Voorgelicht: schadelijkheid pil en condoom
-
Upload
csr -
Category
Health & Medicine
-
view
2.309 -
download
2
description
Transcript of Voorgelicht: schadelijkheid pil en condoom
Dr. G.J.M. van den Aardweg, psycholoog
VOORGELICHT: MAAR DEUGT DE
INFORMATIE WEL?
De gebagatelliseerde schadelijkheid van pil en condoom
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 2
Voor ouders,
opvoeders,
leraren,
huisartsen
en middelbare scholieren
die hun eigen mening willen
vormen
Inhoud
1. Waarden-loze seksuele voorlichting
2. De pil, een wonder van de wetenschap
3. De betrouwbaarheid van de pil
4. De heilige Margaret?
5. Wanneer begint een zwangerschap?
6. De ontwikkeling van het embryo
7. Soorten hormonale anticonceptie
8. Hoe vaak een vroegabortus door de pil?
9. Medische schade door de pil
10. Het onveilige condoom
11. Valse verkoopargumenten
Tot slot
Tabel: Geslachtsziekten (soa‟s)
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 3
1. Waarden-loze seksuele voorlichting
Seksuele voorlichting is een heilige koe. Zonder seksuele
voorlichting –en dan bedoelt men natuurlijk het soort
voorlichting dat tegenwoordig overal wordt gegeven- zouden
we, zegt men, achterlijke volwassenen krijgen, of seksueel
gefrustreerden, zou het aantal tienerzwangerschappen drastisch
toenemen, en het aantal abortussen, en het aantal hiv-besmetten
(AIDS), enz. Het is net andersom! Hoe meer van deze
voorlichting, des te meer persoonlijke en maatschappelijke
ellende. Des te meer tienerzwangerschappen, abortussen,
geslachtsziekten, ongelukkige relaties, en naderhand
huwelijken die op los zand zijn gebouwd en uiteenvallende
gezinnen. We mogen aannemen dat de meeste voorlichters zelf
in hun theorieën, hun seksuele ideologie* geloven, net als de
verkondigers van andere ideologieën. Wel regent het
langzamerhand gegevens en feiten die hun duidelijk zouden
moeten maken dat hun verhalen niet kloppen, maar zij lopen
met een bod voor hun hoofd, want steeds komen ze weer
aandragen met de enige oplossing die zij schijnen te kennen:
nog méér van dit soort voorlichting!
De ideologie van de seksuele voorlichters gaat uit van een
totaal verkeerd, in feite primitief, inzicht in de menselijke
* Ideologie: maatschappelijke theorie volgens welke men de samenleving wil
hervormen; meestal komt het neer op een opgedrongen misvorming.
seksualiteit. Zij schijnen over het algemeen te denken dat de
mens er wél bij vaart als hij zijn seksuele instinct kan
bevredigen wanneer hij maar wil, met wie hij maar wil en op
de manier waarop hij dat wil; als hij daarbij maar niet wordt
gehinderd door remmingen zoals schaamtegevoelens en door
de gevaren van vruchtbaarheid en zwangerschap. De enige
begrenzing is dat de ander, de “partner”, ermee moet
instemmen (maar dat “instemmen” is een vaag en heel rekbaar
begrip…). Het is volgens hen “natuurlijk” en “gezond” om het
seksuele instinct te bevredigen zoals je eet en drinkt als je
honger en dorst hebt. Daarom draait de gangbare, officiële
voorlichting steeds om twee dingen: het aankweken van een
zogenaamd natuurlijke houding tegenover alle mogelijke
seksuele gedragingen en het aanleren van de gewoonte om
voorbehoedmiddelen te gebruiken. Want wat zou er van het
vrije en zorgeloze seksuele leven terecht moeten komen zonder
die middelen?
Wat die zogenaamd natuurlijke houding tegenover seksualiteit
betreft wil de seksuele voorlichting dus dat de grotendeels
aangeboren, natuurlijke schaamtegevoelens, die dienen ter
bescherming van de persoonlijke intimiteit (de privacy),
worden afgeleerd. Ze worden afkeurend taboes genoemd.
Kinderen en jongeren moeten, zeggen ze, vertrouwd worden
gemaakt met hun eigen intieme lichaamssfeer en met die van
de anderen. Ze moeten allerlei seksuele “technieken” en
“voorkeuren” leren kennen en gewoon leren vinden. Ze moeten
leren hoe ze moeten masturberen, ze moeten homoseksueel
gedrag normaal gaan vinden, evenals porno en (als ze wat
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 4
ouder zijn) prostitutie. Wat de voorbehoedmiddelen betreft, ze
moeten zoveel mogelijk afweten van die twee pronkjuwelen, de
“pil” en het condoom. En de weg naar de abortuskliniek
kennen als het desondanks misgaat. Seksuele voorlichting is
één aanhoudend loflied op de zegeningen van de pil en het
condoom!
Deze seksuele opvoeding is
rampzalig, omdat zij doet alsof
de mens niet meer is dan een
dier met een seksueel instinct.
Deze seksuele opvoeding is rampzalig, omdat zij doet alsof de
mens niet meer is dan een dier met een seksueel instinct. De
waarheid is dat leven volgens de opwellingen van het instinct –
wat zo wordt aangeprezen- van de mens een egoïst maakt, een
halfverslaafde (of erger). Seks wordt gezocht om de “kick” en
dat sluit juist de weg af naar menselijk geluk. Geluk is niet te
vinden in een serie “kicks”, maar in een wederzijdse band van
liefde. Wie dat niet bereikt blijft zich ongeborgen voelen en
eenzaam: en dat is precies een van de grote problemen van
onze tijd. De seksuele opvoeding zou juist moeten helpen om te
leren liefhebben. Dat is heel wat opbouwender, maar ook
moeilijker, dan het aanleren van de makkelijke gewoonte om
aan je impulsen van het ogenblik toe te geven. De gangbare
seksuele voorlichting verwaarloost het belangrijkste en dat is
leren om de seksuele gevoelens te beheersen, zodat zij ooit in
dienst gesteld kunnen worden van de echte liefde voor een
andere persoon, en niet uitsluitend van egoïstische
lustbevrediging waarbij de “partner” niet veel meer is dan een
wegwerpbaar hulpmiddel. In plaats van respect te leren voor de
persoon van de ander en voor diens lichamelijke intimiteit en
ook voor zijn (haar) vermogen nieuw leven te scheppen –een
enorm diepzinnig mysterie, dat door alle volkeren altijd zo is
aangevoeld!- wordt geleerd de ander zuiver als een seksobject
te bekijken en te behandelen. Een belangrijke Duitse
psychiater1 heeft gezegd dat de hedendaagse voorlichting de
relatie tussen de jonge man en de jonge vrouw neerhaalt naar
en vastzet op het laagste niveau van relaties. Hij bedoelde niet
dat het seksuele instinct iets laags is, maar dat een intiem
contact tussen man en vrouw dat zich alleen op dat niveau
afspeelt mensonwaardig is. Probeert men op die manier tot
relaties te komen, dan zal dat niet tot een diepere binding
kunnen leiden, maar er steeds verder van af brengen. Het
fijnere gevoelsleven stompt af, blijft onrijp en onvolwassen en
het karakter wordt slap. Zo iemand maakt weinig kans om
gelukkig te worden en een zin aan zijn leven te kunnen geven
in een duurzame liefdesband van veiligheid en trouw. Alleen
1 Kretschmer, de zoon van de grondlegger van de Duitse psychiatrie (in de
Frankfurter Allgemeine Zeitung, 1966)
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 5
daarin kunnen man en vrouw proberen om voor elkaar te leven
nemen zij de verantwoordelijkheid voor elkaars geluk op zich.
Als jonge mensen de richtlijnen van de gebruikelijke seksuele
voorlichting in praktijk brengen worden zij dus hoe langer hoe
meer bindingsonbekwaam, ofwel huwelijksonbekwaam. Er is
geen twijfel over dat de seksuele voorlichting een van de grote
schuldigen is van de groeiende verloedering op het gebied van
relaties, huwelijken en gezinnen. De jonge generaties worden
door het zoete voorlichtingsliedje van deze moderne
rattenvangers van Hamelen een donkere weg op gelokt. En
alles gaat onder het mom van de “volksgezondheid”!
Deze seksuele voorlichting dient zich onschuldig aan als
“waardenvrij”. Maar zij is alles behalve dat. Menselijk gedrag
en zeker gedrag op dat belangrijke gebied van de intieme
relaties tussen de seksen is nooit waardenvrij omdat er altijd
iemand anders zeer intiem en persoonlijk bij betrokken is. Een
seksueel contact is altijd een stap verder op een stuk levensweg
die voor beiden ergens heen leidt, of juist ergens vandaan voert.
