Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

28
WARMTENETWERK MAGAZINE NR 20. HERFST 2014 Warmte uit de supermarkt: open net in Stockholm Teun Bokhoven: de nutsfunctie van warmte EU-project Celsius: Rotterdam als blauwdruk voor Europa

description

Met in dit nummer een verslag van de studiereis naar Zweden in twee delen: techniek en beleid, een interview met DE Koepel-voorzitter Teun Bokhoven, de resultaten van het EU-project Celsius en een blik op de bedrijfsmodellen voor kleine warmtenetten.

Transcript of Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

Page 1: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

WARMTENETWERK MAGAZINE

NR 20. HERFST 2014

Warmte uit de supermarkt: open net in StockholmTeun Bokhoven: de nutsfunctie van warmteEU-project Celsius: Rotterdam als blauwdruk voor Europa

Page 2: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

3 Column: is een open net de oplossing voor restwarmte?

4 Introductie nieuwe deelnemers

5 Oproep Global District Energy Awards

6 Georganiseerd voor zakelijk succes

8 Studiereis Zweden: warmtenet als standaard

12 Studiereis Zweden: innoveren van centrale tot in woning

15 Interview: Teun Bokhoven werkt aan overkoepelende warmtevisie

19 Warmtenetwerk lid DE Koepel

20 Het Nationale Warmtecongres

21 Berichten: warmtenet Antwerpen en Leiding over Noord

22 Project Celsius zoekt navolgers

25 Jaarbijeenkomst in Den Bosch

26 Overzicht deelnemers Warmtenetwerk

27 Agenda en colofon

2 WARMTENETWERK MAGAZINE

Inhoud

Omslagfoto:

De nieuwe warmtekrachtcentrale van Mälarenergi in Västerås gebruikt afval

en hout als brandstof; het energetisch rendement is erg hoog dankzij een

condensor die de rookgassen afkoelt tot 50 ˚C. foto: klaas de jong

Page 3: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

NR 20. HERFST 2014 3

“Het afvoeren van warmte kost onze klanten geld,

terwijl warmtelevering aan ons net ze juist geld

oplevert”, stelde Per Gullbrand tijdens de studiereis van

Warmtenetwerk in Stockholm. Tot voor kort was Gullbrand

als marketingmanager actief met nieuwe producten voor

Ikea. Nu vermarkt hij het open warmtenet voor het

Finse energiebedrijf Fortum, dat ook in Zweden actief

is. Zijn boodschap slaat ontegenzeglijk aan bij bedrijven

in Stockholm. Maar liefst zestig gegadigden wilden

restwarmte aan het net van Fortum leveren. Daaruit

selecteerde het bedrijf twintig voor een contract. Het

gaat daarbij dit keer niet alleen om industrie, maar ook

om supermarkten, een treinstation en datacenters.

Datacenters lijken tegenwoordig niet meer zo voor de

hand liggend waar het restwarmtelevering betreft,

want de temperatuur is laag en er zijn koelsystemen

ontwikkeld om met weinig energieverbruik de servers

koel te houden. Maar die systemen kosten geld en met

een industriële warmtepomp kun je de laagwaardige

warmte ook bruikbaar maken voor een warmtenet.

IntroductieHet doel van de in 2008 opgerichte stichting Warmtenetwerk

is een duurzame warmte- en koudevoorziening in Nederland en

Vlaanderen.

Met het Warmtenetwerk Magazine willen we u kennis laten

maken met de ontwikkelingen en mogelijkheden van warmte- en

koudenetten en met het netwerk aan spelers op dit gebied. Meer

dan 180 organisaties nemen deel aan het Warmtenetwerk. _

Het mooie in het concept van Fortum is dat het bedrijf

voor aantrekkelijke vergoedingen voor de warmte heeft

gezorgd die afhangen van de leveringstemperatuur én de

buitentemperatuur.

Ook een lopend experiment bij het net in Wilhelmsburg

Mitte van Hamburg Energie trekt voldoende belangstelling

van bedrijven om warmte te leveren. Het bijzondere van

het project in Hamburg is dat het om een relatief klein

warmtenet gaat, terwijl het net in Stockholm juist heel

groot is.

De grote vraag is of we in Nederland en Vlaanderen

met een open net de benutting van restwarmte op gang

kunnen krijgen. Tegenover de enorme hoeveelheden

warmte die worden geloosd in koelwater en buitenlucht,

staan slechts enkele projecten met hergebruik van

restwarmte. Alleen de afvalsector lijkt te begrijpen dat

warmte lozen echt niet meer kan.

Industrie, datacenters en supermarkten zijn in ons land

nog niet in beweging gekomen. Gaat dat wel lukken met

een goed concept voor open netten? Tot nu toe heeft

nog geen enkel Nederlands energiebedrijf zich daaraan

gewaagd. Zeker is wel dat dit concept bedrijven aan het

denken zet. Want waarom verspillen ze zoveel kosten

aan water, elektriciteit en onderhoud om warmte kwijt

te raken als diezelfde warmte ook geld kan opleveren bij

verkoop aan een warmtebedrijf? _

Klaas de Jong

Is een open net de oplossing voor restwarmte? Bij meerdere producenten kunnen ook kleine leveranciers als supermarkten hun warmte leveren.

WARMTENETWERK

meer comfort met minder fossiele energie

Alleen de afvalsector lijkt te begrijpen dat warmte lozen niet meer kan

Page 4: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

4 WARMTENETWERK MAGAZINE

Nieuwe deelnemers

Gemeente Maastricht: stadskantoor op warmte- en koudenetDe hoofdstad van de Nederlandse provincie Zuid-

Limburg heeft een innovatief warmte- en koudenet.

Restwarmte van papierfabriek Sappi verwarmt

woningen, winkels en het stadskantoor in Mosae

Forum en zorgt ook voor koeling via absorptiekoel-

machines. Via een aardgasexpansiemachine wekken

de Maastrichters elektriciteit met de warmte op.

Recent is in het Interreg-project Eco2Profit de haal-

baarheid van een warmtenet op bedrijventerrein

Beatrixhaven onderzocht.

www.maastricht.nl

Klinger Sogefiltres: afsluiters en afdichtingen Het in Brussel gevestigde Klinger Sogefiltres richt zich

met name op de Belgische en Luxemburgse markt

voor afsluiters en appendages voor stoom en water

en afdichtingen voor vloeistoffen. Het bedrijf is

onderdeel van de internationale industriepijpleiding–

specialist Klinger-groep die al sinds 1886 als familie-

bedrijf bestaat en wereldwijd 35 vestigingen heeft.

www.klinger-sogefiltres.be

Deze zomer hebben vijf organisaties zich

aangemeld als deelnemer aan Stichting

Warmtenetwerk.

Fortes Import District Energy SystemsFortes Import uit Houten vertegenwoordigt meerdere

fabrikanten van apparatuur voor warmtenetten:

zonnecollectoren met vacuümbuizen van Kingspan,

warmwatersystemen en boilers van Aquaheat,

warmtemeters van Hydrometer, afsluiters en appen–

dages van Cimberio en Sanha en regelapparatuur van

Salus en Sarel.

www.fortes-import.nl

Alliander: warmtetransport WaalspongNetwerkbedrijf Alliander brengt via haar

leidingen en kabels elektriciteit en aardgas

naar 3,3 miljoen afnemers. Met de partici–

patie in Warmtenet Nijmegen is Alliander

voor het eerst actief betrokken bij

warmtenetten. Het bedrijf verzorgt

het warmtetransport van afvalenergie-

bedrijf AVR naar de wijk Waalsprong.

Dochterbedrijf Liandon heeft meerjarige

ervaring met het ontwerp van warmtenetten.

De afdeling Duurzame Gebiedsontwikkeling

van Alliander werkt aan verschillende

warmteprojecten.

www.alliander.com

Page 5: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

NR 20. HERFST 2014 5

Steun duurzame warmteBent u ook betrokken bij warmte- en koudenetten

en/of wilt u een bijdrage leveren aan een effectieve

infrastructuur voor warmte en koude? Neem dan deel aan

Warmtenetwerk.

Naast een vermelding op de website en in het magazine, kunnen

deelnemers kosteloos naar onze congressen en met korting op

studiereis. Ook kunnen ze actief meepraten over warmtebeleid en

is er een actief verenigingsnetwerk met innovators, financiers,

warmteproducenten, aannemers en beleidsmedewerkers.

Stuur voor meer informatie over inschrijven, contributie

en overige voordelen een e-mail naar

[email protected]

FW-Fernwärme-Technik: leidingen onder Maas en WaalDe Duitse onderneming FW-Fernwärme-

Technik maakt warmtetransportleidingen

met binnen- en buitenmantel van staal en

met vacuüm als isolatie tussen de binnen-

en buitenleiding. Recent leverde het bedrijf

leidingen voor De Nieuwe Warmteweg, de

Leiding over Noord en de Waalsprong. _

http://www.fw-gmbh.de

Global District Energy Climate AwardsZowel in 2011 als 2013 wonnen Warmtenetwerkers een prijs. Stuur uw project tot

15 januari in om de Nederlandse en Vlaamse eer hoog te houden.

Onder supervisie van het Internationaal Energie Agentschap IEA houdt de Europese

organisatie voor warmtenetten Euroheat & Power weer een wedstrijd voor steden en

regio's met bijzondere prestaties op het gebied van warmte- en koudenetten. Inzenden is

mogelijk tot 15 januari. Er zijn vijf verschillende categorieën: nieuwe netten, moderni-

sering, uitbreiding, emerging markets en special awards. De prijsuitreiking is op het

jaarcongres 2015 van Euroheat & Power in Tallinn (Estland). Dit congres heeft plaats op

27 en 28 april.

Eerder won Nederland al twee Global District Energy Awards: een voor Twence met

warmtenet Enschede en stoomlevering in 2013 en een voor Essent met het groene

warmtenet Zeewolde in 2011. _

www.districtenergyaward.org

Page 6: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

Kathelijne Bouw won de tweede prijs bij de DHC+

Student Awards met haar onderzoek naar een

bedrijfsmodel om de ontwikkeling van kleine

warmtenetten te stimuleren.

“Vorig jaar gingen vrijwel alle presentaties op het

DHC+-symposium over techniek. Dat mijn studie naar

bedrijfsmodellen voor warmtenetten een tweede prijs

won bij de Student Awards vond ik daarom wel een

verrassing”, vertelt Kathelijne Bouw. Op 9 september

presenteerde ze haar onderzoek op het 14th Interna-

tional Symposium on District Heating and Cooling in

Stockholm en binnenkort publiceert ze erover in Interna-

tional Euroheat & Power. “Techneuten denken vaak

weinig over de organisatorische kant, maar die is wel de

sleutel om nieuwe projecten tot stand te laten komen.

