voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3...

31
Productiegroei Bouw vlakt af, basis voor winstherstel nog bescheiden Industry Knowledge Team Utrecht, augustus 2016 Rabobank Bouw Bericht

Transcript of voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3...

Page 1: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

Productiegroei Bouw vlakt af, basis

voor winstherstel nog bescheiden

Industry Knowledge Team

Utrecht, augustus 2016

Rabobank Bouw Bericht

Page 2: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

2

Inhoudsopgave

Secties

I Bouw in economisch perspectief 6

II Ontwikkelingen Woningbouw 13

III Ontwikkelingen Utiliteitsbouw 18

IV Ontwikkelingen Infrabouw 22

V Bouwbedrijven in cijfers 26

Page 3: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

3

Managementsamenvatting

• De economische groei in de Eurozone is nog bescheiden en globale onzekerheden (o.a. terrorisme), politieke onrust en de onduidelijkheden rondom de verdere uitwerking van de BREXIT verhinderen een meer robuust economisch herstel. Binnenlandse vraag en het consumentenvertrouwen zijn bepalend voor de mate van herstel. Pluspunt van de economische groei in Nederland is het feit dat deze breed gedragen is door consumptie, investeringen en export

• Voor de Europese bouwmarkten betekent dit een groei in alle deelmarkten (woningbouw, utiliteitsbouw, infrabouw). Wel zijn er grote verschillen tussen landen en kan er beperkt worden vertrouwd op de rol van de overheden als aanjager van investeringen

• Binnen Europa en specifiek binnen de Eurozone geldt Nederland als relatief sterke performer; de ontwikkeling van de bouwproductie is veel positiever dan in veel andere landen. In april 2016 liet de bouwproductie in de Eurozone een toename zien van 0,6% j-o-j, terwijl de Nederlandse bouwproductie in dezelfde periode met ruim 7% is gestegen

• De groei van de Nederlandse bouwproductie oogt dit jaar en komend jaar solide, maar zakt wel terug naar een aanzienlijk lagerniveau dan in 2015 (+ 8.0% j-o-j). In 2016 en 2017 verwacht Rabobank een groei van de Nederlandse bouwproductie met respectievelijk 4% en 3.5%. Dit komt met name door afvlakkende groei in de woningbouw. Gemiddeld profiteren kleinere bedrijven (1 tot 10 werknemers) het meeste van het verbeterde bouwklimaat

• In de woningbouw zien we een uitdagende nieuwbouwopgave gedreven door vergrijzing, individualisering en de toestroom van migranten. In combinatie met een inhaalvraag geeft dit de uitdaging om de komende jaren minimaal 80.000 woningen jaarlijks tebouwen

• We verwachten echter dat er in 2017 nipt 58.000 nieuwe woningen kunnen worden opgeleverd. Dat veronderstelt wel dat er in de komende maanden een kentering in de vergunning uitgifte plaatsvindt. De vergunning uitgifte daalt sterk door een combinatie van factoren; (i) capaciteitsproblemen bij bouwers (vollopen orderportefeuilles i.c.m. tekort aan ‘handjes’), (ii) gemeentes die metpolitiek rond gronduitgifte, vergunningen en kwaliteitseisen voor vertraging in het proces en een tekort aan locaties zorgen en (iii) gemeentes die door bezuinigingen kampen met te weinig capaciteit om de nieuwbouwwoningmarkt optimaal te faciliteren

• Punt van zorg blijft de prijsontwikkeling van inputprijzen en outputprijzen van nieuwbouwwoningen. Het afgelopen jaar is het gattussen inputprijzen en outputprijzen groter geworden, wat suggereert dat bij woningbouwers margedruk niet is afgenomen

• Naast uitdagingen zien we ook kansen voor woningbouwers om meer omzet te halen uit verduurzaming. Uit onderzoek blijkt dat slechts 56% van de bestaande woningvoorraad in Nederland (~4 miljoen woningen) een acceptabele energetische kwaliteit heeft. Met name het verduurzamen van het bezit van corporaties in combinatie met vraagstukken rondom de energietransitie lijken kansrijk om grote aantallen woningen in 1 keer aan te pakken

Bouw in

economisch

perspectief

Ontwikkelingen

Woningbouw

1

2

Page 4: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

4

Managementsamenvatting

• Ondanks dat economische groei doorgaans een aanjager is voor de utiliteitsbouwproductie, zijn we van mening dat de (structurele)leegstand in diverse deelmarkten nieuwbouw afremt. De ontwikkelingen in de kosten van architectenorders (= indicatie van de verwachten en de waarde van bouwvergunningen verraden nog geen spectaculair herstel

• In het licht van de ontwikkelingen is het opmerkelijk dat de orderportefeuille een spectaculaire groei heeft doorgemaakt in de afgelopen periode. We maken een scherpe kanttekening bij deze toename. Sinds de piek begin 2009 zijn de bouwkosten van ontvangen orders (=indicatie voor productieontwikkeling) gedaald van EUR 13.6 miljard naar EUR 5.3 miljard en de daling is nog niet tot staan gebracht in april 2016

• Alleen uit de bouwkosten van ontvangen orders voor de gebouwtypes hallen & loodsen blijkt een stijging in de afgelopen periode. Gecombineerd met informatie vanuit marktpartijen stellen we dat er animo is voor nieuwe logistieke panden, maar er relatief minder interesse is voor nieuwbouw of renovatie van andere gebouwtypen. De bouw van logistieke panden is bovendien relatief minder omvangrijk en complex dan kantoren, ziekenhuizen of onderwijsgebouwen, waardoor dit een dempend effect op het bouwvolume (gemeten in EUR) heeft. Voorts is er over de hele linie druk om goedkoper te bouwen, wat zorgt voor druk op bouwkosten en marges bij de aannemerij

• Net als in de woningbouw is verduurzaming ook in de utiliteitsbouw een belangrijk thema voor de korte en de middellange termijn.In combinatie met het reduceren van leegstand kan de bouwsector zich onderscheiden met gebouwproposities die zich focussen openergiebesparing en het vergroten van het adaptief vermogen en de toekomstbestendigheid

• In de infrasector is sprake van een diffuus beeld waarbij de centrale overheid haar investeringen in 2016 temporiseert om ze in 2017 weer te laten toenemen. Tegelijkertijd zijn gemeentes nog druk met het absorberen van eerdere bezuinigingen en komt doorde rem op de vergunning afgifte voor woningen ook de realisatie van wijkinfrastructuur langzaam op gang. Veel zal daarom afhangen van de investeringsimpuls vanuit private partijen zoals bijvoorbeeld energiebedrijven, telecombedrijven en vervoersbedrijven

• Overall zien we de orderportefeuille voor grond- en waterwerken (van hoogwaterbescherming tot en met vervanging van riolering) verder afnemen door een andere prioritering voor investeringen aan de zijde van overheidsopdrachtgevers. Wegen en spoorwegen blijven een prioriteit, onder andere gevoed door het aanbesteden van grote projecten door de Rijksoverheid

• Voor grote infraprojecten op het gebied van wegen en civiele constructies (o.a. sluizen) is het zeer relevant dat er appetite blijft van investeerders om te participeren in PPS (Publiek Private Samenwerking) projecten. Nederland staat hoog op de internationale ranglijst van aantrekkelijke infrastructuurlanden in de perceptie van investeerders. Voor de Nederlandse bouwers is het verdienen aan een PPS project nog een hele opgave. Naast technische knowhow (het goed kunnen bouwen) wordt er een sterk beroep gedaan op vaardigheden zoals projectmanagement en risicomanagement

• Ook in de infrasector is duurzaamheid een uitdaging. Ontwikkelingen als urbanisatie, elektrische mobiliteit en de afnemende automobiliteit stellen andere eisen aan het snelwegennet en de stedelijke infrastructuur. Ook hier liggen kansen voor de bouwsector om zich te profileren met een integrale aanpak die uitdagingen op meerdere fronten tegelijk oplossen, bijvoorbeeld de toename van elektrisch rijden, de benodigde laadinfrastructuur en de gelijktijdige energietransitie

Ontwikkelingen

Utiliteitsbouw

Ontwikkelingen

Infrabouw

3

4

Page 5: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

5

Managementsamenvatting

• De afgelopen jaren stonden in het teken van schuldreductie bij veel bouwers. Gemiddeld hebben de 15 grootste bouwers in Nederland het afgelopen decennium flink moeten interen op hun liquiditeiten. De afgelopen jaren is vooral strakker werkkapitaalbeheer een belangrijk aandachtspunt geweest. Wat opvalt is de verhoogde aandacht voor beheersmaatregelen in relatie tot de financiële discipline. Wel is het laten doordringen van werkkapitaalbewustzijn tot op de werkvloer nog een uitdaging

• Financiële efficiency is niet genoeg om ook in de toekomst een gezonde financiële positie te hebben. Daarvoor is het noodzakelijk dat er wordt geïnvesteerd in vernieuwing van het businessmodel. Vaak zoeken bouwbedrijven naar hogere marges door diversificatie en internationalisatie. Diversificatie door het realiseren van omzet in niet- bouw activiteiten is gemiddeld genomen een nog nauwelijks onderzochte route onder de 15 grootste bouwers. Gemiddeld werd er door hen tussen 2010 en 2015 slechts 6% van de omzet in ‘alternatieve’ sectoren gerealiseerd

• Internationalisatie kent een hogere populariteit waarbij het omzetaandeel van de 15 grootste bouwers buiten Nederland tussen 2010 en 2015 groeide van 19% naar 25%. We hebben geen directe aanwijzingen gevonden dat diversificatie of internationalisatietot structureel hogere winstmarges leiden. De verklaring voor hogere marges lijkt meer te liggen in een slimme combinatie vaninternationalisering, een verbreding met aanpalende services in de bouwkolom en een excellent risicomanagementproces

• We verwachten dat de marges van bouwbedrijven in toenemende mate onder druk staan door concurrentie van buiten de keten. Industriële bedrijven en dienstverleners die hebben geïnvesteerd in nieuwe technologie en digitalisering zijn in staat om metingenieurs en bouwtoeleveranciers bouwwerken te realiseren en nieuwe diensten te ontwikkelen

Bouwbedrijven in

cijfers

5

Page 6: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

Bouw in economisch perspectiefI

Page 7: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

7

45%

50%

55%

60%

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016E

2017E

Bouwproductie in % van BBP (l-as)

Nieuwbouw in % van BBP (l-as)

Nieuwbouw in % van totale bouwproductie (r-as)

Volume 2014

Volume 2015

Volume 2016(e)

Volume2017(e)

Nederland 0.9% 7.8% 3.6% 4.0%

Duitsland 2.5% 0.2% 2.2% 1.0%

UK 7.5% 3.2% 2.1% 2.9%

Ierland 9.2% 4.8% 14.4% 16.0%

Frankrijk -6.0% -1.7% 2.5% 3.9%

België 2.4% 1.5% 1.0% 2.0%

Spanje -1.8% 2.4% 4.4% 4.0%

Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a.

