Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor...

27
Waddenslib voor zandgrondverbetering Hoofdstuk: Vooraf 1 Waddenslib voor zandgrondverbetering Eindrapportage van de pilot Definitief, Maart 2016 RINGadvies Baggerbedrijf de Boer B.V. / Dutch Dredging B.V.

Transcript of Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor...

Page 1: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: V

oo

raf

1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Eindrapportage van de pilot

Definitief, Maart 2016

RINGadvies

Baggerbedrijf de Boer B.V. / Dutch Dredging B.V.

Page 2: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: V

oo

raf

2

Inhoud Vooraf ...................................................................................................................................................... 3

1 Inleiding .......................................................................................................................................... 3

1a Eindverslag van de pilot ............................................................................................................. 3

1b Achtergrond van de praktijkproef .............................................................................................. 3

1c Doel ............................................................................................................................................ 4

1d Projectvoorbereiding.................................................................................................................. 4

2 Projectuitvoering ............................................................................................................................ 6

2a Planning en voortgang ............................................................................................................... 6

2b Baggeren en transport ............................................................................................................... 6

2c Monstername ............................................................................................................................. 7

2d Publiciteit.................................................................................................................................... 7

3 Onderzoeksopzet ............................................................................................................................ 9

3a Deelnemende agrariërs .............................................................................................................. 9

3b Testvlakken ..................................................................................................................................... 9

3c Toegepast slib ................................................................................................................................. 9

4 Ervaringen en resultaten .............................................................................................................. 11

4a Vergunningverlening ................................................................................................................ 11

4b Transport, opslag en verspreiden van slib ............................................................................... 11

4c Resultaten metingen bij grasland............................................................................................. 13

4d Resultaten analyses bieten ...................................................................................................... 15

4e Ervaringen agrariërs ................................................................................................................. 20

5 Bodemparameters ........................................................................................................................ 22

6 Stoffenbalans zout ........................................................................................................................ 24

6a Zoutgehalten in bieten ............................................................................................................. 24

6b De balans .................................................................................................................................. 25

7 Samenvatting en conclusies ......................................................................................................... 26

Bijlagen .................................................................................................................................................. 27

Page 3: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: V

oo

raf

3

Vooraf Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef

uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1 januari 2016. Dit eindrapport is in feite de formele afronding van de eerste

pilot voor het toepassen van slib uit de havens van Groningen Seaports voor verbetering van de zandgronden.

Deze pilot is vooral praktisch ingestoken; klopt het theoretisch kader in de praktijk en welke uitdagingen komen

we in deze praktijk tegen. Sommige van deze uitdagingen zijn onderweg al “opgelost”, andere uitdagingen

kondigen zich aan als gedacht wordt aan (lichte) schaalvergroting. Wat u niet aantreft in dit eindverslag is een

beschouwing over een vervolg waarin een eerste aanzet wordt gemaakt tot deze schaalvergroting. Dit is reeds

verder uitgewerkt tot een separaat projectvoorstel.

De uitvoering van deze pilot was niet mogelijk geweest zonder de medewerking en kennisinbreng van de

Omgevingsdienst Groningen, Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe, Waterschap Hunze en Aa's en de

Suikerunie. Financieel is de uitvoering van dit project mogelijk gemaakt door LTO projectenfonds,

Rijkswaterstaat, de Provincie Groningen en de deelnemende projectuitvoerders.

1 Inleiding

1a Aanleiding van de pilot Op 24 april 2014 heeft Groningen Seaports een werksessie gerealiseerd om na te denken over bestemmingen

voor het baggerslib uit de havens. In die werksessie is de landbouw als mogelijk kansrijke toepassing naar voren

gekomen. In het vervolg hierop hebben de initiatiefnemers voor onderzoek naar landbouwkundige verbetering

in de Veenkoloniën (RINGadvies en de Biogeoloog) en de initiatiefnemer voor onderzoek naar kansrijke

toepassing van zout waddenslib (Groningen Seaports) eind 2014 het pilotproject “Waddenslib voor

zandgrondverbetering” geformuleerd. Voor de juiste baggertechnieken en het transport hebben Smals

Dredging en Baggerbedrijf de Boer zich bij het initiatief aangesloten.

Dit rapport is een verslag van de ervaringen die in deze pilot zijn opgedaan. In het rapport worden

achtereenvolgens de doelen van de pilot geformuleerd, wordt de planning van de werkzaamheden

weergegeven en worden de gegevens die zijn verzameld gepresenteerd.

1b Achtergrond van de praktijkproef Groningen Seaports voert in haar zeehavens onderhoudsbaggerwerkzaamheden uit om deze veilig en

bereikbaar te houden. Slib afkomstig uit zee komt met de vloedstroom naar binnen en bezinkt door de lagere

stroomsnelheid op natuurlijke wijze in de havens. Het slib dat vrijkomt bij de baggerwerkzaamheden wordt

verspreid op door de overheid goedgekeurde vastgestelde verspreidingslocaties in de Waddenzee en het

Eemsestuarium. Hoewel slib een belangrijke voedingsbodem is voor veel planten en dieren in de Waddenzee,

zorgt te veel zwevend slib voor vertroebeling en dichtslibbing en voor een verminderd functioneren van het

ecologisch systeem. De nieuwe inzichten zijn dat het aandeel zwevend slib sterk moet worden verlaagd. Het

minder of niet meer verspreiden van slib in het estuarium en de Waddenzee kan hieraan bijdragen. Daarom

wordt door Groningen Seaports actief gezocht naar grootschalige kansrijke toepassingen die economisch

haalbaar zijn. De eerder genoemde werksessie van 24 april 2014 maakt onderdeel uit van deze actieve

zoektocht.

Baggerslib bestaat voor een groot deel uit kleideeltjes, welke van nature bijdragen aan bodemvruchtbaarheid.

Een toepassing in de landbouw is om deze reden als mogelijk kansrijk naar voren gekomen. Dit was de basis

voor een samenwerking en opzetten van de praktijkproef om de kansrijkheid van zout baggerslib op zandgrond

in de praktijk te kunnen toetsen.

Page 4: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: 1

In

leid

ing

4

1c Doel Het doel, zoals omschreven in het projectvoorstel, van de pilot is:

Vaststellen of de toepassing van zout waddenslib op dalgronden een positief effect kan hebben op

de productie van landbouwgewassen.

