WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ......

16
WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? Brochure voor leraren (bijvoegsel/advertentie)

Transcript of WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ......

Page 1: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS?Brochure voor leraren

(bijvoegsel/advertentie)

Page 2: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

EENHEIDSSTRUCTUUR

ACCENT OP TALENT

PROEFTUINEN

DE SCHOOL STAAT NIET ALLEEN

VLAAMS REGEER- AKKOORD 2004-2009

ORIËNTATIENOTA ‘MENSEN DOEN SCHITTEREN’

STAPSGEWIJZE INVOERING CONCRETE MAATREGELEN

VLAAMS REGEER- AKKOORD 2009-2014

MASTERPLAN HERVORMING SECUNDAIR ONDERWIJS

COMMISSIE-MONARD

1990

2003

2005

2009

2013

1992

2004

2010

20132025

2009

TIJDLIJN

V.U.: Luc Jansegers Agentschap voor Onderwijscommunicatie Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel

Redactie/eindredactie: Alexandra De Laet Vormgeving: echtgoed.be Druk: EVMprint Depotnummer: D/2013/3241/199

ELITEONDERWIJS VOOR IEDEREEN

Page 3: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

Waarom hervormen? • Internationaal onderzoek toont aan dat zowel onze beste

leerlingen als de grote middenmoot significant minder sterk beginnen te presteren, onder meer voor leesvaardigheid en wiskunde.

• 1 op de 8 jongeren haalt geen diploma secundair onderwijs. • Een juiste studiekeuze blijft moeilijk, onder meer door (te)

vroeg (moeten) kiezen en de vele studierichtingen. • Sociale afkomst bepaalt nog te veel de school- en studie-

keuze, de slaagkansen en studieresultaten, ondanks de vele inspanningen en investeringen.

• Het secundair onderwijs moet mee evolueren met de sa-menleving. Denk maar aan technologie en wetenschap, eco-nomie en financiën, vreemde talen, creativiteit, burgerzin...

• Veel jongeren zijn te weinig gemotiveerd of schoolmoe. • Voor veel leerlingen is de overgang van de basisschool naar

het secundair onderwijs te bruusk.

Beste leraarVlaanderen is trots op zijn onderwijs. Terecht. Maar sterk onderwijs is het ook aan zichzelf verplicht om verbeter-punten te benoemen en aan te pakken. Daarvoor is dit voorjaar de koers uitgestippeld. De Vlaamse regering heeft het masterplan voor de hervorming van het secun-dair onderwijs op 4 juni 2013 goedgekeurd.

Daarbij gaat het niet zomaar om een nieuwe structuur. We gaan naar een secundair onderwijs dat de sterktes van onze onderwijstradities koppelt met aanpassingen aan onze veranderende samenleving en arbeidsmarkt. Het gaat er vooral om alle kinderen alle kansen te geven en ons onderwijs op topniveau te houden.

De hervorming komt niet met een ‘big bang’. De maatre-gelen worden stap voor stap uitgevoerd. Sommige maat-regelen al in 2014, andere later. Over ongeveer 12 jaar zal de hervorming helemaal rond zijn.

Ook jij speelt een belangrijke rol bij deze hervorming. Want als leraar ben jij een van de mensen die het op het terrein elke dag waarmaken voor al die jongeren in onze klassen.

Aarzel dus niet om het ons te laten weten als je vragen, opmerkingen of voorstellen hebt. Hoe je dat kan doen, lees je op de laatste bladzijde van deze brochure.

En wil je meer weten of zelf het masterplan lezen? Kijk dan zeker ook eens op www.hervormingsecundair.be.

Lees alles over de verschil-lende maatregelen in het masterplan in deze brochure:

Uitrol in schooljaar 2013-2014 en 2014-2015

Uitrol vanaf schooljaar 2015-2016

956 SCHOLEN

420.000 LEERLINGEN

61.800 LERAARS

WWW.HERVORMINGSECUNDAIR.BE

Page 4: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

4 Uitrol in schooljaar 2013-2014 en 2014-2015 Uitrol vanaf schooljaar 2015-2016

DE KWALITEIT GAAT OMHOOG, VOOR IEDEREEN

De hervorming zorgt voor een stevige verankering van de algemene vorming voor álle leerlingen. Per graad komen er ambitieuze sets van kennis, vaardigheden en attitudes die alle leerlingen moeten behalen: de sleutelcompetenties.

