Waardestelling station Delft

82
Delft Cultuurhistorische waardestelling Station TAK Architecten Delft

description

 

Transcript of Waardestelling station Delft

Page 1: Waardestelling station Delft

DelftCultuurhistorische waardestelling

Station

TAK Architecten

Delft

Page 2: Waardestelling station Delft

DelftCultuurhistorische waardestelling

Station

Redactie Miguel Loos - Bureau Spoorbouwmeester Noor Scheltema - NS Stations Roderick Jacobs - NS Stations

TAK Architecten 16 oktober 2013

Delft

Page 3: Waardestelling station Delft

Contact:[email protected]

Stations in een wereld van verandering

Stationserfgoed en De Collectie ProRail en NS Stations voelen zich als gezamenlijk eigenaar van alle stations in Nederland verantwoordelijk voor dit vastgoed met maatschappelijke waarde. Daarom is samen met Bureau Spoorbouwmeester door Crimson Architectural Historians, Urban Fabric en SteenhuisMeurs onderzoek gedaan naar de cultuurhistorische waarde van voor- en naoorlogse stations. Aan de hand van inventarisaties zijn vijftig stations geselecteerd met de hoogste cultuurhistorische waarde die zijn omgedoopt tot De Collectie. Daarbij is uit ieder cluster van gelijksoortige stations telkens het gaafste, beste exemplaar, qua interieur en exterieur, toegevoegd. NS Stations en ProRail hebben De Collectie sindsdien omarmd en de verantwoorde omgang met deze waardevolle stations als belangrijk thema aangemerkt.

WaardestellingenNa vaststelling van De Collectie bleek diepgaand onderzoek nodig om bij het plannen van stationsverbouwingen gerichte aanpassingen te kunnen doen om de cultuurhistorische waarde te herstellen en te bewaken. In 2012 is besloten om voor alle stations uit De Collectie een Cultuurhistorisch Onderzoek en Waardestelling, kortweg Waardestelling, uit te laten voeren door gespecialiseerde onderzoeksbureaus. De mate waarin een stationsgebouw kan functioneren als station blijkt essentieel voor de cultuurhistorische waarde. Daarom zijn door Bureau SteenhuisMeurs speciale richtlijnen opgesteld, waardoor het functioneren van het station als rode draad door iedere Waardestelling loopt.

De Waardestellingen geven waardevolle inzichten voor het ontwikkelen van een visie en ontwerp bij stationsverbouwingen en worden zodoende al vanaf de eerste fase van ieder project geraadpleegd. De meerwaarde van deze rapportages heeft ProRail en NS Stations doen besluiten om ook voor monumentale stations buiten De Collectie een waardestellend onderzoek op te laten stellen.

ProRail, NS Stations en Bureau Spoorbouwmeester zijn trots op de reeks Waardestellingen die door jaren van succesvolle en nauwe samenwerking tot stand zijn gekomen. Met de kennis die door de Waardestellingen aanwezig is zal de cultuurhistorische waarde van de Nederlandse stations de aandacht krijgen die het verdient.

Veel leesplezier met de beschrijving van de rijke cultuurhistorie en architectonische kwaliteiten van de stations.

April 2016

NS StationsProRailBureau Spoorbouwmeester

Kaders van aanbevelingen

ProRail en NS Stations zijn zich bewust van de kracht en waarde van het stationserfgoed. Vanuit dit perspectief zijn onafhankelijk experts gevraagd om de Waardestellingen op te stellen. Vooropgesteld, NS Stations en ProRail hebben de intentie om de conclusies en aanbevelingen uit de Waardestellingen te volgen. Echter, functionele eisen of financiële en juridische kaders kunnen maken dat sommige aanbevelingen niet, niet geheel of niet direct haalbaar zijn. Desondanks nemen NS Stations en ProRail alle aanbevelingen serieus omdat hiermee de juiste discussies gevoerd kunnen worden. We willen graag met de belanghebbenden in gesprek gaan over hoe we gezamenlijk de cultuurhistorische waarde van het stationserfgoed kunnen borgen. Met als doel om de reizigers goed functionerende en aangename stations te bieden.

Het is meer dan 175 jaar geleden dat de eerste trein ging rijden in Nederland. In al die jaren is een unieke verzameling van stationsgebouwen ontstaan met een veelheid aan afmetingen, stijlen en materialen. De historische ontwikkeling van de spoorwegen en stationsgebouwen is in deze diversiteit terug te zien. De stations zijn ongeacht hun bouwperiode continu aan veranderingen onderhevig: Van het verdwijnen van aparte bagage afhandeling tot het inpassen van OV-chipkaart poortjes. Het is bijzonder dat ondanks deze grote veranderingen, de stationsgebouwen uit de 19e eeuw dagelijks nog tienduizenden mensen bedienen met uiteenlopende voorzieningen. Dit oude en jongere stationserfgoed verdient dan ook speciale aandacht. Het stationserfgoed is een enorme kans om reizigers en betrokkenen mee te nemen in het verhaal van de spoorwegen in Nederland door de tijd heen. Door het bewaken, herstellen en ‘oppoetsen’ van de unieke kwaliteiten van het stationserfgoed blijven stations bijzondere en aansprekende plekken.

Page 4: Waardestelling station Delft
Page 5: Waardestelling station Delft

de

lft

sta

tio

n d

elf

tcu

ltu

urh

isto

risc

h o

nd

erz

oe

k e

n w

aa

rde

ste

llin

g

TA

K a

rch

ite

cte

n

Page 6: Waardestelling station Delft

2

project

Naam: Stationsgebouw Delft

Adres: Van Leeuwenhoeksingel 41 t/m 43

2611 AC Delft

Monumentnr.: 525335

Kadastraal: Gemeente Delft,

sectie 0, nummers 2716 en 2717

Doel: cultuurhistorisch onderzoek en

waardestelling t.b.v. herontwikkeling van het

stationsgebouw

Projectnummer: 13-31

Auteur: V. (Vera) Franken

Datum: 16 oktober 2013

Revisie: -

Formaat: A4 liggend

opdrachtgever / eigenaar

Naam: NS Stations

Exploitatiebedrijf

Adres: Katreinetoren

Stationshal 17

Postbus 2534

3500 GM Utrecht

Contactpersoon: Joop Buisman

[email protected]

Erik Meijer

[email protected]

sta

tio

n d

elf

t

ge

ge

ven

scu

ltu

urh

isto

risc

h o

nd

erz

oe

k e

n w

aa

rde

ste

llin

g

TA

K a

rch

ite

cte

n

foto’s voorpagina (v.l.n.r., v.b.n.o.)1. stationsplein 2009 (Delft Archief)2. achterzijde constructiewerkplaatsen vanaf wesrvest 1905 (Delft Archief)3. anzichtkaart voorzijde station Delft 1910 (Delft Archief)4. foto jaren ‘50 zicht op het station (bron onbekend, via stationsweb)5. straat voor het station 1940 (Delft Archief)

Page 7: Waardestelling station Delft

3

adviseur / architect

Naam: TAK architecten

Adres Delft: Zocherweg 2A

2613 ZV Delft

Tel: 015 212 59 03

Fax: 015 212 56 64

Adres Arnhem: Van Oldenbarneveldtstraat 92-2

6827 AN Arnhem

Tel: 026 442 67 50

Fax: 026 370 24 60

E-mail: [email protected]

Website: www.takarchitecten.nlin

ho

ud voorwoord 4

1. oorspronkelijke situatie 6

2. wijzigingen 18

3. conclusie 42

literatuurlijst 63

bijlagen 65

Page 8: Waardestelling station Delft

4

voo

rwo

ord

TA

K a

rch

ite

cte

n

sta

tio

n d

elf

t

cult

uu

rhis

tori

sch

on

de

rzo

ek

en

wa

ard

est

ell

ing In 2015 wordt het nieuwe station van Delft geopend en zal het

oude stationsgebouw van Delft zijn functie verliezen. Aan TAK

architecten is gevraagd om een cultuurhistorisch onderzoek en

waardestelling te verrichten, dat kan dienen als onderlegger

voor de herontwikkeling van het stationsgebouw binnen de

veranderde stedenbouwkundige context.

Anders dan bij vergelijkbare rapporten voor functionerende

stations ligt bij dit rapport daardoor de nadruk op het gebouw

zelf en minder op de stedenbouwkundige inbedding en de

reizigersbeleving.

In dit rapport is voor de nieuwe situatie in 2015 uitgegaan van

de stedenbouwkundige plannen van Joan Busquets, zoals

deze zijn uitgewerkt door PALMBOUT Urban Landscapes in het

plan Zicht op Delft van oktober 2012. Dit plan is in februari van

dit jaar gekozen door het College van Delft als basis voor de

verdere gebiedsontwikkeling van de nieuwe wijk in Spoorzone

Delft.(1) In de bijlage is een selectie van tekeningen opgenomen

ter toelichting van de plannen voor Spoorzone Delft.

(1) ‘College Delft kiest plan Palmbout voor spoorzonegebied’, www.spoorzo-nedelft.nl/Actueel/Nieuwsberichten/College_Delft_kiest_plan_Palmbout_voor_spoorzonegebied, geraadpleegd 7 oktober 2013

Page 9: Waardestelling station Delft

5

Geheel links is de oorspronkelijke situatie te zien op de kadasterkaart uit 1890.In het midden is de situatie van 2010 te zijn, voor de aanvang van de werk-zaamheden. Rechts is de nieuwe situatie te zien.Bron links: topogra sche militaire kaart nr. 459, Delft 1890, KadasterBron midden: google maps 2010Bron rechts: Palmbout Urban Landscapes; Zicht op Delft; Rotterdam, 2012

Page 10: Waardestelling station Delft

6

In dit hoofdstuk zal aan de hand van de bouwfasen van het

station de historische, stedenbouwkundige en architectonische

context van het station worden beschreven.

Delft wordt aangesloten op het spoorwegnetwerkHet huidige stationsgebouw werd in 1883 gebouwd ter

vervanging van het eerste station van Delft uit 1847.

Nadat in 1839 de eerste spoorlijn van Nederland tussen

Amsterdam en Haarlem was geopend, werden plannen

gemaakt om het tracé door te trekken naar Rotterdam.(1) De

spoorlijn zou ook Delft passeren, maar deed dit in de eerste

plannen op enige afstand van de stad, over de gemeentegrond

van Hof van Delft. Het Delftse gemeentebestuur kon zich niet

vinden in deze plannen en ging in gesprek met het college

van bestuur van de HIJSM. Om de spoorbaan vlak langs de

rand van de stad te leggen, zou de spoorlijn omgelegd moeten

worden. Uiteindelijk wist het gemeentebestuur de HIJSM te

overtuigen van de voordelen. Het station zou dan gevestigd

kunnen worden tegenover de Waterslootse poort. De gemeente

beloofde de benodigde grond van de singel kosteloos af te staan

en verdere onteigeningen te vergemakkelijken.(2) Ten zuiden

van het station moest de spoorlijn wel een knik maken om de

verderop liggende Constructiewerkplaatsen te ontwijken.(3)

Het eerste station van Delft bestond uit een hoog, iets naar

voren gelegen middendeel, voorzien van een zadeldak, en aan

(1) Vermooten (1989); p.114(2) Vlis (2004); p. 43(3) Vlis (2004); p. 42

weerszijden een vleugel met eindgebouw. In beide vleugels

was, naast de eindgebouwen, een doorgang direct naar het

perron aanwezig. In het gebouw bevond zich in het middendeel

de vestibule, in de linkervleugel het goederenkantoor en in de

rechtervleugel de woning van de stationschef.(4)

niet genoeg ruimte

In de periode na de opening van het station maakte zowel de

spoorwegen als de stad Delft een belangrijke ontwikkeling door.

