Water op de kaart gezet

156

description

'Water op de kaart gezet - Terugblik op net geen 10 jaar Dictoraat-Generaal Water' blikt terug op bijna tien jaar DGW. Een serieuze evaluatie - beleidsmatig en organisatorisch - met ook ruimte voor anekdotes en veel foto's. Uitgave: Dictoraat - Generaal Water; tekst en vromgeving: BCP | de Lynx

Transcript of Water op de kaart gezet

Page 1: Water op de kaart gezet

Laut de Borst, Paul Berends, Sybrand Landman, H. Bollema, Bart Parmet, Jaap Verhulst,

Anita Wouters, Roel Zijlmans, Paul Saager, Henk Sterk, Evert Jagtman, Bert Keijts, Els

de Wit, H. Jonker, Jac Remmen, Cock Blijleven, Pieter Brolsma, Gert-Jan de Maagd, Trudy

Wanders, Sjoerd Hoornstra, Els Groskamp, Hans ’t Hoen, Robinia Heerkens, Harm Oterdoom,

Fatma Aytekin, Jos Hellings, Aline Arends, Jelke Bosma, Hermien Busschbach, Boris Crijnen,

K.H. Kraus-Tjan, Mark Dierikx, Ben van de Wetering, Henrice Wittenhorst, Gerard Langerak, Ineke

Bakker-van Leeuwen, Albert van der Beesen, Carel de Villeneuve, M.T.B. Desmense, Ruud van der

Klooster, Jacques Vroon, Marieke van Nood, Ine Minis, Joop Montree, Henk Kohsiek, Bart de Jong,

L. Kramer, Y. Oppenheimer, W.H. Konings-Vosselman, Koos Wieriks, Paula van Teylingen-Roest, Loes

de Jong, Saskia Ras, Rasida Talhi-Boukayouh, Margreet Hobbelen, Laura van Breen, Jona Maitland, Dick

Hoftijzer, Miranda de Bruyn, Jeroen Kaspers, Jan Jurgen Huizing, Adrie Huissoon, Adriënne van der Sar, Bart

Thorborg, Donate den Hertog-de Groen, Nicole Kalsbeek, Gert van Driel, Eric Boessenkool, Sylvia Schikhof,

F. Schimmel, Dick Verploegh, Myra Kremer, Jurjen Keuning, Pieter Kroes, Bart de Mooij, Cees van Laarhoven, Leo

van Asperen, Isabel Dane, M.C. van Woerkom, Janec van der Lans, Ada Kruijskamp, Ron Hofman, Patricia Grollé,

Carlein Maka, Henrike Branderhorst, Geeta Bhikharie, T. Koppert, E.B.T.M. Janssen, Nelly La Brijn-Audier, Anne Ubbels,

Marijke Bos, D. van Gerven, Grada van Asselt, Nelleke Venema, Marijke Dirkson, Peter Gerbrands, Charles Aangenendt, Wino

Aarnink, Lodewijk Abspoel, Ummara Ali, Bianca Antonisse, Egon Ariëns, Monique Baak, Manja Baar, Hans Balfoort, Eric van Beek,

Monique Berendsen, Anneke van den Berg, Marije van den Berg, William van Berkel, Pieter den Besten, Bianca van der Helm, Indra

Bishesar, René Bol, Emmy Bolsius, Tineke van Bommel-Reehoorn, Jos Boomaerts, Monique Bor, Ans van den Bosch, Richard Braakenburg van

Backum, Bram Bregman, Joris Broers, Wim de Buck, Geert Buijs, Bert Bulsink, Joost Buntsma, Jan Busstra, Magda Caffé, Mario Cerutti, Henna

Chan, Olga Clevering, Izabel Costa-Klinkers, Jos van Dalen, Bob Dekker, Brigitte Dessing-Peerbooms, Johan-Willem van Dijk, Marlou van Dijk,

Luit-Jan Dijkhuis, Gerrit Dubbeld, Annelieke Duker, Marco Erkens, Karen van Essen, Corinne van Everdinck, Roel Feringa, Louis Fick, Rob Geels,

Willem-Jan Goossen, Laura Graafland, Martijn van der Groep, Anne-Geer de Groot, Frank Hallie, Corrie van ’t Hart, Edward Haverkamp,

Marieke Hazelhoff, Irma van Helden, Michelle Hendriks, Floris Hoek, Ineke van der Vooren, Sjoerd Jansen, Douwe Jonkers, Irma Kemp, Yasin

Keskin, Karin Ketting, Loek Knijff, Peter Knoop, Erik van Kol, Bart Kornman, Tamis Kwikkers, Lennart Langbroek, Michiel de Lijster, Marcel

Lohuis, Lucia Luijten, John Maaskant, Gaytrie Mahabier, Willem Mak, Judith Marinissen, Myrna Meester, Amber Mekkes, Henk Merkus, Senta

Modder, Sandra Mol, Diederik van der Molen, Bert Naarding, Marinka van Nielen-Kiezebrink, Anouk te Nijenhuis, Rinus Nol, Regina Oosting,

Sietze van Oosten, Stephanie Paardekooper, Jip Peijpe, Renske Peters, Irma Philips, Erik Pool, Kees Poot, Koos Poot, Marijke Pors, Renske

Postma, Katja Portegies-Boot, Sylvia van Prooijen, Ellen Raadschelders, Peter Regoort, Daniëlle Remmerswaal-Van Os, Loes Rijgersberg,

Hans Leeflang, Marc de Rooy, Linda-Rose Santhagens, Maarten Scheffers, Robert-Jan Schoonenboom, Marlies Schooten, Rinus Schroevers,

Rogier Schulte Nordholt, Beata Sikorska, Robert Smaak, Jacqueline Smit, Rob Smit, Roy Smits, René Spitter, Lilianne van Sprundel, Ruud

Stam, Sofie Stolwijk, Rachida Talhi, Ruud Teunissen, Jos Timmerman, Wim van Urk, Pieter Vermeer, Niels Vlaanderen, Tina de Vries, Wim de

Vries, Marije Walenkamp, Marianne Walgreen, Noraly Wieldraaijer, Marja Wijnties, Felix Wolf, Ruben Zeegers, Wilbert van Zeventer, Peter van

Zundert, Huub van Zwam, Tineke van der Zwan, Carien van Zwol, Rob Bloemhard, LaiYie Chong, Herman Havekes, Walja Karten, Karin Kooij,

Evert van der Meide, Annemieke Nijhof, Ruurd Reitsma, Marius Schwartz, Martje Storm, Josefien van de Ven, Ale van der Hoek, Herman Dijk,

Karel Mounier, Joost de Ruig, P.K. Omvlee, Isabel van de Geer, Rutger Smit, Marion Smit, Sjoerd van Dijk, Ingrid Stassen, Bart Korf, Alwin

Nijhuis, Freek de Vries, Willem Schreurs, C.M. Zwetsloot, W. Fluks, Eric Boessenkool, Jeannette van Arum, Lilian van den Aarsen, Chris Kuijpers

Page 2: Water op de kaart gezet
Page 3: Water op de kaart gezet
Page 4: Water op de kaart gezet
Page 5: Water op de kaart gezet
Page 6: Water op de kaart gezet
Page 7: Water op de kaart gezet

VO O RWO O R D

Net geen 10 jaar…

Op 1 februari 2012 zou het Directoraat-Generaal Water 10 jaar bestaan.

Naar onze traditie een goed feestje waard! Maar nee, de werkelijkheid bleek

anders: per 1 januari 2012 is Water samengesmolten met Ruimte tot het

nieuwe Directoraat-Generaal Ruimte en Water.

Tradities worden echter niet zomaar opzij gezet. Al gauw ontstond het ini-

tiatief om feestelijk bij dit gegeven van ‘Net geen 10 jaar’ stil te staan. Als

afscheid van ’een hoog dynamische tent, met een hoge productie’, zoals

sommigen DGW wel hebben getypeerd.

Een afscheid vraagt ook om een terugblik op de ontwikkelingen die we

samen hebben doorgemaakt. In de vorm van een blijvend document. Een

serieuze evaluatie, met een tijdlijn waarin de belangrijke gebeurtenissen

Page 8: Water op de kaart gezet

worden gemarkeerd. Zowel beleidsmatig als organisatorisch. Met verhalen

hoe het zo gekomen is, maar ook met ruimte voor anekdotes die iets weer-

geven over de sfeer. En niet te vergeten: foto’s, heel veel foto’s, want de

mensen die DGW hebben gemaakt willen zich natuurlijk kunnen terugzien

in dit boek!

Zo gezegd, zo gedaan. De samenstellers van dit boek hebben op ons verzoek

een kleine groep DGW’ers en oud-collega’s gesproken en uit hun herinnerin-

gen een prachtig overzichtsverhaal gedestilleerd, onderstreept door feiten.

Gezocht is naar stijlelementen die ook in de vormgeving onze identiteit kun-

nen typeren.

Het vierkant dringt zich vanzelf op: de veelbesproken matrix, de legenda-

rische ‘blokkendoos’, de zestien vakjes van het ‘MBTI-en’, en de stapels

verhuisdozen die we in tien jaar tijd driemaal hebben gevuld.

Page 9: Water op de kaart gezet

De geordende, soms chaotische ontwikkeling is van kaft tot kaft herkenbaar

in de ‘dialoog’ tussen strakke lijnen in de typografie en de elementen die

zich daaraan onttrekken, zoals de flip-overkrabbels als sporen van ons denk-

werk en onze wijze van communiceren.

De ‘mensen van water’ hebben Water op de kaart gezet. Het bleek een goede

stap naar de versterking van de samenhang tussen ruimtelijke ontwikkeling

en het waterbeleid. Na net geen 10 jaar gaan we daar als DGRW mee verder.

De herinneringen aan onze tijd als DGW neemt niemand ons meer af.

Wino Aarnink, Anne-Geer de Groot, Frank Hallie,

Gert-Jan de Maagd, Senta Modder en Kees Poot

Page 10: Water op de kaart gezet

1. WATERBELEID ROND 2000 9

…waarom er een apart Directoraat-Generaal Water moest komen

2. HET GING OM COMPETENTIES 17

…waarom de technisch special ist plaats moest maken voor de beleidsmaker

3. LUSTEN EN LASTEN VAN EEN NIEUWE ARCHITECTUUR 25

…hoe de pioniers terechtkwamen in het doolhof van de matrix

4. EEN STROOM VAN WATERBELEID 35

…onze ambities, processen en producten

I N H O U D

Page 11: Water op de kaart gezet

5. DE KUNST VAN HET AGENDEREN 83

. . .hoe DGW in de waterwereld zijn positie innam en water steviger agendeerde

6. EEN BIJZONDERE ORGANISATIE 91

…waar de typering ‘open’ het hoogst scoorde

7. WAT BLIJFT 123

…op het grensvlak tussen twee ti jdperken

8. TIEN JAAR DGW IN KORT BESTEK 129

Page 12: Water op de kaart gezet

8

Page 13: Water op de kaart gezet

9

1. WATERBELEID ROND 2000

Page 14: Water op de kaart gezet

10

Page 15: Water op de kaart gezet

11

Het beleidsdirectoraat Water is vlak na de eeuwwissel ing opgericht.

In de jaren die eraan vooraf gingen, waren ‘zekerheid’, ‘garantie’

en ‘vanzelfsprekendheid’ wankele begrippen geworden in de rela-

t ie tussen overheid en burger, ook op het gebied van waterbeheer.

Geleidel i jk aan – met als markeringspunt de ‘s lag om de afsluit ing

van de Oosterschelde’ – was de burger mee gaan ki jken op de

tekentafel van de technisch georiënteerde Waterstaat.

...WAAROM ER EEN APART DIREcTORAAT-GENERAAL WATER MOEST KOMEN

Page 16: Water op de kaart gezet

12

De ecologie van ons watersysteem was een issue geworden. De chemische waterkwali-teit was al eerder een aandachtspunt, re-sulterend in het integraal waterbeheer. Na de introductie van de link tussen kwaliteit en kwantiteit in de derde Nota waterhuis-houding, kwamen daar gedurende tien tot vijftien jaar meer maatschappelijke functies bij. De ruimtelijke component van water drong zich op in de beleidsmatige reacties op de bijna-overstromingen in de jaren ’93 en ’95. Toevallig (?) liep in die periode het planproces voor de vierde Nota waterhuis-houding, aangejaagd door een discussieno-ta met de titel ‘Ruimte voor Water’. In no-vember 1998 stond toenmalig premier Wim Kok in lieslaarzen in het door wateroverlast geplaagde Tollebeek en liet geïrriteerd via een NOS-camera in alle huiskamers weten dat ‘we ons toch ernstig moesten afvragen of we ons waterbeheer wel op orde had-den’. Dat deed pijn bij de rijksdiensten en waterschappen die inmiddels hard werkten aan de uitvoering van het Deltaplan grote rivieren. En ook werd de laatste hand ge-legd aan de vierde Nota waterhuishouding, waarin nieuwe inzichten in effecten van de klimaatverandering, rivierafvoer en bodem-daling waren verwerkt. Kennelijk speelden die voorbereidingen op een nattere toe-komst zich nog te veel achter de schermen af. Als antwoord op publieke onzekerheid of ongenoegen paste een meer manifest signaal. Kort daarna volgde de instelling van

‘De commissie adviseert over de wenselijke

aanpassing in de waterhuishoudkundige

inrichting van ons land, met aandacht voor

de gevolgen van klimaatverandering, zee-

spiegelstijging en bodemdaling.’

Opdracht uit de instellingsbeschikking van

de commissie Waterbeheer 21e eeuw

Page 17: Water op de kaart gezet

13

de adviescommissie Waterbeheer 21e eeuw (WB21), onder leiding van Frans Tielrooij.

WATERBEHEER KRUIPT HET LAND OPHet advies van de commissie WB21 pleitte anderhalf jaar later onder meer met klem voor ‘water vasthouden’ en ‘méér ruimte om water te bergen’. Twee adviezen die waterbeheerders het land op stuurden. Achter hun oe-vers, dijken en kaden moest het een en ander opnieuw worden ingericht. Voor waterberging was zo’n 400.000 ha ex-tra ruimte nodig, becijferde WB21. Wa-terbeheer was niet meer van waterbe-heerders alleen. Om die reden pleitte WB21 ook voor een Nationaal Bestuurs- akkoord Water; een breder governance kader rond de niet geringe opgaven die waterbeheerders te wachten stond.

In het kort daarna verschenen kabinets- standpunt ‘Anders omgaan met Water’ (2000) kwam het nieuwe denken over de ruimtelijke component van het water- beheer sterk naar voren.

Het waterbeheer vermaatschappelijkte. In het bedrijfsleven sloten ondernemingen die zich tot dusver sterk op de overheid had-den gericht zich aaneen onder de koepel van het Netherlands Water Partnership tot een krachtige, internationaal georiënteer-de watersector. Een sector die wilde mee-denken en kansen zag in innovatie.

Publiekscommunicatie over hoogwater- veiligheid, maar ook over de baten en kan-sen van water, werd een serieus te nemen aandachtspunt. Belangrijke beslissingen over de inrichting en het gebruik van het hoofdwatersysteem en de regionale wa-teren waren niet meer mogelijk zonder voldoende draagvlak van de belangrijkste stakeholders. Maar draagvlak is een lastig ding, vooral als het om veiligheid gaat. Mensen bewust maken van de noodzaak van ingrijpende maatregelen is moeilijk te verenigen met de boodschap dat er geen acuut gevaar dreigt. En tot dat laatste is een overheid altijd geneigd.

WATER WORDT POLITIEKERHet zal in de eerste jaren van de 21e eeuw zijn geweest dat in overheidspublicaties voor het eerst zwart op wit kwam te staan dat veiligheid voor overstroming niet in alle gevallen is te garanderen. Een signaal dat werd onderschreven door de eerste onder- zoeksuitkomsten van veiligheidsberekenin-gen voor het land achter de dijken.

Zo gingen we de eerste jaren van de 21e eeuw in: met een wateropgave voor de kor-te én lange termijn die op alle bestuurlijke niveaus samenwerking vereiste met andere beleidsvelden, waaronder vooral de ruimte-lijke ordening. ‘Water was politieker gewor-den’, zegt Joost Buntsma. ‘Er zaten in het rivierengebied maatregelen aan te komen

Page 18: Water op de kaart gezet

14

die diep zouden ingrijpen in de lokale en regionale ruimtelijke inrichting. De idee van noodoverloopgebieden had tot veel com-motie geleid. Meer dan voorheen werd de noodzaak gevoeld van samenhang tussen het hoofdsysteem en de regionale systemen. Maar bestuurlijk was die samenhang er nog allerminst. De vorming van een Nationaal Bestuurlijk Overleg Water was een hot issue.‘ Drie samenhangende ontwikkelingen speel-den hierbij een rol. Allereerst was het nood-zaak om vanuit het waterbeheer afwegingen te maken in het ruimtelijke domein. Daar kwam bij dat de positie van dijkgraaf meer en meer werd bekleed door mensen met grote bestuurlijke ervaring, zoals oud- bestuurders en -gedeputeerden. En dan kwam er ook nog een staatssecretaris voor water. Monique de Vries was de eerste. Op Europees niveau werd intussen gewerkt aan de Kaderrichtlijn Water, waarvan de nationale implementatie alle bestuurs- niveaus zou raken. Als je het in dit perspectief bekijkt, dan is het toch niet zo gek dat de intensiteit van het bestuurlijk overleg in de loop van de jaren toenam.’

Op de toenmalige Hoofddirectie van de Wa-terstaat, die dit allemaal zou moeten aan-sturen, lag een grote druk. De structuur van de beleidsvorming zou een enorme transitie moeten doormaken. De twijfel groeide of de Waterstaat zelf zijn eigen transitieproces zou kunnen organiseren.

Page 19: Water op de kaart gezet

15

ONTVLECHTING EEN FEITDeze achtergrond vormde een voedings-bodem voor het politieke besluit om op rijksniveau ook de verantwoordelijkheid voor het waterbeheer onder te brengen in aparte organisaties voor beleid, uitvoering en toezicht. Bij de droge tak van Rijkswa-terstaat was die knip al eerder gemaakt. Een trend die nog eens werd versterkt door de nasleep van de Bijlmerramp in 1992 en de vuurwerkramp in Enschede in 2000. ‘De slager hoort niet zelf zijn vlees te keu-ren’, werd een veelgehoorde metafoor. Op 6 juli 2001 besloot het kabinet om Rijks- waterstaat op te splitsen in het beleids- directoraat-generaal Water, en het uitvoe-rend agentschap Rijkswaterstaat, terwijl het toezicht op de uitvoering werd onder-gebracht bij de Inspectie Verkeer en Water-staat.

Page 20: Water op de kaart gezet

16

Page 21: Water op de kaart gezet

17

2.HET GING OM cOMPETENTIES

Page 22: Water op de kaart gezet

xx

2002

18

Page 23: Water op de kaart gezet

xx

2002

19

Page 24: Water op de kaart gezet

20

2002

Page 25: Water op de kaart gezet

21

20021 februari: officiële start DG Water, 4 afdelingen, 99 fte

Als nieuwe tak aan de stam van de beleids-kern van het departement van Verkeer en Waterstaat ging DGW feitelijk van start op 1 februari 2002. In de achttien maanden van voorbereiding was door de kwartiermakers een stevige basis gelegd, met als eerste hou-vast het beleidsvoornemen: De mensen van water. Dat document oogt tien jaar na dato als een notariële akte waarin de taken, rollen,

verantwoordelijkheden, organisatie, werkwij-zen en functionele relaties van DGW minu-tieus zijn beschreven. Tussen de regels door werd duidelijk dat ‘de mensen van water’ niet meer noodzakelijkerwijs dezelfde mensen zouden zijn als die tot dan toe over water gin-gen. Er stond wat te veranderen: een andere vorm van beleid maken en een andere rol van de beleidsmaker.

Het besluit tot de oprichting van DG Water (DGW) was de start

van de feitel i jke ontvlechting van de functies beleid, uitvoering

en toezicht, die tot dan toe al le dr ie binnen Ri jkswaterstaat on-

dergebracht waren geweest. DGW kreeg als missie mee: ‘Neder-

land duurzaam beschermen tegen water en het versterken van de

gezonde ( internationale) stroomgebieden, waarmee een duurzaam

gebruik van water en de natte infrastructuur bl i j f t gegarandeerd.’

...WAAROM DE TEcHNIScH SPEcI-ALIST PLAATS MOEST MAKEN VOOR DE BELEIDSMAKER

Page 26: Water op de kaart gezet

22

2002

Eerste ondernemingsraad gekozen

Kwartiermaker Bert Keijts vat het kernachtig samen: ‘Waterbeleid was altijd een aparte tak van sport geweest. Het was een echt in-genieursdomein dat grotendeels buiten het blikveld lag van de bevolking. Maar de grote opgaven waarmee we rond de eeuwwisse-ling te maken hadden, vroegen om meer dan een technisch perfecte oplossing voor een paar problemen. We moesten vele jaren voor-uit gaan denken en plannen. Daar hoorden solide onderbouwde budgetten bij, maar ook draagvlak én een goede relatie met bestuurlij-ke partners bij andere departementen en bij de provincies en de waterschappen. We zouden met die kleine club van zo’n honderd mede- werkers die relaties moeten leggen en on-derhouden. We moesten naast de technische werkelijkheid van de ingenieur óók ruimte maken voor de maatschappelijke en politieke invloeden van buiten.’

JONGLEREN TUSSEN KENNIS EN BESTUURLIJKE SENSITIVITEIT Natuurlijk bleef het noodzakelijk om experts in huis te hebben die alles wisten over de inhoud van de diverse dossiers. Maar belang-rijker waren voortaan de communicatieve en organisatorische vaardigheden om processen in beweging te krijgen en gaande te houden. Er was een type medewerker nodig dat kon re-gisseren, anticiperen, plannen en organiseren. Een medewerker met oplossend vermogen, die ook nog innovatief was en omgevingsgericht.