De hervorming zal dus zeker het niveau van ons onderwijs niet naar beneden halen. Integendeel: de lat gaat omhoog. Tegelijk is er extra aandacht voor leerlingen die het moeilijk hebben met het Nederlands: de basisschool kan hen een taalbad opleggen.

Taalscreening bij de overgang van de derde kleuterklas naar het lager onderwijs en bij de overgang van het zesde leerjaar naar het secun-dair onderwijs.

Basisscholen kunnen een verplicht taalbad Nederlands tot 1 jaar opleggen aan leerlingen.

Secundaire scholen kunnen tot 3 uur extra Nederlands opleggen buiten het curriculum.

Meer aandacht voor techniek, wetenschappen, economische en financiële kennis, moderne vreemde talen, sociale en burgerschapscom-petenties, creativiteit en ondernemingszin, sociaal-emotionele ontwikkeling en relationele vaardigheden.

Alle eindtermen worden competentiegericht geformuleerd.

Taalverwerving gebeurt niet alleen bij taal-vakken, maar scholen kunnen over bepaalde onderwerpen ook les geven in de vreemde taal (Content and Language Integrated Learning of CLIL).

Werkplekleren krijgt een essentiële plaats, min-stens in alle arbeidsmarktgerichte studierichtin-gen in de derde graad.

Er gebeurt een audit van de CLB’s. De resultaten van deze audit vormen de basis voor een hervor-ming van de leerlingenbegeleiding

GEEN VAKOVERSCHRIJDENDE

EINDTERMEN MEER

Het artificiële onderscheid tussen vakgebonden en vakoverschrij-dende eindtermen verdwijnt. Alle competenties die leerlingen moeten behalen, worden vastgehaakt aan vakken. Zo kunnen de eindtermen rond burgerschapsvorming worden opgenomen in de lessen Neder-lands en geschiedenis.

Het zijn de leerplanmakers die beslissen welke competenties in welke vakken of vakkenclusters be-haald moeten worden. Zo wordt ook duidelijk welke leraar verantwoor-delijk is voor de realisatie ervan. Gedaan dus met de vakoverschrij-dende eindtermen en de planlast die daarbij hoort.

WAT

VER

ANDE

RT H

ET M

ASTE

RPLA

N?

Page 5: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

WAT

VER

ANDE

RT H

ET M

ASTE

RPLA

N?

5

Elke leerling krijgt een persoonlijk leerlingen-dossier (zie kader), vanaf de kleuterklas tot en met het secundair onderwijs.

Scholen kunnen bijzondere leermeesters inzetten voor techniek en wetenschappen, Frans en muzische vorming – net zoals voor lichamelijke opvoeding.

We onderzoeken of de integratie in ‘wereld-oriëntatie’ de beste manier is om leerlingen vertrouwd te maken met wetenschappen, techniek, geschiedenis en aardrijkskunde.

Getuigschriften basisonderwijs moeten meer dezelfde lading dekken. Daarom worden ze gekoppeld aan eindtermgerelateerde leerplan-doelstellingen.

De netgebonden proeven worden op elkaar afgestemd en gevalideerd als ijkpunt voor het uitreiken van het getuigschrift basisonderwijs.

PERSOONLIJK DOSSIER GROEIT MEE

Een persoonlijk leerlingendossier zal elke leerling volgen in zijn/haar volledige schoolloopbaan, ook van de ene school naar een andere. Hierin komen alle relevante gegevens voor de schoolloop-baan aan bod.

Het online systeem maakt het mogelijk ouders en leerlingen nauw te betrek-ken door hen lees- en schrijfrechten te geven. Zo wordt het leerlingendossier een echt instrument voor (keuze)bege-leiding. Voor leraren die op meerdere plaatsen lesgeven, heeft dit bovendien het voordeel dat ze voor alle leerlingen met hetzelfde systeem kunnen werken.

De uitwerking gebeurt in overleg met de privacycommissie.

