VURIG PINKSTEREN?€¦ · motivatie leest u meer in het interview op: pagina 3, 4, 5 Meimaand...
Embed Size (px)
Transcript of VURIG PINKSTEREN?€¦ · motivatie leest u meer in het interview op: pagina 3, 4, 5 Meimaand...

In dit nummer
Pastor
Per 1 januari is
Hans Hamers aangesteld
als pastor binnen de
Stefanusparochie, in het
bijzonder voor de
Effatagemeenschap.
Over zijn achtergrond en
motivatie leest u meer in
het interview op:
pagina 3, 4, 5
Meimaand Mariamaand
U treft een achtergrond-
artikel van Willem Pelser
op pagina 6,7
Willem schreef ook een
artikel over het Nijmeegs
Mariabeeldje, pagina 7,8
Ook kunt u lezen over de
klimaatmadonna, een
eigentijdse Maria op:
pagina 8 ,9
Green Capital
Peter Nissen vervolgt zijn
artikel waarin hij beschrijft
hoe in verschillende
religies de spiritualiteit
van duurzaamheid vorm
krijgt: pagina 9, 10, 11
Iconenzegening
Tijdens een speciale
bijeenkomst van de
iconenschildergroep zijn
de iconen ingezegend. Een
verslag leest u op:
pagina 16
VURIG PINKSTEREN?
Met Pesach herinnert het joodse volk zich haar eenwording, vanuit de uittocht uit
Egypte. En met Pinksteren wordt – via de uitstorting van de Heilige Geest en het
uitzenden van de apostelen – het ontstaan van de christelijke kerk gemarkeerd.
Evenals tussen Pesach en het Wekenfeest in het jodendom liggen er in de christelijke
traditie vijftig dagen tussen Pasen en Pinksteren. Dat Wekenfeest begint met Pesach,
het feest van de ongedesemde broden, een oogstfeest. Nadat de eerste sikkel in het
koren is geslagen gedenkt men zeven volle weken dagelijks Gods goedheid, want de
oogst was rijk! Een oud joods geschrift ziet dit feest als de vernieuwing van het
verbond dat God ten tijde van Noach na de zondvloed sloot met alle levende wezens
op aarde. Die duiding moest de evangelist Lucas bekend geweest zijn! Wilde hij door
de uitstorting van de heilige Geest op de vijftigste dag te plaatsten (pente coste =
vijftig dagen) Pinksteren duiden als vernieuwing van het verbond van God met alle
schepselen? Universeel is het Pinksterverhaal zeker, met omstanders uit alle volken
die in hun eigen taal de boodschap verstaan.
Lucas plaats het Pinksterverhaal aan het begin van een geschiedschrijving van de
kerk. Dit Pinksterverhaal is één en al ‘ontgrenzing’: de apostelen stonden in vuur en
vlam, spraken enthousiast in vreemde talen, ‘zoals hun door de Geest werd
ingegeven’; de toehoorders waren buiten zichzelf van verbazing en werden
aangestoken door dat vuur. ‘Op die dag breidde het aantal volgelingen zich uit met
ongeveer drieduizend’, meldt Lucas aan het einde van zijn verhaal (Handelingen
2:41).
De kerk in onze dagen is in veel opzichten het tegendeel van die ‘ontgrenzing’,
gekanaliseerd als zij is in strakke organisatie en ambtelijkheid …
Maar daarbovenuit klinkt de sequentie van Pinksteren: ‘maak helder wat besmeurd is, besproei wat dor is,
genees wat gewond is maak soepel wat star is verwarm wat verkild is ontferm je over wat verdwaald is’
Pinksteren is het feest van tot volwassenheid gekomen mensen. Van mensen die zich
niet meer vastklampen aan iets of iemand buiten zichzelf, maar wiens eigen wezen
en aanleg tot bloei is gekomen, zoals de natuur in het voorjaar en de zomer aan het
licht komt. We vieren dat God niet búiten ons woont, niet alleen mèt ons is, maar ín
ieder van ons, en ín ons gezamenlijk woont en onze diepste levenskracht is. Daardoor
worden mensen ook geroepen elkaar te verstaan. En dan kunnen de deuren van de
kerk wijd opengaan, net als destijds in het huis waar de apostelen bijeen waren.
Onze Effata-geloofsgemeenschap wil - u heeft dat al kunnen merken - meer dan
voorheen naar buiten treden, de buurt in, de wijk in: om een uitnodigende en open
plaats te zijn waar, en van waaruit, het verhaal van God met mensen doorgaat. Want
ín ons, dóór ons en óm ons heen gaat dat verhaal door. Het verhaal dat God in Jezus
is begonnen, het verhaal van het herstel van de Schepping zoals door Hem bedoeld.
U zult er nog van horen! VURIG PINKSTEREN GEWENST!
Frits Muller
EFFATA
Periodiek van de Effatagemeenschap Nijmegen
Jaar
gan
g 1
2 n
um
me
r 3
Pin
kste
ren
20
18

2
Vanuit het pastorale
team Wanneer ik dit schrijf loopt onze pastoraal werker Hans
Hamers een week rond in Jordanië. Verdiende
vakantie! Hij heeft me verteld dat het zijn plan is om
de plek waar Jezus gedoopt is in de Jordaan te
bezoeken. Hij begeeft zich in mijn ogen dus op heilige
grond. Voor veel van ons is gewoon de kerk, als plek,
al genoeg heilige grond. De plek waar alles
samenkomt, waar we ons vertrouwd en veilig voelen.
Deze berichten komen dan ook vanuit onze veilige
haven.
Laat ik openen met het feit dat we met voldoening
mogen terugzien op de vieringen in de veertig-
dagentijd, de Goede Week en met Pasen. De Paaswake
verliep zelfs iets beter dan vorig jaar. Al degenen die
daaraan op hun eigen wijze hebben bijgedragen
hartelijk dank!
Na Ineke van Els eerder dit jaar heeft nu ook
Gabriël Maltha laten weten niet meer in de vieringen te
zullen voorgaan. Vanuit het pastoraal team wil ik ook
Gabriël hartelijk danken voor haar bijdragen in de vele
voorafgaande jaren.
Intussen hebben we Pieter-Theo Zuurbier - al enige tijd
aangeschoven bij de liturgiekring - als voorganger aan
het werk mogen zien, en dat geeft ons vertrouwen in
een vruchtbare samenwerking. Het zal u niet ontgaan
zijn dat door diverse oorzaken het aandeel van
vrouwen bij het voorgaan is afgenomen. We zijn onder
andere binnen de dominicaanse geledingen zoekende
om de verhoudingen wat meer in evenwicht te
brengen. Zo zullen lekendominicanes Ineke van Cuijk,
voormalig pastoraal werker in de Over-Betuwe, en
Holkje van der Veer o.p. komende maanden in onze
vieringen voorgaan. Ook hebben we op 29 april
Tanja Taale voor het eerst de zang horen begeleiden.
We hopen haar in die hoedanigheid vaker te mogen
begroeten. Verder is het pastoraat dezer dagen druk
met het welzijn van veel van onze ouderen.
Wanneer u deze tekst onder ogen krijgt, zijn de dagen
van 4 en 5 mei aanstaande. Er wordt nu heel hard
gewerkt aan de voorbereiding van een viering op ons
kerkplein rond vrijheid. We zoeken verbroedering,
verbinding met meer bewoners van onze wijk, en dat
proberen we op steeds meer verschillende manieren
vorm te geven. Er zijn zo’n 1000 folders gedrukt voor
deze bijeenkomst, en die zijn allemaal in de wijk
rondgebracht door parochievrijwilligers. Het
programma is klaar, alleen de uitvoering moet nog
komen.
Later zult u uitgebreider voorgelicht worden over de
uitkomsten en de opbrengsten van de enquête.
Namens Hans Hamers neem ik alvast een voorschot.
We weten dat u erg benieuwd bent en belangstellend
meedenkt over de toekomst van onze Effata-
gemeenschap en de plaats die we innemen in het
grotere geheel van de Stefanus parochie. In dat proces
zijn steeds weer nieuwe stappen te zetten; dit blad
loopt al achter op dat proces wanneer er mededelingen
over gedaan worden. We hebben gelukkig een actieve
rol in het pastorale deel van het nieuwe beleidsplan dat
er aankomt. De zorg voor onze ouderen zal in dat plan
op een belangrijke plaats komen te staan. Er wordt ook
gedacht en gezocht naar mogelijkheden om een zo
sterk mogelijke pastoraatsgroep te krijgen en te
houden. Zorg daarbij is, dat er hoe langer ons
samenwerkingsverband duurt, des te groter wordt de
kans dat mensen in het pastoraat gaan uitvallen. We
willen in de toekomstvisie daar aandacht voor hebben.
Veel van ons hebben ingevuld dat ze tevreden zijn met
de huidige situatie, maar we weten ook dat de dag
komt dat wij, of een andere parochie een beroep moet
doen op anderen.
In de vieringen willen we de nadruk behouden op de
kwaliteit van de preken, de zang en de sociale
contacten. Veel van ons hebben aangegeven dat een
half uurtje schuiven met de aanvangstijd geen al te
groot probleem is. Wellicht zal dat op een dag de
mogelijkheid scheppen dat priester-voorgangers op
een zondagmorgen twee vieringen doen. Voor
Stefanus hopen we op eenheid in verscheidenheid, en
een groeiend ‘thuisgevoel’. De heilige grond waarover
ik sprak is ook op Stefanus niveau gewenst. Voor
onszelf hopen we op continuïteit, vitaliteit, open blik en
inspirerende vieringen, samenwerking met Antonius
van Padua - met wie we al veel gemeen hebben -, de
DoRe, Boskapel en Stefanus. Wanneer we de
ontwikkelingen in die richting kunnen sturen, zal de
eigen toekomst het best verzekerd zijn.
Ik wens ons allen een vruchtbaar proces naar de
toekomst. Maar zoals het met processen gaat, de
uitkomst ervan ligt verderop. We gaan met vertrouwen
op weg.
Namens het pastoraal team, René Klaassen
Vanuit het locatieteam April 2018
Wat zijn de vieringen in de Goede Week en met Pasen
met veel zorg voorbereid en uitgevoerd! Het was een
grote bron van inspiratie voor onze gemeenschaps-
leden. Dank aan ons pastoraal team en allen die hun
best hebben gedaan om dit moois gestalte te geven!
(De buitenkant in kleuren van de liturgiefolders liet
weer eens zien wat een mooie kunst er in en aan onze
kerk aanwezig is!)
Zojuist kregen wij bericht dat het plan van het
pastorale team van onze Stefanusparochie om de
tijden van de vieringen te gaan aanpassen (opdat de
voorgangers meer aanwezig kunnen zijn in de diverse