Daarbij zijn de volgende subvragen en -doelen geformuleerd:

1. Wat is de invloed op (toekomstige) bodemvruchtbaarheid, beschikbaarheid van voedingsstoffen en

sporenelementen, gewasopbrengst en gewaskwaliteit?

2. Een beeld krijgen van de juiste baggertechniek, teneinde het zoutgehalte te minimaliseren, en hoe

rijping van de klei bijdraagt aan de toepasbaarheid.

3. Onderzoeken bij welke hoeveelheden slib de natrium- en chloridegehalten een positieve uitwerking

hebben op de gewassen.

De praktijkproef is de eerste fase, waarin duidelijk moet worden of landbouwgewassen daadwerkelijk baat

hebben en geen schade ondervinden bij de toepassing van zout slib als bodemverbeteraar. Bij een positieve

eerste indruk kan een en ander in een latere fase van het onderzoek in verder detail worden onderzocht en

uitgewerkt. De praktijkproef liep van 1 januari 2015 tot 1 januari 2016.

1d Projectvoorbereiding Tijdens de projectvoorbereiding is in de verkenningsfase (november 2014 - februari 2015) de haalbaarheid van

de uitvoering van de praktijkproef onderzocht met de onderwerpen:

1. Technische (on)mogelijkheden

2. Borging van de kwaliteit

3. Wet- en regelgeving

4. Deelnamebereidheid agrariërs

5. Begroting en Financiering

6. Communicatie

Ad 1.

Een zeer belangrijke factor voor de haalbaarheid van het project was of er überhaupt potentie is, vanwege het

zoutgehalte, om het slib voor landbouw te kunnen aanwenden. Er is gezocht naar gewassen met een

natuurlijke tolerantie voor zout en er is uitgerekend welke hoeveelheden maximaal kunnen worden

opgebracht. Daarbij is een veilige marge aangehouden om in de proef toe te passen. Bieten en grasland zijn de

meest zouttolerante gewassen.

Ad 2.

De bemonstering en analyses van alle baggervakken was recent uitgevoerd door Groningen Seaports (Antea

Group, najaar 2014). Deze zijn doorgelopen op milieuhygiënische kwaliteit, zoutgehalte, het aandeel lutum

(kleideeltjes) en het gehalte organische stof. Er is een eerste beoordeling uitgevoerd of het materiaal kan

voldoen aan diverse wet- en regelgeving om voor landbouwkundige toepassing te kunnen aanwenden. Inzet is

dat er geen enkele twijfel mag bestaan over de kwaliteit van de bagger die wordt aangeleverd. Waddenslib dat

in deze pilot wordt opgebracht moet minimaal dezelfde kwaliteit hebben als de bodem waar het wordt

opgebracht, zodat er nooit een verslechtering ontstaat. Het slib uit de Beatrixhaven in de Eemshaven kwam als

meest geschikt naar voren: de kwaliteit voldeed op alle punten aan alle relevante wet- en regelgeving en het

lutumgehalte was relatief hoog. Nagegaan is of na de bemonstering en analyses op deze plaats zich nog milieu-

incidenten hebben voorgedaan. Dat was niet het geval. Uit dit vak is het materiaal gebaggerd.

Page 5: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: 1

In

leid

ing

5

Na het baggeren is op verzoek van de vergunningverlenende instanties aanvullende bemonstering en analyse

uitgevoerd voor het materiaal op transport is gegaan.

Ad 3.

In januari is een deskundig adviesbureau ingeschakeld (Bonekamp Advies) om op basis van de informatie over

het slib en het overzicht van proefveldlocaties de toestemmingen van vergunningverlenende instanties te

verkrijgen.

Er is op 2 februari 2015 overleg gevoerd met bevoegde gezagen over vergunningen en ontheffingen om de

praktijkproef soepel te kunnen laten verlopen. Hierbij waren 9 specialisten betrokken van Omgevingsdienst

Groningen, Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe en Waterschap Hunze en Aa’s. Naar aanleiding van dit overleg

is een addendum opgesteld voor de vergunningverlenende instanties, waarin de kwaliteit van het slib en de

milieuhygiënische aspecten aanvullend zijn toegelicht en gedetailleerd antwoord is gegeven op alle vragen. Als

extra borging dat geen verslechtering van de ontvangende bodems mag plaatsvinden zijn aanvullende

bemonstering, analyses en onderzoeken uitgevoerd van zowel het slib, als de ontvangende bodems. Het

addendum is opgenomen in de bijlage 6 bij dit rapport. Bovendien werd het belangrijk geacht dat in de

verslaggeving een stoffenbalans zou worden opgesteld, voor met name de stof chloride. Zie daarvoor

hoofdstuk 5.

Ad 4.

Vijf agrariërs waren geïnteresseerd om deel te nemen in de pilot.

Ad 5.

Voor het project zijn bijdragen toegezegd van:

Provincie Groningen: € 30.000,-

Rijkswaterstaat: € 30.000,-

LTO projectenfonds € 6.050,-

De uitvoerende partijen besloten om zelf minimaal € 40.800,- bij te dragen, hierdoor was de projectfinanciering

gedekt.

De verkenningsfase is afgesloten met een positief besluit van de projectgroep op 5 februari 2015 om het

project uit te voeren. De uitvoering bleek haalbaar. De projectgroep heeft voor de uitvoering onderling een

samenwerkingsovereenkomst gesloten.

Ad 6.

In de voorbereiding is besproken op welke wijze rekening kon worden gehouden met eventuele gevoeligheden

bij verschillende partijen en hoe om te gaan met publieke belangstelling voor het project.

Page 6: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: 2

P

roje

ctu

itvo

erin

g

6

2 Projectuitvoering

2a Planning en voortgang Het schema voor de geplande activiteiten is weergegeven in onderstaande tabel. In de kolom “Uitvoering /

Verslaggeving” is de status weergegeven en verwezen naar de paragraaf met gegevens over het betreffende

onderdeel.

Planning van de activiteiten Uitvoering / Verslaggeving

December 2014 - Januari 2015

Werving Agrariërs

Start aanvraag vergunningen

4 akkerbouwers en 1 veehouder geïnteresseerd gevonden, zie onderdeel 3a.

Zie onderdeel 4a.

Februari 2015 Organisatie en identificatie van de testvlakken bij de agrariërs

Testvlakken geïdentificeerd: 3b.

Februari 2015 Vaststelling nul situatie bodemparameters

Uitgevoerd in maart. Uitslagen te vinden in bijlage 3.