Het is erg dat het vaak de weg is naar egoïsme, eenzaamheid en
liefdeloosheid, ook al wordt het “ik hou van je” gespeeld.
Waardenvrije voorlichting is waarde(n)loze voorlichting. De
minimale moraal die er dikwijls nog wel in wordt uitgedragen –
“ga je gang, maar hou rekening met de ander en kijk uit voor
een zwangerschap”- staat niet veel hoger dan de moraal van de
seks commercie. Geen wonder dat ook de voorlichting over die
“fantastische” moderne voorbehoedmiddelen, zowel op scholen
als in campagnes voor het grote publiek en voor de media,
uiterst bedrieglijk is. Voor een groot deel niet meer dan
rooskleurige ideologische propaganda. Laten we beginnen met
“de pil”.
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 6
2. De pil, een wonder van de wetenschap
Op een verraderlijke manier wordt op middelbare scholen
pilpropaganda bedreven. Laten we eens kijken hoe dat gaat.
Een leerboek voor “Algemene Natuurwetenschappen” voor de
havo bovenbouw begint zowaar meteen met een hoofdstukje
over de pil2- alsof dat farmaceutische middel zo‟n
“natuurwetenschappelijk” hoogstandje zou zijn! In
werkelijkheid is het verband met “natuurwetenschappelijke”
inzichten (men bedoelt: biologische inzichten) helemaal niet zo
sterk. Want toen men de stoffen waaruit de pil werd
samengesteld begon uit te proberen was de kennis van de
vrouwelijke hormonen nog lang niet voldoende om te weten
hoe die stoffen, die scheikundig op hormonen lijken maar het
niet echt zijn, op het zo fantastisch ingewikkelde en precieze
“uurwerk” van de vrouwelijke fysiologie zouden inwerken.
Ook nu, ruim veertig jaar nadat de eerste piltypen op de markt
werden gebracht, blijft “de pil” in veel opzichten
experimenteel. Het is een paardenmiddel, veel effecten zijn nog
niet degelijk genoeg onderzocht, maar wel wordt de
schadelijkheid gaandeweg duidelijker. De scheikundige Carl
Djerassi, in wiens laboratorium voor het eerst een kunstmatig
vrouwelijk hormoon werd ontwikkeld, heeft al in 1992 de
balans opgemaakt: anticonceptie met deze namaak-hormonen is
een doodlopende weg, er zal iets heel anders moeten komen3
2 Solar. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1998
3 The pill, etc. New York: Basic Books, 1992
dat minder schadelijke “bij”werkingen heeft! Pas tien jaar
nadat de pil al massaal werd gebruikt stelde men vast dat het
middel wel vijftig stofwisselingsveranderingen veroorzaakt4.
Had men dat niet van te voren kunnen bekijken? Natuurlijk
wel. Waarom is dat dan niet gebeurd? Omdat enkele machtige
groeperingen de zaak wilden forceren. Er moést en zou een
makkelijk, snel, voor alle vrouwen hanteerbaar
voorbehoedmiddel komen. De bestaande waren te
onbetrouwbaar en te onhandig. De vrouwen moesten snel
bevrijd worden van de slavernij van het kinderen krijgen en
seksualiteit moest zonder kinderdreiging kunnen worden
gevierd.
Het is een paardenmiddel, veel
effecten zijn nog niet degelijk
genoeg onderzocht, maar wel
wordt de schadelijkheid
gaandeweg duidelijker.
Natuurlijk wisten degenen die met de nieuwe stoffen
experimenteerden (trouwens: op arme vrouwen!) dat zij risico‟s
namen. Maar de gedachte was: waar gehakt wordt vallen
4 The Lancet, 1969, 2, 783
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 7
spaanders; we zullen wel steeds betere en minder riskante
middelen vinden als we eenmaal op dreef zijn... En dan: het
grote spook van de overbevolking! Dàt was voor velen een
afdoende reden om de sprong met het nieuwe middel maar te
wagen, er moest onmiddellijk iets gebeuren! Dat “spook” was
grotendeels een product van de fantasie (waarover later), maar
het kwam de pil-pushers goed van pas. Vergeet daarbij niet de
financiële belangen van de farmaceutische industrie die een
sprookjesachtige bron van inkomsten kon aanboren. Alleen zo
kunnen we begrijpen dat de eerste “pil” als “veilig” mocht
worden verkocht, al was er slechts mee geëxperimenteerd bij
879 vrouwen. Van hen waren er maar 66 die hem gedurende 1
tot 1.5 jaar hadden ingenomen en nog eens 66 die hem 2-3 jaar
hadden gebruikt. Niet meer dus dan 132 vrouwen die de pil wat
langer hadden genomen! En hup, een juichende
publiciteitscampagne over de hele wereld… over een chemisch
preparaat dat een drastische en voortdurende ingreep betekende
in de ongelofelijk ingewikkelde, zinvolle en voor een groot
deel nog zeer onvoldoende doorvorste lichaamsprocessen van
tientallen miljoenen vrouwen. Als de geschiedenis van de pil
iets aan jonge mensen kan leren in verband met
“natuurwetenschappen” is het wel hoe groot juist in onze tijd,
die zo onder de indruk is van die wetenschappen, het gevaar is
dat het publiek met schijnwetenschappelijke “feiten” om de
tuin wordt geleid (gemanipuleerd). Bijvoorbeeld in
schoolboeken! We lezen in het havo-leerboek: “De pil is
populair, vooral bij jongeren”. Populair, dat is de vraag, maar
veelgebruikt, dat is inderdaad zo. Dat komt door alle
propaganda en niet te vergeten door de druk die door dergelijke
lessen op jonge meisjes wordt uitgeoefend om er bij te horen,
om niet minder vrij te zijn met seksueel verkeer dan de anderen
van hun groep. De pil wordt hun letterlijk en figuurlijk “in de
maag gesplitst”. “De pil is bij jongeren populair”: alsof het om
een frisdrank gaat. Deze manier van opdienen is wél sluw.
Tieners krijgen op deze handig verpakte manier, en zogenaamd
op gezag van de “natuurwetenschappen”, de boodschap mee:
vrije seks, waarbij je een voorbehoedsmiddel gebruikt, is op
jullie leeftijd heel normaal en een teken dat je niet achter bent
gebleven. Bijna de helft van de Nederlandse meisjes van 16 tot
20 jaar zou in het jaar 2000 de pil gebruiken en 75% van de 20-
24 jarigen5. Zulke “natuurkunde”lessen zijn daar niet vreemd
aan. Gelukkig is de andere 50% van de tieners nog niet
zo”ver”.
Geen woord in zo‟n schoolboek over de natuurlijke methoden
van zwangerschapsvermijding, terwijl die methoden even
betrouwbaar zijn als de pil en geen medische en
psychologische risico‟s met zich meebrengen. Is dat omdat de
voorlichters niets van de natuurlijke methoden afweten en van
de vorderingen op dat gebied? Geloven zij nog steeds aan het
lang achterhaalde fabeltje dat de natuurlijke methoden, die o.a.
van de meting van de lichaamstemperatuur van de vrouw
gebruik maken, niet betrouwbaar zouden zijn? Of houden zij
daar moedwillig hun mond over omdat die methode niet goed
5 Centraal Bureau voor de Statistiek, 2001
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 8
past bij vrije seksuele relaties? Ook geen woord over de
verschillende soorten lichamelijke en geestelijke schade door
pilgebruik (vooral bij jonge meisjes en vrouwen). Geen woord
over de ernstige gevolgen van jong aangeleerde promiscuïteit
(seksueel contact met meerdere partners). Laten we eens horen
wat twee vooraanstaande ontwikkelaars van de hormonale
anticonceptie eerlijk hebben erkend. Dr. Kirsner6 zei: “Tien
jaar geleden heb ik gezegd dat de pil niet tot promiscuïteit zou
leiden. Nou, ik had het verkeerd. Hij is een van de grootste
oorzaken geweest van de snelle toename van zowel
geslachtsziekten als van baarmoederhalskanker bij jeugdigen
doordat hij hogere niveaus van promiscuïteit in de hand heeft
gewerkt”. Dr. Chang, die ook aan de wieg van de pil heeft
gestaan: “De pil heeft de jonge mensen bedorven. Hij heeft
gemaakt dat ze meer (aan hun seksuele opwellingen) zijn gaan
toegeven”7. Het is niet toevallig dat de toename van pilgebruik
door tienermeisjes ook in Nederland gelijk op is gegaan met
een enorme toename van geslachtsziekten. Tweederde van alle
vrouwen met gonorroe en chlamydia (zie Tabel:
Geslachtsziekten, bldz. ..) is jonger dan 25 jaar, maar in 2002
bijvoorbeeld is het aantal heel jonge meisjes onder hen
verdubbeld8.
