Voorwoord -...

Jaarrekening 2016 69539 / Stichting Protestants Christelijk Onderwijs Etten-Leur, te Etten-Leur

4

Voorwoord

Ouders en andere direct of indirect belanghebbenden, zoals andere onderwijsinstellingen,

gemeente(s) en kinderopvangorganisaties kunnen van de bestuursactiviteiten van PCO

kennisnemen middels het bestuurlijk jaarverslag. Ouders hebben hun inbreng in de ouderraden,

medezeggenschapsraden en het toezichthoudend bestuur. Dit traject past geheel conform het

streven van het bestuur, om in 2016 conform de code ‘goed bestuur’, meer inhoud te geven aan

een proactieve rol richting ouders en andere belanghebbenden. Dit past meer bij de

maatschappelijke ontwikkelingen en horizontale samenwerking.

Tot nu toe verliep contact vooral via de geëigende procedures, via leerkrachten, MR, directie

etc.

Het bestuur is actief geweest als het gaat om horizontale samenwerking binnen de gemeente

Etten-Leur tussen het katholiek, protestants christelijk, openbaar onderwijs, de scholen voor

voortgezet onderwijs en de gemeente en de mogelijkheden die dit kan bieden. Daarvoor is de

“mastergroep” gekomen, naast de LEA (de lokaal educatieve agenda). De insteek was, en zal

alleen maar versterkt worden, om samen te werken waar het kan. Daarbij past ook een actieve

opstelling om mogelijkheden naar meer verregaande samenwerking op bestuursniveau te

onderzoeken. In 2016 is een vervolg gekomen op eerdere voorzichtige gesprekken hierover met

andere onderwijsstichtingen.

De rol van een kritisch dagelijks en /of toezichthoudend bestuur is daarbij veranderd van meer

afwachtend, op afstand, naar meer betrokken, dichterbij. Zoals het jaar 2016 toch al een jaar

van verandering was.

Er is voor PCO een, grotendeels, nieuw bestuur gekomen, met een nieuwe voorzitter. Er is in

maart een nieuwe algemeen directeur aangesteld en op de locatie Vincent Van Gogh (hierna:

IKC De Vincent) is, na een periode met een interim locatie-directeur, bij aanvang van het

schooljaar 2016-2017 een nieuwe locatiedirecteur begonnen. De locaties De Klankhof en ’t

Kofschip (met één brinnummer) zijn onder de aansturing van één locatieleider gekomen. Het

model van aansturing is daarmee aangepast, waarbij ruimte is gemaakt om meer inzet te plegen

op kwaliteit. Daar zit ook de grootste verandering in: er is sterk ingezet op een inhaalslag op

kwaliteit, zowel in de school, in de klas, als in de ondersteuning (lees: zorgondersteuning). Die

inzet is blijvend en is vastgelegd in het visiedocument (wat als bijlage wordt toegevoegd) waar

we, met alle collega’s samen, onze ambitie hebben bepaald:

“We leren de kinderen met een onderzoekende houding de wereld tegemoet te treden

en het leren en leven te beleven.”

Vanuit onze kernbegrippen ‘Vertrouwen’, ‘Samenwerken’ en ‘Creativiteit’ werken we met

passie, maar ook met focus aan de realisatie van deze ambitie en de gestelde doelen die daarbij

horen.

Met het staan van de organisatie, een ambitieus plan voor de toekomst en de ingezette

inhaalslag op kwaliteit en ondersteuning, met visie, is er vertrouwen in de toekomst, maar is

voor PCO ook een nieuwe tijd aangebroken. Juist door samenwerking aan te gaan wil PCO een

volgende stap gaan zetten om de huidige basis structureel uit te bouwen en te voorzien van

impulsen. We werken daar hard en met veel passie aan.


5

Heeft u opmerkingen of aanvullingen op ons jaarverslag? Laat het ons weten. U kunt reageren

naar:

[email protected]

Remko Ouwehand, voorzitter toezichthoudend bestuur PCO Etten-Leur


6

Algemeen

Het bestuurlijk jaarverslag 2016 van de Stichting voor Protestants Christelijk Onderwijs te

Etten-Leur is opgebouwd rondom een aantal thema’s. Bij elk thema wordt kort beschreven wat

de meest kenmerkende zaken zijn geweest die aan de orde zijn gekomen in het afgelopen

bestuurlijk kalenderjaar 2016.

De thema’s die in dit verslag aan de orde komen, zijn:

1. Organisatiestructuur, bestuurssamenstelling en personele bezetting

2. Bestuurlijk/organisatorisch

3. Financieel beleid

4. Personeel

5. Onderwijsprestaties

6. Passend onderwijs

7. Ontwikkelingen brede school

8. Public Relations/Marketing

9. Horizontale verantwoording

10. Klachtenregeling

11. Samenwerking

12. Continuïteitsparagraaf /toekomstige ontwikkelingen

Missie

De stichting stelt zich ten doel om voor nu en in de toekomst goed onderwijs te geven vanuit

christelijke waarden en normen. De scholen van de stichting hebben als leidraad voor hun

missie de Bijbel. De Bijbel biedt ons een samenhangend geheel van antwoorden op

levensvragen. Waarden als verdraagzaamheid, respect, dienbaarheid en vergevingsgezindheid

zijn in onze scholen herkenbaar en zichtbaar. Ze worden op een kritische en onderzoekende

wijze eigen gemaakt. Wij geven ons geloof zo op een eigentijdse wijze vorm in ons onderwijs.

Daarnaast staan we uiteraard open voor mensen zonder of met een andere religie, die we graag

uitnodigen deel te nemen aan ons onderwijs (toegankelijkheid PCO-scholen) mits zij onze en

andere levensvisies respecteren.

De stichting heeft een aantal belangrijke kernwaarden die duidelijk maken wat wij belangrijk

vinden.

1. Weten dat je mag zijn wie je bent

2. Talentontplooiing van ieder kind

3. Samen met ouders “school-zijn”

4. Opbrengstgericht werken

5. Altijd in ontwikkeling

Visie

Stichting PCO Etten-Leur ‘bouwt’ samen met haar basisscholen aan een gemeenschap waar het

samen (leren) leren centraal staat. Een gemeenschap die kinderen en medewerkers, op maat

kansen biedt voor hun persoonlijke ontwikkeling en voor het (leren) dragen van

verantwoordelijkheid voor de eigen resultaten. Respectvol omgaan met elkaar en ruimte bieden

voor eigenheid typeren de onderlinge verhoudingen.


7

Ieder kind is uniek. De school heeft tot taak zo maximaal mogelijk in te spelen op de

individuele mogelijkheden van elk kind. De talenten van onze kinderen, op allerlei gebied,

moeten tot zo’n groot mogelijke ontplooiing worden begeleid.

Wij zijn goede, open, creatieve, veilige en culturele scholen voor ieder kind dat we mogen en

kunnen begeleiden. Kinderen en medewerkers gaan met plezier naar school en onze ouders

spreken hun vertrouwen uit in onze scholen.

1. Organisatiestructuur, bestuurssamenstelling en personele bezetting

Stichtingsbestuur

De Stichting kent een onbezoldigd vrijwilligersbestuur welke bestaat uit een toezichthoudend

bestuur en een algemeen directeur met mandaten (rol van dagelijks bestuur). Het totale bestuur

vormt het bevoegd gezag.

De volgende personen zijn lid van het bestuur en per 6 april 2017 ingeschreven in het KvK-

register:

Voorzitter de heer R. Ouwehand

Penningmeester de heer E. Vogel

Secretaris vacant

Lid mevrouw M. Brondenstein-Evers

Afgetreden leden in 2016:

- B. van Laarhoven (juli 2016);

- D. van Hekken (mei 2016)

Aftreedrooster en nevenfuncties bestuursleden:

Bestuurders Functie Nevenfunctie Aantreden Aftreden Adresgegevens

Remko Ouwehand Voorzitter Directeur December 2015

December 2019

Strijp 8, 5126 WR, Gilze Tel.06-22381198

e-mail: [email protected]

Erik Vogel Penningmeester Assisitent

controller

Maart 2014 Maart 2018 Rugstraat 62, 4711 CT Sint-

Willibrord Tel. 0165-856321, 06-41376469

e-mail: [email protected]

Minancy Brondenstein

Lid Docent September 2015

September 2019

Tamboerijn 56, 4876 BT Etten-Leur Tel. 076-5013382, 06-12771418

e-mail:

[email protected]

Gedelegeerde vertegenwoordiger in het dagelijks bestuur van RSV Breda e.o. namens PCO

dhr. C. Brouwers.

Gedelegeerde vertegenwoordiger in het dagelijks bestuur van SWEZ (Subregio Etten-Leur –

Zundert) dhr. C. Brouwers.

De structuur, de namen en de taken van de bestuurders alsook de personele bezetting van de

locaties zijn opgenomen in een bestuurlijk organogram. De diverse taken en bevoegdheden van

het bestuur

zijn opgenomen in het bestuursreglement alsook in een takenoverzicht (t-b-v schema).

De algemeen directeur is belast met het voorbereiden, uitwerken en uitvoeren van de diverse

taken.


8

Directie

De Stichting kent één algemeen directeur (de heer C. Brouwers) en

een adjunct-directeur op de locatie IKC De Vincent (mevrouw M. Lubberhuizen-

Loermans),

een adjunct-directeur op de locatie de Klankhof (mevrouw S. Broeken-Braspenning),

een adjunct-directeur op de locatie ’t Kofschip (mevrouw S. Broeken-Braspenning).

Tezamen vormen zij het Managementteam (MT). In het MT worden de beleidsstukken

voorbereid en nader uitgewerkt voordat deze aan het toezichthoudend bestuur en de GMR (ter

vaststelling, inspraak of ondertekening) ter goedkeuring worden aangeboden.

De missie, visie en de strategische doelen van de Stichting zijn vastgelegd in het document

“strategisch beleidsplan 2015- 2019”. Door het MT is dit nader uitgewerkt in het bovenschools

schoolplan voor de Stichting en in een bovenschoolse jaarplanning. In 2016 is er gewerkt

conform de in 2015 opgestelde meerjaren beleidsplannen:

Bestuurlijk toetsingskader (BTK 2015-2019). Dit betreft een door het toezichthoudend

bestuur opgesteld document voor interne toetsing.

Managementstatuut opgesteld op basis van een raamwerk verstrekt door Verus. De

algemeen directeur heeft aan de hand van deze documenten een strategisch beleidsplan

2015-2019 opgesteld en een schoolplan voor geheel PCO 2015-2019.