0,81,3 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0

2,8

4,5

-2

0

2

4

6

8

10

Italië

Fra

nkrijk

Belg

Euro

zone

Duitsla

nd

Nederland

UK

Spanje

Ierland

2014 2015 2016 (e) 2017 (e)

Nederlandse bouwsector aanjager van groei, maar globale onzekerheden en onrust onderstrepen kwetsbaarheid economie

Bron: Euroconstruct, Euroconstruct 19 landenBron: Rabobank, 2016

BBP voorspellingen (% j-o-j) Aandeel (nieuw)bouwproductie in BBP (%)Bouwproductie (% j-o-j)

Noot (1): Vanuit het ‘Investment Plan for Europe’ /European Fund for Strategic Investments (EFSI) is er EUR 315 miljard besch ikbaar voor investeringen in infrastructuur en de energietransitie. Door met garanties vanuit het EFSI een hefboom te creëren, wil de Europese Commissie de komende drie jaar EUR 30 tot 50 mld. extra genereren voor infrastructurele projecten in Europa. Tot dusver is er EUR 100 mld. aan investeringen gegenereerd

Nog geen robuust economisch herstel

• De verwachte economische groei in de Eurozone is

nog bescheiden met 1,5% in 2016. Een volatiele

olieprijs, een grillige Euro koers en de ‘BREXIT’

hinderen echter een meer robuust herstel.

Daarbovenop komt het effect van afzwakkende

groei in China en Rusland als bepalende factoren

voor de wereldhandel. Tegelijkertijd roept Brussel

op tot continuering van financiële hervormingen en

de reductie van overheidsschuld

• Economische groei in Nederland is momenteel

breed gedragen door consumptie, investeringen en

export. Consumptie en investeringen krijgen een

forse stimulans door woningaankopen en uitgaven

aan woninginrichting, gedreven door o.a. een sterk

aangetrokken bouwproductie

Bouwsector kan voorzichtig vooruit kijken

• De Nederlandse bouwproductie profiteert in 2016

en 2017 nog van de sterk aangetrokken vraag in de

woningbouwmarkt. Utiliteitsbouw en infrabouw

ontwikkelen zich minder uitbundig, maar overall

onderscheidt Nederland zich positief in Europa

• Er zijn grote verschillen tussen Europese landen,

maar het totaalbeeld van de Europese bouwmarkt is

er een van gematigde groei. Veel landen hebben

nog te maken met economische hervormingen en

schulden afbouw. Sinds het laatste Euroconstruct

rapport zijn de risico’s en onzekerheden voor de

sector (m.u.v. UK) niet noemenswaardig veranderd.

Wel versterkt de BREXIT op korte termijn een

negatief sentiment wat op een later moment kan

leiden tot een neerwaartse aanpassing van

bouwprognoses

Kanttekeningen bij groei

• Het aandeel van de Europese bouwproductie in het

BBP zal de komende jaren licht groeien,

gestimuleerd door de vluchtelingencrisis en de

daaruit ontstane vraag naar nieuwe huisvesting.

Ook stuwt de realisatie van nieuwe infrastructuur

(o.a door private investeringen) de bijdrage aan het

BBP en de bouwproductie

• Kanttekening bij huisvesting voor statushouders is

de vraag in hoeverre dit een rendabel verdienmodel

voor de bouwsector is. In de eerste plaats zal er

voornamelijk behoefte zijn aan goedkope en

betaalbare woningen. Bij infrabouw geldt dat de

groei allereerst neerslaat bij grotere bedrijven die

grote projecten uitvoeren die gefinancierd zijn

overheidsgeld en/of EIB gelden (Europese

Investerings Bank)1

Bron: Euroconstruct, Juni 2016

Page 8: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

8

-4%

-2%

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

16%

-10% -5% 0% 5% 10%

Pro

ductiegro

ei 2015-2

018

Productiegroei 2012-2015

Spanje

IerlandNederland

Duitsland

Frankrijk

UK

België

Polen

Zweden

-2%

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

16%

18%

-10% -5% 0% 5% 10% 15%

Pro

ductiegro

ei 2015-2

018

Productiegroei 2012-2015

Spanje

Ierland

Nederland

Frankrijk

België

UK

Duitsland

Polen

Zweden

-2%

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

16%

18%

-10% -5% 0% 5% 10%

Pro

ductiegro

ei 2015-2

018

Productiegroei 2012-2015

Ierland

Spanje Nederland

Frankrijk UK

Duitsland

België

Polen

Zweden

Bouwproductie Europa: groei in alle deelmarkten, maar met grote regionale verschillen en leunend op bestedingen private sector

Bron: Euroconstruct, Juni 2016Bron: Euroconstruct, Juni 2016Bron: Euroconstruct, Juni 2016

Utiliteitsbouw (% CAGR)¹ Infrastructuur (% CAGR)¹Woningbouw (% CAGR)¹

Noot (1): Omvang van de bollen in de grafieken komt overeen met de relatieve omvang van de bouwproductie in een specifiek land in 2015

Ondanks leegstand groei nieuwbouw

• Op basis van economische groei breiden bedrijven

weer voorzichtig uit en investeren ze in huisvesting.

Nu belangrijke Europese handelspartners als de VS,

China en Rusland aan momentum verliezen, worden

binnenlandse consumentenbestedingen belangrijker

• Ondanks de aanzienlijke leegstand in commercieel

vastgoed (kantoren), verwachten we de komende

jaren vooral groei in de utiliteitsnieuwbouw,

gedreven door o.a. solide vraag van

vastgoedbeleggers naar goede objecten en locaties

• In de gezondheidszorg trekt de nieuwbouwproductie

flink aan, maar is de krimp in voorbije jaren ook

fors geweest. Groei in de UK en Ierland kan

terugvallen gelet op een BREXIT en verminderde

interesse van internationale IT dienstverleners met

een huisvestingsvraag

Migratie geeft positieve impuls

• Tijdens de crisisjaren in de bouw hebben veel

lidstaten specifieke maatregelen geïntroduceerd om

de woningproductie te stimuleren. Ondanks de

maatregelen die in veel landen nog van kracht zijn,

groeit de woningbouwmarkt relatief bescheiden

• Ten opzichte van de Euroconstruct voorspellingen

verwachten we een hogere groei in de

woningbouwmarkt voor landen (NL, D, SE) die de

huisvesting van vluchtelingen weten aan te pakken

in combinatie met het sociale huisvestingsvraagstuk

• Een sterker groeiperspectief in de woningbouw

hangt verder af van een positieve trend in

werkgelegenheid en schuldreductie bij huishoudens.

Ierland groeit het hardst binnen de EU, maar een

forse toename van de woningbouw maakt de

enorme krimp tijdens de crisis nog niet goed

Investeringsruimte publieke sector beperkt

• Diverse nationale overheden worstelen met het

terugbrengen van schulden en begrotingstekorten.

Daarbovenop komen uitdagingen zoals het

vrijmaken van budget voor vluchtelingenhuisvesting

en terrorismebestrijding. De investeringsimpuls

vanuit deze belangrijke opdrachtgever voor de

infrabouw sector blijft hiermee beperkt

• Nieuwbouw zal de komende jaren sterker groeien

dan onderhoud en de deelmarkten wegenbouw

(weg+spoor) en energie profiteren hier meer van

dan andere domeinen (waterbouw, telecom). Polen

slaagt er in om voor de nieuwbouwopgave een flink

beroep te doen op Europese fondsen

• Een BREXIT kan leiden tot een forse groeivertraging

in de UK infrabouw. De UK doet een flink beroep op

funding van de Europese Investeringsbank voor

grote infraprojecten (GBP 16 miljard in 2013-2015)

Page 9: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

9

• Ondanks de forse steun van de ECB door lage

rentes, heeft dit gemiddeld in de eurozone nog niet

geleid tot substantieel hogere investeringen in vaste

activa. Volgens de Europese Commissie groeien de

investeringen dit jaar net zo veel als in 2015 (2.9%

j-o-j). Wel wordt er voor 2016 en 2017 een

groeiversnelling voorspeld voor de investeringen in

bouwgerelateerde activa. Dit wordt ondersteund

door een licht oplopende bouwproductie index en de

voorzichtig stijgende vertrouwensindicator

• Investeringen in (bouwgerelateerde) vaste activa

reageren niet direct op lage rentes, maar zijn veel

meer afhankelijk zijn van het vertrouwen in de

economie, exportmogelijkheden en de

bestedingskracht bij consumenten. Nu het

momentum voor groei buiten de Eurozone iets

afneemt, is de afhankelijkheid van de binnenlandse

vraag toegenomen

• Het beeld voor de Eurozone is gevarieerd, met

moeizame ontwikkelingen bij de relatieve

nieuwkomers en zuidelijke landen en stevige groei

in Duitsland. In 2016 hebben nog steeds 3 landen

(FR, GR, SI) te maken met krimpende investeringen

in bouwgerelateerde activa

• De uitfasering van de forse inhaalvraag in de NL

woningmarkt in combinatie met meer ingetogen

ontwikkelingen in de utiliteitsbouw en de infrabouw,

zwakken het groeitempo van de bouwgerelateerde

investeringen in 2016 en 2017 af. In lijn daarmee is

het ook logisch dat de steile opmars van de

vertrouwensindicator enigszins wordt afgeremd

Nederlandse bouw presteert sterk ten opzichte van eurozone, opmars vertrouwen afgeremd door eenzijdigheid herstel

Bron: Eurostat, 2016Bron: Eurostat, 2016

Bron: Europese Commissie, Spring Economic Forecast, mei 2016

Divergentie in Eurozone toegenomen Vertrouwensindicator BouwBouwproductie index (2010 = 100)

Bruto investeringen in vaste activa (% j-o-j)

-15%

-12%

-9%

-6%

-3%

0%

3%

6%

9%

12%

15%2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016E

2017E

Bruto investeringen in vaste activa (euro gebied) Bruto investeringen vaste activa - bouwgerelateerd (euro gebied)

NL Bruto investeringen vaste activa - bouwgerelateerd

-50

-40

-30

-20

-10

0

10

20

30

Jan-0

7

Jan-0

8

Jan-0

9

Jan-1

0

Jan-1

1

Jan-1

2

Jan-1

3

Jan-1

4

Jan-1

5

Jan-1

6

Jan-1

7

Vertrouwensindicator Bouw - Nederland

Vertrouwensindicator Bouw - Euro gebied

85

90

95

100

105

110

115

120

125

Jan-0

7

Jan-0

8

Jan-0

9

Jan-1

0

Jan-1

1

Jan-1

2

Jan-1

3

Jan-1

4

Jan-1

5

Jan-1

6

Jan-1

7

Bouwproductie - Euro gebied

Bouwproductie - Nederland

Page 10: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

10

• De Nederlandse bouwproductie profiteerde in 2015 van de sterk aangetrokken vraag in de woningmarkt.

