wat is dus typisch voor de europese unie?

32
TYPISCH VOOR DE EUROPESE UNIE?! Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt

Transcript of wat is dus typisch voor de europese unie?

Page 1: wat is dus typisch voor de europese unie?

TYPISCH VOOR DE EUROPESE UNIE?!

Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt

Page 2: wat is dus typisch voor de europese unie?

COLOFON Tekst: Herman Bosman Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Europese Commissie, Eurovision, diverse Ver-keersbureuas, H. de Ridder, Hollandse Molens.nl, Wakker Dier, Alternatief Kostuum.

II

De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de commissie PIN. © Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2008

Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail: [email protected] http://www.cmo.nl

De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met ons op te nemen via [email protected].

Typisch voor Europa is een pakket uit een reeks van vijf pakketten over de Europese Unie die met financiële ondersteuning van het Europafonds van het Ministerie van Buitenlandse Zaken tot stand is gekomen.

Page 3: wat is dus typisch voor de europese unie?

III

INHOUD Wat maakt Europa tot Europa pag. 1 Niet uit Europa weg te denken pag. 2 Monumenten: de grachtengordel van Amsterdam pag. 2 Muziek: het Eurovisie Songfestival pag. 3 Denkbeelden: democratie, regering door het volk pag. 4 Taal: Latijn, ooit gemeenschappelijke taal van Europa pag. 5 Eten en drinken: thee en aardappel pag. 6 Wat is nou typisch…? pag. 7 Europa is gevarieerd pag. 7 Kleding pag. 7 Eten pag. 7 Dé Nederlander, Fransman, Duitser enzovoort bestaat niet pag. 10 Cultureel erfgoed is vergankelijk pag. 11 Verval pag. 11 Vernieling, oorlog en rampen pag. 12 Traditionele ambachten bedreigd pag. 13 Unesco en werelderfgoed pag. 14 Behouden of afschaffen? pag. 16 Dwangvoeding voor ganzen en eenden pag. 16 Zwarte Pieten, witte Pieten pag. 18 Cultureel erfgoed in Europa online pag. 20 Op reis en rondneuzen via je beeldscherm pag. 20 Bewaard voor toekomstige generaties pag. 22 Wat is dus typisch voor de Europese Unie? pag. 23 Aantekeningen pag. 25 Meer op internet pag. 27

Page 4: wat is dus typisch voor de europese unie?

IV

Page 5: wat is dus typisch voor de europese unie?

1

Bij de naam Frankrijk denk je misschien aan stokbrood en bij de naam Duitsland aan Bratwurst. Zo heeft elk land en elke streek dingen die typisch bij dat land of die streek horen. Die ‘typische dingen’ bestaan al heel lang. Ze zijn telkens aan een volgende generatie doorgegeven, tot op de dag van vandaag. Ze vertellen ons dus iets over de geschiedenis van dat land of die streek. Ze laten ons iets zien van het dagelijks leven vroeger. Die ‘typische dingen’ noemen we het cultureel erfgoed van een land of streek.

Zijn er ook dingen die typisch zijn voor heel Europa? Bestaat er Europees cultureel erf-goed? Het antwoord is ja. Maar we kunnen daarbij niet uitgaan van een kant-en-klare omschrijving van ‘Europees cultureel erfgoed’. Die is er niet. Vraag een aantal mensen wat Europees cultureel erfgoed is, en je krijgt verschillende antwoorden. We gaan dus zelf op zoek naar een definitie. Dat doen we aan de hand van voorbeelden van erfgoed die we in dit pakket beschrijven. We nemen alleen voorbeelden uit landen van de Eu-ropese Unie (EU). We kijken eerst naar cultureel erfgoed in de EU dat niemand zou willen missen (pag. 2). Vervolgens kij-ken we naar cultureel erfgoed dat niet voor iedereen vanzelfsprekend is (pag. 7). Erfgoed in de EU wordt soms bedreigd of verdwijnt zelfs. Hoe komt dat? Wat wordt daartegen gedaan (pag. 11)? Het komt voor dat sommige mensen in de EU van een bepaald erfgoed af willen en dat anderen dat willen behouden. Wat voor argumenten voeren voor- en tegenstanders van dat erfgoed aan (pag. 16)? Vervolgens kijken we naar hoe je via internet kunt kennismaken met cultureel erfgoed in de EU. Hoe gaat dat in zijn werk? Waarom doet men dat (pag. 20)? Als laatste vertellen we wat volgens ons Europees cultureel erfgoed is. Dat doen we aan de hand van de voorbeelden die we in dit informatiepakket hebben laten zien (pag. 23).

WAT MAAKT EUROPA TOT EUROPA?

Frans stokbrood Duitse Bratwurst Nederlandse bitterballen

Page 6: wat is dus typisch voor de europese unie?

2

NIET UIT EUROPA WEG TE DENKEN

In dit hoofdstuk maak je kennis met erfgoed dat volgens velen van binnen en buiten de EU typisch bij Europa hoort. Erfgoed dat niemand zou willen missen.

Monumenten: de grachtengordel van Amsterdam Wat niemand zou willen missen, zijn om te beginnen bepaalde stadswijken, ge-bouwen en andere monumenten. Dat die als belangrijk cultureel erfgoed bekend staan, kun je al zien aan het aantal toe-risten dat er op af komt. Die toeristen komen niet alleen uit de EU, maar bij-voorbeeld ook uit de Verenigde Staten, China en Japan. Één van die plekken is de grachtengordel, een woonwijk in het centrum van Am-sterdam. Er lopen grachten die de wijk in talloze eilanden verdelen. Op die eilanden staan grote herenhuizen en pakhuizen. Bruggen over de grachten verbinden de eilanden met elkaar. De grachtengordel ontstaat in de 17e eeuw. Dan is Nederland net als tegen-woordig een rijk land. Daarom noemen we de 17e eeuw de Gouden Eeuw. De grachtengordel wordt gebouwd omdat er steeds meer rijke handelaren in Amster-dam komen wonen. De handelaren zijn rijk geworden door handel met gebieden in Azië, Afrika en Amerika. In die gebieden hebben Neder-landers handelsposten gevestigd. Ze ko-pen daar artikelen in die ze in Europa voor veel geld kunnen verkopen. Ze ver-dienen vooral aan de handel in specerijen uit de Molukken, een eilandengroep in Indonesië. De handelaren laten grote en dure huizen voor zichzelf bouwen en pakhuizen voor hun koopwaar. Ook laat men grachten om en door de wijk graven. Eerst moeten die vijandige soldaten buiten de wijk hou-den. Daarna dienen ze vooral als vaar-weg voor boten met koopwaar van de handelaren.

De grachtengordel in Amsterdam

Een ophaalbrug verbindt de ‘eilanden’ van de grachtengordel

Enkele historische grachtenpanden

Page 7: wat is dus typisch voor de europese unie?