Page 27: Water op de kaart gezet

23

20022002

‘Dat heeft zeker een selecterende invloed gehad bij de overstap van de sterk gespeciali-seerde medewerkers van Rijkswaterstaat naar DGW’, zegt Anita Wouters. ‘RWS was een technische club. Het nieuwe DG moest een politiek sensitieve club worden. Dat beteken-de dat aan medewerkers een inbreng werd gevraagd die gericht was op het politiek la-ten landen en niet op technische perfectie. Ik denk dat in die eerste jaren ook wel mensen met pijn zijn vertrokken. Mensen met grote expertise op één bepaald gebied, die nu van alle markten thuis moesten zijn en daardoor hun coördinaten verloren.’

DE LENIGHEID VAN EEN STRAATKATBeleidsmedewerkers bij DGW zaten dik-wijls als een wrijfhout geklemd tussen de feiten, cijfers en technische wetmatighe-den van de uitvoering van het waterbeheer enerzijds en de politieke waan van de dag anderzijds. ‘We moesten ruwweg in twee richtingen kunnen denken en werken’, zegt Luit-Jan Dijkhuis, ‘een kennisrichting en een politieke richting. En daartussen moest je soepel kunnen schakelen. Als je dat kon, was je bij DGW op je plek. Je mocht niet helemaal van slag raken als de werkelijk-heid ineens 180 graden draaide.’

Een beeld dat veel collega’s herkennen. Paul Berends typeerde het in zijn DGW-jaren ooit zo: ‘Je moet je hier kunnen bewegen met de lenigheid van een straatkat.’

Niet alleen voor beleidsmedewerkers, maar ook voor ondersteunende collega’s en de le-den van het management waren deze com-petenties een randvoorwaarde. De gehele or-ganisatie moest zijn ingericht op flexibiliteit en grote persoonlijke verantwoordelijkheid. Jos van Dalen weet nog goed hoe hij het tot stand komen van die DGW-cultuur heeft er-varen. ‘De directe aansturing door toezicht-houdende managers verdween. We mochten “vrij in het diepe zwemmen”. Je kreeg een enorme kans om je verder te ontwikkelen. Zo ontstond een club die sterk gericht was op beleid maken vanuit de dialoog, in plaats vanuit de macht van een positie in de hië-rarchie. Ik denk dat vooral dit element eraan heeft bijgedragen dat de mensen van DGW zo gemotiveerd waren.’

Anita Wouters: ‘Het beeld van die twee werelden in één klopt wel. In een manage-mentpositie zit je dicht bij de bewindspersoon. En als er grote programma’s en projecten aan de orde zijn, gaat het echt om heel veel geld. Dan moet die combinatie van technische des-kundigheid én procesvaardigheden én poli-tiek gevoel kloppen. Toen de PKB Ruimte voor de Rivier van start ging, had ik te weinig zicht op het technische verhaal erachter. Ik heb me toen door een paar deskundige medewerkers van Rijkswaterstaat college laten geven over de faalkansen van dijken.’

Eerste DG, Bert Keijts, introduceert de ‘Matrix’

Page 28: Water op de kaart gezet

24

Page 29: Water op de kaart gezet

25

3.LUSTEN EN LASTEN VAN EEN NIEUWE ARcHITEcTUUR

Page 30: Water op de kaart gezet

26

2002

Page 31: Water op de kaart gezet

27

2002

De nieuwe aanpak voor het ontwikkelen van waterbeleid had een

breder doel dan al leen het ontvlechten van de functies beleid, uit-

voering en toezicht. De vermaatschappel i jking van het waterbeheer

en de grote opgaven die rond de eeuwwissel ing speelden, vroegen

om een beleidsorganisatie die sterk op de samenleving was ge-

oriënteerd. Waterbeleidsmakers zouden meer van buiten naar bin-

nen moeten denken en werken. Zi j zouden een sterke innovatieve

intermediair moeten zi jn tussen bestuurl i jke en maatschappel i jke

spelers én de pol it iek verantwoordel i jke bewindspersoon. DGW zou

nieuw beleid ook goed moeten kunnen laten ‘ landen’. Het los-

makingsproces uit de bedri j fscultuur van Ri jkswaterstaat maakte

het mogel i jk hiervoor met ongebonden handen een nieuwe archi-

tectuur te ontwerpen.

...HOE DE PIONIERS TEREcHT- KWAMEN IN HET DOOLHOF VAN DE MATRIx

Start PKB Ruimte voor de Rivier

Page 32: Water op de kaart gezet

28

2002

HET MATRIxMODELDie nieuwe organisatiestructuur werd het matrixmodel: verticaal sterke kolommen voor de HR-aansturing, horizontaal de ver-schillende beleidsdossiers, met voor elk dossier een coördinator en enkele subdos-sierhouders. Het was een management-model waarin in ieder geval op papier de bedoelingen duidelijk tot uiting kwamen: optimale flexibiliteit en inzetbaarheid, en veel aandacht voor persoonlijke competen-ties. Zo was het in een half jaar tijd uitge-dacht door het zogenaamde ‘A-team’ onder leiding van de toenmalige directeur Water Herman Dijk. Hij had zich laten adviseren door Salem Samhoud, terwijl een ‘pre-OR’ van aspirant-DGW’ers het wordingsproces intensief begeleidde.

‘Dat matrixmodel had een praktische en een sterk inhoudelijke kant’, zegt Bert Keijts. ‘Puur praktisch was, dat we ons niet konden veroorloven om in een tijd van krimpende overheidsorganisaties en met rond de honderd fte’s ter beschik-king, voor een behoorlijk aantal dossiers een complete lijnorganisatie op te zetten. Maar inhoudelijk wilden we dat ook niet. In een lijnorganisatie raken de verhoudin-gen gestold. De nieuwe beleidsorganisa-tie zou moeten excelleren in flexibiliteit: mensen dáár inzetten waar ze nodig zijn en in ieder geval voorkomen dat medewer-kers weer allemaal een eigen territorium zouden krijgen. Wij dachten deze doelen

De baasDGW-vorming stond in het teken van zelfsturing, ‘de vissenkom’. Het vereiste dus enige moed van Bert Keijts om in het DT een keer te zeggen: “Weten jullie wel wie hier de baas is?” Vraag is nog steeds of dit van Bert zijn moed getuigde of dat hij terugviel in zijn eigenlijke rol.

Advies commissie-Noodoverloopgebieden

Page 33: Water op de kaart gezet

29

2002

te kunnen bereiken door de inhoudelijke aansturing los te maken van de personele aansturing. Zo konden we in – zeg maar – de verticale kolom volstaan met een klein managementteam voor HR, terwijl hori-zontaal de verschillende dossiers werden aangestuurd door dossierhouders, dus op projectleidersniveau. Het was een onge-wone figuur in Haagse kringen. Het was ook wennen voor wie al vele jaren gepokt en gemazeld was in een traditionele ge-zagsstructuur. Maar ik geloofde erin.’

Keijts heeft het werk echter niet kun-nen afmaken. Hij werd medio 2003 weg-geroepen om DG te worden van Rijkswa-terstaat.

ZOEKEN MET SMOELJos van Dalen typeert Bert Keijts als een sterke DG. ‘Hij gaf ons smoel. Dat kon je merken in politiek aansprekende resulta-ten. En toen we onder Balkenende I een taakstelling kregen en fte’s moesten inle-veren, sneed hij radicaal dié dingen eraf die er niet of minder toe deden, zoals het bouwgrondstoffendossier. Ook is al snel topprioriteit gegeven aan het dossier Vei-ligheid.’

Minder voortvarend vlotte het orga-niseren van de werkprocessen. De erva-ringen van medewerkers die de pioniers-jaren hebben meegemaakt, zijn op dit punt vrijwel gelijkluidend: het was een zoekproces. Frank Hallie: ‘Ja, we moesten

letterlijk ons plekje veroveren en daarvoor bestond geen receptenboekje. Met trial and error hebben we dat moeten ontdek-ken. Enerzijds kwam het gelegen dat alles veranderde, want zo konden we erin mee- groeien, maar tegelijkertijd gaf het een hoop onrust. De term “lerende organisa-tie” was op ons wel van toepassing.’

Luit-Jan Dijkhuis was binnen- gekomen vanuit de advieswereld: ‘Ik her-inner me het proces van DGW-vorming vooral als een eindeloze reeks “sessies met z’n allen”. Dat was voor mij een compleet nieuw fenomeen, gewend als ik was aan het werken in kleine teams met duidelijke tijdlimieten. Dit on-going pro-ces van stappen zetten, breed delen en weer verder koersen naar een volgende stap had tot doel een consistente orga-nisatie op te bouwen en daarvoor intern draagvlak te scheppen. Maar een club van honderd medewerkers in zo’n proces mee-nemen is toch lastig. Het leverde in ieder geval spanningen op bij de mensen die gewend waren dat zij op topniveau ergens over gingen.’

Margreet Hobbelen herinnert zich een merkwaardige discussie: ben je voor of tegen Keijts? En dat ging dan niet om de man zelf, maar om zijn niet-aflatende ijver om van DGW een politiek-sensitieve club te maken. ‘Hoe gaat het toe in de politieke wereld en het krachtenspel eromheen? Hoe

Taakstelling Balkenende I: uiteindelijk 9 fte inleveren

Page 34: Water op de kaart gezet

30

2002

geef je jezelf een rol in beleidsprocessen? Waarom is het belangrijk dat je weet wie met wie op de golfbaan staat? Wat Bert daarmee probeerde te bereiken, vond ik vreselijk goed. Ik heb er in ieder geval veel aan gehad. Maar sommige collega’s uit de technische hoek vonden het maar niks. Het ging immers niet over de inhoud. En van dat matrixmodel heb ik nooit enige belem-mering ondervonden. Ik stond aan de lat om een product af te leveren, dus zorgde ik ervoor dat het er kwam, onverschillig hoe het om me heen was georganiseerd. Zo waren er meer collega’s die gewoon hun weg zochten.’

EERSTE EVALUATIESTwee evaluaties later – Kijken over de dij-ken (2003) en Heerlijk, helder DG Water (2004) – was de tussenstand: voorzichtige tevredenheid bij DGW én de staatssecre-taris én de externe partijen over de eerste effecten van de ontkoppeling. Waterbeleid stond al wat steviger op de kaart en werd al duidelijker meer proactief dan reactief. Ook waren er al goede ervaringen met het inzetten van mensen waar ze nodig zijn. Maar er was ook onvrede: de innovatieve matrixstructuur deed niet wat hij moest doen. De vrijheid en flexibiliteit die hij gaf, was voor sommigen wellicht uitdagend en kansen biedend, maar voor anderen werk-te hij verwarrend. Anita Wouters: ‘Mensen vroegen zich af: waar ben ik van? Van vei-

Penguin FredDGW was een lerende organisatie en had zelfs een leesclub. De leden selecteerden boeken en andere lectuur waarvan ze vermoeden dat collega’s en de organisatie er iets aan zouden kunnen hebben. De naam Pinguïn Fred is ontleend aan één van die boeken, een parabel over ‘tekenen verstaan’ en die vertalen in een transitieproces.

Provincies krijgen uitstel vaststelling GGOR: van 2002 naar 2010

Page 35: Water op de kaart gezet

31

2002

ligheid of van unit x, Y of Z? Voor sommi-gen was dat misschien leuk, want het bood veel vrijheid, maar het gaf ook verwarring.’ Eenzelfde soort verzuchting klonk ook in de buitenwereld. ‘Je weet bij DGW vaak niet wie waarover gaat.’

Het grootste probleem was volgens de evaluatierapporten inderdaad de inhou-delijke aansturing van de verschillende dossiers. De daarvoor uitgestippelde work flow stond misschien wel logisch en hel-der op papier, maar wellicht te veel als theoretisch model dat niet paste op de weerbarstige praktijk. Er volgde een reeks aanbevelingen en goede voornemens die het matrixmodel zouden moeten verster-ken. Het werd daarmee misschien wel meer doel dan middel.

Wino Aarnink die rond de tijd van Heerlijk, helder DG Water vanuit LNV aan boord kwam, windt er geen doekjes om: ‘Ik trof chaos aan. Dat matrixmodel ont-nam de organisatie elk overzicht. DGW- intern riep het beeld op van een vissen-kom. Iedereen zwom maar wat rond en sprak overal over mee. Men was richting-loos.’

WEG MET DE MATRIxDe nieuwe DG, Mark Dierikx, die in mei 2004 aantrad, had soortgelijke ervaringen en begon onmiddellijk met het voorberei-den van een reorganisatie. ‘Ik zag een bak met projectleiders waarin iedereen een

zelfsturende professional zou moeten zijn en waar de leiding was gericht op het wel-zijn van de medewerkers, maar niet op het inhoudelijke werk. En doordat ik gewend was om via afdelingen in de lijn te sturen, sprak ik aanvankelijk de afdelingshoofden aan op hun inhoudelijke sturing. Maar die zeiden: “Daar gaan we niet over”. Waarop ik stomverbaasd vroeg: “Waar ga je dan wel over?” Nou, dat bleek de personeels-ontwikkeling te zijn. Toen heb ik eens laten analyseren hoeveel uren ze bezig waren met het “pamperen” van medewerkers… dat was onvoorstelbaar! Toen zijn we op advies van een extern bureau een ontwik-keltraject gaan uitzetten voor het sturen op visie. Daar kwamen zes programma’s uit die waren gericht op de inhoudelijke ont-wikkeling van het waterbeleid. Daarmee had ik weer een structuur te pakken die met programmaleiders was aan te sturen. Elk van de twee directeuren kreeg drie programma’s onder zich en daarmee was de sturing via de lijn toch weer hersteld. Dus weg met die matrix. In een beleids-fabriek heb je een sterkere lijnaansturing nodig naarmate de politieke aansturing complexer en onduidelijker is.’

DE SMAAK TE PAKKENDe herstelde inhoudelijke aansturing in de lijn bleek een geschikte organisatorische basis te vormen om de smaak van het effectief beleid maken te pakken te krijgen. Daar speelde

Uitgave eerste en tevens laatste nummer van intern orgaan ‘De Watergeus’

Page 36: Water op de kaart gezet

32

2003

in mee dat de jonge organisatie haar open karakter behield: korte lijnen, flexibele inzet van capaciteit, veel vrijheid en veel eigen ver-antwoordelijkheid. Jaap Verhulst: ‘Er was niet veel fantasie voor nodig om je als program-maleider of projectleider een ondernemer te voelen. En juist die grote eigen verantwoorde-lijkheid gaf een enorm incasseringsvermogen. Ondanks de vaak zeer hoge werkdruk had iedereen lol in zijn werk.’

Lucia Luijten denkt, terugkijkend, dat de overgang van het aanvankelijke zoeken naar een duidelijke visie op de goede richting óók sterk is beïnvloed door enkele grote dossiers, zoals Ruimte voor de Rivier en de implemen-tatie van de Kaderrichtlijn Water, én door de ontwikkelingen rond het Nationaal Bestuurs-akkoord Water. ‘Dat heeft ons flink geholpen de verhouding met de andere overheden te veranderen. En niet alleen met de waterschap-pen en Rijkswaterstaat, maar ook met de pro-vincies en gemeenten. Provincies en gemeen-ten zijn partner geworden.

Het communiceren met de regionale part-ners via RBO’s (regionaal bestuurlijke overleg-gen) was een strategische zet.’

Ondanks die stimuli vanuit de dossiers bleef het met regelmaat nodig om het principe ‘van buiten naar binnen’ op te frissen. Jos van Dalen herinnert zich hoe Mark Dierikx eens met de vuist op tafel sloeg. ‘Het wilde niet vlotten met het voornemen om te gaan praten met mensen die niet in je netwerk zaten. Het achterliggend idee was dat waterbeleid over

StrandfeestBert Keijts liet geen gelegenheid voorbijgaan om aan

teambuilding te doen. Toen het weer eens tijd werd

voor een feest (pardon: teambuildingbijeenkomst) op

het strand, lag er een uitgekiend programma. Eerst

sportieve activiteiten, daarna lekker eten en dansen toe.

Iedereen was er, behalve….Bert Keijts. Een dag later

stond op het geheel verlaten strand één beteuterde

man. Foutje in Bert zijn agenda. Hij heeft overigens wel

revanche genomen met een daverend afscheidsfeest op

het strand.

Ondertekening Nationaal Bestuursakkoord Water

Page 37: Water op de kaart gezet

33

2003

méér gaat dan de technische zaken die we, compleet met namen en adressen, uit ons ver-leden hadden meegenomen. Dierikx gaf ons dus opdracht om de boer op te gaan en con-tacten aan te knopen met maatschappelijke disciplines die we nog niet kenden. Er kwam weliswaar niet veel uit, maar op zich was het een goed idee.’

DE RELATIE MET RWSEn de relatie met Rijkswaterstaat? DGW als organisatie zou innig contact moeten hou-den met de uitvoeringsorganisatie. Al was het alleen maar om de criticasters ongelijk te geven die tegen de ontvlechting waren geweest uit vrees dat beleid en uitvoering van elkaar zouden vervreemden. Voormalige collega’s hielden in hun netwerken geruime tijd wel speciale lijntjes in stand. Gert-Jan de Maagd: ‘In het begin was het wennen. We konden elkaar niet loslaten. Er werden zelfs aparte overlegstructuren opgezet om de banden enigszins aan te houden. Uit die tijd stamt ook het BUI-overleg. Dat stond voor: afstemming van beleid, uitvoering en inspectie. Maar wie herinnert zich dat nog? Niet velen waarschijnlijk, want naar het scheen namen alleen de inspecteur-gene-raal en de directeur-generaal deel aan dat overleg.’

Jos van Dalen zag de kloof geleidelijk gro-ter worden. ‘We hebben daar aan beide kanten aan bijgedragen. Zo was er in het begin nogal wat discussie over wie waarover ging. Toch

hebben we elkaar niet de tent uitgevochten.’Volgens Frank Hallie was er soms wel een tendens waarneembaar van afzetten tegen de oude RWS-organisatie. ‘En intussen was ook Rijkswaterstaat geruime tijd op zoek naar een nieuwe identiteit. We zochten dus aan twee kanten bewust naar onderscheid, terwijl we elkaar nodig hadden. Daar is nogal wat energie in gaan zitten die niet altijd goed is besteed. De laatste jaren is de verhouding verzakelijkt.’

Eerste landelijke veiligheidstoetsing van primaire waterkeringen afgerond

Page 38: Water op de kaart gezet

34

Page 39: Water op de kaart gezet

35

4.EEN STROOM VAN WATERBELEID

Page 40: Water op de kaart gezet

36

2003

Mark Dier ikx noemt DGW achteraf nog steeds een beleidsfabriek.

En misschien typeert dat wel het duidel i jkst de gedrevenheid die

DGW-medewerkers zelf t ien jaar lang hebben gevoeld en bi j col-

lega’s hebben waargenomen. Beleid maken was de opdracht. Die

kwam rechtstreeks voort uit de missie van de organisatie. Alt i jd

was er het gevoel dat de polit iek verantwoordeli jke bewindspersoon

voldoende moest worden bediend. Een op volcontinudienst gel i j -

kende inzet was dikwij ls de enige manier om de honger naar beleid

te kunnen st i l len.

Page 41: Water op de kaart gezet

37

2003

De stroom van waterbeleid die binnen DGW op gang kwam, kreeg al snel een ander karakter. Minder reactief en meer sturend vanuit visie. ‘Er was vroeger een automatisme dat voor water geen mid-delen beschikbaar werden gesteld, totdat zich een bedreiging voordeed’, zegt Mark Dierikx. ‘Daar kun je geen kant mee uit wanneer je jezelf tot taak stelt om te an-ticiperen. Dat kwam sterk naar voren bij de voorbereiding van de PKB Ruimte voor de Rivier. Hoeveel geld gaan we uittrekken voor de versterking van het watersysteem? En op welke termijn moet wat? En wat heeft prioriteit? Op dat soort vragen kun je alleen antwoord geven als je een visie hebt op een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Die

...ONZE AMBITIES, PROcESSEN EN PRODUcTEN

visie hebben we onder de naam Waterkoers voor het hele Nederlandse watersysteem ontwikkeld. En binnen die visie de thema’s waar het om draait: water in relatie tot veiligheid, economie, ecologie, bestuurlijke instrumenten, regio en internationaal. Kort na het aantreden van staatssecretaris Hui-zinga konden we een bestuurlijke vertaal-slag maken naar de Watervisie, waarop An-nemieke Nijhof weer kon voortbouwen om uiteindelijk uit te komen bij de installatie van de Deltacommissie.’

Deze door Dierikx geschetste hoofdstroom in de beleidsontwikkeling heeft vele zijtak-ken, nevengeulen en splitsingspunten. We hebben er voor dit hoofdstuk tien geselec-teerd.

Start publiekscampagne Nederland leeft met Water

Page 42: Water op de kaart gezet

38

2003

Luit-Jan Dijkhuis valt hem bij: ‘Uit mijn adviestijd bij Arcadis heb ik geleerd hoe belangrijk het is dat bestuurders zijn aan-getakt. Daarom vond ik in het advies van Tielrooij ( WB21) de belangrijkste aanbeve-ling om tot een bestuursakkoord water te komen. Daar is de kiem gelegd voor een proces dat een enorme boost heeft gege-ven aan de samenwerking tussen gemeen-ten, waterschappen, en provincies.’

Het Nationaal Bestuursakkoord Water zag het licht in 2003. De voorgeschiedenis ervan gaat terug naar het rapport van de commissie WB21. Dat pleitte onder meer

NATIONAAL BESTUURSAKKOORD WATER (2003)

‘Het Bestuursakkoord Water was een

pareltje’, zegt Jos van Dalen. ‘We had-

den voor het eerst een product met de

handtekeningen eronder van alle over-

heden. Op zich heel logisch, want nie-

mand wil drenkelingen. Maar voor ons

was het tevens een goede ervaring met

de bindende kracht van water. Door

water op de kaart te zetten, maak je

dat bindend aspect manifest.’