In ons schoolboek lezen we het geruststellende zinnetje: “De
pil is nu het best onderzochte medicijn”. Dat is zeer
6 van de Harvard Medical School
7 beide uitspraken in: Dr. R. Wetzel, Sexual wisdom. Ann Arbor, MI: Proctor,
1998 8 Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu, jaarverslag over 2002
propagandistisch uitgedrukt, want de lange termijn effecten van
de pil komen pas geleidelijk aan het licht (en die zien er niet
best uit). Bovendien worden negatieve gegevens zoveel
mogelijk weggewuifd en zo onschuldig mogelijk voorgesteld
(precies zoals men óók lange tijd heeft geprobeerd de negatieve
onderzoeksgegevens over het roken te sussen). Trouwens:
“medicijn”? Er is hier geen sprake van een ziekte die moet
worden genezen. De pil is net zo weinig een medicijn als een
softdrug. Hoe kan het medisch verantwoord zijn jarenlang zo‟n
ingrijpend, onnatuurlijk, chemisch preparaat in een gezond
lichaam te pompen? Een beetje gif kan een gezond lichaam
misschien wel hebben, maar kan het zich blijven verweren
tegen een constante dosis? Het is waar dat de pil als
voorbehoedmiddel in het medische bedrijf terecht is gekomen,
liever gezegd, dat medici zich hebben laten gebruiken als
uitvoerders en bewakers van een maatschappelijke gewoonte
die op zich niets te maken heeft met ziektebestrijding.
Integendeel, die juist veel medische en psychische narigheid
veroorzaakt! Dat “de politiek” graag de anticonceptieve
mentaliteit en gewoonte heeft willen invoeren is al bedenkelijk
genoeg. Maar waarom moeten artsen dan de uitvoerders van
die politieke of maatschappelijke ideologie worden? In
Nederland is de pil nu uit het ziekenfonds gehaald , althans
voor vrouwen boven de 21 jaar. Als we hierna de diverse
soorten pilschade onder de loep hebben genomen, zullen we
echter zien dat die maatregel juist in de eerste plaats voor
meisjes onder de eenentwintig had moeten worden genomen!
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 9
3. De betrouwbaarheid van de pil
Over het vermogen van de pil om zwangerschappen te
voorkomen wordt dikwijls veel te rooskleurig, dat wil zeggen
misleidend, gesproken. Men geeft dan de theoretische kans op
een zwangerschap bij pilgebruik, dat is de kans als de pil
perfect wordt ingenomen volgens voorschrift en onder ideale
lichamelijke omstandigheden. Maar in de praktijk vergeet een
vrouw nogal eens een pil in te nemen, ook als zij
gedisciplineerd is, en verder wordt de werking van de pil
dikwijls afgeremd door ziekte, medicijngebruik of antibiotica.
In theorie, op papier dus, zouden er slechts 20 tot 34 op de
10.000 vrouwen die een jaar lang de combinatiepil gebruiken
zwanger hoeven te worden, dus iets minder dan 4 per duizend
(De combinatiepil is de meest gangbare pil, hij bevat een
combinatie van imitatie-hormonen). In de nuchtere
werkelijkheid is zo‟n hoge betrouwbaarheid een sprookje. Wie
eerlijke voorlichting geeft, hoort de betrouwbaarheid in de
praktijk aan te geven, de gebruikersbetrouwbaarheid. Voor de
combinatiepil is dat 94-97%. In de praktijk worden dus binnen
een jaar pilgebruik tussen de 3 en de 6 van de honderd
vrouwen zwanger; alleenstaande vrouwen vaker dan
getrouwde9. Dat betekent dat na 5 jaar pilgebruik bij regelmatig
geslachtsverkeer minimaal 15 van de honderd vrouwen toch
9 J. Wilks, A consumer’s guide to the pill and other drugs. North Melbourne
(Australië): Freedom Publishing, 1996; R.A. Hatcher e.a., Contraceptive
Technology. New York: Irvington, 1994
zwanger zijn geworden. Een vooraanstaande statistisch
onderzoeker op het gebied van abortus, die overigens geen
tegenstander was van de pil, heeft er op gewezen dat iedere
vrouw die vroeg met hormonale anticonceptie wil beginnen en
er gedurende haar vruchtbare jaren mee doorgaat rekening zal
moet houden met “verschillende” abortussen, als ze haar niet-
geplande kinderen althans niet wil aanvaarden10
.
Dat betekent dat na 5 jaar
pilgebruik bij regelmatig
geslachtsverkeer minimaal 15
van de honderd vrouwen toch
zwanger zijn geworden.
Al jaren geleden klaagde de arts-aborteur van de Heemsteedse
abortuskliniek Bloemenhove over de pilmethode, want vooral
daardoor, zei hij, “moesten” veel vrouwen de stap naar de
abortuskliniek maken11
. Vooral jonge meisjes en jonge
vrouwen lopen dit risico (met alle narigheid van dien), want de
“gebruikersbetrouwbaarheid” van de pil is voor ongehuwden
10
C. Tietze e.a, Family Planning Perspectives, jan. 1976 11
Intermediair, 4.2.1994
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 10
het kleinst. Dit risico mag bij pilvoorlichting aan jongeren dus
wel extra worden onderstreept! Maar het schijnt dat dit gevaar
de doorsnee voorlichters niet veel doet. Zij vinden het normaal
dat gezonde jonge meisjes regelmatig kunstmatige
hormoonpreparaten in hun lichaam krijgen en als ze hun jonge
leven met een abortus beginnen vinden ze dat blijkbaar ook
geen ramp. Maar als we er eens goed over nadenken: is dat
geen moderne vorm van onnodig psychisch geweld tegen
meisjes en jonge vrouwen?
Meestal wordt in de voorlichting verzwegen dat er natuurlijke
methoden bestaan om zwangerschap te voorkomen en dat deze
goed zijn onderzocht en niet minder betrouwbaar zijn. De
gebruikersbetrouwbaarheid van die methoden, die trouwens
ook onschadelijk zijn, loopt namelijk van 97-99%12
.
12
R.A. Hatcher e.a., Contraceptive Technology
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 11
4. De heilige Margaret?
Seksuele voorlichters verheerlijken vaak de radicale
Amerikaanse feministe Margaret Sanger (1879-1966). Zij heeft
met haar internationale organisatie voor “gezinsplanning” en
abortus, Planned Plarenthood, een enorme stoot gegeven aan
de ontwikkeling en invoering van de hormonale anticonceptie.
Zij wordt afgeschilderd als een sociaal bewogen verpleegster
die het lot van vrouwen die leden onder hun grote kindertal
wilde verzachten door voor effectieve voorbehoedmiddelen te
zorgen. Een martelares voor de goede zaak, die al haar geld aan
het goede doel besteedde.
Zij heeft met haar
internationale organisatie voor
“gezinsplanning” en abortus,
Planned Plarenthood, een
enorme stoot gegeven aan de
ontwikkeling en invoering van
de hormonale anticonceptie.
Maar Margaret was beslist geen Florence Nightingale13
(de
verpleegster die zich in 1854 opofferde op de slagvelden van de
Krimoorlog). Zij speelde graag de rol van verpleegster, maar
meer dan een paar maanden verpleegstersopleiding had ze niet.
Ook vervalste ze haar geboortedatum (het was niet 1883, maar
1879). Ze trouwde en scheidde verschillende malen, had talloze
minnaars en liet haar kinderen in de steek voor haar
egoïstische, vrije en “opwindende” leventje. Niet haar eigen
geld zette ze in, maar dat van de miljonairs met wie ze trouwde
of relaties had. Ze was brutaal, hoogmoedig en keihard.
Dikwijls kwam uit haar mond: “Ik ben rijk. Ik heb hersens. Ik
doe precies wat ik wil”. Ze kondigde aan dat ze al haar geld er
feestend door zou draaien voor ze dood ging- en heeft woord
gehouden! Haar bewonderaars vertellen doorgaans niet dat ze
een felle raciste was en een actieve aanhangster van de
beweging van het “zuivere” ras (de eugenetische beweging). Ze
wilde “meer kinderen bij gezonde en bekwame mensen („the
fit‟), minder bij ongezonden en onbekwamen („the unfit‟). Die
“ongezonden”, die ze ook wel “menselijk onkruid” noemde,
waren: negers, joden en de Slavische en Latijnse volkeren.
