V.Z.W. ‘t Appelboomke 25 jaar R.I.Z.I.V.-conventie Jubileumcongres 2006

download V.Z.W. ‘t Appelboomke 25 jaar R.I.Z.I.V.-conventie Jubileumcongres 2006

If you can't read please download the document

description

V.Z.W. ‘t Appelboomke 25 jaar R.I.Z.I.V.-conventie Jubileumcongres 2006. De verbazing voorbij… Vroegbehandeling bij autismespectrumstoornissen Vrijdag, 13 oktober 2006. Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining. COMMUNICATIETRAINING BIJ NIET-SPREKENDE PEUTERS EN KLEUTERS - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of V.Z.W. ‘t Appelboomke 25 jaar R.I.Z.I.V.-conventie Jubileumcongres 2006

  • V.Z.W. t Appelboomke25 jaar R.I.Z.I.V.-conventieJubileumcongres 2006De verbazing voorbijVroegbehandeling bij autismespectrumstoornissenVrijdag, 13 oktober 2006

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietrainingCOMMUNICATIETRAININGBIJ NIET-SPREKENDEPEUTERS EN KLEUTERSMET ASS

    Lukas Breesch

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    INLEIDINGDIAGNOSTIEK3. LEREN VRAGEN OM EEN VOORWERP3.1. uitgangspunten3.2. trainingsfases3.3. evaluatie4. LEREN HULP VRAGEN4.1. uitgangspunten4.2. trainingsfases4.3. evaluatie5. COMBINATIE VAN 3 EN 46. TRANSFER7. BEMERKINGEN

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    1. INLEIDING

    - Definitie van Communicatie Training (CT)- Indelingscriterium CT - logo

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    Criterium Doel Aanpak

    Niet voldaan aanleren non-verbale communicatie communicatie met training voorwerpen, fotos of pictos

    Voldaan verbale comm uitbreiden logopedie

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    - Gebarentaal- Beloningen Imitatie Dyspraxie Abstracte tekens met symbolische waarde

    1. INLEIDINGDefinitie van Communicatie Training (CT)Indelingscriterium CT - logo

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    COMVOOR (Verpoorten, Noens en Van Berckelaer-Onnes (2004)) Communicatie-uitlokkende proefjes (Casby & Cumpata(1986)) TEACCH Communicatie Curriculum ( Watson et al 1989)2. DIAGNOSTIEK

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    Verpoorten,1996; Roger Verpoorten, Ilse Noens & Ina Van BerckelaerOnnes,2004http://www.orthopedagogiek.leidenuniv.nl

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    representatie : CT op foto / picto niveaugrens presentatie representatie : CT op voorwerpniveau

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    INLEIDING DIAGNOSTIEK LEREN VRAGEN OM EEN VOORWERP MET BEHULP VAN EEN VRAAGVOORWERP3.1. uitgangspunten3.2. trainingsfases3.3. evaluatie

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    3. LEREN VRAGEN OM EEN VOORWERP MET BEHULP VAN EEN VRAAGVOORWERP3.1. uitgangspunten1. matchen2. leren matchen3. vraagvoorwerpen worden gelamineerd4. levensechte vraagvoorwerpen5. zich richten naar de communicatiepartner

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    3. LEREN VRAGEN OM EEN VOORWERP MET BEHULP VAN EEN VRAAGVOORWERP3.1. uitgangspunten3.2. trainingsfases- voorbereidende fase

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    3. LEREN VRAGEN OM EEN VOORWERP MET BEHULP VAN EEN VRAAG-VOORWERP3.1. uitgangspunten3.2. trainingsfases- voorbereidende fase- fase 1 : aanleren principe van uitwisseling

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    3. LEREN VRAGEN OM EEN VOORWERP MET BEHULP VAN EEN VRAAG-VOORWERP3.1. uitgangspunten3.2. trainingsfases- voorbereidende fase- fase 1 : aanleren principe van uitwisseling- fase 2 : uitbreiding keuzes

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    3. LEREN VRAGEN OM EEN VOORWERP MET BEHULP VAN EEN VRAAG-VOORWERP

    3.1. uitgangspunten3.2. trainingsfases- voorbereidende fase- fase 1 : aanleren principe van uitwisseling- fase 2 : uitbreiding keuzes- fase 3 : afstand overbruggen