Hoe krijg je de partijen bij elkaar en dek je de risico’s zo

goed mogelijk af?”

Dat Bouw gedreven is, blijkt wel uit het feit dat ze twee

universitaire studies tegelijk volgde. Aan de Technische

Universiteit Delft studeerde ze af als architect aan

de faculteit Bouwkunde. Aan de Universiteit Utrecht

studeerde ze Sustainable Development. Voor haar

afstudeerproject wilde ze bij een bedrijf kijken en

zo kwam ze terecht bij woonstichting De Kernen, die

een stagiair zocht voor een project met restwarmte

uit de tuinbouw. Het was haar eerste kennismaking

met warmtenetten. Die beviel zo goed dat ze wilde

6 WARMTENETWERK MAGAZINE

Georganiseerd voor zakelijk succesafstuderen op een onderzoek naar bedrijfsmodellen

voor kleine warmtenetten bij Triple E Consulting. Bouw:

“Bedrijfsmodellen toepassen is meestal heel recht toe

recht aan, maar voor deze typen warmtenetten is het

een stuk lastiger omdat daar niet een grote speler als

Essent of Nuon alle touwtjes in handen heeft, waardoor

er vaak een complexe organisatiestructuur is met een

veelheid aan partijen.”

Kansen en hindernissenBouws scriptie bestaat uit vier onderdelen. Allereerst

keek ze naar de hindernissen en kansen bij kleinschalige

warmtenetten, nieuwe netten op lage temperatuur en

netten in bestaande bouw. “De techniek is al heel ver.

Voor lagetemperatuurnetten zitten nog wel wat ontwik-

kelingen in de pijplijn, maar de problemen liggen vooral

bij de financiering. Voor grote energiebedrijven zijn de

kleine netjes niet zo interessant. Die willen echt de

grote schaal. Dat maakt het organisatorisch veel moeilij-

ker, want je moet de juiste partijen bij elkaar brengen.”

Het tweede deel van de scriptie bestond uit het opzetten

van een business model framework, waarin de verschil-

lende betrokkenen een centraal element vormen. Vervol-

gens is dit framework toegepast op een aantal bestaande

“Techneuten denken vaak weinig over de organisatorische kant”

Bouw ontvangt haar prijs uit handen van juryvoorzitter Stefan Holler

(links) en voorzitter van het DHC+-platform Nicolas Février (rechts).

Page 7: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

NR 20. HERFST 2014 7

casussen. Uit deze casestudie blijkt dat er drie elemen-

ten van groot belang zijn: wilskracht, kapitaal en kennis.

Kennisgebrek is het makkelijkst op te lossen, bijvoor-

beeld met een externe adviseur. Kapitaaltekort — het

meest voorkomende probleem — is een stuk lastiger,

daarbij zouden lokale overheden kunnen helpen met

een achtergestelde lening of garantstelling. “Je business

case moet echter ook gezond zijn zonder subsidie. Vaak

is veel subsidie een slechte voorbode voor het succes van

het project op langere termijn.”

Voor de wilskracht hebben succesvolle projecten volgens

Bouw allemaal een goede initiatiefnemer nodig, een

trekkende partij met een lange adem. De realisatie-

tijd voor warmtenetten is lang. “Dat kan een gemeente

zijn die graag duurzamer wil worden. Of, zoals bij het

project Thermo Bello, een groep wijkbewoners die zich

inzetten voor duurzame warmte en die actief blijft in

het bestuur.”

ModellerenBestaande bedrijfsmodellen vergeten volgens Bouw nogal

eens te kijken naar de organisatorische factor. Vanwege

de vele stakeholders is die bij warmtenetten juist van

groot belang. In haar framework kijkt Bouw daarom

naar de volgende onderdelen: waardepropositie (het

behalen van milieudoelstellingen of juist economisch

voordeel), organisatiestructuur, financiële structuur (een

warmtenet brengt grote kosten en risico’s met zich mee),

wettelijke vorm (een Energie BV en coöperatie zijn niet

ongebruikelijk) en het juridisch kader.

Om het model te toetsen, heeft Bouw veel bedrij-

ven gesproken en congressen bezocht. Literatuur over

warmtenetten is er nauwelijks in Nederland en er

zijn weinig netten die een jaarverslag publiceren. Dat

maakte vergelijken moeilijk. “Over casussen die niet

goed lopen, hoor je meestal weinig, terwijl je die wel

wilt meenemen. Een voorbeeld is Greenportkas Venlo,

dat een tijdje overal in het nieuws was en waar je op een

gegeven moment ineens niets meer over hoorde. Via via

kwam ik erachter dat de betrokken teler failliet was.”

Bij de toetsing keek Bouw naar onzekerheden in de

warmteproductie, het net en de levering. Zo is voor

projecten in nieuwbouwwijken levering riskant, omdat

nieuwbouwprojecten de afgelopen tijd vaak zijn stilgelegd.

Bij bestaande bouw is het risico veel lager, tenminste als er

al gegarandeerde afname is; ook woningcorporaties mogen

niet zomaar de energievoorziening van hun bewoners

veranderen. Voor de levering is het risico lager als netten

aan elkaar zijn geregen. “Bij probleemprojecten waren

vaak alle drie de risicohokjes aangevinkt.”

Helpende hand“Veel warmtenetten komen niet van de grond of zijn geen

succes omdat uiteindelijk geen gezonde business case

tot stand komt”, concludeert Bouw aan de hand van de

gesprekken in het veld. De complexe organisatiestructuur

van warmtenetten is daaraan vaak debet. Als extra

onderdeel van haar scriptie ontwikkelde Bouw daarom

een rekenmodel om de onervaren partijen te helpen om

vooraf in te schatten of een project haalbaar is. “Daarmee

kun je kijken wat de verwachte opbrengsten zijn bij een

bepaald aantal aansluitingen, de gekozen temperatuur

en warmtevraag. Dat kan partijen stimuleren toch door

te zetten.”

De opvallendste conclusies die Bouws vergelijkingen

opleverde, is dat een warmteproject is te organiseren op

veel manieren en dat het meest wenselijke model sterk

afhangt van de lokale situatie. Zo is een casus vlak over

de grens in het Duitse Lathen lastig te vergelijken met een

in een Nederlandse stad. “Daar speelde bij de totstand-

koming een coöperatieve bank een grote rol, die een sterk

lokaal belang had. Ook de bewoners betaalden 4.000 euro

per aansluiting mee. In een dorp doe je dat makkelijker

samen. En omdat de woningmarkt er in Duitsland anders

uitziet, zijn de inwoners misschien eerder geneigd om die

hoge aansluitkosten te betalen.” _

“De problemen liggen vooral bij de financiering”

Tijdens een internationaal warmtecongres in Stockholm

mocht Bouw haar resultaten presenteren.

Page 8: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

deel gemeentebedrijven, wat het succes voor een deel

verklaart. Slechts 22 procent is in particuliere handen en

8 procent is staatseigendom.

De warmtesector is goed voor 1 procent van het bruto

nationaal product van Zweden en de sector staat niet stil

volgens Thornström. Ieder jaar investeert ze 800 miljoen

euro. Haar belang kan dus nog groeien.

Marktaandeel warmteDe aanleg van warmtenetten is in Zweden begonnen in

de vijftiger jaren. De oliecrisis in de zeventiger jaren

zorgde voor een sterke groei-impuls. Inmiddels zijn

bijna alle appartementengebouwen aangesloten op een

warmtenet. Het marktaandeel is in deze sector gegroeid

van 82 procent in 2002 naar 91 procent in 2012. Bij

openbare gebouwen is het marktaandeel in die periode

gegroeid van 63 naar 80 procent.

Het aandeel bij eensgezinswoningen verdubbelde, maar

ligt met 18 procent veel lager. De meeste eengezins-

woningen zijn dan ook te vinden op het platteland. De

alternatieven zijn hier houtkachels, elektrische verwar-

ming en warmtepompen. Een gasnet zoals Nederland dat

heeft, kennen de Zweden niet.

Warmtenet als standaard

8 WARMTENETWERK MAGAZINE

95 procent van de metropool Stockholm is verwarmd

met warmtenetten en ook elders zijn de Zweedse

cijfers indrukwekkend. Hoe de Zweedse bedrijven

en overheid dit voor elkaar kregen, bleek tijdens de

studiereis in juni.

Dit jaar reisde Stichting Warmtenetwerk met 41 deel-

nemers naar de Zweedse steden Stockholm, Uppsala en

Västerås. In de eerste stad wonen 2 miljoen mensen,

ongeveer een vijfde van alle inwoners van het land, de

andere twee steden zijn met elk 100.000 inwoners veel

kleiner. Maar in alle drie is warmtelevering de standaard.

Ongeveer 95 procent van de gebouwen in deze steden

is aangesloten op een warmtenet. Heeft heel Zweden

zo’n sterke voorkeur voor warmte? En hoe kunnen we

dat succes dan verklaren?

Svensk Fjärrvärme“Warmtenetten voorzien in bijna 60 procent van de

warmtebehoefte in Zweden en ze zijn in alle gemeentes

met meer dan 10.000 inwoners aanwezig”, schetst Erik

Thornström van warmtevereniging Svensk Fjärrvärme

de situatie. Ter vergelijking, in Nederland is slechts een

procent of vier van de huishoudens aangesloten.

Maar liefst 140 Zweedse warmtebedrijven zijn lid van

Svensk Fjärrvärme. 34 leden exploiteren één of meer-

dere koudenetten. De bedrijven zijn voor het meren-

Zweden kunnen hun warmteaansluiting binnen enkele maanden opzeggen

Page 9: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

Warmtenet als standaard

Niet gereguleerdWarmtelevering is in feite de standaard geworden in

Zweden. In de meeste steden is het warmtenet ook

goedkoper dan een individuele warmtevoorziening. De

warmteprijzen variëren van stad tot stad en zijn niet

gereguleerd. De warmtebedrijven voelen wel de druk

om de warmteprijzen laag te houden vanwege de toe–

nemende concurrentie van individuele warmtepompen.

Voor de tarieven bij consumenten is het in Zweden

gebruikelijk dat de woningcorporatie een prijs rekent op

basis van het verbruik voor ruimteverwarming van het

hele gebouw. De kosten worden aan de hand van het

woonoppervlak omgeslagen in de huurprijs. In Nederland

zijn vanwege de Warmtewet individuele meters per

woning verplicht.

