VOORLICHTINGSBIJEENKOMST LWOO/PRO 6 … leerachterstand •De relatieve leerachterstand houdt...

21
VOORLICHTINGSBIJEENKOMST LWOO/PRO 6 april 2016 & 13 april 2016 Dhr. drs. L. Schipperheijn

Transcript of VOORLICHTINGSBIJEENKOMST LWOO/PRO 6 … leerachterstand •De relatieve leerachterstand houdt...

VOORLICHTINGSBIJEENKOMST LWOO/PRO

6 april 2016 & 13 april 2016

Dhr. drs. L. Schipperheijn

Criteria LWOO en Praktijkonderwijs

• Gebaseerd op leerachterstanden en intelligentie

• Sociaal emotionele factoren spelen alleen een rol bij aanvraag LWOO wanneer de leerachterstanden niet passen bij de intelligentie

• Sociaal emotionele factoren moeten dan aantoonbare verklaring zijn voor, en voorkomen in combinatie met specifieke leerachterstanden

Geen aanvraag LWOO/Pro omdat: • De leerling een rugzak had

• De leerling een arrangement heeft in het BAO

• De leerling extra ondersteuning krijgt in het BAO

• De leerling een diagnose heeft

• De leerling het “anders niet redt”

• De leerling “extra aandacht nodig heeft”

• De leerling “is aangewezen op een kleinere groep”

Didactische leeftijd

• Didactische leeftijd afgekort dl

• Aantal maanden onderwijs dat een leerling heeft gehad vanaf groep 3

• Ieder leerjaar telt 10 maanden onderwijs

• Voor bepaling leerachterstanden LWOO/Pro doublures meetellen

• Let op: de DL kan, voor de berekening van de relatieve leerachterstand, nooit hoger zijn dan 60

Didactische leeftijdsequivalent

• Didactische leeftijd equivalent afgekort dle

• Het dle staat voor het aantal onderwijsmaanden dat een gemiddelde leerling met deze score gevolgd heeft.

• Ruwe testscores van didactische toetsen worden m.b.v. scoringstabellen (DLE-boek) omgezet in dle’s.

Leerachterstand & Leerrendement • Het verschil tussen dle en dl geeft de achterstand

aan of de mate waarin de leerling sneller gaat dan de rest van de groep.

Een llng heeft een dl van 10 en een score op een test die past bij een dl van

5 (dle 5), dan bedraagt de leerachterstand 5 maanden.

• Dle gedeeld door dl geeft het leerrendement aan. Een

Een leerling heeft een dl heeft van 10 en een score op een toets die past bij een dl van 5 (dle 5), dan is het leerrendement dle: dl = 5:10 = 50%

Relatieve leerachterstand

• De relatieve leerachterstand houdt rekening met een eventuele doublure en met het moment waarop een leerling een toets maakt. Doe je dat niet, dan maken bijvoorbeeld leerlingen die vroeg in groep 8 getoetst worden ten onrechte een grotere kans om een indicatie te krijgen voor LWOO of Pro, terwijl zij daar eigenlijk niet thuis horen.

• Formule relatieve Leerachterstand LA = 1 – DLE/DL

Didactische vaardigheden

• Voor de LWOO/Pro indicatie:

• Rekenen

• Begrijpend lezen

• Technisch lezen

• Spellingvaardigheid

Criteria Praktijkonderwijs

• Intelligentiequotiënt 60 t/m 80

• Relatieve leerachterstand op tenminste twee van de vier domeinen ≥ 0,5 (1-dle/dl ≥ 0,5)

• Minimaal één domein betreft begrijpend lezen of rekenen

• Niet zijnde de combinatie van technisch lezen en spelling

Beleidsruimte Pro (alternatief VSO ZMLK)

Intelligentie 55 t/m 59

• Relatieve leerachterstand doet een groter leerpotentieel vermoeden: Pro

• Inzichtelijke vaardigheden zijn van belang (Technisch lezen en spellen geven hierbij niet de doorslag)

• Zelfredzaamheid, Sociale zelfredzaamheid

• Onderbouwing school en ouders

Beleidsruimte Pro of LWOO Intelligentie 75 t/m 80

• Relatieve leerachterstand op tenminste twee van de vier domeinen > 0,25 (1-dle/dl > 0,25)

• Niet de combinatie van technisch lezen en spelling

• Over het algemeen geeft de leerachterstand hier de doorslag. Belangrijk is dat de school zo goed mogelijk de aanmelding van een leerling motiveert voor Leerwegondersteunend onderwijs of voor Praktijkonderwijs. Ouders moeten instemmen.

