Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen...

14
Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V

Transcript of Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen...

Page 1: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

WarmteHoofdstuk 4

Nova

Klas 2V

Page 2: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

Moleculen

1. Alle stoffen bestaan uit moleculen.2. Alle moleculen bewegen3. Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof

die ze vormen is.4. Hoe sneller dat ze trillen, hoe meer ruimte

dat ze nodig hebben. 5. In een vaste stof zitten alle moleculen op een

vaste plaats.6. In een vloeistof zitten ze wel tegen elkaar,

maar niet vast aan elkaar7. In een gas zitten ze heel erg ver uit elkaar

Page 3: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

3 soorten warmtetransport

• Geleiding: warmte- energie wordt doorgegeven van ene molecuul aan het andere

• Stroming: warmte-energie wordt door de moleculen mee genomen

• Straling: warmtetransport zonder tussenkomst van moleculen

Page 4: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

Hiernaast zie je een stukje van een vaste stof. In dit geval stelt dit keukenzout voor. Als je vooraan de moleculen flink laat trillen dan wordt dat heel gemakkelijk doorgegeven aan de rest.

DIT NOEMEN WE GELEIDING!!!

Geleiding

Page 5: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

De warmte gaat door geleiding naar de buitenkant van de staafjes, maar niet alle staafjes geleiden de warmte evengoed.

Het koperen staafje liet de lucifer het eerst ontbranden en geleidt dus de warmte HET BEST.

Geleiding (vervolg)

Page 6: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

 Vloeistoffen geleiden de warmte heel slecht, maar ze kunnen WEL bewegen. De warme stof gaat ZELF omhoog en neemt dus de warmte-energie mee. Dit noemen we stroming. Alleen vloeistoffen en gassen kunnen warmte doorgeven door stroming.

Stroming

Page 7: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

Warme lucht is lichter dan koude lucht en daarom gaat die lucht omhoog.

Dat zie je goed bij een verwarming.

Page 8: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

In een woonkamer gaat dat precies zo.

Page 9: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

Straling

Als er geen stof aanwezig is dan kan toch de warmte van A naar B, Dat gaat dan via STRALING

 Als straling ergens opvalt wordt het geheel of gedeeltelijk geabsorbeerd en omgezet in warmte. Kleur en al of niet spiegelend zijn bepalend voor de mate waarin straling in warmte wordt omgezet.

Page 10: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

De warmte die bij hand 1 komt is ten gevolge van…….

De warmte bij hand 2 is voornamelijk ten gevolge van…………

Page 11: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

Energieomzetting

Omzetting van chemische

Energie in warmteUitrekenen met

verbrandingswarmte (rV)

Voorbeeld: (bij gassen nemen ze als hoeveelheid een m3 )

rV(aardgas)=33MJ/m3 ofwel 33.000.000 J/m3

Page 12: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

Voorbeeld verbrandingswarmte.

Een brandende kaars wordt in een half uur 3,5 gram lichter. Dat komt doordat de verbrandingsproducten (waterdamp en koolstofdioxide)gasvormig zijn en door de hele kamer verspreid worden.

Bereken de hoeveelheid energie in joule die de verbranding van het stukje kaars heeft opgeleverd.Gebruik daarbij het gegeven dat kaarsvet een verbrandingswarmte heeft van 40 000 J per gram.(Voor waste stoffen nemen ze als hoeveelheid gram of Kg)

Page 13: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

Reactieschema

Verbranden is verbinden met zuurstof(O).Voorbeeld:Methaan(g)+zuurstof(g)water(g)+koolstofdioxide(g)Of in symbolen:C,H(g) + O(g) H,O(g) + C,O(g)Bij onvolledige verbranding kan er naast koolstofdioxide

(CO2 )ook het giftige koolstofmono-oxide (CO) ontstaan en onverbrande koolstof ( roet).

Als er vaste stoffen ontstaan gebruik je s van solid,Bij vloeistoffen gebruik je de l van liquid

Page 14: Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V. Moleculen 1.Alle stoffen bestaan uit moleculen. 2.Alle moleculen bewegen 3.Hoe sneller ze bewegen hoe warmer de stof.

Warmtetransport door muren

Baksteen is een betrekkelijk goede warmtegeleider. De hoeveelheid warmte die naar buiten verdwijnt hangt af van:

1. Temperatuursverschil

2. Soort materiaal (K-waarde in J/s.m2. oC)

3. Dikte

4. Oppervlak