VRAAG: Techniek, Frans en cultuur/kunst aanbieden in het vijfde en zesde leerjaar is een goed idee. Maar moe-ten vakleerkrachten dat doen?ANTWOORD: Het moet niet, het mag. Leerlingen raken zo vertrouwd met het concept van de vakleraar. Boven-dien zegt driekwart van de leraren in het basisonderwijs zich niet in staat te voelen om leerlingen een uitdagend aanbod te geven op vlak van techniek. Zij kunnen daarvoor dus rekenen op een collega. En wie zich wil specialise-ren, kan dat. In sommige bassischolen werkt het lerarenteam trouwens al op die manier.

VLOTTE OVERSTAP VAN LAGER NAAR SECUNDAIR ONDERWIJS

Gisteren de grootste, vandaag weer de kleinste. En bovendien van de ene dag op de andere gecon-fronteerd met een heel andere manier van lesgeven. Dat ervaren alle leerlingen nu bij de start van het secundair onderwijs. Een meer geleidelijke overgang van basis- naar secundair onderwijs kan proble-men helpen voorkomen.

Page 6: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

6

VERBREDE EERSTE GRAAD VOOR BETERE ORIËNTATIE

De eerste graad wordt een echte oriënterende graad. Zonder voorafname op keuzes die de leerlingen in de tweede graad zullen maken. Leerlingen leren er hun interesses beter ontdekken en ontwikkelen. Elk met de gepaste prikkels: uitdagend of ondersteunend. En met leerlingen die op hun plek zitten, is ook het lesgeven aangenamer.

De eerste graad krijgt een bredere instroom en een breder inhoudelijk lessenpakket.

Alle leerlingen met een getuigschrift basis- onderwijs komen in de oriënterende eerste graad terecht. Voor andere leerlingen is er een schakel-traject.

In het eerste jaar krijgen alle leerlingen een brede basisvorming. Daarnaast is er een keuzegedeelte dat leerlingen een duwtje in de rug kan geven, of hen extra uitdagen.

Ook in het tweede jaar krijgen leerlingen nog een groot gemeenschappelijk aanbod. Daarnaast kie-zen ze uit een (kleiner) aantal basisopties.

Getuigschrift basisonderwijs behaald?

ja

1ste jaar 1ste jaar

2de jaar 2de jaar

3de jaar mogelijk in schakelproject

ORIËNTERENDE EERSTE GRAAD SCHAKELTRAJECT

nee

27u basisvorming 27u basisvorming5u differentiatie 5u differentiatie

25u basisvorming 20u basisvorming7u basisoptiesdifferentiatie

12u beroepenvelddifferentiatie

12u beroepenvelddifferentiatie

20u basisvorming

Page 7: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

WAT

VER

ANDE

RT H

ET M

ASTE

RPLA

N?VRAAG: Ik geef les in het buitenge-woon secundair onderwijs (BuSO). Hoe zit het met deze onderwijstak in de geplande hervorming? ANTWOORD: Het BuSO maakt geen deel uit van deze hervorming. Voor hervormingen in het buitengewoon onderwijs ligt een ontwerp van decreet klaar met belangrijke en noodzakelijke maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijs-behoeften. De regering onderhandelt hierover nog met het onderwijsveld.

7

De B-stroom in de eerste graad wordt her-vormd tot een schakeltraject. Daarin is een derde jaar mogelijk.

Enkel wie geen getuigschrift basisonderwijs heeft, kan nog doorstromen naar een schakel-traject (de huidige B-stroom).

Wetenschap en techniek behoren tot de basis-doelstellingen. Nieuwe leerplannen maken een onderscheid tussen basisdoelstellingen voor iedereen en uitbreidingsdoelstellingen, maar beide worden ambitieus geformuleerd.

Differentiatie kan zowel om te verdiepen als om te remediëren én moet leerlingen keuze-vaardiger maken.

Differentiatie is mogelijk met techniek, wiskun-de, wetenschappen, kunst, economie, Neder-lands, moderne levende talen en klassieke talen. Dat is de inhoudelijke verbreding van de eerste graad. De klassenraad kan de mogelijke keuze-pakketten voor een leerling wel beperken.

Scholen moeten niet alle keuzemogelijkheden aanbieden, maar ze moeten wel zowel uitda-gende als remediërende pakketten aanbieden.