Schooljaarplannen. De locatieleiders hebben op basis van het stichtingsschoolplan per

school specifieke schooljaarplannen opgesteld voor het schooljaar 2016-2017

Ondersteuningsplan PCO 2015-2019. Het oorspronkelijke zorgplan is in het kader van

passend onderwijs geheel herschreven in een nieuw ondersteuningsplan, met als

uitgangspunt het niveau van de basisondersteuning die op elke school van de stichting

aanwezig is. Mede in dit kader vindt plaatsing van kinderen op de scholen plaats, zodat de

school het onderwijs kan bieden dat bij de te plaatsen leerling past.

Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en Medezeggenschapsraden

Wat betreft de stukken van de algemeen directeur stelt het bestuur enerzijds vast (uitvoerend)

en anderzijds keurt het goed. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) kan

soms advies en soms instemming geven op onderdelen (volgens de wet WMO, zie t-b-v

schema). Dit recht geldt ook in beperkte mate voor de lokale medezeggenschapsraden (MR),

die een aantal bevoegdheden aan de GMR heeft gedelegeerd. Er is een voortdurende

informatiestroom gevraagd of ongevraagd van de directie naar de GMR en vanuit de

locatieleiding naar de MR-en.

De overkoepelende GMR is samengesteld uit leerkrachten en ouders van de 2 brinnummers

11MC en 11XL. Daarnaast kent elk brinnummer een MR. De MR van de 11MC is

samengesteld uit de 2 locaties de Klankhof en ’t Kofschip, de zgn. OMR.

Samenstelling per locatie

Elke locatie heeft een teamgrootte conform het (meerjaren)formatieplan (streefgetal voor de

verhouding leerkracht-leerling is 1 op 23,5). Dit plan wordt jaarlijks bijgesteld. De personen

kunnen jaarlijks per locatie veranderen, omdat de stichting streeft naar mobiliteit (horizontaal:

in de leerjaren en verticaal: naar de locaties van PCO) en uitwisseling van expertise tussen de

locaties om zo tot een professionele leergemeenschap te gaan komen in de komende jaren

(onderdeel van het BTK).


9

Op elke schoollocatie zijn er, naast een aanspreekpunt voor de ouders en leerlingen, een aantal

leerkrachten, ondersteunend personeel volgens het BFP (Bestuursformatieplan) en een eigen

ouderraad.

In de notulen van het bestuur staat de concrete uitwerking van het vorige strategisch

beleidsplan ‘11-‘15 met evaluaties en de stappen voor het jaar 2015-2019 volgens het

vastgesteld schema in de bovenschoolse jaarplanning.

2. Bestuurlijk / organisatorisch

Verspreiding PC onderwijs over Etten-Leur

Zoals in de statuten vermeld staat, streeft de Stichting er naar haar locaties verspreid over

Etten-Leur in stand te houden. Dit om zo op oudernabijheid in Etten-Leur een locatie te bieden

met goed protestants christelijk onderwijs.

Het PC onderwijs heeft in Etten-Leur op 3 belangrijke locaties een sterke vertegenwoordiging:

op de as van zuidwest PCB De Klankhof (11MC), binnen het centrum IKC De Vincent (11XL)

en in noordoost PCB

’t Kofschip (eveneens 11MC). Hiermee wordt de toekomstbestendigheid van de locaties zo

maximaal mogelijk verspreid op organisatorisch en financieel vlak.

Huisvesting

Het Meerjarenonderhoudsplan (MOP) van de stichting is in 2016 van toepassing op slechts één

locatie van de stichting. De onderhoudsafspraken met de gemeente over de schoolgebouwen

zijn gekoppeld aan de ontwikkelingen met betrekking tot het brede scholentraject.

Locatie ’t Kofschip: In de brede school het Voortouw, waar ’t Kofschip is gehuisvest, zitten

de beheers componenten in de exploitatie vergoeding welke PCO betaalt aan de

beheercommissie brede school het Voortouw. In 2016 is deze beheercommissie een

stichting geworden.

Locatie Vincent van Gogh IKC De Vincent: Is gevestigd aan de Lambertusstraat 5 in een

pand dat we vanaf 01-08-14 hebben toegewezen gekregen van de gemeente. Vanaf 2016 is

er voor het binnen- en buiten-onderhoud gewerkt met een meerjarenonderhoudsplan

(MOP). Vooraf is een 0-meting/risicoanalyse voor het onderhoud door het

administratiekantoor Dyade Bergen op Zoom opgesteld.

Locatie de Klankhof: Er is geen meerjarenonderhoudsplan. Met de gemeente is de

afspraken gemaakt dat elke reparatie een investering is. Het risico van die constructie is

afgedekt door een som in de algemene reserve daarvoor te merken. In de zomer van 2017

zal de Klankhof haar pand aan de hobodreef verlaten en tijdelijk worden gehuisvest in een

pand aan De Tamboerijn. Daar zal de school tot de zomer van 2018 verblijven, om daarna

haar intrek te nemen in de nieuw te bouwen brede school Grauwe Polder. In dit gebouw

komen rkbs het Carillon, sbo het Kompas en pcb de Klankhof. In het nieuwe pand zal een

beheer commissie worden aangesteld in stichtingsvorm die zorgdraagt voor een passend

meerjarenonderhoudsplan.

Aan alle Stichtingslocaties is een gebruiksvergunning verstrekt.

Verhouding bestuur en toezicht

Conform de code ‘Goed Bestuur’ van de PO-raad heeft het Stichtingsbestuur het intern toezicht

georganiseerd middels een splitsing in een toezichthoudend bestuur en een algemeen directeur

met mandaten als dagelijks bestuur.


10

In 2016 heeft het toezichthoudend bestuur vijf bijeenkomsten gehouden voorafgaand aan de

bestuursvergaderingen, te weten;

11 januari 2016

21 maart 2016

8 april 2016

27 juni 2016

17 november 2016

In deze bijenkomsten heeft het toezichthoudend bestuur onder meer goedkeuring verleend aan

de:

aanstelling van een nieuwe algemeen directeur,

aanstelling van de accountant,

jaarrekening 2015,

voornemens om een fusie te onderzoeken,

schoolplannen 2016-17,

meerjarenbegroting van de stichting voor 2017-21 en

formatie scholen en stichting 2016-2017.

Daarnaast is conform het toezichtkader toezicht gehouden op de (dagelijkse) besluiten van de

algemeen directeur. De directie treedt op als adviseur en als uitvoerend orgaan. Het

toezichthoudend bestuur toetst de genomen beleidsstukken van de directie. Op de directie is een

toezichtkader van toepassing: In de agenda van de vergaderingen van het toezichthoudend

bestuur en de directie is een knip aangebracht: Eerst beraadt het toezichthoudend bestuur zich

op wat er hoe aan bod gaat komen en daarna is er een vergadering met de algemeen directeur

met mandaten. In deze gezamenlijke vergadering adviseert het toezichthoudend bestuur waar

dat relevant en mogelijk is de algemeen-directeur in het te voeren beleid. Sinds augustus 2015

is dit operationeel met een algemeen directeur en een vernieuwd management-statuut. Omdat

de vacature van algemeen directeur niet direct vervuld kon worden heeft de vertrekkende

directeur de heer Lex van Beek zijn diensten aangeboden totdat er een opvolger zou zijn

gevonden. Per 1 maart 2016 heeft de heer Carlo Brouwers hem opgevolgd als algemeen

directeur / gemandateerd bestuurder.

3. Financieel Beleid

Begroting

De begroting van 2016 liet een negatief resultaat zien van € 64.890. Het gerealiseerde resultaat

van 2016 bedraagt uiteindelijk € 216.240, een verschil van € 151.350 met de begroting. 2016

De belangrijkste oorzaken van dit verschil zijn:

In de begroting waren al hogere incidentele kosten opgenomen voor het aanstellen van een

interim directeur voor IKC De Vincent (€ 25.000), voor groot onderhoud IKC De Vincent (€

20.000) en structureel hogere kosten voor administratie (€ 20.000).

Ook zijn er hogere salariskosten gerealiseerd dan begroot onder meer als gevolg van de nieuwe

cao. Daar zijn extra baten van het Rijk ter compensatie voor ontvangen. Een aantal gemaakte

keuzes voorafgaan en gedurende het jaar om extra middelen in te zetten hebben het tekort

vergroot. Dit betreft onder meer de inzet van externe deskundigen (€ 10.000), een 7e groep op

de Klankhof (€ 20.000), extra nascholing (€ 14.000), eenmalige wervingskosten (€ 15.000) en

noodzakelijk ICT-onderhoud (€ 15.000).


11

Door een lager investeringsniveau ten opzichte van voorgaande jaren zijn de

afschrijvingskosten

€ 19.000 lager gerealiseerd dan in de begroting was opgenomen. Daarnaast zijn er bij IKC De

Vincent hogere en door de stichting nauwelijks te beïnvloeden huisvestingslasten ontstaan

voor energie

(€ 10.000) en beveiliging als gevolg van dure onderhoudscontracten (€ 4.000). Op

derdengelden die niet in de begroting, maar wel in de realisatie worden opgenomen, bedraagt

het tekort per 31 december

€ 14.300.

Bij de baten was de opbrengst van het samenwerkingsverband € 18.000 te hoog begroot,

evenals de aanvullende subsidie buitenonderhoud, die € 19.000 te hoog was opgenomen. Op

andere onderdelen werd van het Rijk echter een hogere vergoeding dan begroot ontvangen, met

name ter compensatie van de gestegen salariskosten. Hierdoor is de overheidssubsidie per saldo

€ 5.000 hoger ontvangen dan begroot.

Een analyse van de verschillen ten opzichte van 2015 wordt gegeven in het financieel verslag.

Ook voor de complete verantwoording en de W&V rekening verwijzen wij naar het financieel

verslag 2016.

In het jaar 2016 is opnieuw kritisch gekeken naar de begrotingen van de afgelopen jaren. Dit

heeft ertoe geleid dat sindsdien het thema ‘risicoanalyse en beheersing’ aan de begroting is

toegevoegd om meer grip te krijgen op mogelijk onverwachte uitgaven. Met name de

personeelsuitgaven vormen een risicofactor in verband met het leerlingaantal en de

groepsgrootte. Bij de begroting van 2016 is dat onderdeel ook toegevoegd samen met een

opstellen van een meerjarenbegroting. Met de begroting van 2017 is tegelijk een

meerjarenbegroting over 2017 t/m 2020 gemaakt bij het administratiekantoor. Hoewel de

bijdragen van de rijksoverheid, de gemeente en het samenwerkingsverband voor passend

onderwijs (RSV) voor periodes na 2017 nog niet zeker zijn, geeft de meerjarenbegroting het

noodzakelijke inzicht in de toekomstige financiële ontwikkeling van de stichting.