Verbeterd economisch perspectief (werkgelegenheid) en lage hypotheekrentes hebben particulieren over de

streep getrokken voor de aankoop van een nieuwe woning. Allereerst is dat zichtbaar geworden in de

toegenomen transacties in de markt voor bestaande woningen, maar sinds september 2013 groeit het aantal

verkochte nieuwbouwwoningen ook weer. Vanwege de tijd tussen aankoop en realisatie slaat dat effect met

een vertraging van gemiddeld 18 maanden neer in de productie. De groei in de renovatiemarkt in 2015 is toe

te schrijven aan een combinatie van het uitfaseren van de fiscaal vriendelijke behandeling van

onderhoudswerk en de verhuisbeweging die is los gekomen op basis van een verbeterd economisch

perspectief

• Rabobank verwacht dat de groei in de woningbouw terugkeert naar een fors lager niveau in 2016 en 2017,

ondanks een solide onderliggende vraag naar zowel huurwoningen als koopwoningen (zie ook pagina 11).

Commerciële bouwers hebben moeite om na een lange, schrale periode van capaciteitsreductie de toegenomen

vraag te accommoderen. Veelal heeft men personeel moeten ontslaan en is er ook materieel verkocht. Naar

onze mening tekent dat zich af in de sterke daling van het aantal vergunningen voor nieuwbouwwoningen.

Woningcorporaties, traditioneel de belangrijkste opdrachtgevers voor nieuwe huurwoningen, zijn door de

nieuwe Woningwet (juli 2015) beperkt in hun bijdrage aan de nieuwbouw. Ze richten zich meer exclusief op

woningen in het gereguleerde segment. Gemeentes springen nog slechts beperkt in het gat dat corporaties

laten liggen, bijvoorbeeld door de bouw van nieuwe middeldure huurwoningen te stimuleren. Belangrijke

reden is de prijs die gemeentes in rekening kunnen brengen bij gronduitgifte voor huurwoningen; deze is

gemiddeld 5 tot 20%1 lager dan bij gronduitgifte voor koopwoningen, waarmee het verdienpotentieel minder

aantrekkelijk is

• Gelet op de forse stijging in de orderportefeuille (pag. 15) zal het groeitempo in de utiliteitsbouwproductie dit

jaar versnellen. Economische groei stimuleert in eerste instantie de vraag naar nieuwe bedrijfsruimtes en

logistiek vastgoed. Het nog altijd forse overaanbod van kantoren en retailpanden drukt de investeringen in

nieuwbouw, hoewel op zogenaamde A - locaties (buitenlandse) investeerders nog steeds interesse hebben om

te beleggen in hoogwaardige panden als alternatief voor slecht renderende staatsobligaties. Groei van de

renovatieproductie zet ook door, geholpen door wetgeving gericht op de verduurzaming van vastgoed en

behoefte van vastgoedbeleggers aan meer toekomstbestendig en energiezuinig vastgoed

• Het beeld voor infra uit 2015 zet zich grotendeels door in 2016. De Rijksoverheid en de gemeentes kampen

nog met de impact van eerdere bezuinigingen. Tegelijkertijd zorgen forse groei in de woningnieuwbouw en de

aantrekkende economische bedrijvigheid tot meer investeringen in wijkinfrastructuur en investeringen door

nutsbedrijven, vervoersbedrijven en de industrie

Groei bouwproductie drijft sterk op woningnieuwbouw en zakt terug naar een aanzienlijk lager niveau in komende jaren

Bron: Rabobank, 2016

Verwachtingen Bouwproductie (% j-o-j) Effecten stormachtige groei woningbouw vlakken af in komende jaren

Noot (1): Gebaseerd op onderzoek STEC groep, ‘Gemeentebenchmark vrije sector huur’, 2016

2015 2016(e) 2017(e)

Woningbouw 23.0 7.0 6.0

Nieuwbouw 26.0 11.0 8.0

Renovatie 20.0 1.5 2.0

Utiliteitsbouw 2.5 3.5 3.0

Nieuwbouw 1.5 3.5 3.0

Renovatie 4.0 3.0 3.0

Infrabouw 3.0 3.0 3.0

Nieuwbouw & reparatie

3.0 3.5 3.5

Onderhoud 2.5 2.0 2.0

Externeonderaanneming

7.0 3.0 3.5

Onderhoud gebouwen

4,0 1.5 2.0

Totaal 8.0 4.0 3.5

Page 11: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

11

Leidende indicatoren bouwklimaat: herstel nog kwetsbaar door afhankelijkheid woningbouw, fundament utiliteitsbouw nog zwak

Bron: CBS, EIB, o.b.v. meest recente beschikbare cijfers, bewerking Rabobank

Bruto investeringen

(4-kwartaalsvoortschrijdend gemiddelde):

Woningen +28.2% j-o-j

(1Q16)

Gebouwen: -2.6% j-o-j

(1Q16)

Infra: +2.6% j-o-j

(1Q16)

Faillissementen

(verandering in # faillissementen):

Eenmanszaken -25.0% j-o-j

(1H16)

Bedrijven & instellingen: -23.6% j-o-j

(1H16)

Toegevoegde waarde

(4- kwartaalsvoortschrijdend gemiddelde):

+7.4% j-o-j

(1Q16)

Bedrijven met stagnatie OHW

(12 maands voortschrijdend gemiddelde):

Woningbouw: -19.5% j-o-j

(mei 2016)

Utiliteitsbouw: -18.1% j-o-j

(mei 2016)

Infra: -8.2% j-o-j

(mei 2016)

-30

-20

-10

0

10

20

30

40

1Q

07

1Q

08

1Q

09

1Q

10

1Q

11

1Q

12

1Q

13

1Q

14

1Q

15

1Q

16

Woningen Gebouwen

GWW-werken

% volume groei j-o-j

0

20

40

60

80

100

120

140

Jan-0

7

Jan-0

8

Jan-0

9

Jan-1

0

Jan-1

1

Jan-1

2

Jan-1

3

Jan-1

4

Jan-1

5

Jan-1

6

Jan-1

7

Eenmanszaken Bedrijven en instellingen

# faillissementen

-15

-10

-5

0

5

10

15

1Q

07

1Q

08

1Q

09

1Q

10

1Q

11

1Q

12

1Q

13

1Q

14

1Q

15

1Q

16

1Q

17

% toegevoegde waarde groei j-o-j

0

10

20

30

40

50

60

Jan 2

007

Jan 2

008

Jan 2

009

Jan 2

010

Jan 2

011

Jan 2

012

Jan 2

013

Jan 2

014

Jan 2

015

Jan 2

016

Jan 2

017

Stagnatie OHW woningbouwStagnatie OHW utiliteitsbouwStagnatie OHW Infra

% bedrijven met stagnatie

Bruto investeringen in vaste activa Aantal faillissementen Toegevoegde waarde Bouw Voortgang Onderhanden werk

Page 12: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

12

-25

-15

-5

5

15

25

1Q07 1Q08 1Q09 1Q10 1Q11 1Q12 1Q13 1Q14 1Q15 1Q16

1 tot 10 werknemers 10 tot 100 werknemers

100 of meer werknemers

• Gespecialiseerde bouwers zijn te vinden in de

subsectoren bouwinstallatie, afwerking (schilderen,

stukadoren, timmeren), sloopwerkzaamheden en

dakdekken. Deze specialisaties profiteren van de

fors toegenomen vraag in de woningmarkt. Ook bij

de gespecialiseerde bouw profiteren de kleine

bouwers het meest van verbeterd perspectief

• Tussen 2008 en 2014 zijn er 21.000 werknemers

uitgestroomd terwijl er 4.200 eenmanszaken zijn

opgericht1. De forse uitstroom remt de opwaartse

groeipotentie. Voorts zijn gespecialiseerde

aannemers gemiddeld voor 28% van hun omzet

afhankelijk van woningnieuwbouw. De relatieve

afhankelijkheid van onderhoud en renovatie beperkt

op dit moment al te uitbundige groei

• Kleine bedrijven profiteren gemiddeld het sterkst

van de groei. Dat ligt echter anders in de

infrasector. Kleine bedrijven zijn vaak actief in

grondwerk en rioleringswerk welke sterk afhankelijk

zijn van investeringen door gemeentes. Deze

trappen nog op de rem in het kader van bezuinigen

en de herprioritering van het takenpakket

• Middelgrote bedrijven profiteren van de aanleg van

nieuwe wijkinfrastructuur gedreven door herstel in

de woningbouw. Grote bedrijven zijn afhankelijker

van de tenders (wegen) door grote opdrachtgevers

zoals Rijkswaterstaat en daarnaast de private

sector. De omzetontwikkelingen bij private

opdrachtgevers zijn nog niet overal even zonnig (zie

pag. 23)

• De bouw was in 1Q16 de sector met de grootste

groei binnen de Nederlandse economie, met een

omzet die 5,5% hoger was dan in hetzelfde

kwartaal een jaar eerder. Het

ondernemersvertrouwen ligt relatief hoog en

bedrijven verwachten personeelsgroei en denken

tarieven weer te kunnen gaan verhogen

• Het perspectief hangt af van de bedrijfsomvang en

de subsector waarin men actief is. Bedrijven in de

burgerlijke- en utiliteitsbouw profiteren het meest

vanwege de sterke groei in de woningmarkt. Dat

patroon zet de komende anderhalf jaar door, maar

door de capaciteitsreductie tijdens de crisis zullen

grotere bedrijven geremd worden in omzetgroei en

margeherstel vanwege de beperktere

beschikbaarheid van onderaannemers en

toeleveranciers

Perspectief sterk afhankelijk van bedrijfsgrootte en subsector, kleine bedrijven profiteren relatief het sterkst