Golfbelasting van de kust blijkt zwaarder dan tot voorheen gedacht

Page 43: Water op de kaart gezet

39

2003

voor een veel nauwere samenwerking en afstemming tussen de verschillende bestuurslagen in het waterbeheer. Het rijk kwam enkele maanden later met het kabinetsstandpunt ‘Anders omgaan met Water’ waarin dat advies was uitgewerkt. ‘Maar met een mooie tekst op papier heb je nog geen beleid dat concreet is uit te voeren door de mensen die het aangaat’, zegt Margreet Hobbelen. ‘Bij de directie water van Rijkswaterstaat hadden we geen ervaring met het procesmatig opzet-ten van samenwerkingsstructuren en daar waren ook geen aanzetten toe. Sterker, het werd mij wel eens verweten dat ik te weinig inhoudelijk en te veel procesmatig te werk ging. Pas toen het beleid een paar jaar later onder de vlag van DGW kwam, is het plan opgevat om van die bestuurlijke samenwerking een speerpunt te maken. Dat werd toen noodzaak. Hoe moet je anders beleid dat binnen een kleine club ontstaat verankeren?’

HET LIEP OP ROLLETJESRuim een jaar later was het Nationaal Be-stuursakkoord Water een feit. Er stonden handtekeningen onder van de Unie van Waterschappen, het IPO en de VNG. En alle drie de koepels hadden daarvoor eerst hun achterban geraadpleegd. DGW had de partijen bij elkaar gekregen in nauwe samenwerking met de staatssecretaris.

Margreet Hobbelen: ‘Het liep op rolletjes, vanaf het eerste moment, een gesprek tus-sen Monique de Vries en de voorzitter van de Unie van Waterschappen. Daarna nam ze het onderwerp mee in haar overleg met provincies en gemeenten. Wij gingen daar-naast intensief de boer op en kwamen zo in contact met veel gedreven mensen die dagwerk hebben aan het uitvoeren van beleid. En parallel daaraan werkte DGW een agenda uit met een paar hoofdlijnen waarin die trits van Tielrooij (vasthou-den, bergen, afvoeren) goed was belegd. Het belangrijkste speerpunt was water en ruimte én instrumenten zoals de Wa-tertoets om waterbelangen in de RO een plekje te geven. Dan volgden de blauwe knopen, dus de verbindingspunten tussen het hoofdsysteem en de regionale wateren. En als klap op de vuurpijl hadden we een pot van honderd miljoen voor het mede-financieren van kansrijke projecten die het nieuwe waterbeleid een gezicht zouden geven. Projecten met een duidelijk tijdpad, afrekenbare mijlpalen, een trekker en een overzicht van de betrokken partijen. Wie het eerst kwam, die het eerst maalde.’

ONDERLING VERTROUWEN EN GELOOFWAARDIGHEIDHet Landelijk Bestuurlijk Overleg Water (LBOW) dat de uitvoering van het bestuurs-akkoord begeleidde, kreeg een volwassen

Tweede ondernemingsraad gekozen

Page 44: Water op de kaart gezet

40

2003

vergaderfrequentie, namelijk elke maand. De staatssecretaris zelf werd voorzitter. Een bestuurlijke omgeving waarin je het niet kon maken om niets te doen. Margreet: ‘Onderling vertrouwen en geloofwaar-digheid vormen de werkzame kracht van zo’n overleg. Daarnaast maakt het veel uit wie je hebt als politiek verantwoordelijke staatssecretaris. Vooral de stijl van Melanie Schultz van Haegen sprak me aan, haar openheid en doortastendheid en haar ana-lyses van de problemen die er speelden. Als er problemen waren benoemde ze die ook. De eerste keer dat zij het beraad voorzat, las ze tot mijn grote schrik letterlijk voor wat we bij DGW op papier hadden gezet. Dat waren we niet gewend. Monique de Vries vroeg altijd om een ambtelijke notitie die ze dan in eigen woorden vatte. Vanaf die eerste keer maakten we voor Melanie dus gewoon spreekteksten bij de agenda.’

NOOIT KLAARMet beleid maken en laten landen ben je nooit klaar. Je werkt immers per definitie in een hoog- dynamische omgeving. En ook komt het voor dat de uitvoering van beleid in de versukkeling raakt, doordat de juiste impulsen ontbreken. Margreet noemt als voorbeeld de Watertoets. ‘Daar waren we aanvankelijk wel mee ingenomen. Het was na de overloopgebieden van de commissie- Luteijn het eerste echte beleidsinstrument

waarmee je water letterlijk op de kaart van de RO-mensen kon zetten. De Watertoets zorgde voor een focusverbreding. Hij gaf de ruimtelijke component in de vierde Nota handen en voeten.

We hebben er een handboek voor ge-maakt en we zagen de eerste twee jaar dat er goed mee werd gewerkt… en toen zakte het in ’t putje. Het leek wel alsof er een verzadigingspunt was bereikt. Ik heb ervan geleerd dat het niet volstaat om al-leen het bestuurlijk niveau te mobiliseren. De operationele lagen daaronder moeten ook gemotiveerd zijn en blijven. Het is de kunst om de voorwaarden daarvoor al in te bouwen in het proces dat je ontwerpt.’

Zeer droge zomer. Veendijk bij Wilnis en kade bij Rotterdam bezwijken

Page 45: Water op de kaart gezet

41

2003

Kabinet besluit drie gebieden te reserveren als noodoverloopgebied

Page 46: Water op de kaart gezet

42

2003

NóG EEN BESTUURSAKKOORD

Van een heel andere orde was het be-

stuursakkoord dat in 2011 een einde

maakte aan een bijzonder netelige kwes-

tie. Een soort veenbrand die zelfs de re-

putatie van DGW ernstig bedreigde.

Het begon met het aanvullend beleidsak-koord dat onder het kabinet-Balkenende IV weerstand moest bieden tegen de kre-dietcrisis. DGW kreeg toen eenmalig 100 miljoen extra geoormerkt geld om de zand-motor te laten aanleggen, maar werd voor eenzelfde bedrag op de begroting gekort. Er ontstond dus structureel netto een te-kort van honderd miljoen per jaar voor de al geplande uitgaven aan de waterkeringen. Het kabinet stelde een commissie in onder leiding van de SG van Verkeer en Water-staat, Wim Kuijken, die voorstelde om het ontbrekende budget aan de waterschappen te vragen. Staatssecretaris Tineke Huizinga schaarde zich achter de voorstellen van de commissie en vroeg Annemieke Nijhof dit te gaan verkennen. ‘Daar zijn in de regio vele pittige gesprekken over gevoerd. Het ging niet zonder slag of stoot. Kon je Den Haag wel vertrouwen? Uiteindelijk stem-den de waterschappen ermee in. Voor-waarde was dat ze het op basis van vrijwil-

Acht zwakke schakels in zeewering krijgen status prioritair: ook versterking van ruimtelijke kwaliteit

Page 47: Water op de kaart gezet

43

2003

ligheid zouden doen én als onderdeel van een totaalpakket aan afspraken over rollen en verantwoordelijkheden in het kader van de hoogwaterbestrijding.’

De staatssecretaris en DGW waren blij. Het geld was binnen en in één moeite door was een forse bijdrage geleverd aan het voortbestaan van de waterschappen, want dat was in die dagen weer eens on-derwerp van politieke discussie. Maar aan de andere kant leverde de operatie onmin op met de provincies. Annemieke Nijhof: ‘Die waren op jacht naar de waterschap-pen. En het viel bij de provincies bijzonder slecht dat DGW, waarmee toch al jaren zo constructief werd samengewerkt, het op slinkse wijze op een akkoordje gooide met de waterschappen. Dat paste niet. Ze voelden het als verraad van het rijk, van DGW en van mij persoonlijk.’

Vervolgens viel in februari 2010 het kabi-net. De 100 miljoen waren bij DGW al in-geboekt, maar de waterschappen, die maar moesten raden waar ze aan toe waren, hiel-den de hand op de knip. Het demissionaire kabinet kon toen kiezen uit twee kwaden: het geld laten lopen en in de problemen komen met het veiligheidsdossier of als incassobureau optreden. Dat laatste ge-beurde. Er is snel een spoedwet gemaakt. Anemieke Nijhof: ‘Ik heb toen tegen Unie-voorzitter Peter Glas wel gezegd: dit komt nooit goed, zo’n koude incassomanoeuvre.

We gaan zonder tegenprestatie geld opha-len bij organisaties die verplicht zijn elke cent die ze heffen in het eigen gebied aan te wenden. Dat komt nooit door de Raad van State. Maar ik heb me vergist: we kon-den zonder opmerkingen van de Raad van State door naar de Tweede Kamer. Ik had toen mot met iedereen: de provincies, de gemeenten én de waterschappen. Hoewel mijn beide handen waren gebonden, was DGW voor de partners in de regio aantoon-baar onbetrouwbaar gebleken.’

Het nieuwe kabinet kwam er uiteindelijk sneller dan verwacht en liet de water-schappen voortbestaan. Een uitgelezen kans om te gaan repareren. DGW organi-seerde daarvoor een gespreksronde met als inzet een bestuursakkoord om het hele oorspronkelijke afsprakenpakket vast te leggen. Ditmaal echter ook met de provin-cies en gemeenten erbij. Annemieke Nijhof: ‘Dat is een fantastisch proces geworden on-der leiding van Jos van Dalen, die “de ver-binding” in eigen persoon is. Op alle onder-delen hebben we overeenstemming bereikt tussen de betrokken partijen. Voor mij bete-kende dat de goede afloop van een van de meest emotionele perioden die ik ooit heb meegemaakt. Ik was door de omstandighe-den iemand geworden die ik niet wilde zijn, namelijk onbetrouwbaar in het waarmaken van afspraken. En ik voelde me erg verant-woordelijk voor al die mensen, waarmee we

Verhuizing van Johan de Wittlaan naar Koningskade

Page 48: Water op de kaart gezet

44

2003

door dik en dun hadden samengewerkt en die ook voor hun eigen achterban een ne-derlaag hadden geleden. Dus met dat bestuursakkoord kon ik iets helen. En glorieus was onlangs het mo-ment waarop – na een zoveelste roep in de Tweede Kamer om de waterschappen af te schaffen – van de zijde van de provin-cies de reactie kwam: dat hoeft van ons niet meer, we hebben immers een goed be-stuursakkoord.’

Vertrek DG Bert Keijts, Herman Dijk vervangend DG

Page 49: Water op de kaart gezet

45

2003Introductie van flexwerken (‘het nieuwe werken’ avant la lettre)

Page 50: Water op de kaart gezet

46

2003

Peter Timofeeff in bad. Wie herinnert

z ich niet het spotje van de weerman?

Waarin hi j in zi jn nette pak in een

overlopende badkuip televis ieki jkend

Nederland aan het verstand moest

brengen dat het kl imaat verandert en

wat dat voor ons land betekent.

Dat reclamespotje was in 2003 het begin van de campagne Nederland leeft met Water, getrokken door de directie com-municatie van het ministerie, maar met een campagneteam waar DGW, RWS, IPO, VNG en Unie van Waterschappen actief in meedachten. Staatssecretaris Monique de Vries had zelf om de campagne gevraagd. Zij vond dat de paradigmashift – niet vech-ten tegen, maar werken mét water – zo belangrijk was dat je die aan het grote pu-bliek moest uitleggen.

Daarin was ze niet de enige. Ook de commissie-Tielrooij had in haar eindrap-port al gewezen op het belang van een goed en voor iedereen begrijpelijk verhaal over wat er in het waterbeheer van de 21e eeuw aan maatregelen te wachten stond.

DRIE SPORENOver drie sporen liep de campagne. Het eerste was gericht op voorlichting via de

NEDERLAND LEEFT MET WATER

OSPAR- en HELcOM-landen spreken af vóór 2010 netwerk van mariene beschermingsgebieden te realiseren

Page 51: Water op de kaart gezet

47

2003

massamedia en bestond behalve uit de re-clamespotjes op radio en tv ook uit strip- advertenties in de landelijke kranten. Het tweede spoor had de regionale overheden zelf als doelgroep en vroeg aandacht voor het nieuwe beleid, de koploperprojecten van het programma Ruimte voor de Rivier en van de uitvoeringsagenda voor WB21-maatregelen. Het derde spoor draaide om de verbinding – één-tweetjes – met lokale waterprojecten in uitvoering. Saskia Ras herinnert zich nog de eerste reacties op de Timofeeff-spotjes. ‘Die waren wisselend. Sommige collega’s toonden opgetrok-ken wenkbrauwen. Degenen die er geen doekjes om wonden, reageerden op een druipende Timofeeff met opmerkingen als: “Wat is dit voor onbenullig, simplistisch verhaal?” Maar veel buitenstaanders wa-ren positief. Die waardeerden de duidelijke boodschap over wat er zou gebeuren als Nederland de rivieren niet de ruimte zou geven en niet zou inspelen op de stijgende zeespiegel.’

BIJGESTELDE VERWACHTINGENHet campagneteam had het zich zo mooi voorgesteld: alle partners van het Natio-naal Bestuursakkoord Water zouden hun waterboodschap onder de paraplu van Nederland leeft met Water kunnen uit-dragen. Nederland leeft met Water zou die verhalen verbinden en krachtiger ma-ken. Er waren flyers, brochures, paraplu’s

en niet te vergeten laarzen en truien voor beschikbaar. Toch bleef in de rijk gescha-keerde Nederlandse waterwereld bijna ie-dereen lange tijd liever onder eigen vlag aan de buitenwereld kenbaar maken wat er op handen was. Ook op een ander punt heeft het campagneteam de verwachtingen moeten bijstellen.

Saskia: ‘Een eerste plan ging er van uit dat elk waterthema – dus ruimte voor wa-ter, zeespiegelstijging, hermeandering van beken, waterkwaliteit – na zeg een half jaar wel afdoende zou zijn neergezet. Dan zou de boodschap over “ontkoppeling” of “dijkteruglegging” toch wel zijn overge-komen. Maar die verwachting bleek niet realistisch. Een voorlichtingscampagne is geen cursus, die je in opeenvolgende stappen kunt afdraaien. Uiteindelijk is de campagne de eerste jaren beperkt geble-ven tot waterkwantiteitsthema’s en kwam de waterkwaliteit in de massamediale uitingen niet aan bod.’ Een ander punt dat lastig bleef was dat informatie over watergerelateerde overheidsmaatregelen aan burgers maar weinig handelingsper-spectief biedt.

RESULTATENNiettemin heeft de campagne Nederland leeft met Water meetbaar bijgedragen aan het waterbewustzijn en ook op meerdere andere punten kunnen scoren. Saskia om-schrijft een geslaagd voorbeeld van ‘het

Watertoets van kracht geworden

Page 52: Water op de kaart gezet

48

2003

één-tweetje met lokale projecten: ‘Een ambtenaar van de gemeente Alkmaar die bezig was met het opzetten van een afkop-pelingsproject, stuurde ter voorbereiding jongens in Nederland-leeft-met-watertrui-en de wijk in. Zij belden overal aan om uit te leggen waarom de gemeente de straten ging openleggen en dat het de bedoeling was, de regenwaterafvoer van huizen af te koppelen van het riool. Dankzij de verwij-zing naar de Timofeeff-spotjes wisten de mensen meteen dat het te maken had met water dat op orde moest zijn. Er deden veel meer inwoners mee dan de gemeente Alk-maar zich als doel had gesteld.’ Een ander voorbeeld. Op een onderwijsmarkt kreeg Saskia enthousiaste reacties van leraren die vertelden dat de spotjes hen enorm hielpen om hun leerlingen in beweging te krijgen voor de waterprojecten die zij op hun school uitvoerden.

Ook uit de onderwijshoek komt het voorbeeld van het instituut voor toets-ontwikkeling cito. ‘In het kader van competentiegericht leren wilde het cito opdrachten over water maken. Zoals een debatopdracht over noodoverloopgebie-den. Of een kijk- en luistertoets over de rivier de Rijn. Daarvoor hebben wij met hen meegedacht, voorbeelden aangele-verd en materiaal van Nederland leeft met Water beschikbaar gesteld. Zij verwerkten dat tot een opdrachtenpakket. Mooi dat binnen enkele jaren bijna 90 procent van

de vmbo-scholen dat lespakket heeft aan-geschaft!’ Ook in 2010, toen de Dag van de Dijk werd opgeschaald van 1 naar 10 locaties, was er vanuit de deelnemende waterschappen waardering voor de inzet van Nederland leeft met Water als verbin-dende schakel.

Tot slot is er nog dat nooit te achter-halen effect van de bijdrage aan de verbre-ding van de maatschappelijke en politieke aandacht voor water. Dat gaat verder dan ‘bekendheid met’, wat je wel zou kunnen meten. Saskia: ‘We hebben voor de aar-digheid met word counting eens gekeken hoe vaak het woord water voorkomt in opeenvolgende regeerakkoorden. Dan zie je een gestage toename. Dat is beslist niet één op één terug te voeren op de cam-pagne, maar ik ben ervan overtuigd dat we een bijdrage hebben geleverd.’

Kabinet brengt Stappenplan Wettelijke Bescherming EEZ uit

Page 53: Water op de kaart gezet

49

2003Tussenevaluatie Kijken over de dijken

Page 54: Water op de kaart gezet

50

2003

De KRW (van kracht geworden eind

2000) is door het Nederlands water-

beheer met gemengde gevoelens ont-

vangen. De waterbeheerders waren al

redelijk tevreden over de uitwerking van

de Wet verontreiniging oppervlakte-

water op de chemische waterkwaliteit.

Voor de aanpak van diffuse bronnen waren per provincie regioteams opgericht. En nu kwam daar de KRW bij, die een stroom- gebiedbenadering verlangde, en een resul-taatverplichting stelde voor het bereiken van zowel de chemische als de ecologische goe-de toestand in ieder waterlichaam per 2015.

Een deel van de watersector reageerde gelaten: ‘Het zal onze tijd wel duren.’ Een ander deel zag een geweldige kans om bovenstroomse rivieroeverstaten aan te spreken op hun emissies.

Feit is dat toen DGW werd opgericht, nog vrijwel niets aan de implementatie in Nederlands beleid was gebeurd.

Terwijl waterschappen en de regionale diensten van Rijkswaterstaat afwachtten welke kaders voor KRW-doelen en -maat-regelen, en welke normen en instructies uit Den Haag zouden komen, tuigde DGW een team op voor de KRW. Volgens Luit-Jan Dijkhuis pakte dat niet goed uit. ‘We hebben de KRW aanvankelijk opgezet

EUROPESE KADERRICHTLIJNWATER

Plan van aanpak ‘Tweede Golf’

Page 55: Water op de kaart gezet

51

2004

vanuit een ratjetoe van allerlei specialis-men plus beleidsmedewerkers. Daar kwam helemaal niets uit. Specialisten hebben andere doelen en kijken anders dan be-leidsmedewerkers.’ Ook Anita Wouters herinnert zich die aanvankelijk brede op-zet: ‘Het was de bedoeling om te trechte-ren, maar we bleven te lang in die voor-fase hangen. Dan verzandt het. Toen zijn we het proces opnieuw gaan organiseren, minder technisch en met een duidelijker rolverdeling tussen rijk en regio.’

Luit-Jan: ‘Dat deden we op basis van het WB21-model (van ambtelijke voorpor-talen naar bestuurlijk overleg). Je hebt de regio’s hard nodig. Daar worden immers de maatregelen uitgevoerd.’

Intussen verkeerde Bob Dekker met zijn internationale portefeuille in de Europese frontlinie en zorgde daar voor een stevige Nederlandse inbreng: ‘We hadden in die beginjaren hoge ambities, ongeacht of het nu ging om de Noordzeeministersconferen-ties, OSPAR, het Rijnoverleg of de KRW. Op het gebied van waterbeleid had Nederland gezag in Europa. Maar toen allerlei ver-kenningen tot de slotsom kwamen dat de uitvoering van de KRW zeven miljard zou gaan kosten en dat de landbouw wel kon stoppen, zijn de ambities teruggedraaid.’ Maatschappelijke organisaties roerden zich en de Tweede Kamer ging zich met de KRW bemoeien. Bob Dekker: ‘Uiteindelijk

kwamen we uit op wat “haalbaar en be-taalbaar” is. We doen nog net genoeg om Brussel niet voor het hoofd te stoten. De zesjescultuur bleek het hoogst haalbare.’

Het ontwaken van de politieke belangstel-ling voor de KRW betekende overigens niet dat DGW het bijzonder complexe dossier al goed in de vingers had en dat terwijl de tijd begon te dringen. Vóór maart 2005 moesten de Europese lidstaten de zoge-naamde Artikel 5-rapportage van de ac-tuele toestand van hun wateren in Brussel inleveren en vóór eind 2009 de Stroom-gebiedbeheerplannen. Er waren nog vele losse eindjes en onduidelijkheden rond de afleidingsmethodiek voor de goede eco-logische toestand, die ook nog eens met haalbare en betaalbare middelen te berei-ken moest zijn. Bob Dekker: ‘Voor imple-menteren ligt geen draaiboek klaar. Eerst is gekeken of het via bestaande structuren kon. Die waren er niet, althans niet tussen ons en de regio. Het heeft tijd gekost om tot zo’n zwaardere structuur te komen.’