3

Muziek: het Eurovisie Songfestival Populair in de EU zijn ook enkele muziek-stijlen. Dat zijn bijvoorbeeld popmuziek en luisterliedjes. Misschien ben jij daar ook liefhebber van. Ieder jaar in mei kijken veel liefhebbers van die muziek in de EU en daarbuiten naar het Eurovisie Songfestival. Dat is een wedstrijd voor het mooiste liedje. Veel lan-den van Europa doen mee. Elk land wordt vertegenwoordigd door een groep of een artiest. De jury bestaat uit de kijkers naar het programma. Via ‘televoting’ (=bellen naar een telefoonnummer) kunnen kijkers hun voorkeur uitbrengen. De stemmen worden per land opgeteld. Elk land geeft vervolgens tussen 0 en 12 punten aan elk liedje, behalve aan het lied uit eigen land. Het liedje dat de meeste punten krijgt, wint. Het land waar het winnende liedje vandaan komt, mag het jaar daarop het festival organiseren. Het festival wordt sinds 1956 uitgezonden door Eurovisie, een omroep die door staatsomroepen van Europese landen is opgezet. Zo willen deze omroepen zorgen voor meer samenhorigheid en samenwer-king tussen landen in Europa. Als alle liedjes gespeeld zijn, volgen kijkers vol spanning het tellen van de punten. Ze hopen dat hun favoriete liedje wint. Vanaf de jaren ’90 wordt beweerd dat kij-kers uit buurlanden vooral op elkaar stem-men, vooral in Oost-Europa. Dat verwijt komt met name uit Nederland, Ierland en andere landen in West-Europa. Deze Oost-Europese landen zijn rond 1989 zelfstandig geworden en toen mee gaan doen aan het festival.

Of het verwijt terecht is, wie weet? Het is echter ook mogelijk dat Oost-Europeanen liedjes uit Oost-Europa mooier vinden dan liedjes uit West-Europa. Dan is het verwijt niet terecht.

Bewezen is wel dat het festival ook voor minder saamhorigheid tussen landen kan zorgen.

Conny van de Bosch voor Nederland in 1965

De Servische Serifovic wint in 2007

De Rus Bilan wint in 2008

Page 8: wat is dus typisch voor de europese unie?

4

Denkbeelden: democratie, regering door het volk De landen van de EU hebben allemaal een democra-tie. Dat wil zeggen: in deze landen regeert het volk. Democratie is in de oudheid in Griekenland bedacht (demos = volk en kratos = macht). De Grieken gelo-ven dat alle mensen gelijke rechten hebben. Daarom moeten bewoners van een stad mee kunnen regeren met het stadsbestuur. Burgers in Athene en in ande-re steden krijgen die kans. Volwassen mannen die geen slaaf zijn of van buiten de stad komen, mogen stemmen over besluiten van het stadsbestuur. Be-sluiten worden aangenomen bij meerderheid (de helft + 1) van stemmen. Van de oudheid tot in de 18e eeuw maken staats-hoofden van Europese landen (altijd een vorst) in hun land de dienst uit. Maar in Engeland moet het staatshoofd vanaf 1215 zijn macht delen met een parlement (= vertegenwoordiging) van edelen. Dat parlement bestaat nog steeds en heet Hogerhuis. Enkele andere landen hebben ook een parlement. De Engelse wijsgeer John Locke (1632-1704) schrijft dat de regering van een land niet mag doen wat ze zelf wil, maar moet doen wat het volk wil. De Franse wijsgeer Montesquieu (1688-1755) schrijft dat mensen in de regering van een land niet tegelijk wetten mogen maken, wetten mogen uit-voeren en recht mogen spreken. In die tijd is dat nog heel gewoon. Het parlement moet wetten ma-ken. Het staatshoofd en zijn ministers moeten die uitvoeren. Het staatshoofd, ministers en het parle-ment mogen zich niet bemoeien met de rechtspraak. Dat doen onafhankelijke rechters. Daarna geloven steeds meer mensen dat iedereen gelijke rechten heeft en recht op vrijheid. Ze willen in hun land een regering die is ingericht zoals Mon-tesquieu dat wil. Ook moeten alle burgers meerege-ren met de regering. Maar er zijn zóveel burgers dat de regering niet iedereen telkens om zijn mening kan vragen. Daarom moeten de burgers uit hun midden mensen kiezen die hen vertegenwoordigen. Die vormen samen het parlement. Dat parlement moet de regering vertellen wat het volk van haar wil. Ook moet het erop toezien dat de regering haar werk goed doet. Dit noemen we parlementaire de-mocratie.

Er zijn landen waar het volk niets te zeggen heeft en niet kan stemmen. Deze landen noemen we een dic-tatuur. Die landen vind je niet binnen de EU.

‘De staat, dat ben ik’. Dit zou Lodewijk de 14e , koning van Frankrijk (17e eeuw),

gezegd hebben omdat hij niets van par-lementaire democratie wilde weten. Hij

vond dat hij zijn macht van God had ge-kregen en geen verantwoording schuldig

was aan volksvertegenwoordigers.

Kiezen in het stemhokje

Page 9: wat is dus typisch voor de europese unie?

5

Taal: Latijn, ooit gemeenschappelij-ke taal van Europa In de 28 landen van de EU worden 24 officiële talen gesproken. De talen zijn soms zeer verschillend. Vergelijk bijvoor-beeld het Duitse Imbiss met het Portu-gese almoço (beide betekenen lunch). Maar salary (Engels), salaire (Frans) en salaris (Nederlands) lijken veel op elkaar en betekenen alle hetzelfde. Deze drie woorden zijn afgeleid van het Latijnse woord salus (= zout). En in veel talen van de EU vind je ’Latijnse woorden’ als museum en theater. Ook hebben veel talen in de EU Latijnse voorzetsels als pro- (= voor) en trans- (= door). Denk bijvoorbeeld aan promotie en transport. In de oudheid leven de Latijnen in een streek in Italië waar nu Rome ligt. Ze spreken een taal die naar hen vernoemd is: Latijn. De Latijnen stichten in de 8e eeuw voor Christus het Romeinse rijk. Dit rijk verovert heel Italië en daarna een groot deel van Europa. Overal waar de Romeinen de baas zijn, voeren ze La-tijn als officiële taal in. Bestuurders, rechters en andere medewerkers van de Romeinse overheid gebruiken Latijn op hun werk. Leerlingen krijgen Latijn op school. In de 5e eeuw na Chr. valt het westelijk deel van het Romeinse rijk uiteen. Toch blijft Latijn eeuwenlang een taal waar je in een groot deel van Europa mee uit de voeten kunt. Wie toen naar school ging, kreeg nog steeds Latijn. Latijn is de taal van de christelijke kerk. Priesters en kloosterlingen houden hun gebedsdien-sten in het Latijn. Ook nu nog kun je rooms-katholieke gebedsdiensten volgen die (deels) in het Latijn zijn. Theologen, wijsgeren en geleerden schrijven hun boeken in het Latijn, omdat collega’s in andere landen die taal ook kennen. Het Latijn is inde 18e eeuw verdwenen (tenzij je naar het gymnasium gaat). Maar de invloed van het Latijn op mo-derne talen is typisch voor Europa en daarmee voor het Europese culturele erf-goed.

Romeinse soldaten werden met het zeer kostbare zout betaald. Daar is ons woord salaris van afgeleid.