Bron: CBS, 2016, 4-kwartaals voortschrijdend gemiddeldeBron: CBS, 2016, 4-kwartaals voortschrijdende gemiddeldeBron: CBS, 2016, 4-kwartaals voortschrijdend gemiddelde

Omzetontwikkeling B&U - % j-o-j Omzetontwikkeling spec. bouw - % j-o-jOmzetontwikkeling GWW (infra) - % j-o-j

Noot (1): EIB, “AFNL/NOA onderzoek, de gespecialiseerde aannemer in beeld”

-25

-15

-5

5

15

25

1Q07 1Q08 1Q09 1Q10 1Q11 1Q12 1Q13 1Q14 1Q15 1Q16

1 tot 10 werknemers 10 tot 100 werknemers

100 of meer werknemers

-25

-15

-5

5

15

25

1Q07 1Q08 1Q09 1Q10 1Q11 1Q12 1Q13 1Q14 1Q15 1Q16

1 tot 10 werknemers 10 tot 100 werknemers

100 of meer werknemers

Page 13: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

Ontwikkelingen WoningbouwII

Page 14: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

14

0

50

100

150

200

250

0

20

40

60

80

100

120

Jan-0

0

Jan-0

1

Jan-0

2

Jan-0

3

Jan-0

4

Jan-0

5

Jan-0

6

Jan-0

7

Jan-0

8

Jan-0

9

Jan-1

0

Jan-1

1

Jan-1

2

Jan-1

3

Jan-1

4

Jan-1

5

Jan-1

6

Jan-1

7

X 1.000

Vergunningen koopwoningen (l-as)

Vergunningen huurwoningen (l-as)

Verkochte nieuwbouw woningen (l-as)

Verkochte bestaande woningen (r-as)

X 1.000

Woningbouw: uitdagende nieuwbouwopgave en een groeiend woningtekort op korte termijn bij dalende vergunning afgifte

Bron: Kadaster, NVB Bouw, (*) voortschrijdende 12 maands totalenBron: CBS, ABF-Primos 2016 prognose1, bewerking Rabobank

Bron: JLL, CBS, EIB, bewerking Rabobank

Nederlandse huishoudens & woningvoorraad Verkochte woningen & vergunningen*

Bijdrage transformatie aan woningvoorraad

Versnelling woningbouwproductie is nodig

• De vergrijzingsgolf, individualisering en de

toestroom van statushouders geeft in combinatie

met de lage nieuwbouwproductie in de afgelopen

jaren een flinke uitdaging in de woningnieuwbouw.

Zoals Rabobank in de Construction Update 2H15

verwachtte, zijn er in 2015 bijna 48.000 nieuwe

huur-en koopwoningen opgeleverd. In 2016 en

2017 loopt dit aantal slechts langzaam op richting

de 58.000, mits de negatieve trend in vergunning

uitgifte wordt omgebogen

• De woningbouwproductie wordt geremd door een

afnemende vergunning uitgifte. Orderportefeuilles

bij aannemers lopen vol, maar de menskracht voor

realisatie is steeds moeilijker te organiseren.

Aannemers faseren de aanvraag van vergunningen.

Ook de lessen van de crisis houdt men in stand:

ontwikkelen en bouwen in kleinere serie groottes.

Daarnaast stijgt door de forse vraag naar woningen

niet alleen de prijs van woningen maar ook de

onderliggende grondprijs. Gemeentes zien

financiële kansen in grondverkoop en vergunning

uitgifte, maar geven beperkt gas. Sommigen

temporiseren opportunistisch en het stellen

disproportionele kwaliteitseisen aan

ontwikkelplannen. Tenslotte ontbreekt het ze door

eerdere bezuinigingen ook nog aan capaciteit voor

het vormgeven van plannen

• Op langere termijn gaan we uit van een structurele

behoefte van 55 tot 60 duizend nieuwe woningen

per jaar. De rol van transformatie om in deze

behoefte te voorzien zal op korte termijn moeten

toenemen. Omdat tot 2020 de migratiestromen

aanzienlijk blijven, stijgt het woningtekort en

daarmee de bouwopgave. De realisatie van 70.000

tot 80.000 woningen per jaar is nodig om het

woningtekort enigszins acceptabel te houden

Nieuwbouw en sloop in Nederland (#)

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

0

5

10

15

20

25

1970

1975

1980

1985

1990

1995

2000

2005

2010

2015

Th

ou

san

ds

Th

ou

san

ds

Nieuwe woningen (r-as) Gesloopte woningen (l-as)

Bron: CBS, Rabobank, 2016

X 1.000 X 1.000

Noot (1): ABF houdt bij de berekening van het woningtekort rekening met personen die willen toetreden op de woningmarkt/zelfstandige woonruimte zoeken. Dit zijn o.a. woonstarters en migranten. Het woningtekort is hiermee niet gelijk aan het verschil tussen de woningvoorraad en het aantal huishoudens in Nederland

55%18%

27%

WoningenHotelsOverig

~ Toevoeging ~13.200 woningen (bij gem. opp. 100 m2)

Maximale toevoeging voorraad door transformaties

kantoor/winkel/verzorgings-tehuis volgens EIB is 50.000

woningen

2.4 mln. m2 kantoor-transformaties in

2011-2015:

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

6.800.000

7.200.000

7.600.000

8.000.000

8.400.000

8.800.000

2015

2020E

2025E

2030E

2035E

2040E

2045E

2050E

Huishoudens - 2016 prognose (l-as)

Woningvoorraad - 2016 prognose (l-as)

Woningtekort (r-as)

Page 15: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

15

Nederland is opgedeeld in

40 COROP regio’s, in 1Q16

was er slechts in 10 van

deze regio’s sprake van

stabilisatie of groei (j-o-j)

van de vergunning afgifte

(gemarkeerd met een

oranje stip):

• Agglomeratie Den Haag

• Flevoland

• Midden- Noord Brabant

• Zuid-Limburg

• Noord-Overijssel

• Midden-Limburg

• Delft en Westland

• Zuid West Friesland

• Noord-Drenthe

• Oost Groningen

Deze regio’s zijn samen

goed voor 33% van het

totaal aantal afgegeven

vergunningen in 1Q16.

Van het totale aantal

vergunningen in deze

regio’s is gemiddeld 25%

aangevraagd door

corporaties.

Daling vergunning afgifte: grote regionale verschillen, corporaties houden zich relatief goed staande, koopwoning blijft sterk dominant

Bron: CBS, bewerking Rabobank, 2016

Vergunning afgifte nieuwbouwwoningen 1Q16

( = indicatie omvang in aantallen)

In 1Q16 bestond de top 10

met de sterkste daling (j-o-

j) in vergunning afgifte uit

de volgende regio’s

(gemarkeerd met een

groene stip):

• Noordoost-Noord-

Brabant

• Veluwe

• Kop van Noord-Holland

• Alkmaar en omgeving

• Zuidwest-Overijssel

• Zaanstreek

• IJmond

• Zuidwest-Drenthe

• Zeeuws-Vlaanderen

• Zuidoost-Drenthe

Deze regio’s zijn samen

goed voor 12% van het

totaal aantal afgegeven

vergunningen in 1Q16.

Van het totale aantal

vergunningen in deze

regio’s is gemiddeld 10%

aangevraagd door

corporaties.

Regio Utrecht: hoogste aantal vergunningen uitgegeven in

1Q16: 830

In heel Nederland werden in 1Q16 37% minder

vergunningen uitgegeven dan in 1Q15

Van alle vergunningen die in 1Q16 zijn uitgegeven (9.755) bestaat ruim

68% uit vergunningen voor koopwoningen (1Q15: 71%)

Regio Zuid-Oost Drenthe: laagste aantal uitgegeven vergunningen in 1Q16: 5

Het aantal vergunningen afgegeven voor

koopwoningen daalde iets harder (-39%) dan dat voor

huurwoningen (-31%)

Agglomeratie Den Haag: de koploper in afgegeven vergunningen

voor huurwoningen in 1Q16: 488 (59% van totaal aantal

vergunningen)

In totaal zijn er in 1Q16 1.841 (-/-17% j-o-j) vergunningen aan corporaties afgegeven

waarvan 1.537 voor huurwoningen (=kerndomein). De daling van het aantal

vergunningen voor huurwoningen is hiermee relatief beperkt met 10%

Bouwers voor de markt en particulieren hebben ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder in 1Q16 bijna 45% minder vergunningen voor huurwoningen aangevraagd. In totaal hebben zij in 1Q16 ruim 40%

minder vergunningen aangevraagd

Page 16: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

16

85

90

95

100

105

110

115

Jan-0

8

Jan-0

9

Jan-1

0

Jan-1

1

Jan-1

2

Jan-1

3

Jan-1

4

Jan-1

5

Jan-1

6

Jan-1

7

Input prijs totaal Output prijs (incl. BTW)

Input prijs materiaal Input prijs lonen

0

2

4

6

8

10

12

0

50

100

150

200

250

300

Jan-0

7

Jan-0

8

Jan-0

9

Jan-1

0

Jan-1

1

Jan-1

2

Jan-1

3

Jan-1

4

Jan-1

5

Jan-1

6

Jan-1

7

EUR mld

Th

ou

san

ds

Index

Index kosten architectenorders (l-as)

Kosten ontvangen woningbouworders bouwbedrijven* (r-as)

4

6

8

10

Jan 2

000

Jan 2

001

Jan 2

002

Jan 2

003

Jan 2

004

Jan 2

005

Jan 2

006

Jan 2

007

Jan 2

008

Jan 2

009

Jan 2

010

Jan 2

011

Jan 2

012

Jan 2

013

Jan 2

014

Jan 2

015

Jan 2

016

Jan 2

017

Woningbouw: groeitempo mogelijk afgeremd door beperkte capaciteit, prijsdruk nieuwbouw onverminderd hoog

Bron: CBS, Rabobank, 2016, index 2010=100Bron: CBS, Rabobank 2016, index 2010=100, (*) 12 maands totaalBron: EIB , 2016

Orderportefeuille (in maanden) Input & output prijzen nieuwbouwwoningenKosten orders (architecten & aannemers)

Vraag naar nieuwe woningen stuwt orders

• De orderportefeuille is in mei 2016 opgelopen tot

9,3 maanden waarmee het pre-crisis niveau in zicht

is. Er is sterke support voor de orderportefeuille

vanuit de woningnieuwbouw van koopwoningen,

gestimuleerd door de aanhoudend lage

hypotheekrente, de aantrekkende koopkracht en

een dalende werkloosheid1. De productie van

nieuwe huurwoningen wordt ook dit jaar afgeremd

door beperkingen bij corporaties en gemeenten

• Er is door de markt geanticipeerd op de afschaffing

van het lage btw tarief voor renovaties. Dit jaar

groeit de renovatieproductie slechts bescheiden. Op

langere termijn krijgen renovaties een boost door

het energieneutraal maken van de woningvoorraad.