Februari 2015 Opbrengen slib Opgebracht in maart, en bij één deelnemer in april. Zie onderdeel 3c (Opgebracht slib) en 4b.

April 2015 Monitoring grasland Uitgevoerd in mei en juli. Zie onderdeel 4c.

Mei – juli 2015 Monitoring gewassen, opbrengstbepaling eerste snede gras

Bij 3 akkerbouwers gewasanalyses uitgevoerd. Zie 4d.

Bij de veehouder veel analyses uitgevoerd. Zie 4c.

Augustus – November 2015

Oogstwaarnemingen en gewasanalyses Dat is november en december geworden. i.v.m. relatief late oogst. Zie 4d.

December 2015 Vaststelling eindsituatie bodemparameters

December en Januari. Zie 5 en 6.

Januari 2016 Rapportage

2b Baggeren en transport Met behulp van het kraanschip “Nova Venture” en een beunbak, een transportvaartuig zonder opbouw en

eigen voortstuwing, is Waddenzeeslib gebaggerd in de Eemshaven.

Page 7: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: 2

P

roje

ctu

itvo

erin

g

7

De Nova Venture heeft zich m.b.v. spudpalen, dit zijn palen die het schip in de grond kan laten zakken waarmee

het ponton op een vaste positie komt te liggen, op ongeveer 20 meter van de kade gepositioneerd, zodat de

kraan waddenslibspecie kon baggeren in het aangeven kadevak tussen het schip en de kade aan de zuidkant

van de Beatrixhaven. Met behulp van een draaikraan en een dichte grijper zijn volle bakken specie naar boven

gehaald. Om de specie zo droog mogelijk aan te leveren is de gebaggerde specie eerst in de beun van het

kraanschip gedeponeerd. Vervolgens is de “bijna droge” specie overgeslagen in een afgemeerde beunbak.

Na de benodigde monsternames is de beunbak gelost met een hydraulische walkraan en overgeslagen in

vloeistofdichte vrachtwagens die het slib hebben getransporteerd naar de verschillende percelen. Het slib is los

gestort in depot op de verschillende percelen waarna het slib is opgeladen en verspreid is met “breedstrooiers”

op de gemarkeerde percelen.

Tijdens het baggeren is geprobeerd het slib zo droog mogelijk te winnen.

Dit was noodzakelijk om efficiënt vervoer en goede verdeelde

verspreiding mogelijk te maken. Het slib was “kwarkachtig” voor

verspreiding en liet zich als kleine flarden verspreiden.

Op 17 maart 2015 is de eerst lading verspreid onder grote publieke

belangstelling. In de week daarna is de rest verspreid, met uitzondering

van de lading voor Werkman, welke op 10 april is verspreid.

Reguliere baggerwerkzaamheden in de Eemshaven worden uitgevoerd door middel van een

sleephopperzuiger. De kosten per m3 in de Eemshaven voor deze pilot zijn, in vergelijking met het reguliere

onderhoudsbaggerwerkzaamheden vele malen hoger. Naast de kostenverhogende omstandigheden, zoals een

kraanschip en de overbrugging van de afstand met aparte beunbakken en vloeistofdichte vrachtwagens, speelt

uiteraard ook het veel kleinere volume hierin een zeer belangrijke rol.

2c Monstername In diverse fases van het project zijn monsters genomen voor borging van de kwaliteit, uitsluiten van risico’s en

om effect op gewassen te kunnen meten. De volgende monsternames zijn uitgevoerd:

Baggervakken

Opgebaggerde slib

Bodems proefvelden

Blad

Na de oogst zijn ook monsters worden genomen van bieten en wederom van de bodems van de proefvelden.

Van alle monsters zijn analyserapporten beschikbaar.

2d Publiciteit Het project heeft de media actief benaderd met een persbericht. Dit heeft de nodige publiciteit gegenereerd

met de volgende artikelen in:

Dagblad van het Noorden op 28 januari en 17 maart 2015

VeldPost (Oost- Groningen) op 21 februari 2015

Nieuwe Oogst op 25 februari 2015

Uitzending op RTV Noord op 17 maart 2015

Met het presenteren van dit rapport zal in de eerste helft van dit jaar wederom actief publiciteit aan deze pilot

worden gegeven.

Page 8: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: 2

P

roje

ctu

itvo

erin

g

8

Film

Van het project is een film gemaakt. Deze is te bekijken op Youtube; zoek op “Waddenslib als

grondverbeteraar” of ga naar https://www.youtube.com/watch?v=w83zCdmHfv4 Hier is te zien hoe alles in zijn

werk is gegaan.

Het project is verder gepresenteerd tijdens diverse bijeenkomsten, waaronder:

16 september 2015 Bezoek Niedersächsischer Landesbetrieb für Wasserwirtschaft, Küsten- und

Naturschutz (NLWKN) aan Groningen Seaports.

9 november 2015 Bestuurlijk overleg MIRT Noord Nederland waarbij aanwezig Minister Schultz van

Haegen.

12 november 2015 Bezoek Wasser und schiffahrtsamt Emden aan Groningen Seaports.

23&24 november 2015 World Forum Natural Capital in Edinbrugh

Page 9: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: 3

O

nd

erzo

ekso

pze

t

9

3 Onderzoeksopzet

3a Deelnemende agrariërs Binnen korte tijd zijn onderstaande agrariërs geïnteresseerd gevonden om deel te nemen in de pilot.

Bedrijf Plaats Gewas waar slib wordt aangewend

Mts. Louwdijk-Werkman (KW) Bellingwolde Suikerbieten

Stoffer Hofman (SH) Veendam Suikerbieten

Harbert ten Have Eerste Exloërmond Suikerbieten

Albert Schuring (AS) Sellingen Suikerbieten

Chris Greving (CG) Ter Apelkanaal Gras

Bij de heer Ten Have is wel slib opgebracht, maar al vrij snel hierna bleken de projectverwachtingen over en

weer dusdanig te verschillen dat de samenwerking is beëindigd. De voorziene monitoring is hierdoor niet

uitgevoerd zodat er ook geen resultaten van deze akkerbouwer zijn meegenomen in deze rapportage. De

overige akkerbouwers zijn wel gevolgd tot en met de oogst. Hun ervaringen zijn opgetekend in paragraaf 4d.

