Vrouwenkracht

100
1 KEMPENSE VROUWENKRACHT IN 21 VERHALEN MET FOTO’S VAN AN NELISSEN

description

Verhalen van 22 Kempense vrouwen rond vrijwilligerswerk, met foto's van An Nelissen

Transcript of Vrouwenkracht

Page 1: Vrouwenkracht

1

kempense vrouwenkrachtin 21 verhalenmet foto’s van an nelissen

Page 2: Vrouwenkracht

2

Page 3: Vrouwenkracht

3

kempense vrouwenkrachtin 21 verhalenmet foto’s van an nelissen

Page 4: Vrouwenkracht

4

Redactie: Iris Baetens

Vormgeving: Vormingplus Kempen

Druk: www.gbmaes.be

Foto’s: An Nelissen

Publicatiedatum: maart 2009

ISBN 9789081162869

D/2009/11.195/1

Verantwoordelijke uitgever: Martine Coppieters, p/a Otterstraat 109/4, 2300 Turnhout

met de ondersteuning van

Page 5: Vrouwenkracht

5

kempense vrouwenkracht

Page 6: Vrouwenkracht

6

inhoudBarbara Dex .................................................................................. 11

Denise Verhaert ..................................................................................15

Dimp Van Hemelen, Flora Raskin & Luce Roeymans ........................ 19

Ellen Elalili .................................................................................23

Ellie Van Goethem ................................................................................. 27

Ine Theunissen .................................................................................35

Josepha Boogaerts .................................................................................39

Lieselotte Bartels .................................................................................43

Lieve Leppens .................................................................................47

Lisette Van Gorp ..................................................................................51

Marie-Augustine Diouf .................................................................................55

Mieke Daems .................................................................................59

Mireille Govaerts .................................................................................63

Myriam Pelckmans .................................................................................67

Pascale Raeymaekers ..................................................................................71

Ria Adriaensen ................................................................................. 75

Simonne Mermans & Marga Willems .........................................................79

Sonja Boeckx .................................................................................83

Tilly Thimm .................................................................................87

Judith Hiwat .................................................................................91

Page 7: Vrouwenkracht

7

inleidingDit boek is een initiatief van het platform Wereldvrouwenmars Kempen dat werd

opgericht in september 2004 naar aanleiding van de Wereldvrouwenmars in 2005.

Dit platform werd in het leven geroepen tijdens een infoavond over de

Wereldvrouwenmars in de Kempen.

Tijdens de periode 2004-2005 sensibiliseerde het platform de Kempen voor de eisen

van de Wereldvrouwenmars. Dit gebeurde door gezamenlijke initiatieven op te zetten

en deel te nemen aan provinciale, nationale en zelfs Europese activiteiten. Enkele

voorbeelden: de patchworkdag, een modeshow met eerlijke kleding, de actie Awa en

Mia in bedrijven, deelname aan de provinciale vrouwenmars, het organiseren van een

Kempisch slotevenement, de uitgave van twee edities van een wereldvrouwenkrant,...

Na afronding van het Wereldvrouwenmarsjaar besliste het platform om de werking

niet te stoppen maar de krachten verder te bundelen.

Momenteel maken de volgende organisaties deel uit van het platform Wereld-

vrouwenmars Kempen: 11.11.11-comité Geel, ABVV Mechelen+Kempen, ACV Kempen,

vzw AIF, vzw EVA, Herentalse Vrouwenraad, KAV, Linx+ Mechelen & Kempen,

Mondiale Raad Turnhout, OKRA Trefpunt 55+ Regio Kempen, VIVA-SVV vzw Provincie

Antwerpen, Vormingplus Kempen, Welzijnsschakels, Wereldraad Westerlo en

Wereldsolidariteit. Daarnaast zijn er een aantal verenigingen die ons een warm hart

toedragen en mee helpen bij promotie en activiteiten. Vormingplus Kempen is de

stuwende kracht achter dit platform, coördineert de werkzaamheden en zorgt ook

voor de grootste financiële input.

In 2007 nam het platform de nodige tijd om de bakens voor de toekomst uit te zetten

en dat resulteerde in ons groots project Vrouwenkracht.

Onlangs kreeg het platform een nieuwe naam en een nieuw logo: Vrouwenkracht

Kempen. De website www.vrouwenkracht.org werd in het leven geroepen en bundelt

alle informatie die met het project te maken heeft.

Gedurende drie jaar (2008-2010) werkt het platform Vrouwenkracht Kempen rond

het thema ‘Kempense vrouwenkracht’. De Kempen kent heel wat sterke vrouwen,

vrouwen die op één of andere manier engagement opnemen. En dat willen we met dit

project in de kijker zetten.

Het eerste wapenfeit van dit project heeft u nu in handen: een verhalenboek waarin

21 Kempense vrouwen getuigen over hun inzet en engagement. 21 vrouwen die zich op

vrijwillige basis sociaal engageren in onze regio, doen hun verhaal. Hun actieterrein

reikt van de vierdewereldbeweging tot de Wereldwinkel, van kookmoeder bij de Chiro

Page 8: Vrouwenkracht

8

tot vrijwilliger in het naaiatelier van het asielcentrum in Arendonk. Onder hen ook

Barbara Dex die vertelt over haar inzet voor de vzw Help Brandwonden Kids.

Voor enkele vrouwen is vrijwilligerswerk een deel van hun leven, ze leven voor hun

engagement. Voor andere, vaak jongere vrouwen is het engagement afgelijnd, het past

in hun leven, werk, gezin. In een tijd waarin de combinatie van werk en gezin al een

uitdaging op zich vormt, is elk bijkomend engagement een pluim waard. Sommige

vrouwen beleven hun engagement dan weer vanuit een diepgewortelde ideologie,

het streven naar een ideaalbeeld, vaak een betere wereld. Het is een drijfveer op

zich. Anderen verrichten wonderen op kleinere schaal, zonder morren, zonder grote

levensvragen, doe wel en zie niet om. Beiden zijn nodig en zinvol, de ene beleving is

niet meer waard dan de andere.

Er is één ding wat hen allen bindt: de passie voor wat ze doen. Vaak in de vereniging

gerold, van een klein beetje tot heel intensief, omdat het zinvol is, omdat ze resultaat

boeken maar vooral, omdat ze het graag doen. Elke vrouw vertelde mij dat ze het niet

zou kunnen volhouden als ze het niet zo graag deed.

Alle gezichten in dit boek, alle verhalen zijn inwisselbaar. Voor elke geselecteerde

vrouw zijn er honderden andere geëngageerde vrouwen die we niet hebben

opgenomen. Met dit boek willen we ‘dank je wel’ zeggen aan àlle vrouwen die

vrijwilligerswerk doen. Misschien ben jij één van hen… of misschien heb jij de kans

nog niet gehad om vrijwilligerswerk te doen en krijg je via deze verhalen ook goesting

om één of ander engagement op te nemen. Kortom, hebben we jouw verhaal gemist

of moet het nog geleefd worden, geen zorg, op onze website komt er in de toekomst

plaats voor meer verhalen.

Je vindt in dit boek tevens een interview met Louis Bruyninckx, de man van

Judith Hiwat. Judith is overleden in januari 2007. Judith was o.m. bezielster van de

allochtonenvereniging EVA, maar heel de Kempen kende haar als geëngageerde vrouw

die in elke parochiezaal wel eens gezorgd heeft voor multiculturele hapjes. Judith was

ook lid van ons platform. Haar engagement is nog steeds een voorbeeld voor velen

van ons. We willen dit boek dan ook liefdevol aan haar opdragen.

Viviane Schuer (Vormingplus Kempen) en

Iris Baetens (boodschapper van de godinnen)

maart 2009

Page 9: Vrouwenkracht

9

Page 10: Vrouwenkracht

10

Page 11: Vrouwenkracht

11

BarBara dex

help Brandwonden kids

Van veel recentere datum is haar engagement voor de vzw “Help Brandwonden Kids”,

een organisatie die zich specifiek richt tot de jongste slachtoffers van brandwonden.

Bezieler is Mollenaar Jo Mertens, zelf slachtoffer van zware brandwonden. Tijdens zijn

eigen pijnlijke revalidatie zag hij het schrijnende leed van kinderen met brandwonden.

Gespecialiseerd medisch personeel begeleidt deze kinderen met de grootste zorg. Maar

eens deze kinderen het ziekenhuis verlaten, wacht hen nog een zeer lange, moeilijke

en vaak erg dure periode. De vzw komt o.a. tussen met financiële hulp voor de

gezinnen die dat nodig hebben. Er is ook aandacht voor preventie via voordrachten en

lezingen op scholen en dergelijke voor kinderen met en zonder brandwonden.

Een kind met brandwonden laat geen mens onberoerd. Barbara heeft de organisatie

dan ook in haar hart gesloten.

“Ik heb zelf twee kinderen, ik word daardoor dagelijks geconfronteerd met de gevaren

van brandwonden. Wellicht is het daardoor dat ik er zoveel voeling mee heb. Zonder

verwijt naar de ouders of andere betrokkenen toe, een kind heeft er zelf nooit de

schuld aan, het had beschermd moeten zijn.”

er zijn

“Mijn rol is op zich beperkt tot er gewoon zijn op allerlei activiteiten zoals een

opendeurdag of bij de overhandiging van een cheque. Ik doe ook al eens een

benefietoptreden om geld in het laatje van Help Brandwonden Kids te brengen. Ik doe

allemaal leuke dingen. De ontmoeting met de kindjes en hun verhalen ontroeren mij

telkens weer. Ook al kennen die kleine dropkes mij meestal niet, ik merk dat het de

ouders helpt en ik kan voor publiciteit zorgen die de vereniging ten goede komt.”

In deze verhalenbundel zijn alle vrouwen gelijk en allemaal bv’s,

Bijzondere Vrouwen. Helemaal bv is Barbara Dex. Gesculptuurd

uit Kempens zand engageert zij zich als meter voor verschillende

organisaties uit de regio. De samenwerking met “De Schakel” uit

Balen, een instelling voor gehandicapten, dateert al van jaren terug.

Barbara komt de bewoners in de kerstperiode groeten, komt al eens

proeven van het resultaat na een kooknamiddag, foto’s signeren of

mee muziek beluisteren.

Page 12: Vrouwenkracht

12

Het engagement van Barbara Dex is

niet uit de lucht komen vallen. Zus

werkt in het Zwart Goor in Merksplas,

een dienstverleningscentrum voor

volwassenen met een handicap, broer

heeft het ook in zich om zich in te

zetten. Allen zagen ze het wellicht van

vader Marc Dex die zich altijd openstelt

voor iedereen.

“De keuzes van goede doelen die we

maken liggen in dezelfde lijn. Het gaat

om de mensen, om genegenheid en

aandacht geven. Doordat we van een

andere generatie zijn richten we ons

anders, hij treedt veel op in rusthuizen, ik

ben meer betrokken bij kinderen omdat

dat dichter bij mij staat. In het begin van

mijn carrière ging ik al eens mee naar

de oudjes. Ik haalde daar toen al erg veel

voldoening uit. Als we het liedje “jonger

dan je denkt” inzetten kon je tijdens de

turnbewegingen armen zien zwieren die

anders stil op de schoot blijven liggen.

Zoiets kunnen teweegbrengen bij mensen

geeft ontzettend veel voldoening. Een

goede knuffel aan iemand geven die je

niet kent en dan zien hoeveel deugd die

gedaan heeft is al even onbeschrijflijk.

Dat sociale aspect zit er bij alle Dexen in.”

van en voor de kempen

Ondanks al dat losse zand in de

ondergrond laten Kempenaars zich niet

gemakkelijk verplanten naar andere

landsgebieden. Hetzelfde geldt voor de

familie Dex.

“Naast de grote nationale initiatieven

zet ik mij haast uitsluitend in voor de

Kempen. Daar voel ik mij het best bij.

De mensen van de regio kennen mij, ze

weten wie ik ben, waar ik voor sta.

Page 13: Vrouwenkracht

13

De verenigingen waar ik mij voor

inzet zijn niet super bekend. Het is

ook niet mijn bedoeling om ermee in

“de boekskes” te staan. Voor hen is

de belangstelling wel belangrijk. Een

mediafiguur trekt altijd aandacht. Maar

het gaat niet over Barbara Dex, het gaat

over de kinderen.”

Net dat maakt het engagement van

Barbara Dex zo oprecht en onvoorwaar-

delijk. Ze is er voor de vereniging en niet

omgekeerd.

Zoals nagenoeg elke bekende Vlaming

krijgt Barbara meer aanvragen van

goede doelen dan er dagen in een jaar

zijn. Selectie is noodzakelijk, een taak

waarbij Barbara ook haar gevoel volgt.

Zelfs als ze niet kan ingaan op de vraag

wordt er altijd een eerlijk antwoord

teruggezonden.

neen zeggen

“Gelukkig heb ik mensen rond mij die

deze taak op zich nemen. Ik kan moeilijk

neen zeggen en ik ben heel gevoelig

en emotioneel. Dat maakt mij heel

snel betrokken bij de miserie van de

mensen. Tegelijk weet ik dat ik mezelf

moet beschermen. Ik zou mij de ellende

te nauw aantrekken en maar moeilijk

van mij af kunnen zetten. Zoiets is niet

constant mogelijk. Ook mijn kinderen

hebben recht op een vrolijke mama.

Dat is wellicht het moeilijkste aan de

combinatie van mijn vrijwilligerswerk en

mijn gezin.

Ik heb zo mijn oudste zoon eens

meegenomen naar een wandeling

die door Help Brandwonden Kids

georganiseerd werd. Ik moest daar

gewoon aanwezig zijn en ik zei

tegen Wout ‘ga maar eens mee om

te zien waar mama mee bezig is’. Hij

is zeven en er was ter plaatse een

tentoonstelling met foto’s van kinderen

met brandwonden. Die confrontatie met

leeftijdsgenootjes – en deze keer geen

tekenfilm of computerspelletje – heeft

hem aangegrepen. Hij was zeer onder de

indruk en was er even niet goed van. Hij

vond het heel interessant en kreeg zelfs

het inzicht om voortaan voorzichtig te

zijn.”

Barbara Dex voelt zich zichtbaar vereerd

dat ze mee een plaats krijgt in het

verhalenboek. Ook dat maakt van haar

een geschikte ambassadrice voor de

Kempense vrouwenkracht. Of in haar

woorden: “Ik heb zoveel te danken aan

de mensen, mij zoveel mogelijk inzetten

is het minste wat ik kan terugdoen.”

De vzw Help Brandwonden Kids ondersteunt kinderen met brandwonden financieel omdat heel veel aspecten van herstel en revalidatie niet via de reguliere wegen worden vergoed. De vzw wil ook een aanspreekpunt zijn voor kinderen met brandwonden. Er is bovendien aandacht voor preventie via voordrachten en lezingen op scholen en dergelijke zowel voor kinderen met en zonder brandwonden.

Alle steun is welkom. www.helpbrandwondenkids.be of via de secretaris van de vzw, Griet Drees, Groot Kapellen 18, 2400 Mol, tel 014 31 02 39.

Page 14: Vrouwenkracht

14

Page 15: Vrouwenkracht

15

denise verhaertHet gesprek met Denise heeft plaats in haar kantoor in het hoekhuis

waar de armenverenigingen De Dorpel en De Fakkel gehuisvest zijn.

In de Sint-Waldetrudisstraat van Herentals staat evenwel geen glazen

paleis met hoogpolig tapijt en zoemende airco. Het kantoortje is

iets breder dan een trapgat, er staat een simpel bureautje en de

temperatuur volgt er deze van de seizoenen.

We gaan zitten aan een tafeltje – nauwelijks groter dan een

schaakbord – en Denise neemt me mee van Herentals naar de

Filippijnen en terug.

lopen

“Ik ben geboren in Herentals. Ik heb een zus en een broer. Mijn moeder was lange tijd

huisvrouw. Toen de kinderen naar school gingen, is ze gaan poetsen in het ziekenhuis.

Mijn vader was arbeider en hij is ook een verdienstelijk wielrenner geweest. Het

stond dan ook vast dat mijn broer, zus en ik zouden sporten. Voor mij werd het

marathonlopen. De winnaarsmentaliteit, altijd de beste willen zijn, kreeg ik er van

thuis uit ingelepeld. Ik deed het graag en was zelfs redelijk goed. Ik behoorde tot de

subtop van België. Na mijn studies regentaat wiskunde ben ik les beginnen geven in

het Heilig Grafinstituut in Turnhout. Alle energie en alle tijd ging in die tijd naar de

competitiesport.

stilstaan

Op een gegeven moment, het moet in 1984 geweest zijn, nodigde de atletiekbond mij

uit om de marathon van Manilla in de Filippijnen te lopen. Ik verbleef er in grote luxe

en pater Fred van de Scheutisten nam de Belgen mee naar de sloppenwijken om er de

leefomstandigheden te zien. Het zien en ervaren van het contrast tussen arm en rijk

was een keerpunt in mijn leven.

Na mijn terugkeer naar België en mijn vaste job in het onderwijs bleef het vuur

smeulen, ik kon de derde wereld niet loslaten. In 1985 heb ik de marathon van Manilla

opnieuw gelopen en is mijn contact met pater Fred intenser geworden. Eind 1986 heb

ik de marathon van Singapore gelopen en in plaats van in februari 1987 terug naar de

regio af te reizen voor de marathon van Manilla ben ik meteen van Singapore naar

Page 16: Vrouwenkracht

16

Manilla gereisd om er drie maanden te blijven. Om dit te kunnen doen, had ik een jaar

onbetaald verlof genomen. Ik moest en ik zou naar de derde wereld gaan.

Via pater Fred ben ik bij zuster Mathilde terechtgekomen. In haar “Senden Home” in

Binangonan op 30 km van Manilla, werden een 30-tal straatkinderen uit de hoofdstad

opgevangen.”

Na dat relatief korte verblijf in de buurt van Manilla vindt Denise in de

organisatie Volens de ondersteuning om terug naar “Senden Home” te gaan. De

loopbaanonderbreking wordt verlengd en Denise blijft twee jaar in de Filippijnen. Ze

leert er haar ex-man kennen. Hij komt later naar België, ze trouwen en krijgen drie

kinderen. Hij is inmiddels zes jaar terug in de Filippijnen.

herentals - manilla - herentals

“Ik ben teruggekomen omdat mijn ouders het er zo moeilijk mee hadden. En Zuster

Mathilde zei, ‘daar waar je vandaan komt is ook nog veel werk’. Die gedachte

inspireert mij nog steeds. Ik ben via mijn ouders bij De Dorpel, een ontmoetingshuis

voor mensen die in armoede leven terechtgekomen. Zij wonen immers aan de rand

van Diependael, een sociale woonwijk in Herentals waar ook mensen in armoede

wonen. Op een dag kwam Zuster Maria van de Zusters van de Voorzienigheid bij

hen langs op zoek naar vrijwilligers. Ik ben eens een kijkje gaan nemen en zo is mijn

engagement bij De Dorpel ontstaan en het is alleen maar gegroeid.”