De stad groeide steeds verder buiten de stadsmuren aan de

westzijde van het spoor en er reden steeds meer treinen. Rond

1880 bleek het stationsgebouw en het emplacement te klein.

De treinen die stopten langs het station waren te lang voor de

perrons en staken uit over de naastgelegen overweg, waardoor

de overweg vaak en lang gesloten was. Met het toenemende

verkeer tussen oost en west en het ook toenemende

treinverkeer werd dit een steeds groter probleem. Ook in het

stationsgebouw was te weinig ruimte: men beklaagde zich over

een tekort aan wachtruimte, loketten en opslagplaats.

Het lukte het gemeentebestuur om de HIJSM te overtuigen een

nieuw station te bouwen ten zuiden van het oude station, dat in

1885 werd geopend.

(4) Romers (2000); p. 23-24

de

oo

rsp

ron

keli

jke

situ

ati

e1

Page 11: Waardestelling station Delft

7

situatieschets van de omgeving van het eerste stationsgebouw tegenover de in 1946 afgebroken Waterslootse Poort, waarop is te zien dat de spoorlijn een knik begint te maken (bron: Delft Archief 1372)

situatietekening van de geplande spoorlijn vanuit Den Haag ten zuidwesten van Delft, die de Buitenwatersloot doorkruist op ongeveer een halve kilometer afstand van de stad (bron: Delft Archief 2807)

op deze tekening uit 1846 is de projectie van het tracé van de spoorlijn en de plaats van het station te zien (bron: Archief Delft 1371)

het eerste station van Delft, foto 1880 (bron: Archief Delft 1369)

zicht vanaf de singelgracht, foto 1860 (bron: Archief Delft 2245)

Page 12: Waardestelling station Delft

8

op deze situatietekening uit 1885 is goed te zien hoe het stationsgebouw zich voegt naar de stedelijke context (bron: Archief Gemeente Delft)

Page 13: Waardestelling station Delft

9

de bouw van het huidige stationHet stationsgebouw werd ontwerpen door architect C. B.

Posthumus Meyjes, die op dat moment in dienst was bij de

bouwkundige afdeling van de HIJSM.

het beleid van de HIJSM

De HIJSM was de enige spoorwegmaatschappij die geen

gebruik maakte van ontwerpen van standaardstations,

maar die het ontwerp van elk stationsgebouw behandelde

als een afzonderlijke opgave voor een speci eke situatie.

De HIJSM stond, in vergelijking met de andere grote

spoorwegmaatschappijen zoals de Maatschappij tot Exploitatie

van de Staatsspoorwegen (MESS), ook voor een heel andere

opgave. De MESS stond voor de opgave om in korte tijd een

landelijk spoorwegnetwerk uit te rollen, terwijl de HIJSM in

dezelfde periode werkte aan het uitbreiden van het eigen, al

aangelegde netwerk en aan het aanpassen van bestaande

stations.

In 1870 nam de HIJSM als enige spoorwegmaatschappij een

eigen architect in dienst als hoofd van de bouwkundige afdeling:

D.A.N. Margadant. In 1880 trad de pas aan de polytechnische

hogeschool van Delft afgestudeerde Posthumus Meyjes in

dienst bij Margadant als bouwkundig medewerker.

In 1880, tien jaar na zijn aanstelling, krijgt Margadant zijn

eerste grote opdracht: een nieuw hoofdstation voor Leiden.

Dit station markeert een duidelijke omslag in de toegepaste

bouwstijl. Tot die tijd werden de stations gebouwd in een statige

neoclassicistische stijl, maar Margadant introduceerde een

rijkgedecoreerde neorenaissance stijl.

Het einde van de 19e eeuw was een periode van grote groei

en economisch succes voor de Spoorwegmaatschappijen, en

daarmee ook van grote concurrentie tussen de verschillende

maatschappijen. De particuliere maatschappijen probeerden

zichzelf te onderscheiden door uitgesproken stationsgebouwen

te bouwen.

In 1883 bouwde de HIJSM een nieuwe hoofdkantoor in

Amsterdam, dit werd het eerste ontwerp dat de jonge Posthumus

Meyjes maakte in dienst van de HIJSM, onder leiding van en

in samenwerking met Margadant. Dit gebouw, tegenwoordig

bekend als De Droogbak naast het Centraal Station van

Amsterdam, ontwierp hij in een uitbundige neorenaissance stijl.

Een jaar later, in1884, kreeg Posthumus Meyjes al de opdracht

voor het ontwerp van een nieuw station in Delft.

de opgave

Het nieuwe station moest worden ingepast tussen het spoor en

de houttuinen aan de ene kant en de Constructiewerkplaatsen

aan de andere kant. De toegang tot het station vanuit de

binnenstad bleef bij de locatie van het oude station en men

benaderde het station vanaf de houttuinen. Het station moest

dus worden ingepast op een krappe kavel in bebouwd gebied.

Posthumus Meyjes pastte het station in zijn stedenbouwkundige

context door een asymmetrisch station te ontwerpen met een

torentje, aangepast aan de manier waarop het station werd

gezien vanaf de twee belangrijkste toegangswegen. Het

torentje verschaf het station een statig karakter en maakte het

ondanks de verscholen ligging zichtbaar vanuit de binnenstad.

Het stationsgebouw van Delft is het eerste grotere station waar

de thema’s van asymmetrie en een torentje zijn toegepast.

Asymmetrie werd één keer eerder toegepast bij een station van

de HIJSM, in 1880 bij station Vogelenzang, ontworpen door

Margadant(1).

(1) Dit station werd in 1944 buiten gebruik gesteld als spoorwegstation, te-genwoordig zijn in dit gebouw onder de noemer ‘het Woonstation’ een aan-tal interieurgerichte bedrijven in gevestigd.

zicht op station Delft, 1890 (bron: Delft Archief)

Page 14: Waardestelling station Delft

10

plattegrond begane grond, 1885

plattegrond kelder, 1885

station Delft 1885 (bron: Delft Archief)

zicht op het station vanaf perron 2, 1920-1925 (bron: Delft Archief)

Page 15: Waardestelling station Delft

11

plattegrond zolder, 1885

plattegrond woningen verdieping, 1885 anzichtkaart uit 1910 (bron: Delft Archief)

Page 16: Waardestelling station Delft

12

tekening van de oorspronkelijke situatie van de gevel en plattegrond, 1915 (bron: Archief Gemeente Delft)

Page 17: Waardestelling station Delft

13

het ontwerp

Posthumus Meyjes ontwierp het station in de zogenaamde “Oud

Hollandsche stijl”. Hij ging uit van een langgerekte rechthoekige

plattegrond van ongeveer 66 m lang en een gemiddelde diepte

van 12 m. Waar in het oude station geen ruimte was voor een

restauratie, bood de noordelijke zijvleugel met hoekpaviljoen

van het nieuwe stationsgebouw ruimte aan drie wachtkamers

voorzien van buffetten. De zuidelijke vleugel met eindgebouw

herbergde het goederen- en bagagebureau.

Vandaag de dag herinneren alleen nog de rijk gedecoreerde

cassetten plafonds boven de hal en de voormalige 1e klas

wachtkamer aan het oorspronkelijk volgens het stijlbeeld van de

neorenaissance zo rijk gedecoreerde interieur. Omdat er geen

foto’s beschikbaar zijn uit deze periode, zullen wij proberen een

beeld te vormen van dit bijzondere interieur aan de hand van

de bouwtekeningen en een beschrijving van het station in het

Bouwkundig Weekblad van 22 augustus 1885 naar aanleiding

van de opening van het station.(2)

Tegen de achterwand van de hal, of vestibule, was een

plaatskaartenkantoor uitgebouwd voorzien van een oud eiken

houting: in verf nagebootst oud eikenhout.

De vloer van de hal en de gang naar de wachtkamers was

voorzien van een granito afwerking, waarin een rand en

middenveld waren uitgewerkt. De wanden waren rijk gedecoreerd

met houten betimmeringen en een aantal tegeltableaus. Deze

(2) Het nieuwe station te Delft, in: Bouwkundig Weekblad 33:1885; p. 204-205

tegeltableaus waren ontworpen door Adolf Le Comte en

vervaardigd in De Porceleyne Fles. Aan de ene zijde waren

uitgebeeld ‘telegra e’ en ‘de Delftsche stedemaagd’, aan de

andere zijde ‘overvloed’ en ‘stoomkracht’.

Aan weerszijden van het plaatskaartenkantoor waren boven de

toegang tot de chefswoning en het loket voor het bagagebureau

ook tegeltableaus opgenomen met de respectievelijke spreuken

“Tijd is geld” en “Haast u langzaam”.

De 1e klas wachtkamer was voorzien van een houten

lambrisering met ‘meerkleurig’ schilderwerk, met daarboven

behangsel in harmoniërende kleuren. Rond de ruime toegang

naar het perron waren draperieën aangebracht. Op de vloer lag

tapijt. De ruimte was voorzien van een gestuct casettenplafond.

De wanden in de 2e klas wachtkamer waren voorzien van een

hoge, houten lambrisering. Tegen de oostwand bevond zich een

grote schouw en tegen de noordwand bevond zich het buffet,

voorzien van een omtimmering die ‘eenvoudig maar netjes’

was. Ook hier was een gestuct casettenplafond aangebracht.

Op de vloer lag een eikenhouten parket.

De 3e klas wachtkamer was een stuk eenvoudiger uitgevoerd,

in plaats van een stucplafond, waren hier de moer- en

kinderbalken met consoles in het zicht. De wanden waren

voorzien van een hoge lambrisering en doorboven afgewerkt

met pleisterwerk.

