Vraagtypen in Lectora Online - Radboudumctekst, een afbeelding, een video, een animatie (al dan niet...
Transcript of Vraagtypen in Lectora Online - Radboudumctekst, een afbeelding, een video, een animatie (al dan niet...
1
Vraagtypen in Lectora Online
Voor het ontwikkelen van e-learning maken we gebruik van de auteurstool Lectora Online. Je
kunt binnen Lectora Online gebruik maken van de volgende mogelijkheden:
1 Informatie/presentatie in de vorm van teksten, afbeeldingen, video’s etc.
2 Vraagtypen met score;
o Ja/nee
o Meerkeuze
o Multiple respons
o Fill in the blank
o Number Entry
o Matching
o Rank / sequence
o Drag en drop
o Hotspot
3 Vraagtypen zonder score;
o Kort antwoord
o Essay
o Likert
Bij de vragen kunnen afbeeldingen worden ingeladen. Ook bij antwoordopties is het mogelijk
om afbeeldingen in te voegen.
Lectora Online biedt de mogelijkheid om per vraag feedback te geven. De feedback kan
gegeven worden in de vorm van:
een pop-up;
een tekstblok;
koppeling naar een pagina in de E-learning;
verwijzing naar tekstblok in de E-learning;
verrichten van een bepaalde actie.
Ook is het mogelijk om een maximum aantal pogingen in te geven die cursisten krijgen om
de vraag te beantwoorden. Als u gebruik maakt van een maximum aantal antwoordpogingen,
is het mogelijk om feedback per antwoordpoging in te stellen.
Hieronder worden de vraagtypen kort toegelicht.
2
1 Informatie/Presentatie ‘Informatie/presentatie’ is speciaal ontworpen voor het presenteren van theorie, zonder dat er
vragen worden gesteld. De presentatie van leerinhoud kan bestaan uit (een combinatie van)
tekst, een afbeelding, een video, een animatie (al dan niet met een voice-over stem) en/of
een audiofragment.
Indien u kiest voor ‘Informatie/Presentatie’, voer dan de volgende opdracht uit:
Opdracht: bepaal welke inhoud, video, afbeeldingen, animaties e.d. op de slide komen
te staan.
Toelichting:
Schrijf de tekst in tekstvakken in het storyboard in powerpoint.
Geef duidelijk aan of voor een afbeelding een vergroting mogelijk moet zijn of en waar pop-
up vensters of een Mouse over gemaakt moeten worden.
3
2 Vraagtypen met score
Ja / nee
Het vraagtype ‘True or False’ is vooral geschikt voor het testen van theoretische kennis. In
deze werkvorm wordt er een vraag gesteld, en worden 2 antwoordalternatieven
gepresenteerd aan de cursist. De cursist maakt hieruit zijn keuze.
Indien u kiest voor het vraagtype ‘True / False’, voer dan de volgende opdracht uit:
Formuleer de vraag en de antwoordalternatieven. Geef aan welk antwoord correct is.
Bepaal welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de vraag komen te staan.
Formuleer de feedback. Bepaal op welke wijze de feedback wordt gegeven. Bepaal
welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de feedback worden ingevoegd.
4
Meerkeuze Het vraagtype ‘Multiple Choice’ is vooral geschikt voor het testen van theoretische kennis. In
deze werkvorm wordt er een vraag gesteld, en worden minimaal 3 antwoordalternatieven
gepresenteerd aan de cursist. De cursist maakt hieruit zijn keuze.
Indien u kiest voor het vraagtype ‘Multiple Choice’’, voer dan de volgende opdracht
uit:
Formuleer de vraag en de antwoordalternatieven. Geef aan welk antwoord correct is.
Geef aan of de antwoordalternatieven op de pagina komen te staan of dat ze als drop
down lijst gepresenteerd moeten worden.
Bepaal welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de vraag komen te staan.
Formuleer de feedback. Bepaal op welke wijze de feedback wordt gegeven. Bepaal
welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de feedback worden ingevoegd.
Indien van toepassing, geef het aantal antwoordpogingen aan, en formuleer eventuele
feedback per poging.
5
Multiple Respons Het vraagtype ‘Multiple Respons’ is vooral geschikt voor het testen van theoretische kennis.
In deze werkvorm wordt er een vraag gesteld, en worden minimaal 3 antwoordalternatieven
gepresenteerd aan de cursist. De cursist maakt hieruit zijn keuze.
Indien u kiest voor het vraagtype ‘Multiple Response’, voer dan de volgende opdracht
uit:
Formuleer de vraag en de antwoordalternatieven. Geef aan welke antwoorden correct
zijn.
Bepaal welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de vraag komen te staan.