3
locaties) voorlopig niet doorgaat. In de enquête was al
naar voren gekomen dat alle locaties de vieringen in
de eigen locatie heel belangrijk vinden, en ook dat de
vorm van die viering (bij ons Eucharistieviering en
Agapéviering) als onmisbaar wordt gezien. Leden van
het pastorale Stefanus team zijn bij alle 8 locatieteams
langsgegaan. In die besprekingen is deze boodschap
heel duidelijk naar voren gebracht. Als het doel is om
meer samenwerking in de Stefanusparochie tot stand
te brengen, dan ligt samenwerking tussen
afzonderlijke locaties, met ‘buur’gemeenschappen
(voor ons de Antonius van Padua) meer voor de hand.
Zo kan van onderaf samenwerking tussen de gemeen-
schappen ontstaan, en dat heeft meer draagvlak dan
plannen van bovenaf. Er zijn andere manieren dan de
zondagsvieringen om te werken aan samengroei in de
parochie.
Inmiddels hebben we een bespreking met enkele
mensen van AvP gehad. Daar is gekeken hoe we
activiteiten van elkaar, die soms parallel lopen, kunnen
ondersteunen. We willen op kleine schaal gaan
beginnen. De samenwerking in Bezield Verband
hebben we nog eens goed geëvalueerd. Daaruit kwam
naar voren dat we, naast de samenwerking met andere
locaties als beschreven, aan de oecumene vorm blijven
geven met DoRe gemeente en Boskapel. De plannen
om verder met de Boskapel te integreren zijn voorlopig
op een laag pitje gezet.
Op 24 mei aanstaande is er een overleg van het
bestuur van de Stefanusparochie met alle locaties. Dan
zal het beleidsplan 2018-2021, inclusief een nieuw
pastoraalbeleidsplan, worden gepresenteerd. We zijn
zeer benieuwd in hoeverre er van nieuwe initiatieven
sprake is om de parochie als geheel te versterken en
de locaties (waar het ons inziens vandaan moet
komen) te steunen.
Het bestuur heeft het locatieteam van Effata duidelijk
gemaakt dat zij de verhuur van kamers zelf via een
derde ter hand wil nemen. Dit betekent dat onze
samenwerking met de Stichting Studentenhuisvesting
Nijmegen per 1 juli aanstaande wordt beëindigd. Er is
ons gegarandeerd dat de financiële resultaten voor
Effata hierdoor niet nadelig worden beïnvloed. Deze
wijziging met betrekking tot de verhuur van onroerend
goed zal nogal wat werk voor ons meebrengen.
Elders in deze uitgave van ons parochieblad leest u iets
over de bevrijdingsviering op 5 mei op ons kerkplein.
Hoewel deze viering primair gericht is op onze buren in
de wijk hopen we veel actieve parochianen te
ontmoeten bij deze bijzondere viering. Het is een uiting
om als kerk weer relevant te worden in het publieke
domein. Komt dat zien!
Dirk-Jan de Rooij / Ab Blom
‘Het is echt anders’
In gesprek met onze pastor,
Hans Hamers Ruim twee jaar deed hij vrijwilligerswerk binnen Effata.
Hij zette zich onder meer in voor het project ’Vol
Vertrouwen Verder’ en de presentatie van onze
kerkgemeenschap in STIP-Oost. In oktober 2017 trad
hij toe tot de lekendominicanen. In januari 2018 werd
hij, voorlopig voor een jaar, benoemd tot pastor van
Effata als opvolger van Annemie Herinx. Wie is Hans
Hamers?
Geboren en getogen in Nijmegen Hans werd in 1959 geboren in Nijmegen aan de
St. Jacobslaan. ’Boven de apotheek’, zegt hij lachend.
Zijn vader was onderwijzer in Nijmegen–Zuid. Het
gezin met vier kinderen verhuisde naar het Kerkpad in
Hees, waar het buren werd van dominee Wesseldijk.
‘We kerkten in de kapel van de paters kapucijnen daar’,
vertelt Hans, ‘en zoals elke katholieke jongen in die tijd
was ik misdienaar’. Later verhuisde het gezin naar
Malden, waar zijn hoogbejaarde ouders nog steeds
wonen. Hij behaalde zijn VWO-diploma aan de Nebo.
Een broer van zijn vader was daar redemptorist
geweest. Hans wilde geneeskunde gaan studeren,
maar werd uitgeloot. Hij koos toen aan de universiteit
in Nijmegen voor de studies psychologie en filosofie.
Hij werd geraakt door het werk van Han Fortmann en
wist toen wat hij wilde: cultuur-en
godsdienstpsychologie.
’Maar’, constateert hij nog steeds met spijt, ’er viel
geen droog brood mee te verdienen. Ik heb toen de
nieuwe afstudeerrichting cognitiewetenschap gekozen
(thans: kunstmatige intelligentie) en ben hierin als
psycholoog afgestudeerd’. Hij werkte vervolgens een
aantal jaren in de ICT-sector bij enkele grote bedrijven
in Oss, Den Bosch en Arnhem.
In 1985 leerde Hans zijn vrouw, Jacky, kennen. Ze
kochten een huis op het voormalige terrein van het
CWZ in Nijmegen. In 1995 werd zoon Stijn geboren en
in 1997 dochter Maud. Zijn laatste baan buiten de
geestelijke zorg had hij in het Radboudziekenhuis als
ondersteuner van het management. De competitie-
sfeer daar beviel hem allerminst - eigenlijk was het
crisis - en toen besloot hij om het roer om te gooien:
‘Ik heb daar ook aandacht aan besteed in mijn
overweging op 14 januari’.
Geestelijk verzorger Hans ging naast het werk theologie studeren en kreeg
op grond van zijn eerdere studies veel vrijstellingen.
Hij volgde daarom gelijktijdig de opleiding tot
geestelijk verzorger. Vervolgens werkte hij vijf jaar als
geestelijk verzorger in het Radboudziekenhuis op de
afdelingen cardiologie, hartbewaking, MDL (maag-

4
darm-leverziekten) en nierziekten. Met veel warmte
kijkt hij terug op deze periode. ’Als geestelijk verzorger
ben je bezig met individueel pastoraat‘, vertelt hij.
’Heel vaak voer je één op één gesprekken. Je komt
dikwijls bij een patiënt aan bed en hebt geen ander
doel dan er voor hem of haar te zijn. Je luistert, je geeft
terug, je boort onvermoede krachten aan bij mensen,
om beter met hun verdriet en tegenslag om te gaan.
De patiënt vertelt soms dingen aan jou, die hij niet
eerder heeft uitgesproken. Als het uitkomt stel je een
interventie voor: “Zullen we samen bidden?”.
Tenminste als je het gevoel hebt dat dat goed is voor
die gelovige patiënt, maar het kan ook zo zijn dat zelfs
die gelovige patiënt niets meer van God wil weten.
Driemaal heb ik een baby gedoopt, omdat ouders dat
toch belangrijk vonden voordat hun pas geboren kind
zou sterven. En natuurlijk was ik regelmatig betrokken
bij het bedieningsritueel als mensen afscheid gingen
nemen van het leven. Als geestelijk verzorger kun jij
dan troost en rust brengen. Je voelt dat iedereen naar
jou kijkt. Het zijn zware, maar tegelijkertijd hele mooie
momenten. Je weet dat je daadwerkelijk iets voor
mensen kunt betekenen.’
Hans is ervan overtuigd dat de behoefte aan
geestelijke verzorging in het ziekenhuis eigenlijk alleen
maar groter wordt, met name ook op de poliklinieken.
Daar worden de slechtnieuwsgesprekken gevoerd. De
patiënt krijgt te horen dat hij ongeneeslijk ziek is. ’En
dan’, vraagt Hans zich hardop af, ’gaat de patiënt met
die jobstijding naar huis. Daar volgt de klap en komt
de crisis. Dan zijn geestelijk verzorger en pastors echt
nodig, maar vanuit de kerken is er nog maar heel
weinig capaciteit’. Bovendien vindt Hans dat
geestelijke verzorging anders is dan traditioneel
pastoraal contact. Veel mensen zijn niet gelovig meer,
maar de zingevingscrisis is er wel. Een moderne
parochiepastor moet eigenlijk ‘beide takken van sport’
beheersen.
Pastor Omdat Hans op projectbasis als pastor werkte, kon zijn
aanstelling helaas niet worden verlengd. Het bleek
toen erg moeilijk werk te vinden, want veel
zorginstellingen bezuinigen op geestelijke verzorging.
En daar waar wel vacatures waren, was dat vaak ver
weg. Voor Hans geen optie, omdat een geestelijk
verzorger binnen een half uur aanwezig moet kunnen
zijn. Hans besloot daarom vrijwilligerswerk te gaan
doen binnen Effata. Het vervolg is bekend. Op 1 januari
werd hij door het bisdom benoemd tot onze tijdelijke
pastor.
De vraag brandt op mijn lippen: ’Annemie had
vierenhalve dag formatie, jij slechts anderhalve. Hoe
doe je dat allemaal?’ Hans geeft onmiddellijk toe dat
dit volstrekt ontoereikend is. ’Een aantal zaken hebben
we anders opgezet’, legt hij uit. ‘Zo deed Annemie het
individuele pastoraat voor een groot deel alleen. Het
betreft toch gauw een dertigtal gesprekken. Hiervoor
kan ik nu terugvallen op de pastoraatsgroep, die
bestaat uit: Frits, René, Maria Voss en Anton van der
Meer. Ook het project “Vol Vertrouwen Verder” wordt
vormgegeven in reguliere kerngroepen’. Hans prijst
zich gelukkig met zoveel betrokken en deskundige
vrijwilligers. Maar het roept ook gemengde gevoelens
bij hem op. ’Ik word ervoor betaald. Zij doen het
letterlijk pro Deo’.
Ook voor hem betekent echter de omvang van zijn
aanstelling in feite: veel werk in vrije tijd.’ Als er een
uitvaart is, dan is die anderhalve dag al meteen op,
maar gelukkig is dat nog niet veel voorgekomen’, licht
hij toe. Als hij een aantal activiteiten opnoemt die ten
tijde van ons gesprek op de agenda staan, is er weinig
verbeeldingskracht nodig om begrijpen dat de
hoeveelheid taken de tijdslimiet verre overschrijdt:
liturgie, overleg op Stefanusniveau, overleg met het
locatieteam, met de pastoraatsgroep, met het
pastorale team, met de coördinatoren van de
kerngroep. Aanwezig bij de geloofsgespreksgroep, de
redactie van ons parochieblad, bij bijzondere
activiteiten zoals de vastenmaaltijd. Stukjes schrijven
voor parochieblad en wijkkrant. Vertegenwoordiging
van Effata in de stad, zoals bij de gemeente in verband
met Nijmegen als Green Capital, of in Nijmegen-Oost
bij het STIP. Voor dit laatste heeft hij steun van Jan
van der Wal en René Klaassen. Maar hij zou graag nog
enkele vrijwilligers willen hebben die bereid zijn in het
STIP naar mensen te luisteren. ‘Ze komen daar echt’,
zegt Hans. ‘Mensen die niemand hebben, zich eenzaam
Hans op weg, aan het werk.

5
voelen en hun verhaal kwijt willen. Het STIP ligt me na
aan het hart. Daar droom ik van, om een nieuwe
manier van kerk zijn te ontwikkelen, een
kerkgemeenschap die gezien wordt in de buurt’.
Het is echt anders Hans concludeert: ’Dit is geen baan van negen tot vijf.
Je hebt veel aan je hoofd, ook veel coördinatietaken.
Die heb ik eigenlijk nooit zo geambieerd. Vrijwilliger
zijn is toch echt anders. Al heb je nog zulke goede
mensen om je heen, uiteindelijk ben jij ver-
antwoordelijk. En als je beseft dat de duur bij elkaar
geschraapte centjes van onze gemeenschap aan jou
worden besteed, drukt dat wel. Het is prachtig werk,
klaar ben je echter nooit. Mensen spreken je aan,
hebben verwachtingen van jou. Ook op
zondagmorgen, als ik niet hoef voor te gaan, zit ik niet
meer onbevangen in de kerk. Mensen zien mij, ik zie
hen. Bij het koffie drinken ’brandt’ mijn agenda in mijn
zak. Zelfs het bijwonen van de zondagmorgenviering
als kerkganger is voor mij ook een beetje werk
geworden. Wel mooi werk, hoor’.
Betty Smits van Sonsbeek
Hoogfeest van
Pinksteren De datum van Kerstmis valt altijd op 25 december.
Deze datum is in Rome circa het jaar 330 als datum
gekozen, waarschijnlijk in verband met het
zonnewendefeest van sol invictus (de onoverwinnelijke
zon), met de bedoeling dit heidens feest om te zetten
in een christelijke feestdag. De oorsprong van de
christelijke Paasviering ligt in de joodse liturgie, die
voor de joden heel belangrijk is vanwege de
herdenking van de bevrijding uit Egypte. De tocht door
het water en de woestijn naar het beloofde land. Tot
zover de website:
http://www.kindengeloof.nl/feesten.html
Kerstmis wordt doorgaans uitgebreider gevierd,
hoewel gelovigen Pasen als de meest belangrijke
christelijke feestdag ervaren, vanwege de viering van
Jezus’ opstanding uit de dood. Tegenwoordig zijn zowel
Kerstmis als Pasen steeds meer los komen te staan van
het geloof.
Dan, na eerst Hemelvaart, komt Pinksteren, waarvan
heden ten dage velen nauwelijks nog, of helemaal niet
meer, weten, waar dat feest voor staat. Voor mij is
Pinksteren ook een Hoogfeest. Immers, zonder
Pinksteren zouden we nu geen Kerstmis of Pasen
vieren. Dan was er alleen een geboorte en een sterven
van een naamloos, onbekend gebleven kind. Met Zijn
menswording, Zijn onderwijzend en weldoend
rondgaan, Zijn ultieme trouw aan Zijn verbondenheid
met de Vader en het geloof in Zijn missie, heeft Hij de
grond vruchtbaar gemaakt en het zaad uitgeworpen
over, en middels, Zijn volgelingen.
Volgens het Bijbelverhaal uit het Nieuwe Testament is
de ´Heilige Geest´, een soort goddelijke levensadem,
over Jezus’ volgelingen neergedaald. Plotseling
spreken deze apostelen alle talen van de wereld. Zij
vinden de moed en de inspiratie om Zijn werk voort te
zetten, om Zijn leer verder uit te dragen. Eerst dachten
mensen dat ze dronken waren, totdat zij het verhaal
van Jezus in hun eigen taal hoorden, ongeacht
waarvandaan zij kwamen. In één dag worden 3000
mensen gelovig en is de christelijke kerk geboren. Of
al die buitenlanders, bijeengekomen in Jeruzalem voor
het joodse Oogstfeest, waarop de eerstelingen van de
oogst aan God worden gebracht, werkelijk ongeacht
hun eigen taal, de getuigenissen van de apostelen
hebben verstaan? Wie zal het zeggen. De menigte
heeft in ieder geval begrepen dat er sprake was van
iets uitzonderlijks, en ze zullen navraag hebben
gedaan, aangestoken en nieuwsgierig geworden door
het enthousiasme van de apostelen. Was het ‘slechts’
een metafoor of een ‘echt wonder’, zoals ze in onze tijd
niet meer voorkomen.
Zoals wij op zondag bij elkaar zijn tijdens een viering,
spreken we allemaal dezelfde taal … denken we. Is dat
zo? Hoe staat het met het begrijpen en aanvoelen
tussen een hoogopgeleide en iemand die geen kans
voor opleiding heeft gehad? Tussen een witte
boordenwerknemer en een blauwe boordenwerk-
nemer? De één kan zonder het ambacht van de ander
niet bestaan. Tussen een gezonde sportieveling en
iemand met reuma? Tussen een welgestelde met drie
vakanties per jaar en iemand die zijn dubbeltjes moet
omdraaien? Zolang je met geestverwanten omgaat, zal
de onderlinge verstandhouding prima zijn. Maar dan
kom je in een ziekenhuis terecht. Hoe groot is dan de
afstand tussen het medisch personeel en jezelf als
hulpbehoevend patiënt? Als je weer thuiskomt, en
huis-aanpassingen of ander soort hulp nodig hebt, hoe
groot is dan de afstand tussen jou en de ambtenaren
van de Gemeente?
Pinksteren gaat over geloofsgemeenschap. Niet alleen:
‘Wij hebben voor u gebeden, dat uw geloof niet
bezwijkt’, maar ook over geloofs-communicatie, zoals
in de geloofsgesprekken, close bijbelreading, en
bibliodrama, die in deze parochie regelmatig
plaatsvinden. Onder elkaar Pinksteren verder