In het kader van de EU-richtlijnen werkt de overheid

verder aan een betere herbenutting van restwarmte.

Opmerkelijk is de in 2012 verplicht gestelde voorrang

voor warmtelevering door afvalenergiecentrales. De

Zweden hebben zeer efficiënte afvalverbranders en

verwerken daarmee afval voor diverse landen.

Ook overweegt de Zweedse overheid om concurrentie

op het bestaande net toe te staan. Daarvoor lopen al

enkele experimenten, waaronder een proef met het

Finse Fortum, een beursgenoteerde warmtereus die voor

50,8 procent in handen is van buurstaat Finland. Door

de overname van een aantal warmtenetten in hoofdstad

Stockholm, was dit bedrijf in een klap de grootste

warmteleverancier van Zweden.

Verdienen“We anticiperen op de plannen van de overheid”, aldus

Per Gullbrand. Hij is bij Fortum de trekker van een van

de experimentele open netten: Oppen Fjärrvärme.

Dit project moet bedrijven stimuleren om overtollige

warmte aan het warmtenet te leveren. Volgens Gullbrand

is er in Stockholm heel veel restwarmte beschikbaar. De

opkomst van datacenters heeft zelfs gezorgd voor een

sterke toename van overtollige warmte. In Stockholm

zelf voeren deze computercentra voldoende warmte af

om 55.000 woningen te verwarmen. “Het afvoeren van

deze warmte is nu een kostenpost voor onze klanten,

maar door de warmte aan ons te leveren, kunnen ze er

juist geld mee verdienen.”

Deze stelling blijkt daadwerkelijk aan te slaan ook al

verkondigden sceptici binnen het bedrijf vooraf dat

niemand interesse zou hebben. Uit een zestigtal aanbie-

ders selecteerde Fortum er 20 voor een contract. De

tarieven zijn afhankelijk van de temperatuur waarop

de klant warmte levert en de seizoenen waarin warmte

beschikbaar is. De vergoeding is hoger naarmate de

buitentemperatuur lager is. Flexibele leveranciers

kunnen gebruikmaken van een spotmarktprijs.

Fortum heeft inmiddels ervaren dat de invoeding van

restwarmte technisch best lastig kan zijn en de nodige

kennis vereist. Een eerste project bij een datacenter

werkte aanvankelijk niet omdat de gekozen warmtepomp

de benodigde hoge temperatuur van het net niet haalde.

Een industriële warmtepomp moet daarin uitkomst

bieden.

Trouwe klantenLena Gunnarsson is bij Fortum verantwoordelijk voor de

warmteklanten. Die kunnen opmerkelijk genoeg kiezen

uit maar liefst vijf verschillende tariefmodellen; zelfs

volledig klimaatneutrale warmte is — tegen meerprijs —

een optie. Gunnarsson licht toe dat het vrijwel alleen

om grote afnemers gaat. De woningcorporaties en parti-

culiere vastgoedbedrijven kopen warmte in van Fortum

en verrekenen de warmte aan de huurders in de huur-

prijs. De keus in warmtetarieven heeft te maken met het

afnamepatroon. Wie over het jaar een vrij vlak patroon

heeft, kiest een ander model dan wie met een groot

verschil tussen zomer en winter te maken heeft.

Daarnaast besteedt Fortum veel aandacht aan klant-

tevredenheid om zo trouwe klanten te kweken. Dat

is belangrijk, want het is in Zweden mogelijk om als

warmteklant je aansluiting binnen enkele maanden op

te zeggen. Topservice door vriendelijk personeel staat

daarom voorop. Bovendien adviseren goed opgeleide

teams de klanten over energiebesparing.

Eenzelfde betrokkenheid bij besparing toont Fortum

bij een wedstrijd die het al 7 jaar voor haar klanten in

Stockholm organiseert. Het bedrijf dat het effectiefst

NR 20. HERFST 2014 9

Zestig aanbieders wilden meedoen aan Fortums open warmtenet

Page 10: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

10 WARMTENETWERK MAGAZINE

werkt aan energiebesparing en de meest betrokken

bewoners heeft, wint. In 2014 deden 55 grootzakelijke

klanten mee en won woningcorporatie BRF Resolutien.

Focus op duurzaamWoningcorporatie Mimer, een gemeentebedrijf dat

11.200 woningen verhuurt in Västerås, zet ook stevig op

de klant in. Alle woningen zijn op het warmtenet aange-

sloten. Mimer heeft daarbij de filosofie dat duurzaam-

heid samen moet gaan met een comfortabele woonom-

geving waarin de mensen zich veilig voelen. Dat komt

op allerlei manieren tot uiting, van tuinen rondom de

woongebouwen tot inzameling van afval.

De huurders worden niet alleen door voorlichting betrok-

ken bij duurzaamheid in hun leefomgeving, maar kunnen

ook actief participeren. Een mooi voorbeeld is de moge-

lijkheid om als huurder van een appartementenflat te

werken in de gezamenlijke tuinen rondom de flat.

Qua duurzaamheid vergeet de corporatie zelfs de

comfortabele vaatwasser niet Naast elektriciteit uit

zonnepanelen, verduurzaamt Mimer ook door elektri-

citeit door warmte te vervangen waar mogelijk. In de

160 appartementen van Råseglet heeft de woningcorpo-

ratie zodoende wasmachines en vaatwassers geplaatst

die geen elektrisch verwarmingselement hebben, maar

een aansluiting op het warmtenet. Ook wasdrogers op

warmte zijn beschikbaar.

Zelfs de vaatwasser vergeet woningcorporatie Mimer niet

KleinschaligIn Nederland zijn door de schaalvergroting in de energie-

sector geen lokale energiebedrijven meer te vinden,

zeker niet met eigen centrale en distributienetten. Dat

ook kleine bedrijfjes zichzelf staande kunnen houden op

de vrije energiemarkt, bewijst Mälarenergi dat net als

Mimer in de 100.000 inwoners tellende stad Västerås is

gevestigd.

Het gemeentebedrijf Mälarenergi is een volledig geïnte-

greerd energiebedrijf. Het levert warmte, koude, water

en elektriciteit via eigen distributienetten en communi-

catie via een glaszvezelnet. Met eigen centrales voorziet

het in de energiebehoefte van de stad. Het warmtenet

van Mälarenergi is zelfs het op drie na grootste van

Zweden en de warmteprijs is een van de laagste van het

land.

De aanleg van een warmtenet in Västerås is begonnen in

1954. Tegenwoordig is 97 procent van alle gebouwen er

aangesloten op het warmtenet en daar komen binnen-

kort nog enkele nabijgelegen dorpen bij.

De lage prijs is een gevolg van de technische innovatie

die het bedrijfje tentoonspreidt. Zo ontwierp het in-huis

een centrale die op hout en afval brandt. De benutting

van het afval is zelfs zo volledig, dat de Ieren en Engelsen

hun afval voor verwerking naar Mälarenergi verschepen.

Bovendien is het bedrijf een pionier op het gebied van

lagetemperatuurnetten.

KoudevraagNiet alleen de vraag naar warmtenetten, ook die naar

koudenetten groeit. De eerste koudenetten zijn in het

begin van de negentiger jaren aangelegd. Koude bleek

een succesvol product in de Zweedse steden en heeft

een grote groei doorgemaakt. In totaal ligt er meer dan

500 km aan koudenetten.

Ook hier is Mälarenergi al op kleine schaal werkzaam.

Tegenover de verkoop van 1.500 GWh warmte is de

omzet aan koude met 25 GWh in Västerås beschei-

den. Het koudenet levert aan een veertigtal klanten

waaronder het ziekenhuis en stadhuis. De koude wordt

geproduceerd door een absorptiekoelmachine van

7 MW en twee warmtepompen die 17 MW koude aan

Lena Gunnarsson van Fortum geeft uitleg over

de verschillende warmtetarieven in Stockholm.

Page 11: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

NR 20. HERFST 2014 11

het koudenet kunnen leveren en 27 MW warmte aan het

warmtenet. In de winter gebruiken deze warmtepompen

het effluent van de rioolwaterzuivering als warmtebron.

Grootste koudenetEnergiereus Fortum beheert in Stockholm daarentegen

het grootste koudenet van Europa, dat met een lengte

van 200 km 600 grote gebouwen bedient. De belangrijk-

ste afnemers zijn kantoorgebouwen, winkelcentra en

datacenters.

De Zweedse koudenetten maken zoveel mogelijk gebruik

van vrije koeling uit zeewater en diepe meren. Daarnaast

zetten absorptiekoelmachines overschotten aan warmte

in de zomer om naar koude.

Elektrisch aangedreven koelmachines zijn vooral

voor de zomerpieken. Toch is er ook een trend om

gelijktijdig warmte en koude te produceren met

elektrisch aangedreven warmtepompen. De Stockholmse

centrale Hammarbyverket was een van de eersten met

gelijktijdige opwekking van koude en warmte. Zeven

enorme warmtepompen leveren een totaal vermogen

van 225 MW. In de zomer is het koudenet de warmtebron

en in de winter komt de warmte uit het effluent van de

rioolwaterzuivering dat via een tunnel wordt aangevoerd.

De warmtepompen in Hammarbyverket hebben inmid-

dels een leeftijd van 25 tot 28 jaar. Op het investerings-

programma van Fortum staat dan ook een vervanging

van deze machines door moderne warmtepompen met

natuurlijk koudemiddel.

Niet alleen overheidHet is misschien makkelijk om het grote succes van

de Zweedse warmtenetten af te schuiven op de grote

overheidsbemoeienis van de bedrijven. Toch lijkt dat

niet helemaal eerlijk. Naast dat klanten makkelijk hun

contracten kunnen opzeggen, wat in traditionele over-

heidsmonopolies niet kan, weet zelfs een klein bedrijfje

als Mälarenergi zich prima op de internationale markt

te redden. Ook lijken de bedrijven goed te beseffen dat

restwarmte niet verloren mag gaan, zoals wel blijkt bij

Fortums proefproject met een open net. _

Ook kleine bedrijfjes kunnen zich staande houden op de vrije

energiemarkt

Met een compacte absorptiekoelmachine wil Vattenfall

lokale koude bij warmteklanten realiseren.

Page 12: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

Niet alleen zijn warmtenetten bij hen erg

populair, de Zweden doen er ook alles aan om

dat zo te houden en de netten te verduurzamen.