Formuleer de feedback. Bepaal op welke wijze de feedback wordt gegeven. Bepaal
welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de feedback worden ingevoegd.
Indien van toepassing, geef het aantal antwoordpogingen aan, en formuleer eventuele
feedback per poging.
6
Fill in the blank Het vraagtype ‘fill in the blank’ is geschikt om cursisten productief met de leerstof bezig te laten zijn, doordat zij zelf het antwoord moeten formuleren.
Indien u kiest u voor het vraagtype ‘fill in the blank’, voer dan de volgende opdracht
uit:
Opdracht:
Formuleer de vraag en de juiste antwoordmogelijkheden. Denk hierbij aan
verschillende mogelijke schrijfwijzen (hoofdletters vs. kleine letters, met of zonder
koppelteken etc.)
Bepaal welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de vraag komen te staan.
Formuleer de feedback. Bepaal op welke wijze de feedback wordt gegeven. Bepaal
welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de feedback worden ingevoegd.
Indien van toepassing, geef het aantal antwoordpogingen aan, en formuleer eventuele
feedback per poging.
7
Number entry Het vraagtype ‘Number entry’ is geschikt om cursisten productief met de leerstof bezig te laten zijn, doordat zij zelf het antwoord (in getallen) moeten formuleren.
Indien u kiest u voor het vraagtype ‘Number entry’, voer dan de volgende opdracht uit:
Opdracht:
Formuleer de vraag en het juiste antwoord. Bij het antwoord kun je denken aan
categorieën (bijv. antwoorden tussen 1-10 zijn goed) of ‘groter dan’, ‘kleiner dan’ en ‘is
gelijk aan’.
Bepaal welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de vraag komen te staan.
Formuleer de feedback. Bepaal op welke wijze de feedback wordt gegeven. Bepaal
welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de feedback worden ingevoegd.
Indien van toepassing, geef het aantal antwoordpogingen aan, en formuleer eventuele
feedback per poging.
8
Matching Het vraagtype ‘matching’ is vooral geschikt voor het testen van inzicht in en toepassen van
kennis. In deze werkvorm wordt er een vraag gesteld waarbij de cursisten 2 onderwerpen die
bij elkaar horen met elkaar moet verbinden. Er kunnen ook verkeerde onderwerpen worden
ingevoerd, waardoor de keuze moeilijker kan worden gemaakt.
Indien u kiest voor het vraagtype ‘matching’, voer dan de volgende opdracht uit:
Opdracht:
Formuleer de vraag en de antwoordmogelijkheden. Geef aan welke antwoorden bij
elkaar horen.
Bepaal de wijze van scoren: een score per goed antwoord of een score voor alle
goede antwoorden tezamen.
Bepaal welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de vraag komen te staan.
Formuleer de feedback. Bepaal op welke wijze de feedback wordt gegeven. Bepaal
welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de feedback worden ingevoegd.
Indien van toepassing, geef het aantal antwoordpogingen aan, en formuleer eventuele
feedback per poging.
9
Rank / Sequence
Het vraagtype ‘Rank / Sequence’ is vooral geschikt voor het testen van inzicht in en toepassen van kennis. Bij dit vraagtype wordt een vraag gesteld waarbij cursisten de antwoorden in de juiste volgorde moeten zetten.
Indien u kiest voor het vraagtype ‘Rank / Sequence’, voer dan de volgende opdracht
uit:
Formuleer de vraag en de antwoordalternatieven. Geef aan welke antwoordvolgorde
correct is.
Geef aan of de antwoordalternatieven op de pagina komen te staan en de volgorde in
nummers aangegeven moeten worden of dat ze als drop down lijst gepresenteerd
moeten worden.
Bepaal welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de vraag komen te staan.
Formuleer de feedback. Bepaal op welke wijze de feedback wordt gegeven. Bepaal
welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de feedback worden ingevoegd.
Indien van toepassing, geef het aantal antwoordpogingen aan, en formuleer eventuele
feedback per poging.
10
Drag and Drop Het vraagtype ‘Drag and drop’ is geschikt voor het testen van inzicht in en toepassen van
kennis. Bij 'drag and drop' gaat het erom dat afbeeldingen naar een andere afbeelding
‘gesleept’ moeten worden. Hierbij moet de juiste plaats van de gesleepte afbeeldingen
aangegeven worden. Er is dus één achtergrondafbeelding. Het aantal afbeeldingen dat
geplaatst kan worden is maximaal 50. Een score kan worden toegekend aan elk afzonderlijk
geplaatste afbeelding of aan het geheel van geplaatste afbeeldingen. Er kunnen ook
verkeerde onderwerpen worden ingevoerd, waardoor de keuze moeilijker kan worden
gemaakt. Bij drag and drop vragen wordt de gokkans sterk verminderd t.o.v. multiple choice
vragen. Ook vragen ze een actievere houding van de cursist.