3b Testvlakken In overleg met de akkerbouwers is

afgeweken van het oorspronkelijke plan om

de testvlakken aan te leggen zoals het

projectvoorstel was geformuleerd, namelijk

om en om 4 x 4 stroken met en zonder slib.

Dit was, gezien het moment van opbrengen

en de werkzaamheden bij het opbrengen,

maar ook tijdens de groei van de gewassen

en bij de oogst praktisch niet uit te voeren.

Elke deelnemer heeft in het veld een strook

bestemd waar waddenslib is opgebracht, en

binnen het veld is een vlak aangebracht

waar de analyses (bodemmonsters en

gewasmonsters) worden uitgevoerd. In

afbeelding 2 is te zien hoe het vak bij

Schuring is gelokaliseerd. Elk meetvak

bestaat uit een oppervlakte van 80 x 40 meter. Elk meetvak is opgedeeld in een vlak van 20 x 80 meter waar

geen slib op is aangebracht, en een vlak van 20 x 80 meter waar wel slib op is aangebracht. Van elk deelvak zijn

twee bodemmonsters genomen en geanalyseerd om de nulsituatie te meten. Hetzelfde is uitgevoerd in

december, om de eindsituatie te meten (zie bijlagen 3 en 7).

3c Toegepast slib De dosering van het slib is bepaald op basis van het zoutgehalte in het slib (zie bijlage 1). De dosering is zodanig

dat deze overeenstemt met de hoeveelheid (bieten)zout die als bemesting wordt gegeven. Op de proefstroken

is de gangbare bemesting met zout achterwege gebleven. Op basis van de zoutgehalten kon op bietenland circa

26 ton slib per ha aangebracht worden en op grasland 9 ton/ha1.Dit zijn ook de hoeveelheden geweest die bij

1 Voor herstel van het EemsDollard estuarium zijn Nederlandse regionale en landelijke partijen

overeengekomen om per 2023 1 miljoen ton droge stof slib uit het EemsDollard systeem te halen. Bij een toepassing van 30 ton slib per hectare is voor 1 miljoen ton droge stof circa 66.667 hectare bietenland nodig.

1 Monitoringslocatie (het gearceerde vlakje) en de strook waar het slib is opgebracht.

Page 10: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: 3

O

nd

erzo

ekso

pze

t

10

de verdere uitwerking van de pilot zijn aangehouden. De gehalten nutriënten en sporenelementen in het slib

zijn weergegeven op de analysecertificaten in bijlage 2.

De vier akkerbouwers hebben elk omstreeks 105 ton slib ontvangen. De veehouder heeft 44 ton ontvangen en

voor het verspreiden bij de opening op 17 maart 2015 is ongeveer 7 ton slib ingezet. Het slib is allemaal

(behalve de hoeveelheid, ingezet op 17 maart) vervoerd op 21 maart 2015, en in depot gelegd op de kop van

de akker, of, in het geval van de veehouder, op de kuilplaat. Vanuit het depot is het verder verspreid over de

akkers.

2 Tijdelijke opslag Waddenslib bij Schuring.

Page 11: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: E

rvar

inge

n e

n r

esu

ltat

en

11

4 Ervaringen en resultaten

4a Vergunningverlening De aanvraag voor de vereiste vergunningen voor transport en toepassing van het slib ging niet zo voorspoedig.

De toepassing van slib past niet (volledig) binnen zowel de Wet milieubeheer, het Besluit Bodemkwaliteit als de

Meststoffenwet. Per mail van 24 februari 2015 is door vergunningverleners van de betrokken gemeenten en

milieudiensten toestemming verleend om de pilot te starten op voorwaarden dat:

LTO achter de uitvoering van de pilot staat;

De gewassen werden gemonitord op stoffen die voorkomen in het slib;

Er een stoffenbalans werd opgesteld aan het eind van het project om er zicht op te krijgen waar

het zout uit het slib terechtkomt.

Afstemming met LTO heeft plaatsgevonden. Er is zelfs een bijdrage verkregen van het LTO Noord

Projectenfonds. De twee andere voorwaarden waren reeds in het projectplan geïncorporeerd.

Hoewel deze mail al op 24 februari is afgegeven was er richting de ontvangers en de transporteur van het slib

nog veel extra overtuigingskracht nodig om te laten beseffen dat deze mail voldoende was om deel te nemen

aan de pilot zonder het gevaar te lopen een overtreding te begaan.

4b Transport, opslag en verspreiden van slib Tot 14 maart werd ervan uit gegaan dat het slib met een

giertank verspreid zou gaan worden. Om die reden sierde de

foto hiernaast ook het projectvoorstel.

Echter, op 14 maart bleek dat het gehalte droge stof van het

slib hoger was dan werd verwacht, namelijk 50 % in plaats

van 30 %. Om die reden kan en moest het met een

breedstrooier worden verspreid. Bij akkerbouwbedrijf

Schuring is het slib bij het opladen gemengd met compost.

Het verspreiden van dit mengsel bleek gelijkmatiger te gaan

dan alleen verspreiden van slib.

De mogelijkheid slib te verspreiden met een

breedstrooier geeft perspectieven, want mochten

er in de toekomst kansen zijn om Waddenslib toe

te passen, dan is het logistiek veel makkelijker en

kostenefficiënter om met slib te werken van 50 %

droge stof dan met slurry van 30 % droge stof. Wel

werd vanuit de praktijk de wens uitgesproken dat

een korreliger product grote voorkeur verdient.

3 Foto giertank uit het projectvoorstel.

4 Schuring met mestverspreider/breedstrooier.

Page 12: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: E

rvar

inge

n e

n r

esu

ltat

en

12

Het slib is eind maart en begin april opgebracht. .Na het aanbrengen van het

slib is deze licht ingewerkt in de akkers en bij het grasland met een

weidesleep homogeen verspreid. Het slib is hierdoor nog niet volledig

vermengd met de zandgronden. Brokjes opgedroogd slib zijn nog terug te

vinden in de toplaag van de bodem, zoals zichtbaar op de foto hiernaast.

Praktische problemen

Het slib bleek niet vrij te zijn van artefacten (stenen en een

hijsketting). Dat heeft bij de verspreiding nogal wat problemen

opgeleverd omdat dat schade aanbracht aan de

mestverspreiders. Alle ontvangers hebben dat als een groot

probleem ervaren, wat ook heel goed is voor te stellen. Naast de

kosten die het herstellen van het materieel meebrachten is het

verwijderen van het slib om kapotte machineonderdelen

toegankelijk te maken een lastige en smerige klus. De door

loonwerkers en agrariërs opgelopen schade is door het project

vergoed. Technisch hoeft het in de toekomst geen probleem te

vormen. Bij professionalisering van het laden zal er een oplossing

voor moeten worden gevonden.