Van grote afvalcentrales tot kleinschalige

warmteterugwinning uit ventilatiesystemen,

het kan altijd beter.

De eerste warmteklant in Stockholm werd aangesloten in

1954, een halve eeuw na de bouw van de eerste elektri-

citeitscentrale en een eeuw na de eerste straatverlich-

ting op stadsgas. Sindsdien zijn de netten steeds blijven

groeien en er lijkt voorlopig nog geen eind aan de expan-

sie en verduurzaming te komen.

Een goed voorbeeld daarvan is het Finse Fortum, dat in

2001 een samenwerking met Stockholm aanging. Door

een aantal overnames heeft Fortum nu drie warmtenet-

ten in de Zweedse hoofdstad, waarvan twee gekop-

peld zijn aan netten van derden. De vijf centrales van

Fortum hebben een totaal warmtevermogen van 3.000

MW. De afvalenergiecentrale Bristaverket in de buurt van

vliegveld Arlanda is de nieuwste en is dit jaar in bedrijf

genomen. Daarnaast staan nog grote investeringen op

het programma ter vervanging van oude centrales en

voor opvang van de groei.

Bij Fortum denken ze voornamelijk groot. Fortum exploi-

teert niet alleen warmtenetten in Scandinavië, maar ook

in Polen, het Verenigd Koninkrijk, de Baltische staten

en Rusland. In Rusland levert het bedrijf met 24 TWh

zelfs meer warmte dan in de andere landen tezamen.

Een van de plannen is een nieuwe warmtekrachtcentrale

in Värtan die in 2016 in bedrijf gaat. Het plan vergt een

12 WARMTENETWERK MAGAZINE

investering van 410 miljoen euro. Deze centrale draait

volledig op biomassa en krijgt een vermogen van 130 MW

elektriciteit en 200 MW warmte plus een indrukwekend

vermogen van 80 MW uit een rookgassencondensor.

TransitieDe stap naar een volledig biomassagestookte centrale

past in een patroon. De Zweden zijn sterk gefocust op

de onderverdeling van de brandstoffen voor warmte-

productie. In het kader van milieu en duurzaamheid

hebben de Zweedse warmtebedrijven dan ook een grote

transitie doorgemaakt. In de zeventiger jaren was olie

nog de belangrijkste brandstof, maar hoge belastingen

leidden ertoe dat olie en steenkool nu nauwelijks meer

worden gebruikt. Biomassa en afval leveren tegenwoordig

de energie voor 60 procent van de warmteproductie. Tel

je de condensorwarmte uit de schoorstenen van afval-

energiecentrales mee, dan kom je zelfs op 70 procent.

De terugwinning van warmte uit de rookgassen van afval-

verbranding, meestal met absorptiewarmtepompen, is

een Zweedse specialiteit.

Het aandeel restwarmte uit de industrie is 7 procent en

industriële warmtepompen zijn goed voor 6 procent van

de warmteproductie voor warmtenetten. De toekomst-

visie van de Zweden is volledig hergebruik van warmte.

WereldprimeurEen centrale die wat hergebruik betreft al goed op weg

is, is Eenheid 6 bij Mälarenergi in Västerås. Tijdens ons

bezoek was deze eenheid in proefbedrijf. Dat we deson-

danks een rondleiding kregen, is te danken aan het feit

dat Mälarenergi deze centrale in eigen beheer heeft

ontworpen en gebouwd. Dat is best een waagstuk, want

de centrale bevat nogal wat innovaties en de bouwtijd

was beperkt. De bouw startte in de zomer van 2012 en is

onderverdeeld in ruim 70 deelprojecten; de totale inves-

tering bedraagt ongeveer 300 miljoen euro.

Projectleider Henrik Nasström vertelt dat Eenheid 6

afval, houtresten en biomassa in willekeurige mengver-

houdingen kan verstoken. De nieuwe centrale heeft een

uiterst moderne installatie voor scheiding van afval en

Innoveren van centrale tot in woning

Mikael Söderberg van corporatie Mimer geeft uitleg over het

project Råseglet met lt-warmtenet en centrale ventilatie.

Biomassa en afval leveren de energie voor 60 procent van de

warmteproductie

Page 13: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

opwerking tot een homogene brandstof (zie kader).

Het afval komt niet alleen uit de omgeving, maar ook

uit het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Mälarenergi heeft

daarvoor een eigen havenfaciliteit. Dankzij de volledige

warmtebenutting kunnen de Zweden Iers en Engels afval

tegen een gunstiger prijs verwerken dan buitenlandse

concurrenten.

Ook qua energetisch rendement draait Eenheid 6 mee

in de wereldtop. Dat is deels te danken aan de lage

temperatuur van het warmtenet. In de uiterst effec-

tieve rookgasreiniging zit een condensor ingebouwd

waarmee de warmteopbrengst sterk is te verhogen bij

de gunstige lage temperatuur van het retourwater van

het warmtenet. Die temperatuur ligt op 35 tot 40 °C en

de rookgassen worden licht naverwarmd tot 50 °C om

voldoende trek te krijgen. De condensor levert 25 tot

30 MW warmte bovenop de 100 MW uit de condensor

van de stoomturbine. De Siemens turbine levert 50 MW

elektrisch vermogen; het elektrisch rendement van deze

unieke warmtekrachtcentrale bedraagt 29 procent.

Unieke warmtepomp Vattenfall beschikt in Uppsala eveneens over een afval-

verbrander — Eenheid 5 — op meerdere brandstoffen.

Deze moderne afvalcentrale is in 2005 in bedrijf

genomen. Afvalverbranding levert een warmtevermogen

van 170 MW, waarvan een deel in de vorm van stoom

voor de industrie. Eenheid 5 heeft een extreem hoog

energetisch rendement doordat de rookgasreiniging is

gecombineerd met warmteterugwinning. Een absorptie-

warmtepomp haalt veel extra warmte uit de rookgassen

door de waterdamp te condenseren. In de zomer

produceert deze unieke warmtepomp koude voor het

koudenet. Het koelvermogen is maar liefst 11 MW.

Naast de afvalenergiecentrale is een warmtekracht-

centrale met een elektrisch vermogen van 120 MW en

een warmtevermogen van 235 MW de belangrijkste

warmtebron van het warmtenet van Uppsala. Deze

centrale gebruikt hout en turf als brandstof.

Zweden beschikt over grote voorraden turf en zag deze

brandstof lange tijd als geschikt alternatief voor kolen

en olie. Tegenwoordig zien de Zweden de vrij lange kool-

stofcyclus van turf echter toch als een bezwaar en gaat

Een van megawarmtepompen in Hammarbyverket.

Tegenwoordig zien de Zweden de lange koolstofcyclus van turf als bezwaar

Refuse Derived FuelIeder uur verbruikt Eenheid 6 van Mälarenergi

60 ton brandstof, ongeveer drie vrachtwagen-

ladingen vol. Speciaal daarom is de centrale ook

bij een haven gebouwd die vlakbij de stad ligt.

Eenheid 6 kan daarbij draaien op verschillende

brandstoffen, waaronder houtsnippers en afval

dat een groot deel van de brandstof uitmaakt.

Omdat niet alle afval dezelfde hoeveelheid

energie bevat (calorische waarde) werkt

Mälarenergi het afval eerst om in een voor-

bewerkingsfabriek. Die versnippert het afval

tot kleine stukjes, zodat glas en metaal is te

verwijderen. Vervolgens mengt ze het restant

en perst dit tot een homogene brandstof, refuse

derived fuel (RDF), waarop de centrale goed

kan branden. Dat maakt ook tussenopslag in

een bunker gemakkelijker; in totaal is er ruimte

voor genoeg RDF om de centrale 6 dagen op

volle kracht te laten draaien.

NR 20. HERFST 2014 13

Page 14: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

Desiccant cooling bij IkeaBij een nieuwe vestiging van Ikea in Västerås heeft

Mälarenergi een bijzonder systeem voor airconditio-

ning toegepast. Dit droogmiddelkoelsysteem, desiccant

cooling, is ontwikkeld door het Zweedse bedrijf Munters

dat in de buurt van Stockholm is gevestigd. De koel-

techniek gebruikt geen koelcompressoren, maar werkt

met een combinatie van ontvochtiging en adiabatische

koeling, waarbij omgevingswarmte water verdampt. Bij

deze koelmethode is geen elektriciteit nodig, maar wel

warmte.

Het systeem zorgt naast voor milieuvriendelijke koude

ook voor een extreem hoge terugwinning van warmte

in de winter. Het concept is in principe ook toepasbaar

in de woningbouw. Voor het eerdergenoemde project

Råseglet met centrale ventilatie is de inpassing bijvoor-

beeld eenvoudig te realiseren.

Duurzaam en diversUit de presentaties en excursies tijdens de studiereis

blijkt duidelijk dat de Zweden niet op de lauweren van

hun warmtenetmonopolie rusten, maar hard blijven

innoveren. Voor grote installaties is rookgasreiniging

standaard. Bovendien letten de Zweden op de duurzaam-

heid door de installaties geschikt te maken voor diverse

brandstoffen, wat ook de toekomstbestendigheid van de

centrales vergroot. Prijzenswaardig is het dat ze klein-

schalige innovaties, zoals een ventilatiesysteem, niet

vergeten. _

14 WARMTENETWERK MAGAZINE

de voorkeur uit naar houtresten, die vanuit bosbouw en

houtindustrie ruimschoots beschikbaar zijn. Deze hout-

resten zijn ook de brandstof voor de nieuwe warmte-

krachtcentrale Carpe Futurum die Vattenfall in Uppsala

wil bouwen. Zoals de naam al zegt, moet deze centrale

wat betreft architectuur opvallend en modern zijn, maar

daarbij wel passen in het silhouet van Uppsala.

Individuele regelingWie nu denkt dat de Zweden alleen inzetten op grote

projecten, moet eens een kijkje nemen bij kleinschali-

ger innovaties in de woningbouw. Vorig jaar realiseerde

woningcorporatie Mimer aan het Öster Mälarstrand het

project Råseglet. Vier flatgebouwen met in totaal 160

appartementen hebben hier een innovatief systeem voor

verwarming en ventilatie. Uiteraard zijn de woningen

volgens de nieuwste inzichten en eisen geïsoleerd. Daar-

door kan ook bij een buitentemperatuur van -20 ˚C de

watertemperatuur in het verwarmingssysteem extreem

laag blijven.