Geholpen door de Energieprestatievergoeding (EPV)

gaan woningcorporaties aan kop in verduurzaming

Kosten orders: tweezijdige boodschap

• De kosten van architectenorders bewegen zich in

een stijgende lijn met een toename van 24% j-o-j

in december 2015. De positieve impuls komt met

name uit opdrachten voor renovaties, verbouwingen

en transformaties. Nog altijd is de omzet in de

architectenbranche maar half zo groot als in 2008

toen nieuwbouwopdrachten domineerden

• Na de sterk opwaartse trend in de kosten van

ontvangen woningbouworders bij bouwbedrijven

lijkt er eind 2015 een kentering gekomen. Kosten

van ontvangen orders geven een indicatie voor de

te verwachten bouwproductie. Nu de

kostenontwikkeling van ontvangen orders

stagneert, wijst dat o.a. in de richting van

capaciteitsproblemen bij het realiseren van

nieuwbouw en is het in lijn met de daling in de

uitgegeven vergunningen (zie vorige pagina)

Kostprijsbeheersing toenemende uitdaging

• De inputprijzen en outputprijzen voor nieuwe

woningen zijn verder uiteen gaan lopen. Dit zegt

nog niets over de absolute niveaus van lonen,

materiaalkosten en het gereed product, maar het

geeft aan dat druk op de kostprijs verder is

toegenomen. In de outputprijs zijn ook opslagen

voor algemene kosten, winst en risico opgenomen.

Gelet op de marktontwikkelingen en de relatieve

schaarste die in sommige woningregio’s alweer

dreigt te ontstaan, verwachten we de dat de daling

van de outputprijs in 1H16 tot staan wordt gebracht

• Ondertussen zet de bouwsector stevig in op

fabrieksmatige productie en nieuwe

woningbouwconcepten waarbij door opschaling

kostenvoordelen worden gezocht. Dit vraagt

doorgaans wel om actieve betrokkenheid van o.a.

beleggers die grote oplages van dergelijke

conceptwoningen willen afnemen

Noot (1): Zie ook het Rabo Kwartaalbericht Woningmarkt van 11 mei 2016

Page 17: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

17

0

100

200

300

400

500

600

700

800 Label G

Label F

Label E

Label D

Label C

Label B

Label A

x 1.000• Woningen die vandaag worden gebouwd zijn per

definitie zeer energiezuinig. Dat komt door

verplichtend Europees beleid wat inzet op (bijna)

energieneutrale nieuwbouw per eind 2020, waarbij

de energieprestatie (EPC) op 0 uitkomt. Door te

sturen op een reductie van de energiebehoefte

(verwarming, koeling, ventilatie), een vermindering

van het energieverbruik door installaties en het

vergroten van het aandeel hernieuwbare energie

(PV, WKO) is er een enorme beweging zichtbaar in

het ontwikkelen van duurzame woningconcepten

• Er wordt jaarlijks nog geen 1% aan de

woningvoorraad toegevoegd door middel van

nieuwbouw, wat het belang van verduurzaming door

onderhoud en renovatie in de bestaande voorraad

onderstreept. Naar schatting van RVO heeft op dit

moment slechts 56% van de woningvoorraad een

‘hoge’ energetische kwaliteit met een C label of

hoger. Bovendien zegt een label onvoldoende over

het daadwerkelijke, hogere energieverbruik

• De toekomstige uitdaging ligt niet in het aanpakken

van individuele woningen, maar juist in het

geïntegreerd benaderen van het energievraagstuk.

De EPV1, die corporaties faciliteert in

verduurzaming, mikt op duurzame

energieopwekking op of in de woning. Koppelingen

met ontwikkelingen als elektrische mobiliteit, de

energietransitie en smart grids zijn daarmee

onvoldoende in scope. Naar onze mening komen

slimme wijk- of gebiedsoplossingen hierdoor nog

onvoldoende van de grond, maar lijken kansrijk

Energetische kwaliteit voorraad zorgt voor uitdaging renovaties en woningonderhoud, koppeling met energietransitie een kans

Bron: ABF, PBL, RVO, bewerking Rabo, peildatum is 2015Bron: ABF, PBL, RVO, bewerking Rabo (*) hoge kwaliteit: label C of hoger

Bron: ABF, PBL, RVO, bewerking Rabo, peildatum is 2015

Energietransitie kans voor wijkoplossingen Woningen met energielabel - woningtypeWoningvoorraad naar sector en kwaliteit

Woningvoorraad met label indeling

Noot (1): EPV: Energie Prestatie Vergoeding > een maandelijkse vergoeding die aan de huurder in rekening gebracht mag worden als de woning dusdanig is uitgerust dat met de aanwezige energielevering en de aangebrachte energiebesparende voorzieningen de woning een zogenoemde Nul-Op-de-Meter(NOM) woning is. De EPV wordt als (nieuw) onderdeel in rekening gebracht naast de huurprijs en de servicekosten.

39%

61%

Woningvoorraad NL-

labelbezit:

7.278.000

woningen met een label

woningen zonder label

30%

10%60%

Woningvoorraad NL –

Naar sector:

7.278.000

huurwoningen corporaties

huurwoningen particulieren

koopwoningen

32%

7%61%

huurwoningen corporaties

huurwoningen particulieren

koopwoningen

Aandeel woningvoorraad met hoge energetische kwaliteit*:

4.044.220

53%

24%

13%

7%

3%

Woningvoorraad met een label:

2.866.000

Label C of hoger Label D

Label E Label F

Label G

56%21%

14%

7%

2%

Woningen met een label –

toevoegingen in 2015:

313.462

Label C of hoger Label D

Label E Label F

Label G

Page 18: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

Ontwikkelingen UtiliteitsbouwIII

Page 19: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

19

2

4

6

8

10

12

0

50

100

150

200

250

Jan-0

7

Jan-0

8

Jan-0

9

Jan-1

0

Jan-1

1

Jan-1

2

Jan-1

3

Jan-1

4

Jan-1

5

Jan-1

6

Jan-1

7

Index kosten architectenorders (l-as)

Waarde vergunningen utiliteitsbouw (r-as)

4

5

6

7

8

9

Jan 2

000

Jan 2

001

Jan 2

002

Jan 2

003

Jan 2

004

Jan 2

005

Jan 2

006

Jan 2

007

Jan 2

008

Jan 2

009

Jan 2

010

Jan 2

011

Jan 2

012

Jan 2

013

Jan 2

014

Jan 2

015

Jan 2

016

Jan 2

017

0

400

800

1.200

1.600

2.000

2.400

2.800

3.200

3.600

Jan-0

7

Jan-0

8

Jan-0

9

Jan-1

0

Jan-1

1

Jan-1

2

Jan-1

3

Jan-1

4

Jan-1

5

Jan-1

6

Jan-1

7

Noord Nederland Oost Nederland West Nederland Zuid Nederland

Structurele leegstand drukt nieuwbouw, stijging orderportefeuille met kanttekeningen, regionale verschillen nieuwbouw afgenomen

Bron: EIBBron: CBS, index 2010=100, (*) voortschrijdend 12 maands totaal

Forse groei werkvoorraad zegt niet alles Orderportefeuille utiliteitsbouw (maanden)Architecten orders & waarde vergunningen*

Bouwkosten ontvangen nieuwbouw orders per regio – EUR mln*

EUR mld.Index• De orderportefeuille in de utiliteitsbouw heeft in mei

2016 een piekniveau van 9,0 maanden bereikt.

Toch is dit nog geen reden tot euforie onder

utiliteitsbouwers. Met uitzondering van grote steden

als Amsterdam en Utrecht is de kantorenmarkt nog

steeds een huurdersmarkt waar (structurele)

leegstand van bestaand vastgoed een verstorende

rol speelt. Nieuwbouw vindt beperkt plaats op A-

locaties waar Amerikaanse, Duitse en ook

Nederlandse beleggers gretig investeren in deze

objecten

• Ook in andere deelmarkten, zoals retail of

onderwijs, zal nieuwbouw de komende periode

beperkt zijn of zelfs krimpen. Positieve

uitzonderingen (sterk afhankelijk van regio en

locatie) zijn bedrijfsruimtes, logistieke panden,

hotels, datacenters en (semi)publieke gebouwen in

opdracht van de overheid. De trend in de waarde

van vergunningen en de bouwkosten van

ontvangen orders suggereert dat de bouwopgave in

toenemende mate uit renovatiewerk bestaat en dat

de complexiteit van bouwopgaven mogelijk

afneemt. Dit leidt tot lagere bedragen voor

vergunningen en orders

• Op langere termijn zorgt economische groei

langzaam voor verder herstel van de

utiliteitsnieuwbouw. Daarnaast zullen transformatie,

renovatie en revitalisatie van commercieel en

maatschappelijk vastgoed een groeiende bijdrage

leveren aan de bedrijvigheid in de utiliteitsmarkt.