Een groot deel van die tijd verliep de aansturing via Jaap Verhulst. Hij kwam in 2004 van LNV en de KRW werd bij DGW zijn belangrijkste dossier. Jaap gooide de beuk erin. ‘Ik zag helemaal niets in de tot dan toe ingeslagen weg. Een werkrelatie opbouwen met de regio is prima, maar dan moeten ze daar ook zelf aan het werk en niet wachten op onze kaders. Ik heb de

Programma opgesteld voor versterking van 15 procent van de primaire waterkeringen die bij de toets van 2002 niet aan de normen voldeden

Page 56: Water op de kaart gezet

52

2004

ruimte gevraagd om het radicaal anders te doen en die ruimte heb ik gekregen. Dat is tekenend voor DGW. Dus af van de vraag uit de regio hoe het moet. Ik heb ze gezegd: “Zeggen jullie maar hoe het kán. Dan passen we de kaders daaraan aan. Uiteindelijk moeten jullie het beta-len. Kijk in je eigen sloot wat daar kan gebeuren: een vistrap of een betere oever en schrijf het maar op.” Deskundigheid en inzicht liggen in de regio echt overal klaar. Dus weg met die kaders! In Brussel zeiden ze dat dit nooit zou gaan werken. Maar Anita Wouters heeft me door dik en dun gesteund. Die zei na een half jaar: “Ik ben blij dat jij op dit dossier zit, want ik heb voor het eerst het gevoel dat we niet van de weg raken.”’

EENZAAMAchteraf beschrijft Jaap Verhulst zijn mis-sie voor beleidsverantwoordelijkheid van de regionale bestuurders voor de KRW als een topervaring. Achteraf, want hij heeft zich de eerste twee jaar bijzonder eenzaam gevoeld. ‘Ik zei tegen mezelf: we hebben een nitraatrichtlijn gehad en een stoffen-richtlijn; zo gaan we dat niet meer doen in Nederland. Wij moeten onszelf de ruimte verschaffen om het te doen zoals we het graag willen. En dan kijken we later wel of het in Brussel te verkopen is. Ik ging op mijn verstand af en op mijn gevoel, maar de omgeving geloofde er niet in.’

Uiteindelijk bleek de structuur van me-deverantwoordelijkheid van de regio de passende sleutel. DGW sprak daarbij niet de waterschappen en de provincies aan, maar Regionale Bestuurlijke Overlegorga-nen (de RBO’s) en hun ambtelijke voorpor-talen (de RAO’s). Dat dwong bestuurders in de regio’s medeverantwoordelijkheid te nemen voor hun hele deelstroomgebied. En toen Nederland erin slaagde om op een Europese overlegbijeenkomst in Praag de complexe afleidingsmethodiek voor de Goede Ecologische Toestand te vervan-gen door een methodiek gebaseerd op de gangbare beheerpraktijk, kon het niet meer stuk.

Bob Dekker: ‘Dat was nou zo’n mooi voorbeeld van wat je kunt doen met kre-diet dat je opbouwt door altijd je zaakjes op orde te hebben. Ons aanzien bij de an-dere lidstaten op het gebied van water-beheer hielp ons nogal eens tijdens aan-varingen met de Europese commissie. Die wil zaken doorgaans streng regelen. Als wij – zoals met die afleiding van de Goede Ecologische Toestand – tegengas boden, kregen we bijval van andere landen en werden de eisen afgezwakt.’

Dit succesje is overigens de geschiedenis ingegaan als de Praagmatische benadering. Jaap Verhulst: ‘Toen het lukte om die Praag-matische benadering voor elkaar te krijgen, ontdekte iedereen in de regio hoe wij stuur-

Aantreden Mark Dierikx als nieuwe DG

Page 57: Water op de kaart gezet

2004

den op de interfaces en dat leverde enorm veel gezag op. Wij van DGW konden zelfs in Brussel nog iets voor elkaar krijgen.’

Rijk trekt 100 miljoen uit voor subsidiëring van NBW-voorbeeldprojecten, de zogenaamde koploperprojecten

53

Page 58: Water op de kaart gezet

54

2004

Eén Waterwet die de plaats zou in-

nemen van een hele reeks wetten die

tezamen het jur idische kader vormden

voor het waterbeleid. Al zo’n 25 jaar

werd er over gesproken, maar rond de

eeuwwissel ing was er nog geen con-

crete stap gezet.

Staatssecretaris Schultz van Haegen vond in 2003 dat het er maar eens van moest komen. Als het even kon, wilde ze de pro-cedure binnen de lopende ambtsperiode hebben afgerond. ‘Heel mooi werk’, vindt Jos van Dalen nog steeds. ‘Voor mij per-soonlijk hoort de Waterwet bij de top-3. Hier viel eer aan te behalen. Het water-beleid is in de afgelopen tien, vijftien jaar echt in een stroomversnelling gekomen, terwijl de wetgeving – die het beleid zou moeten accommoderen – meer en meer versnipperd raakte. Om het juridisch kader bij de tijd te houden, was steeds meer plak- en knipwerk nodig.’

Of het nu gaat om het versterken van dijken of om het ontwikkelen van een strategie om het watersysteem klimaatbestendig te maken, rijk en regio hebben goede wette-lijke instrumenten nodig om beleid te kun-nen ontwikkelen en uitvoeren. De nieuwe

DE WATERWET

Stroomgebiedrapportages voor KRW betitelen bijna alle waterlichamen als ‘at risk’

Page 59: Water op de kaart gezet

55

2004

Waterwet zou een kwalitatief goed door-timmerd juridisch instrument moeten zijn. Dood hout moest worden gesnoeid. Pro-cedures om de wet toe te passen zouden voor alle partijen, maar met stip voor het bedrijfsleven, eenvoudiger moeten worden.

WAAR BEGIN JE AAN!Jos van Dalen, die de eerste jaren het pro-ject mocht trekken, vindt dit een voorbeeld van een uitgesproken DGW-project dat je volledig in beslag neemt, maar ook een uitdagende kans biedt om te leren en te groeien. ‘Dat vond ik eigenlijk de leukste kant, het pionieren. Niemand wist hoe het moest. Voorheen wilde niemand het, zelfs niet bij de juridische afdeling. Het was een groot project met vele facetten. Ik heb toen eerst mijn licht opgestoken bij de projectleider die de nieuwe Wet ruim-telijke ordening had gemaakt en ik heb wetgevingscursussen gevolgd bij Alfred van Hall, hoogleraar Waterstaats- en Wa-terschapsrecht aan de universiteit van Utrecht. De eerste stap was het samenstel-len van een goed team. In de DGW-praktijk is dat ook steevast de belangrijkste stap naar een goed product. Het begint met mensen. De organisatiestructuur is daar op ingericht en ook de ruimte die je krijgt van het management. Voordat ik eraan begon, waren er al mensen van DGW en de Hoofddirectie Juridische Zaken het project

aan het opzetten. Ik heb toen gekozen voor een gemengd projectteam met mensen uit DG Water, Rijkswaterstaat en HDJZ en voor sterke contacten met vertegenwoordigers van provincies, waterschappen en gemeen-ten. En je hebt de beste mensen nodig, bij HDJZ waren dat de wetgevingsjuristen Arjan Driesprong en Jan Spier. Arjan werd ook plaatsvervangend projectleider. We vormden een prima team en zijn goed ge-steund door de leiding.’

GLAZEN HUISHet hoorde bij de DGW-cultuur dat je pro-ducten ontwikkelt samen met degenen die ermee moeten werken of ermee te maken krijgen. Gezien de beperkte personele om-vang van DGW kon dat niet anders, maar belangrijker was de overweging dat alleen zo nieuw beleid zou kunnen landen. De nieuwe Waterwet ontstond daarom in een glazen huis. Jos van Dalen: ‘We spraken er dikwijls tot in detail over met collega’s die andere beleidsdossiers beheerden. Dat gaf intern draagvlak én het hielp ons doelge-richt te werken. Hetzelfde deden we extern. We bleven contact houden met de makers van de Wro. We bespraken de intenties, perspectieven en mogelijke valkuilen met zowel juristen als waterbeheerders bij de provincies en waterschappen en natuurlijk ook Rijkswaterstaat. Zij zouden immers met de nieuwe Waterwet moeten werken.’

Verdringingsreeks is aangepast n.a.v. droogte in 2003

Page 60: Water op de kaart gezet

56

2004

BELEID SNEL KLAAR, JURIDISCHE VOLTOOIING NIETHet Waterwetteam koos ervoor om bij het inrichten van de structuur van de Waterwet niet dor hout uit bestaande wetgeving weg te kappen, maar net te doen alsof er hele-maal geen waterwetgeving was. Die aan-pak bleek een snelle weg te openen. Jos van Dalen: ‘In zeer korte tijd stond het ge-raamte er. Naar ons gevoel zat dat goed in elkaar. En binnen driekwart jaar lag er een hoofdlijnennotitie bij de Tweede Kamer: zo gaan we het doen. We kregen groen licht en binnen twee jaar was de wet in proce-dure! Feitelijk was het beleidsmatige deel daarmee af. Dat het daarna nog vijf jaar duurde voordat de wet in werking trad, is vrij normaal voor zo’n grote wet, omdat er ook nog uitvoeringsregels en een Invoe-ringswet moesten worden gemaakt.’

Anita Wouters typeert de Waterwet daarom als een moeizaam verlopen pro-ces. ‘Moeizaam ja, want het duurde en duurde maar. Op zich is dat ook wel be-grijpelijk, want juist in het juridisch wa-terdicht maken van een wet zet je alles vast, terwijl wij beleidsmatig juist op zoek waren naar speelruimte. We wilden een wet waarvan het fundament paste op het nieuwe waterdenken.’

Waterwetborrel Op de dag dat de Waterwet in

werking trad, 22 december 2009, lag er zoveel sneeuw,

dat niemand naar de borrel kwam...

Nachtelijk debatKaren staat het nachtelijk debat over de Waterwet nog

altijd bij. Vooral ook omdat zij na één uur slaap op de

vroege ochtend daarna motorexamen moest doen…

en nog slaagde ook!

Rijkssubsidieregeling tegen verdroging blijft onbenut

Page 61: Water op de kaart gezet

57

2004

VRIJWEL GERUISLOOS INGEVOERDOp 22 december 2009 werd de nieuwe Waterwet van kracht. Hij verving acht af-zonderlijke wetten waarvan er enkele meer dan een eeuw oud waren. Jos van Dalen is er blij mee. ‘Rijk, waterschappen, gemeen-ten en provincies zijn nu beter toegerust om Nederland te beschermen tegen overstro-mingen en daarnaast wateroverlast, water-schaarste en waterverontreiniging tegen te gaan. Er is meer samenhang mogelijk in het waterbeheer en er is een verbinding gelegd met de Wro. Er zijn minder regels en procedures, we zijn van zes vergunningen naar één watervergunning gegaan, en we zijn af van de goedkeuringscultuur binnen de overheid. Dat komt in de Waterwet niet meer voor, op één punt na: voor de beheer-plannen van waterschappen blijft goedkeu-ring van de provincie vereist. Maar ook dat is onlangs met het Bestuursakkoord Water beter geregeld. Kennelijk was de tijd daar toen nog niet rijp voor. Wat ik het meest opmerkelijk vind, is dat de Waterwet vrij-wel geruisloos is ingevoerd. Kennelijk zat iedereen erop te wachten en hebben wij er door onze aanpak niemand mee verrast.’

Page 62: Water op de kaart gezet

58

2004

Als er één dossier is, dat zich de

afgelopen t ien jaar heeft mo-

gen verheugen in toenemende

aandacht is het wel Vei l igheid.

Vei l igheid is in meerdere be-

leidsdossiers een doel op zich

en speelt in andere dossiers

als randvoorwaarde mee. ‘Maar

zelfs op dit terrein bl i jkt het

nodig om constant te bl i jven

agenderen’, zegt Frank Hal l ie.

Hi j schetst in grote l i jnen hoe

DGW dat heeft gedaan.

‘Ja, waar kwamen we vandaan? In de ja-ren vóór de oprichting van DGW was er een lange periode geweest zonder veel reuring over hoogwater. Het veiligheids-dossier was zelfs bijna afgebouwd toen we in ’93 en ’95 door extreem hoog water in de rivieren werden verrast. We moes-ten het dossier toen weer gaan opbouwen

VEILIGHEID

Instelling Adviescommissie Water onder voorzitterschap van Z.K.H. Prins Willem-Alexander

Page 63: Water op de kaart gezet

59

2004

en dat proces is in DGW voortgezet. We kregen Ruimte voor de Rivier, veiligheid voor de kust, de wettelijke vijfjaarlijkse toetsing van de dijkringen en het Hoog-waterbeschermingsprogramma. Werken-deweg kwam in het veiligheidsdossier meer systematiek. Een beweging van reactief naar strategisch denken, vanuit een visie. Het veiligheidsdossier kreeg daardoor een complexer karakter. Het ging niet meer over waterkeringen alleen. Veiligheid op de politieke agenda houden betekent dat je te maken hebt met een veelzijdige afstemming en met de begro-tingsvoorbereiding. Wat moet je op welke manier opschrijven om ervoor te zorgen dat je de middelen krijgt die nodig zijn? En wanneer is iets echt nodig? Projecten lopen vaak over een lange periode en in-tussen is er zoiets als voortschrijdend in-zicht. Wat doe je daarmee? Moet de koers worden verlegd? Wat betekent dat voor de projecten waarvan de uitvoering al in voorbereiding is? Wat betekent het voor de partners, zoals Rijkswaterstaat en de waterschappen? Zo is er constant wissel-werking tussen het beleid dat je uitstip-pelt en de lopende uitvoering. Dat houdt nooit op.’

AANDACHT LEVEND HOUDENVeiligheid is lastig permanent onder de aandacht te houden. Beleid en uitvoering zijn gericht op een hoog veiligheidsniveau

en zolang dat goed gebeurt, schept dat als vanzelf een lager gevoel van urgentie. Frank Hallie: ‘We hebben een aantal jaren kunnen meeliften op de golf van politie-ke aandacht voor hoogwater die aanzwol met de bijna-overstromingen in de jaren negentig, maar daar kun je niet op blij-ven teren. Om te kunnen blijven agende-ren, zijn we grootschalige bijeenkomsten gaan opzetten, zoals de herdenking van 50 jaar Watersnoodramp. We moesten bij DGW permanent alert zijn op nieuwe aan-grijpingspunten om de aandacht vast te houden. De orkaan Katrina bijvoorbeeld was een markante gebeurtenis, evenals de overstromingen in Oost-Europa. Aan dat soort vragen is politiek - maar ook in de media - altijd de vraag verbonden: kan dat ook hier? En dan komt het aan op de handigheid van een bewindspersoon. De één buit zo’n kans uit om extra aandacht te vragen voor het belang van onze eigen langetermijndoelen, de ander ziet een kriti-sche opmerking over ons eigen veiligheids-niveau als een aanval en schiet reflexmatig in de verdediging.’

VERLEGENHEID Zo was er de verlegenheid met de resulta-ten van de eerste en tweede toetsing van de primaire waterkeringen. Het percentage dat aan de normen voldeed, stak – zacht gezegd – ongunstig af bij de percentages voor ‘voldoet niet’ en ‘te weinig gegevens’.

Initiatief EU Hoogwaterrichtlijn

Page 64: Water op de kaart gezet

60

2005

Eenzelfde soort verlegenheid ontstond toen aan het licht kwam dat Noordzee-golven langer en hoger kunnen zijn dan waarop de berekeningen van de hydrauli-sche randvoorwaarden voor de zeewering waren gebaseerd. Frank Hallie: ‘Voor de buitenwereld geeft dat een verwarrend beeld. Aan de ene kant zeggen we: Neder-land is de best beveiligde delta ter wereld. Aan de andere kant blijken er toch af en toe dingen te zijn die we niet in de vingers hebben en waar weer nieuwe opgaven uit voortkomen. Vervolgens is de vraag of die opgaven kunnen worden ondergebracht in de lopende programma’s. En als dat niet kan, hoe doen we het dan toch? Is er be-hoefte aan aanvullend onderzoek? Kunnen daar resultaten uit komen waarvan we nog meer last kunnen krijgen? Dat soort vra-gen maken het veiligheidsdossier bijzonder dynamisch. Die Haagse dynamiek is deel van onze werkomgeving. Tegelijkertijd is de uitvoering op grotere afstand komen te staan en daar moeten we ook naar kijken, want beleid en uitvoering door rijk en regio moeten elkaar weten te vinden. Daarom is het Bestuursakkoord Water van 2011 heel belangrijk voor het veiligheidsdossier.’

SCHRAALHANS KEUKENMEESTERHet dossier Veiligheid heeft de langste pe-riode van de afgelopen tien jaar het tij mee gehad. Er was altijd wel geld beschikbaar. Nu schraalhans keukenmeester is in Den

Haag, en zich recent geen bedreigende in-cidenten hebben voorgedaan, rijst in poli-tieke kringen opnieuw de vraag of uitgaven voor veiligheid wel nodig zijn. Frank Hal-lie: ‘Die tegenwind dwingt tot keuzes. Ook dat is een beleidsaspect. Zo is bijvoorbeeld het herstelprogramma van de Houtribdijk een tijd stilgelegd vanwege kortingen. Dat gebeurde nota bene in de opstartfase. De Dienst IJsselmeergebied van RWS had er al mensen voor gemobiliseerd.’

Structureler van aard is het effect van de bezuinigingen op de strategische maatregelen voor de lange termijn die je samen met veel andere partijen moet ontwikkelen. Daardoor wordt ook in het Deltaprogramma het zicht op financiering minder en verlegt de Deltacommissaris de scope meer naar de kortere termijn. Dat baart zorgen. De langetermijn moet namelijk wel in beeld blijven, anders ver-liezen we onze greep daarop. We moeten tijdig de bestuurlijke knopen in beeld kun-nen brengen en aangeven hoe we die kun-nen doorhakken.’

Waterschapswet gemoderniseerd

Page 65: Water op de kaart gezet

61

2005

Page 66: Water op de kaart gezet

62

2005

Ruimte voor de Rivier is het toonbeeld

van een groeiprogramma. Het heeft

een lange doorloopti jd en meerdere

malen heeft voortschri jdend inzicht

tot aanpassingen geleid. Enkele jaren

voordat DGW werd opgericht, had zich

een belangri jke omslag voltrokken in

het denken over hoogwatervei l igheid.

Het accent lag niet langer al leen op

het verhogen en versterken van di j-

ken. Dat water ook meer ruimte moest

kr i jgen om het vei l ig door onze delta

te kunnen loodsen, was inmiddels een

geaccepteerd uitgangspunt.

RUIMTE MAKEN DOE JE SAMENDat water meer ruimte zou moeten krijgen was echter niet van de ene op de andere dag toepasbaar beleid. Meer nog dan an-dere DGW-dossiers noodzaakte Ruimte voor de Rivier bijvoorbeeld tot een nauwe samenwerking met partners op andere de-partementen, in andere bestuurslagen en vooral met belanghebbende partijen in de regio. Het perspectief was immers een op-timale selectie van fysieke ingrepen. Zon-

RUIMTE VOOR DE RIVIER

Page 67: Water op de kaart gezet

63

2005

der groot regionaal en lokaal draagvlak was een vlotte uitvoering ondenkbaar. Bert Keijts: ‘Op dat punt viel nog een wereld te winnen. Bij de beheerder van de grote ri-vieren, Rijkswaterstaat dus, stond een grote meerderheid op het standpunt dat dit pro-ject van nationaal belang in één hand zou moeten blijven, terwijl in mijn optiek nauwe samenwerking met de provincies en water-schappen juist een beter werkproces en een beter eindproduct zou kunnen opleveren. Die regionale beheerders zouden niet alleen moeten meepraten, ze zouden ook echt de lead moeten krijgen over een deel van de projecten. Het over all management hoorde in deze optiek bij Rijkswaterstaat. Nou dat was een hele worsteling. Die was al gaan-de bij de oprichting van DGW en onder de nieuwe vlag is ze met succes afgerond. Niet in de laatste plaats onder de invloed van de onafhankelijke adviescommissie WB21, die de noodzaak aantoonde van een bestuurlijk overleg over water tussen alle overheden.’ Wino Aarnink schetst hoe mooi deze nood-zaak aansloot bij het Nationaal Bestuurs-akkoord Water van 2003. ‘Dat akkoord benadrukte de gezamenlijke verantwoor-delijkheid voor het op orde krijgen en hou-den van het totale watersysteem. Het gaf aan welke instrumenten ingezet worden om het doel te halen, welke taken en ver-antwoordelijkheden iedere partij voor haar rekening neemt en hoe partijen elkaar in staat stellen hun taken uit te voeren.’

NOODOVERLOOPGEBIEDENEen van de plooien die moesten worden gladgestreken, was de aanbeveling die de commissie-Lutei jn in mei 2002 had gedaan om drie noodoverloopgebieden aan te wijzen waar overtol l ig r ivierwater kon worden geparkeerd. Joost Buntsma herinnert zich nog dat het onderwerp polit iek geladen was. ‘Alleen de naamge-ving al vond ik onhandig. Nood wil nog wel eens de associatie wekken met lots-verbondenheid en verbroedering. Maar in de context van de noodoverloopgebie-den betekende het voor de desbetreffen-de regio’s dat zi jzelf een overstroming moesten accepteren om die bi j een ander te voorkomen. Maar ook dat de econo-mische ontwikkeling in dat gebied dan volledig op slot ging. Dat was voor de inwoners een te groot offer. Vooral het aanwijzen van het Rijnstrangengebied en de Ooijpolder in de provincie Gel-derland bedoeld om het westen van het land te beschermen, leverde veel verzet op. De provincie Brabant zat er met de Beersche Overlaat veel constructiever in. Maar daar moest dan ook Den Bosch worden beschermd en zocht men naar combinaties met andere ontwikkelingen, zoals de reconstructie.’

Toen uit nader onderzoek bleek dat de aanleg een dure grap zou worden en de effectiviteit sterk afhankeli jk zou zi jn van een precieze timing, is het idee ge-

Gewijzigde Wet op de waterkering in werking getreden

Page 68: Water op de kaart gezet

64

2005

ruisloos van de agenda verdwenen. Bijna de helft van het geld dat er voor was ge-reserveerd, is toegevoegd aan het bud-get voor Ruimte voor de Rivier.