6
uitdragen is één. In de heterogene wereld ‘buiten’
proberen de taal van de ander te begrijpen, écht te
horen wat hij of zij wil zeggen, ook dát is Pinksteren,
ook dát hoort bij het ‘verkondigen van Zijn Boodschap’.
Pinksteren is het logische en noodzakelijke vervolg op
Kerst en Pasen. Als wij in doen en laten blijven
getuigen van een hoopgevende geboorte, een trouwe
en voltooide missie, dan zal uiteindelijk ‘Zijn Rijk
Kome(n)’. Met hulp van de ons gestuurde heilige Geest
zijn nu wij aan de beurt om een Nieuwe Wereld tot
stand te brengen.
Ceciel Rutten
Waarom mei de
Mariamaand is
Mei Waar komt de naam van deze maand vandaan?
Deskundigen denken dat de naam ‘mei’ afgeleid is van
de Griekse godin Maia of van de Romeinse
vruchtbaarheidsgodin Bona Dea, wier feest in mei werd
gevierd. De naam 'Maia' betekende oorspronkelijk
‘moeder’ en kreeg later de betekenis van ‘vroedvrouw’.
De Romeinen vierden diverse voorjaarsfeesten. Begin
mei hadden ze het meerdaagse bloemenfeest, de
Floralia geheten, feesten en spelen ter ere van de
godin Flora. Op de eerste dag van mei vierden ze het
feest van de aardgodin Bona Dea ('de Goede Godin'),
die later met de Griekse godin Maia werd
geïdentificeerd. De Romeinen vereerden deze Griekse
moedergodin opdat zij de dingen van de natuur zou
laten groeien. Zij noemden de meimaand (Maius in het
Latijn) naar haar. Het Latijnse woord maior (= 'groter')
is aan maia verwant, zo ook het woord maiestas (=
'aanzien', 'pracht', 'het hoog in aanzien zijn', 'verheven
zijn').
Maria De meimaand is traditioneel de Mariamaand. Maar
waarom eigenlijk? In de Middeleeuwen ontstond in
Italië het gebruik om de maand mei aan de Moeder van
God, Maria, te wijden. Alle oudere betekenissen van
het woord maia en mei passen perfect bij Maria, die bij
veel mensen hoog in aanzien staat en als hemelse
moeder vereerd wordt.
Naast tientallen feestdagen waarop een aspect van of
een gebeurtenis uit het leven van Maria wordt gevierd,
heeft de Katholieke Kerk twee maanden aan de Moeder
Gods gewijd: mei en oktober. De
meimaand is bij uitstek de
Mariamaand; oktober is de maand
van de rozenkrans. Op deze
maand kom ik later in het jaar
terug. Parochies besteden in de
meimaand extra aandacht aan de
devotie voor Maria. Dat gebeurt
door het organiseren van rozenkrans-sessies, een
bloemen- en kaarsenhulde bij Mariabeelden, het
houden van Mariaprocessies en het organiseren van
bedevaarten naar Maria-oorden. De meimaand wordt
afgesloten op 31 mei, het feest van Maria Visitatie.
Heidense achtergrond De toewijding van een maand aan Maria heeft - zoals
bij veel katholieke feesten het geval is – een heidense
achtergrond. De Romeinen vierden diverse voorjaars-
feesten, zoals al is beschreven. Ook de Kelten kenden
een voorjaarscultus rond een godin: Beltane. Haar
feest (rond 1 mei) stond in het teken van de
vruchtbaarheid. De Germanen en West-Slavische
volkeren kenden ook een in mei gehouden
vruchtbaarheidscultus. Grootse feesten werden
gevierd rond Meibomen. Zoals de Romeinen vierden
ook de Germanen in mei de groeikracht van de natuur
en de overwinning van de zomer op de winter.
Meifeesten rond Meibomen met Meidansen,
Meikoninginnen en Meigraven bleven ook na de
kerstening van Europa bestaan.
In de vroege Middeleeuwen werden de volkse
lofbetuigingen op de heidense aard-, moeder- en
vruchtbaarheidsgodinnen steeds vaker geprojecteerd
op Maria, die al sinds het jaar 431 officieel als de
Moeder Gods werd vereerd. In de 13e eeuw ontstond
in Italië de idee om de meimaand geheel in het teken
te plaatsen van de verering van Maria. Tijdens de
Contrareformatie waren het vooral de jezuïeten en
kapucijnen die vanuit Rome dit gebruik over heel de
Kerk verspreidden.
Pausen aan het woord Pius XII (1939-1958) karakteriseerde de Mariamaand
als volgt: ‘Het is een van de vroomheidsoefeningen die
strikt genomen niet tot de Heilige Liturgie behoren
maar niettemin van bijzondere importantie en waarde
zijn. Ze kunnen worden beschouwd als een aanvulling
op de officiële eredienst. Steeds weer werden ze
goedgekeurd en aanbevolen door de Apostolische Stoel
en door de Bisschoppen’ (encycliek Mediator Dei, nr.
182). Paulus VI (1963-1978) schreef een encycliek
(19-04-1965) over de Mariamaand, getiteld Mense
Maio (In de maand mei). Tegen de achtergrond van de
Koude Oorlog en de Vietnam-oorlog beval hij het
vieren van de Mariamaand aan als een krachtig middel
ter verkrijging van vrede en gerechtigheid. Ook riep hij
gelovigen op in de meimaand veelvuldig tot Maria te
bidden voor het welslagen van het Tweede Vaticaans
Concilie (1962-1965) en de doorwerking van haar
besluiten.
Moederdag ‘Meimaand, Mariamaand’. Dit gezegde werd vroeger
veel gebruikt door oudere mensen. Het is ook nu nog
opvallend: in de maand mei kun je geen kapelletje in
Brabant of Limburg voorbijgaan of het is versierd met
bloemen. En omdat de maand mei de Mariamaand is,

7
worden in deze maand alle moeders in de bloemetjes
gezet. De gewoonte om Moederdag te houden gaat
terug naar de Griekse Oudheid. In de lente vierden de
oude Grieken het feest van Rhea, de moeder van alle
goden. De Romeinen vierden de ‘matralia’, het feest
van de vrouwen en de moeders. De katholieken ver-
wierpen eerst deze heidense gewoonten, maar
langzamerhand werd de traditie nieuw leven
ingeblazen.
Wetenswaardigheden In 1725 verscheen een boekje van pater jezuïet
Dionisi Meimaand Mariamaand. Het bevat adviezen
voor het versieren van een Maria-altaar of een Maria-
beeld; het beveelt aan dagelijks de rozenkrans te
bidden of de litanie van Maria, en elke dag te
beginnen met een goed voornemen. Het boekje
beleefde talloze herdrukken.
Voornamelijk de jezuïeten hielden zich bezig met
Maria-Congregaties: broederschappen die een
bijzondere trouw beloofden aan de heilige Maagd, en
dat bezegelden met een riddereed of gelofte. De
meditatiestof ontleenden zij aan Ignatius’ Geestelijke
Oefeningen, en ze borduurden daarop voort. Zo
waren er op het vroegere Canisius College zowel voor
de internen als de externen Maria-Congregaties.
Heidense praktijken in de meimaand zijn heel lang
blijven bestaan, tot verdriet van de kerkelijke
overheden. In 1579 probeert Carolus Borromeus in
zijn bisschopsstad Milaan de aandacht van de
bevolking af te leiden van dergelijke excessen, en ze
om te buigen in gebedsstonden voor het Mariabeeld
in de kathedraal. Dat sloeg aan. In die jaren heerste
juist de pest in Noord-Italië. Zou dat ertoe hebben
bijgedragen dat de Mariadevotie een succes werd? In
diezelfde tijd organiseerde in Rome Filippus Neri voor
de jeugd elke dag van de maand mei een Maria-
gebedsuur.
In Limburg kenmerkt de volksdevotie in de
Mariamaand mei zich vooral door een groter
bezoekersaantal aan specifieke Mariabedevaarts-
oorden als Tienray, Maastricht en Roermond en
tientallen kleinere plekken, maar ook door bezoeken
aan de vanuit Limburg niet ver weg gelegen bekende
buitenlandse Mariaplaatsen Kevelaer, Banneux en
Scherpenheuvel. In veel parochiekerken wordt in de
meimaand dagelijks het rozenkransgebed gebeden.
Maria-Visitatie of Maria-Bezoek is een katholieke
feestdag die gevierd wordt op 31 mei. Men herdenkt
dan het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabeth,
dat beschreven wordt in het Evangelie volgens Lucas
(1, 39-56). Maria is op het moment van het bezoek
zwanger van Jezus en Elisabeth van Johannes de
Doper (zie illustratie).
De traditie van de meiboom is vooral nog zeer
levendig in Duitsland. Hier zet men meibomen op met
daarin afbeeldingen van verschillende beroepen.
Deze Maibaum vertegenwoordigt de eer van de stad
of het dorp en er is dan ook veel concurrentie om de
mooiste boom op te zetten. In bepaalde streken van
Frankrijk wordt een meiboom opgezet om een
bepaalde persoon te eren. Ook in België worden
meibomen geplant. Toch gaat de traditie steeds meer
verloren. Oorspronkelijk symboliseerden deze
meibomen de vruchtbaarheid.
Willem Pelser
Maria van Nijmegen –
De Zwarte Madonna Het verhaal gaat dat een dochter uit de familie van (de
in 1925 heilig verklaarde) Petrus Canisius dit
Mariabeeldje ten tijde van de beeldenstorm van 1592
uit de Stevenskerk heeft gered.
In 1836 vermeldde de jezuïet Mathias Wolff, tussen
1834 en 1846 verbonden aan de toenmalige
Ignatiuskerk in de Molenstraat, in zijn dagboek de
schenking door Antonius van Verssen van een klein
zwart Mariabeeldje. Deze schonk het om het ter
publieke verering uit te stellen. Het beeldje zou
volgens een overlevering in de familie van de schenker
gered zijn van de brandstapel van 1592. Het werd
daarom geplaatst in een houten kastje met een glazen
deur waarboven de tekst: Dit beeld is uit een
heiligschennenden brandstapel der beeldstormers
gered. Vanwege de gebedsverhoringen ontstond de
benaming 'wonderbeeld'. Gouden en zilveren sieraden,

