Wat verandert in perspectief ?

24

description

Wat verandert in perspectief ?. Wat verandert NIET ?. Twee lijnen snijden elkaar in één punt. Twee punten liggen op één lijn. Er zijn ook nog ‘ontaarde’ kegelsneden, die ontstaan als de snijvlak door de top van de kegel gaat: twee snijdende lijnen, twee samenvallende lijnen. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Wat verandert in perspectief ?

Page 1: Wat verandert in perspectief ?
Page 2: Wat verandert in perspectief ?
Page 3: Wat verandert in perspectief ?

Wat verandert in perspectief ?

Page 4: Wat verandert in perspectief ?

Wat verandert NIET ?

Page 5: Wat verandert in perspectief ?

Twee lijnen snijden elkaar in één punt.

Twee punten liggen op één lijn.

Page 6: Wat verandert in perspectief ?
Page 7: Wat verandert in perspectief ?

Er zijn ook nog ‘ontaarde’ kegelsneden, die ontstaan als de snijvlak door de top van de kegel gaat:- twee snijdende lijnen,- twee samenvallende lijnen.

De doorsnede kan tenslotte ook slechts één punt zijn,dit geval wordt later geïnterpreteerd als een cirkel met een imaginaire straal.

Page 8: Wat verandert in perspectief ?
Page 9: Wat verandert in perspectief ?

A is een projectieve* eigenschap

A geldt voor cirkels

A geldt voor alle kegelsneden

* dwz: een eigenschap die niet verandert bij centrale projecties

Page 10: Wat verandert in perspectief ?
Page 11: Wat verandert in perspectief ?

Stelling van Pascal:Liggen de hoekpunten van een zeshoek op een kegelsnededan liggen de snijpunten van overstaande zijden op één lijn.

Page 12: Wat verandert in perspectief ?

Sluitstelling van Poncelet:Sluit een n-hoek tussen twee kegelsneden, dan sluit elke n-hoek tussen deze twee kegelsneden.

Page 13: Wat verandert in perspectief ?
Page 14: Wat verandert in perspectief ?

?

Page 15: Wat verandert in perspectief ?

De sluitstelling wist Poncelet in eerste instantie alleen te bewijzen voor het geval van twee cirkels. Hij zocht vervolgens naar een methode om twee willekeurige kegelsneden middels projecties te vervormen tot twee cirkels.Zo kwam hij erop “ideale punten” toe te voegen. Tegenwoordig zijn die ideale punten punten met complexe coördinaten. Net als bij het factoriseren van veeltermen over R is het nuttig te werken over C.

Page 16: Wat verandert in perspectief ?

Uitbreiding met ‘ideale’ punten:Een kegelsnede en een rechte snijden elkaar intwee punten (of één dubbelpunt)

Twee kegelsneden hebben altijd vier punten gemeen.

Page 17: Wat verandert in perspectief ?

Stelling van Bézout

Gegeven twee algebraïsche krommen van graad n resp m. Dan hebben zij nm punten gemeen óf hun polynomen hebben een gemeenschappelijke factor.

Page 18: Wat verandert in perspectief ?

Algebraïsche aanpak (toelichting)Krommen zijn verzamelingen nulpunten van polynomen.

De rechte lijnen horen bij de eerstegraads polynomen.De kegelsneden horen bij de tweedegraads polynomen.

Als het polynoom ontbonden kan worden in factoren is de bijbehorende kromme “ontaard”, en bestaat uit de vereniging van de krommen die bij de afzonderlijke polynomen horen. Bijvoorbeeld: de ontaarde kegelsneden “twee snijdende lijnen” hoort bij een tweedegraads polynoom van de vorm l1l2 waarbij de ene lijn bij

de eerstegraads l1, en de andere bij de eerstegraads l2 hoort. Uit de stelling van Bézout volgt dat als een tweedegraads K en een lijn l meer dan twee punten gemeen hebben, de polynomen van K en l een factor gemeen hebben, en dat danwel het polynoom van l zijn. De kromme K is dan dus een ontaarde kegelsnede en bestaat dus uit twee snijdende lijnen (die eventueel samen kunnen vallen), en waarvan l er één is.

Page 19: Wat verandert in perspectief ?

Door de kegelsneden als nulpuntverzamelingen van tweedegraads polynomen te beschouwen kunnen veel stellingen uit de projectieve meetkunde algebraisch worden bewezen. In sommige gevallen worden die bewijzen zeer eenvoudig en berusten slechts op het handig tellen van eventuele snijpunten. Als voorbeeld bekijken we een algebraisch bewijs van de Stelling van Pascal, berustend op de voornoemde Stelling van Bézout.

Page 20: Wat verandert in perspectief ?

Familie derdegraads krommenvervormt van het ene drietal zijden tot het drietal overstaande zijden.Steeds liggen de zes hoekpunten en dedrie snijpunten op die derdegraads.

K t : t l1l3l5 (1 t)l2l4l6 0 t [0,1]

Page 21: Wat verandert in perspectief ?
Page 22: Wat verandert in perspectief ?

Door elk punt van het vlak passeert een Kt

Page 23: Wat verandert in perspectief ?

dus zekere derdegraads Kt heeft meer dan 6 punten gemeen met de tweedegraads K. Dan blijft voor Kt nog een eerstegraads factor over,oftewel een rechte lijn.

Door elk punt van het vlak passeert een Kt ,

Page 24: Wat verandert in perspectief ?

dus zekere derdegraads Kt heeft meer dan 6 punten gemeen met de tweedegraads K. Dan blijft voor Kt nog een eerstegraads factor over,oftewel een rechte lijn. En daarop liggen de drie snijpunten van overstaande zijden.

Door elk punt van het vlak passeert een Kt ,