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    3. LEREN VRAGEN OM EEN VOORWERP MET BEHULP VAN EEN VRAAG-VOORWERP3.1. uitgangspunten3.2. trainingsfases- voorbereidende fase- fase 1 : aanleren principe van uitwisseling- fase 2 : uitbreiding keuzes- fase 3 : afstand overbruggen

    3.3. evaluatie

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    4. LEREN HULP VRAGEN4.1 uitgangspunten4.2. trainingsfases4.3. evaluatie

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    4. LEREN HULP VRAGEN4.1. uitgangspunten1. zich richten naar iemand2. de helpende hand visualiseren3. de nadruk op de helpende hand / arm afbouwen

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    4. LEREN HULP VRAGEN

    4.1. uitgangspunten4.2. trainingsfases

    fase 1 : aanleren principe van hulp vragen

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    4. LEREN HULP VRAGEN

    4.1. uitgangspunten4.2. trainingsfases

    fase 1 : aanleren principe van hulp vragenfase 2 : afstand overbruggen

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    4. LEREN HULP VRAGEN

    4.1. uitgangspunten4.2. trainingsfases

    fase 1 : aanleren principe van hulp vragenfase 2 : afstand overbruggen

    4.3. evaluatie

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    3. LEREN VRAGEN OM EEN VOORWERP MET BEHULP VAN EEN VRAAG-VOORWERP3.1.uitgangspunten3.2. trainingsfases3.3. evaluatie

    4. LEREN HULP VRAGEN4.1. uitgangspunten4.2. trainingsfases4.3. evaluatie

    5. COMBINATIE VAN 3 EN 4

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    3. LEREN VRAGEN OM EEN VOORWERP MET BEHULP VAN EEN VRAAG-VOORWERP3.1. uitgangpunten3.2. trainingsfases3.3. evaluatie

    4. LEREN HULP VRAGEN4.1. uitgangspunten4.2. trainingsfases4.3. evaluatie

    5. COMBINATIE VAN 3 EN 46. TRANSFER

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    3. LEREN VRAGEN OM EEN VOORWERP MET BEHULP VAN EEN VRAAG-VOORWERP3.1 uitgangspunten3.2. trainingsfases3.3. evaluatie

    4. LEREN HULP VRAGEN4.1 uitgangspunten4.2. trainingsfases4.3. evaluatie

    5. COMBINATIE VAN 3 EN 46. TRANSFER7. BEMERKINGEN

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    PECS (Picture Exchange Communication System) Frost en Bondy

    - fase 1 : geholpen uitwisseling (tweede therapeut)- fase 2 : uitbreiding spontaniteit, volharding, generalisatie- fase 3 : uitbreiding keuzes

    www.pecs.org.ukwww.pecs.com

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    PECS (Picture Exchange Communication System) Frost en Bondy

    - fase 4 : zinsstructuur ik wil - fase 5 : uitbreiding zinsstructuur ik wil - fase 6 : andere zinsstructuren ik zie , ik hoor , ik ruik , ik heb enz.

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : deel 1 : communicatietraining

    INLEIDINGDIAGNOSTIEK3. LEREN VRAGEN OM EEN VOORWERP3.1. uitgangspunten3.2. trainingsfases3.3. evaluatie4. LEREN HULP VRAGEN4.1. uitgangspunten4.2. trainingsfases4.3. evaluatie5. COMBINATIE VAN 3 EN 46. TRANSFER7. BEMERKINGEN

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

  • Workshop communicatie : einde deel 1 COMMUNICATIETRAININGBIJ NIET-SPREKENDEPEUTERS EN KLEUTERSMET ASS

    Lukas Breesch

    V.Z.W. 't Appelboomke - Runkstersteenweg 511 - 3500 Hasselt - www.appelboomke.be - [email protected] - 011 27 30 69

    0Een goede namiddag, dames en heren, vr 17:00 gaan jullie allen nog 2 workshops volgen waarvan deze omtrent communicatie de eerste is. In deze workshop onderscheiden wij 2 delen : deel 1 omtrent een communicatietraining bij niet-sprekende peuters en kleuters met ASSdeel 2 laat u kennismaken met de logopedische begeleiding van verbale kleuters met ASSDeze dia toont de opbouw van dit deel 1 omtrent communicatietraining (vertel dia).Communicatie Training (CT) wil een kind met autisme functioneel laten communiceren voor 2 communicatieve basisfuncties nl. vragen om een voorwerp en hulp vragen