De gelden die de stichting beheert betreffen publieke gelden. Er is geen privaat vermogen. Een

deel van de reserves is bestemd voor een doel. Dit is gedaan om een school specifiek doel, dat

niet uit de normale exploitatie kan worden voldaan, te kunnen realiseren. Dit betreft

bijvoorbeeld middelen voor:

Grote ICT wensen, nieuw meubilair voor de nieuwe locatie in de brede school, een

tijdelijke uitbreiding van het personeel in geval groei.

Investeringen voor het ‘onderhoud gebouwen’, zolang er nog geen MOP is voor de locatie

Klankhof en het nieuwe IKC-gebouw voor deze school.

De financiële gevolgen van een calamiteit te kunnen opvangen, om zo de scholen in stand

te kunnen houden.

Alle overige reserves zijn vrij besteedbaar en worden door het toezichthoudend bestuur

beheerd. Deze gelden zullen voor onderwijskundige, materiële of personele doelen worden

aangewend en dienen tot die tijd voor de afdekking van een ingeschat risico of in het geval van

een onverhoopte of onvoorziene uitgave. In de toelichting op de begroting is dit beschreven.

Verantwoording


12

Voor leesvaardigheid, taal en spelling zijn leerboeken aangeschaft voor de scholen, evenals

rekenboeken en rekenmaterialen voor groep 1 en 2. Ten behoeve van de locatie Vincent van

Gogh is buitenspeel-materiaal aangeschaft. Ook zijn er voor alle locaties enkele laptops

aangeschaft voor het onderwijs.

Opleiding en nascholing zijn vaste kostenposten, omdat er van de leerkrachten veel wordt

verwacht en gevraagd. Daarnaast hebben we speerpuntenbeleid dat schoolspecifiek kan zijn.

De stap van startbekwaam - basisbekwaam – vakbekwaam willen we gaan vormgeven door een

hechte samenwerking met de Pabo’ s en het onderzoeken van de mogelijkheden van e-learning.

Dat geeft de ruimte voor wensen uit de pop, de duurzame inzetbaarheid, het groepsleren en de

verdiepingsslag conform het nascholingbeleid van PCO.

De situatie van de stichting van 3 locaties over de gemeente voor haar ongeveer 400 leerlingen

heeft als consequentie dat er relatief veel formatie in locatieleiding / aansturing op de diverse

plekken moet zijn evenals Interne Begeleiding (IB). Dat weegt door in de formatie van de

stichting en dus in de kosten.

Er is een treasury statuut waarin het beleid qua soort en omvang op gebied van belenen en

beleggen is vastgelegd. Dit treasurystatuut heeft betrekking op de publieke middelen en wordt

in 2017 aangepast aan de nieuwe regeling OCW beleggen en lenen 2016.

In 2012 is gestart met het in kaart brengen van alle financiële stromingen en bijbehorende

rekeningen en in 2014 is dit proces afgerond. Resultaat is dat de financiële stromingen en

rekeningen tot een minimum aantal rekeningen beperkt zijn, evenals de tijdbesteding van

directie, ondersteuning en bestuur op dit vlak. In 2015 is een managementstatuut opgesteld met

mandaten, ook op financieel gebied van de algemeen directeur en de locatieleiders en de

grootte van de kleine kas per locatie. In 2016 is aan dit beleid uitvoering gegeven.

Prestatie box

Om de ambities uit het bestuursakkoord kracht bij te zetten, ontvingen schoolbesturen

aanvullende middelen die werden toegekend via de prestatiebox. Naast de bestaande middelen

voor taal en rekenen in de bestemmingbox en de middelen vanuit het programma

‘Cultuureducatie met kwaliteit’, werd de prestatiebox gevoed door de intensiveringen voor het

basisonderwijs uit het regeerakkoord. Deze aanvullende middelen hebben betrekking op taal en

rekenen, cognitief talentvolle en hoogbegaafde leerlingen, toetsen en professionalisering van

leraren en schoolleiders. Daarnaast zijn de middelen voor het programma Wetenschap &

Techniek toegevoegd aan de prestatiebox. Ook was er geld voor het handhaven van jonge

leerkrachten.

In de prestatiebox van de stichting is door de overheid in 2016 in totaal € 39.313 geplaatst. Om

de gestelde doelen vorm te kunnen geven, waaronder cultuur, wetenschap en techniek (W&T),

rekenen en cursus ten behoeve van de directie. Naast de gebruikelijke uitgaven voor kunst en

cultuur, vastgelegd in de overeenkomst met Koepel Etten-Leur, is het IKC de Vincent nog

steeds een pilotschool met een stevige gemeentelijke/ provinciale subsidie in het cultuuraanbod

en is er een specifiek plan geschreven voor de verantwoording van de extra gelden die

verbonden zijn aan de status van pilotschool. Ook W&T heeft de aandacht gekregen op de

11MC en 11XL. Er is nascholing opgezet, om dat onderdeel vorm te blijven geven in de

technieklessen. Per locatie is er een coördinator voor techniek om het onderzoekend en

ontdekkend leren te stimuleren.


13

Daarnaast is er door leerkrachten nascholing gevolgd voor een bedrag van ongeveer € 24.000, -

. Dat bleek wel iets hoger dan begroot, maar is aangemoedigd door de directies. In het kader

van de lerarenbeurs zijn er in 2016 geen aanvragen van leerkrachten geweest.

Er is geïnvesteerd in de ‘meer- en hoogbegaafde’ leerlingen. Het gebruikelijke aanbod van

compacten en verrijken is uitgebreid met diverse uitdagende materialen. Het DHH (Digitaal

Handelingsplan Hoogbegaafdheid) wordt ingezet bij bepaalde condities.

Binnen de sub-regio Etten-Leur / Zundert van het RSV (SWEZ) zijn er 3 locaties met een

pluklas. Één van de locaties is de PCO locatie De Klankhof.

Financiële Risico’s

Een van de financiële risico’s en onzekerheden van de Stichting zitten, mede als gevolg van

participatie in de Brede Scholen, in de hoogoplopende kosten voor de materiële instandhouding

van die gebouwen. Deze zijn beduidend hoger dan de deelvergoedingen van de rijksoverheid.

Dat vraagt om een voortdurende monitoring en temporisering van andere kosten en het hecht

samenwerken met de andere participanten in de brede scholen.

Een tweede risico, verband houdend met het thema brede school, is de complexiteit en beperkte

regiemogelijkheden die de stichting daarin heeft. De afspraak die is gemaakt houdt in, dat de

gemeente de scholen “ontzorgt” wat betreft de coördinatie van het beheer en dat de scholen de

interne coördinatie professioneel uitbesteden. De gemeente betaalt de coördinatie van de brede

scholen op gemeenteniveau. De grenzen van de budgetten in deze zijn in zicht en herbezinning

is gestart. Dit heeft geleid tot het aanstellen van 0,5FTE huismeesters per brede school,

bekostigd door de gemeente, terwijl het schoolbestuur de coördinatie van de huismeesters van

de 8 brede scholen regelt en tevens de aanvulling van 0,5 FTE per brede school conciërge

(waar noodzakelijk) voor haar rekening neemt.

De eis van bewijsbare kwaliteit naast die van aangetoonde geschiktheid maakt, dat er een aantal

nascholingstrajecten nog niet zijn afgerond gezien hun duur en de inplanning van de

leerkrachten daarin. Toch moedigen we de leerkrachten aan een specialisme en of een master te

halen en daar kan een LB schaal uit volgen. De expertise van deze hoogopgeleide collega’s is

nodig om zo een professionele leergemeenschap te kunnen gaan vormen en is die uitgave dus

waard. In 2016 volgden twee collegas een Master SEN middels lerarenbeurs.

Aangezien de stichting twee locaties heeft, waar gemengde groepen noodzakelijk zijn vanwege

het leerlingaantal en de jaarlijks sterk verschillende instroom van nieuwe kinderen, is het

leerlingaantal gerelateerd aan aantal leerkrachten niet stabiel. In een gemengde groep met

leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte kan het leerlingaantal niet zo groot zijn als in

een enkelvoudige groep.

Voor verdere uitwerking van de risico’s en de beheersing daarvan verwijs ik naar de jaarlijkse

begroting. Het formatieplan geeft het aantal leerlingen per leerkracht aan per locatie.

Een risico van de stichting blijft de ervaren werkdruk. Deels komt mede doordat de gehele

normjaartaak toegespitst in de 40 werkweken, hoewel vele leerkrachten ook in hun vakanties

gedeeltelijk terugkomen (plaatsen tijdgebonden werkzaamheden volgens taakbeleid) of

thuiswerken, maar de mogelijkheid is er niet om bijvoorbeeld de nascholing te centreren in een

van de vakantieweken. Die keuze van de 40 werkweken gebundeld met de piekbelasting die

optreedt bij testen, kamp, musical, vieringen, rapporten en dergelijke zijn medeoorzaak van de

ervaren druk. Daarnaast is de laatste jaren met een professionaliseringsslag gestart, die soms


14

een tol kan eisen. De nieuwe cao heeft tot dusver niet geleid tot een ervaren

werkdrukvermindering.

In de jaarrekening zijn de inkomsten van de ouderraden en overblijfcommissies opgenomen

onder het kopje ‘overige baten’. De uitgaven zijn geboekt onder ‘overige lasten’ en tevens

onder ‘administratie en beheerskosten’.

4. Personeel

Formatie

Het bestuur garandeert de formatie voor de locatieleiding en heeft middels een bestuursbesluit

tevens gegarandeerd dat er op elke locatie een intern begeleider (IB-er) is van (tenminste) 1 dag

per 100 leerlingen. Dit besluit betreft een beleidskeuze met financiële consequenties met als

gevolg dat er in 2016 voor 2 locaties één locatie-overstijgende IB-er was die tevens de externe

contacten onderhoudt (o.a. met het SWEZ en het IB-netwerk) en op de 3e locatie (‘t Kofschip)

een IB-er voor 1 dag is aangesteld.