Met “Oud Hollandsche stijl” werd de neorenaissance

stijl bedoeld. In Nederland werd deze stijl zeer

populair, omdat hiermee, in een tijd van snelle

vernieuwingen van de industriële revolutie, werd

verwezen naar de bloeitijd van Nederland in de 17de

eeuw, de Hollandse renaissance.

dwarsdoorsnede over de middenbouw met zicht op het plaatskaartenkantoor in de vestubule, tekening 1937 (bron: Archief Gemeente Delft)

Page 18: Waardestelling station Delft

14

‘overvloed’, een vrouw guur die een hoorn des over-vloeds vasthoudt symboliseerd de zegeningen van het spoorwegverkeer

‘stoomkracht’, een vrouwen guur heeft in de ene hand een ijzeren bol waaruit stoom ontsnapt en in de andere bliksemschichten

dwarsdoorsende over de middenbouw met zicht op de zuidwand van de vestibule met de rijk gedecoreerde aankondi-gingsborden met daarboven de tegeltableaus, tekening 1937 (bron: Archief Gemeente Delft)

‘telegra e’, een vrouwen guur spant telegraafdraden om een wereldbol die naast haar staat (bron tegeltableaus: Verbrugge (2006))

‘de Delftse stedemaagd’, het vrouwen guur heeft in de ene hand een wapenschild vast met het stadswapen van Delft en in de andere hand een lange graanstengel

Page 19: Waardestelling station Delft

15

doorsnede over het noordelijk paviljoen met zicht op de westwand van de 3e klas wachtkamer met de drie toegangs-deuren tot het perron, tekening 1937 (bron: Archief Gemeente Delft)

dwarsdoorsnede over de noordelijke vleugel met zich op de noordwand van de 2e klas wachtkamer met buffet, tekening 1937 (bron: Archief Gemeente Delft)

Page 20: Waardestelling station Delft

16

ove

rzic

ht

bo

uw

fase

: 1

88

5

plattegrond perronniveau

plattegrond souterrainniveau

D

`D

D

`D

Page 21: Waardestelling station Delft

17

dwarsdoorsnede D-’D plattegrond zolder

plattegrond 1e verdieping

transfergebied

wachtkamers en stations-restauratie

dienstruimten en privé vertrekken

ontoegankelijk

commercie

D

`D

D

`D

Page 22: Waardestelling station Delft

18

wij

zig

ing

en2

1937 : de eerste wijzigingenIn 1937, twee jaar na het 50 jarig jubileum van het station, vinden

de eerste structurele veranderingen aan het stationsgebouw

plaats. In datzelfde jaar vond de voltooiing plaats van de

fusie van de HIJSM en de Staats Spoorwegen tot de N.V.

Nederlandsche Spoorwegen. De daarmee gepaarde totale

reorganisatie van het spoorwegbedrijf was in veel stations

aanleiding voor werkzaamheden.(1)

De belangrijkste aanpassing was het aanbrengen van een nieuwe

in- en uitgang met een directe verbinding naar het eerste per-

(1) Faber (1989); p. 48-49

-ron op de plek van de 1e klas wachtkamer. Recht tegenover

de nieuwe ingang werd een controlepost geplaatst, van

waaruit aan twee kanten kon worden gecontroleerd,

waardoor vooral abonnementhouders veel sneller het perron

konden bereiken.(2) Hiervoor werden in de voorgevel twee

vensters aangepast tot deuropeningen en het trappetje naar

de toegang tot de woning van de stationschef in het torentje

uitgebreid.

De 1e klas wachtkamer werd verplaatst naar de ruimte van de

2e klas wachtkamer en de 2e en 3e klas wachtkamer werden

(2) Restauratie Stationsgebouw. Een nieuwe in- en uitgang recht tegenover het perron, in: Delftsche Courant, 22 april 1937

zIcht op de nieuwe zij-entree, foto 1956 (bron: Delft Archief) zIcht op noordzijde van het station met kiosk, foto 1963 (bron: Delft Archief)

Page 23: Waardestelling station Delft

19

doorsnede verlaagde kelder, 1937doorsnede wachtkamer 2e klas, 1937

plattegrond begane grond, 1937

samengevoegd in de oorspronkelijke 3e klas wachtkamer. De

gang naar de wachtkamers vanuit de stationshal werd bij deze

werkzaamheden afgesloten en bij de nieuwe wachtkamer 1e

klasse getrokken.

Op de verdieping werd een deel van de zolderverdieping ter

plaatse van de zuidvleugel ingedeeld ten behoeve van een

uitbreiding van de woning van de stationschef met drie

slaapkamers, een privaat en een (berg)zolder.

Ook werd in deze periode een klein sigarenkioskje geplaatst

tegen het retirade (toilet) gebouwtje aan de noordzijde van het

stationsgebouw.

Page 24: Waardestelling station Delft

20

ove

rzic

ht

bo

uw

fase

: 1

93

7

plattegrond perronniveau

plattegrond souterrainniveau

D

`D

D

`D

Page 25: Waardestelling station Delft

21

dwarsdoorsnede D-’D, tot stand gekomen in 1885plattegrond zolder

plattegrond 1e verdieping

D

`D

D

`D

transfergebied

wachtkamers en stations-restauratie

dienstruimten en privé vertrekken

ontoegankelijk

commercie

Page 26: Waardestelling station Delft

22

de achtergevel van het station na de brand in 1954 (bron: Delft Archief) uitbreiding van de chefswoning, 1937

1954 – brandIn de nacht van 13 op 14 mei 1954 ontstond brand in het

kantoortje tussen de wachtkamers, waarbij de bewoners van de

woningen op de verdiepingen moesten worden geëvacueerd.

De schade bleef gelukkig binnen de perken, want de brand

leidde niet tot structurele werkzaamheden van het station.

1959 - 1963: de eerste grote verbouwingIn 1959 en 1962 vond in twee fases een totale modernisering

van de begane grond en het souterrain van het stationsge-

bouw plaats onder leiding van Koenraad van der Gaast, de

eerste spoorbouwmeester die heel het Nederlandse spoor-

wegnetwerk onder zijn hoede had.(1)

In de eerste fase in 1959 werd de stationshal gemoderniseerd,

in de tweede fase in 1964 werden de voormalige wachtkamers

omgebouwd tot een tweedelige stationsrestauratie. De

restauratie op perronniveau was bereikbaar voor de

treinreizigers vanaf het perron, op souterrain niveau was een

‘stadsrestauratie’ die ook toegankelijk was voor mensen die

niet met de trein gingen.

1959

“Behalve de modernisering van het lokettenfront zullen de

wanden worden ontdaan van de onesthetische versieringen.”

Zo werden de werkzaamheden in de hal omschreven in een

artikel in de Delftsche Courant op 22 januari 1959(2), waarbij

het plaatskaartenkantoor werd gesloopt en alle oorspronkelijke

decoraties behalve het gestucte cassettenplafond uit de hal

werden verwijderd.

De achterwand van de hal wordt een loketwand, voorzien van

Delfts blauwe tegeltjes. De originele stucplafonds in de hal en

de voormalige 1e klas wachtkamer blijven in het zicht, maar

(1) Crimson (2009); p. 21(2) uit: ‘Stationshal wordt groter en moderner. Loketten gaan achteruit; dienst-

regeling op draaibare cylinders’ in: Delftsche Courant 22 januari 1959

Page 27: Waardestelling station Delft

23

Van der Gaast(1)

Koenraad van der Gaast kwam in 1950 in dienst bij de

NS in een tijd waarin de spoorwegen de concurrentieslag

aan moesten gaan met het snel toenemende

autoverkeer. Door treinen veel vaker te laten rijden,

kon de groeiende hoeveelheid reizigers en forenzen

worden opgevangen. De wachttijden werden daardoor

steeds korter en stations werden steeds minder een

verblijfsruimte en meer een ef ciënt overstappunt. Door

de voorganger van Van der Gaast, Schelling, was al een

begin gemaakt met het vormgeven van deze nieuwe

bedrijfsvisie van de NS met bijvoorbeeld het ontwerp

van station Amsterdam Amstel.

De jonge Van der Gaast, die nog voor zijn dertigste hoofd

van het architectenbureau van de NS werd en daarmee

eigenlijk de eerste spoorbouwmeester, ontwikkelde

daarna de stationsbouw nog verder op basis van zijn

visie op de opgave van stationsarchitectuur, die hij

verwoordde in zijn artikel ‘Overpeinzingen van een

stationsarchitect’ in het tijdschrift Bouw in 1964: “Om de

vernieuwde doelstelling van de NS te verbeelden is het

essentieel dat spoorwegstations en treinen ‘bij de tijd’

zijn, geen ouderwetse, statige of verstofte indruk maken,

maar het idee geven van een snel en modern alternatief

voor het autoverkeer. De eigen auto wordt steeds meer (1) Hurk (2004)

het nieuwe middel van vervoer, het openbaar vervoer

moet proberen daaraan gelijkwaardig te zijn.(…)

Treinen en gebouwen van de spoorwegen in eenzelfde

tempo vernieuwen is uiteraard onmogelijk. Het beeld

van het openbaar vervoer zal daarom altijd ouderwetser

ogen dan dat van het particulier vervoer. De architect

zal moeten trachten zijn tijd vooruit te zijn ten einde

op de lange duur de achterstand zo gering mogelijk

te doen worden. Hij zal moeten behoren tot de avant-

garde die met jne neus speurt naar ideeën die nog

gaan komen, en anderzijds moeten trachten modieuze

vormen te voorkomen die snel verouderen. Ten gevolge

van de nieuwe functie kan het station in wezen een zeer

eenvoudig gebouw zijn: een strakke doelmatige vorm

met weinig versieringen en gemaakt van praktische,

moderne materialen. Kaartverkoop, een bagagedepot

en enkele kiosken voor de verkoop van kof e en

kranten zijn de essentiële onderdelen. Een zekere

exibiliteit is ook wenselijk om eventuele veranderingen

in het gebruik snel en zonder al te grote verbouwingen

tot stand te kunnen brengen. De baksteenarchitectuur

komt daarom niet meer in aanmerking. Het gebouw zou

kunnen bestaan uit een dragend skelet van staal of beton

en verder uit niet-dragende delen van verschillende

materialen zoals natuursteen, geglazuurde baksteen en

tegels, glazen puien, roestvrij staal, hardhout enzovoort.

Deze materialen worden niet gemakkelijk vuil en zijn

eenvoudig te reinigen, wat ten goede zal komen aan

het imago van het bedrijf. Bovendien lijken gladde en

glanzende materialen op de materialen die gebruikt

worden voor andere moderne transportmiddelen.”(2)

Het ontwerp voor de modernisering van de stationshal

van Delft was één van de eerste opdrachten die Van der

Gaast kreeg in dienst van de NS.

(2) uit: ‘Overpeinzingen van een stationsarchitect’, Bouw 19(1964)18, p. 622-624.

station Eindhoven ontworpen door Van der Gaast in 1956 (bron: www.eindhovenfotos.nl)

Page 28: Waardestelling station Delft

24

worden in een donkere kleur geschilderd om ze in te passen in

het nieuwe interieur.

De gedachten van architect Van der Gaast hierachter werden

verwoord in een artikel in de Delftsche Courant: “Het zou,

redeneerde de architect, wat vreemd aandoen als men ineens

in een uiterst moderne omgeving zou komen. Er moest een

geleidelijke overgang zijn van de hoofdingang in de laat

negentiende eeuwse gevel naar het plaatskaartenbureau, dat

geheel en al aan de hedendaagse eisen is aangepast. En hij

vond die overgang door in de hal het oorspronkelijke, bewerkte

plafond te handhaven en de loketten aan te brengen in een

brede wand van Delfts blauwe tegeltjes.”

De drie toegangsdeuren naar de hal worden vernieuwd

en de vensters in de middenbouw aan weerszijden van de

toegangsdeuren worden voorzien van nieuwe, stalen ramen.

De kantoren achter het voormalige plaatskaarten kantoor worden

samengevoegd tot een grotere kantoorruimte, waarbij de trap

die leidde naar de woning boven het plaatskaartenkantoor werd

verwijderd. Deze woning werd nu ook bereikbaar gemaakt via

het torentje, door een extra deur te maken naast de deur naar

de woning van de stationschef met een gangetje over de zolder.