    Communicatieve begeleiding in het Appelboomke wordt onderscheiden in CT logopedie :Criterium = of het kind in kwestie al dan niet 1-woordzinnen communicatief gebruikt voor de basisfuncties vragen om een voorwerp (zowel binnen als buiten zijn zicht) en hulp vragen.Wanneer kind NIET aan dit criterium voldoet, m.a.w. wanneer het kind niet over taal beschikt of deze onvoldoende communicatief gebruikt, dan wordt er CT opgestart. De doelstelling is dan dat het kind een non-verbaal communicatiesysteem met voorwerpen, fotos of pictos wordt aangeleerd.Wanneer het kind WEL aan het criterium voldoet, kan er logopedie opgestart worden. De doelstelling hier is de verbale communicatie uitbreiden.

    Wanneer het kind in aanmerking komt voor een non-verbaal communicatiesysteem wordt er bewust gekozen om GEEN gebruik te maken van gebarentaal om volgende redenen:Het aanleren van gebarentaal steunt op imitatie. Kinderen met autisme hebben vaak problemen met imitatie (cfr de workshop omtrent imitatietraining).Kinderen met autisme hebben vaak, als bijkomende handicap, een dyspraxieprobleem. Dit kan het correct uitvoeren van de gebaren belemmeren.Gebaren zijn vrij abstracte tekens met een symbolische waarde. Kinderen met autisme hebben problemen met het kijken beyond the information given.

    Vandaar dan ook de problemen met het aanleren, uitvoeren en begrijpen van gebarentaal.Om een kind te motiveren is een beloning noodzakelijk. Bij kinderen met autisme is enkel een sociale beloning vaak niet voldoende. Belangrijk bij het uitwerken van onze CT is dan ook het zoeken van materile items die het kind aanspreken. Een interesse-onderzoek zit dan ook in de voorbereidende fase van een CT.

    Alvorens het behandelingsplan voor communicatie op te stellen werkt onze psychologe vnl. met een 3-tal instrumenten ter bepaling van het communicatieve niveau :

    - de COMVOOR van Verpoorten, Noens en Van Berckelaer-Onnes (2004)de COMVOOR (VOORlopers in COMmunicatie) richt zich op twee kernvragen: ten eerste welke middelen geschikt zijn om communicatie te ondersteunenten tweede op welk niveau van betekenisverlening de gekozen middelen kunnen worden ingezet.

    - de Communicatie-uitlokkende proefjes van Casby & Cumpata (1986)Een achttal proefjes om het imperatief (vraagt het kind de ontbrekende xylofoonstok en hoe ?) en declaratief ( geeft het kind aan dat de bovenste kraal niet past en hoe ?) taalgebruik na te gaan. - het Communicatie Curriculum van TEACCH (1989)De opvoedsters noteren communicatiesampels die het kind uit. Er wordt ook een communicatie-interview bij de ouders afgenomen om na te gaan welke communicatieve uitingen het kind thuis gebruikt. Beide gegevens worden bij elkaar gelegd en genterpreteerd. Op basis hiervan kunnen de 5 dimensies van communicatie bepaald worden, zijnde: functie, vorm, situaties waarin het kind communiceert, de woorden die het gebruikt en de verschillende semantische categorien die het ter beschikking heeft. Samen met de opvoedsters en de ouders worden vervolgens de doelstellingen bepaald en de haalbaarheid ervan besproken. Belangrijk is dus een duidelijk en volledig zicht te krijgen op het niveau van communicatief functioneren van het betreffende kind alvorens te starten met 1 of andere vorm van communicatie-stimulatie.

    Is de handeling van het kind : pre-communicatief: dwz dat je het kind goed moet kennen om de bedoeling van zijn handeling te begrijpen2. communicatief.