5 Opgedroogd slib.

6 Stenen voorkomend in het slib.

Page 13: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: E

rvar

inge

n e

n r

esu

ltat

en

13

4c Resultaten metingen bij grasland

Het grasland is twee keer gemaaid om

in te kuilen (22 mei en 2 juli) en

enkele keren beweid. Bij de

maaiwerkzaamheden is de opbrengst

bepaald en zijn grasmonsters

genomen uit de gedroogde wiersen.

De wiersen zijn de lange banen waarin

het gedroogde gras is gelegd.

Daarnaast is bij de eerste beweiding

op 20 juli een grasmonster genomen.

Opbrengsten

Het perceel van 4 hectare is opgedeeld in twee

vlakken van 2 hectare. In de tabel zijn de

gegevens van de wegingen, vertaald naar

opbrengsten per hectare, weergegeven.

Wegingen opbrengst proefvlak gras

Eerste en tweede snede kuilgras (kg/ha)

oogstdatum zonder slib met slib

22-mei

vers product 12.930 14.990

ds % (ds = droge stof) 39,1 40,6

ds totaal (kg) 5.056 6.086

2-jul

vers product 6.500 6.386

ds % 54,5 54,2

ds totaal (kg) 3.543 3.461

7 De vlag geeft de scheiding weer tussen gras zonder (rechts) en gras met slib.

Page 14: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: E

rvar

inge

n e

n r

esu

ltat

en

14

Voederwaarde, nutriënten en sporenelementen

Van de twee kuilsneden, en voor het inscharen van het vee op 20 juli zijn grasmonsters genomen. Deze zijn

geanalyseerd op de voederwaarde, de nutriënten en de sporenelementen. De analyseresultaten zijn

weergegeven in bijlage 4 en samengevat in onderstaande grafieken.

8 Relatieve hoeveelheid nutriënten en sporenelementen in gras met waddenslib t.o.v. van gras zonder waddenslib, gewogen gemiddelde over drie sneden. VEM = Voedereenheid melk; DVE = darmverteerbaar eiwit; OEB = onbestendige eiwitbalans.

Op basis van de metingen blijkt de voederwaarde (VEM) min of meer gelijk te blijven. Gemiddeld neemt de

hoeveelheid eiwit (DVE, RE ) iets toe. De suikergehalten en ruw as nemen ook toe. De toename van ruw as

houdt verband met de toegenomen levering van nutriënten en sporenelementen op het deel van het perceel

met waddenslib. De nutriëntlevering is uitgewerkt in de volgende grafiek.

-2

0

2

4

6

8

10

VEM DVE OEB Ruwas Ruweiwit OplosbaarRuweiwit(%RE)

Suiker

Toename/afname(%)

Relatievevoederwaarde

Page 15: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: E

rvar

inge

n e

n r

esu

ltat

en

15

9 Hoeveelheid nutriënten en sporenelementen in gras met waddenslib t.o.v. van gras zonder waddenslib, gewogen gemiddelde over drie sneden.

Het mineralengehalte (ruw as) is met waddenslib 5,6 % hoger. Dit blijkt met name toe te schrijven te zijn aan

natrium, maar ook de concentratie van een aantal sporenelementen is significant hoger. Bij de

sporenelementen nemen m.n. jodium, ijzer en kobalt toe. Selenium neemt iets af, terwijl de overige gehalten

nagenoeg gelijk zijn bij gras met en zonder slib.

4d Resultaten analyses bieten

Bladanalyses van bieten

Van de bieten zijn op donderdag 23 juli bladmonsters genomen. Van deze bladmonsters zijn analyses gedaan

van de nutriënten en sporenelementen in het plantsap. De analyseresultaten zijn weergegeven in bijlage 5 en

samengevat in onderstaande grafiek.

-40

-20

0

20

40

60

80

100

Toename/afnam

e(%

)Relatieveleveringnutriëntenensporenelementen

Page 16: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: E

rvar

inge

n e

n r

esu

ltat

en

16

In het plantsap is geen duidelijke trend zichtbaar. Dit komt met name doordat veel van de waarden die bij

Hofman zijn gemeten tegengesteld zijn aan de concentraties van de elementen in het sap van de bieten op de

andere percelen. Ook een tweede monstername bij Hofman, in week 38, gaf dezelfde uitslag. Het is mogelijk

dat perceelspecifieke (zie ook hoofdstuk 5) kenmerken hierbij een rol spelen.

Opbrengst en samenstelling bieten

Bij Schuring, Werkman en Hofman zijn op 27 oktober proefrooiingen uitgevoerd in de percelen met bieten. Van

de proefrooiingen zijn bieten voor analyse naar Suiker Unie gegaan en zijn gehalten van nutriënten en

sporenelementen bepaald door Eurofins Altic.

10 Bij de proefrooiingen werden van elk proefvlak 3 bietenmonsters genomen voor Suiker Unie en 3 voor Eurofins Altic.

Daarnaast zijn tijdens het oogsten praktijkrooiingen uitgevoerd met de machine. Hierbij werd van afgemeten

oppervlaktes een partij gemaakt, zodat bij afleveren bekend was welke partij met of zonder slib afkomstig was

van hoeveel oppervlakte. De partijen werden door Suiker Unie afzonderlijk gewogen en geanalyseerd.

-60,0

-40,0

-20,0

0,0

20,0

40,0

60,0

Toe

nam

e /

afn

ame

(%

) Relatieve nutriëntgehalte in plantsap per veld

Hofman

Schuring

Werkman

Voor Suiker

Unie

Naar Eurofins

Page 17: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: E

rvar

inge

n e

n r

esu

ltat

en

17

11 Uitvoering van de praktijkrooiingen

De resultaten van de rooiingen en de laboratoriumanalyses zijn weergegeven in bijlage 6 en samengevat in de

grafieken in deze paragraaf.