Alleen de “betere” rassen en supermensen dienden in de
toekomst de aarde te bevolken. Zij en haar machtige en rijke
medestanders hadden dezelfde ideeën als de nazi‟s en ze heeft
dat nooit teruggenomen. Ze wilde dat de “niet-fitten”
uiteindelijk verplicht zouden worden tot sterilisatie en dat
13
Madeline Gray, Margaret Sanger. New York: Marek, 1979
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 12
gehuwden pas kinderen mochten krijgen met een vergunning
van de overheid.
Het huwelijk vond ze een “decadente instelling”. Haar ideaal
was zoveel mogelijk seks, zonder trouw. Aan de ene kant dus
een verregaande staatsbemoeienis in het privéleven en een
grote inperking van de vrijheid en de natuurlijke rechten van de
gehuwden, en aan de andere kant seksuele bandeloosheid.
Algemene anticonceptie zou volgens haar tot grote
maatschappelijke zegeningen leiden. De misdaad zou
verdwijnen, moeders zouden gezonder worden, er zouden geen
gehandicapten meer zijn, veel ziekten zouden verminderen, alle
kinderen zouden “wenskinderen” zijn en dus gelukkig
opgroeien, huwelijksrelaties zouden beter worden. Stuk voor
stuk zijn die beweringen voos gebleken. Voor zover de
gezondheid van moeders is verbeterd in vergelijking met het
begin van de 20e eeuw komt dat door de vooruitgang van de
medische wetenschap en niet door de moderne anticonceptie!
Sinds die gemeengoed is geworden is er juist heel veel in de
maatschappij verslechterd. Denk aan de hoge
echtscheidingspercentages, het aantal zwangerschappen van
ongehuwde tieners, het aantal abortussen, de toename van
jeugdcriminaliteit en vooral aan het groeiende aantal
ongelukkige kinderen die een veilig thuis moeten missen, want
dat is gebouwd op de liefde en trouw van hun natuurlijke, eigen
ouders.
Margaret Sanger stierf als een geestelijk wrak, verslaafd aan
seks en aan de oppeppende werking van een pijnstiller,
opgesloten in zichzelf en ongenaakbaar. En deze vrouw is dan
in de ogen van de voorlichters een wijze en een heldin, een
voorbeeld voor de jeugd.
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 13
5. Wanneer begint een zwangerschap?
Dat lijkt een onnozele vraag. Natuurlijk bij de bevruchting, dat
is voor iedereen duidelijk en zo heeft het ook altijd in de
medische handboeken gestaan. Tot 1965. Toen besloot de
Amerikaanse gynaecologenvereniging de omschrijving van
“bevruchting” (conceptie) en “zwangerschap” te veranderen.
Waarom? Omdat men besefte dat de nieuwere methoden van
anticonceptie –onder andere de de hormonale pil- niet alleen
zuiver anticonceptief werkten, maar bovendien in een pril
stadium van de zwangerschap een abortus konden veroorzaken.
Een vroegabortus. Het waren dus niet alleen
bevruchtingsverhinderende methoden, maar voor een deel ook
abortieve methoden. Dat zou problemen kunnen geven, zowel
wat betreft de wettelijke goedkeuring als wat betreft de
houding van het publiek, als dit zou gaan beseffen wat er aan
de hand was. Men besloot tot een verkooptruc, want men wilde
koste wat het kost de opkomst van de hormonale anticonceptie
niet in gevaar brengen. Besloten werd dat het voortaan pas een
“conceptie” zou heten als de bevruchte eicel zich had
ingenesteld in de wand van de baarmoeder (ongeveer een week
na de bevruchting). Dan zou men het pas een “zwangerschap”
gaan noemen. Daarmee was als bij toverslag het begin van de
zwangerschap een week opgeschoven en kon men middelen die
in werkelijkheid óók vroegabortussen veroorzaken rustig
“voorbehoedmiddelen” blijven noemen. Bijvoorbeeld de
“morning after pil”, het spiraaltje en de gewone “pil”. En
omdat het gynaecologen waren die deze taalvervalsing in de
wereld brachten, hebben velen gedacht dat er een nieuw
wetenschappelijk inzicht achter zat. Nee hoor!
Het menselijk leven begint op één, precies vast te stellen,
moment: het moment van de bevruchting. Vóór de bevruchting
zitten er in de kern van de vrouwelijke eicel 23 chromosomen,
de dragers van haar erfelijke eigenschappen. Het zaad van de
man (sperma) bevat bij ieder zaadlozing een paar honderd
miljoen zaadcellen en elk daarvan heeft eveneens 23
chromosomen en die bevatten zíjn erfelijke eigenschappen. De
eicel wordt door één enkele van al die zaadcellen bevrucht: dan
verenigen in de kern van die cel haar 23 chromosomen zich
met de 23 van hém. Er zijn dan 46 nieuwe chromosomen
ontstaan. Vanaf dat moment is het nieuwe mensje “gestart”, al
is er met het blote oog niets van te zien (de eicel is 1/10e
millimeter in doorsnee). Want die eerste bevruchte eicel bevat
alle gegevens van het nieuwe wezentje; een duizelingwekkende
hoeveelheid gegevens, plus de mysterieuze levenskracht die
maakt dat al die gegevens zich meteen ontwikkelen. Die eerste
cel is als een mini-cassette waarop al het hele muziekstuk van
de nieuwe mens staat, met al zijn erfelijke eigenschappen en
vermogens van lichaam en geest14
, terwijl dit muziekstuk
meteen ook is begonnen te spelen! Die eerste bevruchte eicel
geen mens te noemen is even ongegrond als wanneer we
zouden beweren dat een embryo van enkele maanden nog geen
14
Prof. J. Lejeune, Testimony. Blount County Circuit Court, TN, 1989
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 14
mens is, of een baby vlak voor de geboorte, of een kindje dat
nog geen bewustzijn van zichzelf heeft.
We moeten hier nog even bij stilstaan, want over dit onderwerp
worden ook dwaasheden gezegd door mensen die enige kennis
van zaken horen te hebben. Een pijnlijk voorbeeld: in een
Belgische wet van 2002 wordt de beginfase van het menselijk
embryo omschreven als “een cel of een samenhangend geheel
van cellen met het vermogen uit te groeien tot een mens”. Het
is dus geen mens. Op welk punt in de ontwikkeling dan wél?
Dat kunnen ze natuurlijk niet aangeven, want als men de eerste
cellen geen mens wil noemen komt men noodzakelijk in de
volstrekte willekeur terecht. De volgende slimmerik kan met
evenveel recht beweren dat bijvoorbeeld een nog net niet
geboren baby “een geheel van cellen is met het vermogen uit te
groeien tot een mens”, en ga zo maar door. Maar als men moet
toegeven dat men niet weet wanneer het menszijn begint,
waarom weet men dan wél zo stellig dat een embryo in het
eerste stadium geen mens kan zijn? Of denkt men dat het
embryo pas een mens is als het de uiterlijke gestalte van een
mens heeft? Dat zou biologisch nergens op slaan. Overigens:
“een groep cellen”, dat klinkt ongeveer als “een pluk haren”, of
“een hoeveelheid moleculen”. Het is een respectloze
uitdrukking waaruit niet bepaald blijkt dat men iets heeft
“gezien” van het grandioze mysterie van het begin van het
menselijk leven dat in deze eerste wondercellen schuilt. Ze zijn
uniek in het heelal (voor zover wij dat althans kennen)! Alleen
het denkend en bewonderend innerlijk oog van het verstand
kan dit waarnemen.
Het begin van het leven van
iedere afzonderlijke menselijke
persoon is wetenschappelijk
nauwkeurig aan te geven. Dat
heeft niets met “theologie” of
godsdienst te maken.
Vanaf het eerste ogenblik, waarop als het ware een menselijke
“big bang” in het onzichtbaar kleine plaatsvindt, ontwikkelt het
mensje zich met ongelofelijke snelheid en energie, volgens een
boven alle voorstellingsvermogen uitstijgend, ingebouwd
programma, dat zo superintelligent in elkaar zit, zo
ingewikkeld en uiterst precies, dat we er geen woorden voor
hebben.
Wat gaat aan de bevruchting vooraf? Een meisje wordt geboren
met een paar honderdduizend nog onrijpe eicelletjes. Vanaf de
puberteit komt er, gemiddeld op de 12e dag na de menstruatie,
een gerijpte eicel van de eierstok vrij: de ovulatie of eisprong.
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 15
Via de eileider reist het naar de baarmoeder. Als het niet wordt
bevrucht sterft het af en wordt het proces van de menstruatie
ingeleid. Dat alles vindt dertien keer per jaar plaats (13 keer
een vrouwelijke cyclus of kringloop). Wordt het wél bevrucht
dan is dat doorgaans in de eileider. Dan wordt de wand van de
baarmoeder klaargemaakt voor ontvangst van het vruchtje,
zodat het zich erin kan nestelen en uitgroeien, tot de baby zover
is dat hij kan worden geboren.