BLOKKENDOOSHet ontwikkelen van de PKB Ruimte voor de Rivier werd een opdracht aan Rijks-waterstaat. DGW zorgde ervoor dat in die opdracht de noodzakelijke samenwerking met andere partijen was ingebouwd. Wino Aarnink: ‘Deel van de opdracht was om sa-men te werken met de provincies, het mi-nisterie van VROM, de waterschappen en de gemeenten. Vervolgens werd een pro-jectbureau opgetuigd, waaronder aparte regionale projectbureaus functioneerden voor de boven- en de benedenrivieren. Deze werden beide aangestuurd door regi-onale stuurgroepen die op hun beurt weer onder een landelijke stuurgroep ressorteer-den. Zo werd de PKB vanaf het begin een zaak van allen.’

De verschillende partijen binnen één structuur brengen, garandeert echter nog geen medeverantwoordelijkheid voor het geheel. ‘Zo hadden we nog behoorlijk te kampen met nimby-gedrag toen het aan-kwam op het bespreken van mogelijke maatregelen. collega Ton Sprong, die het programmabureau leidde, bedacht toen de “blokkendoos”. Hij liet Rijkswaterstaat een computerprogramma maken waarmee

de effecten zichtbaar werden van alle 700 mogelijke waterstandsverlagende maat-regelen. Niet alleen effecten op de water-stand ter plekke, maar ook op de water-stand elders.’

‘Nou dat werkte!’, weet Anita Wouters nog. ‘Met die blokkendoos is furore ge-maakt. In een tweedaagse bijeenkomst hebben we er de regionale bestuurders van de Stuurgroep Ruimte voor de Rivier mee aan het werk gezet. De opdracht was een bepaalde waterstandverlaging te creëren zonder de lasten af te wentelen op de buren. Het bleek een bijzonder ef-fectief middel om iedereen te laten onder-kennen dat alleen gezamenlijke verant-woordelijkheid voor de samenhang van het geheel tot bevredigende resultaten kon leiden.’

Wino Aarnink: ‘Eerlijk gezegd heeft het me verbaasd dat die modelberekeningen nooit in twijfel zijn getrokken. Ze werden zonder meer geaccepteerd. We keken bin-nen DGW dan ook wel eens met mede-dogen naar de collega’s die het Schiphol- dossier onder handen hadden. Hoeveel heisa was daar niet over de geluidscon-touren. Elk cijfer stuitte er op wantrou-wen.’

Uiteindelijk hield de PKB 39 van de 700 blokjes over in de doos. Dat zijn de projecten die nu worden uitgevoerd of in voorbereiding zijn.

Evaluatierapport DGW-organisatie: ‘Heerlijk helder DG Water’

Page 69: Water op de kaart gezet

2005

BURGERINITIATIEVENDe blokkendoos bleek als aanschouwelijk instrument ook goed bruikbaar bij andere gelegenheden. Het was meerdere malen hét succesnummer op een voorlichtings-bijeenkomst. Burgers konden de verschillen zien tussen de ene of de andere oplossing. Dat gaf hen echt de kans om mee te pra-ten. Wino Aarnink: ‘En als zij zelf met een oplossingsvariant kwamen, maakten we daar meteen een blokje van om de bruik-baarheid in beeld te brengen.’

Soms kreeg een voorstel van betrok-ken burgers zelfs het karakter van een initiatief. Ook daarvoor moest ruimte zijn, behalve als bij voorbaat vaststond dat het alleen energie zou kosten en niets zou opleveren. Een in principe bruikbaar burgerinitiatief betekende echter dubbele winst: het effect van de maatregel zelf en al direct bij aanvang het gewenste draag-vlak. Een mooi voorbeeld is de bypass bij Kampen. Anita Wouters: ‘Die hebben we van meet af aan serieus genomen. Op het moment van besluitvorming was er helaas geen financiering voor te vinden. Toch zijn we er rekening mee blijven houden. Zo hebben we het tracé van een spoorlijn laten omleggen om de mogelijkheid van een bypass open te houden. Het kan im-mers best gebeuren dat andere omstandig-heden of de combinatie met andere plan-nen wél voor het goede klimaat zorgen.’

Visie Waterkoers 1

65

Page 70: Water op de kaart gezet

66

2005

Het Nationaal Waterplan is een bi j-

zonder fenomeen. Gebroken werd met

de tradit ie dat een generieke water-

beleidsnota van het r i jk het startpunt

vormde van de provinciale nota’s wa-

terhuishouding, waarop vervolgens de

waterschappen hun waterbeheerplan-

nen baseerden. De implementatie van

de Kaderr ichtl i jn Water en de daar-

aan verbonden zesjaarl i jkse stroom-

gebiedbeheerplannen vroeg om een

nieuwe planvorm.

Op alle bestuurlijke niveaus verliep de planvorming voortaan synchroon. Ook het Beheer- en ontwikkelplan voor de rijkswa-teren kwam onder dat regime te vallen. Beleid en uitvoering moesten bij de plan-vorming nieuwe stijl ongeveer gelijk op werken. Dat vroeg om uitzonderlijk veel dwarsverbindingen en tussentijdse afstem-ming. Stagnatie, om welke reden dan ook, werkte door in het gehele netwerk van plannen.

NATIONAAL WATERPLAN

Droogtestudie afgerond: kans op watertekort neemt toe.

Page 71: Water op de kaart gezet

67

2005

Minstens zo bijzonder aan het Nationaal Waterplan is dat het binnen één jaar is geschreven, een absoluut record voor een rijksnota.

NOTAMOEHEIDIedereen bij DGW wist dat er eind 2009 een Nationaal Waterplan moest liggen. Dat er lang is gewacht, heeft geen eendui-dige reden die iedereen nog scherp voor de geest staat. De synchroniciteit met het opstellen van de stroomgebiedbeheerplan-nen kan een rol hebben gespeeld. De re-gio’s leverden de contouren daarvan pas in een laat stadium aan. Ook binnen DGW lag de focus ergens anders. In de periode die doorgaans wordt gebruikt om het voor-werk voor een beleidsnota te doen, voerde DG Mark Dierikx een reorganisatie door om meer inhoudelijke sturing te kunnen zetten op de zes beleidsprogramma’s. Een opera-tie die gepaard ging met visievorming bin-nen die programma’s. Maar misschien is de oorzaak van die late start met het Natio-naal Waterplan wel veel trivialer. Jos van Dalen, die het project uiteindelijk mocht trekken, zoekt het in een zekere notamoe-heid. ‘Iedereen had meer zin om nu eens de spa in de grond te zetten in plaats van weer een nota te maken. We wilden bij-voorbeeld Ruimte voor de Rivier uitwerken, niet weer een nota schrijven. We hebben het volgens mij om die reden lang voor ons uitgeschoven.’

WATERVISIEHet aantreden van staatssecretaris Tineke Huizinga was een goede gelegenheid om te oogsten wat DGW intern aan visie had ontwikkeld. Jos van Dalen: ‘Huizinga wilde weten wat er op haar bordje lag en wat zij met het waterdossier aan moest. Dat kon. We hoefden intern alleen maar te bundelen wat we in de verschillende dossiers met het oog op de toekomst hadden klaarliggen. In september 2007 kon Tineke Huizinga haar Watervisie presenteren. Dat document kun je achteraf beschouwen als de opmaat naar het Nationaal Waterplan. In ieder geval za-gen wij het toen zo en dat was hét moment om te besluiten meteen door te stoten.’

Goed een jaar restte Van Dalen nog slechts om een ontwerpnota te maken. In 2008 moest dit ontwerp immers de inspraak in, wilde het kabinet het nog voor het einde van 2009 kunnen vaststellen. Zoals gebrui-kelijk bij DGW was er alle vrijheid om zelf een team samen te stellen. ‘Daarvoor ging ik langs bij waterschappen, gemeentes, provincies. Met het team dat we zo konden vormen, hebben we ons geconcentreerd op die onderdelen waar nog niets voor was. En voor het overige heb ik aan collega’s bij DGW gevraagd om op een paar A4-tjes door te spelen wat zij als nota-in-wording in hun dossiers hadden klaarliggen. Dat werd schrikken, want die informatieronde resul-teerde in een stapel van 400 pagina’s waar kop noch staart aan zat.’

Eerste DGW-netwerkbijeenkomst

Page 72: Water op de kaart gezet

68

2005

INKORTENVersnellingsweken brachten uitkomst. Zes keer zijn zulke bijeenkomsten gehouden. Ook ontwerpers en bestuurders werden uitgenodigd. Van die 400 pagina’s bleef uiteindelijk de helft over. ‘Een kwestie van “kill your darling”. Dossierhouders hebben daar vaak moeite mee. De truc is dat je het anderen moet laten doen. Als dossierhou-ders zien dat het lukt, zonder dat de bood-schap eruit verdwijnt, gaat het ineens snel.’

Een bijkomende meevaller was dat de ver-schillende onderliggende nota’s niet meer afzonderlijk hoefden uit te komen. Ze wa-ren onderdeel geworden van het Nationaal Waterplan en kregen daarmee meteen een optimale presentatie.

Doel verdrogingsbestrijding (40 % hydrologisch herstel in 2010) zal niet worden gehaald

Page 73: Water op de kaart gezet

2005

69

Page 74: Water op de kaart gezet

70

2005

De aanbevel ingen van de commissie

WB21 waren een goede st imulans om

anders met water om te gaan: meer

aandacht voor kl imaateffecten, ex-

treme r iv ierafvoeren en bodemdaling.

Meer aandacht ook voor de ruimtel i jke

component in het waterbeheer. Maar

dit al les was niet afdoende om als

overheid gerust te kunnen zi jn over de

hoogwatervei l igheid in de nabi je en

verder l iggende toekomst.

Die onrust werd gevoed door nieuwe in-zichten over de veiligheid van dijkringen en enkele onzekerheden over de golfwer-king op de zeeweringen. Bovendien gaf de droogte van 2003 het signaal dat onder ex-treme omstandigheden de grenzen worden overschreden waarbinnen het hoofdwater-systeem is te sturen. Hand in hand met het zoetwaterverdelingsprobleem werd ook de verziltingsproblematiek prangender. Kortom: het werd hoog tijd voor een Delta-programma dat zowel de veiligheid als de zoetwaterverdeling in Nederland op orde zou brengen, met een tijdhorizon tot 2050 en 2100. Zo was het door DGW ingestoken in het ambtelijk voorportaal en zo wilde

DELTACOMMISSIE

Programma Leven met Water van start

Page 75: Water op de kaart gezet

71

2005

staatssecretaris Tineke Huizinga het. En ze wilde meer: er moest een onafhankelijke staatscommissie komen om het programma in de steigers te zetten.

SCHADUWCOMMISSIEDe Deltacommissie kreeg een eigen secre-tariaat en deed haar werk ver buiten de Haagse ambtelijke kringen. Omgekeerd wisten de commissieleden de deskundigen van DGW, de Waterdienst en Deltares goed te vinden om hen met vragen te bestoken. Midden in die periode kwam Annemieke Nijhof als nieuwe DG bij DGW binnen. Ze had over het op handen zijnde rapport van de Deltacommissie maar één zorg: ‘Ik dacht: er komt straks een verstrekkend ad-vies uit waarvoor ze maar één jaar de tijd hebben gehad. Dat kan niet in één keer he-lemaal goed zijn. Het komt terecht in een wereld van deskundigen, die er ieder voor zich iets van gaan vinden. Dan gaan we al-lemaal met elkaar in debat over de inhoud van het advies. En op dat moment haakt de politiek af. Want als de deskundigen het er al niet over eens zijn…’

Annemieke Nijhof vormde daarom een groep van zo’n twintig deskundige en gezaghebbende mensen uit kringen van de departementen, waterschappen, pro-vincies, gemeenten en drinkwaterbedrij-ven. Met deze groep toog ze drie dagen naar een conferentieoord in Eerbeek. ‘Ik

heb daar gezegd dat ik met hen op strikt vertrouwelijke basis wilde werken aan de manier waarop we op het rapport van Veerman zouden reageren. Ons programma draaide om de vragen: “Hoe zouden wij het invullen als wij de commissie-Veerman wa-ren? En hoe zouden we vervolgens op de uitkomsten reageren?”

Na drie dagen zei iedereen: “Dat we het eens zijn over het concept voor het nieuwe waterbeleid, over de permanente aandacht ervoor en over het benodigde geld is belangrijker dan hoeveel centi-meter er nou precies op het IJsselmeer komt.” We hadden er vertrouwen in dat de countervailing power in ons vakgebied groot genoeg was om te voorkomen dat er blunders werden gemaakt. Het filmpje te-rugdraaiend vond ik die bijeenkomst een topervaring.’

ONGEKEND SNELOp 3 september 2008 bracht de Deltacom-missie haar bevindingen uit in het rapport Samen werken met water. Veerman deed twaalf aanbevelingen die, mits uitgevoerd, Nederland waterproof zouden maken. Min-der dan tien dagen later, op 12 septem-ber, stuurde de staatssecretaris van Ver-keer en Waterstaat de Tweede Kamer een brief met het kabinetsstandpunt over dit advies van de commissie-Veerman. Onge-kend snel, vond ook cees Veerman zelf, die als oud-minister wist dat het vaak anders

Orkaan Katrina zet het veiligheidsdenken in Nederlandop scherp

Page 76: Water op de kaart gezet

72

2005

liep. ‘En ook hier was door DGW achter de schermen het een en ander geregisseerd’, verklapt Lucia Luijten. ‘Globaal dezelfde brainstormers die elkaar in Eerbeek had-den gevonden, hielpen ook nu bij het op-stellen van het kabinetsstandpunt. En dat gebeurde in dezelfde coöperatieve sfeer als tijdens de driedaagse: iedereen was er van doordrongen dat het belangrijk was om ge-bruik te maken van het moment, en snel en eensgezind een reactie op hoofdlijnen uit te brengen. Details zouden bij de uitwer-king wel komen.’

EEN NIEUWE DELTAWETOp 1 januari 2012 is de Deltawet water-veiligheid en zoetwatervoorziening, zoals hij officieel en voluit heet, in werking ge-treden. Daarmee zijn het Deltaprogramma, het Deltafonds en de rol van de Deltacom-missaris wettelijk vastgelegd. Ook is daar-mee de juridische basis gelegd voor het nieuwe waterveiligheidsbeleid.

Vooruitlopend op de wetgeving werd op voorstel van de Kamer al op 1 februari 2010 Wim Kuijken aangesteld als eerste Deltacommissaris. Over de rol van die Deltacommissaris, een nieuw fenomeen, was in het begin wel veel onduidelijkheid. Lucia Luijten: ‘Er rezen vragen als: komt hij op mijn terrein? Hoeveel mandaat krijgt hij? Ook de staatssecretaris moest

even zoeken. Zij vond “een buitenboord- motor” wel handig, maar zij bleef natuur-lijk wel degene die de politieke lijnen moest uitzetten. Voor haar was het dan ook erg belangrijk de geschikte persoon te vinden voor deze functie: iemand die zaken voor elkaar kon krijgen op grond van zijn gezag bij alle partijen, maar zon-der formele bevoegdheden.’

Voor DGW betekende de komst van de Deltacommissaris niet dat er minder van DGW gevraagd werd. Weliswaar bereidde de Deltacommissaris het Deltaprogramma voor, maar DGW deed daar volop in mee. DGW’ers werkten in alle deelprogramma’s samen met de andere overheden. Het werk vlotte: in september 2011 heeft staatssecretaris Atsma het tweede Delta-programma aan de Tweede Kamer kunnen aanbieden. Tezamen met een dummy van het Deltafonds.

Tot in 2014 wordt in het Deltapro-gramma toegewerkt naar de deltabeslis-singen: grote, samenhangende keuzes over de inrichting van ons watersysteem voor de toekomst.

Verkenning ‘Waterveiligheid 21e eeuw gestart

Page 77: Water op de kaart gezet

73

2005Kabinetsbesluit over PKB Ruimte voor de Rivier

Page 78: Water op de kaart gezet

74

2005

Er was ooit een t i jd dat Noordzee-

beleid weinig om het l i j f had: er moest

iets worden geregeld voor de scheep-

vaart en een enkel boorplatform, en

dat was het wel zo’n beetje. Kom daar

nu nog eens om: het is wel iswaar

niet zo erg als op het land, maar ook

op vr i jwel elke vierkante ki lometer

Noordzee rust wel een ruimteclaim.

In de afgelopen decennia is het niet alleen veel drukker geworden op de Noordzee, ook de beleidsmatige aandacht is inten-siever en vooral diverser geworden. In de jaren tachtig van de vorige eeuw groeide in de landen rond de Noordzee de aan-dacht voor de waterkwaliteit en de ecolo-gie. Met de introductie van het integraal waterbeheer ontstond ook voor de Noord-zee een soort interdepartementaal plat-form voor het afstemmen van beleid. Nu wordt het Noordzeebeleid vrijwel geheel gecoördineerd door het Interdepartemen-taal Directeuren Overleg Noordzee (IDON). DGW faciliteert het IDON-secretariaat. Het grootste deel van de afgelopen tien jaar is Jurjen Keuning secretaris geweest van het

NOORDZEEBELEID

Brussel publiceert proeve van Kaderrichtlijn Mariene Milieu

Page 79: Water op de kaart gezet

75

2006

IDON. Hij heeft het gebruik van de Noord-zee explosief zien toenemen. ‘Behalve dat het geleidelijk drukker werd, is er altijd – ook vóór DGW – wel ophef geweest over het een of andere plan. Zo wilde Boskalis ooit eilanden maken waar je energie kon opwekken. En we herinneren ons nog al-lemaal het idee om een tweede nationale luchthaven op een eiland in de Noordzee aan te leggen. Maar zodra die plannen weer achter de horizon verdwenen, ebde ook de politieke aandacht weer weg. De druk om iets te regelen, ontstond eigenlijk pas goed toen zich een nieuwe categorie gebruikers aandiende: de windenergiesec-tor.’

EEZPunt was alleen dat het instrumentarium om ruimtelijk iets te regelen ontbrak. ‘Ne-derland had nog geen Exclusieve Econo-misch Zone (EEZ) ingesteld. Daar waren we laat mee. We deden het pas in 2000, als een van de laatste West-Europese lan-den. En daar was, zoals gewoonlijk, een incident voor nodig geweest. Voor de kust van Zeeland zou een zendmast verrijzen. We konden daar geen eisen aan stellen. Dat trok de laatste mensen die het nut van een EEZ niet inzagen, over de streep.’

Dit speelde overigens net vóór oprich-ting van DGW, maar al wel in de tijd dat Jurjen secretaris was het IDON. ‘Eenmaal onder de vlag van DGW kregen we te ma-

ken met de vraag van Brussel om gebie-den aan te wijzen die ecologische waarde hadden. Dat was nog niet zo eenvoudig. Het NIOZ kwam met een kaart waarop an-dere gebieden stonden ingetekend dan op de kaarten van het RIKZ! Het vroeg heel wat inspanning om wetenschappers en ministeries op één lijn te krijgen, maar in 2005 lag er dan een kaart met gebieden waarover iedereen het eens was.’

IDONDat die gebieden met ecologische waarde op de kaart staan, noemt Jurjen een van de hoogtepunten waarop hij terugkijkt. ‘Daar-naast natuurlijk dat het is gelukt om het IDON intact te houden. Er zijn momenten geweest dat de meningsverschillen hoog opliepen. Er is strijd geweest tussen de ministeries, en strijd tussen DGW en RWS Noordzee. Zo is de vraag wel eens opge-worpen of RWS Noordzee wel in IDON ver-tegenwoordigd moest zijn. Het argument was dat RWS toch een uitvoeringsclub was en IDON over beleid ging... Ik heb echter altijd het standpunt gehuldigd dat het be-langrijk is dat directeuren van alle diensten die over de Noordzee gaan, elkaar regel-matig ontmoeten.’

AANVALJurjen herinnert zich een ander kritisch moment. ‘Op een gegeven moment kwam VROM met het idee om in de ik geloof vijf-

PKB Ruimte voor de Rivier goedgekeurd door Tweede en Eerste Kamer

Page 80: Water op de kaart gezet

76

2006

de Nota Ruimtelijke Ordening de Noordzee op te nemen.’ Het ministerie van VenW re-ageerde verontwaardigd. ‘Het standpunt van VenW was dat VROM niks over de Noordzee te zeggen had. Terwijl ik dacht: nu doet zich voor het eerst een kans voor om sinds de instelling van de EEZ met een kabinetsnota over ruimtelijk beleid op de Noordzee te komen, en daarvoor moeten wij onze kennis inbrengen.’ Maar Keuning vond weinig medestanders. ‘Ik heb heel wat weerstand van bazen moeten over-winnen. Men beschouwde het toch als een aanval van VROM op ons terrein. Maar goed, die vijfde Nota is niet uitgekomen, omdat het kabinet viel voordat de Kamer aan behandeling toekwam.’

EENMANSBEDRIJFDe Noordzee had volgens Jurjen een aparte plaats in het ambtelijk apparaat. ‘Zowel in Den Haag algemeen als binnen DGW. Tot 2005 deed ik het eigenlijk in mijn eentje. Dat had natuurlijk wel een groot voordeel: ik had weinig last van hiërarchie en veel speelruimte!’

Ondanks de uitzonderingspositie die de Noordzee innam in het Haagse, heeft het beleid daar niet onder geleden.‘Ik ben tevreden over hoe het Noordzee-beleid zich de afgelopen tien jaar heeft ontwikkeld. Er zijn diverse nota’s met integraal Noordzeebeleid op ministerieel niveau vastgesteld. Ik noem de Nota

Ruimte en natuurlijke het Integraal Be-heerplan Noordzee (IBN), wat toch ook een IDON-product is. Juist het IBN heeft het abstracte verhaal van de Nota Ruimte handen en voeten gegeven. En verder heb-ben we een Noordzeehoofdstuk geleverd voor het Nationaal Waterplan. Bovendien kun je van al deze nota’s zeggen dat ze kunnen bogen op een breed draagvlak van alle rijksinstanties.’