Page 17: Vrouwenkracht

17

De Dorpel is een laagdrempelige

ontmoetingsplaats en biedt een ruim

en gevarieerd aanbod aan diensten en

activiteiten. Ze wil mensen in armoede

erkennen en groeikansen geven zodat

hun gevoel van eigenwaarde en

gelijkwaardigheid verhoogt en dat ze

krachtig genoeg worden om voor zichzelf

op te komen. Er wordt ook gewerkt aan

een positieve beeldvorming van mensen

in armoede in onze maatschappij. Want

voor veel mensen ben je arm in België

omdat het je eigen schuld is.

armoede in België: eigen schuld

dikke Bult

“Dat valt bijvoorbeeld op als we acties

doen om geld binnen te halen. Naar

mijn ervaring is rondgaan voor de derde

wereld veel makkelijker. We worden

erg vaak met ‘eigen schuld, dikke bult’

geconfronteerd. Ik zal nooit zeggen dat

de problematiek van armoede in de derde

wereld niet groter is, maar is er wel een

cruciaal verschil. Daar hoor je als arme

tot de meerderheid, hier behoren mensen

in armoede tot de minderheid en de

uitsluiting die daarbij hoort, is erger dan

het financiële probleem. Trouwens, het

is mijn overtuiging dat als we willen dat

de derde wereld het echt beter krijgt,

we in het Westen met z’n allen onze

levensstandaard moeten aanpassen.

De groep van mensen in armoede wordt

bovendien alsmaar groter, ook in België,

ook in Herentals. In deze crisis en om tal

van redenen krijgt ook de middenklasse

het stilaan moeilijk. Dat kan in twee

richtingen evolueren, ofwel groeit het

begrip voor mensen in armoede omdat

een grotere groep de hete adem van

armoede in zijn nek voelt, ofwel groeit

de verstarring en vermindert het begrip

voor de problematiek.”

Vanuit De Dorpel is in 2007 De Fakkel

ontstaan, een organisatie die erkend is

als vereniging waar armen het woord

nemen. Waar De Dorpel ontmoeting

en ontspanning aanbiedt en mensen

individueel helpt, wil De Fakkel

beleidsbeïnvloedend werken met als

voornaamste doel armoede op een

structurele manier aan te pakken.

“De algemene aanpak van armoede is

veranderd van louter caritatief naar

structureel. Het beleidsniveau luistert

inmiddels naar mensen in armoede. Die

eerste stap is al genomen. Als er nu ook

nog eens rekening gehouden wordt met

onze aanbevelingen is dat weer een stap

verder.

Ik hoop, als de kinderen het huis uit zijn,

ooit terug te kunnen keren naar de derde

wereld. Ik weet dat ik er geen oplossing

kan brengen voor de armoede maar het

gaf mij toch veel voldoening, net zoals

mijn werk hier in De Fakkel.”

De Dorpel vind je in de Sint-Waldetrudisstraat 37, 2200 Herentals, tel 014 21 40 73 of via www.dedorpel.org. Meer informatie over een kansarmenwerking in jouw gemeente kan je verkrijgen via het OCMW of via Welzijnsschakels, Pastorijstraat 37, 2060 Antwerpen, tel 03 217 24 90 of [email protected] en www.welzijnsschakels.be

Page 18: Vrouwenkracht

18

Page 19: Vrouwenkracht

19

dimp van hemelen, flora raskin & luce roeymans

Bij opstart van de Galbergse “De Witte Mol” in 1999 reageerden

Dimp Van Hemelen, 82 in juni 2008, en Josée Ruts (overleden in

2007) op de oproep in het Parochieblad. Ze kenden elkaar van de

KVLV-vrienden en kwamen quasi tegelijk bij elkaar met het voorstel

om in te gaan op de vraag naar naaimoekes. Drie maanden na de

pioniers vervoegde Flora Raskin (77) de naaimoekes. Recent is Luce

Roeymans (69) er ook nog bij gekomen. In de tijd van Josée hebben

de naaimoekes zelfs ook een naaivake gehad. Ze werd immers elke

week gebracht door haar echtgenoot, Domien. Hij bleef vaak ter

plaatse wachten en las intussen de krant. Zo af en toe begon Josée

hem eens een broek toe te stoppen waar de rits eerst verwijderd

moest worden. Op den duur naaide hij ook al knopen aan en liet hij

zijn krant thuis.

De Witte Mol is een modern dienstencentrum dat zorgt voor de opvang en

begeleiding van kinderen en volwassenen met een zware handicap en hun familie.

De kleren van de bewoners moeten vaak op de meest creatieve manier hersteld of

aangepast worden. Tijdens mijn bezoek zie ik enkele aan elkaar genaaide pyjama’s,

een reeks in te naaien naamlintjes, een op maat gemaakte armhouder, een groot

U-kussen inclusief bolletjesvulling passeren.

christelijke waarden

Voor Dimp is herstelwerk geen vreemde bezigheid. In het verleden heeft ze in 39

huizen herstelwerk gedaan. Maar dat is allemaal lang geleden. Afkomstig van een

boerderij heeft ze afwisselend uit huis gewerkt en de zorgen voor familieleden op

Page 20: Vrouwenkracht

20

zich genomen. Zorgen voor is wat Dimp

heel haar leven heeft gedaan. Toen ze

twee jaar terug door een plotse ziekte

geveld werd zag het er niet naar uit dat

ze terug zou kunnen komen naar de

naaimoekes. Haar herstel verliep echter

voorspoedig en de laatste weken is ze

weer op het appel. Op het gemak de

voorbereidingen doen voor het echte

naaiwerk van Flora en Luce, minder lang

ook dan vroeger maar ze is voortaan elke

week op post! Dimp is zielsgelukkig dat

ze terug kan komen, dat ze terug kan

komen zorgen voor de bewoners. Ook

voor de overige dames is zorg de sleutel

van hun engagement. Geïnspireerd door

diepchristelijke waarden hebben ze zich

– vaker in alle discretie dan verenigd -

ingezet voor zowel hun naasten als zij

die het nodig hadden.

Tijdens ons gesprek verwijzen ze vaak

naar vroeger en hoe het toen anders was.

Flora, die afkomstig is van Diepenbeek,

herinnert zich een gezin met 21

kinderen en hoe hen, en zovele andere

boerenkinderen, helpen de grootste

voldoening bracht. Flora komt uit het

onderwijs en heeft tot haar huwelijk

naad gegeven in zowel Diepenbeek als

Hasselt. De beste herinneringen houdt ze

over aan de beroepsafdelingen. Sommige

van haar leerlingen zoeken zelfs nu nog

contact met haar. Ze heeft bovendien

haar sporen verdiend als voorzitster van

de lokale afdeling van de KVLV en was

Page 21: Vrouwenkracht

21

ook politiek actief in de gemeente- en

provincieraad. Na het plotse overlijden

van haar echtgenoot geeft Flora veel van

haar activiteiten op. Ze wordt wel lid van

de gepensioneerden van Mol Achterbos.

Ze is er inmiddels dienstdoende

voorzitster en verzorgt ook nog het

parochiesecretariaat.

Luce Roeymans is met haar 69 jaar de

benjamin van de groep. Zij doet het

werk nog niet zo erg lang en zoekt haar

weg nog tussen het geroutineerde duo

dat Flora en Dimp in de loop der jaren

geworden zijn. Ook voor Luce zijn naaien

en zorg dragen de rode draden van haar

leven. Luce is nooit getrouwd en heeft

altijd bij haar moeder, die overigens 102

geworden is, gewoond. Ze is afkomstig

van Mol Sluis en heeft ook een verleden

in het onderwijs. Ze gaf zowel naad in

Wezel, en daarna etalage in Genk. Luce is

altijd onder de mensen geweest, ze kan

zich niet anders herinneren. Van monitor

zijn op de speelpleinen en de Chiro, tot

samen met de Bouworde een maand lang

huizen bouwen in Sleeswijk-Holstein,

altijd gebeurde er wat. Luce heeft nooit

anders gezien, is nooit anders gewoon

geweest dan dat mensen elkaar hielpen

waar het nodig was.

inzet en creativiteit

Elke woensdag vanaf 8u30 en tot het

werk gedaan is zijn de naaimoekes in

hun ruime lokaal te vinden. Wat tegen

de avond niet klaar is gaat vaak mee

naar huis. In het begin zaten ze mee in

een leefgroep maar de combinatie van

bewoners en naalden was te gevaarlijk.

Hier wordt fatsoenlijk werk geleverd. De

herstellingen of aanpassingen zijn van

erg hoog niveau. Met een maximum aan

inzet, veel inzicht en een minimum aan

materialen worden dikwijls varianten

gemaakt voor duur en zelfs onvindbaar

orthopedisch materiaal. De taken zijn

verdeeld, Dimp bereidt de stukken voor

door de kapotte rits al te verwijderen

of de naad van een in te korten broek

los te maken, Luce en Flora hanteren de

naaimachine. Door hun inspanningen

wordt het op zich al complexe leven van

de bewoners eenvoudiger gemaakt, ook

voor de begeleiders.

erkenning en voldoening

De voldoening die de naaimoekes vinden

in hun engagement is dan ook erg groot.

De dankbaarheid van de bewoners voelen

zij goed aan, zelfs van diegenen die het

door de aard van hun handicap niet

echt kunnen uitdrukken. De erkenning

komt ook van de instelling zelf. Elke

november vindt er een feest plaats voor

alle vrijwilligers. Naast de naaimoekes

zijn immers ook vrijwilligers betrokken

bij het onderhoud van de tuinen, als

strijkmoeders of om met bewoners een

wandeling te maken enz.

Er zijn nooit teveel vrijwilligers voor een instelling als De Witte Mol. Elkeen die zich geroepen voelt om zich in te zetten kan vrijblijvend contact opnemen met Werner Welkenhuizen, de vrijwilligerscoördinator van De Witte Mol. Dit kan via 014 34 63 89 of [email protected]

Page 22: Vrouwenkracht

22

Page 23: Vrouwenkracht

23

ellen elaliliEllen Elalili (die exotische naam heeft ze van haar Marokkaanse

vader) is een brok energie. Hoe anders kan je een halftijdse job als

verpleegster in het ziekenhuis van Herentals combineren met 4

jonge kinderen, een zelfstandig werkende man, een huishouden en

vrijwilligerswerk.

gezinsBond

“Na de bevalling van de tweeling kon ik, uiteraard, een

hele tijd niet buiten met die twee kleintjes. Ik keek er toen

ontzettend naar uit om terug onder de mensen te zijn. Vanuit

de instelling dat ik mij beter kan inzetten voor anderen in

plaats van thuis op de zenuwen van mijn man te werken, ben

ik vrijwilligerswerk gaan doen.

Alles begint en eindigt bij de kinderen want door hen zijn

we lid geworden van de Gezinsbond. Toen de oudste naar

school gingen, kregen we een brief mee met de vraag naar

bestuursleden. Ik ben er met een vriendin op ingegaan vanuit

de motivatie dat er toch al zo weinig te doen is voor gezinnen

en als we de bond ook nog laten doodbloeden het wel erg

pover wordt. Vanuit een persoonlijke drijfveer dus en niet

vanuit een zware ideologische dwang. We gingen naar de

vergadering met de ingesteldheid ‘als het ons aanstaat, dan

blijven we.’

goede ploeg, alles is BespreekBaar

Er kruipt aardig wat werk in de Gezinsbond. Maandelijks

komen we bijeen voor een bestuursvergadering, de

activiteiten worden ingepland en er wordt afgesproken wie

wat doet. We organiseren elk jaar o.a. een Sinterklaasfeest,

nieuwjaarsreceptie, ledenfeest met brunch, een filmvoorstelling

voor de kinderen, tweedehandsbeurs, fietstocht, Halloweenfeest

en een heksentocht.

Page 24: Vrouwenkracht

24

Ik heb het gevoel dat ik dit mijn

leven lang kan doen. Het vraagt een

aanvaardbare inspanning en het is nog

plezant ook! We hebben een goede

ploeg van 10 bestuursleden. Alles is

bespreekbaar, de inzet van elkeen

is gelijk en iedereen deelt dezelfde

mening dat het vrijwillig en vrijblijvend

dient te gebeuren. Door mijn job als

verpleegkundige werk ik soms in het

weekend en als ik daardoor niet kan

deelnemen aan een activiteit is dat geen

probleem. Het vrijwilligerswerk past in

mijn leven, mijn leven past zich niet aan

mijn vrijwilligerswerk aan.

Sinds kort ben ik bestuurslid geworden

van de cultuurraad Laakdal afdeling

Groot-Vorst en recent heb ik mij ook

als kandidaat voor het oudercomité

opgegeven. Dat engagement zal tijdelijk

zijn tot zolang de kinderen er naar school

gaan. Of eerder, als ik er mij niet goed

voel.

onder de mensen

Met mijn vier gezonde en brave

kinderen voor mijn dertigste zijn

mijn kinderdromen verwezenlijkt. De

uitdaging rust nu in hen mooi te laten

opgroeien. Moest ik de lotto winnen, ik

zou niet weten wat ik ermee zou doen.

De kinderen staan centraal in mijn leven.

Maar na mijn zwangerschappen was ik

zo blij dat ik terug onder de mensen kon

zijn.

Als iets mij motiveert dan is het dat.

Een groot sociaal netwerk, vrienden en

familie om ons heen en er leuke dingen

mee doen waar anderen ook nog bij

gebaat zijn.”

De Gezinsbond (vroeger Bond voor Grote en Jonge Gezinnen) verdedigt de belangen van de gezinnen en is zeker gekend voor het boekje met kortingsbonnen dat leden jaarlijks krijgen. De Gezinsbond is wellicht ook in jouw gemeente actief met allerlei activiteiten. Ook gebeten?

Meer info vind je op www.gezinsbond.be of bij de Gezinsbond van het Gewest Turnhout, Graatakker 150 bus 1, 2300 Turnhout, tel 014 41 86 16.

Page 25: Vrouwenkracht

25

Page 26: Vrouwenkracht

26

Page 27: Vrouwenkracht

27

ellie van goethemIn het modernistische huis van Ellie in Mol staat een klein,

oud, houten bureautje. Het valt op omdat het passend kleine

bureaulampje er een warme gloed over giet. Nog voor Ellie het mij

zegt voel ik dat het een geschiedenis heeft.

“Het is van mijn vader geweest. Hij zat er altijd aan te werken. Ik

gebruik het nog alle dagen.”

rijk verleden

Ellie vertelt het verhaal van haar ouders met een precisie die de gebeurtenissen van

dik 60 jaar geleden naar gisteren brengt. Het is een verhaal op zich. Moeder, Gentse

onderwijzeres en vader, germanist, waren progressief, geëngageerd en avontuurlijk.

“Doordat mijn vader enkel in staatsscholen, athenea en normaalscholen lesgaf, zijn we

van Gent via Blankenberge in Brussel, Bosvoorde terechtgekomen. We spreken over

de periode van eind jaren ’20, tot eind jaren ’30. Mijn moeder is altijd geëngageerd

geweest. Als aanhangster van de Montessori-methode was ze tegen een strenge

opvoeding en stond ze zeer sceptisch tegenover het onderwijs. Uiteindelijk heeft ze

mij en mijn zussen thuis les gegeven. In Blankenberge heeft ze begin jaren ’30 zelfs

nog actie gevoerd tegen een stortplaats.

oorlogen

Mijn vader volgde de politiek waar in die tijd de Spaanse burgeroorlog centraal stond.

Hij was een overtuigde Vlaming in Brussel en hij was lid van de communistische

partij. Ik herinner mij vergaderingen bij ons thuis in Brussel waarbij er vogelpik werd

gespeeld op een foto van Hitler. Er logeerden bij ons leden van internationale brigades

die in Spanje tegen Franco zouden gaan strijden en ook de eerste vluchtelingen uit

Duitse concentratiekampen. De oorlog was nog geeneens begonnen in die tijd. Toen

de oorlog uitbrak had mijn vader zoveel angst voor de Duitsers dat we allemaal op

fietsen zijn gevlucht. Van Brussel naar Gent naar Blankenberge tot in Boulogne in

Frankrijk en weer terug toen de Duitsers ons ingehaald hadden. Nog in de oorlog ben

ik aan mijn middelbare school gestart. Ik wist al heel snel dat ik verder wou studeren

en lichamelijke opvoeding wou doen.

Page 28: Vrouwenkracht

28

les in duitsland

Wat ik ook wist, maar het hield mij niet tegen, was dat er

weinig plaats is voor lesgevers LO. Ik heb van het ministerie een

plaats gekregen op een militaire basis in Duitsland, in Rösrad. Ik

moest er lesgeven aan kinderen van militairen. Het was er zeer

militaristisch, zowel ikzelf als de kinderen moesten een uniform

dragen. Ik ben er van ’52 tot ’55 geweest en ik heb er mijn man

leren kennen. Hij gaf er ook les en zijn vader was ook bij de

communistische partij geweest.”

Ellie komt terug naar België en samen met haar echtgenoot

krijgt ze twee zonen. Wat volgt, is een trektocht van de

ene gemeente naar de andere op zoek naar een plaats of

een benoeming in het onderwijs, net zoals haar ouders een

generatie eerder deden. Haar gezin landt uiteindelijk in Mol.

vereniging voor ontwikkelingssamenwerking mol

In Turnhout komt Ellie in contact met de socialistische

partij en de turnkring. In Mol gaat ze bij SVV (Socialistische

Vooruitziende Vrouwen, nu Viva-SVV). Vanuit gespreksgroepen

in de scholen waar ze lesgeeft, geraakt Ellie gebeten

door de derde wereld. Vanuit de VOM (Vereniging voor

Ontwikkelingssamenwerking Mol), een pluralistisch platform,

groeit de tweede wereldwinkel die in Vlaanderen de deuren

opent in 1971.

“Heel veel acties en comités zijn hieruit vertrokken:

het vredescomité, Nicaraguacomité en acties tegen het

apartheidsregime in Zuid-Afrika enz. Mijn man was een

theoreticus, geboeid door grote betogingen, hij hield zich

minder bezig met kleine dingen die mij dan weer aanspraken.

Hij is snel ziek geworden en gestorven in 1973.

De jaren ’80 waren een mijlpaal voor de Wereldwinkel. Wat met

de beste bedoelingen amateuristisch begon, werd uitgebouwd

tot een organisatie waarin alles in gezamenlijke beheerraden,

open en democratisch werd ondergebracht. Ik ben trots op de

rol die ik in dat proces gespeeld heb. We konden in die tijd ook

beroep doen op gewetensbezwaarden. Velen ervan zijn na hun

alternatieve legerdienst blijven hangen.

We hebben een prachtige Wereldwinkel. Ik hoop dat we nog

lang in dit gebouw kunnen blijven. Ook nadat mijn rol is

uitgespeeld.”

Page 29: Vrouwenkracht

29

www.nicamol.Be

Ellie is niet voor één kooi te vangen. Naast haar engagement in

de Wereldwinkel, haar liefde voor sporten, turnen en volleybal

in het bijzonder bepaalt het Molse Nicaraguacomité een ander

deel van haar leven. En ook hier is er weer een opvallende

parallel met haar vader.