Scholen kiezen zelf en per vak of ze hetero- gene of homogene klassen vormen.

Leerlingen die dat willen, kunnen al vanaf 13 jaar een keuze maken. Wie het nog niet weet, kan wachten tot 14 jaar.

Op 14 jaar doorstromen naar de B-stroom blijft mogelijk.

Uitrol in schooljaar 2013-2014 en 2014-2015 Uitrol vanaf schooljaar 2015-2016

Page 8: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

“Leerlingen staan veel meer stil bij hun keuzes”

IN DE PRAKTIJK

ORIËNTERENDE EERSTE GRAAD

Zij doen het al: SCHOLENGROEP SINT-REMBERT, TORHOUT

Er lopen meer dan 6.000 leerlingen school in de scholengroep Sint-Rembert. De school biedt zowel de A- als de B-stroom aan, met alle mogelijke opties en keuzevakken. “Omdat we één grote middenschool zijn, is de mobiliteit groter”, vertelt algemeen directeur Ann Stael van scholengroep Sint-Rembert. “En we zien bijna altijd positieve keuzes, die kinderen en ouders in kleine stapjes nemen.”

“Er zijn 12-jarigen die precies weten wat ze willen: zij kunnen al kiezen in voorbereiding op hun latere studierichting. Maar er zijn ook 12-jarigen die niet weten welke kant ze uit willen. Nu staan álle leerlingen veel meer stil bij hun keuzes. Ook al omdat ze na het tweede jaar allemaal van school moeten veranderen.”

Ook voor de leerkrachten was het samen-brengen van de eerste graad een goede zaak, zegt Stael. “We hebben bijvoorbeeld al ons wetenschapsonderwijs samengebracht in één labocomplex. De leraars leren zo elkaar, elkaars richtingen en elkaars sterktes kennen. We zien bijvoorbeeld dat onze tso-leerkrachten die veel praktischer ingesteld zijn en de aso-leerkrach-ten die abstracter werken, spontaan dingen van elkaar overnemen.”

Page 9: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

9

MATRIXSTRUCTUUR IN TWEEDE EN DERDE GRAAD

Een eenvoudiger en transparanter onderwijslandschap: daar gaan we naartoe. Nu telt ons secundair onderwijs liefst 300 studierichtingen: dat worden er minder. Bovendien verdwijnt de opdeling in aso/bso/kso/tso. Jongeren (en ouders en scholen) krijgen meer zicht op de mogelijkheden en kunnen zon-der vooroordelen de studierichting kiezen die bij hen past.

Doel en domein gecombineerdLeerlingen kiezen in eerste instantie hun studie-richting op basis van hun interesses. Die hebben ze ten volle kunnen ontdekken in de eerste graad. Zo kunnen ze in de tweede graad een positieve keuze maken. Elke studierichting verzekert een goede aansluiting op het hoger onderwijs en/of de arbeidsmarkt.

Alle studierichtingen krijgen een plaats in de nieuwe matrixstructuur voor de tweede en derde graad. De matrix combineert de finaliteit van een studierichting (horizontaal) met één van de vijf thematische domeinen (verticaal).

DOORSTROOM (verder studeren)

DUBBEL DOEL (werken of studeren)

ARBEIDSMARKTGERICHT (gaan werken)

Wetenschap en Techniek

Taal en Cultuur

Welzijn en Maatschappij

Kunst en Creatie

Economie en Organisatie

Page 10: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

10

WAT

VER

ANDE

RT H

ET M

ASTE

RPLA

N? Er komen misschien nieuwe, maar in elk geval

minder en inhoudelijk geactualiseerde studie-richtingen.

Elke studierichting sluit goed aan bij het hoger onderwijs en/of de arbeidsmarkt. Ouders en leerlingen weten duidelijk wat de mogelijk- heden zijn na het secundair onderwijs.

Elke studierichting bevat vanaf de tweede graad naast een pakket basisvorming en een differentiatiepakket ook een specifiek gedeelte voor die studierichting.

In de tweede graad kunnen leerlingen nog altijd veranderen van studierichting.

In de derde graad zijn er meer studierichtingen dan in de tweede graad. In de puur arbeids-marktgerichte studierichtingen staat werkplek- leren centraal.

