Vriendschap wordt belangrijker I Stevens... · vriendschap gelijk in de periode van 60 tot 77 jaar....

6
met mensen die zeiden: "We hebben geen vrienden nodig, we heb- ben genoeg aan elkaar:' Dat werd als goed beschouwd. Hooguit had je kennissen. Eind jaren '70 riep ik al dat we meer nadruk zouden gaan leggen op vriendschapsnetwerken. Ik werd toen enorm aangevallen. Journalisten vonden dat ik te ver ging, ze dachten dat ik het gezin om zeep wilde helpen. Dat is helemaal niet zo. Ik zei alleen dat vriend- schappen de hoeksteen van de samenleving zouden worden. En nu, in 2010, maakt geen hond zich meer druk als ik dat zeg. Integendeel, we zijn vriendschappen juist gaan idealiseren: In welke zin zijn we vriendschap gaan idealiseren? 'Vrienden hebben in dertig jaar tijd zoveel meer waarde gekregen en mensen hebben er hemelshoge verwachtingen van: je vertrouwt elkaar, kan elkaar alles vertellen, dag en nacht bij elkaar binnenvallen ... Mensen zeggen dat ze van hun vrienden houden en dat hun partner hun beste vriend is, dus deze typen relaties groeien naar elkaar toe. Maar toch is er een fundamenteel verschil tussen de partner en vrienden. Waar we verliefd worden op het "andere': worden we bevriend met hetzelfde. De beste vriend is vaak van je eigen geslacht, iemand met wie het klikt, die op dezelfde golflengte zit. Daar hechten we nu veel waarde aan. In de ja- ren '50 kon je absoluut niet zeggen dat je niet wilde trouwen, zeker niet als meisje. Dat was ongehoord. En als je getrouwd was, kon je niet zeg- gen dat je geen kinderen wilde. Tegenwoordig kijken mensen misschien raar op als je dat zegt, maar het mag best. Het is jouw keuze. Maar als je zegt dat je geen vrienden wilt, dat je genoeg hebt aan jezelf, dan kijken mensen je aan alsof je naar het gesticht moet: Investeren mensen tegenwoordig meer in vriendschap? 'Zeker. We zien vooral verschillen tussen generaties. De oudste ouderen zijn het knusse gezinnetje gewend, en minder gewend om te geven en nemen in vriendschapsrelaties. Natuurlijk speelt ook mee hoe sociaal vaardig mensen zijn of ze na het uit huis gaan van de kinderen en over- lijden van de partner nog hun draai kunnen vinden. Maar als het gezin echt alles voor je is, dan ga je toch zitten kniezen als je kinderen niet op bezoek komen, al heb je andere mensen om je heen. Nu zie je dat steeds 90 Ouder worden in de 21e eeuw meer ouderen een netwerk van vrienden hebben. En dat jongeren ge- middeld meer investeren in vrienden dan ouderen: Toekomst in relatieland Welke toekomst gaan we tegemoet in relatieland? 'Om te beginnen een grotere variatie. En mensen zullen meer alleen wonen; wat trouwens iets anders is dan alleen leven. De basis van het wonen zal meer individueel zijn, de netwerken daaromheen gevari- eerder. En die variaties zullen sociaal even legitiem worden gevonden. Naarmate wij als individu sterker worden, zal ook de polyamorie, meer liefdesrelaties tegelijkertijd, gewoner worden. Dat is nu nog het meest wijdverbreide taboe, terwijl zo'n 60% van de mensen er in hun leven ooit mee te maken krijgt. Naarmate mensen de archetypische polen meer integreren, zullen we, zoals gezegd, minder vaak verliefd worden. Uiteindelijk verdwijnt dan de hartstocht en zullen we houden van de gehele mensheid. Een fraai doel natuurlijk, we zijn namelijk maar één mensheid. Het gevoel dat we allemaal één zijn, hebben we nog niet. Om daar te komen, hebben we liefde, verliefdheid vriendschap nodig. We proberen het eerst in kleine kring uit en breiden onze liefde gelei- delijk aan uit. We zitten in een proces: we breiden onze vriendschappen uit, gaan meer wereldwijd denken ... Ons "wij" wordt almaar breder. Uiteindelijk zullen we empathie voelen voor alles wat is. Zullen we niet alleen Europees of mondiaal denken, maar kosmisch. Dat is onze vol- gende stap, de individuele spirituele zoektocht met anderen: Vriendschap wordt belangrijker I Nan Stevens & Theo van Tilburg Het sociale leven van oudere volwassenen is gedurende de laatste twee decen- nia behoorlijk veranderd als gevolg van maatschappelijke Onderliggende processen bij deze veranderingen zijn individualisering en het loslaten van tradities. Er is meer persoonlijke vrijheid in de keuze van leefstijl en identiteit, en grotere persoonlijke verantwoordelijkheid voor het ontwikke- len en in stand houden van een persoonlijk netwerk van sociale relaties. 6. Relaties 91