In deze fase wordt ter plaatse van de middenbouw een deel

van de kelder uitgediept, vermoedelijk om plaats te maken

voor een olie gestookte centrale verwarmingsinstallatie. Deze

kelderruimte wordt bereikbaar gemaakt met een trap vanaf

begane grond niveau in de noordwesthoek van de middenbouw.

Ten behoeve van de ontluchting van de nieuwe installatie wordt

ook een nieuwe schoorsteen aangelegd.

In deze fase wordt ook het tweede perron voorzien van een

de balies van de gemoderniseerde hal, 1960 (bron: Utrechts Archief) de doorgang naar de perrons, 1960 (bron: Utrechts Archief) het in 1960 geplaatste kunstwerk van Nico Wijnberg, 1960 (bron: Delft Archief)

Page 29: Waardestelling station Delft

25

nieuwe, en huidige, overkapping. Men vindt daarna de oude

overkapping op het eerste perron zo af steken tegen deze

nieuwe overkapping, dat werd besloten om ook de overkapping

op het eerste perron te vernieuwen, hoewel dit aanvankelijk

niet de bedoeling was.

plattegrond begane grond met nieuwe plaatskaartenbalie en restauratie perronzijde, 1963

1963

In 1963 werd het tweede deel van de grote verbouwing

uitgevoerd, waarin de 2e en 3e klas wachtkamer verbouwd

werden tot twee restauraties: een stationsrestauratie en een

stadsrestauratie.

De 2e en 3e klas wachtkamers worden hiervoor volledig

gestript, het souterrain wordt vergroot tot onder het noordelijk

paviljoen en de begane grond vloer ter plaatse van de 2e en

3e klas wachtkamers wordt gesloopt en vervangen door een

ongeveer 80 cm hoger gelegen betonnen vloer.

Ter plaatse van de drie ramen in de voorgevel van het

noordelijk paviljoen wordt een vide gemaakt in de vloer. Het

Page 30: Waardestelling station Delft

26

effect van deze ingreep is drieledig. Ten eerste worden de twee

restauraties op deze manier visueel met elkaar verbonden. Ten

tweede wordt de entree tot de stadsrestauratie in het souterrain

ruimtelijker gemaakt. En ten derde is hiermee voorkomen dat

de verhoogde vloer aan zou moeten sluiten op de drie ramen in

de voorgevel van het noordelijk paviljoen.

Om één grote ruimte te creëren voor de nieuwe

stationsrestauratie wordt het oorspronkelijke trappenhuis

van het souterrain naar de woning van de restaurateur op de

verdieping gesloopt en vervangen door het huidige trappenhuis

langs de voorgevel.

Het oorspronkelijke retirade gebouwtje tegen het noordelijk

paviljoen wordt in deze fase gesloopt, en vervangen door een

nieuwe aanbouw waarin naast weer toiletten, ook traforuimtes

en de entree tot de stadsrestauratie worden opgenomen.

Het voorheen losse sigarenkioskje werd ook in de aanbouw

geïntegreerd. Afgezien van het entreegedeelte is deze

aanbouw in de huidige situatie nog aanwezig.

Ook het zuidelijk paviljoen wordt in deze fase aangepast. De

indeling werd ten behoeve van de PTT aangepast om ruimte

te maken voor een snelgoederenloods, een instructielokaal,

een telefooncentrale en een wachtruimte. Deze twee laatsten

werden gescheiden door een wand die aansloot op de gevel

ter plaatse van één van de originele loodsdeuren. Deze wordt

voorzien van een nieuwe indeling.

Op de verdieping werden de keukenfaciliteiten voor de

plattegrond kelder met stadsrestauratie, 1963

Page 31: Waardestelling station Delft

27

doorsnede E-E met vide, 1963 het entreepaviljoentje voot de stadsrestauratie, 1965 (Delft Archief) interieur stadsrestauratie, 1965 (Delft Archief)

vernieuwde restauraties geplaatst, deels in de woning van de

restaurateur en deels in een aantal nieuwe ruimtes op de zolder,

tegen de zuidzijde van het noordelijk paviljoen. Hiertoe wordt

de erker in het schuine dakvlak van de achtergevel gemaakt.

In navolging van de perronkap van het tweede perron, wordt

tijdens deze tweede fase van de werkzaamheden ook de

perronkap van het eerste perron vernieuwd. Samen met het

retirade gebouwtje verdwijnt ook de opgang naar het perron

die daarlangs liep. De openbare- en reizigerstunneltjes onder

het spoor door worden vernieuwd en de keerwand onder

het perron van het stationsgebouw naar de tunneltjes wordt

opnieuw bekleed met metselwerk.

Deze en de interne wijzigingen hebben ook een aantal

wijzigingen in de gevel tot gevolg. De nieuwe luifel sluit,

anders dan de oorspronkelijke overkapping, aan onder de

boogtrommels van de vensters, waardoor deze niet meer

in het geheel te zien zijn. In de achtergevel worden de drie

toegangen tot het perron in het noordelijk paviljoen dichtgezet

en vervangen door drie ronde ramen met glas-in-lood. Deze

ramen zijn nu nog aanwezig.

Ook de twee deuren vanuit de wachtkamer 2e klasse worden

dichtgezet. Vermoedelijk is in deze periode, vanwege de

aanpassing van de indeling van de gevel, het deel van de

achtergevel onder de nieuwe luifel gepleisterd.

In de voorgevel worden ter plaatse van de vernieuwde

Page 32: Waardestelling station Delft

28

foto uit 1964 van de sloopwerkzaamheden ter plaatse van voormalige 3e klas wachtkamer, waarop te zien is dat hier de oorspronkelijke interieurafwerking volledig is verwijderd (bron: Archief Delft)plattegrond woningen verdieping: verplaatsing van entree woning boven plaatskaarten kantoor en uitbreiding woning restaurateur, 1963

stationsrestauratie, nieuwe stalen ramen geplaatst in de

vensters. De deuren uit 1937 worden gehandhaafd.

In de natuurstenen basement van het noordelijk paviljoen

worden drie langgerekte gevelopeningen gemaakt om de

stadsrestauratie ook van daglicht te kunnen voorzien.

Het smeedijzeren hekje rond de toegang tot de woning van

de restaurateur wordt vervangen voor de huidige bakstenen

ombouw. In deze periode is vermoedelijk ook de klok in het

medalion aan de voorgevel vervangen voor het huidige

exemplaar dat haaks op de gevel staat. werkzaamheden achterzijde station, 1964 (Delft Archief) werkzaamheden aanbouw noordelijk paviljoen, 1964 (Delft Archief)

Page 33: Waardestelling station Delft

29

de stationsklok aan de voorgevelOospronkelijk was de stationsklok ontworpen in het

vlak van de gevel in het medallion boven de ingang de

gevel. Deze klok is ook te zien op een foto vlak na de

opening van het station in 1885. Op een foto uit 1910 is

al voor het eerst een klok te zien die haaks op de gevel

is geplaatst. Dit is een vrijhangende klok die door middel

van een (gietijzeren) beugel aan de gevel is bevestigd.

De huidige klok, die is ingewerkt in een gietijzeren kast,

is voor het eerst te zien op een foto uit 1960.

fragment van de oorspronkelijke geveltekening uit 1885 (Archief ge-meente Delft)

foto uit 1885, waarop de oorspronkelijke klok te zien is (Delft Archief)

foto 1910 waarop een losse klok haaks op de gevel is aangebracht

foto uit 1960 waarop de huidige klok is te zien (Delft Archief)

foto van de klok uit 2002 (Delft Archief)

Page 34: Waardestelling station Delft

30

ove

rzic

ht

bo

uw

fase

: 1

95

9-1

96

3

plattegrond perronniveau

plattegrond souterrainniveau

D

`D

D

`D

Page 35: Waardestelling station Delft

31

dwarsdoorsnede D-‘Dplattegrond zolder

plattegrond 1e verdieping

D

`D

D

`D

transfergebied

wachtkamers en stations-restauratie

dienstruimten en privé vertrekken

ontoegankelijk

commercie

Page 36: Waardestelling station Delft

32

1973 - 1974 meer gemak voor bezoekers stations-restauratieIn de oorspronkelijke situatie in 1963 waren de stationsrestauratie

en de toiletten alleen te bereiken via het perron.

In 1973 wordt een nieuwe toegang tot de restauratie gemaakt

vanuit de stationshal, zodat reizigers niet meer buitenom

hoefden te lopen. De nieuwe toegang wordt geïntegreerd

ontworpen met een kleine bloemenkiosk.

In 1974 werden op het verhoogde gedeelte langs de westgevel

in het noordelijk paviljoen twee toiletten gemaakt en wordt de

vide boven de entree tot de stadsrestauratie dichtgezet om

meer plek te creëren voor tafeltjes.

Het dichtzetten van de vide had tot gevolg dat de ramen in de

voorgevel van het noordelijk paviljoen deels moesten worden

dichtgezet, zoals dat nu nog in de huidige situatie het geval is.

doorsnede na verbouwing restauratie, dichtzetting vide, 1974 gevel stationszijde na verbouwing restauratie, met dichten deel ramen, 1974

plattegrond verbouwing dichtzetting vide en plaatsen toiletten, 1974

Page 37: Waardestelling station Delft

33

plattegrond gwk, 1976foto 1977 tijdens verbouwing

doorsnede gwk met verlaging van de vloer onder de voormalige vide, 1976

1976: stadsrestauratie wordt grenswisselkantoorIn 1976 wordt de ruimte van de stadsrestauratie in het souterrain

een nieuwe indeling ten behoeve van een grenswisselkantoor.

De behoefte hieraan ontstond door het toegenomen aantal

internationale treinen dat stopte op Delft.(1)

Het vloerniveau ter plaatse van de oostzijde van het noordelijk

paviljoen wordt verlaagd, om meer ruimte creëren voor

de balie. Het sigarenkioskje en de toiletten in de aanbouw

worden respectievelijk wachtruimte en archiefruimte. In de

noordwesthoek wordt een kluis gebouwd.

(1) in: ‘Grenswisselkantoor voor station-Delft’, Delftsche Courant 12 februari 1977

Page 38: Waardestelling station Delft

34

verbouwing entree gwk, 1987

gevel stationszijde met vernieuwde entree gwk, 1987

de nieuwe entree voor het grenswisselkanrtoor, foto 1988

1987: wijzigen ingangspartij van de gwkIn 1987 wordt het ingangspaviljoentje uit 1963 gesloopt ten

behoeve van een nieuwe, moderne entree. Deze is in de

huidige situatie nog aanwezig. Ook de indeling in het interieur

wordt aangepast waarbij grotendeels de huidige indeling tot

stand is gekomen.