Elk flatgebouw heeft een centraal ventilatiesysteem met

warmteterugwinning. Niet alleen is het rendement van

de terugwinning erg hoog, het systeem levert ook extra

comfort voor de bewoners. Zij hoeven zelf geen filters

te verwisselen en hebben geen ventilator in hun woning.

Bovendien kunnen zij de temperatuur in elke kamer zelf

instellen. Mimer levert de ventilatielucht op een tempe-

ratuur van 18 °C aan en naverwarmers in de woning

verwarmen dit tot de gewenste temperatuur.

Anders dan gebruikelijk in Zweden, zit niet alle warmte

hier in de huurprijs verwerkt. De individuele afrege-

ling zorgt ervoor dat de warmte voor naverwarming en

tapwater in elk appartement meetbaar is en per woning

wordt afgerekend.

Woningcorporatie Mimer werkt aan duurzaamheid en leefbaarheid;

in de wijk Råseglet kunnen de huurders zelf tuintjes verzorgen.

Desiccant cooling zorgt voor milieuvriendelijke koude en voor warmteterugwinning in de winter

Page 15: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

NR 20. HERFST 2014 15

Overkoepelende Warmtevisie

foto

’s:

pdkf

oto/

pete

r de

kon

ing

Voorzitter van de Duurzame

Energie Koepel Teun Bokhoven

heeft een missie: duurzame

energie op de politieke

agenda zetten en houden. Als

vertegenwoordiger van de

sector schreef hij mee aan het

SER Energieakkoord en werkt

hij momenteel mee aan de

Warmtevisie.

Page 16: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

16 WARMTENETWERK MAGAZINE

“Had ik nog steeds een eigen bedrijf, dan had ik on –

mogelijk kunnen meeschrijven aan het Energieakkoord”,

vertelt de immer ondernemende Teun Bokhoven.

Op zijn 23ste begon hij zijn eerste bedrijf in de bouw- en

isolatiesector. Ver voordat duurzame energie een

begrip was, startte dit met de productie van zonne-

boilers, later ook met zonnepanelen en warmtepompen.

In 2011 trad Bokhoven uit zijn bedrijven. “Dat was

op tijd om in 2012 warm te kunnen draaien voor het

onlangs afgeronde Energieakkoord en om een nieuwe

rol als voorzitter van het Topconsortium Kennis en

Innovatie Energiebesparing in de Gebouwde Omgeving

[TKI EnerGO] aan te pakken.”

Door de jaren heen leerde Bokhoven naar eigen zeggen

‘met de hazen lopen’ als lobbyist. “In 1983 heb ik mede

branchevereniging Holland Solar opgericht en in 1990

een Europese vereniging voor zonne-energie. Van daar-

uit zag ik hoe versnipperd het gelobby in de duurzaam-

heidswereld ging, zowel vanuit Europa als Nederland.

Alle aparte brancheorganisaties waren te klein om een

impact te hebben. Ze waren alleen gericht op hun

eigen technologie, zon, bio-energie, bodemenergie

of wind, terwijl beleidsmakers en de politiek gewoon

duurzame energie willen.” Daarom richtte Bokhoven

de Duurzame Energie Koepel op die de belangen van

de gehele duurzame-energiewereld vertegenwoordigt.

Ook Stichting Warmtenetwerk maakt sinds augustus

deel uit van DE Koepel.

Is het niet heel moeilijk om alle duurzame neuzen in dezelfde richting te krijgen?

“Het lukt al 15 jaar. Op één punt ben ik echter wel

een hardliner: we praten alleen over wat ons bindt en

niet over wat ons verdeelt. Als er een discussie is over

de SDE-vergoeding en de ene technologie lijkt meer

voordeel te hebben dan een andere, dan moeten we

die discussie objectiveren om te voorkomen dat ze zich

tegen elkaar afzetten. Daarvoor verleggen we het ge-

sprek naar de onderbouwing waarop de vergoeding is

gebaseerd. Alle leden hebben het recht om hun casus

bij ECN voor te leggen en te kijken of de aannames die

tot het bedrag leidden wel kloppen. Door zo te reke-

nen, kunnen we ook allemaal met de oplossing leven.

En natuurlijk veronderstellen we dat we alle duurzame

mogelijkheden nodig hebben en dat we zelfs daarmee

nog te weinig oplossingen hebben.”

Op je Twitter-account schreef je dat ‘restwarmte niet duurzaam is’. Welke rol zie jij voor restwarmte?

“Mooier kan ik het helaas niet maken: restwarmte uit

fossiele energiebronnen is geen vorm van duurzame

energie. Het gaat om het efficiënt gebruiken van veelal

warmte uit fossiele warmte en dat is prima. Maar als

je iets duurzame energie noemt, moet het echt uit een

eindeloos hernieuwbare bron komen.

Toch ben ik geen fundamentalist. Restwarmte en

duurzame warmte horen bij elkaar en of het nu

duurzaam is of niet, is eigenlijk een non-discussie. We

moeten de warmte die er is maximaal uitnutten. En

ik vind ook dat we veel meer moeten kijken naar hoe

we de restwarmtestromen en de daarbij horende infra-

structuur kunnen koppelen aan duurzaam opgewekte

warmte in hybride warmtesystemen. Dan kunnen we

de terugloop van restwarmtestromen uit bijvoorbeeld

kolencentrales langzaam opvangen met duurzame

warmte en daarmee creëer je het systeem van de

toekomst.”

Jarenlang leek duurzame energie te worden be-heerst door elektriciteit uit zon en wind. Nu ver-schuift het — ook bij de Duurzame Energie Koepel —meer naar warmte. Vanwaar die langdurige voorkeur voor elektriciteit?

“Het grote voordeel van elektriciteit is dat het elektro-

nen zijn die je produceert en vervolgens via een kope-

ren draad makkelijk kunt verhandelen en distribueren

naar de klanten. Bij warmte produceer je on-site en

moet je het product in de nabijheid gebruiken. Dat is

een heel andere dynamiek.

Nu zit een groot deel van onze duurzame opgave

in warmte. Op dit moment zijn bij hernieuwbare

elektriciteitsproductie de mogelijkheden redelijk in

kaart gebracht met vooral wind- en zonne-energie. Op

dat gebied moet bij warmte nog veel gebeuren.”

Is warmte er misschien bekaaid vanaf gekomen in het Energieakkoord? Waarom is bijvoorbeeld wind-op-zee wel helemaal uitgewerkt?

“Warmte is complex; het heeft niet met een enkel ding

te maken. Elektriciteit heeft een duidelijke handels-

component, waardoor je een heel ander type spelers

hebt die investeringen willen doen. Warmtenetten zijn

veel ingewikkelder en er zijn veel belanghebbenden. In

“We praten alleen over wat ons bindt en niet over wat ons verdeelt”

Page 17: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

NR 20. HERFST 2014 17

plaats van alleen een technisch probleem, opwekken

en aansluiten op het bestaande elektriciteitsnet, heb

je bij warmte altijd een koppeling met de lokale om-

geving, moet je continuïteit bieden van aanbod, moet

je de distributie regelen en moet je klanten werven.

Daarnaast zit je met een probleem aan de vraagkant.

Voor elektriciteit is geen alternatief en niemand vraagt

zich af of het nodig is. De aansluiting is noodzakelijk

omdat je computer niet op gas draait. Maar voor warmte

zijn er meerdere alternatieven: een warmtenet,

gasnet, houtkachels of zelfs — met een warmtepomp —

het elektriciteitsnet. Mijn woning is bijvoorbeeld

vrijwel energieneutraal en ik ben niet aangesloten

op het gasnet, maar verwarm mijn huis met een 4 kW

warmtepomp.”

Maakt dat het niet heel lastig om nieuwe netten van de grond te krijgen?

“Voor gasnetten is het al de vraag of je bestaande netten

nog moet vervangen bij een renovatie. Als het gasver-

bruik zo terugloopt door betere isolatie, warmtepompen

en warmtenetten, moet je de gasinfrastructuur voor die

kleine resthoeveelheid nog wel vervangen? Voor 125 m3

kookgas per jaar wil je geen vastrecht en netkosten

betalen. Je moet dan wel kijken naar alternatieven,

bijvoorbeeld warmtenetten met een koppeling van

warmte- en koudeopslag met restwarmte en duurzame

warmte. Ook dat maakt het warmtescenario complexer.

Maar misschien moeten we wel af van de eeuwige ver-

gelijking met gas. Bij warmte zitten de meeste kosten

in de infrastructuur, die moet je over langere tijd te-

rugverdienen, terwijl warmte zelf goedkoop is. Bij gas

zitten de kosten minder in het netwerk, maar de prijs

van gas is hoog en hangt sterk af van de politieke bewe-

gingen en de beschikbaarheid op langere termijn. Als

die prijzen in de toekomst nog meer gaan schommelen,

zouden we misschien warmte als benchmark moeten

nemen en gas — vergelijkbaar met de Warmtewet nu —

niet duurder dan anders maken.”

DE Koepel is bij het Energieakkoord aan de onder-handelingstafel aangeschoven en is nu gevraagd mee te denken aan de Warmtevisie. Hoe machtig is ze eigenlijk?

“Onze invloed is denk ik aan het groeien. We konden in

het Energieakkoord in de kleinere cirkel functioneren,

samen met de staatssecretaris en minister, VNO-NCW,

FNV en de NGO’s. Die cirkel bestaat nog steeds.

Dat is uiteraard niet vanzelf gegaan. Met DE Koepel

positioneren wij ons als werkgeversorganisatie. De

achterban bestaat uit 1.000 bedrijven. VNO-NCW

is echter ook een vertegenwoordiger van het be-

drijfsleven. Daarom hebben we heel duidelijk moeten

maken dat wij een ander deel van de bedrijven

vertegenwoordigen, namelijk die in de duurzame

energiesector, en die hebben een ander belang

dan bedrijven uit de energie-intensieve industrie.

Zodoende was onze plaats aan de onderhandelingstafel

wel gerechtvaardigd.”

Veel mensen kunnen zich weinig voorstellen bij dat lobbyen. Wat houdt het precies in?