Transcript of Vriendschap wordt belangrijker I Stevens... · vriendschap gelijk in de periode van 60 tot 77 jaar....

Page 1: Vriendschap wordt belangrijker I Stevens... · vriendschap gelijk in de periode van 60 tot 77 jaar. Iets meer dan de helft had gedurende deze periode minstens één vriendschap in

met mensen die zeiden: "We hebben geen vrienden nodig, we heb­

ben genoeg aan elkaar:' Dat werd als goed beschouwd. Hooguit had je

kennissen. Eind jaren '70 riep ik al dat we meer nadruk zouden gaan

leggen op vriendschapsnetwerken. Ik werd toen enorm aangevallen.

Journalisten vonden dat ik te ver ging, ze dachten dat ik het gezin om

zeep wilde helpen. Dat is helemaal niet zo. Ik zei alleen dat vriend­

schappen de hoeksteen van de samenleving zouden worden. En nu, in

2010, maakt geen hond zich meer druk als ik dat zeg. Integendeel, we

zijn vriendschappen juist gaan idealiseren:

In welke zin zijn we vriendschap gaan idealiseren?

'Vrienden hebben in dertig jaar tijd zoveel meer waarde gekregen en

mensen hebben er hemelshoge verwachtingen van: je vertrouwt elkaar,

kan elkaar alles vertellen, dag en nacht bij elkaar binnenvallen ... Mensen

zeggen dat ze van hun vrienden houden en dat hun partner hun beste

vriend is, dus deze typen relaties groeien naar elkaar toe. Maar toch is

er een fundamenteel verschil tussen de partner en vrienden. Waar we

verliefd worden op het "andere': worden we bevriend met hetzelfde. De

beste vriend is vaak van je eigen geslacht, iemand met wie het klikt, die

op dezelfde golflengte zit. Daar hechten we nu veel waarde aan. In de ja­

ren '50 kon je absoluut niet zeggen dat je niet wilde trouwen, zeker niet

als meisje. Dat was ongehoord. En als je getrouwd was, kon je niet zeg­

gen dat je geen kinderen wilde. Tegenwoordig kijken mensen misschien

raar op als je dat zegt, maar het mag best. Het is jouw keuze. Maar als je

zegt dat je geen vrienden wilt, dat je genoeg hebt aan jezelf, dan kijken

mensen je aan alsof je naar het gesticht moet:

Investeren mensen tegenwoordig meer in vriendschap?