Criteria Leerwegondersteunend onderwijs Intelligentie 75 t/m 90

• Relatieve leerachterstand op tenminste twee van de vier domeinen ≥ 0,25 en < 0,5

(1-dle/dl ≥ 0, 25 en < 0,5)

• Minimaal één domein betreft begrijpend lezen of rekenen

• Niet zijnde de combinatie van technisch lezen en spelling

Criteria Leerwegondersteunend onderwijs Intelligentie 91 t/m 120

• Relatieve leerachterstand op tenminste twee van de vier domeinen ≥ 0,25 en < 0,5

(1-dle/dl ≥ 0, 25 en < 0,5; niet afronden)

• Minimaal één domein betreft begrijpend lezen of rekenen

• En sociaal emotionele problematiek die in relatie staat met de leerachterstand.

Sociaal emotionele problematiek

• Er moet sprake zijn van sociaal-emotionele problematiek met zodanige negatieve gevolgen voor de onderwijsleerprestatie dat LWOO noodzakelijk moet worden geacht.

• Aan te tonen door gebruik van één of meer instrumenten uit de lijst met toegestane instrumenten.

Wat voldoet niet

• De sociaal-emotionele problematiek uitsluitend te verklaren of te onderbouwen met:

• mening van de basisschool

• een gedragsobservatie

• argumenten uit het onderwijskundig rapport

• rapportage van psychologisch onderzoek waarin een stoornis is gediagnosticeerd.

• Een arrangement op de basisschool

Didactische toetsen

• Toetsen van de lijst wettelijk toegestane middelen (geen LOVS 3.0, geen entreetoets groep 7 b.v.)

• Toetsen uit het actuele schooljaar

• Toetsen die aansluiten bij het werkelijke didactische niveau van de leerling (adaptief toetsen)

• Door- of terug toetsen als de feitelijke uitslag meer dan één leerjaar (in dle’s uitgedrukt meer dan 10 punten) van de verwachte score af ligt.

• Voorbeeld: toets M5. Verwachte score ligt tussen dle 15 en 35.

• Toets score tussen dle 15 en 35: niet doortoetsen Daarbuiten: doortoetsen

Toets resultaten weergeven

• De datum van de toets afname om de didactische leeftijd van de leerling te kunnen vaststellen

• Vermelden welke toets versie is gebruikt

• De ruwe score op de vier leerdomeinen moet worden vermeld. Bij digitale toetsversies moet de vaardigheidsscore worden vermeld.

• Voor elk leerdomein de didactische leeftijdsequivalent invullen die hoort bij de ruwe resp. de vaardigheidsscore. (volgens DLE boek)

IN PRINCIPE

• Maakt de leerling voor LWOO de toetsen op het niveau van minimaal M6

• Bij tegenstrijdigheid tussen de criteria leerachterstanden en intelligentie geven de leerachterstanden de doorslag

Criteria LWOO/Pro

Indicatie IQ Relatieve leerachterstand op tenminste 2 domeinen (niet de combinatie technisch lezen en spellen) van

Sociaal-emotionele problematiek

Pro 60-80 0,5 of meer (vgl. DLE =30 eind groep 8) Niet vereist

Pro of lwoo 75-80 0,25 of meer (vgl. DLE=45 eind groep 8) Niet vereist

Lwoo 75-90 0,25-0,5 (vgl. DLE=45-30 eind groep 8) Niet vereist

Lwoo 91-120 0,25-0,5 (vgl. DLE=45-30 eind groep 8) Vereist

Leerlingen die niet de Ned. nationaliteit hebben

• Voor vreemdelingen, leerlingen die afkomstig zijn uit het buitenland en niet de Nederlandse nationaliteit hebben, is het van belang dat de datum van binnenkomst in Nederland èn de datum waarop de leerling voor het eerst op een Nederlandse school is ingeschreven worden vermeld.

Toelichting vreemdelingen

• Een leerling die niet de Nederlandse nationaliteit heeft (vreemdeling) en korter dan een jaar in Nederland verblijft op de teldatum (1 oktober) waarop hij voor het eerst meetelt als leerling in het Voortgezet Onderwijs, kan niet bij de RVC worden aangemeld. Pas na het eerste schooljaar in het VO kan deze leerling worden aangemeld bij de RVC.

• De RVC moet op het moment van aanmelding weten of deze leerling een vreemdeling was op die eerste teldatum, met andere woorden: of hij niet de Nederlandse nationaliteit heeft en op dat moment korter dan een jaar in Nederland verbleef.

• Als een vreemdeling op het moment dat de aanvraag bij de RVC mag worden ingediend, korter dan twee jaar Nederlands onderwijs heeft gevolgd, kan worden uitgegaan van leerachterstanden van twee jaar.

• De datum van binnenkomst in Nederland kan worden verkregen uit het uittreksel uit de basisadministratie van de Gemeente waar de leerling als inwoner staat ingeschreven. Voor leerlingen die nog niet staan ingeschreven (bijv. verblijvende in een asielzoekerscentrum) geldt het formulier van de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND-formulier). Dit formulier is in het bezit van de wettelijke vertegenwoordigers van de leerling.