“Na de revolutie van Daniel Ortega en zijn Sandinisten

tegen de dictatoriale regering van Nicaragua in 1979 trokken

progressieven van overal in de wereld naar Nicaragua om te

gaan helpen in de strijd van de Sandinisten. Toen in ’84 iemand

van Mol met zo’n brigade mee was geweest om de bevolking te

helpen tijdens de koffiepluk en hij na terugkomst zijn verhaal

bracht, maakte dat terstond veel indruk. Het stond vast, we

zouden ons organiseren om te helpen. Een heel programma

leidde tot de verzustering in ’85 met Santo Tomás, een dorpje

in Chontales. Die verzustering rust op verschillende poten.

Zowel vrouwenorganisaties, de kerk, jongeren, de burgemeester

die de politiek vertegenwoordigt zijn betrokken. Eén van de

activiteiten van de vrouwen was samenwerken aan projecten

ten voordele van vrouwen en kinderen in Santo Tomás. Om

de steun een structureel karakter te geven, organiseren alle

vrouwenverenigingen van alle gezindheden van Mol negen

wandelingen op negen woensdagen tijdens negen weken van de

zomervakantie in de negen gehuchten van Mol. We doen dat al

bijna 25 jaar.

De Viva-SVV-vrouwen doen nog bijkomende activiteiten zoals

een pannenkoekennamiddag en het pioniersrestaurant.”

zonder grenzen

Het engagement van Ellie kent geen grenzen. Op dit moment

houdt ze zich nog het meeste bezig met de nationale

organisatie “Vrienden van Cuba”. Dat resulteerde in de

herdenking van de 80ste geboortedatum van Che Guevara in

2008 met tal van activiteiten onder de noemer “Mol herdenkt El

Che”. Ellie is ook in haar element bij betogingen zoals tegen de

kernwapens.

“Ik was flink de 50 voorbij toen ik opgepakt werd door de

oproerpolitie tijdens een betoging tegen kernwapens in Kleine

Brogel. Mijn engagement kent geen grenzen. Voor mij kan dat

niet. Ik heb respect voor mensen die keuzes maken, ik kan het

niet.”

Wil je je ook inzetten voor het Nicaraguacomité van Mol of meer te weten komen over de stedenband tussen Mol en Santo Tomás, neem dan contact op via [email protected] of 014 32 08 90. Het Nicacomité is gehuisvest op het Santo Tomásplein 1 in 2400 Mol. Voor alle bijkomende info: www.nicamol.be

Page 30: Vrouwenkracht

30

Page 31: Vrouwenkracht

31

gerarda hoes & det van lommelSommige dingen veranderen gelukkig nooit. Als ik speeltuin “Kinderweelde” op

een zonnige woensdagnamiddag in mei van vorig jaar bezoek, loopt deze vol met

uitgelaten kinderen die zich te goed doen aan de speeltuigen. Naast de moderne

constructies, hebben vooral de oude klassiekers zoals dubbele schommels, wippen,

draaitonnen en allerhande draai- en zwiermolens het meeste succes. Dankzij de inzet

van een ganse ploeg vrijwilligers, onder de deskundige leiding van Rik Wilms blinkt

deze speeltuin elk seizoen opnieuw in volle glorie. Uit de ploeg van een twintigtal

vrijwilligers kozen we twee vrouwen, Gerarda Hoes, bijna 80, de oudste en Det Van

Lommel met haar 49 jaar de jongste.

In afwachting van de aankomst van de dames vertelt Rik mij de geschiedenis van de

speeltuin.

geschiedenis

“Kinderweelde werd in 1959-1960 onder impuls van toenmalig onderpastoor Vennekens door vrijwilligers

van alle katholieke verenigingen opgericht als een onderdeel van de vzw parochiale werken van de Dekenij

Geel, afdeling Meerhout Sint-Trudo. Naast een cafetaria en een voetbalplein werden enkele zelfgemaakte

speeltuigen geplaatst. In de loop van de voorbije jaren werd het speelplein uitgebouwd tot de huidige

speeltuin Kinderweelde waarop nu bijna 50 verschillende speeltuigen staan. Al deze speeltuigen zijn in orde

met de huidige veiligheidswetgeving en voorschriften. Door verschillende generaties vrijwilligers werd

regelmatig bijgebouwd zoals het zaaltjes De Schob waar familiefeestjes georganiseerd kunnen worden voor

maximum 100 personen en Schooltje dat voor groepen tot 50 personen dient. Ook de cafetaria werd enkele

jaren terug volledig vernieuwd.”

Rik maakt plaats en Gerarda begint te vertellen over hoe het vroeger was. “Ik ben sinds 1967 in de speeltuin.

We waren toen met vijf vrijwilligers. Het begon toen aan mijn man werd gevraagd om mee aan de poort

te staan voor het entreegeld. Ik ben dan eens mee in het café gaan helpen. Zo ben ik er van vandaag op

morgen mee begonnen. De sfeer was toen heel streng. De speeltuin valt eigenlijk onder de dekenij van

Meerhout en de toenmalige baas had ‘inspannen’ vooraan in zijn woordenboek staan. We moesten ons altijd

maar ‘inspannen’. Het werk in de speeltuin was goed te combineren met mijn drie kinderen. Mijn man was

chef garde op de trein en werkte in ploegen, ook op zondag en woensdag. Ik zette mij liever in dan alleen

thuis te zitten. Op een dag is hij verongelukt door thuis van de trap te vallen. Onder de mensen zijn, op de

Page 32: Vrouwenkracht

32

Page 33: Vrouwenkracht

33

speeltuin, werd toen nog belangrijker

voor mij. Ik stond altijd aan de toog. Ik

deed dat voor mijn plezier, ik kon lange

dagen werken zonder dat ik er moe van

werd. Op drukke dagen liepen hier wel

500 kinderen rond. Ik hoop dat ik tot

mijn laatste dag naar hier mag komen.

Fysiek sukkel ik, maar ik ben nog goed

bij mijn verstand. Ik zit nu alle dagen aan

de snoepkes. Rekenen en tellen gaat nog

prima!”

nostalgie

Ook dat is een klassieker. In een platte

kast, opgedeeld in kleine vakjes en

met een glazen blad erop staan de

snoepjes uitgestald. Kinderen wachten

vol ongeduld tot het hun beurt is om te

kiezen. Gerarda houdt er de wacht en telt

en puzzelt mee met de kinderen tot het

budget opgebruikt is.

Het verbaast niet dat het hier net

de speeltuigen van vroeger zijn die

vandaag nog het meeste succes hebben.

Vele ouders van nu waren toen zelf

kinderen en herbeleven hun eigen jeugd.

De formule is nagenoeg ongewijzigd

gebleven. Voor een euro krijg je een

ganse dag speelpret. De speeltuin opent

elk jaar bij het begin van de paasvakantie

of ten laatste op 1 april en doet zijn

deuren toe op 30 september. In oktober

breken de mannen de speeltuigen af en

krijgen ze een onderhoudsbeurt of een

lik verf. De terreinen worden het jaar

door onderhouden en dat dat met zorg

gebeurt, is er aan te zien.

Det vult het verhaal verder aan: “We

krijgen veel hulp van de gemeente.

Ze komen hier onder andere het gras

afrijden. Zelf maak ik nu al zes jaar

deel uit van de ploeg. Toen Rik het hier

in handen nam, moest hij een nieuwe

ploeg samenstellen en hij is het ook aan

mij komen vragen. Ik heb toen meteen

gezegd dat ik het wel wou doen maar

niet elke dag. In de schoolvakanties is

de speeltuin alle dagen open, anders

enkel op woensdagnamiddag en in het

weekend. Het moet plezant blijven. Rik

heeft een schema uitgewerkt zodat het

werk afwisselend is ; dan eens aan de

poort, of aan de toog. Iemand opent, een

ander sluit. Het is haast als een bedrijfje

georganiseerd. We hebben ook een goede

groep, we komen goed overeen. Iedereen

doet wat hij of zij kan en we springen

voor elkaar in waar het nodig is. Veel

handen maken zwaar werk licht.”

Er zijn in verschillende gemeenten van de Kempen speeltuinen. Voor meer info kan je terecht bij de gemeentelijke diensten of bij de lokale toeristische dienst. Wil je vrijwilliger worden bij Kinderweelde in Meerhout, Speeltuinstraat, neem contact op met Rik Wilms, 014 30 34 07 of [email protected] Meer info vind je ook op www.kinderweelde.be

Page 34: Vrouwenkracht

34

Page 35: Vrouwenkracht

35

ine theunissen“Hoe kan ik mij voorbereiden ?” vraagt een opvallend spraakzame

Ine Theunissen mij als ik telefonisch met haar afspreek. “Niet,” zeg

ik, “je moet enkel jezelf zijn.”

Enkele dagen later dien ik mij aan bij Ine thuis in Westerlo. Mijn

jongste zoon van negen maanden is erbij. Hij zit in een periode

van eenkennigheid en zet zijn keel al open als een vreemd gezicht

hem aankijkt. Ine neemt hem meteen op schoot. Hij laat het toe,

meer nog, hij joelt, kraait, knuffelt en speelt. Hij voelt zich thuis

en vertrouwd. “Kinderen voelen het meteen als iemand positieve

energie in zich draagt,” zegt Ine.

respect

“Ik heb mij altijd al, van kindsaf, ingezet voor de derde wereld. Ik had een nonkel

witte pater in Congo. Op familiefeesten mochten de kinderen de bar doen en op

die manier verdienden we een centje voor nonkel Karel. Als kind, toen ik een jaar

of acht was, wou ik al lekenhelpster worden. Dat is er wel uitgegroeid maar ook

in het middelbaar en hoger onderwijs heb ik mij altijd ingezet voor de goede zaak.

Voor mij ging het er steeds om dat anderen er beter van werden. Na mijn opleiding

sociaal assistent ben ik in de personeelszaken terechtgekomen. Ik ben 12 jaar

personeelsverantwoordelijke geweest. In 2000 ben ik door een burn-out gestopt met

werken. Die burn-out had twee redenen. Ten eerste en wat klassiek: mijn grenzen niet

kennen. En ten tweede, de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Hoe ze niet

respectvol met elkaar omgaan. Op een personeelsdienst is het sowieso moeilijk voor

iedereen goed te doen. De cijfers zijn er heel belangrijk. Ik moest bijvoorbeeld iets

doen aan het ziekteverzuim. Mijn instinct vraagt dan om de mensen te helpen, naar

hun verhaal te luisteren. Het druiste allemaal erg in tegen mijn persoonlijkheid. Ik

ben er helemaal leeggezogen.”

Wat volgt is een periode van herstel. Georganiseerd vrijwilligerswerk was niet meteen

aan de orde voor Ine maar hier en daar toonde ze wel engagement, in de school van

de zoon, het oudercomité, enz.

“Ik ben altijd de organisator. Als ik dingen verkeerd zie lopen, als ik wantoestanden

zie, dan kan ik dat niet laten gebeuren. Nooit. Nergens. Ik leg snel goede contacten,

in elk geval toch met mensen die op een positieve manier in het leven staan of met

mensen die het moeilijk hebben. Dan wil ik een luisterend oor zijn.

Page 36: Vrouwenkracht

36

waardigheid

Ik ben terug gaan studeren in 2001.

Gezondheidstherapeut in Antwerpen en

de herboristenopleiding in Hasselt. Ik heb

nu mijn eigen praktijk waar ik mensen

op een zachte, natuurlijke manier tracht

te begeleiden op weg naar gezondheid. Ik

heb altijd interesse gehad in natuurlijke

geneeswijzen. Vooral sinds het overlijden

van mijn moeder in mijn studententijd,

na een periode van zware medicatie en

erg veel pijn.

wereldwinkel

Het belangrijkste voor mij, in alles wat

ik doe, is iets te kunnen bijbrengen aan

de levenskwaliteit van mensen. Dat is

ook zo in de Wereldwinkel in Westerlo.

Het werk van Wereldwinkel is een

kleine druppel op een hete plaat maar

mensen in hun waardigheid laten en

op een respectvolle manier behandelen,

hen de kans geven een eigen leven op

te bouwen, dat is mijn motivatie. Ik

kan mij hier veel meer in vinden dan

in liefdadigheid, dat gericht is op louter

geven.

Het persoonlijke voordeel voor mij is

dat ik in de Wereldwinkel op afstand

kan werken. Ik ben te gevoelig voor

het echte gezicht van de ellende in de

derde wereld, een inleefreis is voor mij

momenteel onmogelijk. Het zou veel te

diep binnenkomen.

Ik ben stilaan in de Wereldwinkel gerold,

van een klein beetje tot vrij, zelfs heel

actief. Ik vind het heel leuk, ik organiseer

graag. We werken met een groep mensen

voor hetzelfde doel. Ik hou er ook van

Page 37: Vrouwenkracht

37

om mensen te overtuigen, de zaken

goed uit te leggen en anderen op een

zo respectvolle en zo correct mogelijke

manier te benaderen. Ik ga ervan uit dat

mensen zijn zoals ze zijn en dat daar

een reden voor is. Ik probeer daar begrip

voor te hebben. Veroordelen probeer

ik te vermijden, want dat maakt veel

kapot. Een goed contact wordt er ook

onmogelijk door gemaakt.

De Wereldwinkel openhouden op zich

vind ik best leuk, de filosofie die erachter

zit des te meer. De activiteiten dienen

ook maar voor het groter geheel, niet

voor de activiteit op zich. Dat grotere

geheel, de totaliteit, is voor mij van

belang en dan gaat het ook over zich

solidair, respectvol, sociaal en correct

voor anderen inzetten binnen een (liefst

warme) groep.”

lierse

“Mijn man en mijn zoon zijn totaal niet

geëngageerd. Ja, toch, in voetbal. Mijn

zoon is keeper bij de U15 van SK Lierse

en mijn man is zijn mentale coach en

chauffeur van dienst. Al hun vrije tijd

gaat naar het voetbal. De combinatie van

mijn engagement met mijn gezin is nooit

een probleem geweest. Ik ben niet het

huishoudelijke type, de strijk mag al eens

blijven liggen. De eindejaarsperiode is

wel altijd een erg drukke periode voor de

Wereldwinkel. Dan durven mijn mannen

al eens een opmerking geven. Dat

compenseer ik achteraf met een periode

van minder engagement in januari.

Het komt er trouwens altijd op neer

grenzen te bewaken in het leven. Dat ik

daar van nature niet zeer sterk in ben

heeft mijn “burn-out” mij met scha en

schande geleerd. Het blijft moeilijk voor

mij maar ik slaag er steeds beter in. Ik

vind wat ik doe niet zwaar, juist omdat

ik het zo graag doe. Indien het niet leuk

was zou ik er zoveel energie niet kunnen

insteken.”

Mijn zoon heeft inmiddels enthousiast

een flesje kruidenthee naar binnen

gewerkt. Ine geeft me een voorraadje

mee voor thuis. Het is groene rooibos,

goed voor van alles en nog wat en ik

geloof het zonder meer. ’s Anderendaags

wil ik hem nog eens thee geven maar

hij wil het niet drinken. Neen, geen thee

zonder Ine.

Wil je de hete plaat mee helpen bedruppelen ? Loop dan gerust binnen bij je lokale Wereldwinkel. Meer algemene informatie vind je bij Oxfam-Wereldwinkels vzw, Ververijstraat 17, 9000 Gent, 09 218 88 99 of www.oww.be

Page 38: Vrouwenkracht

38

Page 39: Vrouwenkracht

39

josepha Boogaerts

Chiro bestaat 75 jaar. Voor die gelegenheid mochten de

kookmoeders van de Chiro van Gierle op uitstap naar een groot

feest in Brugge. Ze waren – op aanbeveling van de lokale leiding

– genomineerd in verschillende categorieën waaronder die van

meest creatieve kookploeg en kookmoeder met de langste staat van

dienst. Ze zijn met de zilveren medaille naar huis teruggekeerd in

die laatste categorie. In de ploeg zit een kookmoeder met 40 jaar

dienst, net geklopt door een flinke dame van 85 uit Laakdal met 42

jaar kookmoederervaring.

onder de mensen

“Onze vijf kinderen waren bij de Chiro

en gingen aansluitend in de leiding.

Mijn man was bakker en ik deed de

broodronde. Ik was altijd al onder

de mensen. Op een keer ergens in de

tweede helft van de jaren ‘80, belde een

dochter van ons van op een kamp dat

in volle gang was. De broer van een van

de kookmoeders was gestorven en de

moeder in kwestie had het kamp moeten

verlaten. Of ik niet wou komen helpen.

Mijn man en ik waren toen 2 jaar uit de

bakkerij en een zus van mij, de moeder

van voetbalcoach Walter Meeuws, ging

al langer mee op kamp. Ik ging uit nood

helpen en ik ben er gebleven. Ik ga nu al

25 jaar mee.”

koken op kamp

De Chiro van Gierle leeft. Er gaan

gemiddeld zo’n 230 deelnemers mee

op tiendaags kamp. Elke drie jaar

wordt er een buitenlands “klein kamp”

georganiseerd voor alle leden vanaf

dertien jaar. De jongere kinderen trekken

er dan vòòr het “klein kamp” al op uit.

In zo’n jaar doen veel kookmoeders een

dubbele shift en gaan ze twee keer mee.

“Vroeger was het behelpen met wat we

hadden. Het was soms pierken dun. Nu

is er meer variatie in het eten. Elke dag

wordt er lekker gekookt. Eerst verse soep,

vervolgens een hoofdschotel en dan een

dessertje. We stellen alles in buffetvorm

op want de ene lust dit niet, de andere

dat niet. Op die manier is er keuze en

gaat er minder verloren.”

Page 40: Vrouwenkracht

40

Josepha houdt een schriftje bij met

daarin handige tips (hoe kook je immers

spaghetti voor 230 man zonder mee in

de pot te belanden?) en indrukwekkende

boodschappenlijstjes, waarvan dit er

slechts een greep uit is: o.a. nodig voor

één kamp: 500 liter melk, 1080 eieren,

45 kg gehakt, 33 kg spek, 70 kg wortelen,

500 appels, 14 kg bakboter, 14 broodkazen,

425 bakworsten, 350 kg aardappelen,

40 bloemkolen, 250 appelsienen, 260

nectarines, 130 doosjes smeerkaas en 30

broden/maaltijd.

tien kleinkinderen mee op kamp

“Ik heb van in het begin alles wat

ik belangrijk vond opgeschreven.

Hoeveelheden, manieren van bereiden,

enz. We leerden veel uit ondervinding.

Stilaan is het materiaal ook steeds

beter geworden. Nu kunnen we de

aardappelen koken in grote potten met

onderaan een kraantje om het water

af te laten. Dat zorgde meteen voor

een veiliger werkomgeving. Ik heb een

tijdlang de leiding van de kookploeg op

mij genomen. Iemand moet de leiding

en de verantwoordelijkheid op zich

nemen. Ervoor zorgen dat de bestellingen

kloppen, dat het vlees voor de volgende

dag uit de diepvriezers wordt gehaald en

zo.

Na het kamp van 2003 ben ik evenwel

twee jaar gestopt om voor mijn zieke

man te zorgen. Ik had toen tien van mijn

dertien kleinkinderen mee op kamp.