8
harten en rozenkransen hingen als votiefgeschenken
naast het beeld.
Het beeldje is 20 cm hoog en in renaissancestijl uit
donker eikenhout gemaakt. Het wordt ook wel de
'zwarte Madonna' of 'het zwarte beeldje' genoemd.
Maria draagt in de ene hand een scepter, in de andere
hand haar kind. Mogelijk is dit het kleine Mariabeeld
geweest dat aan het einde van de 16e eeuw op de
reliekenkast in de St. Stevenskerk stond: de 'die
Kleyne Mari op den afflaetbanck', waarvan in een oude
inventarislijst sprake is.
Thans staat het
beeldje van Onze
Lieve Maria (ook
wel ‘Zwarte
Madonna’ of ‘Het
zwarte beeldje’
genoemd) in de
Petrus
Canisiuskerk aan
de Molenstraat.
Het kleine zwarte
Mariabeeldje stond
jaarlijks centraal
tijdens de Maria-
omgang in
Nijmegen, waarbij
alle nonnen van
alle kloosters uit
Nijmegen
deelnamen aan een processie door de stad. Deze
omdracht werd in 1273 ingesteld en werd, met een
onderbreking van 300 jaar tussen 1591 en 1926, tot
1994 in de straten van de stad gehouden. Grondlegger
van de Maria-omdracht was de bisschop van Keulen,
Albertus Magnus (1193-1280). Hij bepaalde bij de
wijding van de Sint Stevenskerk in 1273 dat er in
Nijmegen jaarlijks op de zogeheten
‘Drievuldigheidszondag’, de eerste zondag na
Pinksteren, een omdracht moest worden gehouden
vanuit de Sint Stevenskerk met het Heilig Sacrament,
het Mariabeeld en de relikwieën der heiligen. De 300
jaar waarin de Maria-omgang niet werd gehouden zijn
te danken aan de ‘reductie van Nijmegen’. De stad
Nijmegen was in de zestiende eeuw in Spaanse
handen, maar werd in 1591 veroverd door Prins
Maurits van Oranje-Nassau. Nijmegen werd weer
onderdeel van de Republiek der Zeven Verenigde
Nederlanden en officieel een protestantse stad. De
jaarlijkse katholieke processie werd hierbij afgeschaft,
en begin twintigste eeuw in ere hersteld.
Toen groeide de omdracht uit tot een grote Roomse
manifestatie met vertegenwoordigingen van alle R.K.
geledingen. In 1939 bestond de stoet uit niet minder
dan 326 groepen. In 1947 werd de omdracht met 397
groepen gehouden onder de intentie van de
gedachtenis aan de 2200 Nijmegenaren die tijdens de
oorlog waren omgekomen.
In 1957 ontving, op verzoek, het klooster van de
dominicanen, het Albertinum, 5 cm rib uit het lichaam
van Albertus de Grote in de Sankt Andreaskriche in
Keulen. Deze reliek werd voortaan meegedragen in de
omdracht, als eerbetoon aan de stichter van deze van
oorsprong middeleeuwse processie. De laatste
omdracht vond in 1963 plaats.
Tijdens het Nationale Mariacongres (6-8 augustus
1932) werd Maria van Nijmegen herhaaldelijk ter
sprake gebracht. Met nadruk werd het als
'genadebeeld' gepositioneerd. De bevestiging daarvan
was de pauselijke toestemming om het beeld te
kronen: zowel om oudheid van verering, als om vele
weldaden, die de liefdevolle Moeder voortdurend aan
de haar toegewijde gelovigen met de meeste
goedertierenheid uitdeelt, door alle gelovigen van
Nijmegen en de bewoners der omstreken, met grote
eerbied, liefde en vertrouwen vereerd wordt. Op 7
augustus werd het, na een plechtige omgang door de
stad, op het congresterrein aan de Bijleveldsingel door
mgr. A.F. Diepen gekroond. Tegelijk kreeg het beeld
een nieuwe troon met stralenkrans in de Mariakapel.
Willem Pelser
Klimaatmadonna in de
maak...* Dit voorjaar is in het
Dominicanenklooster
Zwolle een ‘Klimaat-
madonna’, een nieuw
beeld van Maria
onthuld, gemaakt van
plastic afval. Het is
een ode aan zowel
Moeder Aarde als de
Moeder Gods. Van schoon afval, ingezameld door
kinderen en volwassenen van de parochie en uit
Assendorp, de Zwolse buurt waar het klooster
staat, maakte de Zwolse kunstenares Marit Otto een
nieuw beeld van Maria als Moeder Aarde. Bij een
recente avond over dit project hield Jozef Essing o.p.
onderstaande toespraak.
“Verbaasd en geërgerd kijk ik naar de appels in de
supermarkt. Verpakt in plastic lijkt hun stralend gladde
huid je tegemoet te blinken; geen ruw oppervlak
waaraan je merkt dat ze aan een boom hebben
gehangen, in weer en wind, storm en hagel. De wereld
van de aarde, de grond, wordt buiten de deur
gehouden; je mag niet zien dat zíj de bouwstoffen
heeft geleverd voor de appel. De ongepolijste aarde
mag niet zichtbaar zijn in een wereld die wil blinken en
schitteren. Dit gebrek aan waardering en respect: is
niet het christendom hieraan schuldig? Staat er niet
geschreven in de Bijbel: ‘Bevolk de aarde en
onderwerp haar’! Ja, zo lás menigeen het: maak van
de aarde een wingewest voor rijkdom en goede sier.

9
Vergeten werd dat andere verhaal dat spreekt van
partnerschap tussen mens en aarde: ‘Er was nog geen
mens om de grond te bebouwen en de aardbodem te
bevloeien. Toen boetseerde God de mens uit stof van
de aarde en blies hem de levensadem in. Daarna legde
Hij een tuin aan en plaatste de mens erin, om die te
dienen en te verzorgen.’
Ze zijn op elkaar aangewezen als helft en wederhelft
– Hebreeuws: als adam en adama.
De aarde biedt de mens haar vruchten, en de mens
dient en verzorgt haar. Dát is de bedoeling: het gaat
om meer dan een goede regeling van het klimaat. Hier
spreekt een visie uit, een spiritualiteit: hoe zie je je rol
ten opzichte van de aarde – als kolonisator, of als
zuster, broeder of moeder met wie je als kind in één
huis leeft? Is onze relatie met de aarde ‘pakken wat je
kunt’, of eerder ‘geven en ontvangen’? Die
wederkerigheid, in respect over en weer, wil men
uitdrukken in de ‘klimaatmadonna’, een Mariabeeld
van hergebruikte materialen.
Voor mij als
gelovige is het
even wennen.
Ik ben niet
opgevoed met
Maria als
moeder
aarde, eerder
met Maria als
Moeder Gods.
Wordt zij
enkel als VIP
gebruikt voor
de PR, komt
haar eigen
verhaal nog
aan bod? Met
die vraag liep
ik rond tot mij iets uit de oude liturgie, het Te Deum,
te binnen schoot: ‘Non horruisti virgninis uterum: Haar
schoot, haar buik was U niet te min’. Volgens ons
geloof heeft Gods eigen zoon de holte van haar lichaam
gekozen als plaats om er de bouwstoffen te betrekken
voor zijn menselijk bestaan. Niet glitter en glamour
koos de Redder der wereld als woning, niet wat
aandacht trekt, maar het bloed, het zweet, het leven
waaraan je slijt, het kwetsbare, het onaanzienlijke.
Wat geen glans heeft – bloed, zweet en tranen –
ontvangt zo koninklijke onderscheiding, zoals het
eenvoudigste huisje monumentale status krijgt
wanneer een belangrijk persoon er een tijd heeft
gewoond. Maria prijst het in haar magnificat en beaamt
het in haar fiat.
Zij gaat er helemaal in mee: laat het gebeuren, mij
geschiede naar uw woord. Zij wil als leefklimaat en
bouwstof dienstbaar zijn aan nieuw leven. Het leven is
er niet voor zichzelf, maar om zich te geven voor het
leven van de ander; zoals de graankorrel al stervend
leven voortbrengt en daarin zelf nieuw leven vindt. In
het kunstwerk de klimaatmadonna wordt dit nog eens
extra aangezet met materiaal dat is gebruikt en als
afval beschouwd wordt. Dit is provocerend voor een
tijd waarin meubels, voorwerpen en verpakkingen na
volbrachte dienst als afval zijn gedumpt – ze hebben
afgedaan. Enkel het nieuwe heeft waarde; de gedachte
alleen al dat oud materiaal is hergebruikt maakt een
product minder waard.
Gelukkig komt er een kentering op gang. De
kringloopwinkel is in. Er worden zelfs tafels en stoelen
gemaakt van sloophout dat bijvoorbeeld dienst heeft
gedaan als steigerplank of betonbekisting. Je kunt
eraan zien dat het een geschiedenis heeft, dat het
geleefd heeft.
Uiteindelijk gaat het om sjaloom, vrede die meer is dan
net geen geweld: vrede als echte verbinding, onderling
tussen mensen met ieder een eigen verhaal, en over
en weer tussen mensen en de natuur met háár eigen
cyclus.
Zonder respect voor kringloop en geschiedenis zal er
geen ‘vrede op aarde’ zijn.”
Jozef Essing o.p.
*Overgenomen van www.dominicanen.nl
Geloven in de Green
Capital
Een spiritualiteit van de
duurzaamheid (deel 2) In het vorige nummer verscheen het eerste deel van
een artikel waarin Peter Nissen schetst hoe in
verschillende religies duurzaamheid en spiritualiteit
met elkaar zijn verbonden. Hieronder treft u het
tweede deel.
Opvoeding en ritualiteit Paus Franciscus beklemtoont in zijn encycliek dat dit
vraagt om een opvoeding tot ‘ecologisch burgerschap’.
Het besef van onderlinge verbondenheid en
gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is niet
vanzelfsprekend. Het moet aangeleerd en bevorderd
worden. Ook dat is onderdeel van een spiritualiteit van
de duurzaamheid: een opvoeding tot bondgenootschap
tussen mens en milieu. Die opvoeding gaat verder dan
alleen wetenschappelijke informatie over de situatie
van het milieu, de uitputting van de grondstoffen, de
vervuiling van onze zeeën en oceanen, de bedreiging
van de ozonlaag enzovoorts. Zij moet gericht zijn op
het herstel van een ecologisch evenwicht, en dat
evenwicht houdt volgens paus Franciscus in: ‘het
innerlijk evenwicht met zichzelf, het solidaire
evenwicht met de ander, het natuurlijke evenwicht met
De klimaatmadonna