Puur arbeidsmarktgerichte studierichtingen leveren wel een diploma secundair onderwijs op, maar geen rechtstreekse toegang tot het hoger onderwijs.

Een extra voorbereidend jaar zorgt voor de aansluiting tussen puur arbeidsmarktgerichte opleidingen en het hoger onderwijs.

Zodra de matrix de kwaliteitstoets heeft door-staan, wordt hij operationeel en verdwijnen aso, bso, kso en tso.

De matrix zal uiterlijk 2016 klaar zijn. Onder-wijsverstrekkers, socio-economische partners en alle andere belanghebbenden evalueren dan de volledigheid, de inhoudelijke consistentie en de haalbaarheid. Dat is de ‘kwaliteitstoets’. Het onderwijs reflecteert dus zelf over de invulling van de matrix: de (politieke) beslissing om de matrix in te voeren, is al genomen. Er is trouwens veel draagvlak voor deze hervorming: de onderwijskoepels zijn vragende partij, net als actoren op de arbeidsmarkt en het hoger onderwijs.

VRAAG: Zal de hiërarchie tussen on-derwijsvormen wel verdwijnen? ANTWOORD: Nu kiezen kinderen en ouders vaak eerst uit ‘status’ voor aso, tso of bso en dan pas beslissen ze over de studierichting. In het nieuwe systeem start de keuze vanuit de interesse van de leerling. Vervolgens kiest hij of hij zich wil voorbereiden op de arbeidsmarkt of op verdere studies. De volgorde van keuze is anders en daardoor valt de hiërarchie weg die veel mensen in hun hoofd hebben. Bovendien zullen de leerlingen meer met elkaar in contact komen in de scholen en zullen ze minder vaak van school moeten veranderen als ze van richting veranderen.

Uitrol in schooljaar 2013-2014 en 2014-2015 Uitrol vanaf schooljaar 2015-2016

Page 11: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

11

DOORSTROOM (verder studeren)

DUBBEL DOEL (werken of studeren)

ARBEIDSMARKTGERICHT (gaan werken)

Wetenschap en Techniek

Taal en Cultuur

Welzijn en Maatschappij

Kunst en Creatie

Economie en Organisatie

DOORSTROOM (verder studeren)

DUBBEL DOEL (werken of studeren)

ARBEIDSMARKTGERICHT (gaan werken)

Wetenschap en Techniek

Taal en Cultuur

Welzijn en Maatschappij

Kunst en Creatie

Economie en Organisatie

Hoe ziet de school er straks uit?Scholen kiezen zelf hoe ze de nieuwe indeling toepassen. Er kunnen domeinscholen, campus- scholen, arbeidsmarktgerichte scholen en door-stroomscholen zijn. Die doorstroomscholen zullen overigens niet alleen leerlingen van het huidige aso opleiden, maar ook leerlingen die een andere studie kiezen waarmee ze kunnen gaan voort- studeren.

Er zullen ook domeinscholen zijn: die brengen jon-geren met dezelfde interesse bij elkaar. Zij vinden er een palet aan studierichtingen die voorbereiden op verdere studies en/of op een job.

Op domeinscholen groeien jongeren samen op en dat is goed voor de samenleving. Een paar jaar la-ter zullen die jongeren als afgestudeerde volwas-senen immers met elkaar samenwerken.

Maar ook voor leraars heeft een domeinschool heel wat voordelen. Leraars krijgen beter zicht op het volledige studieaanbod in een domein. En er is meer expertise aanwezig. Die is bovendien meer uiteenlopend, want omvat zowel abstracte kennis als praktijk. Daarom zal de overheid domeinscho-len aanmoedigen met incentives.

Ook op campusscholen leren jongeren die meteen willen gaan werken en jongeren die willen gaan voortstuderen, elkaar kennen. In tegenstelling tot domeinscholen bieden campusscholen echter niet alle keuzes binnen één domein aan, maar wel verschillende studies uit meerdere domeinen.

VRAAG: Gaan alle leerlingen nu samen in de klas zitten? ANTWOORD: Dat kan, maar het hoeft niet. Scholen kunnen in de eerste graad zelf kiezen hoe ze de leerlingen per vak willen groeperen. Ze kunnen de leerlingen willekeurig door elkaar plaatsen. Ze kunnen ook niveaugroepen vormen voor bepaalde vakken. Of ze kunnen vaste klassen behouden.