'Zeker. We zien vooral verschillen tussen generaties. De oudste ouderen

zijn het knusse gezinnetje gewend, en minder gewend om te geven en

nemen in vriendschapsrelaties. Natuurlijk speelt ook mee hoe sociaal

vaardig mensen zijn of ze na het uit huis gaan van de kinderen en over­

lijden van de partner nog hun draai kunnen vinden. Maar als het gezin

echt alles voor je is, dan ga je toch zitten kniezen als je kinderen niet op

bezoek komen, al heb je andere mensen om je heen. Nu zie je dat steeds

90 Ouder worden in de 21e eeuw

meer ouderen een netwerk van vrienden hebben. En dat jongeren ge­

middeld meer investeren in vrienden dan ouderen:

Toekomst in relatieland

Welke toekomst gaan we tegemoet in relatieland? 'Om te beginnen een grotere variatie. En mensen zullen meer alleen

wonen; wat trouwens iets anders is dan alleen leven. De basis van het

wonen zal meer individueel zijn, de netwerken daaromheen gevari­

eerder. En die variaties zullen sociaal even legitiem worden gevonden.

Naarmate wij als individu sterker worden, zal ook de polyamorie, meer

liefdesrelaties tegelijkertijd, gewoner worden. Dat is nu nog het meest

wijdverbreide taboe, terwijl zo'n 60% van de mensen er in hun leven

ooit mee te maken krijgt. Naarmate mensen de archetypische polen

meer integreren, zullen we, zoals gezegd, minder vaak verliefd worden.

Uiteindelijk verdwijnt dan de hartstocht en zullen we houden van de

gehele mensheid. Een fraai doel natuurlijk, we zijn namelijk maar één

mensheid. Het gevoel dat we allemaal één zijn, hebben we nog niet. Om

daar te komen, hebben we liefde, verliefdheid ~n vriendschap nodig.

We proberen het eerst in kleine kring uit en breiden onze liefde gelei­

delijk aan uit. We zitten in een proces: we breiden onze vriendschappen

uit, gaan meer wereldwijd denken ... Ons "wij" wordt almaar breder.

Uiteindelijk zullen we empathie voelen voor alles wat is. Zullen we niet

alleen Europees of mondiaal denken, maar kosmisch. Dat is onze vol­

gende stap, de individuele spirituele zoektocht met anderen:

Vriendschap wordt belangrijker I Nan Stevens & Theo van Tilburg

Het sociale leven van oudere volwassenen is gedurende de laatste twee decen­

nia behoorlijk veranderd als gevolg van maatschappelijke ~ntwikkelingen.

Onderliggende processen bij deze veranderingen zijn individualisering en het loslaten van tradities. Er is meer persoonlijke vrijheid in de keuze van leefstijl en identiteit, en grotere persoonlijke verantwoordelijkheid voor het ontwikke­len en in stand houden van een persoonlijk netwerk van sociale relaties.

6. Relaties 91

ttg300
Text Box
ttg300
Text Box
Stevens, N. L., & Van Tilburg, T. G. (2012). Vriendschap wordt belangrijker. In T. Verlaan & M. de Coole (Eds.), Ouder worden in de 21e eeuw (pp. 91-97). Amsterdam: SWP. [Herdruk van: Gerõn, Tijdschrift over ouder worden en maatschappij, 12 (3), 4-7.]
Page 2: Vriendschap wordt belangrijker I Stevens... · vriendschap gelijk in de periode van 60 tot 77 jaar. Iets meer dan de helft had gedurende deze periode minstens één vriendschap in

Maatschappelijke verandering

De veranderende samenleving wordt gekenmerkt door een toename van

geografische mobiliteit, van beroepsmobiliteit, een toenemend aantal echt­

scheidingen maar ook van hertrouwen daarmee samenhangend nieuwe

stieffamilies, en door een toename van het aantal eenpersoonshuishou­

dens. Ook zijn traditionele instellingen die vroeger voor sociale inbedding

zorgden, zoals de kerk, de buurt en lokale organisaties, minder invloedrijk.

Er zijn verschillende standpunten over de gevolgen van individualise­

ring en het loslaten van tradities voor persoonlijke relaties in het al­

gemeen en voor vriendschap in het bijzonder. Sommigen stellen dat

er meer onzekerheid is over de beschikbaarheid van sociale relaties als

bron van gezelschap en ondersteuning. Het is moeilijker geworden om

blijvende, betekenisvolle sociale relaties als vriendschap te onderhou­

den. Anderen beweren dat er meer kansen zijn voor vriendschap omdat

andere relaties de functies van ondersteuning en het brengen van con­

tinuïteit niet meer automatisch vervullen. Aangezien vriendschap per

definitie een vrijwillige en flexibele relatie is, zijn vrienden bij uitstek

geschikt voor het moderne leven.