Een plechtige brief van de vorige Paus Johannes Paulus II in het Latijn

Asterix en Obelix bij een steen met het Latijnse opschrift Museum Archeologicum

Page 10: wat is dus typisch voor de europese unie?

6

Eten en drinken: thee en de aardappel In 1453 veroveren de Ottomanen Constantinopel (nu: Istanbul). Daar hebben we aan te danken dat thee en aardappelen niet meer weg te denken zijn uit Europa. Het klinkt misschien vreemd, maar toch is het te verklaren. Eerst halen handelaren uit Europa specerijen en an-dere producten uit Azië. Ze doen dat via de Zijderou-te. Die loopt van het Byzantijnse rijk (het huidige Turkije) via het Midden-Oosten naar Zuidoost-Azië. Dan verovert het Ottomaanse rijk het Midden-Oosten en grote delen van het Byzantijnse rijk. In 1453 valt ook Constantinopel, de hoofdstad van dat rijk, in hun handen. Daarmee raakt de Zijderoute over land afge-sneden. Dan sturen Spanje en Portugal schepen uit om over-zeese routes naar Zuidoost-Azië te vinden. Dat lukt. In 1492 probeert Columbus namens Spanje Azië te bereiken door de Atlantische Oceaan over te steken. Hij bereikt dit gebied niet, maar ontdekt wel Amerika. Vervolgens stichten Spanje en Portugal handelspos-ten en nederzettingen in Afrika, Azië en Amerika. Vanaf eind 16e eeuw doen ook Nederland, Frankrijk en Engeland dat. Handelaren vinden in Afrika, Azië en Amerika artikelen die in Europa onbekend zijn en brengen die naar hun thuisland. Zo komt rond 1610 thee Europa binnen. Thee komt oorspronkelijk uit China en Japan. De theeplant kan niet in Europa worden geteeld. Daarvoor is het er te koud. Het moet dus altijd uit China of Japan worden aangevoerd. Dat kan alleen mondjesmaat. Daardoor is thee in Europa zo duur dat alleen rijke mensen het kunnen kopen. Als ook buiten China en Japan thee-plantages worden aangelegd, stijgt de aanvoer van thee en daalt de prijs. Uiteindelijk kan iedereen in Europa thee kopen. Samen met koffie is thee nu de meest gedronken drank in Europa. Spaanse ontdekkingsreizigers brengen vermoedelijk in 1538 de eerste aardappelplant uit Zuid-Amerika naar Spanje. Aardappelplanten kunnen op grote hoogte groeien, waar het vaak koud is. Daardoor kunnen ze ook in Europa worden geteeld. Steeds meer boeren in Europa doen dat. Daardoor stijgt de productie van aardappelen en daalt de prijs. Uiteinde-lijk kan iedereen aardappelen kopen. De aardappel wordt nergens zo veel gegeten als in Europa. Ook al komen thee en aardappelen oorspronkelijk van elders, ze zijn toch typisch Europees geworden...

Theeplukkers

Verschillende soorten aardappelen

Page 11: wat is dus typisch voor de europese unie?

7

WAT IS NOU TYPISCH …? Jullie hebben voorbeelden gezien van cultureel erfgoed dat mensen in de EU vanzelf-sprekend vinden. Maar geldt dat voor ál het cultureel erfgoed in de EU? Allerminst. Ieder land heeft zijn eigen kleding, gerechten en zijn eigen taal of talen.

Europa is gevarieerd Kleding Op pagina 8 staan mensen afgebeeld uit verschillende landen van de EU. Je kunt aan hun kleren niet zien of ie-mand uit de EU komt of niet. Dat heeft te maken met klimaat. In Zweden en Finland bijvoorbeeld is het ’s winters vaak zó koud dat mensen daar dikke jassen aan moeten trek-ken. Op Malta en in Portugal bijvoor-beeld hebben mensen bijna nooit dik-ke jassen nodig. Zelfs hartje winter is daar een aangename temperatuur. Ook dragen mensen in Europa soms traditionele klederdrachten. Die ver-schillen per land en soms zelfs per streek. Dat kun je vooral tijdens volksfeesten zien. Eten Op pagina 9 staan afbeeldingen van etenswaren uit verschillende landen van de EU. Wat mensen in een bepaald land eten, heeft vooral te maken met wat daar aan voedsel kan groeien. En dat hangt weer af van het klimaat in dat land. In Zweden en Finland is het te koud om olijfgaarden aan te leggen. Ook in Ne-derland zul je om die reden nergens olijfgaarden vinden. Van oudsher eten Zweden, Finnen en Nederlanders geen olijven. Door toerisme en wereldwijde handel maken mensen kennis met het voedsel uit andere landen.

Nu kun je in Zweden, Finland en Ne-derland olijven kopen in een winkel of supermarkt. Die komen uit landen waar het niet te koud is voor olijfbo-men, Griekenland bijvoorbeeld.

Olijfboomgaard

Page 12: wat is dus typisch voor de europese unie?

8

Finse vrouw Portugese man Oostenrijks meisje

Griekse klederdracht Letse klederdracht

Duitser in Lederhosen Spaanse flamenco- Cypriotische klederdracht Deense klederdracht danseres

Page 13: wat is dus typisch voor de europese unie?

9

Vlaamse frieten Deens smörrebröd Duitse braadworst met zuurkool

Estse bloedworst Italiaans ijs Griekse moussaka

Poolse rodebietensoep Portugese stokvis Nederlandse haring

Oostenrijkse wienerschnitzel Maltese lampuki Sloveens gebak

Page 14: wat is dus typisch voor de europese unie?

10

Dé Nederlander, Fransman, Duitser en-zovoort bestaat niet Ieder land van de EU heeft dus eigen cultu-reel erfgoed. Maar kun je iemand uit een bepaald land altijd herkennen aan het erf-goed uit dat land? Vraag je iemand: wat maakt een Nederlan-der tot Nederlander, dan krijg je misschien als antwoord: klompen. Vraag je iemand wat een Fransman tot Fransman maakt, dan krijg je misschien als antwoord: jeu de bou-les. En wil je van iemand weten wat een Duitser tot Duitser maakt, dan zegt hij mis-schien: Lederhosen. Tot dusver zou je zeg-gen: het antwoord op de vraag is ja.