10
alle levende wezens en het geestelijk evenwicht met
God.’ Als dat evenwicht verworven wordt, drukt het
zich uit in gedragsverandering, in een nieuwe
levensstijl, en die vertaalt zich in alledaagse
handelingen. ‘Iets hergebruiken in plaats van het weg
te gooien kan een daad van liefde zijn die onze
waardigheid tot uitdrukking brengt’, aldus paus
Franciscus (211). Die opvoeding kan op allerlei
plaatsen en vanuit allerlei instituties gebeuren, maar
toch op de eerste plaats thuis, in het gezin. Daar leert
het kind de juiste omgang met de dingen om zich heen
en respect voor het lokale ecosysteem. Inzet voor de
duurzaamheid van onze planeet begint klein, in de
eigen thuissituatie. Daar ligt ook de kiem voor een
spiritualiteit van de duurzaamheid.
De religieuze tradities kunnen die spiritualiteit voeden
met lessen die voortkomen uit hun rituele elementen.
Elk ritueel heeft iets van een pauze, een onderbreking
van de gewone gang van zaken. Een ritueel neemt als
het ware een hap uit de tijd en maakt die hap tot
heilige tijd. Het ritueel bestemt die uitgespaarde tijd
voor iets dat ogenschijnlijk volstrekt nutteloos en
onproductief is: aandacht voor het heilige. Dat heilige
laat ons stoppen met ongebreideld produceren en
consumeren. In de joodse en christelijke traditie zijn
de sabbat en de zondag daar een goed voorbeeld van.
In een 24-uurseconomie en een zevendaagse werk- en
koopweek vormen zij een onderbreking die tot denken
aanzet en die de vanzelfsprekendheid van het
grenzeloos verbruiken ter discussie stelt. Zij vestigen
de aandacht op de waarde van de rust. Die rust moeten
wij ook de schepping gunnen, de natuur, de
grondstoffen, planten en dieren, zee, lucht en aarde.
De joodse en de christelijke traditie kennen nog meer
voorbeelden van dergelijke rituele onderbrekingen van
de tijd, zoals het jubeljaar en de vastentijd. Andere
religieuze tradities kennen vergelijkbare rituele
pauzes. De onderbreking van de tijd voert een
contemplatief element in de spiritualiteit van de
duurzaamheid in, een element van ontvankelijkheid en
belangeloosheid: niet mijn produceren en consumeren
staan centraal, maar het bestaansrecht van het andere
en van de Ander. Aan dat andere wordt zijn eigen tijd
en zijn eigen ritme gegund: niet het ritme van onze
economie en onze consumptie, maar het ritme van de
natuur. ‘Rust geeft een verruiming van het blikveld die
het mogelijk maakt weer de rechten van de ander te
erkennen’, schrijft paus Franciscus in zijn encycliek
(237).
Heilige grond De onderbreking van de tijd creëert aandacht voor de
heiligheid, de beschermwaardigheid en
onaantastbaarheid van het ritme van de natuur. Maar
niet alleen het ritme, de tijd dus, heeft iets heiligs, ook
de ruimte waarin wij ons bevinden. Beide zijn
voorgegeven en niet door ons tot stand gebracht. Wij
richten de tijd en vooral de ruimte wel in naar onze
maatstaven. Dat inrichten gaat zelfs zover dat er,
zeker in het dichtbevolkte Europa, nauwelijks nog
sprake is van ‘echte’ natuur. Wat wij natuurgebieden
noemen, zijn in veel gevallen door mensen geplande
en ingerichte gebieden. Maar de aarde was er al vóór
wij er waren. Voor een spiritualiteit van de
duurzaamheid is dat een belangrijk besef. De aarde
heeft iets heiligs. Veel inheemse en schriftloze religies
hebben dat besef van heiligheid van de aarde en van
de natuur vastgehouden. Zij drukken het uit in hun
rituelen en duiden het in hun mythische verhalen. Maar
ook in de bijbelse traditie is het besef aanwezig dat de
aarde de plaats is van de ontmoeting met de Heilige.
Daarom krijgt eigenlijk iedereen, in de persoon van
Mozes, aangezegd: ‘de grond waarop je staat, is heilig’
(Exodus 3,5). Die grond, die plaats op de aarde, dienen
we met eerbied en schroom te betreden.
Die eerbied en schroom worden in de joodse,
christelijke en islamitische traditie nog gevoed en
versterkt door het beeld dat wij zelf uit diezelfde aarde
zijn genomen. ‘Toen maakte God, de Eeuwige, de
mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem
levensadem in de neus’, zo vertelt het tweede
scheppingsverhaal in het eerste boek van de Bijbel
(Genesis 2,7). Ook de Koran laat de schepping van de
mens beginnen uit aarde: ‘Wij hebben jullie geschapen
uit aarde, daarna uit een druppel, daarna uit een
bloedklonter en daarna uit een klomp vlees’ (22,5). De
aarde gaat voorop, die was er eerst, en wij zijn
letterlijk en figuurlijk in die aarde gegrond. Dat besef
maakt in een spiritualiteit van de duurzaamheid de
nederigheid tot een belangrijke deugd. In het Latijn
heet die deugd de humilitas, en dat woord drukt uit dat
wij uit humus zijn, uit grond of aarde, en/of dat wij
dicht bij die humus (moeten) blijven. Wij moeten ons
dus niet te hoog boven de aarde verheffen. Paus
Franciscus pleit in Laudato si’ voor ‘een gezonde
nederigheid en een tevreden soberheid’. ‘Het
verdwijnen van de nederigheid in een mens, die
mateloos in vervoering is gebracht door de
mogelijkheid alles onbeperkt te overheersen, kan
alleen maar ermee eindigen dat dit aan maatschappij
en milieu schade toebrengt.’ (224). Nederigheid
betekent niet slaafse onderwerping of zelfverachting.
Het betekent wel ‘vrienden worden met je eigen
aardsheid, met je aardse zwaartekracht’. En dat vraagt
van ons dat wij – om een beeld te gebruiken van de
Amerikaanse katholieke milieuactivist David Andrews
– ‘de aarde lichtvoetig bewandelen’, met
vriendelijkheid.
Dat is het tegenovergestelde van de aarde
onderwerpen en aan onze belangen ondergeschikt
maken. Dat laatste is wel wat christenen lang gedaan
hebben, vanuit het idee van rentmeesterschap. Ook
daarvoor konden zij zich beroepen op de Bijbel: ‘bevolk
de aarde en breng haar onder je gezag’ (Genesis 1,28).
Het heeft funeste gevolgen gehad voor moeder aarde,
zoals de Duitse schrijver en milieuactivist Carl Amery
in 1972 in een geruchtmakend boek vaststelde. Die

11
funeste gevolgen vragen van onze generaties dat wij
onze nieuwe levensstijl vertalen in burgerlijke en
politieke actie. ‘Wij hebben al te lang moreel verval
geaccepteerd door een spelletje te spelen met ethiek,
goedheid, geloof en eerlijkheid’, aldus paus Franciscus.
‘En het ogenblik is gekomen om te erkennen dat deze
vrolijke oppervlakkigheid ons weinig heeft gebracht.’
(229) Daarom moet er, behalve voor de kleine
dagelijkse gebaren van een nieuwe levensstijl, ook
aandacht zijn voor de macrorelaties van sociale,
economische en politieke aard die de duurzaamheid
van onze leefwereld bedreigen. Het is nodig ‘grote
strategieën’ te ontwikkelen ‘die doeltreffend de
milieuverwoesting stoppen en die een cultuur van de
zorg aanmoedigen die heel de maatschappij
doordringt.’ (231)
Duurzaamheid en transcendentie Fundamenteel voor een spiritualiteit van de
duurzaamheid is haar openheid naar transcendentie.
Onder transcendentie wordt hier verstaan het
overschrijden van de grenzen van ruimte en tijd, dus
van het hier en nu. Wanneer wij ons bewust zijn van
het feit dat er ook na ons nog mensen zullen zijn en
dat die mensen voor hun welzijn ten dele afhankelijk
zijn van ons doen en laten, dan overstijgen wij al de
grenzen van het hier en nu. Een spiritualiteit van de
duurzaamheid vraagt om die blik over de grenzen
heen. Zij vraagt om een lange termijnperspectief, en
dat is noodzakelijkerwijs een perspectief dat mijn
eigen horizon transcendeert. Een dergelijk op
duurzaamheid gericht perspectief op de toekomst
verbindt ons met mensen die wij nog niet fysiek
kunnen waarnemen. Zij verbindt ons met de aarde en
haar vruchten, met de bewoners van die aarde en met
de bron van alle leven ‘zolang er mensen zijn op aarde’,
zoals het in een van de liederen van Huub Oosterhuis
wordt gezegd. De eerste strofe van dat lied verwoordt
de kern van wat een christelijke spiritualiteit van de
duurzaamheid kan zijn:
Zolang er mensen zijn op aarde,
zolang de aarde vruchten geeft,
zolang zijt Gij ons aller Vader,
wij danken U voor al wat leeft.
Peter Nissen
(Dit artikel is een ingekorte bewerking van het tweede deel van het
artikel ‘Een kleine spiritualiteit van de duurzaamheid’, verschenen
in het tijdschrift Speling, jaargang 68 (2016), nummer 1, pp. 8-15.)
Gemeenschapsopbouw Zoals beloofd ook dit keer een artikeltje met aandacht
voor Nijmegen Green Capital, maar ik wil u ook
informatie geven over enkele andere zaken die met
gemeenschap en opbouw te maken hebben.
Op Tweede Paasdag heeft in de ruimte van het STIP
een Paaslunch, georganiseerd door de ‘Ontmoetings-
groep Oost’, plaatsgevonden waarbij ongeveer 50
mensen aanwezig waren. Velen waren daar op
uitnodiging van Hans Hamers of Jan van der Wal, die
op dinsdagmiddag nog altijd een luisterend oor bieden
aan mensen met levensvragen of gewoon aan mensen
die hun hart willen luchten. Het was een mooie
bijeenkomst. Jan heeft aan het begin iedereen welkom
geheten en een Paasgedicht voorgelezen, waarna
heerlijke soep opgediend werd en ieder van het buffet
kon nemen. Er ontsponnen zich gezellige gesprekken
en soms was stil naast iemand zitten genoeg.
Opmerkelijk dat je toch een ‘band’ krijgt in zo’n groep.
Laatst fietste ik iemand voorbij met wie ik geen woord
gewisseld had tijdens de lunch (ik had er slechts
tegenover gezeten) maar er was wel herkenning
tijdens de fietsontmoeting, en we glimlachten naar
elkaar. Mij deed dat goed en ik hoop haar ook. Elders
in dit nummer vindt u een verslag van één van de
deelnemers.
Rond Pasen is ook het derde nummer van het
Stefanusblad verschenen. De Dominicuskerk was
prominent op de omslag aanwezig, en enkele
statieschilderijen van Ted Feelen waren binnenin te
bewonderen. Vooral de middenpagina, de opstanding
uit het graf, waarbij Jezus omringd wordt door de
zonnige ochtendglans, gaf het paasbeeld mooi weer.
Het blad is vooral gemaakt voor mensen die niet
regelmatig een kerk bezoeken. De Stefanusparochie,
waar Effata onderdeel van is, probeert door deze
uitgaven mensen ervan bewust te maken dat ‘Kerk’
meer betekent dan op zondag naar vieringen gaan. Dit
keer lag de focus op nepnieuws en het verhaal van
Jezus waarin ‘goed nieuws’ en hoop voor iedereen
centraal staan
Green Capital Bij hoop voor de toekomst hoort hoop op een wereld
die nog lang zal bestaan. Binnen Effata zijn
verschillende mensen bezig met heelheid van de
schepping. In vieringen wordt er aandacht aan besteed
en in werkgroepen wordt het item ook telkens
aangestipt. Anton van der Meer (tuingroep) heeft
contact gehad met de gemeente om meer informatie
te krijgen over insecten- en/of bijenhotels, en om
adviezen te krijgen over een geschikte plaats om die
hotels rondom het kerkgebouw of in de pastorie-tuin
te plaatsen. Elders in dit blad leest u hier meer over.
Enkele insectenhotels zijn te bekijken achterin de kerk.
Bij de lunch in maart werd beleg gepresenteerd met
kortingssticker in verband met houdbaarheid. Zo is
voorkomen dat goede producten weggegooid worden.
En ze smaakten uitstekend!
En dan nu de volgende challenges!
Mei (thema Duurzame Evenementen) Grote festivals
organiseert de Effatalocatie niet, maar we kunnen wel
stilstaan bij wat we wél doen, zoals bijvoorbeeld het
koffiedrinken na de viering. Gebruiken we bioplastic

12
bekertjes/papieren bekertjes of is het toch beter
kopjes af te wassen? Kortom stilstaan bij wat je doet
en de vraag stellen of het ook duurzamer kan. Tijdens
de maanden mei en juni is het de bedoeling dat bij
verschillende kerkgebouwen in Nijmegen een banier
wordt opgehangen met een tekst waaruit blijkt dat de
kerken in Nijmegen zich wederom buigen over hoe om
te gaan met de heelheid van de schepping. De Raad
van Kerken ondersteunt deze actie.
Juni (thema Energie Opwekking) U weet dat er in de
pastorie studenten wonen. Binnenkort wordt daar de
keuken verbouwd en het is de bedoeling dat in de
nieuwe keuken gasvrij gekookt gaat worden. Hoe de
energie voor het koken tot stand gaat komen is nog
niet zeker. Ik vraag, voor de gein met serieuze
ondertoon, door zonnepanelen op het dak van de
pastorie in de vorm van een kruis? Zonnepanelen op
uw eigen dak is ook een optie. In het vorige blad was
al aangekondigd dat op donderdag 21 juni eenieder in
Nijmegen wordt gevraagd één stuk vuil op te ruimen.
Samen opruimen is wellicht veel gezelliger. Daarom
een oproep om op die dag samen rondom het
kerkgebouw zwerfvuil/papier/fruitafval op te ruimen.
Wie helpt mee? Intekenlijsten liggen vanaf eind mei
achter in de kerk. Materiaal om het vuil te verzamelen
wordt door de DAR ter beschikking gesteld. Er worden
ook buurtgenoten gevraagd mee te helpen. Het
opruimen gebeurt niet de gehele dag, maar één tot
anderhalf á twee uur. Daarna brengen we het DAR-
materiaal naar onze buurlocatie de Antonius van
Padua, die vervolgens het stokje/materiaal weer
doorgeeft aan de Maria Geboorte. Ik ben benieuwd
hoeveel ‘Stefanusvuil’ verzameld kan worden.
Dan nog een tip om in uw agenda te noteren: vrijdag
9 november is door de Raad van Kerken verkozen
om aandacht te schenken aan het thema
verduurzaming van onze samenleving. Dat zal
gebeuren tijdens een symposium ( 13.00 uur – 17.00
uur) waarop enkele interessante sprekers het woord
voeren. Kunt u niet wachten tot dan, bekijk dan de
volgende site: http://www.stichtingoikos.nl/netwerk-
theologie-en-duurzaamheid/
Namens de brainstormgroep rondom Green Capital en
namens de kerngroep gemeenschapsopbouw
Joyce Nissen
PS Vergeet u niet vast te leggen als u ‘iets duurzaams’ doet, en het
materiaal in de groene box achter in de kerk te deponeren?
Paasbrunch in STIP-
Oost Pasen, tijd om iets leuks te doen met je vrienden of
familie. Maar wat als je die niet meer hebt? Of als je je
niet met je familie verbonden voelt? Dan moet je er
zelf op uit om een plek te vinden waar je dat gevoel
krijgt! En deze plek was er 2 april in STIP-Oost, waar
ik kon genieten van een heerlijke paasbrunch.
Met een aantal dames van het brei-clubje ‘Steekje los’
ben ik ernaar-
toe gegaan, en
werden wij
allerhartelijkst
ontvangen. De
brunch was
goed verzorgd
en werd druk
bezocht door
een bont
gezelschap. Er
werd een mooi gedicht voorgelezen en onder het genot
van heerlijk eten gingen we met elkaar in gesprek.
Wat goed en waardevol dat de mensen van de
Dominicuskerk dit toch elke keer weer organiseren!
Jeen van Beek
Een gastvrije kerk
Nijmegen, Green Capital, groene hoofdstad.
De stad is er niet alleen voor mensen maar ook voor
planten, dieren en insecten. Er zijn verschillende
initiatieven ontstaan vanuit de Green Capital
Challenges (uitdagingen) om de biodiversiteit in de
stad te vergroten. Zo komen er enkele tientallen grote
insectenhotels in Nijmegen te staan bij bedrijven en
organisaties, en met bewoners is er gezorgd voor extra
nestkasten voor de gierzwaluwen. Ook de
Effatagemeenschap doet hieraan mee: in de
pastorietuin zijn drie hotels geplaatst voor hommels,
lieveheersbeestjes en solitaire bijen. Er zijn 165
soorten bijen die niet in
een bijenkorf wonen. Het is
de bedoeling dat deze
insecten na het verzamelen
van honing en stuifmeel
zich te rusten leggen in het
hotel, dat vele kamers
heeft. Daar mogen ze een
eitje achterlaten en zo de
volgende generatie
creëren. Het is daarbij
oppassen dat spechten en
kraaien dit hotel niet als
snackbar gebruiken. Zij
moeten hun kostje maar
elders opscharrelen.
Parochianen kunnen in hun tuin ook een hotel
ophangen, in de stralen van de middagzon en in de
buurt van nectar houdende planten en bomen: kers,
appel, tijm, rozemarijn en andere.
Anton van der Meer
Hotel bij de Hannie Geelen druif