Individualisering en het loslaten van tradities zijn voortschrijdende

processen die groepen in de samenleving op verschillende wijze be­

invloeden. Een toename van het belang van vriendschap is tot nu toe

aangetoond voor specifieke groepen zoals alleenstaanden, inclusief al­

leenstaande ouders, maar nog niet voor oudere volwassenen. Of de

geschetste ontwikkeling ook zichtbaar is bij mensen op latere leeftijd

is onderzocht in twee recente studies die gebruikmaken van data van

de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA).

Ontwikkeling in vriendschap

Eén studie vergelijkt de ontwikkeling in vriendschap als uniek relatietype

binnen persoonlijke netwerken gedurende zeventien jaar (1992-2009) voor

drie cohorten, namelijk volwassenen die aanvankelijk 55-64,65-74 of 75-

84 jaar zijn. Om het persoonlijke netwerk in kaart te brengen, is mensen

gevraagd welke familieleden, buren, collegàs, verenigingsleden en vrien-

92 Ouder worden in de 2Ie eeuw

den zij als belangrijk beschouwen en met wie zij regelmatig contact heb­

ben. Als laatste wordt naar vrienden gevraagd wdat vrienden werkelijk als

zodanig door de ondervraagde ouderen benoemd en relaties zijn die niet

eerder als een ander type relatie zijn benoemd. Als er minstens één vriend­

schap in het persoonlijke netwerk is, zijn de potentiële hulpbronnen van

vriendschap beschikbaar middels een relatie die men zelf gekozen heeft.

De resultaten laten een opvallend verschil zien tussen het jongste cohort

en de twee oudere cohorten in de ontwikkeling van vriendschap. Bin­

nen de twee oudere cohorten is er vanaf 1992 een afname in het aantal

mensen met vrienden in het persoonlijke netwerk. Geschat wordt dat

rond de leeftijd van 70 jaar iets minder dan de helft van hen vriend­

schap heeft, en dat aantal daalt tot ongeveer één op de vijf wanneer men

97 jaar is. In de jongste groep daarentegèn blijft het aantal mensen met

vriendschap gelijk in de periode van 60 tot 77 jaar. Iets meer dan de helft

had gedurende deze periode minstens één vriendschap in het netwerk.

Als we degenen die rond 1930 geboren zijn op 77-jarige leeftijd ver­

gelijken met degenen die rond 1920 zijn geboren, hebben de eersten

ongeveer 12 procentpunten vaker een vriendschap (zie figuur 2). Het re­

centere cohort ouderen doet kennelijk meer moeite of verkeert in betere

omstandigheden om vriendschap in stand te houden of om vriendschap

die zij kwijtraken te vervangen. Wij zien dit als een signaal dat in de loop

der jaren vriendschap belangrijker is geworden bij het ouder worden,

in vergelijking met vroeger. Natuurlijk kan het zijn dat de afname in

vriendschap vertraagd is in het jongere cohort ouderen. Vervolgstudie

waarin we deze mensen langer volgen, zal dit bevestigen of weerleggen.

Een andere interessante uitkomst is dat vrouwen de geschetste ontwik­

keling nog sterker tonen dan mannen. Meer vrouwen rapporteren dat

zij vrienden in hun persoonlijke netwerk hebben bij aanvang van het

onderzoek. Er is zelfs een lichte toename in het percentage vrouwen dat

minstens één vriendin heeft onder het jongste cohort naarmate de tijd

verstrijkt. Verder blijkt dat vrouwen hun onderlinge vriendschap langer

in stand houden dan mannen. Dit kan te maken hebben met verschillen

in overlevingskansen tussen mannen en vrouwen.