Page 41: Vrouwenkracht

41

Toen mijn man overleden was, hebben ze

het mij opnieuw gevraagd of ik mee wou

gaan. Ik heb daar dan met mijn kinderen

over gesproken en ze zeiden ‘ga maar

moeder, je leeft er van op’. Sinds 2005

ga ik weer mee. Ik ben er eigenlijk nooit

helemaal uit geweest. In de twee jaar dat

ik er niet bij was, ben ik telkens voor een

paar dagen op bezoek gegaan.”

en na de dagtaak...

De Chiro van Gierle kan beroep doen op

negen kookmoeders. ’s Avonds, als het

werk van de afgelopen dag gedaan is

en de nieuwe dag is voorbereid, wordt

er gekaart. “Vroeger sliepen we mee in

tenten, de laatste jaren wordt er voor

ons een chaletje of andere vorm van

onderdak voorzien. We lachen wat af

onder elkaar. Toen we in tenten sliepen

was Gusta eens in het donker van de

nacht gestruikeld op weg naar het wc.

Resultaat was een gebroken pols en de

aanschaf van een oude wc-emmer om

soortgelijke ongevallen in de toekomst te

vermijden.

Ik herinner mij ook nog van het

allereerste kamp dat het op een nacht

vreselijk onweerde. De kampplaats was

gelegen aan een voetbalplein. Er hadden

die nacht zoveel kindjes van de schrik in

hun slaapzak geplast dat we de gewassen

slaapzakken ‘s anderendaags aan de

goalen van het voetbalveld hebben

gehangen. De wasjes en de plasjes

tussendoor, daar zorgen we ook voor.

Het is een groot plezier om tussen de

jeugd te zitten. Ik moet steeds meer

moeite doen om tegen het lawaai te

kunnen maar dat ongemak weegt niet op

tegen het plezier. Ik kijk er elk jaar naar

uit om weer mee te gaan. Ik hoop dat ik

nog vele jaren mee kan gaan.”

Je mag maar moet geen kinderen of kleinkinderen in de jeugdvereniging hebben om je pollepel bij te dragen. Naast kookmoeders kunnen jeugdverenigingen allerlei vrijwilligers gebruiken voor hun activiteiten.

Neem contact op met de leiding van de jeugdvereniging in je gemeente. Je vindt hun gegevens ook via de jeugddienst van elke gemeente.

Page 42: Vrouwenkracht

42

Page 43: Vrouwenkracht

43

LieseLotte BarteLsPutje zomer 2008 spreek ik af met Lieselotte Bartels. Zoals bij

zoveel gezinnen met grote kinderen is het huis in de zomervakantie

een draaischijf van komen en gaan. De ouders zijn op vakantie, de

zoveelste pizza schuift in de oven, broer en zus Bartels maken zich

op voor hun – verschillend – kamp met KAZOU, vroeger Jeugd en

Gezondheid van de CM, Katholieke Ziekenkas Op Uitstap voor de

vrienden.

Lieselotte is met haar 23 jaar de jongste vrijwilligster uit onze reeks, bij KAZOU mag ze

zich al tot de anciens rekenen. KAZOU is er voor valide kinderen tot 18 jaar. Daarnaast

richten zij zich ook nog tot mindervalide kinderen en volwassenen.

KAZOU organiseert uitstappen, vakanties en kampen in elke schoolvakantie. Het

aanbod is uitgebreid en richt zich zo goed mogelijk tot de verschillende doelgroepen.

intense inzet

“Ik richt mij vooral tot kinderen en volwassenen met een handicap zoals bijvoorbeeld

een kamp voor gedragsgestoorde kinderen met hun broertjes of zusjes. Zo’n kamp is

uiteraard zeer intens en de begeleiding is navenant.”

De goede begeleiding, structuur en de duidelijke hiërarchie van de verantwoordelijken

maken dat de KAZOU-machine geolied draait. Je kan namelijk niet zomaar mee als

begeleider van zo’n kamp. Alle vrijwilligers volgen een traject van instroomcursus

tijdens een weekend of de basiscursus van een week en als laatste een stagekamp. Na

elke fase staat het de kandidaat-animator vrij om af te haken of verder te gaan. Indien

de eindevaluatie van de kandidaat positief is, krijgt deze een attest, het brevet van

monitor.

Eens dat brevet op zak, kiest de vrijwilliger vrij welke kampen hij of zij wil begeleiden.

“Elk jaar komen er in totaal 100 à 120 monitoren bij, er vallen er jaarlijks ook veel af.

Het zijn allemaal jonge mensen die als vrijwilliger meegaan. Zodra die gaan werken, is

het moeilijker om een al beperkt aantal verlofdagen op te geven voor de kampen. Het

wordt al helemaal moeilijk als er een partner of kinderen bijkomen.

Page 44: Vrouwenkracht

44

Page 45: Vrouwenkracht

45

De ‘oudere’ vrijwilligers zijn dan ook

meestal werkzaam in het onderwijs

of in de zorgsector. Ik heb zelf

kleuteronderwijs gedaan, al heb ik lang

getwijfeld om opvoedster te worden voor

mensen met een handicap. Het besef dat

het tijdens de kampen allemaal leuk is,

ontspanning en vakantie en dat het leven

in een instelling veel complexer is dan

wat ik zie, deed mij ervoor kiezen om het

als hobby te houden en niet als job.”

“Ik heb altijd een heel druk leven

gehad, veel babysitten, bij de scouts als

lid, gitaar spelen … Kortom, geen tijd

genoeg om alles te kunnen doen. Ik

had van de kampen gehoord via mijn

ouders en oudste broer die ook monitor

zijn geweest maar ik deed er verder

niets mee. Tot een goede vriend er mij

over aansprak, mijn interesse gewekt

was en ik samen met mijn jongste

broer de cursus gevolgd heb. Ik was

negentien, mijn broer zeventien. Het

was de bedoeling dat ik maar één kamp

zou doen in de zomervakantie, ik deed

uiteindelijk vier kampen deze zomer.

Ze duren een week à tien dagen. Thuis

vinden ze het aan de ene kant wat veel,

anderzijds vinden ze het ferm dat we ons

inzetten.”

vakantie

“Uitleven, er zijn voor de gasten en

vooral gek doen dat is voor mij echt

vakantie! Omdat ik steevast voor

de personen met een verstandelijke

handicap kies, zijn de kampen zeer

intens. Ik krijg zoveel vriendschap van die

gasten en hun spontaniteit en eerlijkheid

is zo hartverwarmend dat ik elke keer

weer zeg ‘ik kom zeker terug’.”

Wil je meer te weten komen over het monitor-zijn bij KAZOU ? Schrijf je dan in voor één van de basiscursussen. Ze geven je de kriebels en leren je buiten je creatieve grenzen te kleuren! Neem contact op met het verbond van de regio waar je woont. Voor de Kempen is dat Kazou Turnhout, Korte Begijnenstraat 22, 2300 Turnhout, tel 014 40 34 81 of [email protected]. Meer informatie vind je ook op www.kazou.be

Page 46: Vrouwenkracht

46

Page 47: Vrouwenkracht

47

lieve leppensIn de schaduw van het stadspark in Turnhout staan enkele stevige

appartementsblokken. Ze verzamelen een bonte mengeling van

bewoners. Op het gelijkvloers, met het stadspark als het ware als

tuin, woont Lieve Leppens met haar echtgenoot. Hij is conciërge

voor de blokken en klusjesman van dienst.

Voor mij zit een knappe en dynamische vrouw die gemakkelijk tien

jaar van haar leeftijd kan liegen. En toch...

nuttig zijn onder de mensen

“Ik kom uit een moeilijke periode. In 2006 heb ik mijn job verloren na vijftien jaar

dienst. Ook al was het een aangekondigd ontslag, ik stond meteen voor het zwarte

gat. Voor mij begon een zoektocht naar mij zinvol bezighouden en onder de mensen

zijn. De overgang van actief naar non-actief was een grotere slag dan ik vermoed had.

Het idee om niets meer waard te zijn, niet meer nuttig te zijn, het was zwaar om

dragen.”

Lieve bleef evenwel niet bij de pakken zitten, bekeek het aanbod aan vrijwilligerswerk

en stapte de Wereldwinkel van Turnhout binnen.

“Ik ben gewoon gaan vragen of ze nog mensen nodig hadden. Na mijn proefperiode

van drie maanden was het wederzijdse vertrouwen groot genoeg om er te blijven. Ik

sta er nu in de winkel en wanneer nodig (b.v. om cadeautjes te verpakken) steek ik

een extra handje toe.” Het engagement van Lieve in de Wereldwinkel was nog maar

het begin van wat nu uitgegroeid is tot een stevig gevulde agenda.

allochtone vrouwen leren fietsen

“Een tijd geleden zocht Vormingplus Kempen vrijwilligers om allochtone vrouwen te

leren fietsen. Ik heb daar op gereageerd. Dat was zo’n leuke ervaring. De vrijwilligers

kregen een initiatieles van Pro-Vélo, want ja, het is niet omdat je zelf kan fietsen dat

je een volwassene ook kan leren fietsen. Dat gaat zeer moeizaam. Kleuters kennen

geen gevaar en trappen maar, voor een volwassene is de combinatie van coördinatie,

evenwicht en durf echt niet evident.

Page 48: Vrouwenkracht

48

De cursus bestond uit vijf voormiddagen.

Als eerste les: rondwandelen met de

fiets aan de hand. Tweede les: op en

van de fiets stappen en stilaan leren

fietsen. Derde les: een beetje mechaniek,

wat is de ketting, de dynamo, hoe

werkt het stuur. En zo ging het verder.

De preventiedienst van de politie

van Turnhout stelde minifietsjes ter

beschikking.

Hoewel ik er als lesgever voor anderen

optrad, heb ik zelf ook erg veel geleerd.

De lesdagen waren erg vrolijke dagen

en sleurden mij uit de moeilijke periode

waar ik nog in zat. De contacten met de

allochtone vrouwen waren bovendien

ook erg waardevol. Ik haalde er veel

voldoening uit. Ook al waren de lessen

geen blinkend succes, af en toe kom ik

nog eens één van mijn cursisten tegen,

op de fiets. Het zou kunnen dat Viva-

SVV, de vrijetijdsorganisatie van de

socialistische mutualiteit in de toekomst

deze cursussen ook gaat inrichten. Ik zal

dan weer kandidaat zijn!”

weegmoeder Bij kind en gezin

Naast de Wereldwinkel en zo nu en dan

tijdelijke initiatieven kan je Lieve twee

keer per maand als weegmoeder bij de

Kind en Gezinsafdeling van de Voorzorg

in Turnhout vinden.

“Recent doe ik ook een PWA-job bij de

muziekacademie. Ik doe er vanaf 15u45

opvang van de kindjes die aansluitend op

de schooldag naar de academie komen.

Ik begeleid de kleintjes ook bij hun

verdriet en pijntjes. Op zaterdag zit ik

op het bureel om de boel in de gaten te

houden en zorg ik na de laatste les dat

de gebouwen veilig zijn afgesloten. Ik

hoorde van die job via iemand in mijn

linedancegroep. Zo’n opdrachten zijn

nogal gegeerd en ik ben naar de directeur

toe gestapt en heb gezegd ‘ik kom hier

zitten en mij verkopen voor die job.’ Het

heeft in ieder geval gewerkt. Het leven

moet je zelf zoeken, het komt niet op een

presenteerblaadje naar je toe.”

“Ik droom er van om mijn eigen zoon en

schoondochter kinderen te zien krijgen.

Onze vier kleinkinderen komen allemaal

van de kant van mijn tweede man. Mijn

zoon is zeer gedreven en geëngageerd.

Hij geeft les in het vijfde leerjaar van een

stadsschool in Antwerpen waar een grote

concentratie aan allochtone leerlingen

zit. Zijn vriendin is trouwens doventolk.

Afgelopen zomer heeft hij Levis zover

gekregen om 1000 liter verf te schenken

aan de school en hij is er nagenoeg de

ganse vakantie samen met zijn collega’s,

ouders en andere vrijwilligers aan het

schilderen geweest. ‘Jongen,’ zeg ik dan,

‘het is vakantie.’ En hij dan: ‘Ja mama,

van wie zou ik het hebben...’”

Heb je op regelmatige basis enkele uurtjes de tijd en heb je zin om ouders en hun baby’s te begeleiden bij hun bezoek aan Kind en Gezin en de kindjes te wegen en te meten, neem dan contact op met Kind en Gezin Provincie Antwerpen, Lange Kievitstraat 111/113 bus 32, 2018 Antwerpen, 03 224 61 01 of [email protected]. Je vindt zeker een afdeling bij jou in de buurt. Meer informatie vind je ook op de website van Kind en Gezin, www.kindengezin.be

Page 49: Vrouwenkracht

49

Page 50: Vrouwenkracht

50

Page 51: Vrouwenkracht

51

lisette van gorpEén van de lekkerste afspraken heb ik bij Lisette Van Gorp uit

Rijkevorsel. Omdat we kort na de middag afspreken staat de tafel

onverwachts gedekt. Echtgenoot Stannie schuift mee aan en ook

Lina, de pas uit het asiel geadopteerde loebas die op sneltempo

bekomen is van jarenlange verwaarlozing, vat strategisch post naast

Lisette.

“Allez, dat ge daar nu voor bij mij komt. Anderen hebben er zoveel

meer recht op om hun verhaal te doen. Mensen die naar bejaarden

gaan en zo, die zijn toch veel meer waard. Ik doe enkel leuke

dingen.”

Ik leg uit dat diegenen die naar de bejaarden gaan ook in het boek komen en dat zij

dat dan weer leuk vinden. Ieder verhaal is even veel waard. Het gaat om de inzet, om

vrijwillig dingen doen voor anderen. Elk zijn goesting en gelukkig doen we allemaal

verschillende dingen graag.

En dan begint het verhaal bij het begin. ‘Ik heb – voor die tijd – heel laat één kind

gekregen op mijn 36ste, mijn moeder was 71, te oud om voor de kleine meid te zorgen

en kinderopvang bestond nog niet. Ik werkte in de sigarenfabriek. Doordat het minder

goed ging in de fabriek heb ik mijn ontslag gekregen en kon ik zo, na tweeëntwintig

jaar dienst, stempelen. Ik ben eerst terechtgekomen in de Vrouwengilde als kernlid. In

de loop der jaren heb ik er leren naaien en toen er bij de werklozenwerking van het

ACV een lesgeefster wegviel, heb ik het aangedurfd om die lessen op mij te nemen.

Ik ben nogal moedig in die dingen, ik durf veel en zelfs al was ik geen gediplomeerd

lesgeefster, ik heb het toch 20 jaar als vrijwilligster gedaan.

spek en eieren

Rond dezelfde tijd is mijn man, een postbode, bij de KWB gegaan. Hij is een echte

werker, een betrouwbare doener. Hij is ook al twintig jaar bestuurslid van het

buurtcomité dat al meer dan 50 jaar bestaat en het is hier heel normaal dat

de partner ook meehelpt. Elk jaar werken we zeer intensief voor de “Spek en

Eieren”. Onder die naam houden we in de zomer, in een grote tent in de wei, een

veertiendaagse boordevol activiteiten voor jong en oud. Het is altijd hard werken

maar voor velen onder ons het hoogtepunt van het jaar!

Page 52: Vrouwenkracht

52

Toen mijn man (manusje van alles) in

2004 op pensioen ging is hem gevraagd

om het molenhuisje bij de molen van

Rijkevorsel op vrijwillige basis te helpen

metsen en dat heeft hij gedaan. Het VVV-

kantoor van de toeristische dienst van

de gemeente beheert de molen en het

is op die manier dat ik met het VVV in

contact gekomen ben. Mijn man is dan

bij de VVV gegaan. En zoals altijd wordt

er van de wederhelft een helpende hand

verwacht bij allerlei activiteiten rond en

om de molen en bij vele activiteiten die

de VVV organiseert. Zo komt het dat ik

al verschillende wandelingen gegidst heb.

Het enige probleem dat ik heb, is dat ik

geen schoon AN spreek.”

wandelend toneelspel

Het kan geen probleem genoemd

worden. Lisette spreekt dan wel het

dialect van de streek, doorspekt van

woorden en termen die je nergens

anders hoort, die je zelfs hier zelden

nog hoort. Maar ze doet dat krachtig

en verstaanbaar. Als het maar even kan

maakt Lisette van de wandelingen een

wandelend toneelspel. En dan komt haar

eindeloze, sappige woordenschat pas

echt tot haar recht. Ze zoekt een rode

draad uit oude verhalen en vertelt deze

op gepaste locaties tijdens de wandeling.

Ze leert mij dat “Den brandende scheper”

van Hendrik Conscience al het voorwerp

uitmaakte van een vertelwandeling.

Conscience situeerde dat verhaal in

Rijkevorsel.

aster Berkhof

Lisette heeft ook al verschillende keren

de Aster Berkhofwandeling gegidst.

Aster Berkhof is, net als Lisette, geboren

en getogen op de St-Jozefparochie van

Rijkevorsel. Lisette is een grote fan en

een kenner van alle werken van Berkhof.

Ze vindt het dan ook een eer om deze

wandeling te mogen gidsen.

Het hart van Lisette gloeit voor het

toneelspel “Duivelse molens” dat ze zelf,

samen met twee andere medespelers

geschreven heeft en in november 2008

met hun gezelschap van zeven leden

in het molenhuisje opgevoerd hebben.

Terstond wordt de tekst aan mij

voorgedragen en word ik meegesleept in

de volkse warmte van weleer.

gedroomde schrijfster

Lisette droomde ervan schrijfster te

worden maar spijtig genoeg is dat niet

gelukt.

“Ik heb in 2004 al wel twee verhalen

geschreven over vroeger. Het eerste

heet “Zwoegen en zwijgen” en gaat over

de periode waarin ik als veertienjarig

meisje ben gaan “dienen”. Sint-Jozef-

Rijkevorsel werd vroeger beschouwd

als een gemeente van arme mensen.

Dat kwam omdat de steenfabrieken

aan het kanaal een mengeling van arme

mensen aantrokken als werknemers.

Van heinde en verre kwamen de mensen

te voet werken in de cementfabriek

en in de steenfabrieken. Ze bleven

in de buurt wonen en zo is de Sint-

Jozefparochie 100 jaar geleden ontstaan.

Er was veel armoede maar ik herinner

mij ook veel plezier en de verhalen

die avond na avond verteld werden

rond de stoof. Als klein meisje was

ik hier zeer door geboeid en ik ken

ze nog allemaal uit het hoofd. Mijn

Page 53: Vrouwenkracht

53

fascinatie voor oude verhalen en ze

tot leven brengen komt ongetwijfeld

nog van die tijd. Het tweede verhaal

gaat over de tweede wereldoorlog en

de miserie die mijn familie, de familie

Van Gorp, heeft meegemaakt. Beide

verhalen zijn gepubliceerd; één in het

jaarboek 2006 van de Heemkundige

kring van Rijkevorsel, het andere in het

jaarboek 2007 van Beerse. Ik heb die

verhalen ook al dikwijls verteld tijdens

ontmoetingsnamiddagen en avonden

van OKRA, KVLV, KAV en ook voor het

Davidsfonds, in de twee rusthuizen

hier in Rijkevorsel, op lagere scholen

enzovoort. De reacties zijn altijd zeer

enthousiast en positief, de kindjes

luisteren muisstil. Omdat ik tenslotte

maar tot mijn veertien jaar naar school

geweest ben, ben ik daar toch wel trots

op.