Maar nu stellen we de vraag anders. Vraag iemand aan welk land hij moet denken als hij het woord stokbrood hoort. Dan krijg je hoogstwaarschijnlijk als antwoord: Frank-rijk. Vraag je iemand aan welk land hij moet denken bij het woord Lederhosen, dan mag je verwachten dat hij Duitsland zegt. Maar vraag iemand aan welk land hij denkt bij het woord friet, dan krijg je misschien twéé ant-woorden: België en Nederland. Aan dit voor-beeld kun je zien dat je een stuk cultureel erfgoed ook in twee landen kunt vinden. Kan het nog ingewikkelder? Jazeker. Als je in Nederland om je heen kijkt, merk je dat niet iedereen op klompen loopt en frieten eet. Ga je naar Duitsland, dan zie je maar af en toe een Duitser met Lederhosen aan. En niet alle Duitsers eten Bratwurst. In Frank-rijk eet bijna iedereen wel eens stokbrood, maar niet iedereen speelt jeu de boules. Dus als je zegt dat iets een Nederlander tot Ne-derlander maakt, een Duitser tot Duitser of een Fransman tot Fransman, dan blijkt de bewering niet altijd te kloppen. Ten slotte komt cultureel erfgoed soms al-leen in een deel van een land voor en niet in het hele land. Dat kun je bijvoorbeeld zien aan de talloze soorten kaas die in Frankrijk gemaakt worden. Iedere soort kaas komt van oorsprong uit een bepaald deel van Frankrijk. Camembert bijvoorbeeld komt uit Normandië, een streek die aan het Kanaal ligt. Brie komt uit Île de France, een streek die niet ver van Parijs af ligt.

Op klompen? Dan zijn het Nederlanders!

Jeu de boules? Dan zijn het Fransen!

Een Duitse familie? Waar zijn dan de Lederhosen?

Franse kazen; elke streek heeft zijn eigen soort

Page 15: wat is dus typisch voor de europese unie?

11

CULTUREEL ERFGOED IS VERGANKELIJK Cultureel erfgoed in de EU gaat niet eeuwig mee. Soms wordt er erfgoed bedreigd en er wordt zelfs erfgoed vernield. Hoe dat komt en wat daaraan gedaan wordt, laten we aan de hand van enkele voorbeelden zien. Ook vertellen we hoe de Unesco erfgoed helpt beschermen. Unesco is de organisatie voor onderwijs, wetenschap en cultuur van de Verenigde Naties.

Verval Gebouwen en kunstwerken die buiten staan, raken op den duur in verval. Hun oppervlak roest of wordt aangevreten door bijtende stoffen. Die zitten in de lucht, in regenwater en in vogelpoep. Hout in gebouwen rot of wordt aangevreten door ongedierte. Daarom laat men gebouwen en kunstvoorwerpen die buiten staan schoonmaken of overschilderen en zo nodig repareren. Een erfgoed dat vervallen dreigt te raken, is bijvoorbeeld het tempelcomplex op de heu-vel Akropolis. Die heuvel ligt in Athene, de hoofdstad van Griekenland. De grootste tem-pels zijn het Parthenon en de Erechteion. De tempels worden in de 5e eeuw v. Chr. ge-bouwd. In de loop van de tijd raken delen ervan vernield tijdens oorlogen. Vanaf 1834 repareren de Grieken telkens een deel van de aangerichte schade. Ze willen het erfgoed niet missen, omdat ze daar trots op zijn. Het erfgoed vertelt een deel van hun nationale geschiedenis. En er komen veel toeristen naar kijken. Nu lopen de tempels schade op door bijtende stoffen in de lucht die hun buitenkant aan-vreten. Vooral marmer wordt aangetast en de tempels zijn grotendeels van marmer. Daardoor vallen er stukken af. Dat maakt het gevaarlijk om er rond te lopen. Om die reden wordt soms een plek afgesloten voor toeris-ten. Ook staat soms een deel van een tempel in de steigers, omdat werklieden reparaties uitvoeren. Zo zijn in het Erechteion zes zui-len in de vorm van meisjesfiguren vervangen door betonnen kopieën. Ze waren onherstel-baar beschadigd geraakt. De bijtende stoffen zitten onder meer in uit-laatgassen van de honderdduizenden auto’s in Athene. Vooral op dagen waarop het niet waait, tasten de uitlaatgassen de tempels aan.

Houtrot

Onder en boven: Parthenon

Erechteion

Page 16: wat is dus typisch voor de europese unie?

12

Vernieling, oorlog en rampen Gebouwen en kunstvoorwerpen lopen schade op door vernielzucht, rampen (een brand bijvoorbeeld) en oorlog. Soms worden ze zelfs helemaal vernie-tigd. Men doet er alles aan om ze te her-stellen of desnoods helemaal opnieuw te maken. In 1975 bijvoorbeeld snijdt een bezoe-ker van het Rijksmuseum in Amsterdam met een mes een stuk uit de Nachtwacht van Rembrandt. Dit schilderij is het pronkstuk van het museum en een be-roemd voorbeeld van de Nederlandse schilderkunst. Daar komen veel toeris-ten naar kijken. Daarom laat het bestuur van het museum het schilderij repare-ren. In 1990 gooit een bezoeker een bij-tende stof tegen het schilderij. Opnieuw laat het museumbestuur het repareren. Een ander voorbeeld is de Eusebiuskerk in Arnhem. Deze kerk wordt gebouwd tussen 1450 en 1550. Sindsdien is het de grootste kerk van Arnhem en één van de beroemdste kerken van Neder-land. De kerk is vooral befaamd om zijn beeldhouwwerken en het orgel dat in 1796 in de kerk is gebouwd. Voor veel Arnhemmers is hij niet uit hun stad weg te denken, omdat hij al zo lang het beeld van de stad bepaalt. En ze zijn er trots op. In 1944 en 1945 wordt er zwaar ge-vochten in Arnhem tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daardoor blijft er van de kerk bijna niets over. Na de oorlog bou-wen bouwvakkers en kunstenaars de kerk opnieuw op, precies zoals hij er uit- zag vóór de oorlog. In 1961 zijn ze hier-mee klaar en wordt de kerk weer in ge-bruik genomen. Maar ook daarna zijn er vaak werklieden in de weer in en rond de kerk. Ze voeren vooral reparaties aan muren van de kerk uit. Daar vallen soms brokken steen uit, omdat de muren wor-den aangevreten door bijtende stoffen in de lucht.

De beschadigde Nachtwacht (detail)

De Eusebiuskerk in Arnhem

Page 17: wat is dus typisch voor de europese unie?

13

Traditionele ambachten bedreigd Klompen en molens, dat zijn de ‘typische din-gen’ waaraan buitenlanders denken Nederland te kunnen herkennen. Maar deze stukken cultu-reel erfgoed en het traditionele ambacht van molenaar dreigen te verdwijnen. Een molenaar is iemand die graan of iets anders maalt met een wind- of watermolen. Hij is daar-voor afhankelijk van de wind. Er moet genoeg wind staan om de wieken te laten draaien, maar ook weer niet teveel, want dan kan de molen schade oplopen of in brand vliegen. Gaat het erg hard waaien, dan zet hij de molen stil om scha-de te voorkomen. Is het windstil, dan kan de molen niet draaien. Dan moet de molenaar wachten tot de wind opstekt. Tot 1900 staan er rond 10.000 molens in Neder-land. Iedere stad of dorp heeft er minstens één, meestal voor het malen van graan. Daarna wordt het malen van graan steeds meer door machines gedaan die op stoom, stroom of diesel lopen. Dat gaat sneller en goedkoper dan met molens. Bovendien zijn deze machines altijd te gebruiken; ze hebben geen last van te veel of te weinig wind. Steeds meer molens verdwijnen en steeds meer molenaars raken hun baan kwijt. Nu zijn er nog ongeveer 1.200 molens over en zijn er nog enkele tientallen molenaars aan het werk. Dat is te danken aan mensen die molens en het ambacht van molenaar willen behouden. Voor hen zijn molens cultureel erfgoed van Ne-derland dat beslist niet mag verdwijnen. In 1923 is hiervoor de Vereniging De Hollandse Molen opgericht en in 1972 het Gilde Vrijwillige Mole-naars. Bij dit gilde kun je een opleiding tot mo-lenaar krijgen. Gemeenten en verenigingen ko-pen molens op. Het bureau Monumentenzorg helpt bij het onderhouden van de molens. Wil je een molenaar aan het werk zien, dan kan dat bijvoorbeeld in Roosendaal. Daar staat de molen De Twee Gebroeders. Je kunt er op zater-dagen naartoe of op afspraak. De molen wordt in 1872 gebouwd. Eerst draait hij op windkracht. In 1880 krijgt hij een stoommachine. Hij doet dienst tot 1960. Daarna raakt hij in verval. Maar na een grote opknapbeurt tussen 1982 en 1984 draait hij weer regelmatig en wordt er soms graan gemalen, maar nu weer op windkracht.