Bij het vaststellen van het formatieplan gaat het bestuur uit van de door de locatieleiders

geschetste ideale situatie, waarbij vervolgens gehandeld wordt binnen de beschikbare

budgetten. Wensen en besluiten worden vastgelegd in een (meerjaren) bestuursformatieplan

wat jaarlijks wordt bijgesteld. Het meerjaren BestuursFormatiePlan (BFP) met als accent 2016-

2017 is aangeboden aan het bestuur en is deel van de (jaar)begroting en GMR (instemming).

In 2016 hebben een aantal medewerkers de Stichting verlaten, onder andere langdurig zieken.

Eind 2016 heeft de Stichting nog steeds een platte organisatie:

één interieurverzorgster in schaal 1;

één onderwijsassistent in schaal 4;

één administratieve medewerker in schaal 5;

één leerkrachtondersteuner in schaal 7;

drieëntwintig personen in schaal LA;

zes personen in de schaal LB;

twee personen in schaal AB als adjunct;

één persoon in schaal DC als directeur.

Per 1 april 2016 is het contract van de locatiedirecteur op IKC De Vincent ontbonden (DA).

Er zijn veel parttimebanen binnen de Stichting. De totale WTF bedraagt ongeveer 27 Fte’s en

die worden vervuld door 39 personen.

Instrumenten

Het Integraal PersoneelsBeleid (IPB) heeft in 2016 een verdere uitvoering gekregen als het gaat

om de gesprekkencyclus. De gesprekkencyclus is een belangrijk onderdeel bij het

ondersteunen, monitoren, begeleiden en waarderen van het personeel. Na juiste uitvoering

ervan zal in het toekomstbeleid ontwikkeld kunnen worden om beloningen mogelijk te maken

naast, en in plaats van, de huidige anciënniteit.

De procedures voor het solliciteren naar de LB-schaal vinden jaarlijks plaats rond

januari/februari. In Gelet op de eisen die gesteld worden aan benoeming in de LB-schaal is de

verwachting dat er het komende jaar geen sollicitatieronde zal zijn. In 2016 zijn er geen

leerkrachten afgestudeerd.


15

Alle leerkrachten hebben een benoeming bij het bestuur, dus niet voor een locatie. De laatste

jaren worden zowel gezamenlijke studiedagen als teambuildingsmomenten georganiseerd om te

kunnen opereren als één team binnen de Stichting. Gestreefd wordt naar een zo maximaal

mogelijke mobiliteit van teamleden tussen de verschillende locaties en interne mobiliteit inzake

welke bouw een leerkracht maximaal mag vertoeven.

De stichting hanteerde een zogenaamd ontslagbeleid wat zoveel betekent als ‘last in, first out’

Conform de nieuwe cao hebben we de leeftijdscohorten opgesteld, zodat vanaf de zomer 2015

er afvloeiing zal zijn naar evenredigheid. Er is geen noodzaak geweest om in 2016 gebruik te

maken van dit instrument.

Ziekteverzuim

De stichting kent een relatief laag (in benchmark met andere stichtingen) kortdurend

ziekteverzuim (in aantal dagen), wel is de frequentie toegenomen ten opzichte van 2015.

Daarbij kennen we een aantal langdurige zieken (met een hoge WTF) die het percentage

ziekteverzuim sterk beïnvloeden en op een te hoog niveau houden binnen de kleine stichting. In

2016 is het totale percentage opgelopen van 6,85% naar 10,70%. Dit percentage is ver

verwijderd van het percentage van maximaal 5% dat we nastreven. Op ziekteverzuim wordt

actief gestuurd. Deels door preventieve acties (gesprekken en acties op vervangingen) maar ook

door een actieve route bij de langdurig zieken. Dit kost tijd, maar zal effect geven.

Aantal ziekmeldingen %

2015 2016 2015 2016

Totaal 61 80 6,85 10,70

Er is in 2016 naar tevredenheid gewerkt met de Arbo unie.

De stichting is aangesloten bij ‘Leswerk’. Binnen dit verband zijn afspraken gemaakt hoe

regionaal om te gaan met vervangers in relatie tot de Wet Werk en Zekerheid die tot

moeilijkheden leidt voor de onderwijssector. Leswerk regelt de vervanging van leerkrachten die

uitvallen. Door het gebrek aan invallers lukt een kortdurende vervanging niet altijd. Alle

vervangingen (gerelateerd aan ziekteverzuim) worden gemeld bij Leswerk.

Ontslag/RDDF

Er is in cursusjaar 2016-2017 niemand in het RDDF geplaatst. Ook in voorgaande cursusjaren

was dat zo. Wel is na een onderzoek op de locatie IKC De Vincent door het toezichthoudend

bestuur besloten, dat de locatiedirecteur daar niet diegene was, die het team nodig had. Na

gedegen overleg is er een vaststellingsovereenkomst gemaakt. Bij aanvang 2016 was er sprake

van een situatie van vrijstelling van werk. Per 1 april 2016 is het contract ontbonden.


16

Grotendeels het schooljaar 2015-2016 was een interim-locatiedirecteur aangesteld die per 1

september 2016 is opgevolgd door een nieuwe locatiedirecteur.

Het beleid van de stichting is erop gericht om de kosten van uitkeringen zoveel mogelijk te

voorkomen

Nascholing

De nascholing werd bij aanvang in 2016 deels gevormd door een vrij deel, waarin een

leerkracht of de leidinggevende in de pop-gesprekken en voortgangsgesprekken aangeeft welke

ontwikkeling er nodig is voor zijn competentie ontwikkeling.

Een ander deel wordt gevormd door de ondersteuningsbehoefte die de stichting als basis wenst

te kunnen geven, in samenspraak met het SWEZ en RSV op basis van het

schoolondersteuningsprofiel (SOP).

De nadruk lag op de volgende gebieden: W&T, 1-zorgroute, invoering digitale methode

Engels, Snappet, leesbevordering en leessnelheid (Veilig leren lezen en Staal).

Vanaf schooljaar 2016-2017 en voor de komende jaren geldt dat we meer en meer gaan

inzetten op de ontwikkeling van het team en op de behoeften die er bestaan vanuit de doelen

die we willen bereiken. Zo willen we met het team naar een duidelijke vorm van lesgeven op

basis van het verhogen van de effectieve leertijd en intervisie. Ook willen we meer inzet op

specialismes en zijn we breed gestart met de opleiding Hoogbegaafdheid (onderdeel

basisondersteuning) met een aanbod van Novilo.

5. Onderwijsprestaties

Onderwijsresultaten

Naast het uitdragen van de identiteit, vermeldt de Stichtingsvisie dat er goed, hoogwaardig en

kansrijk onderwijs moet worden gegeven (zie strategisch beleid 2011-2016). Dat houdt in, dat

er behalve het overdragen van de (basis)kennis en vaardigheden, de locaties tevens streven naar

goede cito-uitslagen, stellende dat er meer is dan opbrengsten alleen. Gezien de samenstelling

van de PC schoolbevolking dienen de opbrengsten boven het landelijk gemiddelde te zijn. Er is

ook volop ruimte voor maatschappelijke en culturele ontwikkelingen en is er aandacht op het

sociaal emotionele gebied. Het afstemmen van de leerstof op de individuele leerbehoefte van

elk kind is een groot aandachtspunt. Dit wordt mede vormgegeven in de concepten B.A.S.,

M.I.-coöp. en in de zorgstructuur (1-zorgroute).

De deelname en betrokkenheid van de ouders is eveneens een groot goed voor onze stichting.

Dit krijgt zijn beslag in verschillende niveaus van participatie, zoals handen spandiensten,

(klas)ondersteuning, ouderraad, medezeggenschapsraad en bestuur. Maar komt tevens helder

voor bij de zorg in de stukken van handelingsgerichte proces diagnostiek (HGPD) en het

ontwikkelingsperspectief (OPP) van hun kinderen.

De cito-resultaten landelijk en voor onze locaties zijn als volgt weer te geven:

landelijk

Wiltzangh/

‘t Kofschip

de Klankhof 11MC

totaal

Vincent van

Gogh 11XL

2007 535,1 536,9 541,5 534,9

2008 535,4 539,1 539,1 529,1


17

2009 535,0 539,3 536,1 540,5

2010 534,8 536,1 528,4 536,1 535,5

2011 535,1 531,2 537,2 534,8 539,3

2012 535,5 540,4 529,2 531,1 534,5

2013 534,7 537,5 537,1 537,2 540,1

2014 534,9 544,0 538,0 541,2 532,9

2015 534,8 536,0 535,4 535,8 532,2

2016 534,9 536,7 535,2 536 534,5

Op basis van deze en de tussenresultaten is door de inspectie aan alle locaties het regulier

toezicht kader verleend (2015). IKC De Vincent is een school met relatief meer

gewichtenleerlingen wat zijn weerslag heeft op de cito score. Voor wat betreft de resultaten, er

zijn hoge normen afgesproken voor de resultaten van de tussentijdse toetsen naast die van de

entreetoets, de drempeltoets en de eind cito.

Introductie nieuwe Engelse methode

Met ingang van het schooljaar 2013-2014 is op IKC De Vincent gestart met een experiment

Engels. Deze lessen worden in alle groepen aangeboden en zijn geïntegreerd in de lesplannen.

De methode wordt aangeboden via internet. De locatie 11MC is in 2016 gestart met de

webbased methode ‘Groove me’.

Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)

De gelden voor de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) vanuit de gemeente (LEA) hebben

geleid dat het IKC VVE gecertificeerd is en dat op de andere locaties de warme overdracht

goed vorm krijgt en er eveneens afstemming plaatsvindt in de thema’s. De stichting heeft

formeel relatief weinig zogenaamde ‘gewichtenkinderen’ - met extra inkomsten uit deze

gelden. In totaal gaat het om 23 kinderen op de IKC De Vincent en 16 kinderen op ’t Kofschip

en De Klankhof samen.

De Stichting participeert in overlegvormen die betrekking hebben op voorschoolse opvang en

primair onderwijs, het zogenaamde VVE-overleg in de themagroep van de LEA. Doel van dit

overleg is om aspecten van het beleid met betrekking tot voor- en vroegschoolse educatie vorm

te geven en te stroomlijnen. Dit gebeurt via een speciaal gevalideerd VVE-programma, warme

overdracht, doelgroep bepaling en de doorgaande lijnen tussen opvang en school. Zo is met alle

scholen voor primair onderwijs in Etten-Leur, de gemeente, het consultatiebureau en diverse

kinderdagverblijven gezamenlijk hard gewerkt aan een sluitend beleid om de doorgaande lijn

voor 2 tot en met 12-jarigen vast te leggen en te borgen. Onderdelen van het huidige VVE-plan

zijn de warme overdracht, drempelverlagende activiteiten en het benoemen van

doelgroepkinderen inclusief de extra faciliteiten die nodig zijn om hun start op de basisschool

zo goed mogelijk te laten zijn.