    Vervolgens wordt dit communicatief niveau van het kind verder nagegaan. Is het op:- sensatieniveau: hier is het kind primair gericht op de zintuiglijke waarneming, zoals tactiele-, geur- en smaakervaringen, het voelen van voorwerpen, of het aangeraakt worden, opgetild worden enz. Op dit niveau wordt er geen informatie uitgewisseld die de actualiteit overstijgt.- presentatieniveau: de informatie is gerelateerd aan het present zijn of concreet aanwezig zijn van een communicatieve inhoud in een bepaalde context. Bv een beker verwijst enkel naar drinken als er ook drank in zit, anders is het niet meer dan een beker.- representatieniveau: op dit niveau kunnen er verwijzers als symbolen voor een realiteit gebruikt worden. Bv de beker op zichzelf verwijst naar drinken.- meta-representatie: op dit niveau moeten de verschillende aspecten van communicatie (intonatie, mimiek, woorden met meerdere betekenissen ,) in rekening gebracht worden. Het bereiken van dit niveau geeft vaak problemen bij mensen met autisme en wordt, vooral bij kinderen, zelden bereikt. Bv. Beker verwijst dan naar overwinning.

    Alle gegevens die die 3 instrumenten ter bepaling van het communicatieve niveau opleverden worden verzameld en genterpreteerd en leiden tot de beslissing een bepaald kind ofwel een CT op foto/picto niveau te geven dan wel eentje op voorwerpniveau.

    Heel wat van de kinderen in onze praktijk functioneren op de grens presentatie-representatie en zijn dus niet geholpen met een CT op foto/picto niveau. Bij deze kinderen starten wij dan ook een CT op voorwerpniveau op. Deze CT op voorwerpniveau staat dan ook centraal in het vervolg van deze workshop maar de verder beschreven trainingsfases kunnen perfect ook toegepast worden bij een CT op foto/picto niveau enkel heb je dan geen vraagvoorwerpen maar vraagfotos/vraagpictos. 0Belangrijk is in het achterhoofd te houden dat deze kinderen NIET op het representatieniveau functioneren. Vandaar dat het belangrijkste uitgangspunt van de CT op voorwerpniveau MATCHEN is, het identieke bij het identieke brengen. We verwachten geen associaties door verbeelding of het verlenen van betekenissen. We zorgen er immers voor dat de identieke copie zichtbaar is op het moment dat we het te matchen voorwerp geven aan de persoon met autisme.

    Hoe gaat dit matchen nu in zijn werk?

    Het kind ziet in de doos, die de trainer hem laat zien, een object dat het graag wil (uit het interesse-onderzoek). Op tafel ligt, wat wij noemen, het vraag-voorwerp, het voorwerp dat het kind moet gebruiken om te vragen. Op de doos plakt identiek hetzelfde vraagvoorwerp. Het is de bedoeling dat het kind het vraag-voorwerp gebruikt om het chte voorwerp dat in de doos zit te vragen. Het kind moet het vraag-voorwerp aan de trainer geven, deze plakt dit vraag-voorwerp naast het vraagvoorwerp dat reeds op de doos plakt en maakt het kind er attent op dat deze 2 hetzelfde zijn. Het is dus de trainer die de eigenlijke handeling van matchen doet. Het kind ziet dat de 2 vraagvoorwerpen hetzelfde zijn, het ziet dat deze gematched worden. Het resultaat is dat het kind het gewenste object in de doos krijgt.

    2. Voor we starten met de CT leren we het kind matchen tijdens gestructureerde werksessies. Slechts wanneer het kind het principe van matchen begrijpt, dan pas kunnen starten met de CT.3. De vraagvoorwerpen die we gebruiken om het kind te leren vragen zijn in plastic folie gewikkeld zodat het kind het vraag-voorwerp zelf niet direct kan gebruiken. Anders verdwijnt uiteraard de communicatieve act.4. Omdat deze kinderen functioneren op de grens van presentatie en representatieniveau is het belangrijk levensechte voorwerpen in te pakken als vraagvoorwerp (een echt koekje in plastiek folie gewikkeld, een echt FP popje,)5. Het is ook belangrijk dat we het kind leren zich te richten naar een communicatiepartner. Daarom maken we gebruik van een co-trainer. Deze zit achter het kind. Belangrijk is dat de co-trainer het kind lang achter begeleidt omdat vanuit deze positie de begeleiding eenvoudiger af te bouwen is, wat uiteraard de bedoeling is.

    Kinderen gaan communiceren owv het materile en/of sociale gevolg (vb. bravo, glimlach, enz.) van dit communiceren. Kinderen met autisme gaan eerder gemotiveerd zijn communicatieve acts te stellen bij materile gevolgen, als zij krijgen wat zij vragen, dan wel bij sociale gevolgen.