Voor een aanzienlijk deel slaat de transformatie

inspanning echter neer in de

woningnieuwbouwproductieBron: CBS, (*) voortschrijdend 12 maands totaal

Page 20: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

20

0

1

2

3

4

5

6

Jan-0

1

Jan-0

2

Jan-0

3

Jan-0

4

Jan-0

5

Jan-0

6

Jan-0

7

Jan-0

8

Jan-0

9

Jan-1

0

Jan-1

1

Jan-1

2

Jan-1

3

Jan-1

4

Jan-1

5

Jan-1

6

Jan-1

7

Kantoren

Bedrijfshallen met kantoor

Overige gebouwen

EUR mld

0,0

0,2

0,4

0,6

0,8

1,0

1,2

Jan-0

1

Jan-0

2

Jan-0

3

Jan-0

4

Jan-0

5

Jan-0

6

Jan-0

7

Jan-0

8

Jan-0

9

Jan-1

0

Jan-1

1

Jan-1

2

Jan-1

3

Jan-1

4

Jan-1

5

Jan-1

6

Jan-1

7Hallen en LoodsenKassen, schuren en stallenWinkelsScholen

Verwachte groei utiliteitsbouw drijft op transport & logistiek en industrie, rendementsherstel in sector lijkt nog ver weg

Bouwkosten ontvangen orders1 Bouwkosten orders en gereed werk¹Bouwkosten ontvangen orders1

Noot (1): 12 maands som, betrekking hebbend op nieuwbouw en niet-nieuwbouw van gebouwen naar type object

Productieherstel in lage versnelling

• Over het algemeen geven de bouwkosten van

orders een goede indicatie van de te verwachten

bouwproductie. De stijging van de orderportefeuille

lijkt momenteel in tegenspraak met de bouwkosten

van ontvangen orders (nieuwbouw + renovatie)

weergegeven in bovenstaande grafieken

• Met uitzondering van hallen en loodsen (logistieke

sector) laten alle bestemmingen in april 2016 een j-

o-j daling zien in de bouwkosten van ontvangen

orders. Zolang de economische groei nipt enkele

procenten bedraagt zien we met name nieuwbouw

niet sterk aantrekken

• Gelet op de ouderdom van de gebouwenvoorraad in

Nederland (slechts 35% is <20 jaar) verwachten we

dat de onderhoudsproductie een stabiele basis blijft

in de utiliteitsbouwproductie de komende jaren

Bijdrage grote projecten neemt af

• De categorie ‘overig’ zorgt traditioneel voor een

stevige bijdrage aan de utiliteitsbouwproductie. Het

gaat om objecten die niet in andere categorieën

passen zoals hotels, musea, rijksgebouwen etc.

• Rijksvastgoedprojecten die middels PPS contracten

in de markt zijn gezet en grote projecten zoals de

bouw van het Google datacentre in de Eemshaven

zorgden de afgelopen jaren een voor een impuls in

de categorie ‘overig. Voor de komende jaren

verwachten we een minder substantiële bijdrage

van grote overheidsprojecten

• Lagere overheden en de rijksoverheid kampen

bovendien met forse leegstand in hun vastgoedbezit

en temporiseren nieuwe investeringen. Vastgoed

wordt indien mogelijk afgestoten en op beperkte

schaal vindt herontwikkeling plaats

Nog weinig basis voor rendementsherstel

• Rendementsherstel is nog ver weg, gelet op de nog

altijd dalende trend in bovenstaande grafiek en de

veronderstelling daarbij dat opdrachten mogelijk

minder omvangrijk en complex zijn en daarmee een

minder hoge marge genereren

• Tot dusver zijn tot en met april 2016 de cijfers

bekend over de bouwkosten van orders en

gereedgekomen werk. Om voor 2016 op een groei

van de totale utiliteitsbouwproductie uit te komen,

zouden we idealiter in 2Q16 uitbodeming moeten

zien in de bouwkosten van ontvangen orders

• Het is aannemelijk dat op basis van positieve

ontwikkelingen in de markt voor bestaand vastgoed

ook de utiliteitsnieuwbouw weer groeit. De

belangstelling van goed gekapitaliseerde beleggers

is daarbij een bepalende factor

EUR mld

Bron: CBS, bewerking Rabobank, 2016 Bron: CBS, bewerking Rabobank, 2016 Bron: CBS, bewerking Rabobank, 2016

5

7

9

11

13

15

Jan-0

1

Jan-0

2

Jan-0

3

Jan-0

4

Jan-0

5

Jan-0

6

Jan-0

7

Jan-0

8

Jan-0

9

Jan-1

0

Jan-1

1

Jan-1

2

Jan-1

3

Jan-1

4

Jan-1

5

Jan-1

6

Jan-1

7

bouwkosten van ontvangen orders

bouwkosten gereedgekomen werk

EUR mld

Page 21: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

21

0

200

400

600

800

Totaal Overige sectoren Dienstensector

Landbouwsector Huishoudens

• De gebouwde omgeving (woningen en gebouwen) is

goed voor een derde van het totale energieverbruik

in Nederland en dat onderstreept de relevantie van

verduurzaming door de inzet van hernieuwbare

energie (PV, WKO i.c.m. warmtepomp). Daarnaast is

de meest duurzame energie de niet gebruikte

energie en dat is een duidelijke business case t.a.v.

energiebesparing

• Momenteel is slechts 30% van het opgestelde PV

vermogen afkomstig van het bedrijfsleven, maar de

wet Milieubeheer1 en Europese normen zullen

eigenaren van utiliteitsgebouwen uitdagen te

investeren in energiebesparing en duurzame

opwekking. In de utiliteitsbouw liggen er kansen om

leegstand en verduurzaming gelijktijdig aan te

pakken. Leegstand in combinatie met de

ontwikkelingen in online retail, het nieuwe werken

en nieuwe technologie (Big Data, IoT) dagen uit tot

aanpassing van de gebouwenvoorraad. Op locaties

waar een renovaties of transformaties de regionale

economie versterken, zal gekeken worden naar

state-of-the-art upgrades, gericht op duurzaamheid

en adaptief vermogen

• Duurzame en adaptieve gebouwen worden de spil

van toekomstige smart cities. Door de

energieleverende functie ontstaat er een relatie met

slimme (elektrische) mobiliteit en de energie

infrastructuur. Dat geeft een impuls richting nieuwe

verdienmodellen waarbij de duurzame

gebruikswaarde van een gebouw en het vermogen

om kasstromen (besparingen) te realiseren centraal

staat

0

2

4

6

8

10

12

14

16

Kantoren Bedrijfsruimtes (industrie) Winkels Maatschappelijk vastgoed Woningen

Verduurzaming en reductie leegstand belangrijke opgaves voor de toekomst en dagen uit tot nieuwe verdienmodellen

Bron: CBS, bewerking Rabobank, 2016Bron: CBS, bewerking Rabobank, 2016

Bron: CBS, onderzoek leegstand, bewerking Rabobank 2016, (*) het gaat hier om administratieve leegstand wat niet hetzelfde is als feitelijke

leegstand; het is een benadering van de daadwerkelijke gebruiksstatus van verblijfsobjecten

Duurzaam & adaptief: gouden combinatie Opgesteld vermogen PV (megawatt)Opgestelde warmtepompen (x 1.000)

Leegstand per provincie en naar type object (m2 x 1.000.000)* - per 1 januari 2014

Noot (1): De Wet Milieubeheer bepaalt dat bedrijven energiebesparende maatregelen moeten treffen als die binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend. Gemeenten dienen dat bij de verlening van vergunningen als voorwaarde te stellen. Na jarenlange relatieve coulance door gemeentes wordt er nu meer ingezet op handhaving en naleving van de wet

0

20

40

60

80

100

120

140

Woningbouw Utiliteitsbouw

Page 22: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

Ontwikkelingen InfrabouwIV

Page 23: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

23

• In de periode 2010-2028 wordt er EUR 26 mld

bezuinigd op infrastructuur vanuit de Rijksoverheid.

Daarvan slaat EUR 12 mld neer in het

Infrastructuurfonds waarvan uit een groot deel van

de projecten in het MIRT wordt gefinancierd. Het

kabinet heeft het MIRT, dat tot 2028 loopt, met 2

jaar verlengd. Dit maakt EUR 10 miljard vrij, maar

het bedrag stroomt vooral naar onderhoud en

herstel. De geboden ruimte is beperkt inzetbaar

voor nieuwe projecten

• Het beschikbare MIRT budget groeit vanaf 2017

weer voorzichtig, maar deze groei slaat vooral neer

in uitgaven voor wegen. Uitgaven voor Spoorwegen

nemen af en het Deltafonds krimpt per saldo ook.

Binnen het Deltafonds hebben de uitgaven voor

Waterveiligheid (twee derde van het totale budget)

het meest te lijden

• Vanwege o.a. hoge uitvoeringseisen aan het

spoorwerk en een tekort aan inzetbare expertise bij

spoorbeheerder ProRail is in 2015 meer dan EUR

100 mln niet ingezet voor onderhoud en

vervanging. Voor 2016 en 2017 gaat het om EUR

250 mln. Op langere termijn is er echter een tekort

voor de uitgaven op het spoor

• De aantrekkende woningbouw is gedeeltelijk een

aanjager voor nieuwe gemeentelijke infrastructuur,

maar onderhoud staat door eerdere bezuinigingen

nog onder druk. Private opdrachtgevers zullen een

belangrijke bijdrage moeten leveren aan de

infranieuwbouw. De langjarige omzetontwikkeling

bij private opdrachtgevers (indicatie voor

investeringen), laat echter een wisselend beeld zien

Beperkte investeringsruimte overheid en onderbesteding budget, woningbouw en private sector moeten groei infrabouw stimuleren

Bron: EIB, bewerking Rabobank Bron: EIB, MIRT 2016, bewerking Rabobank

Bron: CBS, bewerking Rabobank, (*) kwartaal voortschrijdend gemiddelde

Per saldo bescheiden groei komende jarenBeschikbare budget infra – MIRT1 (EUR mld)Orderportefeuille Infrabouw (maanden)

Omzetontwikkeling private opdrachtgevers (index 2010=100)*

Noot (1): MIRT staat voor Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport en omvat en het is een overzicht van gezamenlijke projecten van samenwerkende overheden. De projecten in het MIRT worden deels of helemaal gefinancierd door de Rijksoverheid

3

4

5

6

7

8

Jan 2

000

Jan 2

001

Jan 2

002

Jan 2

003

Jan 2

004

Jan 2

005

Jan 2

006

Jan 2

007

Jan 2

008

Jan 2

009

Jan 2

010

Jan 2

011

Jan 2

012

Jan 2

013

Jan 2

014

Jan 2

015

Jan 2

016

Jan 2

017

Wegen Grond-en waterwerken

0

1

2

3

4

5

6

7

8

2014 2015 2016E 2017E 2018E 2019E 2020E

Hoofdwegennet Spoorwegen Hoofdvaarwegennet

Regionale infra Megaprojecten Deltafonds

70

80

90

100

110

120

130

1Q

07

1Q

08

1Q

09

1Q

10

1Q

11

1Q

12

1Q

13

1Q

14

1Q

15

1Q

16

1Q

17

Telecom Energiebedrijven Waterleidingbedrijven

Dienstverleners landvervoer Dienstverleners scheepvaart Dienstverleners luchtvaart

Laad-, los- en overslagbedrijven

Page 24: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

24

• Nederland is een van de voorlopers als het gaat om

Publiek Private samenwerking (PPS) t.b.v.

infrastructuur. Uit een recente (pre-BREXIT) studie

van Arcadis blijkt dat Nederland onder private

investeerders en institutionele beleggers behoorlijk

populair is als het gaat om het investeren in

(nieuwe) infrastructuur middels PPS. Nederland

bekleedt de tiende plek wereldwijd, welke ze te

danken heeft aan een stabiel juridisch systeem en

een constante stroom van nieuwe, grote projecten

• Nederlandse bouwers plukken nog maar beperkt de

vruchten van hun deelname in langjarige PPS

projecten. Het succes bij geïntegreerde

contractvormen is sterk afhankelijk van

risicomanagement vaardigheden van de bouwers.