Naast de overlegvormen rondom VVE is de stichting ook betrokken bij de aansluiting primair

onderwijs en voortgezet onderwijs in de themagroep ‘po-vo’. Ook daar zijn grote stappen gezet

om de aansluiting van het onderwijsaanbod zo goed mogelijk te maken en daarmee ook een

verlaging van de drempel van de overstap (doorlopende leerlijnen).

In de themagroep ‘Zorg in en om school’ (ZIOS) worden de aansluiting van de zorgstructuur

van primair naar voortgezet onderwijs en de afstemming op zorggebied verder vormgegeven.

IKC De Vincent is bij de start per 01-08-2014 een IKC (Integraal Kind Centrum) in oprichting

geweest. In de lente van 2016 is het Kinderdagverblijf (KDV) KDV Kiekie, failliet gegaan. Het


18

opgebouwde werk is daarmee grote schade toegebracht. De kwestie had veel belangstelling en

per april is het kinderdagverblijf gedeelte overgenomen door ‘De Groene Vlinder’ bv, die aan

deze locatie de naam KDV Vincent van Gogh heeft gegeven. Sindsdien zijn we druk bezig de

verworvenheden die er waren opnieuw te borgen en verder uit te bouwen. De samenwerking

verloopt goed en de instroom op het KDV groeit weer.

Kunst en cultuur

Kunst en cultuuronderwijs staat op een hoog plan bij de stichting: we volgen het aanbod vanuit

de KOEPEL (Kunst Onderwijs Erfgoed Plein Etten-Leur) voor actief, passief, erfgoed en

musea bezoek. Daarnaast zet speciaal ook de IKC de Vincent zich sterk in voor een

zelfgeschreven en door vakmensen ondersteunde tweejaarlijkse musical in de plaatselijke

schouwburg, De Nobelaer. Daarnaast hebben we zowel een vakleerkracht voor de creatieve

vakken als voor dans en drama.

Veiligheid

De stichting participeert tevens in de themagroep Veiligheid. Samen met de scholen van

voortgezet onderwijs wordt gekeken naar de veiligheidsplannen en is er een convenant

afgesloten. Onderdelen van het veiligheidsbeleid van het po (over pesten, agressie en geweld,

time-out / schorsing & verwijdering) passen in dit veiligheidsbeleid. Binnen de stichting zelf is

een stroomschema “Hoe om te gaan met ongewenst gedrag” opgesteld en, na vaststelling in het

bestuur, in werking getreden.

Brede scholen

Zoals gesteld zitten wij tevens in de themagroep “brede scholen”. Daarmee zijn wij

vertegenwoordigd in alle themagroepen van de LEA. De bovenschoolse directeur zit in het

mastergroep overleg naast de andere po en vo scholen die zich vooral richten op het

onderwijskundige deel van de themagroepen.

6. Passend Onderwijs

Samenwerkingsverband

In het kader van de ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs is de stichting onderdeel van

het samenwerkingsverband PO 30-03. Dit samenwerkingsverband heeft de naam OOK

(Optimale OnderwijsKans) meegekregen naast de titel RSV (Regionaal

Samenwerkingsverband )Breda eo, PO 30-03.

In het RSV participeren 27 schoolbesturen. In het jaar 2013 is de organisatie van óók verder

gegaan met het voorbereiden van dit samenwerkingsverband wat qua grootte de volgende

aantallen kent:

- 33.869 leerlingen in het basisonderwijs;

- 627 leerlingen in het speciaal basisonderwijs;

- 303 leerlingen in rec 3;

- 355 leerlingen in rec 4.

= totaal 35.154 leerlingen

Zowel de structuur als de missie en de visie van het RSV is vastgelegd. Er is gesproken over de

stemverhoudingen en de organisatie, alsook de toeleiding tot lichte en zware zorg en de

toewijzing van financiële middelen. De lichte zorgmiddelen worden door RSV toegewezen en

rechtstreeks naar de schoolbesturen overgemaakt. .


19

Op 3 september 2013 heeft de oprichtingsvergadering van het RSV plaatsgehad. Hierin zijn de

statuten en de aansluitingsmodule besproken. Het Algemeen Bestuur bestaat uit 28 + 2

besturen, in het Dagelijks Bestuur is nog ruimte. In 2014 is er een directeur benoemd als

uitvoerder, en een commissie van toelaatbaarheidsverklaringen (CTLV). Ook wordt er gewerkt

met 3 subregio’s, waarvan het SWEZ er een is. Een reden te meer om dat oude swv in een

nieuw jasje te handhaven. De vijf schoolbesturen die het SWEZ vormden willen dit als sub

regio van het nieuwe samenwerkingsverband handhaven om zo o.a. het sbo en de toeleiding

ernaartoe, de zorgstructuur en het IB-netwerk overeind te houden. Er is gekozen voor een

stichtingsvorm en dus statuten en een passend toezicht.

Passend Onderwijs binnen PCO

Om passend onderwijsvorm te geven is door elke locatie een ondersteuningsprofiel opgesteld.

In het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) legt het schoolbestuur tenminste eenmaal per 4 jaar

vast welke ondersteuning de school kan bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. Het SOP is

opgesteld door leraren, schoolleiding en bestuur. In het profiel wordt aangegeven welke

ondersteuning de school kan bieden en welke ambities de school heeft voor de toekomst. Op

basis van het profiel inventariseert de school welke expertise eventueel moet worden

ontwikkeld en wat dat betekent voor de (scholing van) leraren. Leraren en ouders hebben

adviesrecht op het SOP via de medezeggenschapsraad van de school. De school plaatst het

profiel op de website, zodat voor iedereen (ouders, leerlingen en andere partijen) inzichtelijk is

wat de mogelijkheden van de school zijn voor extra ondersteuning. Het samenwerkingsverband

legt alle profielen bij elkaar om te beoordelen of het daarmee een dekkend aanbod kan

realiseren in haar gebied.

Elke locatie heeft zich gebogen over de vraag wat voor een soort school zij kan en wil zijn.

Binnen de afgesproken bandbreedte is een specifiek onderwijs- en ondersteuningsprofiel

opgesteld. Zo wordt gezamenlijk gekomen tot een dekkend aanbod voor alle kinderen in onze

regio. Op die manier wordt beoogd in het eigen SWV, en anders met het aangrenzend SWV

erbij (v.o.), en met de in de regio aanwezige so-scholen (rec 3 en rec 4) te komen tot invulling

van de zorgplicht van de individuele schoolbesturen te komen en om een geschikte

scholingsplek voor elk kind te verzorgen.

Per locatie en voor de gehele Stichting is in 2014 de basiszorg vastgelegd, alsook de eventuele

aanwezige extra expertise. Hiermee voldoet PCO aan de gemaakte afspraken van het SWV

OOK om in elk geval de basiszorg vastgelegd te hebben. Oftewel, wat kunnen een ouder en

kind minimaal verwachten. Hoe hoger de lat gelegd is voor de basiszorg, hoe meer financiële

middelen erover blijven voor de extra zorg. En deze extra zorg kan daar gegeven worden waar

kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte aanwezig zijn. Door de locaties zijn alle

onderdelen ingevuld op basis van de eigen interpretatie en bij de vertaling hiervan is gebleken

dat deze in de analyse een wat vertekend beeld kunnen geven.

In 2015 hebben de locaties hun SOP geactualiseerd, zodat alle locaties vanaf 2016 voldaan

hebben aan de basisondersteuning die we hebben afgesproken met het RSV Breda eo.

Naast een ondersteuningsprofiel per locatie is ook gewerkt aan een ondersteuningsprofiel voor

de stichting als geheel. Uit dit profiel moet vervolgens blijken welke expertise de stichting nog

mist om meer dan de basiszorg gestalte te kunnen geven. Dat is mede de leidraad inzake de

nascholing. Het nascholingsbeleid was gericht op:

1. het ontwikkelingsperspectief (OPP)

2. het dyscalculiebeleid en het rekenbeleid in het algemeen

3. procedures voor medisch handelen


20

4. In- en externe ondersteuningsdeskundigheid

Deze punten zijn allen opgenomen in het SOP van de locaties. Met het SWEZ hebben we de

handen ineengeslagen en vormen we een krachtige sub regio, die gebruik maakt van het

nascholingsaanbod van het RSV Breda e.o. Tegelijk hebben de vijf besturen zelfstandig de

middelen voor lichte ondersteuning gebundeld en zo tegen gunstige voorwaarden externe

expertise heeft ingekocht bij Edux.

Hiermee is het Interne Ondersteuningsteam (IOT) mede gevormd. Voor RSV geldt dit team als

het Externe Ondersteuningsteams (EOT) dat toegang geeft tot het verkrijgen van de middelen

voor lichte en zware ondersteuning. Door zoveel expertise in het voortraject te zetten, worden

de ouders van meet af aan betrokken bij het proces, is de leerkracht betrokken en zijn alle

adviezen verstrekt die noodzakelijk zijn, om een gedegen aanvraag bij de commissie voor

toelaatbaarheidsverklaringen in te dienen (CTLV).

Vanuit het SWV krijgen de scholen ondersteuning op het gebied van sociaal-emotionele

problematiek. Ook vragen in de didactische sfeer hebben een ondersteuningsaanbod (collegiale

consultatie seo en did.) Op dit moment wordt verdere deskundigheid ingehuurd via een

schoolbegeleidingsdienst. De inzet van Edux en smw (trajectbegeleiding) vanuit het CJG is

voldoende. Die banden zullen in het komend jaar wel strakker worden aangehaald.

De directeur van PCO zit in het dagelijks bestuur van het SWEZ en is daarmee lid van het

college van bestuur van het SWEZ (swv Etten-Leur Zundert) en eveneens van het AB van het

SVW OOK PO 30-03, wat hier nauw bij betrokken is. Op deze wordt vormgegeven aan de

zorgplicht van het bestuur. Per 01-08-’14 zijn alle oorspronkelijke swv’s opgeheven. De 5

schoolbesturen van het SWEZ hebben besloten de samenwerking voort te zetten om een goede

voortzetting van de ondersteuning te garanderen. Het oorspronkelijke samenwerkingsverband is

dus doorgegaan en vormt nu een sub regio van het grote RSV Breda e.o. PO 30-03 óók.

Wat betreft de kwaliteitszorg het volgende: De in het strategisch beleidsplan 2015-2019

genoemde succes- en prestatie indicatoren zijn opgenomen in de bovenschoolse jaarplanning.