Vanaf de tweede graad organiseren scholen zich volgens studiedomeinen: Wetenschap en Techniek, Taal en Cultuur, Welzijn en Maatschappij, Kunst en Creatie, Economie en Organisatie. Verschillende studierichtingen worden in elk domein aangebo-den, van theoretische naar praktische richtingen en omgekeerd. Leerlingen kunnen binnen hetzelf-de domein vlot van de ene naar de andere richting schakelen.

Page 12: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

“De (denkbeeldige) lijn in het midden van de speelplaats is weg”

IN DE PRAKTIJK

WERKEN MET BELANGSTELLINGS-

GEBIEDENZij doen het al: CAMPUS DE HELIX,

MAASMECHELEN

“Wij spreken al drie jaar niet meer over aso, tso of bso”, vertelt Jo Buekers, pedagogisch directeur van het belangstellingsgebied we-tenschappen en talen bij campus de helix. “We hebben het over leertrajecten: abstract-theo-retisch, theoretisch-technisch, praktisch-tech-nisch en praktisch. Dat combineren we met vier belangstellingsgebieden: handelsweten-schappen, techniek en ontwikkeling, welzijn en sociale wetenschappen en wetenschappen en talen.”

“Natuurlijk moeten we in het begin vaak uitleg-gen waar onze begrippen voor staan, want wij zijn de enige in de regio die zo werken. Maar de leerlingen zelf hebben er geen moeite mee. Ze kennen elkaar trouwens veel beter: ze spor-ten samen of nemen samen de bus voor een uitstap, ook al hebben ze ter plaatse een apart programma. De (denkbeeldige) lijn in het mid-den van de speelplaats is weg en als we hier de opera uitnodigen, zitten ze broederlijk naast elkaar. Dat was vroeger ondenkbaar.”

“We merken bovendien dat onze leerlingen bewuster kiezen: ze kiezen voor hun interesses en voor het leertraject dat voor hen het meest geschikt is. We zien ouders en leerlingen nu ook bewust kiezen voor een technische richting, terwijl daar vroeger geen sprake van was. Op drie jaar tijd al zien we al dat het watervalsys-teem verminderd is.”

Leerlingen zitten beter op hun plaats, stelt Buekers vast, en dat is ook goed voor het onderwijs. “De klassen zijn homogener, en dat merken onze leraars. En ook in de lerarenkamer zie je toenadering. Bovendien konden wij door de schaalvergroting een betere omkadering uit-bouwen. Vroeger moest de directeur van alles op de hoogte zijn en had hij nauwelijks tijd voor de leerlingen. Nu heeft elk belangstellings- gebied een eigen pedagogisch directeur.”

Page 13: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

EN NA DE SCHOOLBANKEN?Elke leerling moet aan het einde van de rit minstens de sleutelcompetenties bezitten om goed te functioneren in de samenleving. Hij of zij moet ook goed voorbereid zijn op de arbeidsmarkt of op verdere studies. En vooral: uitblinken in zijn of haar mogelijkheden.

13

WAT

VER

ANDE

RT H

ET M

ASTE

RPLA

N? In elke onderwijszone komt er een onderwijsforum voor overleg tus-sen onderwijs en arbeidsmarkt.

Er komt overleg met het hoger onderwijs om de eindtermen van secundair onderwijs dat voorbe-reidt op voortstuderen, beter af te stemmen op de startcompetenties van het hoger onderwijs.

Vijfjaarlijks een screening van het arbeidsmarktgerichte studieaan-bod.

De rationalisering van het studie- aanbod begint in de gebieden koeling en warmte, voeding en handel. Daarop zijn al screenings uitgevoerd.

Programmatieregels zorgen ervoor dat het arbeidsmarktgerichte studieaanbod zo goed mogelijk is afgestemd op de arbeidsmarkt.