De mate waarin men in staat is specifieke risico’s te

dragen ten aanzien van niet-bouwtechnische zaken

(bijvoorbeeld omgevingsmanagement) bepaalt sterk

het rendement. Rabobank is van mening dat er bij

veel projecten leergeld is betaald en in sommige

gevallen heeft dit zelfs geleid tot druk op de

continuïteit van aannemers

• In Europees perspectief is er zowel vanuit EIB1,

private investeerders als institutionele beleggers

ruim voldoende kapitaal voorhanden voor de

financiering van infraprojecten. De waarde van PPS

projecten en het aantal projecten is in 2015 echter

gedaald. Dit duidt mogelijk op een gebrek aan

goede investeringsproposities in termen van risico-

rendement afwegingen, moeilijk in te schatten

risico’s (vergunning afgifte, verkeersintensiteit) en

hoge transactiekosten (wetgeving, gebrek aan

standaardisatie documentatie)

Nederlandse PPS markt heeft groeipotentie, maar bouwinfrasector lijkt er qua rendement nog niet veel wijzer van te worden

Bron: Rijkswaterstaat, PPS Netwerk, bewerking RabobankBron: Arcadis, Global Infrastructure investment index 2016

Bron: EPEC, Rabobank, 2016

Risicomanagement uitdaging voor bouwers Nieuwe PPS Infra projecten in NL (EUR mln)Attractiviteit infra voor private investeerders

Omvang Europese PPS markt (EU 28) en aantal projecten (EUR mld)

Noot (1): EIB staat voor Europese Investeringsbank. De EIB is een belangrijke aanjager voor investeringen in Europese infrastructuur

Projectnaam Omvang

A10 Zuidas Amsterdam/verbreding wegen 1.900

A13/A16/A20 Rotterdam 1.500

Blankenburgtunnel 1.100

Via15 Bereikbaarheid Arnhem-Nijmegen 840

Renovatie Afsluitdijk 800

A7 Zuidelijke Ringweg Groningen 388

N18 Varsseveld Enschede 300

A28/A1 Knooppunt Hoevelaken 400

SAA4 (Schiphol Amsterdam Almere) 200

N33 Appingedam Zuidbroek 100

10 1 0 1

3

8

5

20

10

1513

17 17 17

27 27

30

24

16

18 18

12

16

19

16

0

20

40

60

80

100

120

140

160

0

5

10

15

20

25

30

1990

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

EUR mld

Waarde van projecten (l-as) Aantal projecten (r-as)

# projecten

LandPositie2016

Positie2012

TrendKorte

termijn risico’s

Noorwegen 6 6 = Hoog

Zweden 7 5 -/- Laag

VK 9 13 +/+ Laag

Nederland 10 9 = Laag

Duitsland 13 14 +/+ Laag

Oostenrijk 14 15 +/+ Laag

België 18 19 = Laag

Frankrijk 19 17 -/- Midden

Spanje 24 22 -/- Laag

Polen 29 29 = Laag

Page 25: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

25

0

20

40

60

80

100

120

140

Benzine Hybride Plug-in hybride Electrisch

Gram CO2 per kilometer

Huidige EU norm

EU Norm 2021

EU Norm 2050

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

2010 2050

Lopen en fiets Openbaar vervoer Auto Vliegtuig

-/- 15%

• Toenemende urbanisatie vergroot de relevantie van

duurzaamheid en CO2 reductie. Veel potentieel ligt

er in schonere automobiliteit, bijvoorbeeld door de

opmars van elektrisch rijden. Daarbij is het wel

relevant dat er gekeken wordt naar de totale CO2

output van opwekking van elektriciteit (duurzame

bron?) tot en met de uiteindelijke batterij in de auto

• Infrastructuur moet onderdeel worden van de

laadinfrastructuur. In het VK lopen proeven met

kabels en elektromagnetische velden onder wegen

die auto’s kunnen opladen. In het kader van de

energietransitie kunnen auto’s hun energie ook

gaan terugleveren aan het net, waarbij de koppeling

van de weg- en oplaadinfrastructuur aan smart-

grids relevant is

• Er zijn nog veel vraagtekens bij het technisch

faciliteren van elektrische auto's op het toekomstige

wegennet. Dat stelt de grootschalige aanleg van

nieuwe asfaltwegen in een kritisch licht. Rabobank

ziet het aantal elektrische auto’s snel toenemen

door dalende prijzen van batterijen en daarmee een

stijgende actieradius2

• Voortschrijdende technologie stimuleert elektrisch

rijden, maar geeft ook uitdagingen op het gebied

van oplaadinfrastructuur, energietransitie en de rol

van data services bij bijv. autonoom rijden.

Infrastructuur moet meer flexibel en demontabel

worden om veranderingen te faciliteren. Het is

daarom van belang dat wegen ook van andere

materialen dan asfaltgranulaat en bitumen gaan

worden gemaakt

• De forse groei van het autoverkeer lijkt eindig nu de

gemiddelde snelheid (45 km/u) al sinds 2000 niet

meer toeneemt. Vliegen neemt het stokje over van

de auto, omdat de gemiddelde snelheid

(=tijdswinst) daar nog wel toeneemt. Vliegen wordt

steeds gewoner voor zakelijke als privé doeleinden

en daardoor wordt de verplaatsingsafstand ook

langer (km per persoon per dag)

• De consequenties van de afnemende groei van het

autoverkeer zijn logischerwijs minder investeringen

in nieuwe infrastructuur en meer in onderhoud en

vervanging. Daarmee is de fileproblematiek op korte

termijn echter niet opgelost. Volgens o.a. PBL en

CPB zorgt nieuw asfalt bovendien voor een extra

verkeerstoestroom1

Urbanisatie, nieuwe technologie en noodzaak tot duurzamere mobiliteit dagen uit tot minder asfalt en slimmere infrastructuur

Bron: Bleijenberg, Nat. Energieverkenning, bewerking Rabobank, 2016Bron: CBS, bewerking Rabobank, 2016Bron: Bleijenberg, bewerking Rabobank, 2016

Prognose mobiliteit in 2050 (km p.p.p.dag) CO2 uitstoot naar autotype in 2020Aantal (elektrische) personenauto’s

Afnemende groei automobiliteit verwacht Infrastructuur onderdeel energievraagstukElektrisch rijden dicteert flexibiliteit wegdek

Noot (1): Kansrijk Mobiliteitsbeleid, studie CPB en PBL, mei 2016Noot (2): Zie het recent verschenen Rabobank rapport ‘De elektrische auto, a convenient truth’

0

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

140.000

160.000

5.500.000

6.000.000

6.500.000

7.000.000

7.500.000

8.000.000

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Aantal personenauto's NL

Aantal electrische auto's NL

Page 26: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

Bouwbedrijven in cijfersV

Page 27: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

27

-12,5

-10,0

-7,5

-5,0

-2,5

0,0

2,5

5,0

7,5

TBI

Van G

eld

er

Dura

Verm

eer

Mourik

KVW

S

BAM

Str

ukto

n

Heijm

ans

Janssen d

e J

ong

Ballast

Nedam

Van W

ijnen

Brihold

Hurk

s G

roep

ASVB

A.

Hakpark

2005 2010 2015

• De financiële positie van veel bouwbedrijven heeft de afgelopen jaren onder

druk gestaan. Kijken we naar de netto schuld/liquiditeit in relatie tot de

EBITDA bij de 15 grootste bouwers in Nederland, dan hebben slechts 6

bedrijven 2015 kunnen afsluiten met een netto liquiditeitspositie. Daarvan is

er bij 5 bedrijven ook sprake geweest van netto liquiditeitspositie de voorbije

tien jaar. Gelet op de gemiddeld mindere resultaten (EBITDA) tussen 2010 en

2015, heeft er veel druk gestaan op het verminderen van de schuldpositie.

• Bij het verbeteren van de netto schuld/liquiditeitspositie staat het sterker

sturen op werkkapitaal nog steeds op nummer 1. Er is de afgelopen jaren met

wisselend succes geprobeerd om grondposities en bedrijfsonderdelen te

verkopen om liquiditeit te genereren. Het valt op dat veel bedrijven moeite

hebben met het organiseren van werkkapitaalbewustzijn in de operatie. Er zijn

grote verbeterslagen gemaakt t.a.v. actuele inzichten en strakkere

beheersmaatregelen bij de financiële discipline. Bewustzijn bij medewerkers in

de uitvoering dat de wijze van werken en het tempo bepalend zijn voor een

volgende ‘cash’ trigger (bijv. facturatie) kan nog beter

• De ontwikkeling in het werkkapitaal is een belangrijke maatstaf om de

financiële gezondheid van een bouwbedrijf te toetsen, naast uiteraard de

kasstroom. De netto operationele kasstroom in verhouding tot de netto omzet

geeft een indicatie in hoeverre er liquiditeit wordt gegeneerd door de

bedrijfsactiviteiten. Een percentage dat in de tijd steeds lager wordt stelt

vraagtekens bij de positionering t.o.v. concurrentie. Een sterk fluctuerend

percentage dat naar negatieve en positieve waarden beweegt kan duiden op

een eenzijdige afhankelijkheid van een conjunctuurgevoelige eindmarkt

• Met breder marktherstel komt ook verdere verbetering van de

schuld/liquiditeitspositie in zicht en daarmee margeverbetering Rabobank is

van mening dat bouwbedrijven niet alleen moeten focussen op financiële

efficiency maar ook versneld moeten investeren in vernieuwing van het

businessmodel om een basis te leggen voor gezonde kasstromen en marges

op de lange termijn. Onder invloed van nieuwe technologie (zie ook pag. 29)

en klanten die steeds meer eisen stellen is het relevant om de organisatie

wendbaarder te maken om met nieuwe producten en diensten te komen

Vermindering schuldpositie en realiseren betere operationele liquiditeitspositie nog steeds een prioriteit

Bron: jaarverslagen, Rabobank

Bron: jaarverslagen, bewerking Rabobank

Netto schuld in verhouding tot EBITDA1

Netto operationele kasstroom in verhouding tot netto-omzet (%)

Schuldreductie met name ingezet door werkkapitaalverbetering

Noot (1): heeft betrekking op gerapporteerde EBITDA, bedrijven met een negatieve verhouding in de grafiek hebben een netto cash positie, een aantal grote (beursgenoteerde) spelers rapporteert de cijfers volgens IFRS waardoor de cijfers niet volledig vergelijkbaar zijn. De netto-schuld verhouding is niet gecorrigeerd voor non-recourse (PPS) schulden

-16%

-12%

-8%

-4%

0%

4%

8%

12%

16%

KVW

S

Janssen d

e J

ong

Van W

ijnen

TBI

Mourik

Dura

Verm

eer

Van G

eld

er

Str

ukto

n

BAM

Heijm

ans

Ballast

Nedam

ASVB

A.