Al deze processen worden geregeld door vijf hormonen en deze
worden geregeerd door de pijnappelklier onderaan de hersenen.
De twee belangrijkste typen hormonen, oestrogenen en
progestagenen, werken elkaar gedeeltelijk tegen. De “gewone”
pil, de combinatiepil, bevat kunst-oestrogenen zowel als kunst-
progestagenen. Zij komen op onnatuurlijke tijden in het
lichaam en doorkruisen de werking van de natuurlijke
hormonen. Vereenvoudigd voorgesteld: de oestrogenen van de
anticonceptiepil onderdrukken de rijping van een eicel aan de
eierstok, zodat er geen eitje meer vrijkomt dat kan worden
bevrucht. De progestagenen maken (onder andere) de wand van
de baarmoeder ongeschikt voor innesteling voor het geval er
tóch een eitje gerijpt is en is vrijgekomen. De onderdrukking
van de ovulatie door de kunsthormonen is namelijk niet totaal;
de natuur probeert zich als het ware onder die onderdrukking
uit te werken en slaagt daar af en toe ook in. Het vrijgekomen
eitje kan dan toch bevrucht raken en de vrouw is zwanger. Als
de baarmoederwand nu niet gereed is gemaakt voor de
innesteling, dus vijandig is ten opzichte van het vruchtje, kan
het zich niet verder ontwikkelen en sterft het af. Dan vindt er
dus een vroegabortus plaats.
Nu men echter aan de begrippen “conceptie” en
“zwangerschap” een draai heeft gegeven, kan men dit
verdoezelen en hoeft men geen slapende honden wakker te
maken. Maar de werkelijkheid is nog steeds zoals bijvoorbeeld
het Amerikaanse Ministerie van Gezondheid, Opvoeding en
Welzijn destijds schreef: “Alle maatregelen die de
levensvatbaarheid van de bevruchte eicel tussen het ogenblik
van de bevruchting en de bevalling hinderen zijn in strikte zin
procedures die een abortus opwekken”15
. Beweringen als zou
het niet zeker zijn wanneer het menselijk leven begint, of dat
het begin van het leven een “theologisch (godsdienstig)
probleem” is dat wetenschappelijk niet kan worden
beantwoord, zijn dan ook onzinnig. Het begin van het leven
van iedere afzonderlijke menselijke persoon is
wetenschappelijk nauwkeurig aan te geven. Dat heeft niets met
“theologie” of godsdienst te maken.
15
Public Health Service Leaflet (1066), 1963
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 16
6. De ontwikkeling van het embryo
De bevruchte eicel (het embryo), die wel “de hoogst
gespecialiseerde cel onder de zon” is genoemd, deelt zich in de
eerste 24 uur in tweeën, dan eerst in drieën, vervolgens in
vieren, in achten, enz. Het embryo zit van meet af aan
boordevol leven, zijn groei is een ware explosie, maar dan een
strak georganiseerde, volgens een fantastisch complex en
nauwkeurig werkplan.
Het embryo zit van meet af aan
boordevol leven, zijn groei is
een ware explosie, maar dan
een strak georganiseerde, vol-
gens een fantastisch complex
en nauwkeurig werkplan.
De innesteling vindt plaats vanaf de zesde dag na de conceptie,
dus ongeveer na een week. Voordien is de aanbouw al
begonnen van de wervels, van het ruggenmerg, het
zenuwstelsel, de nieren, de lever en het systeem van de
spijsvertering.
Na 14 dagen is het al duizend maal zo groot als de
oorspronkelijke eicel: 2 mm. De moeder kan het nieuwe
wezentje nu in zich voelen. Het hartje klopt na 19 dagen, de
basisstructuur van het centraal zenuwstelsel is er na 20 dagen.
Met 6 weken is het skelet compleet en werken de eerste
reflexen.
Met 8 weken heeft het embryo uiterlijk de gestalte van een
mens, een heel klein mensje: 3 cm lang en met een gewicht van
3 gram (Het wordt nu ook wel foetus genoemd). Het is verder
een kwestie van uit-ontwikkelen, alle onderdelen worden steeds
meer gespecialiseerd en verfijnd. De ene fase loopt in de
andere over, net zoals dat na de geboorte verder zal gaan. Een
zuigeling wordt niet van het ene moment op het andere, maar
geleidelijk en ongemerkt een kleuter; de kinderfase loopt over
in de puberteit en die weer in de volwassenheid. Maar de
persoon blijft bij alle gedaantewisselingen dezelfde, hij houdt
hetzelfde “ik”.
Vanaf de 9e week is te zien welk geslacht het kind heeft. In
week 12 begint het kleintje te ademen, na 14 weken kan het
horen, en het droomt al als het 17 weken is. Al zijn eerste
kleine reacties zijn volkomen menselijk. Bijvoorbeeld, als het
ongeveer vier en een halve maand is en er wordt een fel licht
op de buik van zijn moeder gericht, reageert het al door zijn
handjes voor zijn ogen te houden.
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 17
7. Soorten hormonale anticonceptie
* De combinatiepil wordt in Europa door naar schatting 30-
40% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd gebruikt. Over
de hele wereld zijn dat er tientallen miljoenen. Hij onderdrukt
dus de rijping van de eicel en maakt de baarmoederwand
vijandig voor een eventueel bevrucht eitje, want in minimaal 2-
5% van de cycli wordt ook bij optimaal pilgebruik de ovulatie
niet onderdrukt16
. Daarnaast maakt hij het slijm van de
baarmoederingang dikker, zodat het sperma er moeilijker door
kan.
De combinatiepil wordt in
Europa door naar schatting 30-
40% van de vrouwen in de
vruchtbare leeftijd gebruikt.
* De minipil bevat alleen een progestageen. Hij onderdrukt de
ovulatie slechts voor 60%17
. Omdat hij voor 90% effectief is,
duidelijk minder dan de combinatiepil, moet hij vrij vaak een
vroegabortus veroorzaken. Hij wordt lang niet zo veel gebruikt
als de combinatiepil.
16
D. Grimes e.a., Oral Contraceptives, 1994, 83, 1, 29-34 17
R.A. Hatcher e.a., Contraceptive Technology. New York, 1994
* De prikpil (Depo-Provera) is even effectief als de
combinatiepil. Hij bevat een kunstmatig progestageen dat
iedere drie maanden wordt ingespoten. Ook deze pil onderdrukt
de ovulatie voor slechts 60% (hoe langer hij wordt gebruikt,
hoe minder) en is dus een vroegabortief middel18
.
* Hormoonimplantaten zijn staafjes met een progestageen die
in de bovenarm van de vrouw worden “ingeplant”, onder de
huid (Voorbeelden: Norplant, Implanon). Zij scheiden
regelmatig iets van het kunsthormoon af. Deze techniek wordt
vooral in de Derde Wereld toegepast vanwege het gemak: de
werking kan enkele jaren aanhouden. Ook zij onderdrukken de
ovulatie voor slechts 60% en omdat hun effectiviteit ook hoog
is zijn ze dus sterk abortief19
. Maar er zijn ernstige klachten van
verschillende aard over deze methode.
* Het spiraaltje bestaat meestal in een plastic element dat in de
baarmoeder wordt ingebracht en een progestageen afscheidt.
Hoog efficiënt, maar de werking berust geheel op het
ongeschikt maken van de baarmoederwand voor innesteling.
Spiraaltjes zijn vroegabortieve technieken20
. De
baarmoederwand wordt er na verloop van tijd overigens niet
beter op!. Naar schatting 3% van de Nederlandse vrouwen laat
zich een spiraaltje inzetten.
18
als 17 19
J. Wilks, A consumer’s guide to the pill and other drugs. North Melbourne:
Freedom Publishing, 1996 20
U.S. Food and Drug Administration, Federal Register, 10.5.1977
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 18
8. Hoe vaak een vroegabortus door de pil?
Hoe vaak heeft een vrouw die de pil gebruikt een, door haar
zelf niet geweten en misschien ook eigenlijk niet gewilde,
vroegabortus? Dat hangt ervan af hoe vaak er ondanks de
ovulatie-remmende werking van de pil toch een ovulatie plaats
vindt. Bij de minipil, de prikpil en de hormoon-implantaten, die
zo‟n 60% van de ovulaties tegenhouden is dat natuurlijk veel
vaker dan bij de combinatiepil (grofweg 10 keer zo vaak).
Maar hoe vaak gebeurt het bij de combinatiepil? Het antwoord
daarop is nog onzeker. Heel vaak is het vermoedelijk niet.