6. Relaties 93

Page 3: Vriendschap wordt belangrijker I Stevens... · vriendschap gelijk in de periode van 60 tot 77 jaar. Iets meer dan de helft had gedurende deze periode minstens één vriendschap in

0,60

0,50

0,40

0,30

0,20

0,10

0,00

60 65 70 75 80 85 90 95 100

Leeftijd

-- 55-64 jaar in 1992 -- 65-74 jaar in 1992 Cl,. •• 75-84 jaar in 1992

Figuur 2: Geschatte proporties oudere volwassenen met vrienden gedurende 17 jaar

voor drie leeftijdscohorten, gecontroleerd voor geslacht, opleiding, werkstatus op

40 jaar, en beroepsniveau

Werkgerelateerde relaties

In de tweede studie is nagegaan of na pensionering werkgerelateerde

persoonlijke relaties worden voortgezet. Dit zijn relaties die ontstaan

op het werk (met collegàs) of via het werk (bijvoorbeeld met klanten of

partners van collegàs) en die belangrijk genoeg zijn om opgenomen te

worden in het persoonlijke netwerk. Het werk is een belangrijke context

voor de ontwikkeling van persoonlijke relaties. Werkrelaties geven een

bevestiging van eigenwaarde en competentie in het werk en zijn ook

een bron voor sociale steun en sociale integratie. Sommige werkrela­

ties ontwikkelen zich tot persoonlijke relaties, met wie men onder meer

vertrouwelijkheden uitwisselt. Na pensionering kunnen deze relaties

belangrijk blijven voor het bevestigen van identiteit en voor de sociale

integratie. De uitkomsten van eerder onderzoek laten zien dat werkge­

bonden relaties na pensionering vaak verloren gaan. In deze studie is

nagegaan of mensen die met pensioen gaan in het begin van de deze

eeuw vaker hun werkgerelateerde relaties continueren dan mensen die

94 Ouder worden in de 2Ie eeuw

tien jaar eerder met pensioen gingen. De achtergrond van deze veron­

derstelling is dat relaties meer dan vroeger worden gezien als persoonlij­

ke relaties, en typische rolrelaties, zoals die met collegàs, zich daardoor

gemakkelijker kunnen ontwikkelen tot relaties met een betekenis buiten

de context van werk. Deze relaties kunnen uitgroeien' tot vriendschap,

maar bestaan ook voort als relatie met een (ex-)collega zonder dat be­

trokkenen elkaar als vrienden beschouwen. De hypothese is dat onder

recent gepensioneerden meer mensen minstens één werkgebonden re­

latie behouden of toevoegen aan hun persoonlijk netwerk na pensione­

ring, dan onder eerder gepensioneerden.

De respondenten in deze studie behoren tot twee cohorten van 55- tot

64-jarigen die met pensioen zijn gegaan rond 1994 of rond 2004. Door

LASA zijn zij voor en na hun pensionering ondervraagd over de samen­

stelling van hun persoonlijk relatienetwerk, zodat veranderingen in de

periode van pensionering kunnen worden vastgelegd.

De hypothese werd bevestigd. In het cohort dat rond 1994 met pensi­

oen ging daalde het percentage mensen met minstens één werkgere­

lateerd contact van 49% naar 42%. Bij de rond 2004 gepensioneerden

was er een gering verschil (respectievelijk 60% en 59%). De proportie

van gepensioneerden die werkgebonden contacten hebben behouden

was groter onder recent gepensioneerden; ook hebben zij vaker nieuwe

werkgebonden relaties aan het persoonlijke netwerk toegevoegd dan de

rond 1994 gepensioneerden. In deze studie werden geen sekseverschil­

len gevonden.