13
Boekbespreking Paul van Tongeren, Rob van Woerkom (red.), Opnieuw
gelezen. Hedendaagse schrijvers over de parabels,
Uitgeverij Klement, 2017, 186 pagina’s, ISBN 978 90
8687 203 9
Vorig jaar vierde de Antonius van Paduagemeenschap
haar 100-jarig bestaan. In het kader van dit jubileum
ontstond de gedachte om aan de hand van parabels te
laten zien hoe mensen zich al
eeuwenlang laten aanspreken
en inspireren door verhalen.
Aan ruim 25 schrijvers werd
een lijst voorgelegd van 40
parabels met de vraag om er
een eigen, dus eigentijdse,
uitleg aan te geven, dan wel
commentaar te leveren of er
een nieuwe versie van te
schrijven. De reacties waren
enthousiast en het resultaat
was een prachtige bundel met
25 verschillende teksten uit het Nieuwe Testament.
Veel auteurs zijn geen onbekenden in de
Effatagemeenschap. Ik noem slechts enkelen: Erik
Borgman, Ria van den Brandt, Stijn Fens, bisschop De
Korte, Paul van Tongeren en Colet van der Ven. Bijna
elke auteur heeft een andere parabel gekozen, maar
Matteus en Lucas zijn veruit favoriet. Slechts één keer
viel de keuze op Johannes en Marcus.
Het is niet eenvoudig om Opnieuw gelezen als boek te
bespreken. Elke bijdrage staat op zichzelf. Elke auteur
heeft een eigen hoofdstuk, dat begint met het citaat
uit de door hem of haar gekozen parabel. Het is
hierdoor niet noodzakelijk het boek te lezen in de
gepresenteerde vorm. Zelf liet ik me in eerste instantie
leiden door de nieuwsgierigheid naar sommige
auteurs. Hoewel de bijdragen onafhankelijk van elkaar
zijn geschreven, viel mij door het boek heen toch een
rode draad op. Velen hebben op een of andere wijze
‘hun’ parabel verbonden met het thema
‘barmhartigheid’. Misschien geïnspireerd door het
Heilig Jaar van De Barmhartigheid? De manier waarop
‘barmhartigheid’ in de commentaren tot uiting komt,
laat in ieder geval zien hoe actueel parabelteksten ook
in onze tijd nog zijn.
Ignace Schretlen doet naar aanleiding van Lucas
10:33-35 een bekentenis over een nalatigheid die hij
als arts heeft begaan. Maar gelukkig kreeg hij een
herkansing. Stijn Fens beschrijft hoe hij met een groep
journalisten in Rome op weg is naar het beeld van de
Goede Herder in het Vaticaans Museum, als hij
ongewild op het St. Pietersplein terechtkomt in een
stroom toeristen, wachtend op paus Franciscus. En
ongewild laat hij zich als een schaap leiden tot aan het
hek waar de paus langs zal komen. ‘Zonder Johannes
10, geen Lucas 15,’ bedenkt hij en hij zoekt via google
op zijn telefoon de catechese op die de paus uitsprak
over barmhartigheid bij de opening van het bijzonder
Heilige Jaar. Als de paus hem passeert gebeurt er iets
bijzonders. ‘Hij lijkt mij aan te kijken’, schrijft
Fens,’maar dat kan ook verbeelding zijn.’ Hij heeft in
ieder geval niet meer de behoefte om het beeld van de
goede Herder op te zoeken …
Hoopvol en bemoedigend vond ik de bijdrage van
monseigneur Gerard de Korte (Lucas 15:11-32). Hij
verwijst naar kerkvader Ambrosius: ’waar
barmhartigheid is, is Christus aanwezig. Waar rigiditeit
heerst, zijn slechts ambtsdragers’. Naast een milde en
barmhartige omgang met de medemens pleit De Korte
voor dezelfde omgang met de schepping. Verwijzend
naar het ‘Zonnelied van Franciscus’ (dat was afgedrukt
in het vorige nummer) roept hij op tot een cultuur van
barmhartigheid. Ontroerend vond ik het hoofdstuk
’Brief aan Matteus’ (Matteus 25:35-36) door Anton van
Kalmthout. Hij schrijft: ‘Beste Matteus, ik schrijf deze
brief niet voor mijzelf, maar namens de vluchtelingen
die in Griekenland, Italië, of waar dan ook in de wereld
in de steek worden gelaten … Als u ooit nog eens in de
gelegenheid ben om uw parabel te herschrijven, wilt u
dan ook benadrukken dat uw parabel niet alleen een
opdracht is tot het doen van barmhartigheid, maar ook
tot het doen van gerechtigheid?’
Deze en de overige bijdragen in het boek tonen aan
dat parabelteksten inderdaad veel rijker zijn dan wat
één iemand ervan kan vinden. Dat was ook de opzet
van de samenstellers van de bundel, Paul van
Tongeren en Rob van Woerkom. Maar ze vinden dan
wel dat de parabels steeds opnieuw gelezen moeten
worden. Ik vind dat hun boek ook uitnodigt om steeds
opnieuw te worden gelezen. Ik merk dat ik er
regelmatig met plezier naar grijp om er zomaar een
hoofdstuk uit te pakken. Door de kortheid, bondigheid
en originaliteit nodigt elk hoofdstuk uit tot telkens
opnieuw nadenken, mediteren en inspireren.
Betty Smits van Sonsbeek
De held als icoon Enige weken terug overleed Winnie Mandela, Zij was
jarenlang één van de grote strijders tegen apartheid,
samen met, maar zeker ook namens haar man Nelson
Mandela, die een lange periode in de gevangenis zat.
In de jaren negentig raakte ze betrokken bij
schandalen; in 1996 scheidden Nelson en Winnie. De
Nederlandse (digitale) media boden me genuanceerde
stukken over de mooie en minder mooie kanten van
haar leven. Maar in de Zuid-Afrikaanse media kreeg
vooral de heldin Winnie Mandela aandacht.
Begrijpelijk, maar het deed me nadenken over
heldendom en de relativiteit ervan.
Afgelopen jaar zijn nogal wat helden van een voetstuk
gevallen. De oorlogsheld Marco Kroon, ooit
onderscheiden voor ‘moed beleid en trouw’, is
meerdere keren negatief in het nieuws geweest. De

14
wielrenner Christopher Froome blijkt ook on-
geoorloofde middelen te gebruiken. De medewerkers
van hulporganisatie Oxfam hadden pleziertjes ten
koste van de mensen die ze geacht worden bij te staan.
Biografen van Alberdink Thijm en Lucebert legden
genadeloos mindere kanten van deze literaire
grootheden bloot. De Birmese regeringsleider Aung
San Suu Kyi won ooit de Nobelprijs maar stond
afgelopen jaar een massamoord op een
bevolkingsgroep in haar land toe. In dit rijtje zou zelfs
de paus kunnen staan, ware het niet dat hij zijn
vergoelijking van het wangedrag van een Chileense
priester heeft ingetrokken.
Ook al blijkt vaak dat helden gewone mensen zijn,
steeds weer duiken ze op. Op het voetbalveld, in de
muziek en ook in de politiek. Rond vier en vijf mei
herdenken we de mensen die stierven voor onze
vrijheid, waaronder de verzetshelden. Zeker zullen
daarbij mensen geweest zijn die minder nobele
motieven hadden. Misschien waren enkelen
gefascineerd door Stalin, en waren er roekelozen, die
te onvoorzichtig optraden. Maar ze staan in ons
bewustzijn als mensen die hun leven gaven in de strijd
tegen het grote kwaad. En denk eens aan de apostelen,
die na Pinksteren met heilig vuur de wereld introkken.
Gemeenschappelijk aan al deze mensen is, dat zij
onvoorwaardelijk geloofden in de goede zaak en bereid
waren daarvoor offers te brengen.
Dat geloof in de goede zaak verdient aandacht. Wij
leven in een tijd van relativering. Bij ieder waarde-
oordeel plaatsen we al snel een kanttekening, bij
iedere overtuiging is er een ‘maar’. Helden zijn mensen
die, als het gaat om echt belangrijke zaken, een
‘onvoorwaardelijke overgave’ hebben. Dat kunnen
grote zaken zijn, maar ook kleinere zaken. Iemand die
jarenlang in vanzelfsprekendheid de zorg voor een
zieke in de omgeving op zich neemt en iemand die
zonder te klagen een ziekte geduldig draagt mogen wel
als ‘stille held’ gelden. Al deze mensen dragen iets
belangrijks uit, dat groter en krachtiger is dan het
dagelijkse doormodderen met kleine beslommeringen.
Je zou kunnen zeggen dat in de held belangrijke
eigenschappen naar voren komen. Als mijlpalen steken
ze boven de onoverzichtelijke wirwar van het leven. In
het bewonderend kijken naar hen staat het leven even
stil; ze herinneren ons aan wat echt belangrijk is. In
de vaste uitdrukking daarvan zijn ze een soort icoon.
Marcel Becker
De vastenmaaltijd van
2018 Op dinsdag 6 maart genoten ongeveer 30 mensen van
een sobere maar desondanks erg lekkere maaltijd,
bereid met kruiden zoals ze op Sri Lanka, het vroegere
Ceylon, worden gebruikt. Waarom Sri Lankaans?
Omdat het vastenactie-project van Effata dit jaar
draait om een school waar verwaarloosde kinderen
worden opgevangen: de Bentota Buddhist Social
Welfare Institution. De bibliotheek van deze school
krijgt een opknapbeurt met nieuwe leermiddelen en
computers voor een bedrag van € 3000,-.
We werden welkom geheten door Anton van der Meer.
‘Het leuke van de vastenactieprojecten is, dat ze je
herinneren aan de Nederlandse invloed op de
wereldgeschiedenis’. Sri Lanka is een eilandstaat in de
Indische Oceaan, ten zuidoosten van de punt van
India. In 2017 zijn er 22.409.381 inwoners. Omdat het
eiland op de grote zee-routes tussen west- en zuid-
Azië ligt, kwam het in de invloedssfeer van de
boeddhistische religie (ontstaan in de vijfde eeuw voor
Christus). In Sri Lanka is 69% van de bevolking
boeddhist. Anno 2018 is het een multireligieus land,
waar ook plaats is voor het hindoeïsme (7,1%), de
islam (7,6%) en het christendom (6,2%).
Ceylon kreeg te maken met diverse koloniale
overheersers. In 1505 kwamen de Portugezen, die
bleven tot 1658. Ze werden gevolgd door een eeuw
Nederlandse aanwezigheid van de VOC. In 1796
nemen de Britten het eiland over van de dan in
onrustig vaarwater verkerende Nederlandse Bataafse
Republiek. De Britten hebben veel Tamils uit India
gehaald. Deze stonden bekend als hardere werkers
dan de lokale bevolking, die theeplukken onder de hete
zon niet zo aantrekkelijk vond. Je kunt het vergelijken
met de Polen die hier asperges, tomaten en aardbeien
komen plukken, waarvoor Nederlandse werklozen niet
beschikbaar zijn.
Na deze historische inkijk zoomt Alex Oostvogel verder
in op het vastenactieproject dat door zijn broer Frits in
1975 is gestart. De familie Oostvogel heeft het project
voortgezet nadat Frits in 1980 is overleden. In een
diapresentatie worden beelden getoond van het
alledaagse reilen en zeilen en activiteiten in de
klaslokalen en de bibliotheek van de Bentota Buddhist
Social Welfare Institution. Een tiental jaren geleden
heeft Alex van de HAN 50 computers gekregen die aan
het centrum zijn geschonken. Die moeten inmiddels
vervangen worden, waarvoor deze vastenactie wordt
gehouden. Kinderen krijgen er tussen hun 5e en 16e
jaar onderwijs, zodat ze hun levensomstandigheden
kunnen verbeteren. Na hun 16e worden zij nog
gevolgd, onder andere om te voorkomen dat ze geen
of matig gebruik maken van het geleerde, en
terugvallen in slechtere omstandigheden. Er worden
geen ambachten als houtbewerking of coupeuse
geleerd. Kinderen komen doorgaans alleen naar school
voor onderwijs. Alleen als thuis wonen bezwaarlijk is
door de huiselijke omstandigheden kunnen zij intern
wonen. Het geld dat wordt gedoneerd, mag uitsluitend
uitgegeven worden aan leermiddelen, niet aan eten of
medicijnen. In een schriftje worden de gedane
uitgaven nauwkeurig verantwoord. De kinderen komen
uit doorgaans arme tot zeer arme gezinnen. Er wordt