Deskundigen hebben geprobeerd de verschillende effecten van
de pil te wegen en volgens hun berekeningen heeft een vrouw
die tijdens haar vruchtbare jaren de pil perfect inneemt en
regelmatig seksueel verkeer heeft een kans op een vroegabortus
van tussen 1/3 en 2. Dat wil zeggen dat op zijn minst één op de
drie vrouwen een keer in hun leven een pilabortus meemaakt en
dat elke vrouw er op zijn hoogst twee zal meemaken. Omdat
perfect pilgebruik echter alleen op papier bestaat, zal het in de
praktijk vaker gebeuren.
Dát de pil “af en toe” aborteert
wordt door niemand echt
betwijfeld.
Dát de pil “af en toe” aborteert wordt door niemand echt
betwijfeld. Bij de ene vrouw gebeurt het misschien vaker, bij
de andere nooit. Omdat het verschijnsel nog niet rechtstreeks te
meten is, doen sommigen alsof het zó zelden gebeurt dat men
er geen rekening mee hoeft te houden. Maar een meisje of een
vrouw die het risico op een pilabortus liever niet wil lopen
moet te horen krijgen dat zo‟n risico reëel is, al kan het nog niet
exact worden becijferd. Verwaarloosbaar mag men die kans
niet noemen. In het voormalige West-Duitsland zou het
minimaal om 60.000 van dergelijke vroegabortussen per jaar
gaan. En dat bij volmaakt pilgebruik, het werkelijke aantal lag
dus zeker hoger21
. Voor Nederland zou dat op zijn minst
15.000 gevallen per jaar betekenen, dat wil zeggen dat het
werkelijke aantal in de buurt zou komen van het aantal
geregistreerde abortussen in klinieken en ziekenhuizen.
21
R. Süssmuth, Empfängnisverhütung. D-Holzgerlingen: Hänssler, 2000, 339-351
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 19
9. Medische schade door de pil
* Bekende “neveneffecten” van de eerste anticonceptiepillen
waren stoornissen in de bloedsomloop en trombose,
bloedklonteringen. Maar de tegenwoordige “lichte” pillen
blijken dat risico nog steeds te hebben en het heeft aan
sommige jonge vrouwen het leven gekost22
.
* De pil veroorzaakt soms onvruchtbaarheid, soms geboorte-
afwijkingen23
, spontane abortussen, voortijdige geboorten,
ondervoeding van de foetus in de moederschoot, meervoudige
zwangerschappen, overlijden van het kindje tijdens de
zwangerschap en zelfs ook ernstige oogafwijkingen24
. Zou de
verdubbeling van het aantal miskramen van jonge vrouwen
binnen twintig jaar daar ook niet iets mee te maken hebben?
* “Ektopische zwangerschappen” zijn zwangerschappen
waarbij het bevruchte eitje zich niet in de baarmoederwand
heeft ingenesteld, maar in de gladde buikwand of in de eileider.
Ze zijn zeer gevaarlijk voor de moeder. Er wordt soms beweerd
dat zij minder vaak voorkomen bij vrouwen die aan de pil zijn,
maar in feite maakt de pil de kans er op juist een stuk groter25
.
22
R. Herings e.a., The Lancet, 1999, 354, 127; De Telegraaf, 17.7.1999 23
J. Wilks, A consumer’s guide to the pill. North Melbourne: Freedom Publishing,
1996 24
R. Süssmuth, Empfängnisverhütung. D-Holzgerlingen: Hänssler, 2000 25
Chr. Kahlenborn, Internet, 16.12.1998
* Borstkanker: het risico daarop neemt met 40% toe als de pil
wordt gebruikt vóór de eerste voldragen zwangerschap. Is de
pil voordien meer dan 4 jaar ingenomen, dan neemt het risico
toe tot 70%;
De kans dat vrouwen die jong de pil hebben gebruikt binnen 20
jaar daarna borstkanker krijgen is 90% hoger dan bij vrouwen
die de pil niet hebben gebruikt toen zij jong waren. Dit dient in
de voorlichting duidelijk te worden onderstreept, want de
toegenomen seksuele betrekkingen onder tieners en de
gewoonten van samenwonen en pas laat kinderen gaan gepaard
met toenemend pilgebruik bij jonge vrouwen;
De kans dat vrouwen die jong
de pil hebben gebruikt binnen
20 jaar daarna borstkanker
krijgen is 90% hoger dan bij
vrouwen die de pil niet hebben
gebruikt toen zij jong waren
Borstkanker na perioden van pilgebruik is vaker “agressief” en
heeft een minder gunstig verloop;
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 20
Als borstkanker in de familie zit (erfelijke factor) worden al
deze risico‟s aanzienlijk groter26
.
In de westerse wereld is borstkanker de dodelijkste kankersoort
bij vrouwen. In 1997 heeft de Wereld Conferentie voor
Borstkanker de pil aangewezen als een van de oorzaken van de
toename van deze kanker.
De pil verlaagt wél lichtelijk de kans op
baarmoederkanker en eierstokkanker. Daarentegen
verhoogt hij duidelijk de kans op leverkanker en
baarmoederhalskanker27
. Maar als de enkele plussen van
de pil worden afgezet tegen de minnen, is het resultaat
zeer negatief. De pil is verantwoordelijk voor een niet te
verwaarlozen gedeelte van het aantal nieuwe
kankergevallen. Voor de Verenigde Staten wordt het
jaarlijkse aantal door de pil veroorzaakte gevallen van
kanker geraamd op veertig- tot tachtigduizend28
.
Lange tijd hebben de pil-promotende groeperingen
proberen te ontkennen dat de pil kankerveroorzakend is.
Maar eindelijk –de gegevens hebben zich inmiddels
opgestapeld- heeft de WHO dit nu duidelijk toegegeven.
Op aug. 2005 heeft the International Agency for
Research on Cancer (IARC), een afdeling van de WHO,
verklaard dat de combinatiepil (die over de hele wereld
door ongeveer 100 miljoen vrouwen wordt gebruikt)
26
Chr. Kahlenborn, Breast cancer. Dayton, OH: One More Soul, 2000 27
J. Wilks, A consumer’s guide to the pill 28
Chr.Kahlenborn, Breast cancer
carcinogeen is en zelfs in de hoogste klasse, zg. “groep
1”.
Beseffen ouders en leraren die de pil aanraden –en artsen die
hem verstrekken- dat zij hun dochters, leerlingen en patiënten
aan deze gevaren blootstellen? Of laten zij zich in slaap sussen
door valse geruststellingen? De farmaceutische industrie en
sommige medische kringen die daar niet ver vanaf staan
antwoorden gewoonlijk dat een of ander schadelijk
“neveneffect” slechts 1 op de zoveel duizend keer zou
optreden. Behalve dat zij de zaak zo optimistisch mogelijk
voorstellen, vergeten zij daarbij de kansen op verschillende
soorten schade bij elkaar op te tellen. En ze zeggen er niet bij,
dat alle medische schade nog niet voldoende is onderzocht.
Hoe lang heeft het niet geduurd tot de schadelijkheid van het
sigarettenroken algemeen was aanvaard? Degenen die vinden,
of graag willen, dat het allemaal wel meevalt mogen in ieder
geval een eerlijke informatie niet in de weg staan door
belangrijke gevaren te verdoezelen of de gegevens mooier voor
te stellen dan zij zijn.
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 21
10. Het onveilige condoom
Jarenlang is met veel overheidsgeld propaganda gemaakt voor
het condoom, vooral bij jonge mensen. Dat zou “veilig vrijen”
garanderen, dat wil zeggen, zwangerschap en geslachtsziekten
voorkómen, in de eerste plaats AIDS (Geslachtsziekten ofwel
soa’s, seksueel overdraagbare aandoeningen. Zie Tabel:
Geslachtsziekten, bldz. ..). Maar:
Condooms brengen het risico
op besmetting met het hiv-
virus, dat AIDS veroorzaakt,
met gemiddeld 85% terug, 15%
van het gevaar blijft dus
bestaan.
* Bij 10-30% van de paren die condooms gebruiken is na een
jaar zwangerschap opgetreden29
. Het vaakst bij tieners.
29
J.Wilks, A consumer’s guide to the pill. North Melbourne: Freedom, 1996
* Condooms brengen het risico op besmetting met het hiv-
virus, dat AIDS veroorzaakt, met gemiddeld 85% terug, 15%
van het gevaar blijft dus bestaan30
.
* Voor andere soa‟s als gonorroe, chlamydia, herpes, syfilis, en
het papilloma virus (hpv; dit speelt een rol bij de veroorzaking
van baarmoederhalskanker) geeft het condoom geen of slechts
weinig bescherming31
.