Page 39: Waardestelling station Delft

35

doorsnede verbouwing stationshal: zicht op sigaren- en bloemenkiosk, 1992foto 1993 van het vernieuwde interieur van de stationshal (Delft Archief) foto 1993 van het vernieuwde interieur van de stationshal (Delft Archief)

plattegrond verbouwing stationshal: sigarenkiosk en bloemen-kiosk verplaatst, 1992

1992 : herindelen stationshalIn 1992 werd een deel van de zuidvleugel betrokken bij de

stationshal. De zuidvleugel en het zuidpaviljoen werden

verbouwd ten behoeve van een snoep- en bloemenkiosk.

De opening in de wand vanuit de hal (middenbouw) naar de

zuidvleugel werd hierbij verbreed.

Page 40: Waardestelling station Delft

36

ove

rzic

ht

bo

uw

fase

n:

19

74

- 1

99

2

plattegrond perronniveau

plattegrond souterrainniveau

D

`D

D

`D

Page 41: Waardestelling station Delft

37

dwarsdoorsnede D-‘Dplattegrond zolder, tot stand gekomen in 1963

plattegrond 1e verdieping

D

`D

D

`D

transfergebied

wachtkamers en stations-restauratie

dienstruimten en privé vertrekken

ontoegankelijk

commercie

Page 42: Waardestelling station Delft

38

plattegrond begane grond met AH to go, AKO en NS back of ce, 2001

2001: stationshal krijgt huidige indelingIn 2001 wordt de hal weer opnieuw ingericht, als onderdeel

van de maatregelen om van station Delft een zogenaamd

maximumservicestation te maken.(1) De ruimte van de

voormalige stationsrestauratie wordt in tweeën gedeeld om

ruimte te maken voor een AKO-winkel aan de westzijde en een

Tickets&Service balie aan de oostzijde. Het noordelijk paviljoen

wordt ingedeeld als kantoorruimte.

(1) in: ‘Station Delft wordt ingrijpend verbouwd’, Delftsche Courant 7 augus-tus 2001

In het voormalige plaatskaartenkantoor wordt een

tussenverdieping aangebracht en verder ingedeeld tot een

bloemenkiosk en een Servex.

Het zuidelijk paviljoen en een deel van de zuidelijke vleugel

worden omgebouwd ten behoeve van een Albert Heijn togo.

De telefooncentraleruimte uit 1963 wordt hierbij behouden. Ook

wordt een verhoogd plateau in het zuidelijk paviljoen geplaatst

om ruimte te maken voor een kantoortje.

In het souterrain wordt de voormalige pantry van het GWK

omgebouwd tot bergruimte voor de AKO. Het voedselliftje uit

de tijd van de stadsrestauratie wordt hierbij verwijderd en er

wordt een nieuwe trap aangebracht vanuit de AKO naar het

souterrain.

Page 43: Waardestelling station Delft

39

zicht op de klok aan de voorgevel, 2002 (bron: Delft Archief) bloemenkiosk in de hal, 2002 (bron: Delft Archief)achterwand hal, 2002 (bron: Delft Archief)

toegang tot de AKO, 2002 (bron: Delft Archief) toegang tot de Tickets & Service balie, 2002 (bron: Delft Archief)

Page 44: Waardestelling station Delft

40

ove

rzic

ht

bo

uw

fase

: 2

00

1

plattegrond perronniveau

plattegrond souterrainniveau

D

`D

D

`D

Page 45: Waardestelling station Delft

41

dwarsdoorsnede D-‘Dplattegrond zolder, tot stand gekomen in 1963

plattegrond 1e verdieping, tot stand gekomen tussen 1974 - 1992

D

`D

D

`D

transfergebied

wachtkamers en stations-restauratie

dienstruimten en privé vertrekken

ontoegankelijk

commercie

Page 46: Waardestelling station Delft

42

con

clu

sie3 In dit laatste hoofdstuk wordt eerst concluderend weergegeven

waar de cultuurhistorische waarde van het station in gelegen is,

vervolgens worden de kwaliteiten en knelpunten weergegeven

en ten slotte zijn een aantal ontwerpthema’s geformluleerd.

Het stationsgebouw is aangemerkt als rijksmonument. De

redengevende omschrijving is als bijlage opgenomen in dit

rapport.

stedenbouwkundige schaalStedenbouwkundig is de aanleg van de spoorlijn en de bouw van

de stationsgebouwen bepalend geweest voor de ontwikkeling

en uitbreiding van de stad Delft. Het gebouw vormt een duidelijk

herkenningspunt aan de rand van het stadscentrum.

Het stationsgebouw zal in de nieuwe situatie, samen met

de Bagijnetoren en Molen de Roos, de enige historische

bebouwing in de spoorzone zijn, en is daarmee een boegbeeld

voor de geschiedenis van dit stukje Delft.

exterieurhet ontwerp

Posthumus Meyjes ontwierp het stationsgebouw in de, voor

die tijd karakteristieke, neorenaissance stijl. De kwaliteit van

het ontwerp moet degelijk genoemd worden en sloot aan bij

de negentiende eeuwse opvattingen, het materiaalgebruik is

traditioneel en de detaillering zeer zorgvuldig.

zicht op het station (bron: Archief Delft, 2691)

zicht langs het station op constructiewerkplaatsen 1957 (Archief Delft)

Page 47: Waardestelling station Delft

43

Het stationsgebouw dat Posthumus Meyjes ontwierp aan het

begin van zijn carrière terwijl hij in dienst was bij de HIJSM, is

een bijzonder en representatief voorbeeld van de typologische

ontwikkeling van een stationsgebouw.

Het is bijzonder vanwege de toepassing van asymmetrie en het

torentje. Hiermee is het tegelijk een representatief voorbeeld

van stationsgebouwen die in opdracht van de HIJSM werden

gebouwd, welke als enige spoorwegmaatschappij niet werkte

met standaardstations, maar elk station als een individuele

ontwerpopgave benaderde.

Het stationsgebouw moest worden ingepast in een krappe

stedenbouwkundige context, waar geen ruimte was voor een

echt stationsplein en waar geen natuurlijke, directe aansluiting

was op de binnenstad. De asymmetrie van het gebouw en

het torentje werden door Posthumus Meyjes gebruikt om het

stationsgebouw op de omgeving aan te laten sluiten.

de gevels

Het exterieur van het gebouw is in grote mate gaaf bewaard

gebleven, maar met name ter plaatse van de begane

grond hebben een aantal wijzigingen ten behoeve van de

stationsfunctie plaatsgevonden aan de gevel, die afbreuk doen

aan dit verder gave beeld.

Ter plaatse van de voorgevel zijn alle gevelopeningen ter

hoogte van de begane grond voorzien van nieuwe invullingen.

Een aantal openingen is afgeplakt. Ter plaatse van beide

eindpaviljoens is de indeling van de ramen aangepast aan later

ingebouwde verdiepingsvloeren die voor de ramen langslopen.

Juist bij deze vensters, die oorspronkelijke voorzien waren

van een, ten opzichte van de vleugels, bijzondere 6-ruits

indeling met een 4-ruits bovenlicht, doet de huidige indeling

daarmee sterk afbreuk aan de oorspronkelijke hiërarchie van

de architectuur.

In de zuidgevel is de linker deuropening nog oorspronkelijk,

maar de rechterdeuropening is voorzien van een nieuwe

invulling.

In de achtergevel zijn alleen de deuren ter plaatse van het

zuidelijk paviljoen nog oorspronkelijk. De overige openingen

zijn ofwel aangepast, ofwel voorzien van een nieuwe invulling,

ofwel dichtgezet. Met name de dichtgezette vensters doen

afbreuk aan de architectuur, omdat hierdoor het contact tussen

het in- en exterieur verloren is gegaan.

Het deel van deze gevel onder de overkapping is gepleisterd,

waardoor de samenhang met het bovenliggende gevelvlak

verloren is gegaan. Het moderne balkon dat is aangebracht

ter plaatse van de middenbouw ter hoogte van de verdieping,

is niet passend bij het representatieve karakter van het

stationsgebouw. Dit geldt ook voor de dakkapel die in het

dakvlak van de noordelijke vleugel is aangebracht.

foto jaren ‘50 zicht op het station (bron: onbekend, via stationsweb)

zicht op het station vanuit het zuiden (foto 1930-1940, het Utrechts Archief)

Page 48: Waardestelling station Delft

44

waardoor zowel in het in- als het exterieur veel kwaliteit verloren

is gegaan.

Bij de nieuwe indeling in 2001 is bovendien op geen enkele

manier gebruik gemaakt van de kwaliteit van het bestaande

gebouw waardoor de structuur van het gebouw in het interieur

ook niet meer te beleven is.

In de hal is door de nieuwe afwerking het door Van der Gaast

zorgvuldig ontworpen evenwicht tussen de oorspronkelijke

stucplafonds en het verder moderne interieur teniet gedaan.

trappenhuizen

Het trappenhuis in het torentje is nog volledig in oorspronkelijke

staat, afgezien van de extra doorbraak ten behoeve van de

woning boven het plaatskaartenkantoor uit 1959, en zeer

waardevol. Het trappenhuis aan de gevel in de noordvleugel

dateert uit 1963 en bezit geen belangrijke cultuurhistorische

waarde.

souterrain

De ruimte onder het noordelijk paviljoen is van belang als

onderdeel van het ontwerp van Van der Gaast, maar ook hier is

door latere verbouwingen een belangrijk deel van de ruimtelijke

kwaliteit verloren gegaan.

De noordgevel wordt gedomineerd door de bakstenen aanbouw

uit 1963, en het entreepaviljoentje voor de GWK uit 1987.

Deze vervangen het oorspronkelijke retirade gebouwtje en de

overkapte opgang naar het eerste perron. In tegenstelling tot

de oorspronkelijke aanbouw, die een eenheid vormde met het

hoofdgebouw en de kopgevel een extra accent gaf, leidt de

huidige aanbouw de aandacht af van het hoofdgebouw en doet

daarmee afbreuk aan het gevelbeeld

de perronoverkapping en de perrons

De huidige perronoverkapping sluit aan onder de aanzet van de

rondbogen boven de vensters en snijdt hiermee het zicht op de

oorspronkelijke vensters af. Daarmee is de perronoverkapping

voor het 1e perron geen waardevolle toevoeging aan het

gevelbeeld. Toch is de aanwezigheid van een overkapping

en de perrons van belangrijke typologische waarde voor het

stationsgebouw.

interieurbegane grond

De oorspronkelijke gestucte casettenplafonds in de hal en boven

de voormalige 1e klas wachtkamer zijn de enige behouden

onderdelen van het oorspronkelijk rijk gedecoreerde interieur

en zijn daarom van groot belang. Tijdens de verbouwing van

het station in 1959/1963 is het interieur van de begane grond,

met uitzondering van de twee plafonds, volledig gestript, om

plaats te maken voor een nieuw ‘tijdloos’ interieur, ontworpen

door spoorbouwmeester, Koenraad van der Gaast.

In de huidige situatie zijn van deze fase nog een aantal

elementen aanwezig: de lokettenwand met Delfts blauwe

tegeltjes in hal, de verhoogde vloer in de noordelijke vleugel en

het noordelijk paviljoen, de ronde gebrandschilderde raampjes

in de achtergevel van het noordelijk paviljoen en het op een

aantal plekken toegepaste zwarte natuursteen.