Proefrooiing Machinale rooiing

50

60

70

80

90

100

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

ton/ha

Nettogewicht

50

60

70

80

90

100

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

ton/ha

Nettogewicht

15

16

17

18

19

20

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

%

Suikergehalte

15

16

17

18

19

20

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

%

Suikergehalte

Page 18: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: E

rvar

inge

n e

n r

esu

ltat

en

18

Proefrooiing Machinale rooiing

12 Resultaten van de (proef)rooiingen en suikeropbrengstbepalingen door Suiker Unie. AS = Albert schuring; KW = Kor Werkman; SH = Stoffer Hofman; Z = zonder waddenslib; M = met waddenslib.

Opbrengsten van bieten

Zowel de tonnages als de suikeropbrengst kunnen bij Hofman en bij Werkman als gelijk worden beschouwd.

Schuring heeft een duidelijk hogere opbrengst gerealiseerd op het deel met slib. Op basis van een vergelijking

met de andere percelen kunnen de volgende factoren aangewezen worden die daarbij een rol gespeeld kunnen

hebben: het gezamenlijk opbrengen van het slib met compost en de in de uitgangssituatie lagere CEC-waarden

(zie hoofdstuk 5) van het perceel van Schuring.

Analyses Suiker Unie

Onderstaande staafdiagrammen geven de samenstelling van de bieten weer zoals door Suiker Unie is gemeten.

Bij Hofman lijken bij de machinale rooiing de gehalten stikstof, kalium en natrium in de bieten van het proefvak

met slib lager. Lagere gehalten en met name lagere stikstof (alpha-N) zijn positief omdat de winbaarheid van de

suiker dan iets hoger is (zie figuur12). Dat verschil werd bij de proefrooiing echter niet vastgesteld.

80

82

84

86

88

90

92

94

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

%

Winbaarheid

80

82

84

86

88

90

92

94

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

%

Winbaarheid

10

11

12

13

14

15

16

17

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

ton/ha

Suikeropbrengst

Page 19: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: E

rvar

inge

n e

n r

esu

ltat

en

19

00

02

04

06

08

10

12

14

16

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

g/kg(cum

ulatief)

Hoofdelementen

Chloride

Natrium

Kalium

Magnesium

Calcium

Zwavel

Fosfor

00

50

100

150

200

250

300

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

mg/kg(cum

ulatief)

Sporenelementen

Zink

Molybdeen

Mangaan

Koper

IJzer

Borium

Aluminium

Proefrooiing

Machinale rooiing

13 Door Suiker Unie gemeten samenstelling van de bieten. AS = Albert schuring; KW = Kor Werkman; SH = Stoffer Hofman; Z = zonder waddenslib; M = met waddenslib.

Nutriëntgehaltes in de bieten

De gehaltes nutriënten en sporenelementen zoals gemeten in de bieten van de proefrooiing zijn weergegeven

in onderstaande grafieken.

Over het algemeen is de samenstelling van de bieten gelijk bij de proefvlakken met en zonder slib. De gehalten

van een aantal hoofdnutriënten (linkse grafiek) zijn bij Schuring zonder het waddenslib relatief laag. Met name

het fosfor- en kaliumgehalte zijn hoger in de bieten met slib, terwijl het natriumgehalte iets lager is. Op basis

van de nu beschikbare proefgegevens is niet duidelijk waardoor deze verschillen op het perceel van Schuring

worden veroorzaakt. De hogere gehalten gaan in de bieten met slib in ieder geval samen met een hogere

opbrengst. Mogelijk speelt de gecombineerde toepassing van waddenslib en compost een rol of speelt de

relatief lage CEC (zie ook hoofdstuk 6) in de uitgangssituatie een rol. Bij de sporenelementen zien we bij de

bieten met waddenslib over het algemeen lagere gehalten mangaan, ijzer en aluminium. Effecten die hierbij

een rol kunnen spelen zijn de pH-afhankelijkheid van de opname van deze nutriënten. Daarnaast bevat het slib

0

10

20

30

40

50

60

70

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

Samenstelling

Kalium Natrium Alpha-N

0

10

20

30

40

50

60

70

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

Samenstelling

Kalium Natrium Alpha-N

14 Gehaltes nutriënten en sporenelementen in de bieten van de proefrooiing. AS = Albert schuring; KW = Kor Werkman; SH = Stoffer Hofman; Z = zonder waddenslib; M = met waddenslib.

Page 20: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: E

rvar

inge

n e

n r

esu

ltat

en

20

relatief veel beschikbaar silicium, wat het voor planten mogelijk maakt in de wortelzone te hoge concentraties

van deze elementen vast te leggen.

4e Ervaringen agrariërs De akkerbouwers hebben geen grote verschillen waargenomen in de groei van de bieten, met uitzondering van

Schuring die de indruk heeft dat de plantgezondheid positief werd beïnvloed door het waddenslib. Het gewas

bleek groener te zijn. In vergelijking met andere telers heeft Schuring minder vaak tegen bladziekten gespoten.

Het signaal dat hieruit voortkomt, is dat de aanvoer van slib bieten weerbaarder maakt. Daarnaast gaf Schuring

aan dat het deel van het perceel waarop waddenslib is aangebracht mogelijk minder gevoelig was voor

verstuiving, als gevolg van de kleine brokjes opgedroogd slib die destijds nog op het land lagen.

Op 16 december heeft er een evaluatiebijeenkomst plaatsgevonden met de agrariërs. Uitspraken die gedaan

zijn tijdens de bijeenkomst zijn hieronder weergegeven. De huidige deelnemers zijn geïnteresseerd om ook in

2016 slib te ontvangen en willen graag meedenken hoe het logistieke proces kan worden geoptimaliseerd.

Page 21: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: E

rvar

inge

n e

n r

esu

ltat

en

21

Kor Werkman, Bellingwolde

Slib heeft voor mij

wel een toegevoegde

waarde.

Ik vind een eventueel

tegengaan van

verstuiven ook

belangrijk.

Wat van belang is, is dat we

het slib ontvangen als

grondverbeteraar.

Chris Greving, Ter Apelkanaal Melkveehouder

Het leek net dat de

bieten met slib iets

groener waren.

Albert Schuring, Sellingen

Stoffer Hofman, Zuidwending

Het gedeelte zonder

waddenslib was iets

meer aangetast door

bladziekten.

Page 22: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: 5

B

od

emp

aram

eter

s

22

5 Bodemparameters

De fysische, chemische en biologische samenstelling van de toplaag van de grond (0 – 20 cm-mv) is voorafgaand aan de proef en aan het einde van de proef bepaald voor elk proefvak. De resultaten van de nulmeting zijn weergegeven in bijlage 3 en de resultaten van de eindsituatie in bijlage 7.