* Bij voortgezet seksueel verkeer (met condoom) met iemand
die hiv-positief is wordt de kans op besmetting zeer hoog32
.
Een deel van deze besmettingen ondanks condoomgebruik is te
wijten aan het lekken, scheuren of uitglijden van het condoom,
een deel aan fouten bij het gebruik (die niet altijd zijn te
voorkomen). Als condooms van mindere kwaliteit zijn wordt
de onveiligheid vanzelf een stuk groter. In ontwikkelingslanden
worden ze dikwijls onbruikbaar ten gevolge van vervoer en
opslag (uitdroging, hitte).
Dat de condoomcampagnes de soa‟s bij jonge mensen niet
bepaald hebben teruggedrongen is overduidelijk. Integendeel.
Juist onder jonge meisjes en jonge vrouwen zijn chlamydia en
gonorroe sterk in opmars en ook syfilis komt weer terug. Dat is
zo in Nederland en eveneens in andere West-Europese landen.
30
Scientific evidence on condom effectiveness. (U.S.) National Institutes of Health,
Nat. Institute of Allergy and Infectious Diseases, Department of Health and
Human Services. 20.7.2001 31
zie 30 32
W. Cates, IPPF Medical Bulletin, 1997, 31, 1
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 22
In de Verenigde Staten, dat ook een jarenlange
condoompropaganda achter de rug heeft, zijn volgens officiële
ramingen 65 miljoen mensen besmet met een ongeneselijke (!)
soa en komen er per jaar nog eens 15 miljoen bij. In grote
meerderheid zijn de besmetten (jonge) vrouwen. Van de
nieuwe besmettingsgevallen is 25% in de tienerleeftijd33
.
Wat is het effect van de condoompropaganda geweest? Een
vals gevoel van veiligheid en een krachtdadige bevordering van
seks met meerdere partners, promiscuïteit34
. De gedeeltelijke
bescherming die het condoom kan bieden tegen AIDS en
andere ongeneselijke ziekten wordt daardoor meer dan
tenietgedaan. De condoompropaganda heeft negatieve
gedragsgewoonten gekweekt die niet zo makkelijk meer zijn af
te leren. Hoe meer “vrije” seks, hoe groter de kans op
besmettingen en alle extra condoom”voorlichting” maakt de
zaak alleen maar erger. Geen seks met besmette personen, geen
promiscuïteit, dat is de dringende raad die de jeugd aan alle
kanten te horen zou moeten krijgen!
De condoompropaganda is dieptreurig en hoogst
onverantwoord, met name tegenover jongeren die minder
stevig in hun schoenen staan, die er graag “bij willen horen” of
al jong intieme contacten zoeken omdat zij thuis onvoldoende
geborgenheid vinden (gebroken gezinnen, tweede huwelijken
van de ouders, problemen thuis…).
33
Centers for Disease Control, rapport over 2000 34
J. Richens e.a., The Lancet, 2001, 355, 400
Ja, maar je kunt jonge mensen vandaag de dag niet meer
voorhouden dat ze zich van allerlei seksuele gedragingen
moeten onthouden. Dat is het zwakke excuus dat soms wordt
aangevoerd om de condoomcampagne door de vingers te zien.
Maar het is klinkklare onzin! Vanzelfsprekend zal niet iedereen
zich houden aan een moraal die aan de ene kant zelfbeheersing
vraagt, maar aan de andere kant gebaseerd is op respect voor de
ander en voor zichzelf. Het is zoals met alle gewoonten van een
beschaving: een kwestie van aanleren en uitleggen, van
opvoeden en zichzelf opvoeden. We beelden ons toch niet in
dat het zo bejammerde “verval van normen en waarden” alleen
maar slaat op onbeschoft gedrag op school en op straat, op
agressie en “zinloos geweld”?
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 23
11. Condooms wél goed voor Afrika?
Sloten belastinggeld, ontwikkelingsgeld en geld van
particuliere liefdadigheidsorganisaties worden uitgegeven aan
condooms ter bestrijding van hiv (AIDS) in de Derde Wereld.
Heeft het geholpen? Nee. De besmetting met hiv (en andere
soa‟s) is evenredig toegenomen met de massale import van en
propaganda voor condooms. Het ergst is de toestand in Afrika.
De besmetting met hiv (en
andere soa‟s) is evenredig
toegenomen met de massale
import van en propaganda voor
condooms. Het ergst is de
toestand in Afrika.
Het effectiefst blijken campagnes voor onthouding van
seksueel contact met besmette personen en afzien van
promiscue gedrag, bijvoorbeeld in Oeganda. Dezelfde les moet
worden getrokken uit de vergelijking van de resultaten in
Thailand en de Filippijnen. In Thailand is jarenlang actie
gevoerd voor condoomgebruik, in de Filippijnen voor
onthouding en tegen promiscuïteit. In 1987 waren er 112 hiv-
gevallen in Thailand en 135 in de Filippijnen; in 2003 waren er
750.000 in Thailand en nog geen 2000 in de Filippijnen (waar
weinig condooms worden gebruikt)35
.
In Afrika is volgens nieuwer onderzoek de belangrijkste
oorzaak van de toename van hiv niet, zoals iedereen dacht,
promiscuïteit. Mogelijk is de infectiebron zelfs in 2 van de 3
nieuwe gevallen gedurende de laatste jaren… het medische
bedrijf! Dat wil zeggen: de onhygiënische, slecht toegeruste
medische gezondheidscentra, klinieken en
gezinsplanningscentra, waar besmette injectienaalden vaker
worden hergebruikt, besmette bloedtransfusies plaatsvinden,
besmettingen optreden bij behandelingen voor anticonceptie,
sterilisatie en abortus36
. Voor condooms (en anticonceptiepillen
enz.) is er voldoende geld, voor goedkope medicijnen waar
talloze levens mee zouden kunnen worden gered –met name
van kinderen- is er dikwijls niets. De blinde pil- en condoom-
ideologie is een tragedie voor Afrika (en andere
ontwikkelingslanden).
35
www.hli.org/thailand%20and%20philippines%20aids%20rates.html 36
D. Gisselquist e.a., Int. Journal of STD & AIDS, 2003, 14, 148-173
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 24
12. Valse verkoopargumenten
Pil en condoom worden nog steeds aangeprezen als dé
oplossingen voor een veelheid van sociale problemen. Het is
hoog tijd dat we daar eens wat kritischer over gaan denken.
* De wereld zou overbevolkt raken. Langzamerhand wordt het
echter duidelijk dat er iets heel anders aan de hand is: er
worden juist te weinig kinderen geboren! Steeds opnieuw
moeten de alarmerende bevolkingsgroeivoorspellingen scherp
naar beneden worden “bijgesteld”. Vooral de pil heeft van
Europa een geleidelijk uitstervend werelddeel gemaakt en
instroom van mensen uit andere werelddelen en culturen helpt
niet, afgezien van de onbeheersbare aanpassingsmoeilijkheden.
Om een enkel voorbeeld te geven: het werkende deel van de
Europese bevolking zal rond 2050 met 40 miljoen zijn
gekrompen, dat is 18%37
.
* Algemene anticonceptie zou de moeders ontlasten, waardoor
de huwelijken zouden verbeteren. Alle kinderen zouden
voortaan “wenskinderen” zijn die alle aandacht zouden krijgen
die ze nodig hadden en alles wat hun hartje zou begeren. De
moderne moeder is echter buitenshuis gaan werken en heeft op
die manier twee banen gekregen en dus ook dubbele stress. De
huwelijken zijn nog nooit zo gammel geweest als nu en
kinderen in de westerse wereld hebben materieel wel van alles,
37
The Economist, 27.9.2003
maar zijn dikwijls emotioneel verwaarloosd. Talloze kinderen
missen een warm “thuis”; na een scheiding hebben zij dikwijls
nauwelijks meer een vader. Dat er zoveel minder “ongewenste”
en niet-geplande kinderen worden geboren dan vroeger is ook
niet meer vol te houden (Tussen haakjes: wat is eigenlijk een
“ongewenst” kind?).
Vooral de pil zou een middel
zijn om abortus te voorkomen,
met name tienerabortussen. Een
vloed van gegevens wijst
daarentegen uit, dat algemene
anticonceptie regelrecht tot een
enorme toename van abortus
leidt, overal ter wereld.
* Moderne anticonceptie zou de armoede in de Derde Wereld
verminderen. In plaats van anticonceptiepillen en condooms
heeft de Derde Wereld echter behoefte aan medicijnen, aan
economische ontwikkeling en aan opleidingen. Als de
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 25
miljarden internationaal “ontwikkelingsgeld” die nu aan pillen,
condooms en abortusuitrustingen voor de Derde Wereld
worden uitgegeven aan medische zorg, ontwikkeling en
opleiding ten goede zouden komen, zou de armoede heel wat
sneller minder worden38
.