    In de CT probeer ik spontaan (dwz zonder enige cue, als daar zijn : wat wil je ? een uitgestoken hand, enz. ) vragen naar voorwerpen aan te leren. Gezien vorige bemerking kan dit bereikt door hen te motiveren door sterk bekrachtigende items (verschillend van individu tot individu) te gebruiken hetzij voorwerpen, hetzij ook activiteiten. Het trainen begint dan ook met uit te zoeken welke dingen een kind aantrekkelijk vindt, welke dingen een kind wil hebben.

    Wij gebruiken 3 wegen om aan die informatie te komen nl. - ouders- opvoed(st)ers- soms enkele voorbereidende individuele sessies waarin het kind gestimuleerd wordt om eventueel te reiken naar een voorwerp dat hij of zij graag zou willen.

    Het is uberhaupt niet altijd gemakkelijk om deze hoog motiverende voorwerpen te vinden owv de soms erg beperkte en/of nzijdige interesses bij kinderen met autisme.

    Van en voor deze hoog motiverende voorwerpen maken wij vraag-voorwerpen : wij plakken die op een stukje karton en pakken ze in in doorschijnende plastic folie. Owv het principe van matchen, maken we ze altijd in duplicaat.

    Volgende dias tonen enkele voorbeelden.

    000Op het einde van de voorbereidende fase ziet de trainingsopstelling om aan fase 1 nl. aanleren van principe van uitwisseling te beginnen er als getoond op deze twee fotos uit.

    Zeker voor deze eerste fase (maar best ook langer) zijn er twee trainers nodig. Kind en de twee trainers zitten aan een tafel. En trainer zit voor het kind en de co-trainer zit achter het kind.

    1 vraag-voorwerp ligt ter beschikking op het (blauwe) communicatiebordje dat voor het kind op tafel ligt. De (doorschijnende) box die het corresponderende chte voorwerp bevat en voorzien is van het identieke vraag-voorwerp wordt gehouden/geplaatst ietwat buiten het bereik van het kind.

    Het kind reikt naar de box met het sterk gewilde voorwerp maar de co-trainer helpt het kind om het vraag-voorwerp op te nemen en te geven aan de trainer vr het kind. Deze trainer matcht de vraag-voorwerpen en geeft de inhoud van de box aan het kind.

    Wij herhalen deze uitwisselingen een 6 tot 8 tal keer met telkens andere vraag-voorwerpen maar altijd slechts 1 vraag-voorwerp tegelijkertijd.

    (video-fragment Remko : auto, snoepje, nopper)

    MAAR : Alle videofragmenten die jullie gaan zien zijn gemonteerd in die zin dat er gefocused is op de communicatieve uitwisselingen en niet op het spel of omgang met het chte voorwerp of het interactionele aspect die owv tijdsbesparing binnen deze presentatie zijn weggeknipt.2,3 of zelfs meer vraag-voorwerpen liggen ter beschikking op het (blauwe) communicatiebordje dat voor het kind ligt. De (doorschijnende) boxen met de chte voorwerpen en voorzien van de identieke vraag-voorwerpen worden geplaatst ietwat buiten het bereik van het kind.

    Het kind (met of zonder assistentie van de co-trainer) neemt 1 van die vraag-voorwerpen op en geeft het aan de trainer tegenover. Deze trainer matcht het vraag-voorwerp en geeft de inhoud van de box aan het kind. De niet gekozen vraag-voorwerpen en chte voorwerpen worden teruggelegd/gezet.

    Ook deze communicatieve actie wordt een 6 to 8 maal herhaald maar hangt bijvoorbeeld ook af van het ter beschikking zijnde arsenaal van hoog-motiverende voorwerpen, de duur van concentratie van het kind, enz.

    (video-fragment Timon: koekje knikkerbaan auto trein blokken muziek knikkerbaan blokken muziek)

    Het (blauwe) communicatiebordje wordt vastgemaakt aan de muur en voorzien van meerdere vraag-voorwerpen (stukjes Velcro houden deze vraag-voorwerpen hangende).

    Bij de aanvang van deze fase blijft de trainer dichtbij het communicatiebord en de co-trainer assisteert indien nodig dat het kind naar het communicatiebord gaat, kiest en overhandigt aan de trainer.

    Geleidelijk aan vermindert de assistentie van de co-trainer en meter per meter verwijdert zich de trainer van het communicatiebord en uiteindelijk loopt hij rond in het lokaal.