Als geroepen schuift Stannie weer aan

tafel. In zijn kielzog trouwe Lina. Een

lekker taartje sla ik niet af.

Lisette besluit smakelijk: “Ons eerste

kleinkind is op komst en dat zal een

nieuwe uitdaging in ons leven worden.

Ook dàt vrijwilligerswerk zullen we er

met veel liefde bij doen.”

Zin om je creativiteit ook een plaats te geven ? Neem zeker contact op met de toeristische dienst, VVV-kantoor of culturele dienst van je gemeente.

Page 54: Vrouwenkracht

54

Page 55: Vrouwenkracht

55

marie-augustine diouf

Elk vrouw is een verrassing wanneer ik haar bezoek. Ik weet

meestal weinig over haar en laat mij meenemen in haar verhaal.

De telefonische afspraak is een formaliteit die weinig onthult.

Tenminste, zo is het telkens gegaan tot ik Marie-Augustine Diouf

belde. Ze wil mij behoeden voor de nodeloze omweg die GPS-

toestellen naar Mol-Wezel steevast doen en legt mij haarfijn uit hoe

ik moet rijden. Ik laat haar vriendelijk doen en luister maar half

omdat ik weet dat het een onmogelijke zaak is om mij de weg uit

te leggen. Dat is buiten Marie-Augustine gerekend. Ze laat mij het

traject zo vaak herhalen tot ik het vanbuiten ken.

saridjé

Senegal, geboorteland van Marie-Augustine. Ze groeit er op in een familie die rijk noch

arm is. Haar grootmoeder trekt zo vaak ze kan, de steekkar geladen met rijst en zeep,

naar de dorpen in de buurt die het nodig hadden. Marie-Augustine gaat vaak mee en

leert er dat solidariteit normaal is. Dat je niet moet wachten tot iemand hulp komt

vragen; meer nog, dat je beschaamd moet zijn als je pas geeft op het moment dat

iemand al zijn moed bijeengeraapt heeft om hulp te komen vragen. Ze noemen het

daar “Saridjé”, wellicht een verbastering van het Franse charité, liefdadigheid.

Ondanks de omstandigheden van haar land krijgt Marie-Augustine de kans om school

te volgen, ze mag zelfs op internaat. De families die hun kinderen naar kostschool

kunnen laten gaan, nemen ook de kosten op zich voor enkele kinderen van de

dorpsgemeenschap. Saridjé.

Hoewel Marie-Augustine een veelbelovende studente was vond haar vader het niet

nodig dat een meisje verder zou studeren, veel liever zag hij haar broers verder

school lopen. Marie-Augustine, niet het type dat bij de pakken blijft zitten – toen al

niet – neemt op dat moment haar lot in eigen handen en met het geld dat ze als

kinderoppas verdient, maakt ze haar middelbare studies af.

moed en volharding

Wat volgt, is een levensverhaal waar je een boek over kan schrijven. Marie-Augustine

belandt met een nicht en haar gezin in Lyon waar ze, geregeld via een zusterorde die

Page 56: Vrouwenkracht

56

ook in Senegal actief was, een opleiding

tot verpleegster zou volgen. Twee jaar

later is Marie-Augustine huishoudster

van dienst en heeft ze de kans niet gehad

om haar studies aan te vatten. Dankzij

een plaatselijke geestelijke volgt ze toch

een cursus steno-dactylo. Het lot is

haar wel zeer ongunstig gestemd als de

familie twee dagen voor de afsluitende

examens van de cursus terugkeert naar

Senegal en Marie-Augustine gewoonweg

niet in Frankrijk kan blijven omdat haar

identiteitspapieren achtergehouden

worden.

rik uit België

Terug in Senegal kan ze toch bij de

pastoor aan de slag als secretaresse en

het is daar dat de directeur van een

plaatselijk hotel haar opmerkt. In het

hotel leert ze op alle diensten staan. Van

het onthaal naar de afhaaldienst op de

luchthaven, van begeleider op excursies

tot kamermeisje, en van de keuken

belandt ze eindelijk in de boetiek die ze

van een postkaartmolentje uitbouwt tot

een lucratieve zaak. Het is daar dat ze

Rik leert kennen. “Malheureusement”

kreunt Rik vanuit de zetel. Hij volgt

met een oog ons gesprek, het andere

is op de tv gericht (de jonge Belgische

duivels winnen die dag van Italië op de

Olympische Spelen). We spreken over 1

november 1981, Rik is er met een vriend

op vakantie en blijft 3 weken in het hotel.

3 jaar lang zien Rik en Marie-Augustine

elkaar niet, ze corresponderen per brief,

er wordt al eens getelefoneerd. Rik trekt

nog een paar keer naar Senegal en in

augustus 1985 komt Marie-Augustine voor

het eerst naar de Kempen. Ze blijft hier

twee weken en keert terug want het was

hier toch wel erg koud. In 1986 wordt

Jan, hun eerste zoon, in Senegal geboren.

In juni 1987 komt ze definitief naar België

en in oktober van dat zelfde jaar wordt

ze lid van de plaatselijke KAV.

kav

“Jan ging naar de kleuters en als vreemde

eend in de bijt viel ik op natuurlijk.

Page 57: Vrouwenkracht

57

Op een dag is Liliane naar mij toe

gekomen voor een gesprekje. Onze

kinderen zaten bij elkaar in de klas en

ze was ongetwijfeld meer benieuwd

dan oprecht geïnteresseerd. Zo hebben

we elkaar leren kennen, ook al kende ik

geen Nederlands en zij geen Frans. Op

een keer ben ik beginnen vertellen over

hoe in Senegal de jonge vrouwen rond

de kerk bij elkaar komen om samen eten

te maken en te kletsen. ‘Hier ook’ was

haar antwoord en een week later ging

ik mee naar de bijeenkomsten van de

KAV. Zo ben ik begonnen in de parochie.

Ik begon al doende de taal te leren en

met cassettes taallessen in de walkman

stofzuigde ik om wat meer te leren.”

Een opsomming geven van alle

verenigingen waarvoor Marie-Augustine

zich inzet is haast onmogelijk. Om er

toch enkele te noemen: Broederlijk Delen,

Actie Min die zich in Mol-Balen inzet

voor de vierde wereld, Wereldsolidariteit,

Explorat, dat ten goede komt aan een

schoolproject in Senegal, Welzijnszorg,

enzovoort.

Marie-Augustine is de vrouw die tijdens

haast elke activiteit van haast elk goed

doel uit de regio in de keuken te vinden

is. Van hapjes tot heuse menu’s, zelfs

voor een grote groep, niets is haar

vreemd. In de keuken staan is voor

Marie-Augustine een zaak van het hart.

“Ik zou het nooit commercieel kunnen

doen want dan word je een fabriek, het

moet een plezier blijven. Mijn keuken is

mijn engagement. Ik heb niet veel om te

geven maar ik heb mijn hoofd, mijn hart

en mijn handen.”

Dat Marie-Augustine bij voorkeur

Afrikaanse gerechten presenteert is voor

haar een manier om mensen via smaken

een reis te laten maken naar haar land.

Als verenigingen haar toch iets willen

geven, omdat haar inzet te groot is

om belangeloos te laten voorbijgaan,

dan vraagt ze niets maar geeft ze een

rekeningnummer waarmee ze projecten

ondersteunt in Senegal.

We voeren ons gesprek in het Frans. Ik

weet niet beter dan dat Marie-Augustine

zich in die taal beter op haar gemak

voelt. En dan gaat de telefoon. Ze neemt

aan en in haast naadloos Kempisch

doet ze haar uitleg. “Awel merci”, zeg

ik wanneer ze terug aan tafel schuift,

“we zitten hier al 2 uur in het Frans te

praten en jij spreekt gewoon erg goed

Nederlands”. “Dat weet ik”, zegt ze

smalend, “maar ik heb er zo’n deugd van

om terug eens in het Frans te kunnen

spreken.”

Wereldsolidariteit, een onderdeel van de koepel die het ACW omvat, gelooft heel sterk in de kracht van mensen samen. Wil je hier zelf deel van uitmaken en meehelpen bij acties, neem dan contact op met Wereldsolidariteit Kempen, Liesbeth Geboers, Korte Begijnenstraat 18, 2300 Turnhout, 014 40 31 51 of [email protected]

Page 58: Vrouwenkracht

58

Page 59: Vrouwenkracht

59

mieke daemsHet prototype van de vrouw die zich als vrijwilligster inzet: 40+,

kinderen de deur uit of bij voorkeur alleenstaand en maximaal

halftijds aan het werk, gaat niet op voor Mieke Daems uit Herselt. Al

jaren actief in de jeugdbeweging is ze, samen met enkele vrienden,

zowat vijf jaar geleden begonnen met een uitwisseling met een

dorpje in Roemenië, Berbesti (spreek uit: Berbescht).

van jongerenwerking...

De Roemeniëwerkingen uit de Kempen worden ondersteund door Somepro, een vzw

die de krachten van de verschillende werkingen bundelt. Via Somepro kwam Kathleen

Helsen, schepen in Herselt, te weten dat Berbesti een gemeente zocht om mee uit te

wisselen. Na een eerste verkennende reis van enkele gemeenteraadslieden en leden

van de jeugd- en cultuurraad, bleek al vlug dat het vooral de jongeren waren die

onderling contact bleven houden. De start van het project was gegeven.

“Hoewel Roemenië volledig onbekend en tot dan onbemind gebied was, kon ik na

die verkennende reis, enkele vrienden uit de jeugdbeweging overtuigen om mee te

gaan. Met onze ervaringen binnen de jeugdbeweging hoopten we de jongeren van

Berbesti te kunnen ondersteunen in de opstart van hun eigen werking. In de zomer

van 2003 trokken we met een minibusje naar ginder en hebben daar samen o.a. een

speeldag georganiseerd. De organisatie in Berbesti werd voortgeduwd door twee

zussen, Alina en Ramona Sinca. Gezien er geen verleden is van jeugdbewegingen in

Roemenië, is het niet vanzelfsprekend om dit concept duidelijk te maken en uit te

voeren. De jongeren kennen bijvoorbeeld geen spelletjes en zijn niet gewend om zelf

initiatieven te nemen of dingen te organiseren. Die eerste zomer was een superleuke

ervaring en het smaakte meteen naar meer. In het aansluitend jaar zijn we gestart

met geldinzamelacties om het vervoer te kunnen betalen voor een groot kamp dat

de zomer erop zou gehouden worden. We waren daar voor vier weken met vier

verschillende groepen vanuit Herselt en hebben die zomer een speelpleinwerking

uitgebouwd. Sindsdien organiseren we elke zomer, samen met de Roemenen, een

zomerkamp waarop Herseltse en Roemeense jongeren elkaar ontmoeten en de

jeugdbeweging verder ondersteunen. Het programma wordt altijd in samenspraak

opgesteld.”

Van daaruit is HUT gegroeid, het Herselts UitwisselingsTeam. Deze jonge vrijwilligers

zetten zich elk jaar weer in om de uitwisselingsreizen in goede banen te leiden. Het

principe van het uitwisselingsproject is om van Berbesti een buurdorp te maken.

Page 60: Vrouwenkracht

60

We willen de kosten van de afstand via

geldinzamelacties overbruggen, zodat we

de nadruk kunnen leggen op uitwisselen,

om van elkaar te leren. Voor ons is dit

iets anders dan ontwikkelingshulp. In

Berbesti heerst geen grote armoede, de

mensen komen er rond. Het is er zoals

hier 50 jaar geleden maar denk er dan

wel een tv en een gsm bij. De evolutie

die het dorp (en Roemenië) de laatste vijf

jaar maakte is enorm en is goed te zien

aan de nieuwe, westerse auto’s die er

meer en meer het straatbeeld uitmaken.

Juist doordat Berbesti, net zoals de

meeste andere dorpen van Roemenië,

de tijd van grootste miserie achter zich

heeft, komt er stilletjesaan ruimte voor

ontspanning en voor de uitbouw van

faciliteiten voor allerlei activiteiten.

naar vrouwenwerking

“8 maart, Internationale Vrouwendag,

wordt heel erg gevierd in Roemenië. Het

geldt er als dé feestdag van de vrouwen:

élke vrouw wordt in de bloemetjes gezet.

Toen ik een sms’je uit Berbesti kreeg

met ‘Gelukkige vrouwendag’ wist ik zelf

niet wat het betekende. Tegelijk werd

het tijd om naar een andere project

over te stappen. De jongerenwerking

draaide in Berbesti en zowel de zussen

Sinca als wijzelf ontgroeiden stilaan de

doelgroep. De tijd was rijp om anderen

bij de uitwisseling te betrekken. De

vrouwenverenigingen uit Herselt waren

in eerste instantie niet geïnteresseerd in

een uitwisseling met vrouwen uit een

ver Roemeens dorp. Kort daarop kwam

evenwel de vraag van Somepro of twee

vrouwen, afkomstig uit Berbesti, die een

cursus in België zouden volgen, in Herselt

konden logeren.

Page 61: Vrouwenkracht

61

Hier hebben ze de activiteiten van de

KAV en de KVLV bijgewoond en zijn zo

rechtstreeks in contact gekomen met

de Herseltse vrouwenverenigingen. Dat

was een cruciaal moment voor onze

uitwisseling. Het waren nu eens niet de

jongeren die uitwisselden – die doen wel

vaker gekke dingen. Dit keer kwamen

volwassen vrouwen uit Roemenië. Het

persoonlijk contact met deze lieve

enthousiaste vrouwen bleek dé motor

te zijn om de nieuwsgierigheid van de

Herseltse vrouwen te prikkelen.

en een onderwijsproject

De uitwisseling geraakte in een

stroomversnelling en op 8 maart 2008

trok ik met Kathleen Helsen en een

delegatie van de vrouwenverenigingen

vanuit Herselt naar Berbesti. Samen

met een leerkracht die ook meeging,

konden we de basis leggen van een

onderwijsproject: onze basisscholen

zouden ook starten met een uitwisseling.

De schooldirecteur van Berbesti is daarop

naar het schoolfeest in Herselt gekomen

en de trein was vertrokken.”

Alina en Ramona Sinca, die oorspronkelijk

als vrijwilligsters begonnen waren met

het project zijn erin geslaagd om een

ploeg rond zich te verzamelen die de

opgezette werking doorzetten en verder

uitbouwen. Zelf heeft Alina een fijne,

goed betaalde job gevonden, mede door

haar werk binnen de jeugdbeweging

en de uitwisseling. Ramona zit in haar

laatste jaar aan de universiteit en werd

al een aantal keer gevraagd om bij de

gemeente te komen werken. Zij zet haar

werk bij de jongerenvereniging verder op

nationaal niveau.

De rol van Mieke Daems is mee

geëvolueerd. Zij treedt momenteel op

als voorzitster van het HUT (Herselts

UitwisselingsTeam) en neemt op die

manier een coördinerende functie op.

Het HUT bestaat uit een twaalftal leden,

velen van hen overblijvers van het eerste

grote kamp.

“Ik zie het als een gezamenlijke

hobby die ik met mijn man heb. Hij is

zelfstandige, ik werk als wetenschappelijk

medewerkster aan de KULeuven. De

jongeren van vijf jaar geleden krijgen

stilaan ook kinderen, onze keuzes

veranderen mee. In het HUT zijn zoveel

projecten gaande dat er voor elk wat wils

is. Het engagement kan prima afgelijnd

worden zonder dat de vereniging er

schade van ondervindt. Voor mij is de

drijfveer, naast dat ik het gewoon leuk

vind, het doorbreken van het westers

individualisme waar we in dit project

toch in slagen. De vooroordelen die velen

hebben tegenover andere culturen in het

algemeen, en mensen uit Oost-Europa

in het bijzonder stoot mij telkens weer

tegen de borst.”

Ook zin om actief te worden in het Roemeniëcomité van je gemeente ?

Alle informatie is te verkrijgen bij Somepro vzw via www.somepro.be, of neem contact op met Marleen Smeyers, Korte Begijnenstraat 18, 2300 Turnhout, tel 014 40 31 64 of [email protected].

Het Herselts Uitwisselings Team, Jeugddienst Herselt, kan je bereiken via www.hutroemenie.be of Kerkstraat 1, 2230 Herselt, tel 014 53 98 43, [email protected]

Page 62: Vrouwenkracht

62

Page 63: Vrouwenkracht

63

mireille govaertsBij het afscheid na ons gesprek zeg ik tegen Mireille Govaerts: “Ik

heb het gevoel dat je verhaal niet af is, als je me nog iets te vertellen

hebt, dan mag je gerust contact met mij opnemen.” Die boodschap

miste zijn effect niet. Nauwelijks enkele dagen later ontvang ik een

mail met daarin het uitgebreide antwoord op twee vragen: waarom

engageer ik me voor 11.11.11? Wat wil ik nog meemaken in mijn leven,

wat is mijn grote droom?

Ik stel u Mireille Govaerts voor, een straffe madam.

“Ik heb 33 jaar bij Atea, later Siemens, gewerkt. In de fabriek zag ik onrecht,

ongelijke behandeling van arbeiders en bedienden, tussen mannen en vrouwen. Ik

engageerde mij snel als déléguée en als vrijwilligster in het vormingswerk van de

socialistische vakbond ABVV. Ik geloofde en geloof nog steeds in de mogelijkheid

van een andere, betere maatschappij. Voor mij is dat het socialisme. Nog steeds

probeer ik mijn enthousiasme en engagement binnen de vakbond te uiten. Als

bruggepensioneerde ga ik nog naar vergaderingen, doe ik mee met acties of spring ik

in bij vakbondsvorming.”

11.11.11

“Tegenover de grote problemen van de maatschappij en in de wereld, voel ik me, net

als veel mensen, vaak zo vreselijk machteloos. Want wat doe je tegen het feit dat een

miljard mensen het moeten stellen met één dollar per dag, dat 800 miljoen mensen

honger lijden, dat 1,2 miljard mensen geen drinkwater hebben… Alleen kan je daar

al helemaal niets aan doen, samen met anderen heb je al iets meer impact. Daarom

ben ik actief bij 11.11.11. Ik ben er in 2000 mee gestart. Het sprak me wel aan dat ze

daar niet aan liefdadigheid doen en louter centen geven, maar dat ze de mensen in

de derde wereld helpen sterker te worden en zich beter te organiseren, zodat zij hun

situatie zelf verbeteren.

Ik vond het ook enorm belangrijk dat 11.11.11 probeert elk paternalisme te weren. We

kunnen op veel punten echt van de mensen uit het zuiden leren. Daar geraakte ik nog

meer van overtuigd door de bezoeken van mensen uit de derde wereld aan Geel.