* Anticonceptie zou leiden tot minder tienerzwangerschappen.
Opnieuw is het net andersom. Met de statistieken wordt soms
bedrieglijk gegoocheld, maar de werkelijkheid is dat hoe meer
jonge meisjes aan de pil zijn gegaan, hoe vaker
tienerzwangerschappen zijn opgetreden. Dat is te verwachten,
we hebben gezien dat de pil bij tieners lang niet honderd
procent betrouwbaar is. In de Verenigde Staten werden
bijvoorbeeld in 1987 ruim 300.000 buitenechtelijke kinderen
geboren uit jonge moeders van 15-19 jaar; nog één generatie
daarvóór werden er in totaal rond 150.000 buitenechtelijke
kinderen geboren uit alle Amerikaanse vrouwen39
.
* Vooral de pil zou een middel zijn om abortus te voorkomen,
met name tienerabortussen. Een vloed van gegevens wijst
daarentegen uit, dat algemene anticonceptie regelrecht tot een
enorme toename van abortus leidt, overal ter wereld. Dat wordt
al jarenlang volmondig erkend door bekende anticonceptie-
specialisten. Het directe verband tussen gemakkelijke
anticonceptie en abortus geldt ook voor tienermeisjes. In de
38
Meer mensen en betere opleidingen samen betekent hogere welvaart: J. Simon,
The state of humanity.. Oxford: Blackwell, 1995 39
Family Research Council, Family Policy, 1989,1
Verenigde Staten bijvoorbeeld is het aantal tienerabortussen
tussen 1972 en 1985 meer dan verdubbeld; meisjes die
aborteerden hadden vaker voorbehoedmiddelen gebruikt dan
leeftijdgenoten40
. In Nederland (en Duitsland) stijgt het aantal
tienerabortussen de laatste jaren aanmerkelijk, tegelijk met de
toename van het pilgebruik door tienermeisjes. De zogenaamd
lage tienerabortuscijfers voor Nederland, waar voortdurend
mee geschermd werd omdat ze de goede gevolgen zouden zijn
van pilpropaganda onder jonge meisjes, waren onbetrouwbaar.
De zogenaamde “menstruele extracties”, in feite vroege
abortussen, worden in Nederland niet geregistreerd!
Voor een jong meisje is het een psychisch trauma om met een
abortus haar volwassen leven te moeten beginnen. Daar wordt
wel heel gemakkelijk overheen gewalst.
40
R.Wetzel, Sexual wisdom. Ann Arbor: Proctor, 1998
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 26
Tot slot
De schadelijkheid van pil en condoom komt stukje bij beetje
aan het licht. Wat we te zien krijgen is niet fraai. Velen
proberen hun ogen er zoveel mogelijk voor gesloten te houden,
maar op den duur zal dat niet meer gaan. De schade is te groot,
lichamelijk, psychisch en maatschappelijk. De laatste paar jaar
verschijnen steeds vaker berichten over milieuvervuiling door
de pil. De kunst-oestrogenen van de pil zijn namelijk
opzettelijk zo gemaakt dat zij niet worden afgebroken, zoals de
natuurlijke hormonen. Zij gaan direct naar de lever en komen
zo in de urine en vervolgens in het oppervlaktewater41
. Vissen
en kikkers blijken hierdoor afwijkingen te kunnen krijgen. De
vraag is: wat zijn de effecten op de mens?
De pil is tenslotte onnodige
chemische lichaamsvervuiling.
Een schoner milieu kan toch
niet samengaan met een
chemisch vervuild lichaam?
41
J. Brind, Population Research Institute Review, 2003, 13,12
De farmaceutische industrie is aan het experimenteren geslagen
met hormonale anticonceptie voor de man, misschien omdat
men niet meer helemaal gerust is op de toekomst van de
bestaande wondermiddelen. Afgezien van de te verwachten
schadelijke “neveneffecten” is het op zijn minst twijfelachtig of
mannen wel even volgzaam als vrouwen hun dagelijkse
sterilisatiepil zullen innemen. De psychologie van de man is
niet dezelfde als die van de vrouw.
Alle vormen van anticonceptie hebben uiteindelijk ook voor het
gevoelsmatige beleven iets onnatuurlijks. Condooms roepen bij
velen tegenzin op omdat zij een intiem contact vertechniseren,
voor fijnere of diepere gevoelens geen ruimte laten. Vandaar
dat de meesten die het een tijd hebben geprobeerd er mee
ophouden. Op velen heeft de eeuwige condoompropaganda een
tegenovergestelde effect, zij krijgen een hekel aan het
verplichte latex. Anticonceptie met hormoonpreparaten –o.a. de
pil- past niet meer in het klimaat van groeiende bewustwording
van de vervuiling van het milieu. Het is tenslotte onnodige
chemische lichaamsvervuiling. Een schoner milieu kan toch
niet samengaan met een chemisch vervuild lichaam?
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 27
Tabel: Geslachtsziekten (soa’s)42
I
ziekte symptomen testbaar? behandeling complicaties
chlamydia Afscheiding/pus van
genitaliën, pijnlijk urineren
of pijn in onderbuik of
testikels.
Vrouwen: infectie van
eileiders
Vrij goed: 70-
90%
Antibiotica. Mogelijke opname of
chirurgie in ernstige gevallen
(vrouwen). Soms blijvende effecten
ondanks therapie
Vrouwen: onvruchtbaarheid,
eileiderzwangerschap, abcessen,
chronisch onderbuikpijn.
Bij eileiderinfectie: bij 25%
langdurige problemen.
Mannen: onvruchtbaarheid en
artritis (beide ongebruikelijk)
gonorroe Hetzelfde Vrij goed.
Mannen:70-90%;
Vrouwen:
80-90%
hetzelfde Vrouwen: hetzelfde; ook artritis.
Mannen: hetzelfde
syfilis 1e stadium: pijnloze
zweer/sjanker op penis,
vagina of anus.
2e: uitslag.
3e: hoofdpijn, braken,
zwakte
Goed
tot uitstekend;
meestal ver boven
80%
Antibiotica zijn zeer effectief.
Mogelijk opname van 1 week als
diagnose niet in eerste jaren is
gesteld
Onbehandeld: leidt tot dementie
en dood.
Pasgeborenen: aangeboren
afwijkingen, bloedarmoede,
hersenletsel, dood
42
naar J. Wetzel, Sexual Wisdom. Ann Arbor: Proctor, 1997, 45
Gerard van den Aardweg: voorgelicht: maar deugt de informatie wel? 28
Tabel: Geslachtsziekten (soa’s)43
II
ziekte symptomen testbaar? behandeling complicaties
herpes Terugkerende pijnlijke
zweren op genitaliën,
gezwollen klieren
Redelijk: kweek 77%
accuraat indien
bijtijds. Bloedtests
(antilichaam -tests)
ontoereikend voor
vroege diagnose
Antibiotica pil of crème
vermindert symptomen en
besmettelijkheid.
Geen genezing
Mogelijk verband met
baarmoederhalskanker
(regelmatige uitstrijkjes bij
besmette vrouwen).
Pasgeborene: levensgevaarlijke
infectie mogelijk
Hepatitis B Geelzucht (gele
ogen/huid), braken,
donkere urine, moeheid,
onderbuikpijn
Uitstekend, maar test
wordt vaak nagelaten
Geen genezing. Inenting van
seksuele partners en
pasgeborenen van de zieke
Ontwikkeling tot chronische
ziektedrager (geen symptomen
maar besmettelijk voor seksuele
partner of foetus), lever defect, of
dood
Venerische
wratten
(condyloma)
Wratten op genitaliën
(bijv. human papilloma
virus, hpv)
Zeer matig:
30-80% accuraat
Bevriezen, wegbranden,
chirurgie, laser. 20-100%
succes. Groei/verspreiding
onder controle te brengen
Sterk verband met
baarmoederhalskanker
(regelmatige uitstrijkjes).
Pasgeborenen: soms wratten op
stembanden
Hiv en
AIDS
Chronische kuch,
diarree, uitslag,
koorts, gezwollen
klieren,
gewichtsverlies
Bloedtests
gewoonlijk positief
tussen 3 tot 6
maanden na
besmetting
Gemiddeld begin van AIDS
11 jaar na hiv-besmetting.
Geen genezing; veel jaren
levensverlenging door
medicijnen
Ongebruikelijke infecties, kanker,
dementie, dood. Negatieve
neveneffecten van medicatie.
Infectie kan door moeder op
pasgeborene worden overgedragen
43
naar J. Wetzel, Sexual Wisdom. Ann Arbor: Proctor, 1997, 45