De uit deze bouwfase overgebleven elementen zijn van belang

vanwege de algehele kwaliteit van het ontwerp en als onderdeel

van het oeuvre van spoorwegarchitect Van der Gaast. Ook is

deze fase van belang omdat het een vroeg voorbeeld is van

het aanpassen van bestaande stationsgebouwen aan de

gebruikseisen van het moderne spoorwegbedrijf.

De ruimtelijke kwaliteit van het ontwerp van Van der Gaast

is tijdens latere verbouwingen grotendeels teniet gedaan. In

1973/1974 werd de vide in het noordelijk paviljoen dichtgezet,

Page 49: Waardestelling station Delft

45

verdiepingen

Op de eerste verdieping en zolder is de oorspronkelijke indeling

nog grotendeels aanwezig. Latere aanpassingen betreffen

voornamelijk uitbreiding van de bruikbare ruimte onder de

kappen van de vleugels.

Deze indeling is van waarde als gaaf bewaard onderdeel van

het oorspronkelijke gebouw, waarbij vooral de hoofdstructuur,

d.w.z. het onderscheid tussen middenbouw, vleugels en

paviljoens, van belang is.

foto voorgevel stationsgebouw, 2009 (bron: Gemeente Delft)

Page 50: Waardestelling station Delft

46

hoge monumentwaarde positieve monument-waarde

indifferente monument-waarde

negatieve monument-waardeplattegrond kelder

waardestellingsrepresentatietekeningenIn de waardestellingsrepresentatietekenigen wordt de

waardering van de verschillende onderdelen van het gebouw

weergegeven. Er wordt gebruik gemaakt van de volgende vier

categorieën.

• hoge monumentwaarden (blauw)

Deze zijn van cruciaal belang voor de structuur en/of de be-

tekenis van het object of gebied; het behoud van deze on-

derdelen is noodzakelijk.

• positieve monumentwaarden (groen)

Deze zijn van belang voor de structuur en/of de betekenis

van het object of gebied; het behoud van deze onderdelen is

wenselijk.

• indifferente monumentwaarden

Deze zijn van relatief weinig belang voor de structuur en/of

de betekenis van het object of gebied.

• negatieve monumentwaarden (rood)

Deze onderdelen hebben een negatieve invloed op de mo-

numentwaarde van het object; het verdient de voorkeur

deze onderdelen te verwijderen.

Page 51: Waardestelling station Delft

47

hoge monumentwaarde positieve monument-waarde

indifferente monument-waarde

negatieve monument-waardeplattegrond begane grond

plafond hoge monument-waarde

plafond positieve monu-mentwaarde

plafond indifferente monu-mentwaarde

plafond negatieve monu-mentwaarde

Page 52: Waardestelling station Delft

48

hoge monumentwaarde positieve monument-waarde

indifferente monument-waarde

negatieve monument-waardeplattegrond verdieping

Page 53: Waardestelling station Delft

49

hoge monumentwaarde positieve monument-waarde

indifferente monument-waarde

negatieve monument-waardeplattegrond zolder

Page 54: Waardestelling station Delft

50

kwa

lite

ite

n

het exterieur is grotendeels bewaard gebleven in de oorspronkelijke staat, zoals ontworpen door architect Posthumus Meyjes

het torentje als herkenningspunt voor het stationsgebouw gericht op de binnenstad

ter plaatse van het zuidelijk paviljoen zijn bijna alle oorspronkelijke laad-deuren nog aanwezig

het stationsgebouw met op de achtergrond de toren van de nieuwe kerk

de overkapping van het tweede perron uit 1959 is een belangrijk onderdeel van de modernisering van het station door Van der Gaast

het tunneltje onder het spoor riep in het begin veel ongenoegen op bij de reizi-gers, maar is in de moderne tijd uitgegroeid tot een begrip in Delft

Page 55: Waardestelling station Delft

51

aan de door Van der Gaast ontworpen lokettenwand die nog aanwezig is, is de kwaliteit van zijn ontwerp nog te her-kennen

door Van der Gaast zijn de drie oorspr. ramen in de westgevel van het noorde-lijk paviljoen dichtgezet en vervangen door drie ronde glas-in-lood raampjes; onder de huidige tapijttegels is nog de oorspronkelijke vloerafwerking te zien

een aantal elementen van het interieur zoals ontworpen door Van der Gaast is nog aanwezig, zoals dit borstweringselement, afgewerkt met een zwarte natuurstenen band

hoewel niet meer op de oorspronkelijke plek is het, tijdens de verbouwing in 1959-1963 verplaatste, kunstwerk van Nicolaas Wijnberg nog aanwezig; het betreft een voorstelling van de drukte die kan heersen op een perron

het gestucte casettenplafond boven de voormalige 1e klas wachtkamer

van het oorspronkelijk rijk gedecoreerde interieur zijn alleen de gestucte caset-tenplafonds van de hal en de voormalige wachtkamer 1e klasse behouden

Page 56: Waardestelling station Delft

52

in het zuidelijk paviljoen zijn alle, behalve één, oorspronkelijke gevelopenin-gen nog aanwezig, waardoor een groot deel van het oorspronkelijke karakter behouden is gebleven

de oorspronkelijke gewelfconstructie van gemetselde troggewelfjes tussen stalen liggers ter plaatse van de kelder onder het voormalig plaatskaarten-kantoor is nog aanwezig

de ruimtes voor de oliegestookte centrale verwarmingsinstallatie met een gewelfd plafond

de kelder onder de noordelijke vleugel, de huidige kelder van de AKO, levert veel bruikbare (opslag)ruimte op

de oorspronkelijke toegang tot de woning van de restaurateur is nog aanwezig

ondanks de verromeling is de ruim-telijkheid van het interieur van het zuidelijk paviljoen nog te ervaren

in de kelder onder de noordelijke vleugel is nog de oorspronkelijke vloerafwerking te vinden

dit paviljoentje geeft toegang tot de voormalige ruimte van de stadsrestauratie in het souterrain, die hoewel in de huidige staat niet veel kwaliteit heeft, toch een goed bruikbare ruimte bereikbaar vanaf pleinniveau is

Page 57: Waardestelling station Delft

53

op de verdieping is de oorspronkelijke indeling nog aanwezig, evenals de oor-spronkelijke invulling van de gevelopeningen

de oospronkelijke paneeldeuren zijn nog aanwezig, alhoewel ze zijn afge-timmerd met een beplating

op de verdieping is veel kwalitatieve ruimte aanwezig, die niet in gebruik is als verblijfsruimte

de ingebouwde kamer ter plaatse van de dakkapel maakt op een kwalitatieve manier gebruik van de aanwezige gevelopeningen

ondanks het gebrek aan daglicht zijn de zolderruimtes uitermate geschikt voor bijvoorbeeld het wegwerken van installaties

de oorspronkelijke trap naar de zol-der boven de voormalige woning van de stationschef

gestucte, getoogde doorgang en het oorspronkelijke stucplafond in de gang van de voormalige woning van de stationschef

Page 58: Waardestelling station Delft

54

kne

lpu

nte

n

de aanbouw tegen het noordelijk paviljoen uit 1963, met het in 1987 vernieuw-de entreepaviljoentje doen afbreuk aan het zicht op de gevel, welke in de nieuwe situatie zichtbaar zal zijn vanuit het nieuwe station

een groot deel van de oorspronkelijke gevelopeningen in de achtergevel zijn dichtgezet; door het pleisterwerk is de relatie met het deel van de achtergevel boven de luifel verloren gegaan

de vensters in de voorgevel van het noordelijk paviljoen zijn deels dicht-gezet

de behuizing van de huidige klok dekt het oorspronkelijke medaillon af en doorsnijdt het decoratieve fries, de afstekende kleur benadrukt deze niet pas-sende ingreep nog eens

de moderne invulling van de entree-deuren doen afbreuk aan de oor-spronkelijke vormgeving

de doorgang naar het perron vanuit de voormalige eersteklasse is voor-zien van een nieuwe invulling

de in 1963 vernieuwde perronover-kapping sluit aan op de gevel onder de rondbogen van de vensters

Page 59: Waardestelling station Delft

55

de hal is sterk verrommeld en de koof voor het wegwerken van leidingen zorgt ervoor dat het verband tussen de wanden en het plafond, dat bij de rechter-wand nog wel aanwezig is, verloren gaat; de koof is een storend element

de buiten gebruik gestelde toegang tot AH togo

in de winkels is geen relatie met bui-ten of met de oorspronkelijke struc-tuur van het gebouw

de in 1963 verhoogde vloer sluit ter plaatse van de noordelijke vleugel aan net onder de kozijnen

het interieur van AH togo de ten behoeve van AH togo ingebouwde tussenvloer en koelcel houden geen rekening met de oorspronkelijke structuur van het gebouw

de winkelpuien en toegankelijkheidsvoorzieningen zorgen voor een verrom-meld beeld

Page 60: Waardestelling station Delft

56

de kantoren die zijn ingebouwd in het noordelijk paviljoen hebben een hok-kerige indeling tot gevolg

het verlaagde plafond op de verdie-ping in het noordelijk paviljoen hangt voor het raam

interne ruimte zonder daglicht op de verdieping

de ruimtes op de verdieping, met name die in het noordelijk paviljoen, zijn verwaarloosd

de voormalige keuken voor de stationsrestauratie is weggesloopt

de indeling in het noordelijk paviljoen de ruimtes op de verdieping zijn af-getimmerd

de oorspronkelijke ruimtes zijn voorzien van verlaagde plafonds

Page 61: Waardestelling station Delft

57

Page 62: Waardestelling station Delft

58

alleen aan de voorzijde, maar ook aan de achterzijde van het

station een plein opgenomen. De achterkant van het station

wordt hiermee een tweede voorkant. Hierbij zijn de perrons en

de perronoverkapping van belang als verbindende structuur

tussen het gebouw en zijn omgeving.(1)

In de oorspronkelijke situatie kreeg de noordgevel door de

overdekte opgang naar het 1e perron, samen met de dakkapel,

het karakter van een tweede front. De huidige aanbouw mist

verwevenheid met de rest van het gebouw, zowel ter plaatse

van het in- als het exterieur. De nieuwe situatie kan aanleiding

zijn om deze gevel weer iets van het oorspronkelijk karakter

van tweede front van het gebouw terug te geven, zeker gezien

de plaatsing van het nieuwe stadskantoor ten opzichte van het

stationsgebouw.

(1) zie voor meer informatie bijlage 2. De perrons en de huidige overkapping zijn niet opgenomen in deze plannen, waardoor het terugbrengen van een (evt. moderne) overkapping als horizontaal element aan de gevel des te belangrijker wordt.

aa

nb

eve

lin

ge

n e

n o

ntw

erp

the

ma

´s

het station tijdens de werkzaamheden aan de spoorzone, 2011 (bron: Delft Archief)

Op basis van onderliggend cultuurhistorisch onderzoek kunnen

de volgende drie ontwerpthema’s worden gede nieerd:

1. aansluiting op het stedelijk weefsel

2. herstellen van de ruimtelijke kwaliteit van begane grond en

souterrain;

3. bruikbaar maken van de beschikbare ruimte op de verdie-

pingen.

