onkruidzaden die zich nog in de oude zode bevinden, bedolven worden. Verder geeft ploegen de mogelijkheid om de weide, waar nodig, te egaliseren. Bovendien zal men door ploegen de wormeieren die meestal massaal aanwezig zijn op de mestplaatsen, voldoende diep onder de grond brengen zodat ze zich niet meer kunnen ontwikkelen. Opnieuw inzaaien Opnieuw inzaaien is ook een optie. Het zaaibed zelf dient zo effen mogelijk te zijn. Op een vlak perceel zullen tijdens de ontwikkeling van de zode minder snel plassen ontstaan, maar ook bij de latere bewerkingen als maaien en schudden is een vlakke bodem voordelig. Diepe sporen dienen daarom vermeden te worden en het gebruik van dubbele banden of lage drukbanden is aangewezen bij de grondbewerkingen. Een fijn en vast zaaibed met een losse toplaag (2 cm) is ideaal om een goede kieming van het graszaad te bewerkstelligen. Om het in de bouwvoor aanwezige vocht zo goed mogelijk te benutten is het van belang de grondbewerking en het inzaaien zo vlug mogelijk op elkaar te laten volgen. Ook bij het zaaien is het noodzakelijk de trekker van dubbele banden te voorzien. Bij het zaaien zelf zal men streven naar een goede verdeling van het zaad over het perceel teneinde een (advertentie)

Beluit houders van dieren: het is verboden een dier te weiden op niet beweidbaar land of,

anders dan voor korte duur, te weiden op slecht beweidbaar land

Page 3: Watermanagement in de wei

regelmatige opkomst te krijgen. Zaaien met een zaaimachine is het meest aan te bevelen. Rijenzaai geeft een snellere en meer regelmatige opkomst dan breedwerpig zaaien. Hierdoor zal het gras eerder de groei van onkruid onderdrukken. Ligging van een weiland Is een verstopte afwatering ten gevolge van een dichtgegroeide sloot eenvoudig te verhelpen, de ligging van een weiland is veelal niet te veranderen. Wel kunnen extra sloten, greppels of een poel worden gegraven om het water van een laag gelegen gedeelte af te voeren. De afgegraven grond kan worden gebruikt om delen van het weiland wat op te hogen, zodanig dat het water richting greppels stroomt. Is het laaggelegen gedeelte een oude kuil in het landschap, dan kunnen zijn er twee ingrepen mogelijk: verder afgraven en het gedeelte gebruiken voor waterberging, of ophogen. Het eerste kost geld, het laatste nog meer. Minder dieren Misschien dat intensieve beweiding nog het eenvoudigste is op te lossen: gewoon minder dieren houden. Wie gewend is zijn schapen, geiten of paarden geregeld in een andere wei te zetten, kan daar in het najaar gerust mee doorgaan. In dit seizoen is het ‘’weidewisselen’’ niet van belang om het risico op worminfecties te verlagen, maar om schade aan het grasland te verminderen. De combinatie van veel regen en geringe groei van het gras is bij een te intensief gebruik slecht voor het weiland. Daarom is het goed de dieren geregeld te verhuizen. Dat geeft ook ruimte om gedeelten door te zaaien, te bekalken of om andere problemen in de wei aan te pakken, zoals het verharden van stukken waar de dieren veelvuldig staan (rond de drinkbak). Schuilstal De nieuwe Wet Dieren verplicht houders hun dieren alleen op goed beweidbaar land te houden en ze bovendien de nodige beschutting te geven. Artikel 1.6 van het Besluit houders van dieren luidt: ‘’Een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen

slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren.’’’ Dit wetsartikel plaatst menige houder van schapen, runderen en paarden voor problemen. Waar geiten doorgaans dicht bij huis worden gehouden, in de buurt van hun stal, zodat ze bij het minste geringste spatje regen naar binnen kunnen, lopen schapen en runderen, maar ook nogal wat paarden zomer en winter buiten. Hobbymatige en kleinschalige houders kiezen vaak voor rassen die daar goed tegen kunnen. Maar verslechterende weersomstandigheden maken het steeds meer noodzakelijk dat de dieren beschikken over een schuilstal in de wei. Dierhouders gevangen tussen twee overheden Veel gemeenten doen echter nog steeds moeilijk. Nog lang niet alle lokale overheden hebben een voorbeeld genomen aan Wijchen en Bergen, waar een speciaal schuilstallenbeleid hobbydierhouders de mogelijkheid biedt onder bepaalde voorwaarden het wetsartikel in praktijk te brengen. Maar in teveel gemeenten zitten dierhouders gevangen tussen twee overheden: de een stelt een schuilgelegenheid verplicht, de andere geeft daar geen toestemming voor, vaak met als reden: als je je dieren niet naar een stal kunt brengen bij slechte weersomstandigheden, dan moet je maar geen dieren houden. In 2009 maakte Levende Have een brochure over schuilstallen in het buitengebied en de mogelijkheden om gemeenten zover te krijgen dat ze de voorbeelden van Wijchen en Bergen gaan volgen (zie link hieronder). In 2013 was de opstelling van de gemeente Franekeradeel aanleiding voor het artikel ‘’Schuilstallen komen er niet vanzelf’’ (zie link hieronder). Het zou mooi zijn als de rijksoverheid gemeenten wat meer zou aansturen op dit punt. http://www.levendehave.nl/kennisbank/algemeen/schuilstallen-het-buitengebied http://www.levendehave.nl/kennisbank/algemeen/ruimte-voor-schuilstallen-het-buitengebied

Tip: Opnieuw inzaaien kan beter in het vroege najaar gebeuren. Wie in het voorjaar wil inzaaien kan een hulpgewas gebruiken, zoals gerst. In het najaar is een mengsel van gras met kool- of raapzaad mogelijk. Ongeveer tien weken na het zaaien kunnen de schapen zich tegoed doen aan dit gewas en het voorkomt bovendien bodemerosie. Tip: Plant een boom. Sommige soorten nemen veel water op. Zo zijn zwarte elzen, wilgen en populieren waterminnende bomen. Het grote voordeel van bomen is dat ze in de zomer ook nog schaduw geven.

Page 4: Watermanagement in de wei