Verhuizing naar Plesmanweg

Page 81: Water op de kaart gezet

2006Op één na alle zwakke schakels langs de kust vastgesteld

77

Page 82: Water op de kaart gezet

78

2006

Waterbeleid is in veel geval len grens-

overschri jdend of zou dat moeten zi jn.

Dat geldt al langer voor de Noordzee

en sinds het internationaal Ri jn- en

Maasoverleg en de KRW ook voor de

stroomgebieden van r iv ieren. Interna-

t ionaal ontwikkelen en afstemmen van

beleid is werk van kleine stapjes en

vaak lange adem. Het is een kunst om

dat te combineren met hoge ambit ies.

Bob Dekker verstaat die kunst.

‘Het belangrijkste is dat je als deelnemer aan internationaal overleg een goede positie hebt, dat je merkt dat jouw inbreng wordt gewaardeerd. Op het gebied van waterbeleid heeft Nederland een duidelijke rol. De wijze waarop we in ons land met water omgaan, dwingt bij veel andere landen respect af. Wij hebben een groot kennisdomein opge-bouwd over waterkwaliteit en ecologie. Door de jaren heen heeft dat geleid tot een zeker aanzien, zo van: als Nederland het voorstelt, zal het wel goed zijn. Zo wisten we in het Rijnoverleg samen met Duitsland een coalitie te vormen voor een bepaalde aanpak van de stikstofproblematiek. Daarna hebben we er andere landen van kunnen overtuigen dat ze die aanpak moesten overnemen.’

INTERNATIONALE ZAKEN

Visie Waterkoers 2

Page 83: Water op de kaart gezet

79

2006

HANDELSREIZIGER IN BELEID Het onderhouden van internationale con-tacten zou een eenzame klus zijn als hij niet was gelinkt aan al het andere werk binnen DGW. In feite vertegenwoordigt Bob Dekker als een handelsreiziger al zijn collega’s en hun beleidsdossiers. ‘Afhan-kelijk van de agenda van een Europees of ander internationaal overleg heb ik een in-tensieve voorbereiding met de betreffende dossierhouder. Ik ga dus het overleg in met een tas vol instructies. Daar werk ik mee binnen de grenzen van wat mogelijk is. Daarin ben ik vrij. En natuurlijk is er altijd een mogelijkheid van tussentijds overleg. En na terugkomst meld ik wat wel of niet is gelukt en welke afspraken zijn gemaakt.’

Veel internationale beleidsonderwer-pen hebben een lange looptijd. Ze waren er al toen DGW werd opgericht en duren ook de komende jaren voort. In tegenstel-ling tot veel binnenlandse beleidsdossiers heeft DGW daar niet een heel eigen stem-pel op gezet.

DE BELANGRIJKSTE WAPENFEITENNatuurlijk zijn er de hoogtepunten, maar minstens zo belangrijk vindt Bob Dekker een consistente inbreng in alle internatio-nale dossiers. ‘Hoogtepunten? Dan denk ik aan het voorzitterschap van de EU, de 2e helft van 2004. Toen hebben we met succes de Hoogwaterrichtlijn op de agenda gezet. Verder heeft Nederland het voortouw ge-

had bij het oplossen van het probleem van ontmanteling van boorplatforms. Dat kon-den wij omdat wij kennis hadden over alle 600 platforms op de Noordzee. Nog een mooi succes is dat we de opslag van cO

2

in de zeebodem mogelijk hebben gemaakt. En voor OSPAR hebben we het voortouw genomen in het formuleren van doelstel-lingen om de ecologie te beschermen.’

KADERRICHTLIJN MARIENOver het internationale werk aan de Ka-derrichtlijn Water is al iets opgenomen in de paragraaf KRW. Een soortgelijk dossier handelt over de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM), de internationale richtlijn die vooral is gericht op de goede milieu-toestand van de zeeën, een zoute pendant dus van de KRW. Bob Dekker: ‘Nederland, dus ook DGW, staat hier wat afstandelijk tegenover. Het is ook onze bedoeling dat de KRM veel meer als puur kader wordt beschouwd dan de KRW. We vinden dat hij veel minder verplichtend moet zijn: we hebben de Noordzee immers niet in de hand. Met de Golfstroom komen de ver-ontreinigingen tenslotte helemaal vanaf de overkant van de oceaan. En dan zouden wij daar op aangesproken moeten worden?’

In dat verband noemt hij ook de ma-rine spatial planning. Dat is een regime voor de ruimtelijke ordening waarover momenteel in Europa wordt gediscussi-eerd of dit moet worden aangetakt aan de

Landelijke rapportage tweede toetsing primaire waterkeringen uitgebracht

Page 84: Water op de kaart gezet

80

2006

KRM. ‘Daar zijn wij niet voor. We vinden dat er zeker een goede afstemming moet zijn tussen buurlanden met aan elkaar grenzend zeegebied. Dat kan zelfs een stuk beter dan tot nu gebeurt, maar niet door dwingende Europese regels.’

TRENDSTerugblikkend op tien jaar DGW ziet Bob Dekker een paar trends die hij betreurt. ‘De eerste jaren waren voor mij niet best. Ik kon geen kant uit met dat matrixmodel. Je raakte erdoor gedesoriënteerd. Daarnaast hebben we te maken met trends die mij zorgen baren. Tien jaar geleden hadden we op alle dossiers een hoge ambitie. Als je weet dat jouw land iets wil bereiken, is het heel mooi werk om dat in internatio-naal overleg voor elkaar te krijgen. Maar ik heb dat ambitieniveau zien afbrokke-len. Het kabinet geeft alleen nog maar om veiligheid. Waterkwaliteit heeft afgedaan. Nederland raakt zijn voortrekkersrol kwijt. We lopen nu zelfs al achter op de Belgen. De rwzi’s in Vlaanderen zijn geavanceerder dan de onze. De Zwitsers halen al genees-middelen uit afvalwater. Te vrezen is dat Nederland straks door ingebrekestelling en boetes bij de les moet worden gehouden.’

‘En dan zijn er behalve de Europese ook nog de mondiale contacten. Het leuke daaraan is dat je van het buitenland ook kan leren. Van de Amerikanen hoe je moet evacueren als er toch iets met de hoog-

De Matrixstructuur gaat overboord

Page 85: Water op de kaart gezet

81

2006

waterveiligheid fout gaat; van de Japan-ners hoe je dijken multifunctioneel kunt maken. Maar onze inzet is de laatste jaren vooral gericht geweest op pogingen om Nederlandse bedrijven of universiteiten

in het buitenland een slag te laten slaan. Onder het huidige kabinet is die trend alleen maar versterkt. Nu mag er nog slechts economische diplomatie worden bedreven. Als het maar geld oplevert.’

Tweede Kamer neemt Wet modernisering waterschapsbestel aan

Page 86: Water op de kaart gezet

82

Page 87: Water op de kaart gezet

83

5.DE KUNST

VAN HET

AGENDEREN

Page 88: Water op de kaart gezet

84

2006

Nieuwe Waterwet bij Tweede Kamer ingediend

Page 89: Water op de kaart gezet

85

2006

Agenderen is een kunst omdat er geen manier voor is die je tot

routine kunt maken of die je kunt afkijken. Je moet er een beetje

koopman voor zijn, strateeg, onderhandelaar, schaker, bemiddelaar,

bondgenoot, troubleshooter, en dat alles naast de vakinhoudelijke

deskundigheid die sowieso nodig is om recht van spreken te hebben.

Het agenderen van de zaak water heeft z ich bi j DGW letter l i jk

vanuit het niets moeten ontwikkelen. Dat moest, want die taak

kreeg de organisatie mee terwij l er nog geen prakti jk was.

...HOE DGW IN DE WATERWERELD ZIJN POSITIE INNAM EN WATER STEVIGER AGENDEERDE

Decembernota ter voorbereiding van stroomgebied- beheerplannen pleit voor integratie van KRW en WB21

Page 90: Water op de kaart gezet

86

2006

HARMONIEUS EN GERUISLOOSAnnemieke Nijhof was bij het ministerie van Algemene Zaken wateradviseur en verant-woordelijk voor de waterportefeuille. ‘Ruim drie jaar lang heb ik daar stukken van DGW zien binnenkomen. Het viel me altijd weer op dat het gewogen stukken waren, amb-telijk zó breed voorbereid dat de politiek er niet meer over hoefde te praten. En dat terwijl het toch wel vaak over ingrijpende dingen ging: de Waterwet, voortgangsrap-portages, de KRW, noem maar op.

Dat zegt iets over de mensen die met water bezig zijn, vind ik. Mensen met een sterke drang naar harmonie en met een stijl van werken waarin plaats is voor alle facetten. Het polderen is letterlijk een pol-deraangelegenheid, een wezenskenmerk van het waterbeheer. Waterbeheerders houden niet van vechten. Ze zijn altijd op zoek naar de grootste gemeenschap-pelijke deler. Ze komen er vrijwel altijd uit met argumenten, het debat en water bij de wijn.

Het is mooi dat we het binnen de wa-tersector erg leuk hebben met elkaar, maar het geeft wel een grote scheiding met de wereld daarbuiten. In die buitenwereld is het goede werk dat we doen weinig zicht-baar en geen onderwerp van debat. Ik heb bij Algemene Zaken nooit iets over water hoeven voorbereiden voor de minister-raad. Terwijl ik na binnenkomst bij DGW werd geconfronteerd met ongelooflijk

Verkenning Waterveiligheid 21e eeuw wijst op mogelijke gevolgen van overstroming

Page 91: Water op de kaart gezet

87

2007

veel zaken: vanuit Brussel, lopende pro-gramma’s met gigantische investeringen, achterstallig onderhoud, noem maar op. Dat werd op een geruisloze manier alle-maal in de back office geregeld.

Het waterdossier is een feel-good-dossier. Niet alleen de burger denkt: het zal wel goed zijn. Dat weerspiegelt zich ook in de politiek, die niet vanzelfspre-kend bereid is er regelgeving voor te ma-ken en middelen beschikbaar te stellen. En met zo’n achtergrond is er ook weinig aandacht in de media. Behalve wanneer er plotseling iets dreigt. Dan zie je een omslag naar een overvloed aan aandacht en heb je de normale beleids- en besluit-vorming niet meer in de hand.’

GEMISTE KANSJaap Verhulst: ‘Toen ik kwam dacht ik: nu stap ik in een interessant beleidsveld. Maar ik kwam erachter dat de agenderen-de kracht nog vrijwel ontbrak. Dat gaf een cognitieve dissonantie. Je ziet dat er van alles aan de hand is, maar je ziet niet wat je ermee kunt doen. Dus kwam het ook niet op de politieke agenda. Dat had, denk ik, sterk te maken met de technische beheer-cultuur van Rijkswaterstaat die nog in de organisatie aanwezig was. WB21 bijvoor-beeld had in potentie veel agenderende kracht, maar binnen DGW lukte het niet om er meer uit te halen dan het Nationaal Bestuursakkoord Water. Ik heb zelf meege-

maakt, toen ik nog niet bij DGW werkte, dat in een overleg op hoog niveau met ministers en verschillende DG’s een van de bewindslieden zei: “Wim Kok wil dat het gedonder over dat water afgelopen is, al kost het tien miljard, die dijken moeten voor mekaar zijn.” Toen was de reactie van de zijde van DGW dat er eigenlijk niet zo-veel problemen waren. Gemiste kans voor open doel. Had DGW niet moeten zeggen: het zou nog wel eens méér kunnen kosten, als we het goed willen oplossen.’

IK SCHRIK!Het rapport Risico’s in bedijkte termen (2004) kwam uit. Een keurig rapport met feiten ontleend aan de eerste landelijke toetsing van de primaire waterkeringen. Daar stonden ook de percentages in van dijken die niet aan de normen voldeden en een hoog percentage dijken waarvan niet bekend was of ze aan de norm voldeden. Jaap Verhulst: ‘Waarom toets je? Om een moment te hebben waarop je kunt agen-deren. Maar wat gebeurde er met dat rap-port? Het ging in de la. Het werd ontkend. Hoe was het mogelijk! Als je van zoiets schrikt, moet je wereldkundig maken dat je ervan schrikt. Dan heb je een agenderende kracht. DGW had de staatssecretaris moe-ten laten zeggen: “Ik schrik hiervan. Ik ga daar wat aan doen.”’

Margreet Hobbelen herinnert zich de verlegenheid over die toetsingscijfers,

Beleidsprogramma kabinet Balkenende IV legt accent op duurzaam waterbeleid

Page 92: Water op de kaart gezet

88

Programmaleiders worden integraal verantwoordelijk

2007

maar denkt dat op de eerste plaats de desbetreffende staatssecretaris bepalend is. ‘Je kunt veel lef hebben, maar als je geen ruimte krijgt, loop je vast. Monique de Vries wilde geen onrust, zolang niet honderd procent zeker was waartoe die zou leiden. Als je ergens mee kwam, wilde ze het eerst dubbel gecheckt hebben. Dan nog was het de vraag of ze er iets mee ging doen.

Melanie Schultz van Haegen wilde alles weten en bracht vervolgens een knip aan: wat heb ik nodig om het probleem uit de wereld te helpen en wat heb ik nodig rich-ting de burger? Dat was ook wel mijn lijn.’

ENORME SLAG GEMAAKTAgenderen is nodig om voor de problemen die je moet oplossen voldoende middelen en mogelijkheden te krijgen. Gaandeweg heeft DGW die kunst goed in de vingers gekregen. Jaap Verhulst zag het zelfs nog goed komen met het rapport Risico’s in bedijkte termen, dat aanvankelijk in de la belandde. ‘Het heeft een half jaar in die la gelegen en toen heeft DG Mark Dierikx er toch mee ingestemd om een staatscom-missie in het leven te roepen. Dat werd de Deltacommissie. Zijn opvolgster, Annemie-ke Nijhof, wist wat agenderen was en die hoefde de bal alleen maar in te koppen.

Agenderen is een vak dat je moet be-grijpen. Dat begrip en de kunst om ermee te werken is fors gegroeid bij DG Water.

Al kun je nooit zeggen dat de organisatie er een bepaald niveau mee heeft bereikt. Agenderen werkt namelijk niet cumula-tief, zoals kennis. Als je denkt dat je iets hebt bereikt, moet je het onmiddellijk consolideren en weer opnieuw agenderen, anders is het weg. Als organisatie kun je dus hoogstens het vermogen ontwikkelen om permanent met voldoende succes te agenderen. Voortdurend dus de aandacht blijven vasthouden. Daarmee heeft DGW een enorme slag gemaakt. Dat moet blij-ven, ook in de nieuwe organisatie!’

Page 93: Water op de kaart gezet

89

Kabinet stelt Watervisie ‘Nederland veroveren op de toekomst’ vast 2007

Page 94: Water op de kaart gezet

90

Page 95: Water op de kaart gezet

91

6.

EEN BIJZONDERE

ORGANISATIE

Page 96: Water op de kaart gezet

92

Provincies stellen Toplijsten voor verdrogings-bestrijding vast2007

Page 97: Water op de kaart gezet

93

Tweede Kamer begint met behandeling van de Waterwet 2007

‘DGW roept bij mij altijd

familiegevoelens op.’

‘We waren een ongelooflijk hoogdynamische tent,

met een hoge productie.’

‘Het is een bijzondere werkplek,

met een bijzondere groep mensen;

een mooie mix van techneuten en andere disciplines,

een mooie mix van mannen en vrouwen ook.’

‘Ons werkterrein werd benijd.’

...WAAR DE TYPERING ‘OPEN’ HET HOOGST ScOORDE

Page 98: Water op de kaart gezet

94

EU-parlement stemt in met Kaderrichtlijn Mariene Strategie

2007

‘Een onderzoek toonde aan dat veel mensen

binnen het ministerie graag bij DGW zouden willen

werken.’

‘De medewerkerstevredenheidsonderzoeken

leverden bijna Noord-Koreaanse percentages op.’

‘Iedereen had het gevoel veel te zeggen te hebben

over wat hij deed. Daardoor ervoer

ieder z’n werk een beetje zoals een kleine

zelfstandige dat doet.’

‘Binnen DGW werd niet zo over de cultuur

gezeverd als in sommige andere organisaties.

Gelukkig kenden wij niet van die lange cultuur-

trajecten met externe goeroes en zo.’

‘Eigenlijk zijn alle DGW’ers binders.’

Page 99: Water op de kaart gezet

95

‘Samen werken met water’, advies van de Deltacomissie (Veerman) gepresenteerd 2008

WERKSFEERHet algemene beeld is dat mensen graag bij DGW wilden werken. Zelfs al was dat onder permanent hoge werkdruk. De ar-gumenten vormen een mooie bloemlezing: ‘Met iedereen maak je wel een praatje. Er heerst geen haat en nijd. Niet dat er geen inhoudelijke meningsverschillen zijn, dat wel, goddank, zou ik zelfs zeggen.’ En: ‘DGW is open en redelijk plat georgani-seerd. Iedereen is dan ook heel benader-baar.’ Of: ‘Afdelingen helpen elkaar hier. Veel van de verantwoordelijkheid wordt bij de medewerkers gelegd en bovenal: er heerst geen angst.’ Nog maar eentje: ‘Zo’n professionele cultuur als hier heerst, heb ik niet eerder meegemaakt. Ik denk dat het komt doordat de organisatie niet zo in be-ton is gegoten. Je kon jouw project inrich-

ten alsof het een eigen onderneming was.’ En tot slot: ‘We vormen een hechte club met leuke mensen. Zeker in de beginjaren kende je iedereen.’

collegialiteit is een kernbegrip als het gaat om werksfeer, en die was er. DGW’ers wáren er voor elkaar. Of het nu ging om een advies over een inhoudelijk probleem of om een goed gesprek in de privésfeer, je kon op elkaar rekenen. Dat betekende ook dat je elkaar kritisch kon aanspreken op producten, zonder het gevoel te hebben dat de waardering voor jou als persoon in het geding was.

Een ontroerende blijk van de hoge stan-daard van collegialiteit is het boekje dat

Voorgaande citaten zeggen eigenl i jk al genoeg. Maar ze geven ook

aan dat de bi jzondere kwaliteiten van DG Water niet in meetbare

en eenduidige eenheden en termen zi jn te vangen. Het was een

mooie mix van ál les, waarbi j bovenal de mensen centraal stonden.

In dit hoofdstuk l ichten we enkele bepalende aspecten van de

organisatie wat meer uit .

Page 100: Water op de kaart gezet

96

Nationaal Bestuursakkoord Water geactualiseerd

2008

DGW’ers maakten voor de naasten van Sietze van Oosten. In 2008 overleed deze financieel specialist van het eerste uur. Het kwam volkomen onverwachts. In de hele organisatie waren mensen er stuk van. Meer dan dertig collega’s brachten in korte anekdotes, langere verhalen en veel foto’s hun persoonlijke belevenissen met Sietze bij elkaar. Het werd een prachtig boekje met de titel ‘Herinneringen aan Sietze’.

reünie dgw31 oktober 2007

Page 101: Water op de kaart gezet

97

Afscheid van DG Mark Dierikx

2008

SLIMME MOBILITEITAlles wat DGW’ers als bijzonder naar voren brengen, komt overeen met meer statisti-sche feiten. Zo was het ziekteverzuim laag, vergeleken met andere overheidsdiensten. De vertrouwenspersonen voor integriteit en ongewenste intimiteiten vergaten bij-kans dat ze die eerzame positie hadden, want al die jaren zijn ze nauwelijks in die rol aangesproken. Ook de betrokken-

heid bij de Ondernemingsraad is een aan-wijzing. Als de OR aankondigde een lunch aan te grijpen om een bepaald onderwerp aan de orde te stellen, schoof de helft van de medewerkers aan. En toen de OR werd opgeheven omdat van hogerhand was besloten dat er alleen op het niveau van een beleidskern nog een OR nodig was, volgde een goed bezocht feestelijk afscheid. Met

Page 102: Water op de kaart gezet

98

Aantreden nieuwe DG Annemieke Nijhof

2008

een presentatie die getuigde van intense betrokkenheid van iedereen bij het vormge-ven van de best mogelijke organisatie.

Dit beeld van werksfeer en collegialiteit lijkt te botsen met de relatief hoge mo-biliteitscijfers. Daaruit blijkt weliswaar dat er veel jonge, nieuwe medewerkers bin-nenstroomden, maar ook dat de uitstroom groot was. Beviel de nieuwe werkplek dan

misschien toch niet zo? Schijn bedriegt. Snel van baan veranderen hoort een beetje bij deze tijd. Maar DGW maakte er ook praktijk van dat het in- en uitstromen flexibel mee-bewoog met de behoefte aan bepaalde spe-cialismen. Vooral met adviserende bedrijven en instellingen waarmee DGW regelmatig samenwerkte, kwam een levendige ruilcul-tuur tot stand. Het resultaat was dat in en-kele jaren tijd het informele kennisnetwerk

afscheid vertrekkende dgw’ers

Page 103: Water op de kaart gezet

99

Waterkwaliteit voor het eerst getoetst volgens de KRW 2008

4 sept 2008 afscheid o.r.

enorm uitbreidde. Dossierhouders binnen DGW wisten precies wie ze voor welke klus bij welke ‘toeleverancier’ konden vragen. En ging het om een langer lopend project, dan kon een gewilde specialist maar zo een tijdje ambtenaar worden, om na afloop weer naar het bedrijfsleven te vertrekken.

Dit stukje bedri jfscultuur sloot naad-loos aan bij de strategie van DGW om

bij al les wat op stapel stond bij voor-baat óók werk te laten verrichten door partners die bi j de beleidsontwikkeling waren betrokken of die uiteindeli jk met de uitvoering van nieuw beleid te maken zouden kri jgen. Je zou kunnen zeggen dat de capaciteit van DGW vele malen groter was dan het aantal fte’s in het personeelsbestand.