In 2007 hadden we zo twee boeren uit Togo te gast in ons huis. Zij vertelden ons

hoe ze met hun boerenorganisaties opkomen voor de kleine boeren en tegen de

vrijhandel. Ze bleken maar al te goed te weten hoe het er in de wereld aan toe gaat.

Page 64: Vrouwenkracht

64

De vrijhandel zorgt ervoor dat lokale

boeren hun producten niet meer kwijt

kunnen op de eigen lokale markten. 11.11.11

voerde in 2008 actie tegen de Europese

Partnerschapsakkoorden waarmee

de Europese Unie de Zuiderse landen

wil dwingen hun landbouwmarkten

nog verder open te stellen. In Senegal

bijvoorbeeld kwamen in januari van vorig

jaar 200.000 betogers hiertegen op straat!

In 2005 logeerden bij ons twee activisten

van het MAB (Movimento dos Atingidos

por Barragens of organisatie voor de

slachtoffers van stuwdammen) van

Brazilië: veel families verliezen zonder

enige compensatie hun gronden, hun

werk (boeren, goudzoekers, vissers)

omdat grote stukken land onder water

worden gezet. Waar de centrales vroeger

in handen waren van overheidsbedrijven,

worden de aanleg en uitbating nu

allemaal in concessie gegeven van privé-

investeerders, vooral buitenlandse en

multinationale bedrijven. Het Belgische

bedrijf Tractebel bijvoorbeeld dat nu deel

uitmaakt van de Franse Suez-groep is

één van de grootste investeerders in de

hydro-elektrische sector in Brazilië. Naast

de financiële steun aan het MAB, die deze

slachtoffers groepeert om op te komen

voor hun rechten, probeert 11.11.11 hier te

lobbyen opdat ze in dialoog zouden gaan

en (betere) schadevergoedingen zouden

betalen.

Als je rechtstreeks met zulke activiteiten

uit het Zuiden in contact komt worden

technische dossiers veel concreter.

Sinds kort ben ik ook vertegenwoordiger

van 11.11.11 binnen de Geelse Derdewereld-

raad. We proberen via deze raad de

Geelse bevolking bewust te maken, onder

andere door een filmcyclus. We proberen

ook de eis om 0,7% van het bnp aan

ontwikkelingssamenwerking te besteden

warm te houden….”

Blank in congo

“Ik ben geboren in Congo. Mijn ouders

waren kolonialen. We zijn moeten

vluchten na de onafhankelijkheidsstrijd

van 1960. Mijn vader werd nog gevraagd

om te blijven en mee te werken aan de

opbouw na de onafhankelijkheid maar

door de onlusten is hij toch teruggekeerd.

Met het allerlaatste vliegtuig nota bene.

Ik was elf jaar, de oudste van vier

kinderen. Ik herinner mij het systeem van

apartheid, ook al heb ik het achteraf pas

gesnapt. De luxe waarin wij leefden, het

contrast met de bevolking, het verschil

tussen blank en zwart, ik vond het als

kind al raar. We leefden in Mbandaka

(in Coquilhatstad). Lingala was de eerste

taal die ik sprak omdat we toen in de

brousse zaten. De onafhankelijkheid kon

trouwens niet goed verlopen, er waren

in die tijd amper een tiental Congolezen

die universitaire studies hadden gedaan,

ze waren er doodgewoon niet voor

opgeleid.”

terugkeer naar een land in crisis

“De terugkomst was al even chaotisch

als ons vertrek. Uiteindelijk zijn we in

Brasschaat terechtgekomen. Mijn vader

vond er werk in een drukkerij. Toen hij

49 jaar was, is hij gestorven aan een

hartaanval. De terugkeer naar België en

de gevolgen ervan hadden van hem een

andere man gemaakt. In Congo was hij

een man van aanzien, in België bleef

daar niets van over. Die financiële en

mentale terugval heeft hij volgens mij

Page 65: Vrouwenkracht

65

nooit verteerd. Ik zat in die periode in

de Latijn-Griekse in het Sint-Lutgardis

in Brasschaat. De kadaverdiscipline, het

gevoel van elite en luxe die daar heersten,

overtuigden mij steeds meer van het

andere, solidaire kamp. In Brasschaat

werd ik lid van de derdewereldbeweging,

groeiden de protesten tegen het

neokolonialisme. Ik volgde ook de

beweging rond Martin Luther King, de

Black Pantherbeweging, de overwinning

van Fidel en Che Guevara in Cuba, en

de opkomst van de Palestijnse kwestie.

Mijn moeder (een sterke vrouw en

geëngageerde kunstenares!) zorgde er

voor dat we allemaal konden studeren.

Het werd sociologie.”

“mijnen, arBeiders, studenten:

een strijd”

Maar Mireille kiest er bewust voor

om geen carrière te maken. “Ik ben

een kind van mei ’68. Als student aan

de universiteiten van Antwerpen en

Leuven was ik volop betrokken bij

de democratiseringsbeweging van de

universiteiten en zelfs de bezetting van

de bibliotheek van Leuven. Na mijn

opleiding ben ik gaan werken in de

fabriek. Het was de tijd van stakingen en

leuzes als “mijnen, arbeiders, studenten:

een strijd”. Op een personeelsdienst gaan

werken zou verraad aan de basis geweest

zijn. Ook hiervoor klopte mijn hart voor

de derde wereld. Ik was en ben er nog

steeds van overtuigd dat als je dingen wil

veranderen aan het kolonialisme, hiér de

dingen moeten veranderen. Hiér moeten

de structuren en de handelsrelaties eerst

rechtvaardiger.”

wat ik nog wil meemaken in mijn

leven?

“Dat er meer vrede komt in de wereld,

vooral in het Midden-Oosten, in Irak, in

Afghanistan, in Congo... Oorlog is een

verschrikking. De grote oorlogsstoker

vandaag is de Verenigde Staten. Die

besteden enorme bedragen aan oorlog en

wapens. Geld dat dan niet kan gaan naar

projecten voor landbouw, drinkwater,

gezondheidszorg, onderwijs enz. in het

Zuiden. Dan zouden heel wat minder

mensen op de vlucht moeten en zouden

mensen daar eindelijk een menswaardig

bestaan kunnen opbouwen.”

Wat me hoopvol stemt is wat we nu

zien gebeuren in Zuid-Amerika: een

heel continent waar nieuwe leiders

opstaan die proberen de rijkdom van

hun land te herverdelen met echte

structuurveranderingen.”

Interesse om net als Mireille wat te doen aan de problematieken van de derde wereld?

De dienst ontwikkelingssamenwerking of de derdewereldraad van je gemeente wijst je de weg. In de meeste gemeentes vind je ook een 11.11.11-comité. Voor deze contactgegevens kan je eveneens terecht bij de dienst ontwikkelingssamenwerking van je gemeente of bij het Provinciaal secretariaat van 11.11.11, Patriottenstraat 27, 2600 Berchem, tel 03 281 06 62. Op www.11.be vind je gegevens over de meeste derdewereldbewegingen.

Page 66: Vrouwenkracht

66

Page 67: Vrouwenkracht

67

myriam pelckmans Aan de straatkant van het huis waar Myriam Pelckmans woont , kan

je, op een bordje naast de brievenbus na, niet vermoeden op welke

ecologische manier er in haar gezin geleefd wordt. Pas na mijn

rondleiding in de grote ecologische moestuin merk ik de installatie

op het dak op: een veld fotovoltaïsche panelen waarmee de zon het

huis goeddeels van elektriciteit voorziet en een zonneboiler voor

warm water, iets wat ik zelfs nooit eerder gezien had.

“Maar Myriam toch,” zo zeg ik, “dat had ik je helemaal niet aangegeven”. “Tja”, zegt

ze, “we zien het ook als een investering. Wat brengt geld tegenwoordig nog op?

Op deze manier stijgt de waarde van ons huis en de investering betaalt zichzelf na

verloop van tijd terug. Dat het ook nog goed is voor het milieu is, komt er ook nog

eens bij.”

Ik kom bij Myriam omdat zij zich vrijwillig inzet voor Velt vzw, de Vereniging voor

Ecologisch Leven en Tuinieren. Myriam en haar echtgenoot Jef zijn zo’n twintig

jaar lid. “Het begon toen mijn man ook zin kreeg om te tuinieren. Zijn vader deed

dat destijds ook maar spoot veel vergif. Wij besloten om het op een ecologisch

verantwoorde manier te gaan doen, anders kan je de groenten en het fruit even goed

gaan kopen.”

groene vingers

“Mij zal je niet zo vaak in de tuin vinden. Ik neem het over in de keuken, alles

klaarmaken om in te vriezen. Het begon dus bij mijn man die lid werd. Na een tijdje

ben ik lid geworden van de afdeling “Kruidenvelt” maar die bestaat nu niet meer. Met

het groter en zelfstandiger worden van de kinderen konden we al eens weg ’s avonds.

Mijn man was toen ook al bestuurslid en toen een ander bestuurslid wegviel, zei

mijn man “mijn vrouw zal dat misschien wel willen doen”. En dat deed ik dus. Ik had

vroeger al de administratie bij de handbal gedaan, ik zag het best wel zitten. Ik ben

dus secretaris en aangezien mijn man penningmeester is doe ik dit ook (lacht).”

Het jaarprogramma bij Velt Turnhout volgt het ritme van de seizoenen. In de winter

worden vooral praatavonden gehouden in de Warande in Turnhout rond bepaalde

thema’s. Het afgelopen seizoen wordt er geëvalueerd, het nieuwe voorbereid. De

praatavonden gaan door tot in april. Weerkerend onderwerp is steevast “Wat zaaien

we deze maand?” Van mei tot september gaat het gezelschap op tuinbezoek bij

leden. De afdeling Turnhout telt een 170-tal leden waarvan er een 40-tal actief zijn.

Page 68: Vrouwenkracht

68

De meeste leden hebben genoeg aan

de nieuwsbrief die we maandelijks

rondsturen en aan het tweemaandelijkse

magazine “Seizoenen”.

nieuwe tijden

“Ik werk halftijds en met zeer veel

plezier als administratief bediende

bij de RVA in Turnhout. Door die

halftijdse job viel de combinatie met

drie kinderen en het vrijwilligerswerk

goed mee. Er kruipt behoorlijk wat

werk in Velt. Het jaarprogramma,

de maandelijkse nieuwsbrieven, de

ledenadministratie... Gelukkig heeft

haast iedereen tegenwoordig internet.

De nieuwsbrief wordt per mail verstuurd

en enkel het jaarprogramma wordt per

post verzonden naar de leden die geen

mailadres hebben.

Zo schreef er zich onlangs een nieuw

lid in. Ik vroeg naar zijn e-mailadres,

waarop hij zei: mevrouw, ik ben 82 jaar!

De gemiddelde leeftijd is vrij hoog maar

er zijn tendensen naar een jonger en

zelfs vrouwelijk publiek. Het is moeilijk

meetbaar want het lidmaatschap geldt

voor het gezin maar we merken toch

dat weer meer mensen een moestuin

aanleggen, zelfs op een klein perceel.

Groenten of fruit in de siertuin zijn

tegenwoordig trouwens ook zeer oké.

Wil je weten hoe je groenten teelt zonder pesticiden? Hoe je een siertuin aanlegt in harmonie met landschap en milieu? Zoek je recepten voor een heerlijke maaltijd met seizoensgroenten, met minder of geen vlees? Of betrouwbare informatie over milieuvriendelijke wasmiddelen? Dan ben je bij Velt aan het juiste adres.

Velt is de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren en fundeert haar werking op het respect voor de samenhang van alle dingen op aarde. Velt wil de ecologische leefwijze concreet gestalte geven via tips en adviezen tijdens praatavonden, het tweemaandelijkse tijdschrift “Seizoenen”, tuinbezoeken en doe-lessen. Velt is een nationale vereniging, provinciaal ingedeeld in verschillende afdelingen (o.a. Velt Turnhout en Velt Midden-Kempen).

Voor meer info kan u terecht bij het secretariaat Velt Turnhout via [email protected], 014 88 28 87 of via de website van Velt, www.velt.be

Page 69: Vrouwenkracht

69

Page 70: Vrouwenkracht

70

Page 71: Vrouwenkracht

71

pascale raeymaekers

Elk derde weekend van september gaan in Vlaanderen vrijwilligers

van deur tot deur en vatten ze post in winkelcentra en

supermarkten om azalea’s te verkopen voor Kom op Tegen Kanker.

In de Turnhoutse regio alleen al gaan elk jaar zo’n 200, waarvan de

helft buurtverenigingen, vrijwilligers op pad. Achter de schermen

ontstaat er elk jaar een gedreven strijd om welke stad de meeste

planten verkoopt. Turnhout wordt al enkele jaren net geklopt door

Kortrijk. Drijvende kracht achter de Kom op-vrienden van Turnhout

is Pascale Raeymaekers.

“Ik ben al erg lang geëngageerd. Op mijn zes- of zeventiende ben ik bij Akabe, de

scoutsafdeling die zich specifiek richt op activiteiten voor personen met een handicap

terechtgekomen. Ik heb er de tijd van mijn leven beleefd. De puurheid, de echtheid

van die mannen is hartverwarmend. Komt daarbij dat je zelf mee kind mag zijn tussen

de kinderen, zelfs al draag je de verantwoordelijkheid.

Ik ben dat blijven doen tot ik verder ging studeren aan de normaalschool in Herentals.

Tijdens mijn studentenperiode heb ik geen vrijwilligerswerk gedaan. Met twee

zonen, en één ervan die het bijvoorbeeld nodig vond om, zoals hij de kat zag doen,

op de metershoge tussenmuur met de buren te lopen, vond ik het wenselijk om een

doorgedreven kennis te hebben van EHBO. Ik zocht aansluiting bij het Vlaamse Kruis

(de Vlaamse tegenhanger van het Rode Kruis). Jarenlang ben ik actief lid geweest,

nu ben ik alweer een tijdje papieren lid. Er zijn te veel andere dingen in de plaats

gekomen.”

de kracht van chris

Pascale is zo’n zeven jaar geleden begonnen met planten verkopen voor Kom op

Tegen Kanker. Dat was toen in de Gasthuisstraat, de drukste winkelstraat van

Turnhout en gebeurde op aangeven van vrienden. Wat begon als “gewoon eens gaan

kijken” eindigde meteen als mee verkopen tot alles uitverkocht was. Toen er enige

tijd later een kaartje in de bus zat vanwege initiatiefneemster Chris Peeters, met

daarop “Bedankt voor je hulp, Chris en Co” was Pascale helemaal verkocht, enerzijds

Page 72: Vrouwenkracht

72

voor het doel op zich, anderzijds voor de

manier waarop de vrijwilligers werden

gewaardeerd. Haar besluit stond vast,

volgend jaar zou Pascale weer van de

partij zijn. Ze was zelfs het volledige

weekend op post en maakte deel uit van

de voorbereidende vergadering. Op die

manier rolt Pascale dieper en dieper in

de organisatie van Kom op en wordt ze

stilaan de rechterhand van Chris Peeters.

De overname komt er op het moment

dat Chris hervalt. Nadat ze de eerste keer

van borstkanker hersteld was kreeg ze

opnieuw borstkanker. De prognose was

niet positief. Chris is twee jaar geleden

overleden, zo’n veertien dagen na het

weekend van Kom op Tegen Kanker, waar

ze zo naartoe had geleefd.

“Ze werd op handen gedragen. Iedereen

wist dat het einde naderde ; het werd

een ontroerend eerbetoon. Zelfs de

burgemeester heeft haar eer betuigd.

Chris was sowieso klein en tenger, en

broos door haar ziekte, maar haar kracht

en haar openheid van hart voor iedereen

is niet te evenaren.”

passie

“Mijn overname van de organisatie

is eigenlijk zeer sec gegaan. Ik ben er

afstandelijk, uit noodzaak, aan begonnen

en nu is het een passie geworden, vooral

de mensen bedanken achteraf. Ik hou

ervan erkentelijkheid te tonen voor het

gezicht achter de vrijwilliger. Het is ook

schitterend om te zien hoe intens de

verkopers van de azalea’s zich inzetten.

Die adrenaline straalt op mij af, het is

een energieboost om de hele winter mee

door te komen. Op de maandag voor het

derde weekend van september worden

de planten geleverd. Naar de dozen gaan

kijken van die pakweg 6000 plantjes

geeft telkens een kick. Er is even paniek

‘gaan we dàt verkocht krijgen?!’ en dan

komt de warme gloed over ons want het

gaat weer gebeuren. We doen dan een

paar dozen open om ze te kunnen zien

en er eens aan te snuiven. De komende

dagen barsten van de praktische

regelingen van dispatching van de

bloempotten naar de buurtwerkingen.

Het is alsof ik een trein van Chris heb

overgenomen. De locomotief is als het

ware gewisseld maar de lading zijn de

wagonnetjes, de buurtwerkingen die zich

mee engageren. We zijn altijd op zoek

naar bijkomende wagonnetjes.”

Voor veel vrijwilligers is kanker een

bekende die henzelf of dierbaren heeft

getroffen. Pascale is één van de weinigen

die dat onheil gespaard is gebleven. Het

maakt er haar gedrevenheid niet minder

door.

“Op donderdag begint de officiële

verkoop. Dan gaan we langs in

kantoorgebouwen zoals bij de

socialistische mutualiteit. Iedereen

koopt een plantje en het blijft meestal

op kantoor staan. Iedereen wordt er

zo vrolijker van. Ik loop zelf mee met

de veertien jongeren van minder dan

achttien jaar die zich elk jaar inzetten.

Ga ze maar eens zoeken! Als de zaterdag,

de hoofddag van de verkoop, zijn einde

nadert en we aan de laatste doos

beginnen doen we een wedstrijdje.

Diegene die de laatste plant verkoopt,

mag trakteren. Bij mij thuis wordt er

nagebabbeld en Roger, de stille werker

van de Kom op vrienden, gaat de centen

tellen en brengt de uitslag.

Ik maak er een erezaak van om de inzet

van de vrijwilligers voortdurend te

appreciëren.

Page 73: Vrouwenkracht

73

Het begint met langsgaan wanneer de

buurtwerkingen een activiteit plannen.

Op die manier probeer ik iets terug te

doen, weliswaar enkel door aanwezig te

zijn, interesse te tonen. Alle vrijwilligers

krijgen achteraf een kaartje om ze extra

te bedanken en we organiseren ook elk

jaar een terugkommoment. Dat kan

een afterparty zijn in het inloophuis of

een bezoek aan de afdeling palliatieve

zorgen van een ziekenhuis. Op die

manier worden de vrijwilligers meteen

geconfronteerd met waar hun centen

naartoe gaan, naar wat voor positieve

gevolgen een halve dag inzet per jaar

kan hebben en op welke manier het

terugkomt waar het nodig is. Zo’n

rondleiding geeft de vrijwilligers ook

informatie die nuttig kan zijn als ze

met de planten rondgaan. Mensen met

kanker richten zich vaak tot iemand die

een plantje verkoopt. Alle vrijwilligers

krijgen foldertjes mee om desgewenst

af te geven aan iemand die steun zoekt.