De Twee Gebroeders

Page 18: wat is dus typisch voor de europese unie?

14

Unesco en werelderfgoed In 1972 spreken de landen van de Verenigde Naties het volgende met elkaar af: Ieder land wijst plekken binnen zijn grenzen aan om te beschermen. Die komen op een lijst die Unesco opstelt en bijhoudt. De Verenigde Naties willen dat die plekken bewaard worden voor mensen overal ter wereld, nu en in de toekomst. Die lijst krijgt de naam Werelderfgoedlijst. Plekken op deze lijst zijn monumenten, gebouwen en (natuur)gebieden. Unesco zet om verschillende redenen plekken op de lijst. Veel mensen wereldwijd vinden die plek-ken mooi om te zien. Bezoekers kunnen er iets leren over de geschiedenis van de streek of het land. Of wetenschappers kunnen iets leren van de mensen die er wonen of gewoond hebben, over planten en dieren die er leven of over de geschiedenis van de aarde en de natuur. Sommige plekken op de lijst zijn cultureel erfgoed in de EU. Het paleis Alhambra is er één van. Het staat in Granada, een stad in Andalusië, in Zuid-Spanje. Het paleis staat sinds 1984 op de lijst. Alhambra is Arabisch voor ‘Tuin van het Hemels Paradijs’.

Het Alhambra-paleis

Page 19: wat is dus typisch voor de europese unie?

15

Het paleis wordt in de 14e eeuw gebouwd door islamitische heersers van het Konink-rijk Granada. In die tijd zijn moslims daar en elders in Zuid-Spanje de baas. Ze komen oorspronkelijk uit Marokko en worden Moren genoemd. De vorsten van het koninkrijk en hun ambtenaren spreken Arabisch. Daarom krijgt het paleis een Arabische naam. In 1492 veroveren Spaanse vorsten het koninkrijk Granada. In 1516 wordt Karel van Luxemburg uit het huis Habsburg (1500-1556) koning Karel I van Spanje. We kennen hem vooral als keizer Karel V van het Heilige Roomse Rijk, want onder zijn bewind maken ook België en Nederland deel uit van dat rijk. Hij laat een deel van het Alham-bra afbreken. In de vrijgekomen ruimte laat hij een paleis voor zichzelf bouwen. Het Alhambra is beroemd om zijn islamitische versieringen, zijn tuinen en binnenplaat-sen en de kunstvoorwerpen die er te zien zijn. Veel mensen willen daar op bezoek, maar Unesco laat per dag maar een beperkt aantal toeristen toe. Wie het paleis in wil, moet daar dus (ruim) van tevoren een afspraak voor maken.

Verschillende doorkijkjes in het Alhambra-paleis. Van buiten (linksboven), een van de patio’s bin-nen (rechtsboven), een mozaïekvloer (links-onder) en leeuwenkoppen op de buitenmuur (rechtsonder)

Page 20: wat is dus typisch voor de europese unie?

16

BEHOUDEN OF AFSCHAFFEN?

Je hebt voorbeelden gezien van cultureel erfgoed dat mensen in de EU niet willen mis-sen. Maar er is ook erfgoed dat sommige mensen in de EU juist wél kwijt willen. We laten daar twee voorbeelden van zien. Daarbij vertellen we welke argumenten mensen aanvoeren om het te doen verdwijnen of om het te willen behouden.

Dwangvoeding voor ganzen en eenden Foie gras (vette lever) is een beroemd Frans gerecht. Je moet er in restaurants fors voor betalen. Het komt oorspronkelijk uit de Péri-gord, een streek in Zuidwest-Frankrijk. Nu wordt het ook elders in Frankrijk en in enkele andere landen gemaakt. Foie gras wordt ge-maakt van levers van ganzen of eenden die zijn vetgemest. Dat vetmesten gaat als volgt: de dieren krij-gen gedurende drie weken driemaal daags maïspap gevoerd. Dat gaat via een trechter met een buis eraan die in hun slokdarm wordt gestoken. Met een pomp wordt de pap in hun maag gepropt. Zo krijgen de dieren veel meer voedsel binnen dan ze willen eten. Dit heet dwangvoeding. Hierdoor wordt hun lever gro-ter en gaat er veel vet in zitten. Bij het voe-deren raken veel dieren gewond, vooral aan keel en slokdarm. Ook worden sommige die-ren zó zwaar dat ze nauwelijks meer kunnen lopen. Actiegroepen die voor dieren opkomen noe-men deze dwangvoeding dierenkwelling. Ze willen dat er een einde aan komt. Ze roepen mensen op om geen foie gras meer te eten en restaurants om geen foie gras meer te serve-ren. In Frankrijk bijvoorbeeld is het Burgerini-tiatief voor Afschaffing van Dwangvoeding ac-tief, in Nederland Wakker Dier. Op 17 decem-ber 2007 brengt Wakker Dier een filmpje uit in zeven Europese landen met als titel Disney-land wreed tegen familie Donald Duck en Gijs Gans. Hiermee begint de organisatie samen met actiegroepen in andere Europese landen een protestactie tegen Euro Disney in Parijs. In restaurants van dit pretpark kun je name-lijk foie gras eten. Sommige mensen zijn ook tegen het eten van foie gras omdat er veel vet in zit. Als je vaak vette dingen eet, zeggen ze, slibben je aderen dicht en ook je hart kan er niet goed tegen. Daardoor loop je steeds meer kans op een hartaanval of beroerte.

Dwangvoeding

Boven en onder: beelden uit ‘Disneyland wreed tegen familie Donald Duck en Gijs Gans’

Page 21: wat is dus typisch voor de europese unie?