1. aansluiting op het stedelijk weefselDoor het verlies van de oorspronkelijke stedelijke inbedding

en, in de nabije toekomst, het verlies van de stationsfunctie,

verliest het gebouw letterlijk en guurlijk de verbinding met de

stad zoals die altijd is geweest. De belangrijkste ontwerpopgave

voor het voormalige stationsgebouw wordt dan ook het opnieuw

aansluiten van het station op het stedelijk weefsel.

De uitwerking van de gevel ter hoogte van de begane grond

is hierin een belangrijk aandachtspunt. Dit deel van de gevel

is het meest verrommeld door aangebrachte wijzigingen zoals

eerder in dit rapport beschreven, waardoor hier veel kansen

liggen om zowel de oorspronkelijke kwaliteit te herstellen, als

het inpassen van een nieuwe functie.

In het stedenbouwkundig plan voor de Spoorzone is niet

Page 63: Waardestelling station Delft

59

gevel perronzijde, 2001

gevel perronzijde, 1937

Page 64: Waardestelling station Delft

60

2. herstellen ruimtelijke kwaliteit begane grond en souterrainVoor de ruimtelijke kwaliteit van het interieur op begane

grond en souterrain niveau is het ontwerp van Van der

Gaast uitgangspunt. De inpassing van een nieuwe functie in

het gebouw geeft de kans om een deel van deze kwaliteit te

herstellen.

Een van de belangrijkste punten is het herstellen van de eenheid

tussen het plafond en de rest van de ruimte in zowel de hal

als de voormalige 1e klas wachtkamer. De rijk gedecoreerde

plafonds zijn vervreemd ten opzichte van de rest van de ruimte

en dienen weer te worden opgenomen in het nieuwe ontwerp.

Voor het behoud van de nog aanwezige elementen uit het

ontwerp van Van der Gaast(2) geldt dat dit wenselijk is mits

deze op een betekenisvolle manier kunnen worden ingepast in

het nieuwe ontwerp.

Verder geeft een nieuwe functie aanleiding om de relatie

tussen de functie en de bouwkundige structuur van het gebouw

weer te herstellen, zodat de kwaliteit van het gebouw weer een

meerwaarde kan zijn voor de functie. Het verdient aanbeveling

om in de vleugels en paviljoens weer de volledige ruimte

beleefbaar te maken. Hierbij is vooral het weer openmaken

van de vide in het noordelijk paviljoen van belang, omdat deze

dichtgezette vloer in de huidige situatie belangrijk afbreuk doet

aan de kwaliteit van zowel in- als exterieur.

(2) zijnde de lokettenwand, de ronde gebrandschilderde raampjes en de ver-hoogde vloer met de van een natuurstenen afwerking voorziene verhoging aan de westzijde van het noordelijk paviljoen.

de balies van de gemoderniseerde hal, 1960 (bron: Utrechts Archief)

de doorgang naar de perrons, 1960 (bron: Utrechts Archief)

de achterwand van de hal in de huidige situatie, 2013 (bron: TAK architecten)

de achterwand van de hal in de huidige situatie, 2013 (bron: TAK architecten)

Page 65: Waardestelling station Delft

61

3. bruikbaar maken van de beschikbare ruimte op de verdiepingenOp de eerste verdieping en de zolder bevindt zich in de huidige

situatie onder de kappen veel ruimte die niet in gebruik is. Bij de

inpassing van een nieuwe functie kan op zoek worden gegaan

naar mogelijkheden om deze ruimte bruikbaar te maken.

Hiertoe zijn hieronder aanbevelingen gedaan rond de thema’s

daglichttoetreding, toegankelijkheid en aanpassing van de

ruimtelijke indeling.

daglichttoetreding

Voor extra daglichttoetreding wordt bij voorkeur gezocht naar

een eenduidige oplossing voor heel het gebouw, die geen

afbreuk doet aan het gevelbeeld. De daklichten die in de loop

van de tijd zijn aangebracht in het topdak zijn hiervan goede

voorbeelden. De erker die is aangebracht in het achterste

dakvlak van de noordvleugel is een rommelige oplossing, zeker

in de nieuwe situatie waarbij ook de westgevel een voorgevel

wordt, is dit geen wenselijke situatie.

toegankelijkheid

Het trappenhuis in het torentje dient in de huidige staat

behouden te blijven. Voor het overige is er, mits rekening

wordt gehouden met de structuur van het gebouw, veel ruimte

voor het inpassen van een extra stijgpunt. Hierbij dient het

gevelbeeld niet te worden aangetast.

aanpassing van de ruimtelijke indeling

Voor de ruimtelijke indeling is het van belang dat de

hoofdstructuur, d.w.z. het onderscheid tussen middenbouw,

vleugels en paviljoens, beleefbaar blijft. Daarbij zijn op de

verdieping nog een aantal waardevolle oorspronkelijke

elementen aanwezig zoals de trap van de verdieping naar

de zolder en de oorspronkelijke binnendeuren. Het verdient

aanbeveling om te kijken of deze elementen opgenomen

kunnen worden in de nieuwe situatie.

De toepassing van het doos-in-doos principe zoals dat nu is

gedaan op de zolder is een goede manier om meer bruikbare

ruimte te creëeren zonder aantasting van de oorspronkelijke

structuur.

daklicht op de verdieping (foto: TAK architecten)

toepassing van het doos-in-doos principe op de zolder (foto: TAK architecten)

Page 66: Waardestelling station Delft

62

Page 67: Waardestelling station Delft

63

lite

ratu

url

ijst

TA

K a

rch

ite

cte

n

sta

tio

n d

elf

t

cult

uu

rhis

tori

sch

on

de

rzo

ek

en

wa

ard

est

ell

ing Crimson Architectural Historians, Urban Fabric • De Collectie. Bijzondere stationsgebouwen in

Nederland • Rotterdam/Utrecht 2009

Vlis, van der, I. • De Delftse stationsbuurt. Wonen, leven en werken naast het spoor • Delft 2004

Palmbout Urban Landscape • Zicht op Delft • Rotterdam 2002

Romers, H. • Spoorwegarchitectuur in Nederland 1841/1939 • Zutphen 2000

TAK architecten • NS Station Van Leeuwenhoeksingel 41 te Delft. De monumentale waarde • Delft/

Arnhem 2002

Verbrugge, B. • Tegeltableaus uit het station Delft naar ontwerp van Adolf Le Comte • in: Tegel

34:2006, p. 22-31

Hurk - van Haagen, van den, T. en Boersma, T. • K. van der Gaast (1923-1993): transparantie en

onverhulde constructies • Rotterdam 2004

geraadpleegde archievenArchief Delft •

Utrechts archief • Archief H.IJ.S.M. • Archief N.S.

Collectie NAi • Archief Posthumus Meyjes jr & sr, C.B.

Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed •

Page 68: Waardestelling station Delft
Page 69: Waardestelling station Delft

65

1. redengevende omschr i jv ing van het monument

2. spoorzone del f t1 t /m 2

bij

lag

en

Page 70: Waardestelling station Delft

66

red

en

ge

ven

de

om

sch

rijv

ing 1 Monumentnummer: 525335

Status: beschermd

Aanwijzingsbesluit: 08-02-2002

Inschrijving register: 21-05-2002

Kadaster deel/nummer: 18207/34

Gemeente: Delft

Provincie: Zuid-Holland

Plaatselijke aanduiding:

Van Leeuwenhoeksingel 41 2611 AC Delft

Van Leeuwenhoeksingel 42 2611 AC Delft

Van Leeuwenhoeksingel 42 A 2611 AC Delft

Van Leeuwenhoeksingel 42 B 2611 AC Delft

Van Leeuwenhoeksingel 41 A 2611 AC Delft

Van Leeuwenhoeksingel 41 B 2611 AC Delft

Van Leeuwenhoeksingel 41 C 2611 AC Delft

Van Leeuwenhoeksingel 41 D 2611 AC Delft

Van Leeuwenhoeksingel 43 2611 AC Delft

Kadastrale gemeente: Delft

Sectie: O

Kad.object: 2717, 2716

inleidingStationsgebouw van de Hollandse IJzeren Spoorweg

Maatschappij, gebouwd in 1884-1885 door de Haagse

aannemer M.A.J. Taverne, naar een ontwerp van de architect

C.B. Posthumus Meyes, destijds in dienst van de H.IJ.S. Het

station is gebouwd in de stijl van de Neo-Hollandse Renaissance.

Bij de verlenging van het spoorwegtraject Amsterdam-Haarlem

richting Rotterdam bouwde de Hollandsche IJzeren Spoorweg

Maatschappij in 1846-1847 een eerste station aan de Delftse

Houttuinen. Vanwege de ongunstige infrastructuur rond

dit station werd in 1885 ongeveer 400 meter zuidelijker - op

een voormalig exercitieterrein - het station Delft II gebouwd.

Het nieuwe gebouw voorzag bovendien in meer ruimte

voor wachtlokalen, opslagplaatsen en emplacementen. De

inmiddels niet meer aanwezige tegeltableaus in de voormalige

vestibule waren ontworpen door de kunstenaar A. le Comte,

met wie Posthumus Meyes ook bij de bouw van het pand Markt

45 samen zou werken. De tableaus waren vervaardigd door de

rma Joost Thooft en Labouchère, later De Porceleyne Fles. Ze

waren onder meer voorzien van opschriften als “tijd is geld” en

“haast u langzaam”.

Het stationsgebouw is uitwendig grotendeels en inwendig voor

een deel in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven. De

meeste gevelopeningen hebben nieuwe invullingen.

Page 71: Waardestelling station Delft

67

omschrijvingHet met de voorgevel op de historische binnenstad georiënteerde

gebouw strekt zich uit over een langgerekte, rechthoekige

plattegrond. Het asymmetrische gebouw is samengesteld uit

een rijzige, centrale hoofdmassa met aan weerszijden vleugels,

die worden afgesloten met hoekpaviljoens. Het centrale volume

staat vergezeld van een enigszins gedrongen toren. De diverse

gevels zijn boven de hardstenen plinten opgetrokken in schone

baksteen en zijn met name aan de voorzijde rijkelijk voorzien

van in zandsteen uitgevoerde speklagen, details en accenten.

De volumes staan onder afgeknotte, met leien en kruispannen

gedekte zadel- en schilddaken, waarvan een aantal hoeken

nog wordt bekroond door de originele opengewerkte bronzen

pironnen. Het hoog opgaande centrale volume is symmetrisch

van opzet en staat onder een met leien in Maasdekking gedekt,

afgeknot schilddak. De gevel is een gecombineerde lijst-/

topgevel. De boven een niet oorspronkelijke trap met bordes

staande, uit drie ingangen bestaande entreepartij bevindt

zich in een middenrisaliet en staat onder een glazen luifel die

rust op een constructie van giet- en smeedijzer, die aan de

gevel is bevestigd. De drie toegangsopeningen staan onder

een rondboog bovenlicht en worden ge ankeerd door met

diamantkoppen verlevendigde zandstenen penanten.