De reacties op de deur-aan-deur-verkoop

zijn overigens niet altijd even positief,

sommige mensen reageren bitter. Ik

probeer mijn vrijwilligers daarvoor te

wapenen. Zij verdienen het niet om bot

toegesnauwd te worden, en evengoed

heeft iedere betrokkene recht op

informatie over de begeleidingen die

bestaan.”

Pascale droomt er uiteraard van dat er

een middel wordt gevonden om kanker

zonder slachtoffers te genezen. Maar zelfs

dan nog zou Kom op Tegen Kanker zijn

nut hebben want het genezingsproces

is voldoende zwaar om acties te blijven

doen.

“Een middel om kanker te vermijden zou

ideaal zijn. Tot zolang is het een groot

genoegen om zoveel onbaatzuchtige

mensen tegen te komen die zich willen

inzetten voor hun medemensen. Het is

een gezamenlijk teken dat we ons niet

gewonnen geven...”

Ben je lid van een buurtcomité of een andere vereniging en wil je mee plantjes verkopen in het derde weekend van september, neem dan zeker contact op met de Kom op vrienden van Turnhout via Pascale Raeymaekers, Patriottenstraat 55, 2300 Turnhout, tel 014 41 73 90

Page 74: Vrouwenkracht

74

Page 75: Vrouwenkracht

75

ria adriaensenAls je de spreiding van gevangenissen op een kaart van België bekijkt

dan valt het op dat de concentratie in de Kempen groot is. Dat

betekent meteen dat een aanzienlijk aantal mensen uit de Kempen

betrokken is bij een strafinrichting, hetzij als werknemer, aannemer

of leverancier maar ook als vrijwilliger. Gezien de specifieke situatie

van de gevangenissen wordt het vrijwilligerswerk geregeld door het

JWT (Justitieel Welzijnswerk Turnhout), een onderdeel van het CAW

(Centrum Algemeen Welzijnswerk) De Kempen. Ria Adriaensen (56)

is zo’n vrijwilliger.

Wanneer ik bij haar op bezoek kom, liggen op de keukentafel rune-steentjes, tarot-

kaarten en een paar boeken over astrologie.

“Al van toen ik klein was heb ik dingen aangevoeld of gehoord en die bleken te

kloppen. Het heeft mij altijd aangetrokken en na enkele keren ‘als dit waar is, twijfel

ik nooit meer aan mijn intuïtie’ heb ik het toch maar jarenlang opzij gezet. Nu vind

ik het gewoon leuk om ermee bezig te zijn. Ik leer er zelf het meeste van. Ik maak er

geen business van. Als ik mensen kan helpen om bepaalde inzichten te krijgen, graag,

maar ik pak er niet mee uit. Ik kom er pas recentelijk mee naar buiten. Maar dat is

een ander verhaal...”

alleen zijn

“Mijn man is 26 jaar van huis geweest als buitenlands projectbegeleider voor een

Nederlandse firma. Om de drie maanden kwam hij een week naar huis. Je kiest daar

niet voor, het gebeurde gewoon. Ik ben er erg zelfstandig door geworden, moest

alles alleen beslissen. Nu komt hij alle dagen thuis. Hij belde vanuit Thailand met dat

nieuws. Ik moest er even bij gaan zitten. Ik had er eigenlijk ook schrik voor om het

leven dat ik nagenoeg alleen had ingericht weer alle dagen met hem te delen. Het is

heel goed meegevallen. Hij stimuleert mij om mezelf te ontplooien. We kunnen allebei

goed alleen zijn, we hebben daar af en toe zelfs behoefte aan.

toeval Bestaat niet

Op een dag zag ik in de bibliotheek van Baarle-Nassau, waar ik werk, een affiche

hangen van het JWT. Een uitnodiging voor een infoavond want er werden vrijwilligers

Page 76: Vrouwenkracht

76

gezocht voor de bibliotheek in de

gevangenis. Ook daar is een uitleendienst,

nog met zo’n ouderwetse fichenbak. Ik

ben naar die infoavond geweest en daar

werd ook gesproken over vrijwilligers

die ze zochten voor gesprekken met

gedetineerden. Uiteindelijk interesseerde

dat mij toch meer, ik zit ganse dagen in

de bibliotheek.”

Vooraleer het tot een gesprek komt

tussen vrijwilliger en een gedetineerde

dient er een vrij uitgebreid proces

gevolgd te worden. De vrijwilligers

volgen een cursus die dieper ingaat

op wat een gevangenis nu eigenlijk

is, gesprekstechnieken aanleert en die

met de vrijwilligers duidelijke grenzen

afbakent voor hun eigen veiligheid en

die van de gedetineerden. De vrijwilliger

kent het dossier van de gedetineerde niet

maar kan bij het JWT wel zijn of haar

gevoeligheden doorgeven ; op die manier

wordt getracht om persoonlijkheden bij

elkaar te brengen waartussen het kan

klikken.

Het gesprek, dat altijd plaats heeft in

de advocatenruimte, komt altijd tot

stand op vraag van de gedetineerde. In

Turnhout zijn het vaak mensen zonder

papieren, vaak jonge jongens ook. Wat

volgt is een intakegesprek tussen de

vrijwilliger en de gedetineerde. Als het

klikt dan zien vrijwilliger en gedetineerde

elkaar terug.

Een gesprek wordt ten laatste twee

dagen tevoren door de vrijwilliger

aangekondigd bij het JWT. Zij sturen

dan een fax naar de portier van de

strafinrichting. Je kan er dus niet zomaar

binnenlopen voor een babbeltje.

Page 77: Vrouwenkracht

77

mijn jongens

“Ik probeer elke week eens langs te

gaan bij Sami en Hassan, mijn jongens.

Ze hebben er toch zoveel deugd van.

Omdat ik rekening wil houden met

hun werkregime ga ik ’s avonds of op

zaterdag. Er gewoon zijn, luisteren en

samen flink wat aflachen, dat zijn de

sleutels voor een goed gesprek. Ik ben

het enige aanspreekpunt dat ze hebben

buiten de regels van de gevangenis. Op

den duur krijg je een erg goede band

met elkaar en dat maakt het soms niet

gemakkelijk om hun lot van mij af te

zetten. Hoezeer de band ook innig is, ik

bewaak mijn grenzen. Ze kennen mij als

Ria, ik heb voor hen geen achternaam,

geen adres, geen telefoonnummer. Bij elk

bezoek passeer ik door de scanner, ik kan

niets meenemen. De begeleiding vanuit

het JWT is erg zinvol. Elke paar maanden

komen we met alle vrijwilligers bijeen

voor intervisiemomenten.

Het JWT heeft mij deze buitenlandse

jongens toevertrouwd. Zij krijgen

doorgaans weinig of geen bezoek omdat

hun familie te ver woont. De vrijwilligers

zijn vaak hun enige contact met de

buitenwereld. Als ze eens een andere taal

kunnen spreken dan het Nederlands, is

dat een extra plus voor hen. In elk geval,

het zouden mijn zonen kunnen zijn.

We praten over allerlei zaken. Ik ken bij

aanvang van het gesprek hun dossier

niet, dat vertellen ze op den duur toch

wel. We leren met handen en voeten

elkaars taal. Zij willen Nederlands leren

en ik Frans. Het is een wisselwerking

en, zelfs al is het soms met handen en

voeten, we verstaan elkaar.

Soms voel ik dat ze alle frustraties van

een ganse week opgespaard hebben om

bij mij los te laten. Ik laat ze eens goed

razen en als ze dan tot rust komen, daar

doe ik het voor. Ze geven mij ook zoveel

terug. De energie gaat over en weer. Op

sommige dagen ga ik moe en weemoedig

naar hen toe en ik keer altijd goed gezind

terug naar huis. Ik ben geen opvoeder, ik

ben een klankbord. Het gaat ook niet om

mij, ik sta ten dienste van de gevangenen.

Het doet mij trouwens veel deugd om

menselijkheid en samenhorigheid te zien

in een erg kille omgeving. Tijdens het

zomerprogramma in Merksplas wordt er

al eens een bingoavond georganiseerd.

Je moet ze daar dan zien zitten, de ruige

mannen, geconcentreerd en stil over hun

blad gebogen!”

Gebeten om meer te weten? Neem contact op met de vrijwilligerscoördinator van het CAW De Kempen, Stationstraat 82, 2300 Turnhout, tel 014 43 80 88 of [email protected]

Page 78: Vrouwenkracht

78

Page 79: Vrouwenkracht

79

simonne mermans & marga willems

In het stille Arendonk, aan het einde van onze landsgrenzen,

wachten 210 asielzoekers op de uitslag van hun asielaanvraag. Dit is

niet het grote verhaal over de (on)menselijkheid van het systeem,

niet over het opsluiten van kinderen of uitwijzingen met de dood

als gevolg. Ik ontmoet twee dames die met kleine dingen een groot

verschil maken in het leven van erg veel mensen.

Toen Marga en Simonne hun vrienden in het centrum vertelden dat ze geïnterviewd

zouden worden, vroegen ze of ze geen goed woordje voor hun zouden kunnen doen.

Een interview in de wereld van asielzoekers is namelijk naar Brussel gaan en bevraagd

worden over de aard van hun aanvraag. Dat is geen vrijblijvend gesprek en dat wil dit

verhaal eigenlijk ook niet zijn...

Het begon zo: hoezeer vaak de ouders de kinderen inspireren tot engagement was

het in dit geval de zoon van Simonne Mermans die vier jaar lang opvoeder was voor

de minderjarigen die alleen in het opvangcentrum verbleven. Hij vroeg geregeld aan

Simonne om eens mee te komen maar, meer uit onwetendheid, had ze nooit tijd of

zin. Uiteindelijk wou ze het toch proberen en vertelde ze dat tegen Marga Willems –

die in dezelfde straat woont – en ze zijn meteen samen gekomen. Dat was voor het

eerst op een vrijdag in december 2006. Nu hebben ze spijt dat ze het nooit eerder

gedaan hebben.

naai-atelier

“Elke vrijdagnamiddag doen we ons naai-atelier open. We begeleiden dan de bewoners

die hun kleren willen herstellen of nieuwe kleren willen maken. In het centrum

zijn veel alleenstaanden, vaak jonge mannen, en het valt ons op dat mannen uit het

Midden-Oosten goed kunnen naaien. Het materiaal wordt door het centrum voorzien

of het wordt gesponsord door bedrijfjes hier en daar. We komen hier altijd met een

auto vol gerief toe.

We proberen zoveel mogelijk Nederlands te praten met de bewoners. Het is soms

behelpen maar iedereen heeft goede wil. De kinderen tolken als het nodig is. Zij leren

Nederlands op school en ze zijn supersnel met onze taal weg.

Page 80: Vrouwenkracht

80

We hebben altijd ons snoepdoosje mee.

We weten meteen wanneer de schooltijd

om is. Het is hier helpen en behelpen.

Ook de bewoners onderling helpen

elkaar, zelfs al komen ze uit verschillende

werelddelen. Rondzeulen met mekaars

baby’s, tolken voor elkaar, enzovoort. Ons

atelier bevindt zich naast de keuken. Elke

vrijdag mogen de bewoners koken waar

ze zin in hebben. Als we dan passeren om

naar het toilet te gaan, komen we altijd

met wat lekkers terug. Het weinige dat

de mensen hier hebben, delen ze nog uit

ook!

We lachen vaak wat af. In een lokaal in

de buurt van het naai-atelier bevindt

zich de vestiaire waar de geschonken

tweedehandskleren toekomen. Als

die jonge mannen dan snel wat

kledingstukken uitkiezen komen ze vaak

meteen naar het naai-atelier met een

broek die vijf maten te groot is of zo.

Ook al is de kleding tweedehands, de

bewoners hebben ook hun eigenwaarde,

hun fierheid.”

Het opvangcentrum voor asielzoekers

van Arendonk is een open

opvangcentrum en dat betekent dat

bewoners vrij in en uit kunnen. Er zijn

wel regels die gerespecteerd moeten

worden en, ook al doen de medewerkers

en de vrijwilligers hun uiterste best, de

omstandigheden waarin de bewoners

leven zijn niet ideaal. Gezinnen leven

vaak met velen in een kleine ruimte.

Iedereen slaapt in stapelbedden, er is

weinig privacy. Veel zwaarder dan alle

leefomstandigheden weegt de stress en

de angst om uitgeprocedeerd te geraken

en België te moeten verlaten. Het is een

proces dat meestal enkele maanden

duurt en het is er één van proberen en

hopen.

Intussen lopen de kinderen school in

de buurt en integreert het gezin zich

compleet. De menselijke drama’s zijn

voor alle betrokkenen groot als ineens

de definitieve afwijzing en dus uitwijzing

komt.

Het standpunt van Marga en Simonne

is duidelijk, menselijk. “We willen ons

niet moeien met politiek maar het gesol

met die mensen is ondraaglijk. Eens ze

ons land binnen zijn, zet ze dan meteen

aan het werk of stuur ze na ten laatste

zes maanden terug. Laat hen desnoods

vrijwilligerswerk doen. Laat de mensen

hun waardigheid behouden en hou hen

niet aan het lijntje. En dan steekt de

snelle naturalisatie van topsporters ons

wel heel erg de ogen uit. Ook hier zitten

mensen met talenten, advocaten, chef-

koks, naaisters, grafische vormgevers,

noem maar op. Het zijn trouwens niet

de armsten die hun land verlaten. De reis

kost erg veel en er wordt dan ook vaak

met hele families gespaard om één gezin

naar België te laten komen in een poging

om er een betere toekomst te vinden.

Door hier te komen is ons wereldbeeld

heel erg veranderd. Als we andere

mensen commentaar horen geven op “die

profiteurs” zitten we altijd op onze tong

te bijten. Kom maar eens mee, zeggen we

dan. We proberen anderen mee te krijgen

om ze kennis te laten maken met de

bewoners van het opvangcentrum. Eens

we ze mee krijgen zijn de ervaringen

altijd positief. Het mooiste voorbeeld is

dat van één van de meest geëngageerde

vrijwilligers hier. Hij richtte destijds een

actiegroep tegen het opvangcentrum

op, nu is hij een van de begeleiders die

de bewoners leert fietsen en de buurt

verkennen.

Page 81: Vrouwenkracht

81

Nuttig zijn zit in kleine dingen. Een lach,

een koekje, luisteren, samen lachen en

samen huilen. Voor ons is het ook fijn om

gewaardeerd te worden. Onze kinderen

zijn het huis uit, zij hebben ons niet meer

nodig. In het centrum zijn we nodig,

nuttig. We doen kleine dingen en hopen

op wonderen.”

Ook geraakt door de getuigenis van Simonne en Marga ? De opvangcentra voor asielzoekers kunnen je hulp goed gebruiken. Je vindt ze via de website www.fedasil.be. Het opvangcentrum van Arendonk bereik je door contact op te nemen met Truus Boenders van het Fedasil Opvangcentrum Arendonk, Grens 77, 2370 Arendonk, 014 40 52 50 of [email protected] en www.fedasil.be/arendonk en www.color-ado.be

Page 82: Vrouwenkracht

82

Page 83: Vrouwenkracht

83

sonja BoeckxSonja Boeckx woont in de Radiumstraat in Olen in een huis dat

vroeger van Umicore was. Alle straten in de naaste omgeving zien

er net hetzelfde uit. Vroeger kende iedereen iedereen in de “cité” en

werd de voordeur nooit gebruikt. “Kom maar langs achter” klinkt

tegenwoordig echter veel minder door de straten, oude bewoners

(vaak collega’s van de fabriek) vertrekken, nieuwe bewoners kennen

de buurt en haar oude gewoonten niet.

“Ik ben afkomstig van Herentals. Op mijn zestiende mocht ik al eens mee met mijn

oudere broer naar het jeugdcafé in de Boskant in achter-Olen. Ik heb er mijn man

leren kennen. Nu, 34 jaar later, wonen we nog steeds waar we begonnen zijn. We

konden het huurhuis van Umicore kopen.

In het begin kende ik hier niet veel mensen. Ons verenigingsleven is pas begonnen

toen de kinderen -een zoon en een dochter- wat ouder werden. ‘Ons’, want mijn man

en ik zijn twee handen op een buik. We kozen voor de KWB, later ging ik ook naar de

Vrouwengilde. Ik had er op dat moment echt nood aan om buiten te komen. Ik voelde

mij een echte kloek, alleen maar met en voor de kinderen in de weer.

Eens we ons begonnen te mengen in het verenigingsleven hadden ze ons rap in de

gaten. We werden snel gevraagd om mee te helpen bij activiteiten en we werden

steeds meer en meer actief. Zo heb ik 13 jaar lang zwarte piet gespeeld op de school

van de kinderen, ging ik helpen bij de koffietafels van begrafenissen. De KWB bleef de

hoofdmoot uitmaken want die activiteiten konden we met het ganse gezin doen.

Tegenwoordig proberen we zo veel mogelijk mijn hulpbehoevende schoonouders bij

te staan. Dat hebben we eerst voor mijn ouders ook gedaan. Als we veel geld hadden

zou ik met de ganse familie onder één dak willen wonen.

zwerfvuilmeter

Mijn man heeft zich ook altijd ingezet voor de toenmalige CVP, nu CD&V. Hij is

opgekomen met de laatste gemeenteraadsverkiezingen en was tot zijn eigen verbazing

verkozen in de gemeenteraad. ‘Dat is omdat gij zoveel mensen kent’, zegt hij altijd. Hij

zet zich hiervoor enorm in.

Ik heb eveneens nooit kunnen stilzitten. Ik heb altijd van alles gedaan en ik heb altijd

wat te doen. Toen de gemeente startte met zwerfvuilacties hebben we geen seconde

getwijfeld. Ik kan er niet tegen dat er vuil rondslingert.

Page 84: Vrouwenkracht

84

De gemeente stelt ons het materiaal ter

beschikking. Sorteerbakken op wieltjes,

de vuilniszakken, een grijptang en fluo-

vestjes. Van zodra we vinden dat er

veel zwerfvuil ligt, doen we onze ronde

in de buurt. Dat moet zo om de drie à

vier weken zijn. Pas op, als ik met de

fiets in tussentijd wat tegenkom kan

het goed zijn dat ik het in mijn fietszak

stop en meeneem naar huis. De volle

vuilniszakken laten we aan de kant staan,

die halen we achteraf op met de auto.

We kleven er een sticker “zwerfvuil” op

en de gemeente komt ze dan erg snel bij

ons thuis ophalen.

We halen erg veel blikjes op en afval dat

afkomstig is van meeneemmaaltijden

van MacDonalds. Op eenzelfde plek

liggen haast elke keer een heleboel

lege bierblikjes. Ik stel mij dan voor

dat het afkomstig is van iemand die

thuis niet mag drinken en zijn afval

dan maar op straat gooit. We vinden

ook zakjes gewoon vol met huisvuil.

Ik moet mij soms inhouden om er niet

eens in te zoeken naar adresgegevens

van de eigenaar. Er wordt ook veel vuil

verdoezeld. Lege plastic flessen die in een

dichte haag gestoken zitten. Hondenpoep

Page 85: Vrouwenkracht

85

vind ik zo ongeveer het ergste wat er is.