Indien u kiest voor het vraagtype ‘drag and drop', voer dan de volgende opdracht uit:
Opdracht:
Formuleer de vraag en de antwoordmogelijkheden (afbeelding). Geef aan welk
antwoord waar hoort.
Bepaal de wijze van scoren: een score per geplaatste afbeelding of een score voor het
geheel van geplaatste afbeeldingen.
Bepaal welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de vraag komen te staan.
Formuleer de feedback. Bepaal op welke wijze de feedback wordt gegeven. Bepaal
welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de feedback worden ingevoegd.
Indien van toepassing, geef het aantal antwoordpogingen aan, en formuleer eventuele
feedback per poging.
11
Hotspot Het vraagtype ‘Hotspot’ is geschikt voor het testen van inzicht in en toepassen van kennis.
Hotspotvragen worden beantwoord door de juiste locatie in een afbeelding te markeren. Het
kan daarbij om één of meerdere locaties op een afbeelding gaan. Voorwaarde voor het
gebruik van hotspotvragen is dat afbeeldingen duidelijk moeten zijn. Er zijn maximaal 50
hotspots mogelijk. U kunt ervoor kiezen aan elke correcte markering afzonderlijk punten toe
te laten kennen, mits een correct antwoord meer dan één gemaakte keuze impliceert.
Indien u kiest voor het vraagtype 'hotspot', voer dan de volgende opdracht uit:
Opdracht:
Formuleer de vraag en markeer de correcte antwoorden.
Bepaal de wijze van scoren: een score per juiste markering of een score voor het
geheel van juiste markeringen.
Bepaal welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de vraag komen te staan.
Formuleer de feedback. Bepaal op welke wijze de feedback wordt gegeven. Bepaal
welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de feedback worden ingevoegd.
Indien van toepassing, geef het aantal antwoordpogingen aan, en formuleer eventuele
feedback per poging.
12
3 Vragentypen zonder score
Short Answer Het vraagtype ‘short answer’ is geschikt om cursisten productief met de leerstof bezig te
laten zijn, doordat zij zelf het antwoord moeten formuleren. Het antwoord kan maximaal
2048 tekens bevatten.
NB: Bij het vraagtype ‘Short Answer’ wordt er niet op het gegeven antwoord gecontroleerd.
Je kunt in de feedback het juiste antwoord op de vraag geven. De cursist dient zelf dit
antwoord te vergelijken met het door hem gegeven antwoord. Deze vraagvorm kan daarom
ook niet worden gebruikt in een toets.
Indien u kiest u voor het vraagtype ‘short answer’, voer dan de volgende opdracht uit:
Opdracht:
Formuleer de vraag.
Bepaal welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de vraag komen te staan.
Formuleer de feedback. Bepaal op welke wijze de feedback wordt gegeven. Bepaal
welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de feedback worden ingevoegd.
13
Essay Het vraagtype ‘Essay’ is geschikt om cursisten productief met de leerstof bezig te laten zijn,
doordat zij zelf het antwoord moeten formuleren. Het antwoord kan maximaal 2048 tekens
bevatten.
NB: Bij het vraagtype ‘Éssay’ wordt er niet op het gegeven antwoord gecontroleerd. Je kunt
in de feedback het juiste antwoord op de vraag geven. De cursist dient zelf dit antwoord te
vergelijken met het door hem gegeven antwoord. Deze vraagvorm kan daarom ook niet
worden gebruikt in een toets.
Indien u kiest u voor het vraagtype ‘Essay’, voer dan de volgende opdracht uit:
Opdracht:
Formuleer de vraag.
Bepaal welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de vraag komen te staan.
Formuleer de feedback. Bepaal op welke wijze de feedback wordt gegeven. Bepaal
welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de feedback worden ingevoegd.
14
Likert
Het vraagtype ‘Likert’ is vooral geschikt voor peilen van meningen van cursisten. Op een
antwoordschaal met minimaal 3 en maximaal 5 opties kunt u vragen laten beantwoorden.
NB: Het vraagtype ‘Likert’ kan niet worden gebruikt in een toets.
Indien u kiest u voor het vraagtype ‘Likert’, voer dan de volgende opdracht uit:
Opdracht:
Formuleer de vragen.
Bepaal hoeveel antwoordopties u wilt geven en welke schaal (eens - oneens, tevreden
- ontevreden etc.) u wilt gebruiken.
Bepaal welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de vraag komen te staan.
Formuleer de feedback. Bepaal op welke wijze de feedback wordt gegeven. Bepaal
welke video, afbeeldingen, animaties e.d. bij de feedback worden ingevoegd.