    (video-fragment Tom : puzzel, boekje, nootjes)

    Een co-trainer kan assisteren op 4 niveaus nl. volledig begeleiden, de start helpen maken, een duwtje geven of gn hulp. Een kind gaat van fase naar fase wanneer het erin slaagt de vereiste communicatieve acts gedurende 3 opeenvolgende sessies te stellen zonder hulp.

    Ook in fase 3 schuift de trainer meter per meter weg van het communicatiebord als het kind 3 opeenvolgende sessies zonder hulp van de co-trainer de uitwisselingen doet.

    0000In de praktijk merkten we verder vaak op dat deze kinderen ook niet spontaan om hulp konden vragen. Vaak was dit k een belangrijke behandelingsdoelstelling die uit de communicatie-diagnostiek naar voren kwam.Wanneer deze kinderen om hulp vragen is het vaak op een zeer precommunicatieve manier: huilen, boos worden, Ze richten zich naar niemand en kunnen niet duidelijk maken wat er scheelt.Vandaar dat wij het belangrijk vonden ook hier in de CT aandacht aan te besteden.

    De uitgangspunten hier zijn de volgende:

    De kinderen moeten leren dat ze zich moeten richten naar iemand al ze hulp willen. Vandaar dat we ook in dit onderdeel gebruik maken van een co-trainer. Ook hier begeleidt deze het kind langs achter om de afbouw te vereenvoudigen.Zich richten naar een persoon is, vanuit hun autisme, sowieso vaak moeilijk voor deze kinderen. Vandaar dat we het sociale aspect wat proberen te omzeilen. Dit doen we door het kind zich te leren richten op de helpende hand / arm van de persoon. Daarvoor gaan we deze hand benadrukken / visualiseren met een orange polsbandje. (Zie volgende dia). 3. Die visuele nadruk aan de arm / hand wordt systematisch verminderd en eventueel afgebouwd. 0In deze eerste fase is de assistentie van een co-trainer onontbeerlijk n wordt er enkel gewerkt met voorwerpen van dien aard dat wil het kind het voorwerp manipuleren hij of zij hulp moet vragen. Bijvoorbeeld : koek zit nog in de verpakking, boekje is dichtgemaakt met koordje, snoepje of drankje zit in een kindveilig (antibioticum) potje enz.

    Bedoeling is dat het kind het voorwerp teruggeeft aan de trainer, letterlijk in diens hand stopt en tegen diens arm of hand een aansporend duwtje tot hulp voegt.

    Uit de dagelijkse praktijk blijkt natuurlijk wel dat het eerst aangewezen is een kind te leren vragen naar een voorwerp met behulp van een vraagvoorwerp vooraleer te starten met leren vragen van hulp.

    In deze training spelen dezelfde principes als in de training om een kind te leren vragen mbv vraagvoorwerp maar is er hier nog een sterke visuele prompter, cue aan toegevoegd nl. een fel (orange) gekleurde polsband die de helpende handen en/of armen visualiseert. In de start-sessies gebruiken we zelfs dubbele fel orange gekleurde polsbandjes die we dan ook weer geleidelijk aan verminderen.

    (video-fragment 1 Hanne : trein)

    Bij de aanvang van deze fase blijft de trainer met zijn gevisualiseerde helpende armen en handen dichtbij het kind en de co-trainer assisteert indien nodig dat het kind het voorwerp afgeeft en een aansporend duwtje toevoegt.

    Geleidelijk aan vermindert de assistentie van de co-trainer en meter per meter verwijdert zich de trainer van het kind en uiteindelijk loopt hij rond in het lokaal.

    (video-fragment 2 Hanne : ballon)

    Ook hier kan een co-trainer assisteren op 4 niveaus nl. volledig begeleiden, de start helpen maken, een duwtje geven of gn hulp bij het hulp vragen.Een kind gaat van fase 1 naar fase 2 wanneer het erin slaagt 3 opeenvolgende sessies hulp te vragen zonder begeleiding van de co-trainer.

    Ook in deze fase 2 schuift de trainer meter per meter weg van het hulpbehoevende kind als het kind 3 opeenvolgende sessies zonder begeleiding van de co-trainer hulp vraagt.