“Momenteel heb ik bijvoorbeeld regelmatig contact

met partijen die betrokken zijn bij de Warmtevisie. En

zojuist sprak ik met RVO om overeenstemming te berei-

ken over de cijfers voor duurzame warmte. Iets soort-

gelijks deed ik een paar dagen terug bij ECN. Samen

met die instanties brengen we de voorwaarden en de

uitgangspunten voor de Warmtevisie in kaart, dus daar

“Bij warmte heb je altijd een koppeling met de lokale omgeving”

Page 18: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

18 WARMTENETWERK MAGAZINE

stem ik eerst mee af. Vervolgens hebben we gesprek-

ken met alle stakeholders, zoals met de ministeries

van Economische Zaken en I&M, het Interprovinciaal

Overleg (IPO), en enkele provincies. Je spreekt dan

zowel met de ambtenaren als de gedeputeerden; het

is echt een heel groot netwerk dat je op alle niveaus

moet benaderen. Ook zitten we in een groene coali-

tie met onder meer Greenpeace, Stichting Natuur en

Milieu en de Milieufederatie die vaak onze standpunten

mee uitdragen. Maar lobbyen doe je bij voorkeur niet

in het publiek.”

Waar gaat het voor DE Koepel om bij de Warmtevisie?

“We kijken vooral naar de verduurzamingskant en de

integrale aanpak. Daarbij onderscheiden we de indi-

viduele en collectieve systemen, die qua regelgeving

sterk verschillen.

Een probleem bij de individuele systemen als warmte-

pompen was bijvoorbeeld de energiebelasting. Stap je

van gas over op (duurzame) elektriciteit voor de warm-

tepomp, dan betaal je tussen de 200 en 400 euro meer

energiebelasting en dat vind ik echt een weeffout.

Bij collectieve systemen zijn er heel veel elementen

waar we naar kijken. De betere isolatie van woningen

biedt mogelijkheden voor netten op lagere tempera-

tuur en daarop moeten we de regelgeving aanpassen.

De netten zijn hierdoor goedkoper en de koppeling

met duurzaam opgewekte warmte is veel gemakkelij-

ker. Dat leidt weer tot een andere energieprestatie en

waardering in de bouwregelgeving. Ook moet je kijken

naar het netbeheer als er meerdere bronnen komen.”

Is gas wel weg te denken uit het Nederlandse energie-landschap?

“Ik zie nog wel een rol voor gas als backup in warmte-

krachtkoppelingen, zoals bij de vele kleine warmtenetjes

in Oostenrijk. Die rol past prima binnen de transitie-

fase van fossiel naar duurzaam. De grootste uitdaging

is om bij een drastisch teruglopende aardgasproductie

in de komende 10-30 jaar tijdig klaar te zijn met een

nieuw soort warmtevoorziening. Dat zijn langetermijn-

projecten, maar daarmee moet je nu beginnen om op

tijd zo’n transitie te kunnen doorlopen. Als parallel aan

de gasnetten warmtenetten moeten ontstaan, dringt de

vraag zich ook op welke beheersstructuur we daarvoor

nodig hebben. Je zou dan misschien weer aan publieks-

functies moeten denken, terug naar de ouderwetse

nutsbedrijven.”

Publieke bedrijven hebben geen goede naam, zijn ze nog wel een goede optie?

“100 jaar geleden hadden we nooit het rioolstelsel

gehad als gemeentes de riolering niet vanuit hun ‛nuts-

functie’ hadden aangebracht, dan zaten we nu nog

“Misschien moeten we terug naar de ouderwetse nutsbedrijven”

Page 19: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

NR 20. HERFST 2014 19

Dat lijkt tegenstrijdig, dat een voorstander van duur-zame energie pleit voor het vertragen van de ver-duurzaming.

“Als we daar niet zo sterk op hadden gehamerd, dan

was er waarschijnlijk veel meer ingezet op import

van duurzame energie uit het buitenland en op extra

bijstoken van biomassa in kolencentrales. Maar dan

was Nederland zelf niet duurzamer geworden en dat

gaat compleet tegen het belang van onze sector in.

Overigens is het nog maar de vraag of we de 16 procent

daarmee wel zouden kunnen halen, want ik zie in 2020

nog niet veel overschotten van duurzame energie in

het buitenland.”

Is Nederland wel innovatief genoeg voor de inhaalslag?

“Ik denk het wel, zeker wat betreft warmteopslag doen

we het heel goed. Bij het TKI EnerGO starten we waar-

schijnlijk samen met NWO dit jaar nog voor 10 miljoen

euro aan onderzoek voor warmteconversie en -opslag.

Vooral de compacte thermische opslag, veelal met be-

hulp van zouten, zie ik als veelbelovend. Daarmee kun

je straks evenveel energie opslaan in vijf emmers als in

een duizend-liter-vat water. Je zou er de warmtevraag

voor enkele dagen mee kunnen opvangen. Er moet nog

heel veel aan ontwikkeld worden, maar de potentie in

de bestaande gebouwde omgeving is heel groot.” _

op de beerput. Op een gegeven moment komt er de

maatschappelijke noodzaak. Kijk je naar de bestaande

gebouwde omgeving, dan ligt daar ook de verantwoor-

delijkheid om voor de komende 20 tot 30 jaar warmte

te blijven leveren. En we moeten ons afvragen of pri-

vate bedrijven die heel grote investeringen wel kunnen

doen. Energiebedrijven verkopen hun warmtenetten

niet voor niets.”

In interviews lijk je altijd vrij pessimistisch over het aandeel duurzame energie in Nederland.

“Laten we eerlijk zijn, we hebben nu 4,5 procent duur-

zame energie en staan op plaats 26 van de 28 landen in

Europa. Dat is geen wapenfeit waar we trots op moe-

ten zijn. Door onze aardgasvoorraad was de urgentie

om te diversificeren of verduurzamen hier minder dan

bij onze buurlanden.

Het Energieakkoord is volgens mij de juiste manier

om verder te gaan. Maar we moeten een enorme ver-

snelling doormaken. Als ik het even platsla: we heb-

ben 30 jaar gedaan over 4 procent duurzaamheid en

nu hebben we 10 jaar om dat te verviervoudigen tot

16 procent. Het groeitempo ligt hoger dan het ooit in

Duitsland heeft gelegen, het land waarin het juist zo

hard ging. Daarom is het ook relevant dat zich zoveel

partijen achter het akkoord hebben gesteld.”

Verwacht je geen problemen door die snelle groei? Zoals in Duitsland dat de elektriciteit van zijn wind-parken niet op het net kwijt kan?

“Er zit ook een voordeel aan onze positie; Duitsland

heeft last van de wet van de remmende voorsprong

en wij kunnen veel van zijn lessen leren. Het had

vooraf niet voldoende stilgestaan bij de inpassing van

duurzame energie in het net. Wij zitten nu nog lang

voordat dat probleem aan de orde is en kunnen dus al

vooruitdenken hoe we die inpassing gaan realiseren. En

we kunnen meteen de opslag meenemen. We kunnen

nieuwe routes mogelijk maken zoals power-to-heat.

Ook hebben we iets meer tijd gecreëerd door de doel-

stelling van 16 procent duurzaam in 2020 te verschui-

ven naar 2023.”

“Hoe kunnen we de restwarmtestromen koppelen aan duurzaam opgewekte warmte?”

Warmtenetwerk lid DE KoepelStichting Warmtenetwerk is per 1 augustus lid van

de Duurzame Energie Koepel (DE Koepel). Deze

werk geversorganisatie voor de duurzame energie-

sector behartigt de belangen van meer dan 1.000

bedrijven die werkzaam zijn op uiteenlopende

vlakken van de energieproductie uit wind, zon,

bodem, bio-energie en water; onder meer de branche-

verenigingen BodemenergieNL, de Dutch Heat Pump

Association en Platform Bioenergie zijn leden.

DE Koepel is actief betrokken bij de totstandkoming

van het vorig jaar gesloten SER Energieakkoord en

de binnenkort beschikbare Warmtevisie van het

ministerie van Economische Zaken. “Ik ben heel blij

dat Warmtenetwerk ook bij DE Koepel is aangeslo-

ten”, zegt DE Koepel-voorzitter Teun Bokhoven.

“De belangen van onze twee verenigingen liggen

in elkaars verlengde en op deze manier kunnen we

onze gezamenlijke boodschap versterken.”

www.dekoepel.org

Page 20: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

20 WARMTENETWERK MAGAZINE

Het Nationale Warmtecongres

Is warmte toekomstbestendig? Experts geven

hun visie op de toekomst van warmtenetten.

Op 6 november heeft de 7de editie van het

Nationaal Warmtecongres plaats in Nijmegen.

Stichting Warmtenetwerk is mediapartner van het

congres en diverse Warmtenetwerkers zijn van

de partij als spreker. Zo gaat Warmtenetwerk-

voorzitter Gijs de Man uitgebreid in op de nieuwe

Warmtevisie en laat bestuurslid overheid Astrid

Madsen als onderdeel van de commissie van

repliek gedurende de dag haar licht schijnen over

het perspectief van de klant/eindafnemer.

Centraal thema voor dit jaar is de toekomst-

bestendigheid van warmte. Daarbij kijken experts

onder meer naar het (inter)nationaal beleid,

de energie-infrastructuur van de toekomst,

verdienmodellen, de duurzaamheid van warmte

en open netten.

In drie interactieve sessierondes kunnen de

deelnemers vervolgens hun kennis bijspijkeren.

In sessieronde 1 is er de keuze tussen een

vragenuurtje over de Warmtewet of de casus

rond Warmteweb, een innovatief proefproject

rond Smart Thermal Grids in de glastuinbouw. Bij

sessie 2 kun je kiezen voor een presentatie over de

toegenomen vraag naar koude en hoe de aanpak

hiervan verschilt met die van warmte, of voor

het praktijkvoorbeeld duurzame warmtenetten

3.0 in Den Haag. Sessie 3 tot slot, biedt de

optie voor een gesprek met Pallas Agterberg van

netwerkbeheerder Alliander over open netten

en een rondreis langs Nederlandse en Europese

subsidie- en financieringsmogelijkheden.

Programma

9.15 uur Opening door dagvoorzitter Maarten Bouwhuis9.25 uur De klant aan het woord!9.35 uur Ontwikkelingen in de internationale energiepolitiek9.55 uur De nieuwe Warmtevisie10.15 uur Debat: de toekomstbestendigheid van warmte11.00 uur Pauze11.30 uur Succesvolle samenwerking in de warmteketen — de klant centraal11.50 uur Debat: hoe kunnen we warmte op korte termijn een aantrekkelijke keuze maken voor gemeentes, woningcorporaties en woningbezitters?12.20 uur De duurzaamheids- en warmtevisie van regio Nijmegen en Arnhem12.45 uur Lunchpauze13.50 uur Stand van zaken invoering Warmtewet14.10 uur Interactieve sessieronde 114.50 uur Interactieve sessieronde 215.30 uur Pauze16.00 uur Interactieve sessieronde 316.40 uur Afsluiting met filosoof Bas Haring: “Hoeveel warmte wilt u? Over warmte als een bulkgoed of als maatwerk.”17.00 uur Netwerkborrel

InschrijvenDe inschrijfkosten bedragen 499 euro voor

overheidsinstellingen en woningcorporaties,

overige organisaties betalen 799 euro.