“Denkers en doeners en liefst de twee samen, met een passie voor wetenschap en technologie. Dat is waarnaar onze bedrijven op zoek

gaan. Ook op privévlak raak je zo veel verder met technologische kennis en inzicht. Laten we daarom onze jongeren zo vroeg mogelijk, vanaf het lager onderwijs, helpen hun technologische talenten te ontdekken. Zo kunnen we hen in het secundair onderwijs op een gedifferentieerde manier naar uitdagende opleidingen begeleiden, hen coachen en opvolgen. De manier waarop de lessen worden gegeven, is hierbij essentieel: het zijn immers de leraren die onze studen-ten zichzelf kunnen laten overstijgen en doen uitblinken.”

Wilson De Pril directeur-generaal Agoria Vlaanderen

“De plannen voor de hervorming van het secundair onderwijs hechten terecht veel belang aan het bevorderen van de keuzevaar-

digheid van de leerlingen. Een correcte inschat-ting van de mogelijkheden en een versterkte motivatie zullen de kansen op succes in het hoger onderwijs verhogen. De bewuste keuze om in de matrix een duidelijke plaats te geven aan technologie op doorstroomniveau is posi-tief. Daarnaast moet er ruimte blijven voor een vorming die ruim is en die leerlingen voorbereidt op het aanpakken van de grote problemen in de samenleving – problemen die altijd interdisci-plinair zijn.”

Ludo Melis voormalig vicerector onderwijsbeleid KU Leuven

Foto © KU Leuven - Rob Stevens

Uitrol in schooljaar 2013-2014 en 2014-2015 Uitrol vanaf schooljaar 2015-2016

Page 14: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

IN DE PRAKTIJK

NAADLOZE OVERGANG VAN SCHOOL NAAR

ARBEIDSMARKTZij doen het al: SPECTRUM-

COLLEGE, BERINGEN

Een echt huis bouwen: dat is wat de leerlin-gen bouw van het Spectrumcollege doen. De school werkt daarvoor samen met een Limburg bouwbedrijf. “Het bedrijf werkt met een tiental ploegen, en één daarvan bestaat uit jongeren van onze school”, vertelt directeur Carlo Clerx van Spectrumcollege Bovenbouw VTI. “Ze wor-den op de werf begeleid door een ervaren ar-beider van het bedrijf en door een leraar. Onze leerlingen van het vijfde en zesde jaar bouwen zo elk trimester een woning. In een ander project werken we samen met een bedrijf om elektriciteit te leggen – nu bijvoorbeeld in een discotheek – en elders helpen onze jongeren tandwielen voor windturbines maken.”

“Op de werkvloer doen onze leerlingen dingen die je op school niet zomaar kan: werken met een torenkraan, riolering aanleggen, machines bedienen... Bovendien zien ze het resultaat van hun werk: dat is heel wat anders dan op school een muurtje metsen, punten krijgen en het dan weer moeten afbreken. We zien bij die jongeren heel veel beroepsfierheid. En we trekken die projecten door naar andere vakken: als ze nu een plan tekenen, is dat het plan van het huis dat ze gaan bouwen. Dat motiveert hen.”

Elk jaar werft het bouwbedrijf enkele leerlingen aan, zegt Clerx nog. “In zo’n samenwerking investeren zowel de school als het bedrijf, en beide hebben er voordeel bij. Er ligt trouwens geen enkele steen verkeerd, hoor, in de huizen die onze leerlingen bouwen: ons samenwer-kingsproject is in de regio uitgegroeid tot een kwaliteitslabel.”

“Onze leerlin-gen zien echt resultaat van hun werk”

Page 15: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

BETERE ONDERSTEUNING VOOR LERAARS EN MEER MOGELIJKHEDEN

Sterk secundair onderwijs wordt gemaakt in sterke scholen, door sterke leraren die een team vormen. Om leraars beter te ondersteunen en scholen meer mogelijkheden te bieden, kunnen ze op bestuur-lijk vlak samenwerken in grotere groepen. Scholen die dat doen, worden daarvoor beloond. Er is ook aandacht voor de lerarenopleiding.

15

WAT

VER

ANDE

RT H

ET M

ASTE

RPLA

N? Scholen worden niet groter voor de leer-lingen, maar kunnen voor een slagkrachtig bestuur samenwerken in scholengroepen die gemiddeld 6.000 leerlingen opleiden.