17

Foie gras heeft ook voorstanders. Dat zijn boeren die foie gras maken, restaurants die dure maaltijden serveren en liefhebbers van de Franse keuken. Tij-dens de kerstdagen kopen veel mensen foie gras voor hun kerstmaaltijd. Frankrijk maakt jaarlijks rond 20.000 ton foie gras, andere landen samen nog eens ruim 6.000 ton. De Fransen eten driekwart van alle foie gras die in en buiten hun land wordt gemaakt. Andere voorstanders vinden dat dit gerecht typisch bij de Franse keuken hoort en dus als erfgoed moet blijven bestaan. Ze willen dat het bestuur van de EU foie gras tot culturele uitzondering verklaart. Dat wil zeggen dat dierenmishandeling wordt toegestaan als het bedoeld is om foie gras te maken. Ze zeggen: stierenvechten is al tot culturele uitzondering ver-klaard, terwijl ook daar sprake is van dierenkwel-ling. Dus moet dat met foie gras ook kunnen. Acties tegen foie gras hebben soms succes. In Duitsland bijvoorbeeld is het maken ervan bij wet verboden. In Nederland en Engeland bestaat een wet tegen dierenmishandeling. Volgens die wet valt dwangvoeding daar ook onder. Wel mag foie gras in Nederland worden ingevoerd. Kort voor Kerstmis 2004 vindt in de Tweede Kamer een debat plaats. Het onderwerp: het kerstmenu van het restaurant van de Tweede Kamer. Daar staat foie gras op. Dat schiet bij PvdA-Tweede-Kamerlid Harm-Evert Waal-kens in het verkeerde keelgat. Hij vertelt Kamer-voorzitter Frans Weisglas dat hij dat ongepast vindt. Bij het maken ervan is er volgens hem sprake van dierenkwelling. Ook andere Kamerleden vinden het een onsmakelijk idee. Die willen geen foie gras meer eten in het restaurant. Vanaf 11 februari 2005 ser-veert het restaurant van de Tweede Kamer dit ge-recht niet meer. Ook andere restaurants halen dit gerecht van hun menukaarten. In sommige supermarkten kun je geen foie gras meer kopen. De Europese Commissie (= raad van bestuurders van de EU) zoekt in 1998 uit of dwang-voeding van ganzen en eenden dierenkwelling is. Ze komt tot de conclusie dat dit inderdaad het geval is. Voorstanders van foie gras zijn het er niet mee eens. Ze vinden dat het wel meevalt met de dieren-kwelling. In Frankrijk blijft foie gras onverminderd populair. Geliefd is het ook in onder meer Bulgarije en Honga-rije. Ook kom je het nog in veel restaurants en win-kels tegen. In Frankrijk stijgt de productie van foie gras nog steeds (in 2006 met 7%).

Ludiek protest tegen foie gras

Wegwijzer naar een boerderij waar foie gras wordt verkocht

Het gerecht foie gras op je bord

Foie gras vóór de bereiding

Page 22: wat is dus typisch voor de europese unie?

18

Zwarte Pieten, witte Pieten Ieder jaar komt Sinterklaas uit Spanje naar Ne-derland. Op 5 december, pakjesavond, deelt hij speelgoed, snoep en andere leuke dingen aan kinderen uit. Maar wie stout is geweest, krijgt de roe. De volgende dag, zijn verjaardag, reist Sint terug naar Spanje. Maar hij kan het niet allemaal alleen af. Daarom neemt hij een heleboel hulpen mee uit Spanje. Terwijl Sint blank is, zijn de hulpen zwart. Daarom heten ze Zwarte Pieten. Ze zijn zwart omdat ze altijd via de schoorsteen de huizen binnenkomen om cadeaus of de roe te brengen. Sinterklaas, of eigenlijk Sint Nicolaas, is in de 3e eeuw geboren. Hij wordt bisschop van Myra, een stad in Turkije die niet meer bestaat. Hij deelt zijn bezittingen uit aan arme mensen. Ook redt hij enkele kinderen op wonderbaarlijke wij-ze. Daarom wordt hij heilig verklaard. Hij wordt beschermheilige van de kinderen en 6 decem-ber wordt zijn naamdag. Sinterklaas wordt niet alleen in Nederland gevierd, maar bijvoorbeeld ook in België, Frankrijk en Polen. Maar alleen in Nederland heeft Sint een gevolg van Zwarte Pieten. In Nederland gaat vanaf rond 1850 het verhaal dat hij in Spanje woont en ieder jaar met een stoomboot naar Nederland komt. Maar waar komen de Zwarte Pieten vandaan? Eerst heeft Sinterklaas maar één Zwarte Piet. Is dat een duivel die door de Sint gedwongen wordt goede dingen te doen en hem te helpen? Is hij een knecht van Moorse afkomst, dus ie-mand uit Marokko? Is hij een jongen genaamd Piter uit Ethiopië die Sint op een slavenmarkt in Myra heeft vrijgekocht? En is die Piter voor hem blijven werken uit dankbaarheid? Niemand kan het zeggen. Zijn Moorse of Ethiopische afkomst zou wel verklaren waarom hij een donkere huidkleur heeft. Daarna heeft Sint er een hele-boel Zwarte Pieten bij gekregen. En waar komt de roe vandaan? Waarom wordt verteld dat Zwarte Pieten via de schoorsteen je huis binnenkomen? De roe is oorspronkelijk een veger die schoorsteenvegers in Italië gebruik-ten. Net als Zwarte Pieten klimmen ze in de schoorsteen naar beneden om die van binnen schoon te maken. Dat zijn altijd kleine jongens. Die kunnen makkelijk de vaak smalle schoor-stenen in. Bij hun werk worden ze zo zwart als Zwarte Pieten nu zijn, van de roet.

Page 23: wat is dus typisch voor de europese unie?

19

Misschien hebben jij en je vrienden altijd ge-dacht: ‘Sint is blank en zijn Pieten zijn zwart. Zo is het altijd geweest. Daar is toch niks mis mee, toch?’ Sommige volwassenen vinden dat echter ongehoord. Dat laten ze weten ook, op blogs op internet bijvoorbeeld. Dat doen ze vooral als Sint en zijn Zwarte Pieten in Neder-land zijn. Ze zeggen: ‘Zwarte knechten die slaafs doen wat blanke Sint beveelt, die lui en dom zijn en alleen simpele klusjes kunnen doen, dat kan niet. Zo horen blanken niet om te gaan met donkere mensen. En zo horen blanken niet over donkere mensen te denken.’ Ze stellen voor dat mensen die voor Sint spe-len Witte Pieten als hulp gebruiken. Een actie-comité dat Piet op de Zwarte Lijst heet, wil de Zwarte Pieten helemaal uitbannen. Het comité wijst erop dat Sinterklaas niet alleen een kin-derfeest is. Het zijn namelijk vooral volwasse-nen die voor Sinterklaas of Zwarte Piet spe-len. Tegenstanders van Zwarte Pieten stellen zelfs voor dat mensen die voor Sint spelen, hun gezicht zwart maken. Vooral Surinamers en Antillianen in Nederland vinden het vervelend dat Pieten zwart zijn, want ze zijn zelf donker. Ze zeggen dat Sint en Piet hen doen denken aan de slavernij in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Tot de slavernij daar in 1863 wordt afgeschaft, werken donkere slaven voor hun blanke Ne-derlandse meesters en eigenaren. Sommige Surinamers en Antillianen in Nederland heb-ben voorouders die slaaf zijn geweest. Wie voor Sinterklaas of Zwarte Piet wil spelen, kan bij verhuurbedrijven de bijpassende kos-tuums huren. Maar ook mensen die voor Zwarte Klaas of Witte Piet willen spelen kun-nen bijpassende kostuums huren. Hiervoor kunnen ze onder meer terecht bij een ver-huurbedrijf in Amsterdam-Noord dat Alterna-tief Kostuum heet. Andere volwassenen vinden het niet erg dat Sint blank is en dat zijn Pieten zwart zijn. Het is een kinderfeest, zeggen ze, en het kan he-lemaal geen kwaad. En dat Pieten zwart zijn, zou niets te maken hebben met vooroordelen tegen donkere mensen. Kennelijk denken de meeste mensen die voor Sinterklaas of Zwarte Piet spelen, er zo over. Nog steeds zijn de meeste Sinten blank en de meeste Pieten zwart.