Deelnemers aan het Warmtenetwerk krijgen

een korting van 50 euro op de toegangsprijs.

Zie www.euroforum.nl/warmtecongres voor het

inschrijfformulier.

Page 21: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

NR 20. HERFST 2014 21

Rappe aanleg in Rotterdam

aangesloten.

In het project zijn veel en diverse leidingen gebruikt, wat

een hele logistieke operatie vergde. Vanuit de fabriek

van Isoplus in Oostenrijk arriveerde het leeuwendeel van

de leidingen per trein in Zwijndrecht, waarna ze via een

terrein van CSbv in Pijnacker op het werk aankwamen.

De leidingen voor de gestuurde boringen kwamen uit de

fabriek van FW-Fernwärme-Technik in Celle, Duitsland.

Voor de gestuurde boring onder de Nieuwe Waterweg bij

Rozenburg was bijna 1 km nodig.

Nijkamp, Siers, Dura Vermeer en Visser & Smit Hanab

realiseerden de aanleg van de leiding. _

Met 16,8 km in minder dan een jaar is Leiding

over Noord een logistiek meesterwerk.

Op 31 juli is de ‘gouden las’, het sluitstuk, gelegd voor

de transportleiding van Rozenburg boven Schiedam en

Vlaardingen langs naar het Marconiplein in Rotterdam.

Dat is minder dan een jaar nadat Eneco de gigantische

opdracht voor deze Leiding over Noord heeft verstrekt.

De lengte van het tracé is 16,8 km. De warmte die

deze leiding levert vanuit de afvalenergiecentrale AVR

vervangt de warmte van een elektriciteitscentrale van

E.On die dit jaar sluit en levert een vermindering van

de uitstoot van broeikasgas CO2 met 95.000 ton per jaar

op. De leiding is erop berekend dat ook in Schiedam en

Vlaardingen grote aantallen woningen kunnen worden

Antwerpen krijgt warmtenetMet 2.000 aangesloten woningen heeft Nieuw

Zuid straks het grootste net van Vlaanderen.

In de Antwerpse woonwijk Nieuw Zuid komt een

warmtenet voor 2.000 woningen. De aanleg begint in

het voorjaar van 2015 en is halverwege 2016 voltooid.

Een consortium van Dalkia, afvalverwerker Indaver,

de intercommunale netbeheerder Iveg (onderdeel

van Infrax) en intercommunaal drinkwaterbedrijf

AWW draagt de investering van 16 miljoen euro.

Stad Antwerpen en de private projectontwikkelaar

leveren de grond en de vergunningen.

In eerste instantie verzorgen tijdelijke gasgestookte

centrales de warmte. De bedoeling is dat dit later

wordt overgenomen door restwarmte. _

foto

: cs

bvil

lust

rati

e: s

tudi

o as

soci

ato

secc

hi v

igan

ò

Page 22: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

22 WARMTENETWERK MAGAZINE

Project Celsius zoekt navolgers

Vijf grote Europese steden gingen gezamenlijk

voor de holistische benadering van warmte- en

koudenetten. In demonstratieprojecten tonen

zij hoe andere steden hun warmteketen van

opwekking tot distributie en eindgebruiker

kunnen optimaliseren.

Volgens het Europese programma Celsius City is er meer

dan genoeg restwarmte beschikbaar om alle gebouwen

in de EU te verwarmen; het ontbreekt enkel nog aan de

methoden om die warmte te verspreiden. Celsius, wat

staat voor Combined Efficient Large Scale Integrated

Urban Systems, zoekt naar mogelijkheden om warmte

en koude op een slimme manier te distribueren binnen

de stedelijke omgeving. Vijf steden zijn daarbij geko-

zen als koplopers: het Zweedse Gothenburg, het Duitse

Keulen, Engelse Londen, Italiaanse Genua en ons eigen

Rotterdam.

De Celsius Cities willen als leefbare en competitieve

steden intelligent omgaan met de energievoorziening,

waardoor minder fossiele energie nodig is. Warmte- en

koudenetten, betere terugwinmethoden en warmte–

opslag zorgen ervoor dat de steden restwarmte en

–koude efficiënt kunnen inzetten. Het elektriciteitsnet

moet daarnaast geschikt zijn om decentrale opwekking

te faciliteren.

In het project gaat het echter niet alleen om de grote

schaal, de netten, opslag en systeemintegratie. De

hele warmteketen is bekeken, dus ook de energie-

gebruikers van huishouden tot datacenter of schip.

Binnen het project is bijvoorbeeld gewerkt aan

warmte- en stroomlevering aan schepen in de haven en

aan witgoed als (af)wasmachines die zijn aangesloten

op het warmtenet om het elektriciteitsverbruik te

reduceren. Dat lijkt misschien heel futuristisch, maar

de demonstratieprojecten in de vijf steden laten

zien dat het nu al mogelijk is. Aangezien het 4-jarig

programma in 2015 ten einde loopt, is de tijd rijp

om te zoeken naar steden waar de successen zijn te

herhalen, de zogeheten Replicator Cities (zie oproep

in kader). Een kleine selectie uit de projecten.

GothenburgDe Zweedse havenstad Gothenburg, coördinator van het

programma, is de koploper als het gaat om warmte- en

koudenetten. 90 procent van de gebouwen in de stad

is aangesloten op een warmtenet. Restwarmte van

de raffinaderijen van Shell en Preem, de warmte van

afvalverbrander Renova, een warmtepompcentrale bij

de waterzuivering en ketels op biomassa voeden het

net. De rivier Göta Alv, waaraan de stad is gebouwd,

levert koude.

De plannen lijken futuristisch, maar zijn nu al mogelijk

foto

: st

ena

line

In Gothenburg zijn de ferries van Stena Line aangesloten op het warmtenet.

Page 23: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

NR 20. HERFST 2014 23

Deze tweede stad van Zweden heeft als demonstratie-

projecten zonnecollectoren voor het warmtenet,

een warmtenetaansluiting voor de ferryschepen van

Stena Lines, koppelingen met warmtenetten van

naburige gemeenten, absorptiekoeling en witgoed op

warmtenetten.

GenuaIren exploiteert het warmtenet van de havenstad

Genua. Het bedrijf is de grootste warmtenetexploitant

van Italië en heeft meer dan 780.000 klanten in vijf

steden. Een van de demonstratieprojecten in Genua

betreft een expansieturbine in een gasreduceerstation

die is gekoppeld aan een warmtekrachtkoppeling

en die beschikt over een geavanceerde regeling om

het gas- en elektriciteitsverbruik op het aangesloten

industrieterrein zo efficiënt mogelijk te benutten.

KeulenKeulen voert haar Celsiusproject uit samen met

Rheinenergie en de Technische Hogeschool Keulen.

Rheinenergie heeft een warmtenet in de regio met

een totaal warmtevermogen van 1.300 MW. Afnemers

zijn naast woningen ook enkele grootzakelijke klanten

zoals een autofabriek van Ford, de Deutz-motoren-

fabriek, de Westdeutsche Rundfunk en de universiteit.

In het kader van Celsius breidt Keulen het warmtenet

verder uit.

Verder lopen enkele demonstratieprojecten in Keulen,

waaronder een project met rioolwater. Het riool zou

volgens onderzoek in 20 procent van de Duitse warmte-

behoefte van gebouwen kunnen voorzien, maar loopt

meestal stuk op technische of financiële problemen.

Daarom willen de Keulenaren drie verschillende

systemen vergelijken om de beste warmteterugwin-

techniek uit te kunnen zoeken. De projecten zijn allen

in de buurt van scholen en fitnesscentra gesitueerd

en variëren van 1.000 tot 2.500 kW. Andere Keulse

projecten betreffen een wkk op biogas van de riool-

waterzuivering Stammheim voor een woonwijk en een

rondetafel met experts die een budget van 5 miljoen

euro mogen besteden aan kleine lokale projecten.

LondenIn tegenstelling tot de andere Celsius-steden kent

Londen geen omvangrijk warmtenet. Het net in de

wijk Bunhill is de basis voor demonstratie van winning

Het riool zou 20 procent van de Duitse gebouwen kunnen verwarmen

Partnersteden gezochtInspireert het project Celsius je voor de uit-

rol van eigen warmte- en koudeplannen en

wil je als partnerstad delen in de binnen het

Celsius-programma opgedane kennis? Of wil

je meer weten over het programma, heb je

(inhoudelijke) vragen of moeten bepaalde

lobby-onderwerpen volgens jou op de Brusselse

agenda komen? Neem dan contact op met Cleo

Pouw ([email protected]) of Astrid Madsen

([email protected]).

foto

: w

ikim

edia

com

mon

s.or

g/ch

ris

sam

pson

De Londense metro levert warmte aan het warmtenet van Bunhill.

Page 24: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

24 WARMTENETWERK MAGAZINE

van warmte uit metrotunnels, opslag van warmte en

uitbreiding van warmtenetten. Verder wil Londen de

ontwikkeling van meerdere kleinere warmtenetten de-

monstreren en experimenteren met de koppeling van

decentrale opwekking aan het grote energiesysteem

van Londen.

RotterdamRotterdam werkt samen met Nuon, de Technische

Universiteit Delft en Warmtebedrijf Rotterdam Infra

aan een fors aantal demonstratieprojecten. De be-

nutting van warmte uit afvalverbranding en de bouw

van warmtehubs zijn met de realisatie van De Nieuwe

Warmteweg en de Leiding over Noord binnen Celsius

toonaangevende successen. Andere opmerkelijke

Rotterdamse projecten zijn Vertical City en Industrial

Ecology.

Vertical City is gerealiseerd in het 150 meter hoge

gebouw De Rotterdam van architect Rem Koolhaas.

In De Rotterdam zijn verschillende technieken ge-

combineerd: stadswarmte, koeling met rivierwater,

seizoenopslag van warmte en koude en een warmte-

krachtkoppeling op biobrandstof.

BlauwdrukIn april van dit jaar kwamen de Celsius-partners bij-

een in Rotterdam op de SS Rotterdam. Een passende

locatie, want dit tot hotel en congrescentrum omge-

bouwde cruiseschip is aangesloten op het warmtenet.