Op een gegeven moment heb ik iedereen

met een hond op straat aangesproken

met ‘da’s nu toch geen doen, he, zoveel

hondenpoep op straat’. Ik moet op een

keer prijs gehad hebben want het was

ineens veel beter!

Soms krijgen we negatieve commentaren

in de zin van ‘jullie krijgen jullie

vuilnis wel weg zeker!’ en ik zweer

dat ik nog geen snoeppapierke in de

zwerfvuilzakken gesmeten heb.

Bankcontact

In het buurtcomité ben ik ook erg actief.

Net door de evolutie dat buren elkaar

niet meer kennen of leren kennen, ben

ik juist meer gedreven om de mensen

met elkaar in contact te brengen. Samen

met Vormingplus Kempen hebben we

de actie “Bankcontact” opgezet. Op

een centrale plaats in de wijk is er een

zitbank geplaatst met een waterdicht

mededelingbord. Ondanks veel moeite

hebben we daar nog maar weinig

berichten, meldingen van geboorten of

overlijdens of andere dingen, in gekregen.

Ik geef niet op. Ik blijf halsstarrig

goedendag zeggen tot ik er één terug

krijg. Als ik rondga voor 11.11.11 dring ik

aan zonder onbeleefd te zijn. Krijg ik

geen gehoor aan de deurbel dan durf ik

langs achter gaan.

Ik hou er altijd het plezier in. De

motivatie vind ik bij mezelf. Niet te veel

nadenken, gewoon doen, daar heb ik

altijd in geloofd. Het hart volgen en niet

te veel stilstaan bij de commentaar van

anderen. Ik heb niet het gevoel dat er

van mij geprofiteerd wordt. Ik zou dat

niet kunnen zien, laat staan geloven, zelfs

indien het zo zou zijn. Ik ben niet liever

dan onder de mensen.

Met een glimlach en een goeiedag.”

Misschien is jouw gemeente ook wel op zoek naar zwerfvuilmeters en –peters. Indien interesse: neem contact op met de milieudienst van je gemeente.

Page 86: Vrouwenkracht

86

Page 87: Vrouwenkracht

87

tilly thimmToen ik de naam “Tilly Thimm” op mijn lijst zag staan kon ik niet

wachten om deze vrouw te ontmoeten. Tilly Thimm klinkt toch

minstens even goed als Laura Lynn, vindt u niet? Ik heb in haar

een vedette leren kennen, maar dan wel één zonder sterallures. “Ik

ben in 1963 mee afgezwaaid met mijn man Jacques uit het leger,”

lacht ze mij toe. Voor mij zit, nou ja zit, ze jogt het hele interview

de kamer door, een stralende vrouw die mij met zoveel warmte

omringt dat ik haar haast meteen wil knuffelen.

“Ik ben mijn man vier maanden na zijn legerdienst gevolgd naar Mol. We hebben

zes maanden bij mijn schoonouders gewoond. Mijn schoonmoeder nam mij alle

dagen mee naar de winkel om de taal te leren. Zij was een Kortrijkse en voelde

zich hier destijds even goed een vreemdelinge als ik, ook al kom ik van Kassel in

Duitsland. Mijn schoonvader was een echte rode die bij de harmonie “Onze Toekomst”

speelde, schoonmoeder was bij de Socialistische Vooruitziende Vrouwen (SVV) en

zo ben ik er ook vrijwel meteen ingerold. Ik ging mee naar de koffietafels en via de

bestuursvrouwen ben ik vrijwilligerswerk beginnen doen. Sinds 1965 maak ik ook deel

uit van het bestuur van de SVV, dat inmiddels Viva-SVV heet.”

een (g)roo(t)d hart

De activiteiten in die tijd waren vrij beperkt en bestonden uit niet veel meer dan

vier keer per jaar een zondagse koffietafel. Het was voor veel vrouwen, moeders, het

enige moment waarop ze er eens zonder man en kinderen op uit konden gaan. Uit die

koffietafels is ook het jaarlijkse kerstfeest gegroeid dat voor de leden en hun kinderen

wordt georganiseerd. In maart wordt elk jaar de handwerktentoonstelling gehouden,

het moment waarop de hobbyclub de resultaten van een jaar ijver toont en verkoopt.

“Elke maandagnamiddag is het hobbyclub. We maken er werkjes, doen verstelwerkjes

voor elkaar, kortom de ene leert van de andere. Ik leid al vijf jaar de groep hobby

binnen ons Viva-SVV. De hobbyclub zelf bestaat al 28 jaar. Heel veel dingen van

vroeger bestaan nog steeds. Elke tweede donderdag van de maand houden we

clubavond. Bij elk begin van het werkjaar bespreken we wat het volgende jaar zal

bieden. Het aanbod is afwisselend, informatief en soms gaat het over dingen die

iedereen aangaan maar daarom niet gemakkelijk zijn. Er komt elk jaar een dokter

spreken over allerlei kwaaltjes, de apotheker van de mutualiteit komt langs, we leren

er juwelen maken en tegen kerst houden we een kookavond. Elke clubavond wordt

reclame gemaakt voor de minder populaire avonden.”

Page 88: Vrouwenkracht

88

harmonieus samenleven

Net zoals andere verenigingen die zich

tot vrouwen richten is het voor de Molse

afdeling van Viva-SVV niet evident om

nieuwe leden bij te krijgen. Waar vroeger

moeders hun dochters zonder meer

volgden, is dat nu lang niet meer altijd

het geval.

“Zelfs mijn eigen dochter is nooit

geïnteresseerd geweest. Ik heb het

daar moeilijk mee gehad. En mijn zoon

heeft nooit een instrument gespeeld,

daar heeft mijn man het dan weer

moeilijk mee gehad. Hij speelt, net als

zijn vader vroeger, als trompettist bij

de harmonieën van Mol, Meerhout

en Turnhout. Nu gaat hij ook nog

een keer per maand naar het Vlaams

seniorenorkest in Lille. Hij heeft zijn

hobby’s, ik de mijne. We hebben elkaar

altijd ons zin laten doen. Zolang het

huishouden gedaan was en het eten op

tafel stond, was hij content. Ik heb een

goede man. Hij laat mij al eens in een

Duitse colère schieten, we blijven toch

nooit lang boos op mekaar.”

nicaragua

Het engagement van Tilly binnen Viva-

SVV is lang niet het enige dat haar bezig

houdt. Zo is ze al 23 jaar weegmoeder

bij Kind & Gezin. Ze is betrokken bij het

wereldwinkelrestaurant dat een keer per

jaar wordt georganiseerd, net zoals bij de

pionierswerking, het pannenkoekenfeest

en de wandelingen op woensdag in de

zomer, gaat de opbrengst naar Santo

Tomás in Nicaragua. Het is vooral

Ellie Van Goethem, ook bestuurslid

van Viva-SVV en opgenomen in deze

verhalenbundel, die deze werkingen

trekt.

Page 89: Vrouwenkracht

89

In de periode oktober-november start het

toneelseizoen voor Tilly Thimm en het

gezelschap “De roodborstjes”. Wat begon

als een manier om de koffietafels en het

kerstfeest op te vrolijken is uitgegroeid

tot een waar amateur-gezelschap dat elk

jaar een klucht ten tonele brengt.

in het rusthuis

“Ik heb altijd iets willen doen voor oude

mensen. Veel mensen zijn er eenzaam,

dat merkte ik zelf toen ik er de moeder

van een vriendin van mij bezocht. Toen

ik mij bij het OCMW-rusthuis van Mol

aanmeldde, vroegen ze wat ik te bieden

had. In de academie van Laakdal had ik

leren schilderen en via een tweedaagse

Viva-SVV-vorming heb ik leren masseren.

Ik ga nu zo vaak ik kan, drie à vier keer

per week, naar het OCMW-rusthuis

om handmassages te geven aan

dementerende bewoners. Ik vraag naar

de mensen die het minst bezoekers

krijgen. Iedereen heeft nood aan sociaal

contact en aanrakingen. Het begint

meestal met vertrouwen winnen, ruiken

aan de producten en zo zachtjes aan een

band creëren. Ik probeer ook een beetje

aan braintraining te doen door de delen

van de hand te benoemen. Het is heel

intensief, ik voel ook dat ik mij zelf goed

moet voelen om dat gevoel te kunnen

doorgeven. Maar ik doe het heel graag.

Ik hoop nog meer arrangementen uit het

Well2Day-gamma te kunnen volgen om

er dan later iets mee voor de mensen te

kunnen doen. Tijd voor mezelf heb ik niet

nodig. Met en voor anderen bezig zijn

beschouw ik als tijd voor mezelf. Ik doe

heel veel en alles heel graag.”

Je moet geen artiest of massagespecialist zijn om het verschil te maken voor de bewoners van het rusthuis. Een babbeltje, een wandeling met de rolstoel, elke doorbreking van het dagelijkse ritme, het doet vaak wonderen. Het vrijwilligerswerk wordt vaak gecoördineerd, neem daarom contact op met een OCMW Rusthuis of ander rusthuis in je buurt.

Page 90: Vrouwenkracht

90

Page 91: Vrouwenkracht

91

judith hiwatEén van de eerste gesprekken die ik voor deze verhalenreeks voerde,

bracht mij naar het Vosselaarse huis van Judith Hiwat. Het is het

laatste verhaal dat ik neerschrijf. Mijn slotstuk. Het is mij met een

onnoemelijke liefde toevertrouwd want Judith kan het zelf niet

meer vertellen. Zij is in januari 2007 overleden. Judith wordt in haast

elke Kempense vereniging gemist. Waar helpende handen nodig

waren was Judith. Onverstoorbaar. Onvermoeibaar. Nergens is haar

gemis groter dan thuis. Louis Bruyninckx, haar man, laat mij, laat

ons, delen in zijn liefde en bewondering voor haar.

Lieve Judith, dit boek is voor jou.

“Judith is in Nederland komen wonen omdat ze zich in het onderwijs in Suriname

niet volledig kon ontplooien als lerares. Ik heb haar zeven jaar later leren kennen

tijdens een gezamenlijk babybezoek aan het kindje van mijn broer die met haar

achternicht getrouwd was. Ik deed mijn best om netjes Nederlands te praten en dat

stond haar aan. Zo hebben we elkaar leren kennen. We konden meteen goed met

elkaar praten. Na een paar maanden ben ik naar Amsterdam getrokken en zijn we er

samen gaan wonen. Nathalie, onze oudste dochter, is er geboren. Omdat kinderopvang

onmogelijk was in Nederland en Judith haar baan als leerkracht toch moest opgeven,

zijn we eerder dan voorzien, na twee jaar, teruggekeerd naar België. We hebben

vervolgens zes jaar in Turnhout gewoond, daarna in ons huis dat we gebouwd hebben

in Vosselaar.

emancipatie en integratie

Stoppen met lesgeven viel Judith erg zwaar. In Nederland was Judith vastbenoemd,

in België heeft het tien jaar geduurd eer haar diploma regent gelijkgesteld werd met

het niveau lagere school. Ook daar had ze het erg moeilijk mee. Surinaamse vrouwen

studeren om het te maken in het leven, om zelfstandig te kunnen zijn. Ze willen dat

diploma dan ook gebruiken. Dat zelfstandig zijn, heeft ze ook onze dochters Nathalie

(30), Sabine (26) en Daniëlle (20) geleerd.

Page 92: Vrouwenkracht

92

Page 93: Vrouwenkracht

93

Page 94: Vrouwenkracht

94

ze meteen zelf kooklessen is gaan volgen

en het diploma gehaald heeft.

Judith droomde ervan om zelfstandig

traiteur te worden. De module

Bedrijfsbeheer van tijdens de

koksopleiding bleek onvoldoende en

hup, weer een jaar naar Syntra om het

diploma Bedrijfsbeheer te halen. Ze was

toen 53 jaar. Was het dan nog de moeite?

Ze had het zeker in zich!”

Bonte vogel

Louis is nooit in Suriname, het

geboorteland van Judith, geweest. Judith

zelf is pas na twintig jaar in Nederland

en België teruggekeerd. De teleurstelling

was erg groot toen ze een land terugvond

dat inmiddels helemaal verwesterd was.

Ze vond er geen thuis meer. Ginder

was ze niet meer op haar plaats, hier

voelde ze zich ook nog steeds een

vreemde. Het heeft haar gemotiveerd

om zich bij EVA aan te sluiten waar ze

uiteindelijk voorzitster van werd. Van de

wijkvereniging Het Akkerveld, de KAV,

Dinamo tot alle andere verenigingen of

activiteiten waar Judith vol overgave

voor gekookt heeft, is net de Turnhoutse

vereniging voor Allochtone vrouwen,

EVA (Een Voor Allen), haar grote ding

geweest.

“Judith heeft altijd de ruimte nodig gehad

om haar ding te doen. Ze was een bonte

vogel, geen saaie mus. Judith moest

kunnen vliegen. Ik was een nieuwe man

die meehielp in het huishouden. Het deed

mij veel plezier toen mensen mij na haar

overlijden kwamen zeggen dat ze zichzelf

kon zijn omdat ik achter haar stond.

Ik heb 30 jaar met veel liefde in haar

schaduw gestaan. In het belang van de

kinderen steek ik mij nu niet meer weg.

In Turnhout heeft Judith zich

kunnen ontplooien door onder meer

integratielessen te geven bij Prisma en

door naailessen te volgen bij de KAV.

Maar, haar grote gave lag in het koken.

Judith kon heel goed koken. Ze heeft

twintig jaar lang als vrijwilliger kookles

gegeven bij Dinamo, het verzamelpunt

voor vorming voor volwassenen dat

verbonden is aan de Warande in

Turnhout. Haar grootste passie was die

voor de vreemde keuken. Tot ieders

tevredenheid overigens. Behalve thuis,

wij waren proefkonijn en onze meisjes,

de afwassers van dienst, gromden al eens.

Judith kookte elke dag minstens drie

gerechten. Dat gaf een berg afwas. Als er

iemand jarig was werd het ganse gezin

gegijzeld om samen te koken. Was er niet

uitvoerig gekookt, dan was er geen feest

geweest! Zo was Judith.

Ik herinner mij dat Judith zou koken voor

het huwelijksfeest van een fijn koppeltje

uit Veerle. Ze hadden voor de gelegenheid

enkele vakantiehuizen afgehuurd in

Bastogne en ze zouden het eten komen

halen en zich dan zelf beredderen. We

hadden het evenwel meteen door dat ze

het niet zouden redden. Uit sympathie

en behulpzaamheid zijn we dan zelf nog

naar Bastogne gereden om mee te helpen

op het feest. Als dank hebben we in het

huwelijksbed mogen slapen.

vreemde keuken

Judith heeft overal kooklessen gegeven,

van Dilbeek tot Overpelt. Ze kookte

soms voor feestjes van 200 genodigden.

Op een gegeven moment mocht ze van

KAV Nationaal, geen kookles meer geven

omdat ze het diploma van kok niet had.

Daar was ze zo van onder de indruk dat

Page 95: Vrouwenkracht

95

Jelle (Daniëlle) studeert nog. Nathalie

en Sabine staan allebei in het onderwijs.

Sabine heeft ook het koken in zich.”

niet opgeven

In oktober-november van 2006

voelde Judith zich niet lekker. Na vele

onderzoeken werd de diagnose op 16

januari 2007 gesteld: een vorm van

longkanker die vooral mensen die niet

roken, krijgen. Zes dagen nadien was

Judith niet meer. Op maandag 8 januari

was ze nog aanwezig op een vergadering

van de Vosselaarse Wereldwinkel voor de

jaarlijkse brunch die ze zou begeleiden.

Op woensdag 10 januari is ze opgenomen

in het ziekenhuis. Tien dagen later, op 22

januari is ze gestorven. Niet opgeven. Als

iets Judith typeert, dan is het dat.

In het huis waar Judith zo gemist

wordt, is ze overal aanwezig op foto’s

en in betekenisvolle spulletjes. Met

veel trots en dankbaarheid toont

Louis mij een aquarel die Judith op 4

april 2007 postuum kreeg van ACW

Wereldsolidariteit en KAV ACW Vosselaar.

Het staat voor de Gouden Duim, die werd

uitgereikt aan de meest verdienstelijke

persoon van Vosselaar van 2006. Er

zijn ook schriftjes waarin Judith haar

gedachten neerschreef. Louis staat mij

toe er in te lezen. Judith, in haar eigen

woorden: “Begrafenis met veel zang,

Vosselaar mag shaken.”

En ik lees ook: “Judith heeft zich altijd

aan xenofobie van de omringenden

geërgerd. Koken met mensen, eten met

mensen, vooral schoolgaande jeugd,

is mensen minder bang maken voor

vreemden en laten zien dat we allemaal

mensen zijn met rijkdommen en cultuur

en emoties.”

De Internationale vrouwenwerking vzw EVA (Eén Voor Allen) waar Judith zich bijzonder voor heeft ingezet, richt zich vooral tot allochtone vrouwen uit Turnhout en omgeving, maar autochtone vrouwen die sympathie hebben voor zo’n groep zijn zeker welkom. EVA wil op verschillende manieren werken aan emancipatie en participatie van allochtone vrouwen in de Belgische samenleving. De activiteiten van EVA gaan door op donderdagnamiddag vanaf 13 uur. (niet tijdens de schoolvakanties) in Villa Mescolanza, Begijnenstraat 39, 2300 Turnhout of neem contact op met Chris Pijpers, 0474 61 30 35 of [email protected]

Page 96: Vrouwenkracht

96

De organisaties die deel uitmaken van het platform Vrouwenkracht Kempen op een rij:

11.11.11-comité geel014 58 67 24 of

[email protected]

aBvv mechelen+kempen

www.abvvmechelenkempen.be,

014 40 03 31 of [email protected]

acv kempen

www.acv-online.be, 078 15 16 16 of

[email protected]

vzw aif, multiculturele federatie van

zelforganisaties

aif.scw.be, 0496 95 16 78 of

[email protected]

vzw eva

www.villamescolanza.be, 0474 61 30 35 of

[email protected]

herentalse vrouwenraad

014 22 00 55

kav, vrouwen die Bewegen

www.kav.be, 03 220 12 34 of

[email protected]

linx+ mechelen & kempen

www.linxplus.be, 014 40 03 60 of

[email protected]

mondiale raad turnhout

www.turnhout.be/mora of

[email protected]

okra trefpunt 55+, regio kempen

www.okra.be/kempen of 014 40 33 50 of

[email protected]

viva-svv vzw provincie antwerpen

www.viva-svv.be, 03 285 43 04 of

[email protected]

vormingplus kempen

www.vormingpluskempen.be,

014 41 15 65 of

[email protected]

welzijnsschakels

www.welzijnsschakels.be, 03 217 24 90 of

[email protected]

wereldraad westerlo

www.westerlo.be, 014 53 92 11 of

[email protected]

wereldsolidariteit

www.wereldsolidariteit.be, 014 40 31 60

of [email protected]

www.vrouwenkracht.org © 2009

Page 97: Vrouwenkracht

97

Page 98: Vrouwenkracht

98

Page 99: Vrouwenkracht

99

Page 100: Vrouwenkracht

100

vrouwenkracht kempengedreven om de wereld te verbeteren