Zwarte Pieten doet sommigen denken aan slavernij

Witte Piet en Zwarte Sinterklaas

Alternatieve Pieten

Page 24: wat is dus typisch voor de europese unie?

20

CULTUREEL ERFGOED IN EUROPA ONLINE Mensen in Europa (en daarbuiten) leggen hun cultureel erfgoed vast in archieven, mu-sea en dergelijke. Zo blijft het bewaard, kunnen meer mensen er kennis mee maken en kan het aan volgende generaties worden doorgegeven. Bij dat vastleggen komen nu ook computers en internet van pas.

Op reis en rondneuzen via je beeld-scherm Je hoeft niet zelf naar het Alhambra (zie pag. 14) of een andere plek te reizen om dit pa-leis te kunnen zien. Dat kan ook online. Als je googlet op ‘Alhambra’, vind je afbeeldin-gen van dat paleis. Ook kun je met Google Earth dat paleis van dichtbij bekijken. Musea, bibliotheken en archieven hebben vaak een eigen website. Daardoor kun je on-line rondneuzen in een museum, boeken zoeken in een bibliotheek of iets opzoeken in een archief. Er zijn websites waar je boeken op je beeldscherm kunt lezen. Hoe is dat al-lemaal mogelijk geworden? Van gebouwen en kunstvoorwerpen worden afbeeldingen gemaakt die je als bestand kunt opslaan. Ook van spullen in archieven (boeken, foto’s, films, bladmuziek, tekenin-gen, tijdschriften, noem maar op) worden bestanden gemaakt. Al deze bestanden be-staan uit de digitale tekens 0 en 1. Daarom heet een bestand maken van bijvoorbeeld een schilderij digitaliseren van dat schilderij. Digitaliseren en online zetten van erfgoed heeft verschillende voordelen: Erfgoed blijft beter bewaard. Denk bijvoor-beeld maar aan oude handgeschreven boe-ken. Die vallen op den duur uit elkaar als de ene bezoeker na de andere erin bladert. Je kunt ze in een kast opbergen en wat erin staat op internet zetten. Dan kun je lezen wat er in de handgeschreven boeken staat zonder erin te bladeren. De boeken blijven heel. Een gedigitaliseerd voorwerp blijft online te zien ook als het origineel zoek raakt, gesto-len wordt of verloren gaat. Wordt bijvoor-beeld een schilderij gestolen, dan kun je het altijd nog bekijken op internet.

1

2

In oktober 2007 brandde het Armando-museum in Amersfoort af. Veel kunstwerken van Armando

gingen in de brand voorgoed verloren.

Bij die brand ging ook dit beeld van Mark Manders verloren. We hebben

alleen de digitale afbeelding nog.

Page 25: wat is dus typisch voor de europese unie?

21

Vóór de komst van internet is het verspreiden van cultureel erfgoed vaak duur en omslachtig. Van teksten en afbeeldingen moeten boeken worden gedrukt. Muziek, films en documentai-res moeten onder meer op videobanden, cd’s en dvd’s worden gekopieerd. Al die spullen gaan naar winkels en bibliotheken. Dan pas kan iedereen erbij. Meestal moet je ervoor betalen. Van beeldhouwwerken en andere kunstvoor-werpen worden soms kopieën gemaakt, maar dat is duur. Meestal moet je naar een museum als je een kunstvoorwerp wil bekijken. En ge-bouwen als het Parthenon op ware grootte na-maken is onmogelijk. Wel kun je er kleine mo-dellen en afbeeldingen van kopen. Als je er een cultureel erfgoed in het echt wil zien, moet je er naartoe. Dankzij internet kun je dit alles mak-kelijk in huis halen en hoef je er meestal niet voor te betalen. Als je in een museum, archief of bibliotheek iets wil zoeken, moet je in het gebouw rondneuzen tot je het gevonden hebt. Online gaat het zon-der moeite. Je hoeft niet zelf te zoeken. Dat doet Google of een andere zoekmachine wel voor je. Sommige websites met erfgoed heb-ben een eigen zoekmachine. Een archief met website is het Nationaal Insti-tuut voor Beeld en Geluid (NIBG). Daar zitten onder meer oude radio- en tv-uitzendingen in. Mensen kunnen zelf erfgoed aan dat archief aanbieden. Heb je bijvoorbeeld een film uit de jaren ’40 gevonden, dan kun je dat melden aan het instituut. Medewerkers gaan na of de film de moeite waard is om in het archief op te ne-men. Vinden ze dat, dan moet je het instituut beloven dat het de film mag houden. Je krijgt de film dus niet terug. Het instituut digitaliseert de film en bergt het origineel op in het archief. Het bestand van de film komt op de website van het instituut te staan. In Nederland begint in 2006 het project Beelden voor de Toekomst. Hierbij worden foto’s en films uit Nederland en ander Nederlands cultu-reel erfgoed gedigitaliseerd en online gezet. Aan dit project werken onder meer mee: het Nationaal Instituut voor Beeld en Geluid, het Filmmuseum, het Nationaal Archief en de Cen-trale Discotheek Rotterdam. Bij die discotheek kun je cd’s en dvd’s lenen via de openbare bi-bliotheek van je woonplaats.

3

4

Een Nederlands gebouw waar cultureel erfgoed bewaard wordt is het NIBG (boven en onder). Dit bijzondere gebouw is zelf weer een cultureel erfgoed.

Page 26: wat is dus typisch voor de europese unie?