Hakpark

Hurk

s G

roep

Brihold

2005 2010 2015

Page 28: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

28

Diversificatie beperkt tot verbreding binnen keten, branchevreemde activiteiten nauwelijks bepalend voor winstgevendheid

Diversificatie: een nog nauwelijks benutte route onder Top 15

Bron: jaarverslagen, bewerking Rabobank, (*) omvang bol = gemiddelde netto omzet 2010-2015, Bouwbedrijven: BAM, KVWS, Heijmans, Strukton, TBI, Ballast Nedam, Dura Vermeer, Van Wijnen, A. Hakpark, Joh. Mourik & Co. Holding, Brihold, ASVB, Van Gelder, Janssen de Jong, Hurks Groep. De EBITDA marge in de grafiek is een weergave van de gemiddelde marge tussen 2010-2015, NB: voor A. Hakpark, Brihold en Hurks zijn de cijfers 2015 nog niet gedeponeerd. De niet-bouwomzet/totale netto omzet is ook een gemiddelde over de periode 2010-2015

• Onder druk van de crisis en druk op de omzet en marges zijn veel grote

bouwbedrijven in Europa de afgelopen jaren uitgeweken naar dienstverlening

die zich buiten het domein bouw bevindt. Dit zijn bijvoorbeeld activiteiten op

het gebied van engineering, offshore services, industriële services, energie

infrastructuur en telecom

• In Nederland is diversificatie de afgelopen jaren relatief beperkt gebleven.

Kijken we naar de verhouding niet-bouwomzet/totale netto omzet dan

realiseerden de 15 grootste Nederlandse bouwbedrijven tussen 2010 en 2015

slechts gemiddeld 6,2% van hun inkomsten in ‘alternatieve’ sectoren. Er zijn

wel grote individuele verschillen. Zo haalt infra- en industriebouwer Mourik

meer dan een derde van zijn omzet uit industriële services voor de (petro)-

chemie terwijl bij allrounder Dura Vermeer slechts enkele procenten van de

omzet afkomstig is uit niet-bouw activiteiten

• De grafiek laat zien dat een hogere winstgevendheid van de grotere bouwers

niet direct verband houdt met een hoger aandeel niet-bouwomzet. Zo heeft

Ten Brinke Groep een EBITDA marge van meer dan 10% en is ze uitsluitend

actief in de woningbouw en utiliteitsbouw (incl. projectontwikkeling). Binnen

deze subsectoren is gezocht naar verbreding van het activiteitenpalet (bijv.

assetmanagement)

• Wanneer we kijken naar de afgelopen 5 jaar dan lijkt diversificatie nauwelijks

te zijn toegenomen. In de honger naar werk zijn dikwijls projecten

aangenomen met een hoog risicoprofiel. Door gebrekkig projectmanagement

en het (te) laat onderkennen van risico’s & financiële gevolgen hebben veel

bouwers hun handen vol aan het repareren van magere resultaten.

Diversificatie is dan geen logische stap en vraagt op zo’n moment om extra

investeringen (bijv. overnames) en extra managementaandacht, in het

bijzonder op het gebied van de financiële discipline

• Nu er voorzichtig uitzicht is op breder margeherstel in de sector, zien we dat

bouwbedrijven weer op zoek gaan naar verbreding van hun propositie met

complementaire services. Nieuwe contractvormen dagen de sector uit om

klanten te ontzorgen tijdens de gehele levenscyclus van een bouwwerk. Dat

stuwt onder andere de vraag naar over te nemen onderhoudsbedrijven

NL Top 15 bouwbedrijven* – netto omzet, marge en diversificatie

BAM

KVWS

Heijmans

StruktonTBI

Ballast Nedam

Dura VermeerVan Wijnen

A. Hakpark

Mourik

Ten Brinke Groep

ASVB

Van Gelder

Janssen de Jong

Hurks

-2%

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

16%

-10% 0% 10% 20% 30% 40%

Niet-bouwomzet/totale netto omzet

EB

ITD

A m

arg

e

Page 29: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

29

• Internationale groei is geen makkelijke uitdaging voor bouwbedrijven. Bouwen

is een zeer regionale aangelegenheid waarbij de locatie bepalend is voor de

ondergrond en klimaatcondities. Het type materieel waarmee men moet

werken ligt daarmee vast en is niet altijd uitwisselbaar tussen verschillende

regio’s. Daarnaast kent ieder land zijn eigen wet- en regelgeving, waar slechts

binnen Europa sprake is van enige convergentie van bijvoorbeeld wetgeving

en de certificering van bouwproducten

• Cobouw stelde recent vast dat de Nederlandse bouwsector slechts 3,6% van

de omzet uit het buitenland haalt. De 15 grootste bouwers in Nederland

hebben gezamenlijk een omzetaandeel uit buitenlandse activiteiten van ca.

25% in 2015. Dit is een aanzienlijke stijging ten opzichte van 2010, toen ze

gemiddeld 19% van hun omzet buiten Nederland realiseerden

• Vanuit de grafiek is er niet 1-op-1 een relatie te leggen tussen

internationalisatie en de winstgevendheid. Bedrijven met een hoge mate van

internationalisatie realiseren gemiddeld geen hogere marges. Het lijkt erop dat

de verklaring voor hogere marges meer moeten zoeken in de combinatie van

internationalisering, een verdere verbreding met aanpalende services in de

bouwkolom en een excellent risicomanagementproces

• Aangetrokken door grote (infrastructurele) projecten hebben Duitse en

Belgische bouwers hun positie op de Nederlandse markt uitgebouwd. Het

financiële succes wisselt echter sterk per bedrijf. Dit geldt ook voor

Nederlandse bouwers die hun geluk beproeven in het buitenland. De uitdaging

is het kunnen inregelen van een lokaal netwerk en kennis en kunde

• In toenemende mate zullen de marges van bouwbedrijven onder druk komen

te staan door concurrentie van buiten de sector. Bedrijven die nieuwe

technologie (BIM, smart analytics, 3D printing) hebben omarmd zijn steeds

beter in staat om bijv. met ingenieurs en bouwtoeleveranciers een compleet

bouwwerk te realiseren. Voorlopers in de Nederlandse bouw investeren

aanmerkelijk meer in samenwerking en R&D op dit gebied en proberen op die

manier relevant te blijven in het bouwproces

Internationalisatie is uitdagend door noodzaak lokaal netwerk en expertise, vanuit oogpunt winstgevendheid niet perse wenselijk

Internationalisatie: aanzienlijke stijging aandeel buitenlandse omzetNL Top 15 bouwbedrijven* – netto omzet, marge & internationalisatie

Bron: jaarverslagen, bewerking Rabobank, (*) omvang bol = gemiddelde netto omzet 2010-2015, Bouwbedrijven: BAM, KVWS, Heijmans, Strukton, TBI, Ballast Nedam, Dura Vermeer, Van Wijnen, A. Hakpark, Joh. Mourik & Co. Holding, Brihold, ASVB, Van Gelder, Janssen de Jong, Hurks Groep. De EBITDA marge in de grafiek is een weergave van de gemiddelde marge tussen 2010-2015, NB: voor A. Hakpark, Brihold en Hurks zijn de cijfers 2015 nog niet gedeponeerd. De omzet buiten NL/totale netto omzet is ook een gemiddelde over de periode 2010-2015

BAM

KVWS

Heijmans

Strukton

TBI

Ballast Nedam

Dura VermeerVan Wijnen

A. Hakpark

Mourik

Ten Brinke

groep

ASVB

Van Gelder Janssen de Jong

Hurks

-2%

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

16%

-10% 10% 30% 50% 70% 90%

Omzet buiten NL/totale netto omzet

EB

ITD

A m

arg

e

Page 30: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

30

Contact details

Rabobank

WHOLESALE CLIENTS

NETHERLANDS

Bezoek adres

Croeselaan 28

3521 CB Utrecht

Contact adres

UCZ5096

P.O. Box 17100

3500 HG Utrecht

The Netherlands

Industry Knowledge Team

Leontien de Waal

Senior Industry analyst

Bouw, engineering & vastgoed

Telephone +31 (0)30 71 22 718

Mobile +31 (0)6 202 90 481

Email [email protected]

Page 31: voor winstherstel nog bescheiden Bouw... · 2020-04-04 · Eurozone 1.6% -0.9% n.a. n.a. 0,8 1,3 1,5 1,8 2,0 2,0 2,8 4,5-2 0 2 4 6 8 10 ë k ë e d d UK e d 2014 2015 2016 (e) 2017

31

Belangrijke mededeling

De informatie in deze presentatie geeft de heersende huidige markt weer en onze visie daarop, welke aan verandering onderhevig kunnen zijn. Deze presentatie is gebaseerd op openbare informatie.

De in dit document opgenomen informatie is samengesteld uit bronnen die als betrouwbaar gelden. Geen uitdrukkelijke of impliciete waarborgen of garanties worden gegeven met betrekking tot de

juistheid of volledigheid van deze presentatie of de inhoud daarvan.

De inhoud van deze presentatie en daarin opgenomen voorbeelden zijn indicatief en slechts opgenomen voor doeleinden van discussie. Geen rechten kunnen worden ontleend aan in deze presentatie

opgenomen potentiële aanbiedingen, transacties, commerciële ideeën etcetera (waaronder prijsaanbiedingen en andere voorwaarden). Niets in deze presentatie vormt een aanbod of een uitnodiging

tot het doen van een aanbod. Tevens zal noch deze presentatie noch iets in de presentatie enige verplichting scheppen of de basis van enige overeenkomst zijn.