Bij een vergelijking van de nulsituatie met de eindsituatie

werden er verschillen geconstateerd in de

uitwisselingscapaciteit (CEC) en het bodemleven op de

perceeldelen met en zonder slib. De meetwaarden met

betrekking tot deze parameters zijn uitgewerkt in

onderstaande grafieken.

15 De uitwisselingscapaciteit (CEC) van de grond in de proefvakken aan het begin en aan het einde van de proef met waddenslib. De percentages boven de kolommen geven weer hoe groot het verschil is tussen de nulsituatie en de eindsituatie. AS = Albert schuring; KW = Kor Werkman; SH = Stoffer Hofman; CG = Chris Greving; Z = zonder waddenslib; M = met waddenslib.

Uit de bodemanalyses blijkt dat op alle akkerbouwpercelen de CEC in de eindsituatie met waddenslib is

gestegen ten opzichte van het proefvak zonder waddenslib. Bij Schuring en Werkman zijn de verschillen +5%

respectievelijk +40%. Het grootste verschil is gemeten bij Hofman, waar de CEC in het proefvak met slib

minimaal 56% is gestegen ten opzichte van het naastliggende vak zonder slib. Bij een eerste analyse van de

grond in dit proefvak werd een nog groter verschil gemeten. Omdat dat verschil als onwaarschijnlijk groot

werd beoordeeld, is in december 2015 een herbemonstering en heranalyse van dit vak uitgevoerd om fouten

uit te sluiten. Bij de heranalyse werd opnieuw een grote stijging van de CEC vastgesteld. Bij de bespreking van

de resultaten is uitgegaan van de laagste gerapporteerde waarde. Dit met uitzondering van het

chloridegehalte, welke bij de heranalyse door Eurofins door een interne fout niet werd meegenomen. Bij het

grasland van Greving wordt nagenoeg geen verschil gemeten tussen de begin- en de eindsituatie. Mogelijk

speelt hierbij een rol dat het slib op akkerbouwpercelen middels grondbewerkingen door de bouwvoor

gemengd kon worden, terwijl het bij grasland alleen op het maaiveld gelegd kon worden.

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

AS-Z KW-Z SH-Z CG-Z AS-M KW-M SH-M CG-M

MMOL/KG

Zonde r Wa dde n slib M e tWa dde n slib

CECstart CECeind

+32%

-26%+14%

-4%

+52%

+37%

+4% 0%

CEC = Cation Excange Capacity = de

uitwisselingscapaciteit van de bodem:

de mogelijkheid van de bodem om

mineralen vast te houden en vrij te

geven. Hoe hoger de waarde is, des te

vruchtbaarder de bodem is.

Page 23: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: 5

B

od

emp

aram

eter

s

23

16 De ontwikkeling van het bodemleven in de grond in de proefvakken aan het begin en aan het einde van de proef met waddenslib. De percentages boven de kolommen geven weer hoe groot het verschil is tussen de nulsituatie en de eindsituatie. AS = Albert schuring; KW = Kor Werkman; SH = Stoffer Hofman; CG = Chris Greving; Z = zonder waddenslib; M = met waddenslib.

De analyseresultaten schetsen voor het grasland een tegengesteld beeld van de invloed van het slib op het

bodemleven dan voor de akkers. Bij het grasland is de hoeveelheid bodemleven vrijwel gelijk gebleven op het

deel met slib, terwijl op het deel zonder slib een stijging van 50% ten opzichte van de nulsituatie werd

gemeten. Op de akkers laten de analyses juist zien dat er sprake is van een veel sterkere ontwikkeling van het

bodemleven in de grond met slib. Terwijl de stijging van de hoeveelheid bodemleven op de delen zonder slib

tussen 19 en 56% ligt, is deze op de delen met slib 50 tot 200 %. In de eindsituatie is er op alle akkers meer

bodemleven op de grond met slib dan op de grond zonder slib. Naar de oorzaak van de verschillen is in deze

pilot geen onderzoek gedaan. Het is uit literatuur echter bekend dat bodemleven positief reageert op het

toedienen van sporenelementen. Mogelijk dat het slib langs deze weg een bijdrage heeft geleverd aan het

opbloeien van het bodemleven.

0.00

20.00

40.00

60.00

80.00

100.00

120.00

AS-Z KW-Z SH-Z CG-Z AS-M KW-M SH-M CG-M

mgN/kg

Zonde r Wa dde n slib M e tWa dde n slib

Bodemlevenstart Bodemleveneind

+6%+50%

+200%

+60%

+50%

+19%+37%

+56%

Page 24: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: 6

St

off

enb

alan

s zo

ut

24

6 Stoffenbalans zout Bij deze pilot is de zoutaanvoer en -afvoer vergeleken voor de proefvakken met en zonder waddenslib. Op alle

percelen is in kaart gebracht hoeveel natrium aan het begin en het einde van de proef in de bodem aanwezig

was in het meetvak. Daarnaast zijn op het perceel van Hofman metingen van chloridegehalten gedaan. De

aanvoer van zout is bekend op basis van de analyses van het waddenslib en de gehalten die in de toegepaste

meststoffen aanwezig zijn. Bij de bietenanalyses zijn ook de natrium- en chloridegehalten gemeten om de

afvoer met de oogst in beeld te brengen.

6a Zoutgehalten in bieten De bieten van de proefrooiing zijn door de Suiker Unie op het natriumgehalte onderzocht, en door Eurofins op

zowel het natrium- als het chloridegehalte. In onderstaande grafiek worden de gehalten in de bieten

weergegeven.

Proefrooiing uitgevoerd op 27 oktober

Machinale rooiing uitgevoerd op: Schuring: 7 november Hofman: 25 november Werkman: 7 december

17 Zoutgehalten in de bieten. Bovenste 2 staafdiagrammen: metingen Suiker Unie. Onder: metingen van Eurofins Altic. Rechtsonder: bovenste lijn = samenstelling waddenslib; onderste lijn = samenstelling van bietenzout. AS = Albert schuring; KW = Kor Werkman; SH = Stoffer Hofman; Z = zonder waddenslib; M = met waddenslib.