De ouderparticipatie is daar een. Deze wordt gemonitord in de oudertevredenheid onderzoeken

van ParnasSys integraal, net als de leerkrachten leerling tevredenheid.

In het onderwijsaanbod is de afstemming op de (individuele) onderwijsbehoefte van ieder kind

afzonderlijk en de clustering van alle kinderen in maximaal 3 niveaus per groep een

contradictie in termini, maar wordt krachtig vormgegeven in de nieuwste ontwikkelingen van

de 1-zorgroute: de volgende stap. Die aanpak in groepsoverzichten en groepsplannen en het

stellen van scherpe maar haalbare ambitie wat betreft de niveauwaarden van de resultaten van

de groepen leiden tot goede leeropbrengsten. Die stap is voorgaande jaren voortgezet met een

van de bedenkers van de 1-zorgroute, dhr. W Gijsen. In 2016 zijn we met “standaard

groepsplannen” gaan werken, wat een aanzienlijke administratieve verlichting betekent.

De communicatie blijkt steeds een schakel waar voortdurend aan gewerkt moet worden. In het

“PR, marketing en communicatie” beleid met de besturenraad proberen we dat verder te

stroomlijnen en dat heeft in 2015 nog veel aandacht gevraagd. Per locatie zijn er merkbeloftes

opgesteld, die verbonden zijn met de missie en visie van het stichtingsbestuur in een

identiteitsparagraaf.


21

Naast de oude K.I.K kaarten die nog in een auditschema zijn gezet, wordt het model van

Integraal het kwaliteitsinstrument van de stichting. De basisvragenlijst en de zelfevaluatie is al

een paar jaar ingevuld. De zelfevaluatielijsten zullen in de teamvergaderingen op de locaties in

deeltjes worden besproken en verder vastgelegd. Ook zal er met interne en extern audits (de ene

locatie bij de andere) gewerkt gaan worden vanaf 2016. Ook zijn er plannen om bestuurlijke

visitaties te gaan organiseren tussen de leden van de 1-pitter/ kleine schoolbesturen groep, waar

de stichting lid van is. Dit past in de lijn die de inspectie ons aangeeft in het nieuwe

toetsingskader.

Toegankelijkheid van PCO/toelatingsbeleid

Wij vinden het wel belangrijk dat ouders de doelstellingen van de Stichting respecteren. Als het

gaat om onderwijs, dan moet dit uitvoerbaar zijn.

Op de scholen van PCO is als uitgangspunt iedereen welkom. De invoer van passend onderwijs

heeft meer kinderen toegang gegeven tot het regulier basisonderwijs waarbij het uitgangspunt

dat iedereen welkom is onder druk is komen te staan. Een school heeft namelijk bij aanmelding

de zorgplicht wat betekent dat een school óf op de school met het kind aan de slag gaat óf,

indien in bijzondere gevallen niet tegemoet kan komen aan de leerbehoefte, met de ouders op

zoek zal gaan naar een omgeving, school of anderszins waar dat wel kan. In die laatste gevallen

zal een kind niet geplaatst kunnen worden.

De Stichting wil zoveel mogelijk tegemoetkomen aan de behoefte van alle kinderen, maar PCO

hanteert hierbij wel het principe dat dit niet ten koste mag gaan van de kwaliteit van het

onderwijs dat aan de overige kinderen gegeven wordt.

7. Ontwikkelingen brede scholen

Algemeen

Al vanaf 1998 is de Stichting betrokken bij het realiseren van brede scholen in Etten-Leur. In

2003 werd de eerste brede school ‘Het Voortouw’ geopend en daar maakt PCO met de locatie

‘t Kofschip deel van uit. In de tweede brede school (de Pijler, 2008) is PCO geen participant,

net als in de 3e (‘De Vleer’, 2013), de 4e (‘D’n Overkant’, 2014) en de 5e (‘De Hasselbraam’).

In de 6e school, de IKC de Vincent, geopend op 01-08-14, zijn wij de enige partij, samen met

de KDV-organisatie Kiekie (vanaf lente 2016 De Groene Vlinder) die tevens de VSO, TSO en

NSO op zich neemt.

Het beleid van de gemeente Etten-Leur is om, net als bij het openbaar en katholiek onderwijs,

alle huidige schoolgebouwen successievelijk af te stoten. Deze moeten dan rond 2018 met de

laatste brede school vervangen zijn door moderne, multifunctionele gebouwen, die het centrum

zijn van een wijk en soms ook de wijkvereniging onder haar dak hebben (brede school+).

De grootste uitdaging in de brede school is hoe een relatief kleine PCO-school zich kan

onderscheiden van de andere denominaties in het gebouw.

Brede School Zuid

De ontwikkelingen rondom de komst van een Brede School Zuid zijn in 2016 duidelijk

geworden.

Met het verdwijnen van OBS De Melodie in de wijk Grauwe Polder bleven er slechts twee

scholen over, te weten RKBS het Carillon en PCBS De Klankhof. Vele overleggen hebben

geleid tot het besluit om te komen tot een brede school met daarin twee basisscholen alsmede

een school voor speciaal basisonderwijs (Het Kompas) en kinderopvang (BelleFleur) onder te


22

brengen. De nieuwe brede school zal bij aanvang van schooljaar 2018-2019 worden geopend

onder de naam ‘Sonate’, op de huidige locatie van De Klankhof.

Totdat die laatste brede school er zal zijn, zal De Klankhof voor één schooljaar (2017-2018)

onder worden gebracht bij Do-Re-Mi en enkele noodlokalen. Hierbij worden we ondersteund

door de gemeente, waarbij is afgesproken dat er tot aan de zomer van 2017 geen MOP zal zijn

voor De Klankhof, maar dat elke noodzakelijk interventie een investering is en alles wat de

veiligheid betreft ook onverkort zal worden gedaan, maar niet meer dan dat.

8. Public Relations & Marketing

Het bestuur heeft vastgesteld dat het leveren van goed onderwijs noodzakelijk, maar niet

voldoende is voor een toekomstbestendig, over meerdere locaties verspreid, PC-onderwijs in

Etten-Leur. Er zal meer aandacht moeten zijn voor hoe de locaties en de stichting zich beter

kunnen onderscheiden ten opzichte van haar ‘concurrenten’. In 2013 is een weg ingezet

rondom de identiteit waarbij een merkbelofte is gekomen. Deze is niet goed (genoeg) geland.

De scholen van de stichting profileren zich als ‘Vreedzame School’. Dat is gekoppeld aan een

programma, waarom heen ook ouderavonden worden gegeven. De Vincent blijft haar naam als

cultuurschool uitdragen. In 2016 zijn extra uren vrijgemaakt voor de rol van cultuurcoordinator

wat naast een goed programma (Stichtingsbreed) ook moet leiden tot meer subsidies om die

profilering steviger neer te zetten.

Daarnaast start in 2016 de voorbereiding van ‘Teach like a Champion’ – wat een kans is om

invulling te geven aan de inzet op het verhogen van de kwaliteit.

Binnen Etten-Leur bestaat de afspraak tussen besturen dat scholen dat er geen ‘reclame’ (in

klassieke zin) wordt gemaakt om leerlingen te werven.

Wel is de inzet op Facebook verhoogd en is de met de app klasbord getracht de relatie met

bestaande ouders (nog meer) te verbeteren door hen middels de app te betrekken bij de

activiteiten van hun kind op school.

9. Horizontale verantwoording

Naast een korte weergave van ontwikkelingen van het afgelopen jaar is het doel van dit bestuur

verslag tevens om het aan de ouders van de Stichting ter inzage beschikbaar te stellen. Via de

verschillende locatiewebsites kunnen ouders het lezen en ook wordt er in de nieuwsbrieven

melding van gemaakt dat zij inzage kunnen krijgen. Het verslag komt eveneens aan de orde in

de GMR.

Tijdens de jaarvergadering van de MR-en is het verslag ter inzage voor alle belangstellenden

beschikbaar.

Voor de andere denominaties in Etten-Leur, te weten Stichting LeerSaam (openbaar onderwijs)

en Skpoel (Stichting Katholiek primair onderwijs Etten-Leur), liggen het jaarverslag en de

jaarrekening ter inzage bij de directie. Daarnaast is het verslag een onderdeel van de

jaarrekening en als zodanig een verduidelijking en onderbouwing van de aldaar gepresenteerde

cijfers.

Ook met de twee scholen van voortgezet onderwijs, te weten de katholieke

scholengemeenschap Etten-Leur (K.S.E) en het Munnikenheidcollege (M.C.) zijn we

stakeholders geworden.


23

10. Klachtenregeling

Er was geen officiële klacht in 2016. Er waren ook geen klachten op het gebied van agressie,

seksuele intimidatie of ongewenste intimiteiten. Die worden per locatie opgepakt door de

aanwezige en bekende contactpersoon aldaar. Binnen het bestuur is er een vertrouwenspersoon

(mevrouw Brondenstein). Via de GGD heeft de Stichting aansluiting bij een externe

vertrouwenspersoon en een team van specialisten in geval van een calamiteit.

11. Samenwerking

De afgelopen periodes zijn door zowel het bestuur als de directeur vastgesteld dat op termijn

een transitie plaats zal (dienen te) vinden in de huidige structuur en aansturing van de stichting.

Dit als gevolg van onder meer de (verwachte) omvang van de school, de pensionering van de

huidige bovenschoolse directeur, demografische ontwikkelingen en toenemende eisen die

vanuit overheden worden gesteld aan schoolbestuur en leidinggevenden. Er is gekeken naar

samenwerking met schoolbesturen in Etten-Leur en met Stichting PCPO Midden Brabant. Deze

laatste stichting is van dezelfde denominatie en beheert circa 9 scholen in Breda en omliggende

plaatsen. In 2016 hebben eerste verkennende gesprekken plaatsgevonden. Als het tot een

samenwerking of zelfs fusie komt wordt een traject opgestart waarin bestuur, ouders en

medewerkers betrokken worden. Een eerste verkenning is door de algemeen directeur gedaan

en de conclusies zijn aan de GMR en bestuur voorgelegd. Een verdere invulling hiervan zal in

2017 zijn beslag krijgen.

12. Toekomstige ontwikkelingen toekomst paragraaf: de continuïteitsparagraaf

De stichting heeft in 2014 geconstateerd, dat het leerlingaantal wederom licht gedaald was

t.o.v. de teldatum van 2013, te weten 22 leerlingen. In Etten-Leur is er een algemeen lichte

daling van het leerlingaantal aan de orde, dus is actie geboden. Na analyse van de oorzaak van

de daling is daar in de risicoanalyse bij de jaarbegroting eveneens rekening mee gehouden.