In het midden boven de luifel staat tegen een cartouche

geplaatst uurwerk in een gietijzeren kast. Aan weerszijden

bevindt zich een tweelicht met deelzuiltje. De verdieping staat

boven een gepro leerde cordonlijst, die is doorgetrokken over

de voor- en de zijkanten van de zijtraveeën. De drie getoogde

vensters hierin bevatten T-ramen en staan tussen penanten die

worden geaccentueerd door pilasters met bases en kapitelen

van zandsteen. Het entablement bestaat uit een gepro leerde

architraaf, een fries met tegetableaus en een uitkragende, op

gesneden klampen rustende kroonlijst. De gevel hierboven is

een rijk versierde topgevel. De brede basis wordt ge ankeerd

door hoekpilasters met obelisken. In het midden staat een bifora

met gepri leerde zandstenen rondbogen en aan weerszijden

twee halfzuilen met kapitelen op een door consoles gedragen

basis en gebeeldhouwde vleugelstukken. De zuilen dragen een

entablement die is samengesteld uit een zandstenen architraaf,

een fries van metselmozaïek en een uitkragende, op consoles

rustende zandstenen kroonlijst met een vaas op de hoeken. Op

de kroonlijst staat een aedicula-achtige zandstenen bekroning

met voluten in de klauwstukken, een reliëf en een gepro leerd

fronton met obelisk op de top. De zijgevels van de top zijn blind

en steken in het voorste dakschild van de kap. De traveeën

aan weerszijden van de risaliet hebben in de eerste bouwlaag

een rechtgesloten venster onder latei en segmentboogvormige

ontlastingsboog met sluit- en aanzetstenen. De vensters staan

boven een gepro leerde onderdorpel, die is doorgetrokken

over de gehele voorzijde en deze horizontaal geleed.

De hoeken zijn opgebouwd in zandsteen met diamantkoppen.

Het tweelicht boven de vensters is als dat in het middenrisaliet,

wat ook geldt voor de verdiepingsvensters en de hoekpilasters.

De zijtraveeën worden beëindigd door een ver uitkragende,

gepro leerde dakrand, die rust op door een pro ellijst gedragen,

gesneden schoren. De andere gevels van dit volume staan

onder een identieke kapuitkraging.

De verdiepingloze, terugliggende linker vleugel bevat drie

rechtgesloten vensters, die staan onder een rondboogvormige

ontlastingsboog met sluitsteen en een boogtrommel met

metselmozaïekjes. Tegen de penanten staan pilasters. De

gevel wordt beëindigd door een uit een een pro ellijst en een

rand van decoratieve metselverbanden onder de gepro leerde

gootlijst. Uit het met kruispannen gedekte dakschild hierboven

steken drie kleine houten dakkapelletjes (arkeneeltjes) met

driepassen en een pironbekroning. Tegen de rechter zijgevel

van het hoofdvolume staat een toren. Deze heeft een vierkante

schacht met in de onderste geleding aan de voorzijde twee

kleine vensters en in de rechter zijde de originele negentiende

eeuwse deur onder bovenlicht en rondboogvormige

ontlastingsboog en boogtrommelvulling als die in de linker

vleugel. In de tweede geleding staan twee iets hogere, getoogde

venstertjes. De torenschacht wordt beëindigd door een houten

kroonlijstje. Daarboven is de toren overhoeks ingesnoerd naar

een achtkante grondslag. De hier met zink beklede toren heeft

Page 72: Waardestelling station Delft

68

acht rondboogopeningen onder een uitkragende, op gesneden

schoren rustende pro elrand, waarboven een met leien bedekt

helmdak. Hierop staat een in zink uitgevoerde, verkleinde versie

van het voornoemde achtkantige deel van de toren en heeft

een uivormige bekroning met spits. Het afsluitende, onder een

afgeknot schilddak staande verdiepingloze volume links van de

linkervleugel heeft evenals de andere volumes een symmetrisch

vooraanzicht. Het bevat twee vensters met korfboogvormige

bovenramen en een gevelbeëindiging die is te vergelijken met

die van voornoemde vleugel. Uit het met kruispannen gedekte

dakschild hierboven steekt een gemetselde dakkapel met

een voluut aan weerszijden van een pilaster, waartussen een

rondboogvenster met T-raam en sluitsteen staat. Het fronton

heeft gepro leerde randen, een open onderzijde en obelisken

op de schouders.

De linker zijgevel bevat twee brede deuren onder een

vierdelig, korfboogvormig bovenlicht en staat tussen hoeken

van zandsteen en een gevelbeëindiging met decoratief

metselverband.

Ook de rechtervleugel is verdiepingloos. Het bevat twee

vensters in elk van de vier traveeën die staan tussendoor

pilasters geaccentueerde penanten. De door gemetselde

tussenstijlen van elkaar gescheiden vensters zijn als die in de

linkervleugel. Ook de gevelbeëindiging is identiek. Uit het met

kruispannen gedekte dakschild hierboven steken vier houten,

onder zadaldak staande dakkapellen. Het rechter bouwvolume

heeft een verdieping onder een afgeknot schilddak. De eerste

bouwlaag bevat drie korfboogvormige vensters met vierruits

bovenramen. Het bovenraam van het middelste venster

staat tussen decoratieve zandstenen elementen, die boven

de cordonlijst overgaan in pilasters met Ionische kapitelen.

Alleen boven het middenraam van de eerste bouwlaag ligt een

zandstenen lijst. Een vergelijkbare lijst boven het middenraam

van de verdieping bevat bovendien een tegeltableau. De

gevellijst is in het midden uitkragend en rustend op gesneden

klampen. De gevelbeëindiging aan weerszijden bestaat uit

een zandstenen en een houten pro ellijst, waartussen een

fries met decoratieve metselverbanden, die ook de andere

gevels van dit volume beëindigen. De verdiepingsvensters zijn

korfboogvormig en bevatten

T-ramen. Uit het dakschild hierboven steekt een gemetselde

dakkapel, die te vergelijken is met die op het linker volume,

maar een gebogen fronton heeft boven een uitkragende

kroonlijst.

De oorspronkelijke overkapping aan de rechter zijgevel is

vervangen door een moderne aanbouw. De gevel heeft op

de verdieping een korfboogvormig venster met T-raam. Uit

het dakschild hierboven steekt een dakkapel als die boven

de voorgevel. De achtergevel heeft onder het niveau van de

niet oorspronkelijke perronoverkapping diverse wijzigingen

ondergaan, maar in de volumes links van het hoofdvolume

bevinden zich nog wel de oorspronkelijke negentiende-

eeuwse deuren. Boven de overkapping zijn de geveldelen

vrijwel intact gebleven. De verdieping van het centrale

bouwdeel bevat drie dubbele rondboogvensters met T-ramen,

waarvan één is vervangen door een op een modern balkon

uitkomende deur. De verdieping van het rechter volume bevat

drie enkele korfboogvormige vensters met T-ramen als die

in de andere gevelzijden. Uit de achterste dakschilden van

beide hoog opgaande volumes steekt een identieke houten

dakkapel met wangen, uitkragende, op gesneden klampen

liggende dakranden, een spitsje met pironbekroning en een

rechtgesloten venster tussen houten kolommen. Uit het

achterste dakschild van het linker volume steekt een identieke

dakkapel. In het achterste dakschild van de linker vleugel staan

twee driehoekige dakkapelletjes met driepasraam gelijk aan die

in het voorste dakschild.

Inwendig heeft het gebouw diverse veranderingen ondergaan,

maar een aantal belangrijke interieuronderdelen is bewaard

gebleven. Van groot belang zijn de zich in de hal bevindende

bijzondere stucplafonds met zwaar gepro leerde (eier)lijsten,

cassettes, panelen en diamantkoppen. De met de wanden

verbonden lijsten rusten op kleine consoles met bladmotieven,

die ook de verbinding vormen tussen de plafonddelen en de

moerbalken. De moerbalken rusten op consoles, die zijn

Page 73: Waardestelling station Delft

69

versierd met bebaarde koppen en acanthusbladeren. De

wand van de loketten is nog voorzien van de oorspronkelijke

betegeling.

waarderingHet stationsgebouw van Delft is van algemeen belang

vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de

architectuurhistorische waarde.

Het stationsgebouw is van cultuurhistorisch belang als een

bijzonder en representatief voorbeeld van een typologische

ontwikkeling. Het stationsgebouw heeft stedenbouwkundige

waarde vanwege de bijzondere ligging aan een plein en bij

de entree naar de historische binnenstad.

Het stationsgebouw heeft architectuurhistorische waarde

vanwege het belang voor het oeuvre van een vooraanstaand

Nederlands architect, als een goed voorbeeld van een voor de

bouwtijd karakteristieke bouwstijl, vanwege de kwaliteit van het

ontwerp en vanwege het materiaalgebruik en de detaillering.

Het stationsgebouw is tevens van belang vanwege de

herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het

exterieur en delen van het interieur.

Page 74: Waardestelling station Delft

70

spo

orz

on

e d

elf

t2

uitwerking Masterplan Spoorzone Delft 2009 (IOC-ambitiedocument, p. 18)

Hierna volgt een aantal tekeningen ter illustratie van de

planvorming rond het voormalige stationsgebouw. Deze

tekeningen zijn afkomstig uit twee documenten:

Gemeente Delft • IOC-Ambitiedocument Spoorzone Delft •

Delft 2012

Palmbout Urban Landscapes • Zicht op Delft • Rotterdam 2012

Page 75: Waardestelling station Delft

71

Page 76: Waardestelling station Delft

72

samenhangende hoofdstructuren (IOC-ambitiedocument, p. 38) inrichting openbare ruimte (IOC-ambitiedocument, p. 38) sfeergebieden in de de openbare ruimte (IOC-ambitiedocument, p. 40)

Page 77: Waardestelling station Delft

73

ruimtelijk functionele organisatie rond het station (IOC-ambitiedocument, p. 18) (IOC-ambitiedocument p. 92)

A. Bereikbaarheid ondergrondse etsparkeerplaatsOnder het vervoersknooppunt komt een grote etsenstalling, die ruimte biedt aan ongeveer 5.000 etsen. (...)

B. Gereserveerde locatie voor aanvullende opgave ondergronds etsparkerenTen westen van het bestaande station is een aanvullende etsenstalling voor circa 2.000 plaatsen gereserveerd. Hiervoor zijn nog geen uitgewerkte plan-nen op dit moment.

C. Toekomstige aanvullende etsenstalling(en) (...)Locatie C1 tot en met C4 kunnen ruimte bieden aan de gevraagde extra capa-citeit. Waarschijnlijk is één van deze locaties voldoende.

Page 78: Waardestelling station Delft

74

plankaart plangebied spoorzone uit schetsontwerp PALMBOUT Urban Landscape (Zicht op Delft, p. 17)

Page 79: Waardestelling station Delft

75

fragment plankaart plangebied spoorzone uit schetsontwerp PALMBOUT Urban Landscape (Zicht op Delft, p. 17)

Page 80: Waardestelling station Delft

TA K a r c h i t e c t e n

ad

res

de

lft Zocherweg 2A

2613 ZV Delft

Tel: 015 212 59 03

arn

he

m Van Oldenbarneveldtstraat 92-2

6827 AN Arnhem

Tel: 026 442 67 50

[email protected]

www.takarchitecten.nl

Page 81: Waardestelling station Delft
Page 82: Waardestelling station Delft