Deze bestuurlijke schaalvergroting zorgt voor grotere werkgevers in het onderwijs, met een geprofessionaliseerd bestuur. Het biedt scholen meer kansen voor het personeelsbeleid, zorgbeleid, schoolloop-baanbegeleiding en brede schoolconcept en beginnende leraren meer werkzeker-heid.

Scholengroepen mogen regio- of niveau-overschrijdend georganiseerd worden en tellen minstens 2.000 leerlin-gen. Netoverschrijdende samenwerking kan, tenzij voor scholen uit het gemeen-schapsonderwijs en vrij onderwijs om de vrije schoolkeuze nergens in het gedrag te brengen.

Scholen die zich op die manier versterken, krijgen extra mogelijkheden. Bijvoorbeeld een eigen budget voor het vervangen van een afwezige leraar in hun scholengroep, in plaats van telkens een aanvraag te moeten doen via het ministerie.

Professionalisering maakt integraal deel uit van de onderwijsopdracht. Er is ook ondersteuning voor schoolbestuur en directeurs.

Een aantal nascholingsthema’s krijgt prio-riteit. Dit schooljaar zijn dat differentiatie, HR-beleid en werkplekleren.

Er worden nieuwe afspraken gemaakt over de werking van de pedagogische begeleidingsdiensten, op basis van een lopende evaluatie.

De Vlaamse regering wil een loopbaan-pact afsluiten met de leerkrachten en hun vertegenwoordigers. Daarin zal er veel aandacht zijn voor jonge leraars en voor het aantrekken van nieuwe leraren uit andere sectoren.

Er komt een niet-bindende intakeproef voor de lerarenopleiding.

De lerarenopleiding wordt verder kwalita-tief uitgebouwd, op basis van de gebeurde evaluatie. Daarnaast werkt het hoger onderwijs aan educatieve masters.

VRAAG: Klopt het dat iemand die start als leer-kracht in september 2014 tot 20 jaar geldelijke anciënniteit als zij-instromer in rekening kan brengen? Maar leerkrachten die al jaren in dienst zijn niet?

ANTWOORD: Zij-instroom zal inderdaad worden bevorderd door de erkenning van de verworven competenties. Nieuwe personeelsleden zullen tot 20 jaar geldelijke anciënniteit kunnen meene-men bij hun overstap naar het onderwijs, en dat ten vroegste vanaf 1 september 2014. Over de maatregelen wordt nog overlegd met vakbonden en schoolbesturen.

Uitrol in schooljaar 2013-2014 en 2014-2015 Uitrol vanaf schooljaar 2015-2016

Page 16: WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? · Taalscreening bij de overgang van de derde ... overgang van het zesde leerjaar naar het secun- ... In het eerste jaar krijgen alle

HEB JE NOG EEN VRAAG?Heb je nog een prangende vraag over de hervorming van het secundair onderwijs?

Vul dan onderstaand antwoordstrookje in en geef het aan je directeur. Want alle directeurs krijgen extra uitleg en de kans om vragen te stellen op de ronde van Vlaanderen. Dat is een jaarlijkse infor-matiedag voor directeurs in elke provincie.

Geef je je vraag liever zelf door? E-mail je vraag dan naar [email protected].

Bezorg ons je vraag voor de ronde van Vlaanderen in jouw provincie halt houdt. Op de informatiedagen zullen al heel wat vragen aan bod komen. Nadien vind je de antwoorden ook op de website www.hervormingsecundair.be.

Je vindt op www.hervormingsecundair.be ook antwoorden op vragen die anderen al hebben gesteld en meer uitleg over het masterplan. Ga zeker eens een kijkje nemen. Misschien staat jouw vraag er wel tussen.

De ronde van Vlaanderen voor directeurs wordt jaarlijks georganiseerd door het ministerie van Onderwijs en Vorming. Dit jaar vindt hij plaats:

• op maandag 16 september in Blankenberge (West-Vlaanderen)

• op dinsdag 24 september in Antwerpen (Antwerpen)

• op maandag 30 september in Scherpenheuvel (Vlaams-Brabant)

• op dinsdag 8 oktober in Hasselt (Limburg)

• op maandag 14 oktober in Gent (Oost-Vlaanderen)

Antwoordstrook:

Ik ben

Dit is mijn vraag over de hervorming van het secundair onderwijs:

WWW.HERVORMINGSECUNDAIR.BE