Vervolgens is de stap naar een meerjarenbegroting gemaakt, om e.e.a. door te rekenen om zo

passende maatregelen te kunnen nemen, indien dit een structurele daling zou kunnen worden.

De school met de scherpste daling is de IKC De Vincent. Dat heeft te maken met een flink

aantal risicofactoren, waaronder het verhuizen van de school circa 500 m naar het westen, maar

ook het recente verleden waaruit veel onrust is ontstaan onder zowel ouders als personele

geleding. In 2016 is daar met betrekking tot de personele geleding sterk op ingezet en zijn

positieve resultaten behaald. De benodigde ingrepen, gecombineerd met de ontstane openheid

over de staat van het onderwijs en de zorg hebben in eerste aanleg geleid tot een versterking

van de onrust onder ouders en ook tot vertrek van kinderen van IKC De Vincent.

De risico’s waar in de begroting naar gekeken is zijn:

- het leerlingaantal, schommelingen en structurele daling in de toekomst,

- de verhoogde afdrachten van de werkgever aan de pensioenfondsen,

- de verandering van de ondersteuning middelen naar het nieuwe SWV PO 30-03 OOK

en de kwestie van de LGF middelen in het bijzonder, de mogelijke consequenties van

de zorgplicht voor het bestuur bij de invoering van passend onderwijs per augustus

2014.

- de mogelijkheden en kosten van de functiemix,

- het traject van de gemeente Etten-Leur om brede scholen te ontwikkelen en de

financiële gevolgen ervan in de vorm van te hoge uitgaven voor materiële

instandhouding.


24

- de financiële gevolgen van de doordecentralisatie van het onderhoud ook de buitenkant

van de schoolaccommodaties.

Bij verdere daling van het leerlingaantal, zal het afvloeien van de tijdelijke krachten als eerste

en vervolgens de leeftijdscohorten opgesteld door PCO en besproken met de GMR. De

komende jaren is er geen spectaculaire daling te verwachten in het leerlingaantal in Etten-Leur

als geheel, wel wat betreft de opbouw in bepaalde wijken, maar daar hoopt PCO door haar

gespreide locaties geen significante last van te krijgen al kent de wijk waar ’t Kofschip is

gehuisvest een erg laag geboortecijfer.

Wat betreft de personele bezetting hebben we de volgende getallen.

In de directieschaal staan voor 2,4500 FTE 3 personen (voor de 3 locaties van de stichting)

Voor de twintig groepen staan 29 leerkrachten, leerkrachtondersteuner, onderwijsassistenten.

21,4040 FTE en 20 groepen staan 29 personen (ook IB-ers, bapo gerechtigden en vakdocenten:

groepsgemiddelde is 1:23,5) en voor OOP staan 3,1817 FTE 7 personen op de rol.

De uitgaven voor beheer in de dure nieuwbouw brede scholen proberen we zo veel mogelijk in

de hand te houden samen met de andere PO-besturen in Etten-Leur. De gemeente is daar ook

steeds bij betrokken en stelt zich positief op. De gemeente zal bouwmeester zijn voor de laatste

brede school en het gebouw aansluitend aan de schoolbesturen in gebruik geven. Naast

herinrichtingskosten verwachten we geen verdere uitgaven.

In de begroting 2017 is waar dat mogelijk bleek een antwoord geformuleerd op de

geconstateerde risico’s, of daar waar geen beleid ingezet kan worden is er gekozen voor inzet

van een deel van de algemene reserves als afdekking van dat risico. Op die manier is de

meerjaren begroting 2017-20 opgesteld, waarin in 2017 en 2018 nog een negatief saldo, maar

vanaf 2019 weer een positief saldo mogelijk is mits de middelen van OC&W minimaal gelijk

blijven en de stichting geen verdere daling van leerlingen zal hebben. Voor wat betreft dit

laatste is de situatie op IKC De Vincent een risico.

Leerling prognoses PCO opgesteld voor de meerjarenbegroting 2017-2020

Teldatum Aantal ll.

4 t/m 7 jr.

onderbouw

Aantal ll.

8-12 jr.

bovenbouw

Totaal

ll.

Afname

of

toename

Realisatie/

prognose

01-okt-15 192 208 400 gerealiseerd

01-okt-15 181 197 378 - 22 gerealiseerd

01-okt-16 192 203 395 +17 gerealiseerd

01-okt-17 212 205 417 prognose

01-okt-18 213 208 421 prognose

01-okt-19 213 214 426 prognose

01-okt-20 213 218 431 prognose


25

Paragraaf interne toezichthouder

1. Inleiding

In deze paragraaf van het jaarverslag blikt het toezichthoudend bestuur van stichting PCO

Etten-Leur terug op het afgelopen jaar. Als formele verantwoording naar in- en externe

stakeholders hoe invulling is gegeven aan het wettelijke kader, de sectorcode PO en het eigen

intern toezichtkader.

Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende taken, die te onderscheiden zijn voor

het toezichthoudend bestuur:

a) Het uitoefenen van statutaire en wettelijke bevoegdheden, waaronder de

goedkeuringsbevoegdheid van het strategisch beleidsplan, het jaarverslag en de

begroting

b) Het houden van toezicht

• toezicht vooraf: vooral goedkeuring van besluiten en voornemens van de

algemeen directeur

• toezicht achteraf: monitoren van het functioneren van de stichting en het

functioneren van de algemeen directeur (‘bewaken dat het goed gaat’)

c) Advies- en klankbordfunctie ten behoeve van de algemeen directeur, op eigen initiatief

van de toezichthoudend bestuurder individueel of als collectief, als reactie op een vraag

van de algemeen directeur aan een toezichthoudend bestuurder of -bestuurders. Het

gevraagd en ongevraagd adviseren en klankborden heeft een antennefunctie en kan een

brug slaan naar de maatschappij.

d) Het optreden als werkgever van de algemeen directeur, het benoemen en ontslaan van

de algemeen directeur, het bepalen van diens arbeidsvoorwaarden en het realiseren van

de jaarlijkse evaluatie van de algemeen directeur.

e) De verantwoordelijkheid voor het eigen functioneren, de reflectie hierop en

ontwikkeling ervan.

2. Het uitoefenen van wettelijke en statutaire bevoegdheden

Specifiek wordt binnen SPCO het bestuursmodel ‘met mandaat’ gehanteerd. Dat betekent dat

het toezichthoudend bestuur het bevoegd gezag blijft in de zin van de wet maar dat de

algemeen directeur namens het bestuur kan functioneren als uitvoerend bestuurder.

In de statuten van SPCO en het managementstatuut is vastgelegd dat -door de algemeen

directeur- genomen besluiten kunnen worden vernietigd (geheel of gedeeltelijk). Uiteraard, niet

zonder hiervoor goede argumenten te hebben. Voorts is vastgelegd dat specifieke taken en

verantwoordelijkheden niet zijn gemandateerd aan de algemeen directeur, dan wel

voorafgaande aan een besluit de schriftelijke goedkeuring nodig hebben van het bestuur.

De volgende goedkeuringsbesluiten zijn genomen:

• het bestuursverslag inclusief jaarrekening over 2015 is in de vergadering op d.d. 27 juni

2016 goedgekeurd;

• De begroting 2016 is in de vergadering van 11 januari 2016 goedgekeurd;

• De meerjarenbegroting 2016-2020, inclusief risicoanalyse, is goedgekeurd op 11 januari

2016.

• De opdracht aan de accountant voor controle van de jaarrekening 2016 is goedgekeurd

in de vergadering van 17 november 2016.

• 22 maart 2016 is het concept bestuursverslag goedgekeurd


26

• De jaarrekening is in mei besproken met de penningmeester en goedgekeurd door hem.

Tijdens het verslagjaar 2016 zijn geen besluiten vernietigd, die door de algemeen directeur zijn

genomen.

In 2016 heeft het bestuur zich op enkele taken en verantwoordelijkheden gericht, die niet zijn

gemandateerd aan de algemeen bestuur, dan wel voorafgaande aan een besluit schriftelijke

goedkeuring nodig hebben:

- Het initiëren van verkenning fusie met PCPO en ondertekenen intentieverklaring

- Het evalueren van het functioneren van de algemeen directeur en het verlengen van diens

arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

- Het zitting hebben in de Raad van Toezicht van SWEZ.

- Controle door de penningmeester op de rechtmatigheid van de verkrijging van de

inkomsten

- Controle door de penningmeester op de rechtmatigheid van de gedane uitgaven.

3. Het houden van toezicht (voor- en achteraf)

Het bestuur wordt periodiek en ad hoc de hoogte gebracht van de kwaliteit van onderwijs.

Enerzijds gebeurt dit in het formele bestuursoverleg, anderzijds informeel door schriftelijk of

mondeling overleg tussen de algemeen directeur en de voorzitter.

De communicatie gebeurt naar tevredenheid van het bestuur. Wel ziet het bestuur

mogelijkheden om door middel van een periodieke rapportage waarin enkele vaste KPI’s zijn

opgenomen, te komen tot een inhoudelijk kwalitatief beter dialoog binnen het toezichthoudend

bestuur.

In 2016 is gebruik gemaakt van het opgestelde ‘bestuurlijk toetsingskader’ waarin

richtinggevende uitspraken, ijkpunten en criteria zijn opgenomen.

De volgende besluiten, door de algemeen directeur genomen, zijn door het toezichthoudend

bestuur goedgekeurd:

- Aanpassing aansturingsmodel (directie, MT), zoals opgenomen in bestuursformatieplan;

- de invulling van de schoolspecifieke plannen voor 11MC en 11XL met budget, inclusief de

opstart van een extra groep op De Klankhof (voorfinanciering groei);

- Het vervolg geven aan de pilot om met Snappet te gaan werken;

- Aansluiten bij Leswerk;

- Onderzoek doen naar mogelijkheden om te komen tot bestuurlijke samenwerking.

Er heeft geen wanbeheer plaatsgevonden door één of meer leden van het toezichthoudend, of

algemeen directeur.