15
geen onderscheid gemaakt tussen boeddhistische,
hindoeïstische, islamitische of christelijke achtergrond.
Ondanks de armoede wordt vastgehouden aan het
dragen van uniforme kleding, een extra kostenpost
voor de gezinnen. Ook dit bevordert een gevoel van
onderlinge gelijkwaardigheid, geeft eigenwaarde, en is
bovendien hygiënisch.
Na deze kennismaking met het vastenactieproject is
het tijd om te proeven van een Singalese maaltijd,
door ijverige handen toebereid. Gezamenlijk zingen we
het lied ‘Een mens te zijn op aarde’, waarna Hans
Hamers ons voorgaat in een voor deze avond zeer
toepasselijk Onze Vader:
Onze Vader die in de hemel is en onze Vader op
de aarde, Uw naam worde geheiligd.
Weest gezegend, niet alleen onder christenen, ook
onder moslims en boeddhisten, hindoes en al wie maar
gelooft. Allen dragen de tekenen van U en ook de
heerlijkheden van ons land: de rivieren, wouden,
rijstvelden en theetuinen én zijn mensen zijn prachtig
in uw ogen.
Uw rijk kome, onzichtbaar in de hemel, zichtbaar in
Uw volk. Een rijk van liefde, vrede en gerechtigheid.
Een rijk dat niet overal is te zien in Sri Lanka, en waar
niet allen Uw liefde, vrede en gerechtigheid beleven.
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel
Uw wil kan niet worden genegeerd, maar hangt toch af
van onze instemming. Het is géén Goed Nieuws,
wanneer harde werkers onderbetaald worden;
Wanneer vrouwen als minderen worden behandeld;
Wanneer kinderen nog op straat leven en geen kansen
krijgen.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
Rijst is ons dagelijks brood in Sri Lanka. Geef ons het
voedsel dat wij nodig hebben om te blijven leven: onze
dagelijkse portie rijst en het voedsel van Uw woord,
dat ons staande houdt en gaande houdt in alle
moeilijkheden.
Vergeef ons onze schulden
Onze verblinde verwaarlozing van de armen in ons
midden; Onze stilzwijgende instemming met het
onrecht; Onze uitbuiting van de zwakkeren onder ons;
Onze aandacht voor alleen de leden van onze eigen
groep.
Zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren
Heer, minderheden zijn als vreemdelingen in ons eigen
land. Maar we denken aan uw liefde en barmhartigheid
voor allen, aan uw zorg voor uitgestotenen en verloren
schapen. Wij doen een beroep op U, wanneer wij
onszelf verplichten te vergeven, zoals u ons vergeeft.
Leid ons niet in beproeving
Beproef ons niet boven onze krachten, en lever ons
niet over aan duisternis en onbezonnenheid. Laat niet
toe te denken dat het allemaal niet veel uitmaakt of
dat er toch geen alternatief is.
Maar verlos ons van het kwade
Heer, wij kijken naar U op als onze Redder, die ons
bevrijdt uit iedere verslaving: Verslaving aan een
mentaliteit die geen verandering verdraagt; Verlos
ons, Heer, want van U is het Koninkrijk en de kracht
en de heerlijkheid, in eeuwigheid.
Amen.
De kookprinsessen hebben eer van hun werk; de
pannen zijn tot op de bodem leeg. Nadat de
collectemandjes zijn rondgegaan kan een bedrag van
€ 308,05 overhandigd worden. Als dank voor allen die
deze avond mogelijk hebben gemaakt leest Anton het
gedicht van Ivo de Wijs voor: ‘Vakantie’. Waarna ieder
tevreden huiswaarts keert.
Ceciel Rutten en Anton van der Meer
Kunstuitstapje Effata op 14 juni 2018 We hebben laatst met enkele Effata mensen bij elkaar
gezeten om de mogelijkheid te verkennen om volgend
jaar de catechese-activiteit ‘Kunst en Religie’ nieuw
leven in te blazen. Er zijn daarover al leuke ideeën
geopperd maar het is nog iets te voorbarig om nu al
met concrete informatie hierover te komen. Zodra die
er is hoort u van ons.
Als ‘smaakmaker’ voor bovengenoemde catechese
activiteit hebben we bedacht ook dit jaar al iets te
organiseren in het kader van ‘Kunst en Religie’. Wij
(Annelies de Rooij, Joyce Nissen, John Zuure en Ger
Gerrits) hebben het voornemen wanneer daarvoor in
de Effata gemeenschap interesse bestaat, een
parochie-uitstapje te organiseren naar het Museum
voor Religieuze Kunst in Uden(NB).
Dit museum is gevestigd in de vleugel van een abdij
die al sinds 1713 bewoond wordt door volgelingen van
Brigitta van Zweden. Het biedt plaats aan een
uitgebreide bijzondere religieuze kunstcollectie. Zo zijn
er onder meer talloze iconen, prentjes en schilderijen
te bezichtigen maar ook beeldhouwwerken en
handschriften. Bovendien is er in de periode dat wij er
heen gaan, een bijzondere tentoonstelling ‘FEEST IN
DE ABDIJ’.
We denken aan een bezoek van ongeveer 2 uur. We
zorgen voor een rondleiding en drinken er ook een
Vastenmaaltijd

16
kopje koffie. Daarna gaan we gezellig lunchen in
Schaijk. U dient er rekening mee te houden dat u 1
kilometer kunt lopen. Twijfelt u aan deelname in
verband met uw mobiliteit neemt dan even contact op
met Joyce Nissen of Ger Gerrits.
Het uitstapje vindt plaats donderdag 14 juni
aanstaande. We vertrekken om 10.00 uur ’s morgens
en zijn waarschijnlijk rond 15.30 uur terug in
Nijmegen. We reizen met eigen auto’s. Enkele Effata
mensen stellen hun auto hiervoor beschikbaar.
Parochianen met een museumjaarkaart kunnen gratis
naar binnen, anderen betalen € 6,00. Exclusief de
toegangsprijs voor het museum bedragen de kosten
voor dit uitstapje € 17,50.
Informatie over dit Effata uitstapje (met daarbij een
inschrijfstrookje) ligt ook achter in de kerk. Strookje
en inschrijfgeld kunt u inleveren bij Joyce Nissen of Ger
Gerrits. U moet zich aanmelden vóór maandag 14
mei.
Namens de organisatie van het Effata-uitstapje,
Ger Gerrits
Iconenzegening Donderdag 12 april werd een succesvol werkjaar van
de Werkgroep Iconenschilderen in onze
Effatagemeenschap in de dagkapel afgesloten met de
zegening van de iconen die dit jaar waren
geproduceerd. Het was alles bij elkaar een hele
productie, zeker als men bedenkt dat sommige
deelnemers hun icoon nog niet zover af hadden om
hem in te zegenen ...
Voor het eerst hebben we dit seizoen gewerkt in het
noordertransept van de kerk. Met twee bouwlampen
was er voldoende licht, en in de winter hebben we elke
keer eventjes de verwarming aangezet. Over het
algemeen was men best tevreden over deze ruimte:
ieder kon zijn of haar benodigdheden ruimer uitstallen,
en verder inspireerde deze ruimte tot een rustige,
meditatieve en stille manier van werken. Komend
seizoen stoppen een paar mensen, maar er komen ook
mensen bij, zelfs van buiten onze Effatagemeenschap.
De Werkgroep staat open voor iedereen die kennis wil
maken met het op een eenvoudige manier schilderen
van iconen. Vandaar dat mensen meedoen van andere
locaties van de Stefanusparochie en daarbuiten.
Bij de inzegening waren zo'n twintig mensen aanwezig,
en het werd een mooie, aandachtige viering van een
klein half uur. De iconen werden bewierookt, en door
het zegenende handgebaar werden de iconen geen
geschilderde plankjes meer, maar ‘méér dan kleurige
schilderingen’, zoals Maria Voss in haar inleiding
vertelde. ‘Iconen worden wel “vensters op de hemel”
genoemd of “vensters op de eeuwigheid”. Je zou ook
kunnen zeggen: het zijn vensters op de wereld zoals
de Eeuwige die bedoeld heeft’, aldus Maria Voss. ‘En
daarmee vertellen ze iets van God zelf. Daarom
nodigen iconen uit tot stilte, tot gebed.’
De iconenzegening werd afgesloten met een kop koffie
of thee met daarbij een stuk taart, want de Werkgroep
bestaat 10 jaar. Daarom was het leuk dat er ook oud-
deelnemers aanwezig waren en mensen die uit
belangstelling de viering bijwoonden. Het was een
mooie afsluiting van een mooi iconenjaar. In
september starten we een nieuw seizoen.
Willem Pelser
Kort Allerlei Zomernummer Het komende nummer, dat uitkomt de eerste week van
juli, is een kort zomernummer. Hierin treft u alleen de
noodzakelijke mededelingen.
Eckhartlezing2018
ALBERTINUMGENOOTSCHAP door Welmoed Vlieger
donderdag 24 mei 2018
HET WAAROM VAN DE VRIJHEID
Let op gewijzigde aanvangs- en
sluitingstijd19.30 uur tot 21.30 uur
Het waarom van de vrijheid
Over onze individuele vrijheid hebben we op het eerste
gezicht weinig te klagen. Vrijheidsrechten zijn in onze
moderne samenleving essentieel en maken het
mogelijk het leven geheel naar eigen inzicht vorm te
geven. Tegelijk lijken we voorbij te gaan aan de vraag
wat nu precies de inhoudelijke rechtvaardiging is voor
die zo felbegeerde vrijheid. Wat zijn de dieperliggende
bronnen waaruit we deze hoge waarde putten? En
kunnen wij mensen de vrijheid eigenlijk wel aan? Aan
de hand van het gedachtegoed van Dostojewski en
Meister Eckhart zal tijdens de lezing een nieuw en
ander perspectief op het vrijheidsbegrip naar voren
worden gebracht waarin ‘ontvankelijkheid’ de sleutel
is.
Welmoed Vlieger (1976) heeft Wetenschap van
Godsdienst & Levensbeschouwing en daarna
Wijsbegeerte gestudeerd. Zij specialiseerde zich
tijdens haar studies in het gedachtegoed van Meister
Iconenzegening