22

Bewaard voor toekomstige generaties De Europese Commissie maakt in 2005 een plan bekend om cultureel erfgoed in Europa te digita-liseren. Op 17 juli 2007 zegt het Europees Parle-ment, het parlement van de EU, dit plan te steu-nen. Volgens het parlement moet het erfgoed voor iedereen in de EU op internet te vinden zijn, want vooral jongeren maken daar gebruik van. De EU wil dat zoveel mogelijk mensen kennisma-ken met het Europese culturele erfgoed en er iets van opsteken. Uiteindelijk moet het doorge-geven worden aan toekomstige generaties. Wat houdt het plan in? Het begint met nationale bibliotheken van enkele lidstaten van de EU. Die houden zich bezig met het project European Library (Europese Biblio-theek). Hiertoe zetten ze samen een website op. Via die site kun je boeken (en muziek en kaar-ten) zoeken in alle aangesloten bibliotheken. Op 2 maart 2006 start de Europese Commissie het vervolgproject European Digital Library (EDL, Europese Digitale Bibliotheek). Hierbij worden tussen 2006 en 2010 minstens zes miljoen boe-ken, films, muziekstukken, foto’s enzovoort gedi-gitaliseerd en online gezet. Die titels komen uit alle lidstaten van de EU. Bij boeken moet je den-ken aan boeken over wetenschap, romans, ver-halenbundels en dichtbundels. De titels staan verspreid over bibliotheken, musea en archieven overal in de EU. De Europese Commissie heeft het project be-dacht omdat Google bezig is om boeken te digi-taliseren. Het zijn vooral boeken uit Engeland en de Verenigde Staten. Als je die boeken raad-pleegt, leer je hoofdzakelijk de dingen die Engel-sen en Amerikanen belangrijk vinden van de ge-schiedenis van Europa. Ook zie je vooral hoe zij die geschiedenis vertellen. Van hoe andere men-sen in Europa dat doen, leer je weinig. In de ti-tels die de Europese Commissie laat digitaliseren komen alle belangrijke gebeurtenissen van die geschiedenis aan bod. Ook vertellen mensen uit de hele EU die geschiedenis op hun eigen ma-nier. Aan dit project doen de nationale bibliotheken van alle lidstaten van de EU mee. Namens Ne-derland doet dat de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Ook betalen de lidstaten samen de kosten van het project.

Boeken en manuscripten kunnen verlo-ren gaan als we ze niet digitaliseren

Het gebouw van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag

Page 27: wat is dus typisch voor de europese unie?

23

WAT IS DUS TYPISCH VOOR DE EUROPESE UNIE?

Je hebt voorbeelden gezien van cultureel erfgoed. Misschien vraag je je af: ze komen allemaal uit de EU, maar wat hebben ze verder met elkaar te maken? Meer dan het lijkt. Ze vertellen ons iets over de dingen die samen de Europese Unie hebben ge-maakt tot wat het nu is.

Streven naar eenheid én streven naar verscheidenheid Landen in de EU willen laten zien dat ze bij elkaar horen. Dat doen ze door ieder jaar aan het Eurovisie Songfestival mee te doen (pagina 3). Ook hebben landen een deel van hun geschiedenis met elkaar gemeen. Zo hebben bijvoorbeeld meerdere landen deel uitgemaakt van het Romeinse Rijk. Hun talen laten nog steeds sporen zien van de taal van dat rijk, het Latijn (pagina 5). Tegelijk kent de EU een grote verscheidenheid. Ieder land heeft zijn eigen kleding, ge-rechten en een of meer talen (pagina 7-10). Ze zijn trots op hun nationaal cultureel erfgoed. Dat blijkt vooral als dat erfgoed wordt bedreigd of vernield wordt. Ze doen er alles aan om het te behouden of te herstellen (pagina 11-15).

Ook willen de landen zelfstandig zijn. Enkele EU-landen hebben deel uitgemaakt van Joegoslavië of de Sovjet-Unie. In 1991 zijn die twee grote landen uiteengevallen in kleinere (pagina 3). Dat maakt de verscheidenheid nog groter.

1

Invloed van culturen buiten Europa De landen van de EU hebben zaken overgenomen uit culturen van buiten Europa. Zo herinnert het Alhambra (pagina 14) aan de tijd waarin Zuid-Spanje werd bestuurd door vorsten van Marokkaanse afkomst. Die brachten hun godsdienst de islam en hun bouwkunst naar dit deel van Spanje.

Zeevaarders en han-delaren uit Spanje, Portugal, Nederland, Frankrijk en Enge-land brachten artike-len mee uit Azië, Afrika en Amerika. Van die artikelen zijn thee (uit China en Japan) en de aard-appel (uit Zuid-Amerika) niet meer weg te denken uit de EU (pagina 6).

Monument voor de Zeevaarders in Belem bij Lissabon (Portugal)

2

Page 28: wat is dus typisch voor de europese unie?

24

Handelsgeest De geschiedenis van de EU laat zien dat Europese handelaren soms nieuwe kansen zochten en vonden om handel te drijven. Dat gebeurde bijvoorbeeld na de val van Constantinopel in 1453. Daarbij raakte de Zijderoute naar Azië afgesneden (pagina 6). Europese handelaren probeerden vervolgens over zee naar Azië te varen om handel te drijven. Ze slaagden erin nieuwe handelsroutes uit te zetten. In de 17e eeuw trokken ook Nederlandse handelaren profijt van die nieuwe handelsroutes. Ze verdienden vooral veel geld aan de handel in specerijen. Dat is nu nog te zien aan de herenhuizen en pakhuizen die ze in de grachtengordel lieten bouwen (pagina 2).

Vooruitgangsgeloof Ten slotte hebben mensen in Europa vaak geloofd dat ze de wereld kunnen verbeteren. Dit heet voor-uitgangsgeloof. Ze meenden dat alle mensen gelij-ke rechten hebben en in vrijheid moeten kunnen leven. Daarom vinden ze dat de regering van een land niet moet doen wat ze zelf wil, maar wat de burgers van het land willen. Daar hebben we aan te danken dat in Griekenland de democratie is uit-gevonden en dat alle landen van de EU nu een de-mocratie hebben (pagina 4). Mensen die in de vooruitgang geloven, komen soms in verzet tegen een bepaald erfgoed in de EU. Ze vinden dat de wereld beter af is zonder dat erfgoed. Zo willen sommige Nederlanders dat de Zwarte Piet wordt afgeschaft. Ze vinden dat dit on-derdeel van het Sinterklaasfeest een ongunstig beeld geeft van mensen met een donkere huidkleur (pagina 18-19). Mensen die actie voeren tegen die-renmishandeling vinden dat er geen foie gras meer gemaakt en gegeten moet worden. Ze wijzen erop dat voor het maken van dit gerecht eenden en ganzen onder dwang worden gevoed. Volgens hen is dat dierenkwelling (pagina 16-17).

3

Samengevat. Europees cultureel erfgoed is erfgoed in de EU dat iets laat zien van vier dingen die Europa hebben gemaakt wat het nu is: streven naar een-heid of juist naar verscheidenheid, invloeden van niet-Europese culturen, handelsgeest en vooruitgangsgeloof.

Protest tegen foie gras in de Engelse plaats York, de eerste Europese stad die officieel foie

gras in de ban heeft gedaan

4

Page 29: wat is dus typisch voor de europese unie?

25

AANTEKENINGEN

Page 30: wat is dus typisch voor de europese unie?

26

Page 31: wat is dus typisch voor de europese unie?

MEER OP INTERNET Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt. Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je het beste je spreekbeurt kunt inkleden. Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.

27

Page 32: wat is dus typisch voor de europese unie?

SCRIPTIESERVICE De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu en Mensenrechten. Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons. Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/werkstuk.

De versie op papier is te bestellen bij: Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail: [email protected] http://www.cmo.nl