Persoonlijke keuze & risico

Beide studies tonen aan dat meer recente cohorten van ouderen ver­

schillen van die van eerder geboren ouderen. In de eerste studie vergele­

ken we mensen die rond 1932 geboren zijn met cohorten die rond 19~

en rond 1912 zijn geboren. In de tweede studie vergeleken we mensen

die rond 1942 geboren zijn met een cohort geboren rond 1932. De re­

sultaten zien wij als een signaal dat persoonlijke keuze een sterkere rol

is gaan spelen bij het samenstellen van persoonlijke netwerken bij meer

recente cohorten van ouder wordende mensen. Het betreft hier waar-

6. Relaties 95

Page 4: Vriendschap wordt belangrijker I Stevens... · vriendschap gelijk in de periode van 60 tot 77 jaar. Iets meer dan de helft had gedurende deze periode minstens één vriendschap in

schijnlijk een geleidelijk verlopend proces waarvoor niet een specifiek

omslagpunt is aan te wijzen.

Een voor de hand liggende verklaring voor de resultaten van het on­

derzoek is dat opleiding, arbeidsparticipatie en beroepsniveau, oftewel

factoren die samenhangen met meer keuzes kunnen maken in persoon­

lijke relaties, zijn toegenomen in recentere cohorten. Dat is in de eerste

studie nagegaan en blijkt ook het geval te zijn, al blijft het cohortverschil

na controle voor deze factoren bestaan. Dat wijst op ook andere oorza­

ken. De meer recente cohorten waren rond de 40 en 30 jaar oud in de

jaren 1970, een tijd dat de samenleving sterk aan het veranderen was.

De jongste cohorten zaten toen meer in de fase van opbouw van hun ge­

zinsleven en maatschappelijke carrière, en hebben mogelijk meer over­

genomen van de maatschappelijke veranderingen dan de oudere cohor­

ten, toen rond de 50 en 60 jaar oud. De laatste categorie was al gesetteld,

of zat dicht tegen het pensioen aan en de kinderen waren veelal uit huis.

Waar keuzevrijheid een overwegend positieve connotatie heeft, is ook

een kanttekening op zijn plaats. Het belang van opleiding en status van

het werk voor het reguleren van persoonlijke relaties in de moderne

samenleving geeft aan dat met name laagopgeleide ouderen sociaal

kwetsbaar zijn. Ook personen van wie familiebanden verzwakt zijn, bij­

voorbeeld door echtscheiding, zijn kwetsbaar omdat zij minder kunnen

rekenen op vanzelfsprekende betrokkenheid van familieleden. Deze

groepen ouderen zijn aangewezen op hun persoonlijke vermogens om

hun steunnetwerk te organiseren, waartoe zij beperkte mogelijkheden

hebben. Bij een sociale welvaartsstaat met minder gegarandeerde voor­

zieningen lopen zij het risico in de knel te raken.

Literatuur

Allan, G.A. (2001). Personal relationships in late modernity. Personal

Relationships, 8, 325-339.

Cozijnsen, R., Stevens, N.L. & Tilburg, T.G. van (in press). Maintaining

work-related personal ties following retirement. Personal Relations­hips.

96 Ouder worden in de 2Ie eeuw

Stevens, N.L. & Tilburg, T.G. van (in press). Cohort differences in ha­

ving and retaining friends in personal networks in later life. Journal

of Social and Personal Relationships. Tilburg, T.G. van & Thomése, G.c.F. (2010). Societal dynamics in per­

sonal networks. In: D. Dannefer & c.R. Phillipson (Eds.), The Sage handbook of social gerontology (p. 215-225). Londen: Sage.

Samen spelen I Christina Mereken

In het begin is het gemakkelijk. Je ziet iemand die je leuk lijkt of iets

leuks doet. Je gaat in de buurt staan, schept wat in de zandbak, trapt

tegen een bal, spettert wat in het water en even later speel je samen. De

beste vrienden. Later, als je wel over de woorden beschikt om te vragen

of iemand samen wil spelen, zijn woorden nog altijd niet nodig. Frans­

of Engelssprekend, het maakt niet uit. Een blik, een glimlach van achter

de tent en een VI:iendschap voor de zomer is gesmeed. Huidskleur, af­

komst, opleiding, inkomen, geloof, het doet er allemaal niet toe.