Page 104: Water op de kaart gezet

100

xx

2002

Page 105: Water op de kaart gezet

xx

101

2002

Page 106: Water op de kaart gezet

102

Beleidsnota Noordzee verschijnt

2008

okt 2005 brede sessies

SESSIESNoem één beeld dat past bij beleid ma-ken en je komt uit op praten. Eindeloos is er gepraat met elkaar, in één-tweetjes achter gesloten deuren, informeel bij de koffieautomaat, maar vooral in kleinere of grotere groepssessies, met of zonder presentaties en viltstiften. Niet iedereen heeft goede herinneringen aan de ses-

siecultuur van de eerste jaren, zeg maar de Matrixti jd. Toen zat er druk op. Ma-nagementdoelstell ingen leken soms de overhand te hebben boven de inhoud van het werk. Bepaalde overlegmetho-dieken kregen zelfs de status van een nieuw werkwoord. Het ‘MBTI-en’ bijvoor-beeld. Weet iemand nog wat dat was?

Page 107: Water op de kaart gezet

103

Watercanon ‘Zoden aan de dijk’ uitgebracht

2008

Denk aan een bra instormsess ie over samenwerking, waarbi j a l le competen-ties en naturen van de samenwerkende personen in totaal zestien hokjes moes-ten vullen. Bleven er hokjes leeg, dan zat het niet goed. Alle hokjes goed gevuld? Dan kon de samenwerking niet stuk.

In de latere jaren verdween de druk van het iedereen voortdurend moeten betrek-ken bij het ‘meebouwen aan een nieuwe organisatie’. DGW wás er. Sessies werden gewoon een substantieel onderdeel van de dagtaak.

Page 108: Water op de kaart gezet

104

Ontwerp Nationaal Waterplan uitgebracht

2008

fort rhijnauwen19 aug 2002

TEAMBUILDINGNog even terug naar de beginjaren. Het was toch een hele opgave om van een nieuw opgericht directoraat-generaal – waarvan de mensen uit alle geledingen waren ‘weg-geplukt’ – een goed lopende organisatie te maken. Maar Bert Keijts, die als kwartier-makend eerste DG aan de lat stond, had een meevaller. In het beleidsvoornemen De

mensen van water was klip en klaar op-geschreven dat in de nieuwe organisatie de mensen centraal zouden moeten staan. Keijts begreep daaruit dat die mensen in ieder geval met elkaar door één deur moes-ten kunnen en greep elke gelegenheid aan om daar met teambuildingactiviteiten aan bij te dragen. Hij gaf opdracht een team op

Page 109: Water op de kaart gezet

105

Afscheid van eigen Ondernemingsraad

2008

den bosch22 mei 2003

te richten dat van alles zou moeten organi-seren om als DGW’ers met elkaar van tijd tot tijd de geest wat te kunnen verzetten. De vier enthousiastelingen (Jos van Dalen, Sjoerd van Dijk, Luit-Jan Dijkhuis en Senta Modder) die zich daarvoor meldden, noem-de hun club het ‘plezierteam’. Die naam vond geen genade bij het management.

Ook het alternatief ‘vierteam’ klonk nog te frivool; op zich geen bezwaar natuurlijk, maar meer met het oog op de buitenwacht. De cosmetische wijziging van vierteam in 4-team maakte de naam verteerbaar.

Page 110: Water op de kaart gezet

xx

2002

106

Page 111: Water op de kaart gezet

xx

2002

107

Page 112: Water op de kaart gezet

108

Presentatie vernieuwingsplan DGW

2009

den bosch22 mei 2003

FEESTEN EN UITJESHoe dan ook, de leden van het 4-team hebben zeker in de pioniersjaren een be-langrijk aandeel gehad in de opbouw van een organisatie waarin iedereen elkaar kende. Een greep uit de activiteiten die het team heeft georganiseerd. Minstens één keer per jaar een dagje uit. Wie herin-nert zich niet de zeiltocht over het IJssel-meer? Of het avondje skiën in Snowworld

op die snikhete zomerdag? En natuurlijk de verschillende strandfeesten die stee-vast begonnen met sportieve uitdagingen en via lekker eten eindigden met dansen. De uitjes waren overigens niet puur ge-richt op gezelligheid. Een uitstapje had altijd een tweeledig karakter. ’s Ochtends stond een educatief onderdeel op het pro-gramma. Dan werd een bezoek gebracht

Laatste uitgave magazine De Water (nr. 139) verschijnt

Page 113: Water op de kaart gezet

109

Nieuwe Waterwet treedt in werking

2009

beemster13 mei 2004

aan een scheepvaartpost, een zandsup-pletie of een verkeerscentrale, zodat de ‘natte’ medewerkers een idee kregen van waar de ‘droge’ collega’s mee in de weer waren en omgekeerd.

Pas in de middag werden de teugels gevierd en begonnen de zorgeloze uur-tjes. Nu eens doorgebracht met sport en spel, dan weer met een bezoek aan een

2002

2004

2005

2006 2010

2011

2009

2008

Rhijnauwen / Nieuwe Hollandse waterlinie

Den Bosch (o.a. trommelen en wijnproeven)

Beemster (oud- Hollandse spelletjes) en Amsterdam NEMO

Met busjes door Nederland “Expeditie Robinson” (eindpunt Biesbosch)

Regio Gouda / Groene Hart, met etentje bij Annemieke thuis in Haastrecht

Delft, Midden-Nederland

Zeilen op het Markermeer

Kijken bij de buren: Zuidas en Schiphol

Voornse Duinen

Den Haag DGRW-parade

2007

2003

OP PAD MET DGW

Page 114: Water op de kaart gezet

110

Nationaal Waterplan 2009 - 2015 door kabinet vastgesteld2009

biesbosch2 juni 2005

natuurgebied, maar altijd met als kenmerk dat het programma zo losjes mogelijk moest zijn. Dit waren immers de momen-ten waarop je nu eindelijk eens met de collega’s kon praten die je dan wel kende, maar met wie je op kantoor hoofdzakelijk gesprekken over het werk voerde. Een ge-zamenlijk diner sloot de dag af.

Page 115: Water op de kaart gezet

111

Deltacommissaris treedt aan

2010

Het 4-team zorgde er ook voor dat er re-gelmatig iets te vieren viel. De kerstfees-ten zijn daarvan een duidelijk voorbeeld. Zeker die vieringen waarop iedereen die in het gebouw aan de Plesmanweg werk-te, welkom was, waren groots van opzet. De lounge bij de koffiecorner was dan omgetoverd in een grote dansvloer met

een cocktailbar. Met kunstsneeuw bespo-ten elanden zagen erop toe dat niemand op andermans tenen ging staan. En wie even genoeg had van dansen, kon in het belendende casino een gokje wagen. Het was wel zaak dat na afloop alle glitter en glamour weer plaatsmaakte voor de attri-buten van de alledaagse werkplek.

Page 116: Water op de kaart gezet

112

2010

Na val van Balkenende IV worden de waterdossiers controversieel verklaard

Bijzonder was ook de koude februaridag in 2007, toen het eerste lustrum van DGW werd gevierd. Bij binnenkomst stond uitno-digend voor alle VenW’ers warme chocolade-melk klaar. Maar al snel werd iedereen ruw tot de werkelijkheid teruggeroepen door een quiz die de kennis van de waterwereld testte. ‘Waar hebben we in Nederland meer van? Kilometers snelweg of dijk?’ Dat soort vragen.

delft27 juni 2006

Page 117: Water op de kaart gezet

113

2010

Ministerie van Verkeer en Waterstaat gaat op in ‘Infrastructuur en Milieu’

Schrale troost bij dit evenement was dat de winnaar van deze quiz tenminste niet de 4-teambokaal in ontvangst hoefde te ne-men. Deze wisseltrofee – die zo lelijk was dat niemand hem wilde hebben – mocht (moest) je een jaar houden als je per on-geluk of toch expres de meeste kegels had omgegooid tijdens het bowlen of als je in een andere sport had uitgeblonken.

Het is nog niet duidelijk of Eric van Beek, die de bokaal als laatste in de wacht wist te slepen, hem ook mag houden.

Aan de creatieve en harde werkers van het 4-team heeft DGW veel te dan-ken. Door de latere jaren heen zijn dat geweest: Myra Kremer, Louis Fick, Anne-Geer de Groot, Karin Ketting, Pieter Kroes, Marije Walenkamp en Felix Wolf.

Page 118: Water op de kaart gezet

114

Regeerakkoord: Kierbesluit Haringvliet niet uitvoeren

2010

SPIN IN HET WEBIn het r i jt je van het 4-team komt een naam voor die elke DGW’er ook in an-der verband kent: Karin Ketting. Zi j had een centrale posit ie op al le drie de lo-caties waar DGW in zi jn bi jna 10-jarig bestaan gehuisvest is geweest: de Johan

markermeer30 juni 2007

Page 119: Water op de kaart gezet

115

Tweede Kamer gaat akkoord met Nationaal Waterplan

2010

de Wittlaan, de Koningskade en – sinds 2005 – de Plesmanweg. Als opvolgster van Freek de Vries was zi j als het ware de spin in het DGW-web. Iedereen stapte wel eens bij haar binnen. Bijvoorbeeld als het gerucht ging dat er nieuwe mo-

biele telefoons of BlackBerries waren aangeschaft. Op zulke momenten ble-ken DGW’ers toch gewone mensen te zi jn, die op al lerlei manieren probeerden het laatste nieuwe model met nog meer snufjes te bemachtigen. Maar Karin was

Page 120: Water op de kaart gezet

116

2010

1e Deltaprogramma uitgebracht

groene hart10 juli 2008

onkreukbaar en l iet zich om niemands vinger winden. Smoesjes over haperende druktoetsen van het oude toestel of een batteri j die om de haverklap leeg was, hoorde Karin met een ontwapenende glimlach aan, waarna ze het toestel ge-decideerd ‘repareerde’.

Karin was het ook die tweemaal een verhuizing in goede banen heeft geleid.

Page 121: Water op de kaart gezet

117

2010

Taskforce Ten Heuvelhof – advies HWBP

Zuidas & schiphol17 sept 2009

Zelf verhuizen is al een hele operatie, maar een kantoor verhuizen is een bijna bovenmenseli jke aangelegenheid. Zorg er maar eens voor dat iedereen zi jn bu-reau en z’n eigen spulletjes terugvindt op de nieuwe werkplek! Beide keren heeft zi j ervoor gezorgd dat de juiste sticker op de goede doos of het goede bureau werd geplakt. En beide keren is

het goed gegaan. Het heeft haar de titel Klant en Pand coördinator opgeleverd. ‘Maar je mag me ook manusje-van-alles noemen, hoor.’

EEN LERENDE ORGANISATIETot de b i jzondere kanten van DGW hoorde dat het een organisat ie was waar je mocht leren van je fouten. Nu

Page 122: Water op de kaart gezet

118

Bestuursakkoord Water (doelmatiger waterbeheer) getekend2011

voornse duinen2 sept 2010

z i jn er wel meer overheidsorganisat ies d ie dat over z ichzel f zeggen, maar b i j DGW was het ook zo. Het za l n iet vaak z i jn gebeurd dat iemand een e igen idee of inz icht onder de pet h ie ld u i t vrees een f later te s laan of te worden te-rechtgewezen. ‘Door d ie ru imte om een e igen weg te kunnen volgen, was het ook z invol om veel verantwoordel i jk-heid te mogen dragen.’

collectief hebben DGW’ers in de loop der jaren geleerd dat ze niet alleen moeten communiceren met grafieken, tabellen en diagrammen, maar ook met plaatjes en concepten. Dat laatste bleek van groot belang in gesprekken met RO-mensen. Die willen immers gevisualiseerd zien hoe je getallen over bijvoorbeeld hecta-res waterberging denkt te realiseren.

Page 123: Water op de kaart gezet

119

Kabinet geeft toch uitvoering aan Kierbesluit Haringvliet 2011

Een ander leermoment: een evaluatie er-gens in 2005 of 2006 bracht aan het licht dat DGW’ers best wat zelfbewuster moch-ten zijn en dat DGW zich als beleidsorgani-satie wel wat steviger mocht positioneren.

In het verlengde hiervan speelde de vraag: wie was de klant? Menig instro-mend DGW’er leerde al gauw het correcte antwoord: de staatssecretaris. Maar naar-

mate de jaren vorderden en de ervarin-gen met complexe beleidsprocessen zich opstapelden, wisten de DGW’ers het niet meer zo precies.

Page 124: Water op de kaart gezet

120

xx

2002

Page 125: Water op de kaart gezet

xx

121

2002

Page 126: Water op de kaart gezet

122

Page 127: Water op de kaart gezet

123

7. WAT BLIJFT

Page 128: Water op de kaart gezet

124

Vertrek DG Annemieke Nijhof. chris Kuijpers waarnemend DG2011

Op een maand na heeft DGW de t ien jaar vol gemaakt. Het zou-

den t ien vol le jaren zi jn geweest als de oprichtingsdatum – zoals

gepland – een maand eerder was geval len. Dat uitstel had iets te

maken met de ondernemingsraad, maar niemand weet meer precies

wat dat was.

In t ien jaar gebeurt zoveel, dat zulke detai ls verdampen. Het

moment van afscheid van DGW luidt voor al le medewerkers een

nieuwe fase in. Andere naam, nieuwe werkplek, veel meer col le-

ga’s, aftasten en wennen, nieuwe verhoudingen…

Hoe gaat het verder als de verhuisdozen zi jn uitgepakt? Welke

waarden en verworvenheden zouden ex-DGW’ers wil len vasthou-

den? ‘Onze werkcultuur en de manier van met elkaar omgaan’,

bl i jkt de grootste gemene deler in de antwoorden van geïnterview-

de medewerkers. Dezelfde vraag is voorgelegd aan drie ex-DG’s:

Bert Kei j ts, Mark Dier ikx en Annemieke Nijhof.

...OP HET GRENSVLAK TUSSEN TWEE TIJDPERKEN

Page 129: Water op de kaart gezet

125

2e Deltaprogramma uitgebracht met dummy Deltafonds 2011

‘Dat DGW opgaat in Ruimte vind ik prima. Maar de mensen van water moeten zich kunnen blijven manifesteren, met voldoen-de overtuigingskracht om de specifieke wa-terdoelen op de agenda te houden. Want ik maak me echt zorgen dat in het grotere geheel van Ruimte en Water, de veelzij-dige belangen bij ruimte dominanter zul-len worden naarmate de jaren verstrijken zonder noemenswaardige waterincidenten. De technische noodzaak van goed water-beheer raakt dan uit beeld. Die zorgen gel-den dan vooral de veiligheid en het regule-ren van de waterkwantiteit. En ik ben ook bezorgd dat juist die kwaliteiten die we in DGW nodig hadden om te kunnen schake-len en het spel mee te kunnen spelen, nu maken dat de watermensen te weinig op hun strepen blijven staan en zich hun kern-taken uit handen laten spelen.’

‘Laat je kerntaken niet uit handen spelen’

BERT KEIJTS

Page 130: Water op de kaart gezet

126

Ontwikkeling houtskoolschets nieuw DG Ruimte en Water2011

‘Ook in de nieuwe situatie dragen DGW’ers de verantwoordelijkheid om van de ico-nen die zijn neergezet, werkelijkheid te maken. Het langjarig perspectief van de commissie-Veerman is de leidraad voor de komende jaren, in combinatie met het brede agenderen van water in de lijn van het Nationaal Waterplan. En tegen alle stromen in moeten de watermensen in het nieuwe DG blijven knokken voor cre-atieve manieren om het primaire systeem te versterken. Ze moeten niet terugvallen in technische discussies en een beheers-matig beleid. Je moet lef hebben én een opvatting. Beide zijn bij ex-DGW’ers ruim aanwezig. Kortom: wat moet blijven is een grote, professionele club van mensen met veel eigen verantwoordelijkheid, binnen de visie en strategie die door de politieke en ambtelijke top zijn uitgezet.’

‘Blijven knokken’

MARK DIERIKx

Landelijke rapportage derde toetsing primaire waterkeringen uitgebracht

Page 131: Water op de kaart gezet

127

Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening door parlement aanvaard 2011

‘DGW past qua integraliteit, aard, cul-tuur en werkwijze heel erg bij het ruim-tedomein. Maar de ruimtemensen werken met andere instrumenten om hun beleid te realiseren, vooral wetten en nota’s. DGW deed dat ook wel, maar had daarnaast ook de kunde om te programmeren en geld om te investeren. Die professionaliteit moet absoluut overeind blijven in het nieuwe DG. Waterbeleid mag niet terugzakken in de sfeer van de mooie verhalen, creatieve nota’s, leuke presentaties en zo meer. Uit-eindelijk verander je het beleid niet met nota’s. Die zakelijkheid, de efficiency, het handig opereren, moet in de nieuwe orga-nisatie absoluut school maken.

Vervolgens moeten ex-DGW’ers be-slist hun netwerken in de watersector blij-ven onderhouden en vernieuwen. Ik zie daar zelfs een mooie kans. Ruimte heeft

‘Hou je zakelijkheid, efficiënte optreden en netwerken’

ANNEMIEKE NIJHOF

sterke netwerken onder de provincies en gemeenten, DGW heeft ze met de water-schappen en de natte kennisinstituten. Daar valt intern heel wat uit te wisselen en te koppelen. Zorg ervoor dat binnen al die netwerken een positieve flow op gang komt en vergeet daarbij niet het bedrijfs-leven mee te nemen.’

Aanleg en oplevering Zandmotor

Page 132: Water op de kaart gezet

128

2011

Verhuisdozen vullen voor integratie in DG Ruimte en Water

Page 133: Water op de kaart gezet

8.

TIEN JAAR

DGW

IN KORT BESTEK 129129

Page 134: Water op de kaart gezet

130

PERIODE: 1 FEBRUARI 2002 - SEPTEMBER 2003

DE GEBOORTE VAN DG WATER EN DE INTRODUcTIE VAN DE MATRIx

Document: Beleidsvoornemen “De mensen van water”DG: Bert KeijtsDirecteuren: Herman Dijk, Anita Wouters

Beleidsafdelingen (met afdelingshoofden zonder inhoudelijke verantwoordelijkheid)• Bestuur en Internationaal (Patricia Grollé)• Veiligheid en Wateroverlast (Henk Kohsiek, opgevolgd door Bart Parmet)• Waterkwaliteit en Bouwgrondstoffen (Joost Buntsma)• Inrichting en Gebruik (Joost de Ruig)

Stafafdelingen• Bestuurszaken (Jan Jurgen Huizing)• control en Financiën (Ron Hofman)

Dossiers: Het werken met dossiers staat in de beginfase. In het beleidsvoornemen worden onder-werpen en projecten genoemd die door zogenaamde beleidsprocesmanagers kunnen wor-den getrokken. Dit zijn KRW, Integrale Waterwet, Integraal Kustzonebeleid, Structuursche-ma Oppervlaktedelfstoffen, Ruimte voor de Rivier, Spankracht, Noodoverloopgebieden, Internationale commissie OSPAR en IcBR, Internationale Wereldwaterforum, Internatio-nale Schelde-estuarium en Waterbeleid 21e eeuw. Nadere invulling van deze dossiers en dossiertrekkers heeft later plaatsgevonden.

Page 135: Water op de kaart gezet

131

Kreten uit die tijd: Mensen, medewerkers, ontwikkeling, vissenkom, de matrix, kennis en innovatie, beleids-producten, dossiers, projectteams, flexibiliteit, hoge knip, van zelf doen naar regisseren.

Korte samenvatting aanleiding en doel oprichting: Vanwege de ontvlechting van beleid, uitvoering en inspectie is op 1 februari 2002 het DG Water ontstaan als onderdeel van de bestuurskern van het ministerie van Verkeer en Wa-terstaat. Ervóór was het beleidsdeel van water onderdeel van Rijkswaterstaat en belegd bij de Hoofddirectie van de Waterstaat. Vanwege het toegenomen belang van het waterbeleid is er voor gekozen een separaat DG Water op te richten en het niet toe te voegen aan één van de bestaande DG’s.

De vorming van DG Water gaf een enorme impuls om het waterbeleid stevig op de kaart te zetten en op een nieuwe manier te gaan werken. Hierbij lag sterk de nadruk op projectmatig werken en versterking van HRM. Ook werd gekozen voor een klein DG Water met een zogenaamde “hoge knip”. Dit laatste betekende dat veel ondersteuning gevraagd werd aan Rijkswaterstaat, vooral vanuit de specialistische diensten (RIZA, DWW en RIKZ, later samengevoegd tot Waterdienst). De RWS’ers waren hele goede krachten. Alle jaren is er intensief gebruikgemaakt van deze mogelijkheid (circa 150 fte. per jaar).

Uit het beleidsvoornemen DG Water kan de volgende zin worden opgetekend die kenmerkend is: “Kortom, het DG Water moet met diepgaande inhoudelijke kennis en een flexibel innovatief vermogen een leidende en richtinggevende rol waarmaken in maatschappelijke processen door te schakelen, te verbinden, te regisseren en de politiek (bewindspersoon) te ondersteunen.”

Page 136: Water op de kaart gezet

132

PERIODE: 2003 - 2005

DE TWEEDE GOLF

Document: Tussenevaluatie DGW-vorming “Kijken over de dijken”(maart 2003) en Plan van Aanpak Tweede Golf (september 2003)DG: Bert Keijts, vanaf medio 2003 waargenomen door Herman Dijk.