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

dg/kg

Proefrooiing

Natrium

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

dg/kg

Machinalerooiing

Natrium

0.0

0.2

0.4

0.6

0.8

1.0

1.2

1.4

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

g/kg

Zoutgehaltebieten

Natrium Chloride

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

AS-Z AS-M KW-Z KW-M SH-Z SH-M

Zout- Relatievegehalten

Natrium Chloride

Page 25: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: 6

St

off

enb

alan

s zo

ut

25

Het zoutgehalte in de bieten varieert per laboratorium en rooidatum. De gemeten range van

waarden is gelijk in bieten met en zonder waddenslib. Opvallend is de onbalans tussen natrium en

chloride in de bieten van Werkman. Ook hier zijn echter de gehalten vergelijkbaar in bieten met en

zonder slib.

6b De balans Voor het perceel van Hofman zijn naast de chloridegehalten in de bieten ook de gehalten in de bodem bepaald

bij de nul- en de eindsituatie.

De gehalten in de bodem, de aanvoer met meststoffen en slib, en de afvoer met bieten is weergegeven in

onderstaande tabel.

18 De balans voor chloride en natrium op het perceel van Hofman.

Uit de stoffenbalans blijkt dat er met slib iets meer natrium en chloride is aangevoerd dan bij bemesting met

bietenzout. Dit verschil is veroorzaakt doordat de dosering van bietenzout iets lager lag dan geadviseerd wordt

in de teelthandleiding van IRS. Ondanks de iets hogere aanvoer met waddenslib blijkt uit het resulterende

verschil dat er geen sprake is van grotere uit- of afspoeling. Dit kan voor een klein deel worden verklaard door

een grotere afvoer met de bieten. Daarnaast is uit de analyses van de eindsituatie gebleken dat de grond met

het waddenslib meer nutriënten kan vasthouden. Wellicht verklaart dit dat de uitspoeling van chloride in het

proefvak met waddenslib geringer is dan in het proefvak zonder slib. Met betrekking tot natrium is er zelfs een

netto aanrijking van de grond die groter is dan de aangevoerde vracht. Mogelijk hangt dit samen met het reliëf

van het perceel. Het deel waar de proef is aangelegd ligt namelijk relatief laag, waardoor aanvoer van

oplosbare bestanddelen via stromend en percolerend water mogelijk is.

Op basis van bovenstaande berekening met de meetresultaten lijkt het er op dat een behandeling met slib in

plaats van bietenzout leidt tot minder uit- en afspoeling van natrium en in mindere mate ook van chloride, dan

dat het tot meer uit- en afspoeling leidt.

dosering

(ton/ha) Na Cl Na Cl

nulsituatie 58 90 51 90

metbietenzout 118 182

metslib 158 211

metvarkensdrijfmest 30 20 45 20 45

metcompost 10 14 19 14 19

40 210 335 243 364

afvoer metbieten 9 9 11 14

eindsituatie 170 128 406 192

178 137 418 206

31 198 -174 158

ZoutbalansperceelStofferHofman,kgperhectare

metslibzonderslib

aanvoer

Totaalnulsituatie+aanvoer

Totaalafgevoerd+eindsituatie

Verschil

Page 26: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: 7

Sa

me

nva

ttin

g en

co

ncl

usi

es

26

7 Samenvatting en conclusies

Deze praktijkproef was een pilot en het begin van een onderzoek naar de mogelijkheden van toepassing van

zout slib in de landbouw op zandgronden. De praktijkproef is de eerste fase, waarin duidelijk moest worden of

landbouwgewassen daadwerkelijk baat kunnen hebben en geen schade ondervinden bij de toepassing van zout

slib als bodemverbeteraar.

In deze eerste fase is ervaring opgedaan met waddenslib op drie akkers met bieten en op grasland bij een

melkveehouderij. In de projectvoorbereiding is veel pionierswerk verricht, en een functioneel netwerk

opgebouwd. Bij het opbrengen van het slib werden veel praktische uitdagingen met betrekking tot baggeren en

verspreiden van slib ondervonden die om verbetering vragen.

De resultaten van de pilot wijzen erop dat landbouwgewassen baat kunnen hebben bij toepassing van

waddenslib. Op geen van de percelen hebben de gewassen schade ondervonden van het in het slib aanwezige

zout. De hoeveelheid zout die in de proeven is opgebracht met het slib was bij bieten vergelijkbaar met de

bemesting die normaliter met bietenzout wordt toegediend. De opname van chloride en natrium uit het zoute

slib lag in dezelfde ordegrootte als de opname bij de referentievlakken waar de natriumbemesting met

bietenzout werd toegepast in plaats van toediening van waddenslib.

De opbrengst van het gras was iets hoger met waddenslib. Het eiwitgehalte, het suikergehalte en de

hoeveelheid nutriënten en sporenelementen stegen in het gras. De opbrengsten van de bieten waren

nagenoeg gelijk. Bij één perceel leek er al direct een positief effect van het slib te zijn op de opbrengst en leken

de bieten weerbaarder te zijn. De verwachte bijdrage aan de bodemvruchtbaarheid door opbouwen van

bufferend vermogen en aanvullen van micronutriënten is op basis van de gevonden waarnemingen in deze

pilot aannemelijk gemaakt.

De deelnemende agrariërs waren enthousiast en willen graag verder gaan met proeven om de langjarige

effecten in beeld te brengen. In een proces van learning by doing willen ze meewerken aan zowel het

verbeteren van de methode van het opbrengen van slib als aan mogelijkheden om de werking van het

aangeboden slib te optimaliseren door rijping en eventuele bijmenging van andere bodemverbeteraars.

De pilot heeft voldoende grond gegeven voor zowel een proef met een wetenschappelijk protocol als voor

acceptatietrajecten met de sector.

Page 27: Waddenslib voor zandgrondverbetering...Voor u ligt de eindrapportage van de pilot “Waddenslib voor zandgrond verbetering”, een praktijkproef uitgevoerd van 1 januari 2015 tot 1

Waddenslib voor zandgrondverbetering

Ho

ofd

stu

k: B

ijlag

en

27

Bijlagen

Bijlage 1 Analysecertificaten Zoutgehalte slib

Bijlage 2 Analysecertificaten Nutriënten en sporenelementen slib

Bijlage 3 Analyseresultaten Nulmeting bodem

Bijlage 4 Analyseresultaten Gras

Bijlage 5 Analyseresultaten Plantsap bieten

Bijlage 6 Analyseresultaten Bieten

Bijlage 7 Analyseresultaten Eindsituatie bodem

Bijlage 8 Addendum voor vergunningverlening