Maar dat verandert. Met de jaren groeien de obstakels. We worden kri­

tischer en kieskeuriger. Letten op meer dan alleen het 'leuke spelletje'.

We worden wantrouwig en gehinderd door sociale mores. Zomaar op

iemand afstappen om vriendschap te sluiten, kan echt niet. Je moet aan

elkaar voorgesteld worden. Of reden hebben elkaar aan te spreken. Niet

voor niets dat gesprekken tussen vreemden in de trein altijd pas tot

stand komen als er vertraging is. Daar komt bij dat we het almaar druk­

ker krijgen. Baan, partner, kinderen ... steeds minder tijd en steeds meer

kennissen. Bestaande vrienden verworden al gauw tot 'sociale contacten

die je moet onderhouden'. Alleen bij grote verandering is er nog ruimte

voor vernieuwing. Pas bij verhuizing of de geboorte van kinderen gaan

we op zoek naar nieuwe vrienden, die passen bij onze nieuwe omstan­

digheden. Maar ook dan worden we gehinderd door al die vragen die

een vijfjarige zich nooit stelt: Wat voor werk doe je? Pas je in mijn we­

reld? Wil ik met je gezien worden? Heb ik wel tijd voor je?

6. Relaties 97

ttg300
Text Box
Page 5: Vriendschap wordt belangrijker I Stevens... · vriendschap gelijk in de periode van 60 tot 77 jaar. Iets meer dan de helft had gedurende deze periode minstens één vriendschap in

Ouder worden in de 21e eeuw

Interviews, artikelen en columns uit Gerön,

tijdschrift over ouder worden en samenleving

Samenstelling: Toon Verlaan & Max de Coole

m.m.v. Henk Bakkerode, Christina Mereken

\

ul'geveril

SWP

Page 6: Vriendschap wordt belangrijker I Stevens... · vriendschap gelijk in de periode van 60 tot 77 jaar. Iets meer dan de helft had gedurende deze periode minstens één vriendschap in

Gerön

Ouder worden in de 21e eeuw

Interviews, artikelen en columns uit Gerön, tijdschrift over ouder worden

en samenleving

De reeks staat onder redactie van Max de Coole en Toon Verlaan

ISBN 978 90 8850 284 2

NUR740,748

Reeks Gerön-publicaties, nr. 3

© 2012 B.v. Uitgeverij SWP Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestem­ming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel16B Auteurswet 1912 t het Besluit van 20 juni 1974, Stbl. 351, zoals ge­wijzigd bij het besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 47l en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot Uitgeverit SWP (Postbus 257,1000 AG Amsterdam) te wenden.

Inhoudsopgave

Inleiding 9

I. Vergrijzing 11

Dick Knook: Stille revolutie van de vergrijzing heeft

enorme maatschappelijke gevolgen I Henk Bakkerode &

Arie van der Marel 11

Anders in beeld: de oudere aan het begin van de

21ste eeuw I Paul Schnabel 17

Van oude naar nieuwe mythen over ouder worden I DorlyDeeg 24

Het grijze gevaar I Christina Mercken 29

2. Zelfsturing 31

Haunie van Leeuwen: We moeten ouderen aanspreken

op hun solidariteit jegens jongeren en kwetsbare ouderen I Henk Bakkerode & Christina Mercken 31

Zelf sturing: mooie woorden, lastige feiten I Jan Coolen 38

Ballen in de lucht I Christina Mercken 43

3. Levensvragen 45

Jacobiné Geel: Goed dat voldongen antwoorden in het

museum zijn bijgezet I Henk Bakkerode

& Arie van der Marel 45

De omgang met levensvragen in een veranderend leven-

beschouwelijk landschap I Frits de Lange 51

Opnieuw beginnen I Joep Dohmen 56

ttg300
Text Box