Aan de conferentie deden niet alleen de vijf voorloper-

steden mee, maar ook Nederlandse en Vlaamse steden

als Antwerpen, Gent, Purmerend, Den Haag, Tilburg,

Nijmegen en Amsterdam maakten hier kennis met

Celsius en deelden hun eigen ervaringen op het gebied

van warmte- en koudenetten.

Het uiteindelijke doel van Celsius is om zoveel mogelijk

kennis over koude- en warmtenetten op te doen en de

demonstratieprojecten als blauwdruk in andere steden

uit te rollen met hulp van de experts uit de Celsius Cities

die haalbaarheidsplannen maken voor de lokale situatie.

Ook financiering via de Europese Investeringsbank

behoort daarbij tot de mogelijkheden. Daarvoor

hebben zich ondertussen al zeven steden aangemeld:

Athene (Griekenland), Gent, Riga (Letland), Viladecans

(Spanje) en de Poolse steden Gdanks, Gdynia en

Warschau. _

www.celsiuscity.eu

foto

: os

sip

van

duiv

enbo

de

In het door Rem Koolhaas ontworpen gebouw

De Rotterdam zijn diverse warmte- en koude-

technieken gecombineerd.

Page 25: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

NR 20. HERFST 2014 25

Woensdag 8 oktoberCongrescentrum 1931 (naast de Brabanthallen)

programma12.30-13.00 uur Ontvangst met broodjes

13.00-13.15 uur Jaaroverzicht en plannen Nederland

en Vlaanderen

Gijs de Man, voorzitter Warmtenetwerk

13.15- 13.25 uur Coalitie warmtenet Antwerpen

13.25-13.35 uur Financieel jaarverslag

Hendrik Jan Kors, penningmeester

Warmtenetwerk

13.35-14.00 uur Werkgroep Techniek & Innovatie

• Partnermodellen

• Monitoring en diagnose

• Mofverbindingen

• Differentiatie warmtetarieven

• warmtenetten op lage temperatuur

14.00-14.30 uur Warmtevisie en SER-energieakkoord

Teun van Bokhoven, voorzitter DE-Koepel

14.30-15.00 uur Pauze

15.00-16.00 uur Stellingen over marktgerichte

ontwikkelingen met zaaldiscussie

16.00-16.30 uur Netwerken met een drankje en hapjeBezoek vakbeurs Energie 2014 en Jaarbijeenkomst

De vakbeurs Energie 2014 is van 7 t/m 9 oktober

in de Brabanthallen naast Congrescentrum 1931.

Bezoek ’s ochtends de beurs en kom ’s middags

naar onze Jaarbijeenkomst.

Op de vakbeurs hebben verschillende van onze

deelnemers een stand: Dalkia, Fortes Import,

Getec, Isoplus, Kamstrup, Nibe, Spirotech,

Thermaflex, Watts Industries, Weijers Waalwijk,

Wilo en Xylem. Ook ons secretariaat F&B is

aanwezig op de beurs.

Jaarbijeenkomst 2014 in Den Bosch

foto

: pd

kfot

o/pe

ter

de k

onin

g

WARMTENETWERK

meer comfort met minder fossiele energie

Jaarbijeenkomst 2013

Page 26: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

26 WARMTENETWERK MAGAZINE

Deelnemersoverzicht 1 september 2014

Een beschrijving van alle deelnemende organisaties met links naar de websites vindt u op www.warmtenetwerk.nl en op www.warmtenetwerk.be

Exploitanten en financiers van warmte/koudenetten en warmteproducentenAfval Energie Bedrijf AmsterdamAllianderAtteroAVR AfvalverwerkingBio-energie De ValleiBionergaCofely Energy SolutionsCogas DuurzaamDalkiaEDF LuminusE.ON BeneluxEneco Warmte & KoudeEnNatuurlijkGETEC BeneluxGMB BeheerHVCenergieIMOGIndaverING Groen FinancieringenIVAGOIVBO – Warmtenet BruggeIVM MilieubeheerMilieuzorg Roeselare en Menen (MIROM)Mijnwater HeerlenNUON WarmteSITA ReEnergyStadsverwarming PurmerendTwence Afval en EnergieWarmtebedrijf RotterdamWarmtenet Hengelo Aannemers en installateursBAM Infratechniek CanalcoCofely Services GDF-SuezDenysDura Vermeer Ondergrondse InfraGMB BeheerA. Hak Van den HeuvelHeijmans Infra TechniekJoulzMarconi OranjeNijkamp AannemingSiers Leiding- en MontageprojectenSOP VB ProjectsVisser & Smit Hanab

Fabrikanten en leveranciers van componenten Caleffi Hydronic SolutionsCarnoyCarrier AirconditioningDykaEcompanyEcoon Exergy SolutionsFortes ImportFW-Fernwärme-TechnikGreenchoiceHermans TechniekHR WooncomfortHSF

Isoplus Benelux KamstrupKapp NederlandKlinger SogefiltresLandis+GyrLOGSTOR NederlandNIBE EnergietechniekProfilplast PipesystemsRedenkoRehauRobot VloerverwarmingSamson RegeltechniekSiemensSpirotechTCBThermaflexTimmerman EHSVan Marcke ProjectsWatts MicroflexWeijers WaalwijkWILO PompenXylem (Lowara)

Adviseurs en ingenieursbureausAdviesbureau WognumAgro AdviesburoAnteaARN Remondis ConsultingBalance Ervaring op ProjectbasisBanning AdvocatenBee NVBird & BirdBoydensCarbon MattersClean Energy Innovative ProjectsDeernsDe Kleijn Energy Consulting De KlikDNV KEMADOZ energieregieDriven By ValuesDWA 3EEcofysEES HollandEkwadraat AdviesEnergyMattersGrant@viceGreenvis Energy SolutionsGrontmij NederlandHDM PipelinesIF TechnologyIngeniaIngeniumIngenieursbureau XYZInnoforteKIWAKWA BedrijfsadviseursLBITALiandonLievenseOver MorgenRebelGroupRoos + BijlRotterdam EngineeringRoukema

Royal HaskoningRTB De BeijerT&A SurveyTebodinTeus van Eck Klimaat & EnergieTwynstra & GuddeVK Engineering

Universiteiten en kennisinstitutenDeltaresEnergieprojecten.comHaagse HogeschoolKWR Water Cycle ResearchTNOTU DelftUniversiteit AntwerpenUniversiteit van GentUGent Campus KortrijkUniversiteit TwenteVITO

WoningcorporatiesWonenBreburgYmere (Semi-)OverhedenBrabant WaterEandisGemeente AlkmaarGemeente AmsterdamGemeente ArnhemGemeente BredaGemeente DelftGemeente DordrechtGemeente EindhovenGemeente GroningenGemeente HaarlemGemeente HeerlenGemeente LeeuwardenGemeente MaastrichtGemeente NijmegenGemeente PurmerendGemeente RotterdamGemeente UtrechtGemeente ZaanstadGemeente ZeewoldeGroningen SeaportsInfraxISVAGOmgevingsdienst HaaglandenPidpaPOM West-VlaanderenProvincie GelderlandProvincie Noord-BrabantProvincie OverijsselProvincie Zuid-HollandStad AntwerpenStadsgewest HaaglandenWaterbedrijf Groningen

Brancheorganisaties en verenigingenCogen NederlandCogen VlaanderenKoninklijke VNPVereniging Afvalbedrijven

Page 27: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

ColofonWarmtenetwerk Magazine is een uitgave van de stichting Warmtenetwerk.De stichting Warmtenetwerk heeft als doel om het gebruik van duurzame warmte en koude en het hergebruik van restwarmte via collectieve netten te bevorderen. Het Warmtenetwerk Magazine wordt gratis verspreid; aanmelding voor toezending van de digitale nieuwsbrief van de stichting en voor het Warmtenetwerk Magazine kan via de website www.warmtenetwerk.nl of door een mail te sturen met uw gegevens aan [email protected]

RedactieKlaas de JongJet CeelenWilleke BrandsmaRutger de Jong

e-mail: [email protected]:Energieprojecten.comOosterslag 4NL - 8385 GW Vledderveen Dr

VormgevingWOUWontwerp te Steenwijk

Bestuur WarmtenetwerkVoorzitter: Gijs de Man, Stadsverwarming PurmerendSecretaris: Astrid Madsen, gemeente RotterdamPenningmeester: Hendrik Jan Kors, FW-Fernwärme-TechnikHans Buitenhuis, DWA Leo Wartna, Visser & Smit HanabJannis van Zanten, Vereniging Afvalbedrijven

Voorzitter Vlaanderen: Koen van Overberghe, MIROMSecretaris Vlaanderen: Jo Neyens, ODETom Prinzie, Van Marcke

Secretariaat Warmtenetwerk NederlandPostbus 77NL - 1200 AB HilversumTel. 0031-35-6838833

Secretariaat Warmtenetwerk VlaanderenKoningsstraat 35B – 1000 BrusselTel. 0032-2-2188747

Deelname aan het WarmtenetwerkHet Warmtenetwerk is een breed platform voor alle organisaties, die betrokken zijn bij collectieve warmte en koude. De contributie is afhankelijk van de hoofdactiviteiten en de grootte van de organisatie. Het is ook mogelijk op persoonlijke titel deelnemer te worden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat of een mailtje sturen naar [email protected]

Overname van artikelenHet copyright van de artikelen in Warmtenetwerk Magazine berust bij de redactie. Overname van artikelen is op aanvraag mogelijk en eigen foto’s zijn beschikbaar voor publicatie door derden met bronvermelding.

www.warmtenetwerk.nl en www.warmtenetwerk.be

NR 20. HERFST 2014 27

Agenda 2014/2015

7-9 oktober Vakbeurs Energie 2014 Den Bosch

www.energievakbeurs.nl

8 oktober Jaarbijeenkomst Warmtenetwerk Den Bosch

www.warmtenetwerk.nl

5 november Heat 2014 Londen (UK)

www.heatconference.co.uk

6 november Het Nationale Warmtecongres Nijmegen

www.euroforum.nl

2-4 december Geopower Global Congress Istanboel (TR)

www.greenpowerconferences.com

27-28 april 37th Euroheat & Power Congress Tallinn (EST)

www.ehpcongress.org

Page 28: Warmtenetwerk Magazine 20 - Herfst 2014

WARMTENETWERK

meer comfort met minder fossiele energie