Mark Dierikx vanaf 2004Directeuren: Anita Wouters, Renske Peters

Dossiers (Er zijn nu concrete dossiers, dossiercoördinatoren en subdossierhouders benoemd):• Thematisch: Hoogwaterbescherming, Waterbodems, Water, ruimte en gebruik, Waterkwaliteit, KRW/WB21• Geografisch: Schelde en Delta, Rijn, Maas, Eems en Wadden, Kust en Noordzee, EU, VN en Mondiaal• Procesgericht: Bestuur en Organisatie en VSE (verkenningen, strategie en evaluatie)

Beleidsafdelingen (kennisvelden, geen inhoudelijke verantwoordelijkheid, van 4 naar 3):• Veiligheid en Wateroverlast (Bart Parmet)• Gebruik en waterkwaliteit (Roel Meijers/ Jacques Vroon)• Bestuur en Internationaal (Patricia Grollé)

Stafafdelingen:• Directiesecretaris (Marja Wijnties, opgevolgd door Johan Willem van Dijk)• control en Financiën (Ron Hofman)

Page 137: Water op de kaart gezet

133

Portefeuille: • corporate Veiligheid en Security (Jac Remmen)

Kreten uit die tijd:Matrix, ontwikkeling, dossierteams, ondersteuning, programmamanagement, mede-werkers, van buiten naar binnen, teamontwikkelplannen (TOP’s).

Korte samenvatting aanleiding en doel verandering:Na een evaluatie van de eerste jaren bleek dat DG Water inmiddels goed op de kaart stond, maar dat een aantal zaken nog onvoldoende uit de verf kwam. De Tweede Golf had als doel verbeteringen door te voeren, zonder de structuur van de organisatie te wijzigen. Het betrof vooral het versterken van de projectteams, verbeteren van de kwaliteit van de beleidsproducten, vereenvoudigen van de procedures (waren ingewikkeld geworden met de invoering van de matrix), van buiten naar binnen werken, het versterken van de ont-wikkeling van de medewerkers en het verkleinen van de afstand tussen DT en MT en de medewerkers.

Page 138: Water op de kaart gezet

134

PERIODE: 1 JANUARI 2006 - JUNI 2009

DE MATRIx WORDT VERLATEN “IK WIL RUGNUMMERS!”

Document: Waterkoers 1 (zomer 2005) en Waterkoers 2 (zomer 2006) DG: Mark DierikxDirecteuren: Renske Peters, Anita Wouters, opgevolgd door Roel Feringa

Programma’s:• Water en Ruimtelijke Ontwikkeling (Joost Buntsma)• Bestuur, Organisatie en Instrumentatie (Jos van Dalen, opgevolgd door Wino Aarnink)• Water en Kwaliteit (Sjoerd van Dijk)• Water en Veiligheid (Marion Smit, opgevolgd door Robert Smaak)• Regie Stroomgebieden (Jaap Verhulst)• Water en Gebruiksfuncties (Dick Verploegh, opgevolgd door Linda-Rose Santhagens)

Stafafdelingen• Directiesecretaris (Johan Willem van Dijk) • control en Financiën (Ron Hofman)

Horizontale accounts:• Kennis en Innovatie (Bart Parmet)• Internationaal (Bob Dekker)• Strategie (Erik Pool)• Interne samenwerking VenW (Patricia Grollé)

Page 139: Water op de kaart gezet

135

Portefeuille: • corporate Veiligheid en Security (Gerrit Dubbeld)

Project: • Nationaal Waterplan

Kreten uit die tijd:(Maatschappelijke) verandering, paradigmashift: “van keren en beheren naar anticiperen en meebewegen met water”, transitiedenken, klimaat, economie.

Korte samenvatting aanleiding en doel reorganisatie:Mede op basis van het visiedocument Waterkoers (nr.1 in 2005 en nr.2 in 2006) werd in 2006 de matrix-organisatie verlaten en programma’s ingesteld met programmaleiders. De zes programma’s waren gevormd op basis van inhoudelijke thema’s en richtten zich alle op een paradigmashift. De nieuwe DG Mark Dierikx wilde ook dat het DT de program-maleiders direct op de inhoud kon aanspreken (“ik wil rugnummers”). Tot 2006 waren de inhoudelijke aanspreekpunten de dossiercoördinatoren en projectleiders, dat waren er vele tientallen en dit gaf een onoverzichtelijke sturingslijn. De nieuwe programmaleiders waren in 2006 verantwoordelijk voor de inhoudelijke output en kwaliteit, en vanaf 2007 ook HRM-verantwoordelijk. Er werd gekozen voor programma’s die wel flexibel waren: ieder jaar werd bepaald of de programma’s moesten worden aangepast en waar de accenten werden gelegd. Naast de programma’s werden accounts ingesteld voor onderwerpen die in alle programma’s speelden, kennis & innovatie, strategie, internationaal en samenwerking met Rijkswaterstaat en de Inspectie.

Page 140: Water op de kaart gezet

136

PERIODE: JUNI 2009 - 31 DECEMBER 2011

VAN GOED NAAR BETER

Document: VernieuwingsplanDG: Annemieke Nijhof, opgevolgd door waarnemend DG chris KuijpersDirecteuren: Roel Feringa, Renske Peters en Gerrit Dubbeld

Programma’s:• Waterveiligheid (Robert Smaak)• Kwaliteit en Kwantiteit (Jan Busstra)• Gebieden (Linda-Rose Santhagens)• Bestuur en Regie (Jaap Verhulst, opgevolgd door Lucia Luijten)• Uitvoering, Monitoring en Evaluatie (Wino Aarnink)

De accounts SKI (Strategie, Kennis en Innovatie) en Internationaal werden verankerd in de lijn. De afdelingen control en Financiën en een deel van Bureau DG (m.n. HRM) zijn sinds september 2008 ondergebracht bij de SSO.

Stafafdeling:• Bureau DG (Johan Willem van Dijk)

Portefeuille: • corporate Veiligheid en Security (Gerrit Dubbeld)

Page 141: Water op de kaart gezet

137

Project:• Nationaal Waterplan

Kreten uit die tijd:Primaire proces, afdelingen, de lijn is de lijn, inhoud, externe oriëntatie

Korte samenvatting aanleiding en doel vernieuwing:In 2009 werd het tijd voor een verdere professionalisering van DG Water met het Vernieuwingsplan 2009-2012. Er waren inmiddels taakstellingen vanuit de politiek en na de totstandkoming van het Nationaal Waterplan lag de nadruk meer op realisatie, financiering en gebiedsgerichte aan-pak (via het MIRT). Ook is gestart met het Deltaprogramma als speerpunt voor de komende jaren. Dit heeft geleid tot een heroriëntatie van de programma’s. Het aantal ging terug van zes naar vijf. Met de programma’s UME en Gebieden werd sterker invulling gegeven aan de nieuwe ontwikke-lingen. Regie Stroomgebieden en Bestuur, Organisatie en Instrumentatie werden samengevoegd. De werkwijze van DG Water werd verder geprofessionaliseerd gebaseerd op het sturings- model van “de lijn is de lijn”. Er werd sterker ingezet op de externe oriëntatie, vooral buiten de klassieke waterkolom. De ontwikkeling van de medewerkers en de open cultuur bleven een belangrijk onderdeel van DG Water.

Page 142: Water op de kaart gezet

138

BEWINDSPERSONEN 2002 - 2011MIJLPALEN IN HET WATERBELEID

BEWINDSPERSONEN MIJLPALEN

Monique de Vries3 augustus 1998 - 22 juli 2002 (Kabinet-Kok II)

• Nota “Anders omgaan met water; waterbeleid in de 21e eeuw” (2000)• Derde Kustnota (2000)

2002 • Officiële start DG Water• Advies commissie Noodoverloopgebieden (Luteijn)• Ruimte voor de Rivier geïnitieerd

Melanie Schultz van Haegen-Maas Geesteranus22 juli 2002 - 22 februari 2007 (Kabinet-Balkenende I, II en III)

Was van oktober 2004 tot februari

2005 en van augustus tot december

2006 met zwangerschapsverlof,

en werd in die perioden waargenomen

door Karla Peijs.

2003• Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) • Start publiekscampagne Nederland leeft met Water • Eerste Landelijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen• Watertoets

2004• 100 miljoen subsidieregeling koploperprojecten NBW• Initiatief EU Hoogwaterrichtlijn

2005• Waterschapswet gemoderniseerd• Wet op de waterkering gewijzigd• Droogtestudie afgerond• Innovatieprogramma Leven met Water gestart• Kabinetsbesluit over PKB Ruimte voor de Rivier• Kabinetsstandpunt Rampenbeheersing Overstromingen

2006• PKB Ruimte voor de Rivier• Tweede Landelijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen• Verkenning ‘Waterveiligheid 21e eeuw’ gestart• Wetsvoorstel tot modernisering van het waterschapsbestel• Wetsvoorstel Waterwet• Decembernota waterkwaliteit• Zwakke schakels kust (op één na) vastgesteld

Page 143: Water op de kaart gezet

139

Tineke Huizinga-Heringa 22 februari 2007 - 23 februari 2010 (Kabinet-Balkenende IV)

Na val kabinet tot oktober

2010 waarnemend minister van

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

en Milieubeheer

Camiel Eurlings23 februari 2010 - 14 oktober 2010

2007• Watervisie ‘Nederland veroveren op de toekomst’• Instelling Deltacommissie• Hoogwaterbeschermingsprogramma• Taskforce Management Overstromingen ingesteld• Wet modernisering waterschapsbestel

2008• Advies Deltacommissie ‘Samen werken met water’ (Veerman)• Nationaal Bestuursakkoord Water actueel (NBWa)• Wetten tot goedkeuring verdragen uitvoering Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium• Watercanon ‘Zoden aan de dijk’ • Ontwerp Nationaal Waterplan

2009• Waterwet in werking getreden• Nationaal Waterplan 2009 – 2015 • Stroomgebiedbeheerplannen Eems, Maas, Rijn en Schelde

2010• Wetsvoorstel Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening• Deltacommissaris treedt aan• 1e Deltaprogramma

Joop Atsma14 oktober 2010 tot heden (Kabinet-Rutte)

• Advies Taskforce Hoogwaterbeschermingsprogramma (Ten Heuvelhof)

2011• Bestuursakkoord Water• Besluit versterking Afsluitdijk • Herziening intrekken Kierbesluit• Derde Landelijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen • 2e Deltaprogramma• Dummy Deltafonds• Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening aanvaard

Page 144: Water op de kaart gezet

140

KAMERVRAGEN

11

7 1

7 8

8 10 30 22 19 34

2002

20

03

2004

20

05

2006

2007 2008 2009 2010

2011

Kamervragen

Het aantal Kamervragen over het waterbeleid varieerde in de afgelopen tien jaar nogal. De eerste jaren stonden steeds Limburg met de Maaswerken en de dijkverzakking in Stein in het middelpunt van de politieke belangstelling. De waterkwaliteit van Rijn en Maas scoorde in de jaren ’04 en ’05 erg goed. De bypass IJsseldelta hield al in 2007 de gemoe-deren bezig en vanaf die tijd duikt ook steeds weer de Hedwigepolder op én de Kier in de Haringvlietsluizen. De honderden vragen bij Nota-overleggen en dergelijke zijn hierbij buiten beschouwing gelaten.

Page 145: Water op de kaart gezet

141

Voor de productie van DGW was de bijdrage van Rijkswaterstaat onmisbaar. Beleids- advisering, secretariaatsfuncties, vertegenwoordiging van DGW in internationale werk-groepen, opstelling van rapportages en evaluaties, begeleiding van opdrachten aan de markt en aan Deltares. Op vele fronten is een beroep gedaan op RWS’ers, zowel van de Waterdienst en zijn voorgangers RIZA, RIKZ en DWW als van de regionale diensten. Door een hoge knip, waarbij RWS veel werk en verantwoordelijkheid op zich nam, kon DGW een relatief compacte organisatie blijven.

In de loop der tijd is de BOA-capaciteit geleidelijk gedaald, maar steeds aanzienlijk gebleven. In 2011 gaf het Deltaprogramma wel een extra vraag.

BELEIDSONDERSTEUNING EN -ADVISERING (BOA) DOOR RWS

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011

Fte’s

ca.200

220197

177 163 153 171

Page 146: Water op de kaart gezet

142

Uit de figuren blijkt dat de uitgaven voor waterkeren sinds 2007 duidelijk stijgen, dat komt met name door de uitvoering van Ruimte voor de Rivier en het Hoogwaterbescher-mingsprogramma. De kleine piek in 2003 komt door een bijdrage aan Nijmegen voor de realisatie van de stadsbrug.

Bij waterbeheer is sprake van een kleine, meer geleidelijke stijging in de uitgaven. De piek in 2009 wordt veroorzaakt door een hogere realisatie op het Verbeterprogramma Water-kwaliteit Rijkswateren (incl. KRW- en WB21-maatregelen). De daling in 2010 komt door vertragingen bij het saneren van de Hollandsche IJssel en het Kanaal door Walcheren en het aankopen van gronden bij het Haringvliet i.v.m. het Kierbesluit.

Zichtbaar is ook hoe het stond met de benutting van de begrote gelden op beide terreinen.

HET WATERBELEID FINANcIEEL GEZIEN

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

2003

2002

0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1.000

RealisatieBegroot

miljoen euro per jaar

waterkeren

Page 147: Water op de kaart gezet

143

0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1.000

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

2003

2002

Realisatie Begroot

miljoen euro per jaar

waterbeheren

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

2003

2002

0 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400

Realisatie waterbeherenRealisatie waterkeren

miljoen euro per jaar

realisatie waterbeheren en -keren

Page 148: Water op de kaart gezet

144

WERKTEVREDENHEID

Hoe stond het met de werktevredenheid bij DG Water?De algemene tevredenheid bij VenW was 80 in 2010 (schaal 1 - 100). Uitgesplitst naar dienstonderdelen zag het beeld er als volgt uit.

VenW

Centraal VenW

DGLM

DGMO

DGW

SSO

RWS

IVW

KNMI

2008 2010

...61 80...schaal 1-100 ...61 80...

Page 149: Water op de kaart gezet

145

VenW

Centraal VenW

DGLM

DGMO

DGW

SSO

RWS

IVW

KNMI

2008 2010

...61 80...schaal 1-100 ...61 80...

Page 150: Water op de kaart gezet

146

PERSONEELSVERLOOP

DG Water heeft gedurende haar gehele bestaan zo rond de 100 formatieplaatsen geteld. In de eerste jaren was het personeelsbestand vri j stabiel. Hoewel de ci j fers over de afgelopen jaren niet erg goed zi jn te achterhalen, is wel duideli jk dat in 2004 en 2005 met het vertrek van 14 respectieveli jk 13 collega’s een grote uitstroom aan expertise plaatsvond. Deze DGW’ers maakten gebruik van de FPU-regeling. In 2006 en 2007 was er met 9 respectieveli jk 8 vertrekkers opnieuw een piek.

Veruit de meeste DGW’ers die van baan veranderden bleven wél voor de Rijks-overheid werken (ca. 20). Het vertrek naar een waterschap, provincie of het bedri jfs-leven is nagenoeg geli jk verdeeld.

Page 151: Water op de kaart gezet

147

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Page 152: Water op de kaart gezet

COLOFON

WATER OP DE KAART GEZET, terugblik op net geen 10 jaar Directoraat-Generaal Water is de laatste uitgave van DG Water. De samenstel l ing en begeleiding waren in handen van: Wino Aarnink, Anne-Geer de Groot, Frank Hall ie, Gert-Jan de Maagd, Senta Modder en Kees Poot.

Interviews en tekst Rob Bijnsdorp en Wim van WijkVormgeving Annemarie Wijmenga Infografie Mariëtte BoomgaardCartografie omslag Anton MijsFoto’s DGW-archief, Rob Bijnsdorp, Henri cormont, Karen van Essen, John Maaskant

en Marieke van der VeldenRealisatie BcP | de LynxDrukwerk LecturisBindwerk Van Mierlo

Uitgave Directoraat-Generaal Water, januari 2012

Page 153: Water op de kaart gezet
Page 154: Water op de kaart gezet
Page 155: Water op de kaart gezet
Page 156: Water op de kaart gezet

Laut de Borst, Paul Berends, Sybrand Landman, H. Bollema, Bart Parmet, Jaap Verhulst,

Anita Wouters, Roel Zijlmans, Paul Saager, Henk Sterk, Evert Jagtman, Bert Keijts, Els

de Wit, H. Jonker, Jac Remmen, Cock Blijleven, Pieter Brolsma, Gert-Jan de Maagd, Trudy

Wanders, Sjoerd Hoornstra, Els Groskamp, Hans ’t Hoen, Robinia Heerkens, Harm Oterdoom,

Fatma Aytekin, Jos Hellings, Aline Arends, Jelke Bosma, Hermien Busschbach, Boris Crijnen,

K.H. Kraus-Tjan, Mark Dierikx, Ben van de Wetering, Henrice Wittenhorst, Gerard Langerak, Ineke

Bakker-van Leeuwen, Albert van der Beesen, Carel de Villeneuve, M.T.B. Desmense, Ruud van der

Klooster, Jacques Vroon, Marieke van Nood, Ine Minis, Joop Montree, Henk Kohsiek, Bart de Jong,

L. Kramer, Y. Oppenheimer, W.H. Konings-Vosselman, Koos Wieriks, Paula van Teylingen-Roest, Loes

de Jong, Saskia Ras, Rasida Talhi-Boukayouh, Margreet Hobbelen, Laura van Breen, Jona Maitland, Dick

Hoftijzer, Miranda de Bruyn, Jeroen Kaspers, Jan Jurgen Huizing, Adrie Huissoon, Adriënne van der Sar, Bart

Thorborg, Donate den Hertog-de Groen, Nicole Kalsbeek, Gert van Driel, Eric Boessenkool, Sylvia Schikhof,

F. Schimmel, Dick Verploegh, Myra Kremer, Jurjen Keuning, Pieter Kroes, Bart de Mooij, Cees van Laarhoven, Leo

van Asperen, Isabel Dane, M.C. van Woerkom, Janec van der Lans, Ada Kruijskamp, Ron Hofman, Patricia Grollé,

Carlein Maka, Henrike Branderhorst, Geeta Bhikharie, T. Koppert, E.B.T.M. Janssen, Nelly La Brijn-Audier, Anne Ubbels,

Marijke Bos, D. van Gerven, Grada van Asselt, Nelleke Venema, Marijke Dirkson, Peter Gerbrands, Charles Aangenendt, Wino

Aarnink, Lodewijk Abspoel, Ummara Ali, Bianca Antonisse, Egon Ariëns, Monique Baak, Manja Baar, Hans Balfoort, Eric van Beek,

Monique Berendsen, Anneke van den Berg, Marije van den Berg, William van Berkel, Pieter den Besten, Bianca van der Helm, Indra

Bishesar, René Bol, Emmy Bolsius, Tineke van Bommel-Reehoorn, Jos Boomaerts, Monique Bor, Ans van den Bosch, Richard Braakenburg van

Backum, Bram Bregman, Joris Broers, Wim de Buck, Geert Buijs, Bert Bulsink, Joost Buntsma, Jan Busstra, Magda Caffé, Mario Cerutti, Henna

Chan, Olga Clevering, Izabel Costa-Klinkers, Jos van Dalen, Bob Dekker, Brigitte Dessing-Peerbooms, Johan-Willem van Dijk, Marlou van Dijk,

Luit-Jan Dijkhuis, Gerrit Dubbeld, Annelieke Duker, Marco Erkens, Karen van Essen, Corinne van Everdinck, Roel Feringa, Louis Fick, Rob Geels,

Willem-Jan Goossen, Laura Graafland, Martijn van der Groep, Anne-Geer de Groot, Frank Hallie, Corrie van ’t Hart, Edward Haverkamp,

Marieke Hazelhoff, Irma van Helden, Michelle Hendriks, Floris Hoek, Ineke van der Vooren, Sjoerd Jansen, Douwe Jonkers, Irma Kemp, Yasin

Keskin, Karin Ketting, Loek Knijff, Peter Knoop, Erik van Kol, Bart Kornman, Tamis Kwikkers, Lennart Langbroek, Michiel de Lijster, Marcel

Lohuis, Lucia Luijten, John Maaskant, Gaytrie Mahabier, Willem Mak, Judith Marinissen, Myrna Meester, Amber Mekkes, Henk Merkus, Senta

Modder, Sandra Mol, Diederik van der Molen, Bert Naarding, Marinka van Nielen-Kiezebrink, Anouk te Nijenhuis, Rinus Nol, Regina Oosting,

Sietze van Oosten, Stephanie Paardekooper, Jip Peijpe, Renske Peters, Irma Philips, Erik Pool, Kees Poot, Koos Poot, Marijke Pors, Renske

Postma, Katja Portegies-Boot, Sylvia van Prooijen, Ellen Raadschelders, Peter Regoort, Daniëlle Remmerswaal-Van Os, Loes Rijgersberg,

Hans Leeflang, Marc de Rooy, Linda-Rose Santhagens, Maarten Scheffers, Robert-Jan Schoonenboom, Marlies Schooten, Rinus Schroevers,

Rogier Schulte Nordholt, Beata Sikorska, Robert Smaak, Jacqueline Smit, Rob Smit, Roy Smits, René Spitter, Lilianne van Sprundel, Ruud

Stam, Sofie Stolwijk, Rachida Talhi, Ruud Teunissen, Jos Timmerman, Wim van Urk, Pieter Vermeer, Niels Vlaanderen, Tina de Vries, Wim de

Vries, Marije Walenkamp, Marianne Walgreen, Noraly Wieldraaijer, Marja Wijnties, Felix Wolf, Ruben Zeegers, Wilbert van Zeventer, Peter van

Zundert, Huub van Zwam, Tineke van der Zwan, Carien van Zwol, Rob Bloemhard, LaiYie Chong, Herman Havekes, Walja Karten, Karin Kooij,

Evert van der Meide, Annemieke Nijhof, Ruurd Reitsma, Marius Schwartz, Martje Storm, Josefien van de Ven, Ale van der Hoek, Herman Dijk,

Karel Mounier, Joost de Ruig, P.K. Omvlee, Isabel van de Geer, Rutger Smit, Marion Smit, Sjoerd van Dijk, Ingrid Stassen, Bart Korf, Alwin

Nijhuis, Freek de Vries, Willem Schreurs, C.M. Zwetsloot, W. Fluks, Eric Boessenkool, Jeannette van Arum, Lilian van den Aarsen, Chris Kuijpers