17
Eckhart. Momenteel werkt zij aan een
promotieonderzoek over innerlijkheid en politiek aan
de VU. Zij is daarnaast freelance spreker / publicist en
columnist voor dagblad Trouw.
De Eckhartlezing wordt georganiseerd door het
Albertinumgenootschap in samenwerking met de
Effata-parochiegemeenschap Nijmegen.
Algemene informatie
De lezing wordt op donderdag 24 mei 2018
gehouden in de zijkapel van de Dominicuskerk te
Nijmegen, uitsluitend bereikbaar via de hoofdingang
aan het kerkplein, Prof. Molkenboerstraat 5.
De lezing begint om 19.30 uur; na een koffiepauze
rond 20.30 uur is er tot 21.30 uur gelegenheid om
vragen te stellen en opmerkingen te maken.
De entree bedraagt 10 euro.
Uw vriendenbijdrage stellen we op prijs op
bankrekening NL44 INGB 0000 1456 01 t.n.v.
Albertinumgenootschap Nijmegen (ANBI).
Albertinumgenootschap
Voorzitter: Dr. Paul Juffermans
Website: www.albertinumgenootschap.nl
Mail: [email protected]
Folders en informatie
Fons Fisscher, Kloosterstraat 1A
6581 XW Malden, 024-3581963
e-mail: [email protected]
Ans Metz, Prof. v. d. Heijdenstraat 36
6524 PX Nijmegen, 024-3228285
e-mail: [email protected]
Kroniek
Overleden Wilhelmina (Mimi) van Velp Op 30 maart, Goede Vrijdag, overleed in
Woonzorgcentrum Nijevelt, mevrouw Wilhelmina
(Mimi) van Velp. Zij werd 95 jaar. Zij was een geboren
en getogen Nijmeegse. De eerste helft van haar leven
woonde zij in de Jozef Israëlsstraat, daarna in de Prof.
Hoogveldstraat. Mevrouw Van Velp was de laatste uit
een gezin van dertien kinderen, waaronder haar
tweelingzus. Na de ULO was zij de aangewezene om
haar moeder te helpen in het huishouden. Zij was lief
en zorgzaam en maakte het mogelijk dat Huize Van
Velp jarenlang een zoete inval was. Zij was vaardig
met naald en draad en had een warme belangstelling
voor bloemen en planten. Een vrouw van alle
seizoenen. Ook van kleine dingen; reden waarom in de
afscheidsviering ‘Het zijn de kleine dingen die het doen’
werd gezongen.
Doordat haar zussen successievelijk het ouderlijk huis
verlieten, kwam er ruimte vrij. Die ruimte werd
ingenomen door mevrouw Cor Ingenhoven, als
kamerbewoonster. Dat was het begin van een
levenslange hechte vriendschap. Als twee bomen die
met hun kruinen steeds meer verstrengeld raken.
Bezoekers van de Dominicuskerk herinneren zich hen
als trouwe aanwezigen bij de vieringen – op de eerste
rij – en bij het samenzijn achter in de kerk. Mevrouw
Van Velp voelde zich in onze gemeenschap zeer thuis.
Zij had ook een grote betrokkenheid bij het wel en wee
van haar familie. Het overlijden van haar tweelingzus,
vijf jaar geleden, wierp een schaduw over haar leven.
Ongeveer een jaar geleden verhuisde zij met Cor naar
Nijevelt. Dat bleek een grote overgang te zijn, ondanks
de door hen zo gewaardeerde zorg in Nijevelt. Op 5
april is in de kapel van Huize Nijevelt afscheid genomen
van mevrouw Van Velp. Op Jonkerbos kreeg zij een
laatste rustplaats in het graf van haar ouders.
Hoop in een verdeelde
wereld Studiedag van de dominicaanse geledingen in de
Dominicuskerk.
Zo’n 80 dominicaans geïnspireerde mensen waren op
zaterdag 7 april in onze kerk te gast om met elkaar te
spreken over de tweedeling in de maatschappij. Van
Leeuwarden tot Rotterdam, uit heel het land kwam
men hier om te studeren en elkaar te ontmoeten.
Leo Oosterveen schetste de ontwikkeling in de
maatschappij in de afgelopen jaren: een aantal
tegenpolen worden sterker gevoeld: hoog- of
laagopgeleid, rijk of arm - waar is de middenklasse
gebleven? -, stad of platteland, liberaal of sociaal. In
tal van landen komt het populisme op: eigen volk
eerst. Er is grote betrokkenheid bij mensen die de
Middellandse zee in wankele bootjes oversteken, maar
er klinkt ook het geluid van ‘opvang in eigen regio’. Bij
de laatste verkiezingen bleek dit uit het groeiend
aantal lokale partijen en de neergang van het
vertrouwen in de landelijke politiek.
De dominicaanse missie is het, partij te kiezen voor
degenen die aan de onderkant van de samenleving
staan. Daarnaast is het belangrijk het gesprek aan te
gaan met de mensen die het populisme aanhangen. In
hun motivatie voor het populisme zit een element van
niet gekend en aanvaard te worden, en dat wordt
geprojecteerd op de vreemdeling, de gastarbeider, de
homoseksueel en andere mensen die buiten het
referentiekader vallen. Deze worden tot zondebok
gemaakt. Een zondebok wordt verdreven naar de
woestijn, neemt alle kwalen mee en verlost je ervan.
Was het maar zo eenvoudig ...
Hier tegenover stond het verhaal van Paul Oosterhoff
van het Huis van Compassie aan de Groenestraat.
Zo’n 500 mensen per jaar maken gebruik van het
Sociaal Spreekuur, waar men hulp krijgt bij het
verwerven van uitkeringen of het delgen van schulden.

18
Dit gaat in nauw overleg met de Gemeente Nijmegen
en zo’n zestal andere organisaties, onder andere het
Sociaal Maatschappelijk werk, de Fibon (Financieel
Beheer Ouderen Nijmegen) en Het Leger des Heils.
Terwijl de overheid steeds meer mikt op de
individualisering van de burger - je moet zelf je weg
vinden in het oerwoud van instanties - wordt in het
Huis van Compassie geoefend in nieuwe
samenlevingsvormen en onderlinge relaties om elkaar
te helpen.
In de middagsessie werd besproken welke
mogelijkheden en kansen er liggen voor iedereen
(individueel of gezamenlijk) om mee te gaan in de
stroom die tegenwicht biedt aan het populisme. Een
vriendelijk woord, een luisterend oor, tijd inruimen
voor elkaar; iedereen heeft dat nodig en kan zich zo
verzoenen met de harde eisen die de samenleving aan
ons stelt. In een afsluitende viering werd aan God en
aan elkaar gevraagd hiervoor inspiratie, kracht en
genade te ontvangen. Want: moge het zo zijn.
Anton van der Meer
Gegeven leven
Ik héb, zeggen wij.
Jou is gegéven, zegt de Schrift
Ik zie, zeggen wij.
Jou is verschénen, zegt het Evangelie.
Ik hóór, zeggen wij.
Je wordt áángesproken, zegt de
profeet.
Ik heb een beroep.
Je wordt geroepen, zegt de religieus.
Ik heb talent, zeggen ze.
Het is een gave, zegt je beter-weten.
Wij némen kinderen.
Kinderen zijn gekregen,
zegt het lieve leven.
Je denkt het leven te maken.
In feite is het leven
in de grond gegeven
Peer Verhoeven
(Uit: De Roerom ,maart 2018)

19
Effata Dominicuskerk
Prof. Molkenboerstraat 7
6524 RN Nijmegen
024-3 65 60 69
IBAN NL 29 ABNA 0436 6614 46
t.n.v. Effataparochie
www.effataparochie.nl
Onderdeel van Stefanusparochie
Berg en Dalseweg 40
6521 JJ Nijmegen
www.stefanusparochie.nl
Bereikbaarheid
Pastoraal team Effata
Frits Muller
024 - 3483846
René Klaassen
024 - 3562968
Hans Hamers
06 - 19573987
Parochieadministratie /
Secretariaat
Prof. Molkenboerstraat 7
6524 RN Nijmegen.
van dinsdag t/m donderdag
van 10.00 tot 12.30 uur
024-3656069 [email protected]
Voor spoedgevallen buiten deze
uren
Rudie Luiken
06-21547952
Voor uitvaarten afspreken
06-48748727
Colofon
Redactie
Marcel Becker (eindredactie)
Hans Hamers
Elly Heuvel-Versteegen (opmaak)
Anton van der Meer
Betty Smits van Sonsbeek
Kroniek Fons Fiselier
Webmaster Ab Blom
E-mailadres
Verspreiding parochieblad
Ted Hoyng
Elly Voss 024–8480938
Activiteiten Agenda
MEI
zaterdag 5 19.00 uur
Viering Oud Kath. Kerk Dagkapel
zaterdag 5 11.00 uur
Bevrijdingsviering kerkplein
donderdag 10
Hemelvaart
dinsdag 15 14.00-15-30
Recollectie Pinksteren
Huiskamer en Dagkapel
woensdag 23 10.00 uur
Themaviering Dagkapel
donderdag 24 19.30-21.30 uur
Albertinumlezing Eckhart Dagkapel
zondag 27
10.30 uur Lunch na viering
JUNI
zaterdag 2 19.00 uur
Viering Oud Kath. Kerk Dagkapel
woensdag 20 10.00 uur
Themaviering Dagkapel
donderdag 14 10.00 uur
Kunstuitstapje Effata
zondag 24 10.30 uur
Lunch na Viering Vrijwilligersdag
Collecte Met Pinksteren is er een collecte voor de week van de Nederlandse Missionaris. Zij zetten zich wereldwijd in voor de ander. Vanuit hun geloof gaan zij de strijd aan tegen armoede en onrecht. Samen gaan zij op zoek naar perspectief en hoop,
op weg naar een betere toekomst en een wereld waarin iedere mens meetelt. Voor meer informatie: www.weeknederlandsemissionaris.nl Uw bijdrage kunt u storten op NL 30 RABO 0171 2111 11 ten name van WNM Den Haag.
Kopij volgend nummer - aanmelden vóór 12 juni - inleveren uiterlijk 27 juni - volgende aflevering 7 juli
Oplage circa 800 exemplaren
OPROEP
Wilt u informatie over verhuizing, geboorte, huwelijk en overlijden doorgeven aan het secretariaat van het
parochiecentrum: [email protected] Hartelijk dank voor uw medewerking.
Iemand bij u in de buurt, in de straat: ZIEK? EENZAAM? BEHOEFTE AAN EEN GESPREK?
Meld het bij het pastoraat of bij: Lou Tielkes 024-3226676 [email protected]
Willem Pelser 024-3772146 [email protected]

20
Datum 2018 Thema en viering Voorgangers Zang
zondag 6 mei 6e zondag van Pasen Kees Keijsper o.p. Samenzang
Eucharistieviering Josje Kruijsen Françoise Klaassen
10.30 uur Handelingen 10, 25-26. 34-35. 44-48 Frits Muller Wim Hendrickx
Johannes 15, 9-17
donderdag 10 mei Hemelvaart van de Heer Wim Rigters Schola
Agapèviering Betty Smits - van Françoise Klaassen
10.30 uur Handelingen der Apostelen 1, 1-11 Sonsbeek Ted Schoof o.p. Mc. 16, 15-20
zondag 13 mei 7e Zondag van Pasen Marcel Becker Schola
Agapèviering, diaconale zondag Koos Wilke Frits Muller 10.30 uur Handelingen 1, 15-17. 20a. 20c-26 Thea Stadlander
Johannes 17, 11b-19
zondag 20 mei Eerste Pinksterdag Gerard Verwoerd c.m. Schola
Eucharistieviering Pastor Hans Hamers Frits Muller 10.30 uur Handelingen 2, 1-11 Joseph Steenbrink
Johannes 15, 26-27; 16,12-15
zondag 27 mei Odeonviering Leden van Odeon Odeon
René Klaassen Annemiek van Nostrum
10.30 uur Françoise Klaassen
zondag 3 juni Feest van het H. Sacrament Kees Keijsper o.p. Schola
Eucharistieviering René Klaassen Frits Muller 10.30 uur Exodus 24, 3-8 Wim Hendrickx
Marcus 14, 12-16. 22-26
zondag 10 juni 10e zondag door het jaar Ineke van Cuijk o.p. Schola
Agapèviering, diaconale zondag Frits Muller Françoise Klaassen
10.30 uur Genesis 3, 9-15, Marcus 3, 20-35 Joseph Steenbrink
zondag 17 juni 11e zondag door het jaar Ed. Metz o.f.m. Samenzang
Eucharistieviering Betty Smits - van Frits Muller 10.30 uur Ezechiël 17, 22-24 Sonsbeek Ted Schoof o.p.
Marcus 4, 26-34
zondag 24 juni 12e zondag door het jaar Pastor Hans Hamers Schola Agapèviering, vrijwilligersdag René Klaassen Frits Muller
10.30 uur Jesaia 49, 1-6 Frits Muller Ted Schoof o.p.
Lucas 1,57-66.80
Zondag 1 juli 13e zondag door het jaar Kees Keijsper o.p. Schola
Eucharistieviering Sanneke Brouwers Frits Muller 10.30 uur Wijsheid 1, 13-15; 2, 23-24 Wim Hendrickx
Marcus 5, 21-43 of 21-24. 35b-43
zondag 8 juli 14e zondag door het jaar Pastor Hans Hamers Samenzang
Agapèviering, diaconale zondag Willem Pelser Françoise Klaassen
10.30 uur Ezechiël 2, 2-5 Thea Stadlander Marcus 6, 1-6
zondag 15 juli 15e zondag door het jaar Gerard Verwoerd c.m. Schola
Eucharistieviering Frits Muller Françoise Klaassen
10.30 uur Amos 7, 12-15, Marcus 6, 7- 13 Ted Schoof o.p.
Deze uitgave is financieel mede mogelijk gemaakt door
Klopper & Kramer Uitvaartcentrum Oud-Mariënboom www.KK.nl
Bloemisterij Het Molentje www.bloemisterijhetmolentje.nl
Janssen Repro www.janssenrepro.nl
Kookstudio en Catering ‘Uit-Koken’ www.uit-koken.nl
Natuursteenbedrijf G. van Leeuwe b.v. www.gvanleeuwe-natuursteen.nl