De sectorcode is gedurende 2016 niet expliciet besproken tijdens de vergaderingen, ook

jaarlijks zijn geen thema’s uit de code aan de orde gekomen. Voor 2017 wordt het bespreken

van de code, dan wel een of enkele thema’s hieruit (zoals: ouderbetrokkenheid,

belanghebbendenbeleid, belangenverstrengeling, integer handelen en transparant zijn), alsnog

op de jaarkalender geplaatst. Ook wordt geconstateerd dat het toezicht op de hantering van de

sectorcode (breder) binnen de organisatie niet heeft plaatsgevonden. Hierover wordt in 2016

het overleg aangegaan met de GMR. Ook tijdens de in 2016 geplande schoolbezoeken kan de

code onderwerp van gesprek zijn.


27

Het verlenen van de opdracht aan de accountant is gebeurd op d.d. 24-11-2016. Een gesprek

met de accountant heeft in mei 2016 plaatsgevonden bij de goedkeuring van de jaarrekening.

Dan zal de accountant ook worden gevraagd of hij nog specifieke zaken onder de aandacht wil

brengen van het toezichthoudend bestuur. Een en ander met het oog op de onafhankelijke rol

van de toezichthouder. Ook zal overwogen om met meerdere accountants het gesprek aan

gegaan, alvorens tot aanwijzing over te gaan van de huidige accountant.

Om onafhankelijk van de algemeen directeur te kunnen functioneren, heeft het toezichthoudend

bestuur in 2016 standaard gewerkt met voorvergadering, alvorens over te gaan tot de

gezamenlijke vergadering met de algemeen directeur. Naar aanleiding hiervan wordt

geconstateerd dat de wijze waarop dit wordt gedaan, efficiënter en effectiever kan worden

gedaan. Voorkomen moet worden dat er bij de gezamenlijke vergadering het eerdere gesprek

opnieuw wordt gevoerd.

2016 is een jaar gebleken waarin het bestuursmodel kwetsbaar bleek. Hoewel de operationele

effectiviteit van het bestuursmodel ‘met mandaat’ niet nadelig werd beïnvloed, wordt de

formeel-statutaire en juridische grondslag en impact onvoldoende op waarde geschat door het

zittende bestuur. Dit komt onder andere tot uiting in de grootte van het bestuur (waar hangende

de gesprekken over samenwerking met PCPO bewust voor gekozen is), in de onregelmatige

samenstelling van bestuursvergaderingen en de beperkte aandacht van het toezichthoudend

bestuur voor het dagelijks reilen en zeilen van de organisatie. In een organisatie waar zoveel

aan de hand is blijkt het bestuurlijk model –waarin je afhankelijk bent van onbezoldigde

vrijwilligers– aan een heroriëntatie toe. Deze heroriëntatie is benoemd maar hangende het

fusieproces met PCPO nog niet geïnitieerd.

De jaarrekening 2015 en de begroting 2016 zijn door de toezichthouders behandeld,

goedgekeurd en vastgesteld. Gedurende het jaar door zijn de actuele en mogelijk toekomstige

risico’s en de eventueel te nemen maatregelen en financiële consequenties met de directeur

besproken. In de meerjaren begroting zijn mogelijke toekomstige scenario’s bekeken en

verwerkt. De administratieve organisatie en interne beheersing is ten aanzien van het aangaan

van verplichtingen tot en met het doen van betalingen op actualiteit getoetst. Dit heeft geleid tot

vaststelling dat de actualisatie van de procuratie regeling, taken, bevoegdheden en

verantwoordelijkheden en het proces werkt.

Bij het doorvoeren van het huidige bestuursmodel zijn medewerkers en GMR geïnformeerd,

maar er is vooralsnog weinig op de website te vinden over de werking en inrichting (statuten,

strategisch beleidsplan, et cetera). Het is daarom maar de vraag of voor iedereen helder is dat er

een scheiding is tussen een toezichthoudend bestuur en een algemeen directeur met

gemandateerde bevoegdheden.

Voor ouders zal er nog steeds sprake zijn van ‘het bestuur’. Voor de leden van de GMR is dat

wel duidelijk. In 2017 zal daarom meer aandacht worden besteed aan communicatie over good

governance binnen de stichting.

4. Advies- en klankbordfunctie ten behoeve van de algemeen directeur

Het toezichthoudend bestuur heeft in 2016 meerdere keren op eigen initiatief, individueel of als

collectief, gefungeerd als adviseur naar de algemeen directeur. Ook heeft dit plaats gevonden

als reactie op een vraag van de algemeen directeur aan een toezichthoudend bestuurder of -

bestuurders. Dit gebeurt middels agendapunten (‘ter discussie’, ‘meningvorming’ of

‘ideevorming’) in de bestuursvergaderingen dan wel in de gecombineerde vergaderingen


28

Bestuur/GMR, maar ook één op één tussen voorzitter van het bestuur van PCO en de algemeen

directeur. Bijvoorbeeld op het gebied van ‘afwikkeling’ complexe personeelsdossiers, hoe om

te gaan met de voorwaarden binnen Leswerk. Het onderzoeken naar

samenwerkingsmogelijkheden, invullen formatie, etc.. De relatie tussen bestuur en algemeen

directeur is zeer goed te noemen.

5. Het optreden als werkgever van de algemeen directeur

In 2016 is er voor gekozen om voor de werving van een nieuwe algemeen directeur een

werving en selectiebureau in te schakelen. Nadat opnieuw het functieprofiel en

arbeidsvoorwaardenpakket is beoordeeld heeft het bureau –na een voorselectie- meerdere

kandidaten voorgesteld aan de benoemingsadviescommissie (BAC) met vertegenwoordigers

van medewerkers, GMR, schoolleiding en bestuur. Na een unaniem advies van de BAC heeft

het bestuur met deze laatst overgebleven kandidaat, de heer Carlo Brouwers, afrondende

gesprekken gevoerd. Hij is per 1 maart 2016 benoemd als algemeen directeur. Met hem zijn

afspraken gemaakt over zijn bestuurlijke opdracht, de wijze waarop de voorzitter van het

toezichthoudend bestuur, aangevuld met een ander lid, als zijn werkgever de gesprekscyclus

invult. Met de gepensioneerde algemeen directeur zijn afspraken gemaakt om ad interim aan te

blijven tot 1 maart 2016.

6. De verantwoordelijkheid voor het eigen functioneren, de reflectie hierop en

ontwikkeling ervan.

Het toezichthoudend bestuur bestaat statutair uit tenminste drie personen. De leden van het

bestuur worden door het bestuur zelf benoemd, aan de hand van een uitgewerkte profielschets.

• De leden worden in beginsel benoemd voor een periode van vier jaar, met de mogelijkheid

van herbenoeming voor maximaal vier jaar.

• Een rooster van aftreden regelt de wisselingen in de samenstelling van de raad van toezicht.

• De voorzitter voert periodiek overleg met de algemeen directeur.

• In april 2016 trad de heer Dimitri van Hekken af als algemeen lid en voorzitter a.i.

gedurende groot deel 2016.

Deze wisseling werd voorzien en daarom is, naast de werving van een nieuwe algemeen

directeur, ook gezocht naar nieuwe bestuursleden in aanvulling op de competenties van de

blijvende leden. Allereerst is mevrouw Minancy Brondesteijn benoemd als bestuurslid. Zij is

als docent werkzaam bij ROC Tilburg en zal zich richten op het aandachtsgebied ‘onderwijs en

identiteit’.

Als tweede is de heer Remko Ouwehand toegetreden tot het bestuur. De heer Ouwehand is

Afdelingsmanager bij ROC West-Brabant, Prinsentuin College, en functioneert vanaf 15

februari 2016 als voorzitter. Bestuurders Functie Nevenfunctie Taak

Remko Ouwehand Voorzitter Directeur Toezichthouden en sparringpartner directeur

Erik Vogel Penningmeester Assisitent

controller

Toezicht houden met speerpunt financieel

Minancy

Brondenstein

Lid Docent Toezicht houden met speerpunt onderwijs

In 2016 heeft het bestuur, samen met de nieuwe algemeen directeur, de eigen ontwikkeling

weer meer prioriteit geven. Met name op het vlak van het samenspel tussen algemeen directeur


29

en intern toezicht, de sociale kant van good governance (cultuur, houding en gedrag). Hierover

zijn bij de benoeming van de nieuwe algemeen directeur afspraken vastgelegd.

Daarnaast heeft het bestuur in 2016 weer meer werk gemaakt van de jaarlijkse evaluatie, zoals

vastgelegd in de sectorcode PO, en de afgesproken (korte) evaluatie aan het einde van de

bestuursvergadering.

In 2016 heeft overleg plaats gevonden met de GMR. Hierin is onder meer openhartig

gesproken over het functioneren van het bestuur en de algemeen directeur, alsmede het

samenspel met de GMR, en zijn afspraken gemaakt om de communicatie te verbeteren.

8. Honorering van de leden toezichthoudend bestuur

De vereniging van intern toezichthouders in het onderwijs (de VTOI) adviseert een vergoeding

voor de toezichthouders van maximaal 10% van het salaris van de bestuurder en 15% voor de

voorzitter. Dat doen ze op basis van de Wet Normering Topinkomens en met de uitleg dat de

vergoeding moet passen bij de werkzaamheden.

Ook het toezichthoudend bestuur onderschrijft het belang van ‘goed ontwikkelde’ intern

toezichthouders in het onderwijs. Zij dienen op een professionele manier, verschillende rollen

te kunnen vervullen als toezichthouder, werkgever, sparringpartner van de bestuurder. En

waarbij de toezichthouder zich ook verantwoordelijk voelt voor de eigen ontwikkeling. Als

individueel toezichthouder en als team. Naar de mening van het toezichthoudend bestuur lijkt

het erop dat de beweging naar een professionalisering van het intern toezicht, nu te ver

doorschiet. Daarmee komt het veel te ver af te staan van waar het allemaal om begon; om

vanuit de school als gemeenschap samen zorg te dragen voor goed onderwijs. ‘Het onderwijs:

van, voor en door de ouders.’

Hoewel de werkzaamheden van het bestuur in 2016, en met name de voorzitter, veel tijd vergen

en zeker niet van vrijblijvende aard zijn, is zoals ook in eerdere jaren geen ‘honorering’

toegekend. Naar het oordeel van het bestuur past een honorering niet bij de schaalgrootte van

de schoolorganisatie en het feit dat ook andere vrijwilligers zich belangeloos inzetten voor de

scholen.

In 2017 zal het toezichthoudend bestuur opnieuw een besluit nemen over een eventuele

tegemoetkoming in de kosten, dan wel een op te nemen budget voor continue scholing.

R. Ouwehand

Voorzitter van het toezichthoudend bestuur

Voorwoord -...

Documents

Transcript of Voorwoord -...