    00Op een gegeven ogenblik kan de imperatieve vaardigheid dan zo zijn gegroeid dat de niet-sprekende kleuter met autisme uit het begin van ons verhaal, in de communicatie-training-sessies rondloopt en onafhankelijk van enige cue naar gewenste voorwerpen vraagt door een vraag-voorwerp te overhandigen, en soms heeft hij of zij hierbij hulp nodig maar daar kan hij of zij onafhankelijk naar vragen.

    De zinvolheid van zulk een communicatietraining staat of valt met de gerealiseerde transfer naar leefgroep enerzijds en thuis anderzijds. Deze transfer volgt gelijktijdig de diverse fases. Op de volgende dia ziet u hoe zulk een transfer er in een leefgroep kan uitzien. (Zie volgende dia).

    Om een transfer naar de thuissituatie te realiseren is het vooreerst nodig de ouders te informeren omtrent elke genomen fase of stap. Video-fragmenten te tonen en in nauwe samenwerking het benodigde concrete materiaal te ontwikkelen als er bijvoorbeeld zijn : vraagvoorwerpen voor voorwerpen of activiteiten in de thuissituatie erg gewild.

    0Graag zou ik dit gedeelte beindigen met een 3-tal bemerkingen :

    1. Na bovenstaande trainingsfases heeft het kind met autisme twee belangrijke vaardigheden verworven nl. vragen om een voorwerp en vragen om hulp n kan individuele CT stoppen op voorwaarde dat er een gerealiseerde en voortdurend ge-update transfer voorzien wordt. Het kind kan verder geoefend worden voorwerpen en activiteiten te vragen in verschillende omgevingen, aan verschillende mensen enz.2.Sommige kinderen maken gedurende de CT sessies de overgang van vraag-voorwerpen (3-dimensioneel) naar vraagfotos (2-dimensioneel), te beginnen met identieke fotos aan de oorspronkelijke vraag-voorwerpen (zie volgende 2 dias).

    Min of meer verandert een kind dan van een CT op voorwerpniveau naar een CT op foto-niveau (of zelfs picto-niveau) : zlk een training is gedetailleerd uitgewerkt in het PECS-systeem (Picture Exchange Communication System) door Frost en Bondy.

    00Deze eerste 3 fases lopen parallel aan wat ik heb uitgelegd omtrent de CT op voorwerpniveau :

    Fase 1 : de geholpen (door een tweede achter het kind zittende therapeut) uitwisseling. De eerste therapeut verlokt het kind met het gewenste voorwerp.Fase 2 : uitbreiding van spontaniteit, volharding en generalisatie. De afstand tot communicatiepartner wordt vergroot, kind moet zich verplaatsen om bij het kaartje te raken, kind vraagt in verschillende omgevingen aan verschillende mensen verschillende voorwerpen en activiteiten. Fase 3 : uitbreiding keuzes. In deze fase leert kind keuze maken tussen de prentjes. Determinerende factor hier is hoe ver staat het kind in koppelen van prent aan voorwerp ?

    De volgende 3 fases in het PECS systeem veronderstellen enige spreek-vaardigheid en o.a. ook hierop gaat Linda in ons tweede deel van deze workshop in.

    Fase 4 : zinsstructuur ik wil . Kind neemt uit zijn communicatiefardje het prentje ik wil en plakt dit op zijn zins-velcro-strip, idem voor het gewenste voorwerp. Gaat met die zinsvelcrostrip naar de communicatiepartner toe en overhandigt deze. Fase 5 : uitbreiding zinsstructuur ik wil vb. ik wil ROOD snoepje, ik wil BLAUW potlood. Enz.Fase 6 : andere zinsstructuren nl. ik zie , ik hoor , ik ruik en ik heb : spontaan te gebruiken maar ook als antwoord op : wat zie je ? wat heb je ? Enz.

    En als derde en laatste bemerking : gedurende de CT sessies gebruik ik erg beperkte maar functionele taal : ik zeg namelijk enkele malen de naam van het gewilde voorwerp en soms begint een kind dat woord te imiteren of een klank die lijkt op en dit op het ogenblik van de uitwisseling. Het kind in kwestie gebruikt dan een 1-woordzin voor de communicatieve basisfunctie vragen om een voorwerp en voldoet alzo aan het criterium voor logopedie.

    Hoog tijd dan ook voor het tweede deel van deze workshop communicatie : logopedie !

    0